VOORSTEL AB
AGENDAPUNT : CATEGORIE
PORTEFEUILLEHOUDER
: M.M. Kool
VERGADERING D.D. NUMMER OPSTELLER FUNCTIE VERGADERING DB D.D.
: : : : :
: B (BELEIDSSTUK)
AB 1
27 maart 2012 0 WM/MBZ/JvK/7062 J. van Keulen, 0522-276720 Afdelingshoofd Bestuurszaken 13 maart 2012
ONDERWERP Verdere samenwerking binnen Rijn-Oostwaterschappen.
VOORSTEL 1. 2.
3. 4.
Instemmen met de koers om samengaan van vier waterschappen te zien als aantrekkelijk toekomstig perspectief. Kennis te nemen van de consequentie van het onder 1 gewenste perspectief dat de dagelijkse besturen van de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden vooralsnog niet met een voorstel zullen komen voor een fusie tussen beide waterschappen. Ondersteuning van het voornemen om te komen tot verdergaande samenwerking in Rijn-Oostverband via shared services en te kiezen voor een grotere bestuurlijke samenwerking. Instemmen met de zes bevindingen van het Dagelijks Bestuur zoals die op bladzijde 8 van dit voorstel zijn opgenomen.
SAMENVATTING In 2011 zijn door de dagelijkse besturen van de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden verkennende gesprekken gestart voor verdere samenwerking of fusie tussen beide organisaties. De drie Oostelijke waterschappen Rijn en IJssel, Regge en Dinkel en Velt en Vecht zijn een gezamenlijk traject ingegaan. De waterschappen Regge en Dinkel en Velt en Vecht hebben plannen tot fusie. Daarnaast wordt gestreefd naar meer intensieve samenwerking met het waterschap Rijn en IJssel en andere waterschappen vooral in Rijn-Oostverband. In een informatieve bijeenkomst van mei 2011 hebben wij u op hoofdlijnen geïnformeerd over mogelijkheden tot verdergaande samenwerking of fusie. Aan elke gekozen oplossing kleven voor- en nadelen voor beide partners en de in hun gebied aanwezige inwoners en bedrijven. Het kort achter elkaar fuseren via twee naar vier waterschappen wordt door Reest en Wieden als een weinig aantrekkelijk perspectief beschouwd. In een fusieproces is nu eenmaal sprake van frictiekosten en de aandacht leidt enige tijd af van de taken die de waterschappen hebben te doen. Het Dagelijks Bestuur hecht eraan om de stand van zaken van de samenwerking met u te delen. De bevindingen van de beide dagelijkse besturen treft u aan in het eind van de toelichting op bladzijde 8. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
BESLISSINGSRUIMTE EN BESTUURLIJKE AANDACHTSPUNTEN Op basis van artikel 2 Waterschapswet berust de bevoegdheid tot het opheffen, instellen, reglementeren van waterschappen toe aan de Provinciale Staten van in ons geval de provincies Drenthe en Overijssel. Hiervoor geldt een procedure zoals die is omschreven in artikel 3 en 4 van genoemde Wet. Een provinciaal besluit tot opheffing, instellen of wijziging van de taken van een waterschap is onderworpen aan goedkeuring van de minister.
fws
Pagina 2 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
BEOOGD EFFECT Het beoogde effect van verdergaande samenwerking is om - waar mogelijk - kwetsbaarheden op te lossen, kosten te besparen en te streven naar meer eenheid van beleid en daarbij de lokale binding te behouden. Uitgangspunt is dat de burger (en bedrijven) alleen op positieve wijze iets vernemen van de verdergaande (bestuurlijke) samenwerking.
VERVOLG De inspanningen zullen voorlopig gericht zijn op het verdergaand samenwerken in Rijn-Oostverband via de zogenoemde shared services en verdergaande bestuurlijke samenwerking. Het perspectief vanuit het Dagelijks Bestuur van Reest en Wieden is om op termijn te komen tot een samensmelting van vier waterschappen.
FINANCIËN --
COMMUNICATIE Nadat het Algemeen Bestuur in openbaarheid van gedachten heeft gewisseld over dit onderwerp kan hierover verder worden gecommuniceerd richting partners en burgers. De medewerkers en besturen van beide waterschappen zijn op de hoogte gebracht van de bevindingen zoals opgenomen in dit voorstel op bladzijde 8.
OPENBAARHEID Ja.
BIJLAGEN --
Dagelijks Bestuur,
mr. A.K. Schuttinga, Secretaris-directeur
BESLUIT
fws
M.M. Kool, Dijkgraaf
Pagina 3 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
TOELICHTING In onderstaande toelichting hebben we informatie opgenomen over aspecten die verbonden zijn met verdergaande samenwerking of fusie. De meer strategische en financiële aspecten hebben wij in dit voorstel niet opgenomen met het oog op onze positie als gespreks- en onderhandelingspartner. 1. Aanleiding en probleemstelling De Rijn-Oostwaterschappen hebben onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van fusie of andere vormen van samenwerking. De drie provincies, waarin de Rijn-Oostwaterschappen gelegen zijn, volgen dit proces nauwlettend. In 2011 zijn de waterschappen Rijn & IJssel, Regge & Dinkel en Velt & Vecht een gezamenlijk traject ingegaan. Hun onderzoek heeft inmiddels een rapport opgeleverd (Strategische schets waterschap anno 2020 - Verkenning naar opschaling, Berenschot). Regge & Dinkel en Velt & Vecht willen samen fuseren; daarnaast wordt gestreefd naar intensieve samenwerking met Rijn & IJssel en mogelijk ook andere waterschappen. Groot Salland en Reest en Wieden zijn nadrukkelijk in beeld voor deze samenwerking. Deze ontwikkelingen stellen bestuurlijke vragen aan Reest en Wieden en Groot Salland. 2. Opschaling Het onderzoek naar opschaling binnen Rijn-Oost komt niet uit de lucht vallen. De omgeving van de waterschappen verandert. Gewezen kan worden op de volgende ontwikkelingen: De core-business van de waterschappen verandert door het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Kaderrichtlijn Water, rapport en werkzaamheden Deltacommissie, het Hoogwater Beschermingsprogramma (HWBP), duurzaamheid en integrale veiligheid. De bestuurder verandert en wordt politieker. De burger wordt of is mondiger, transparantie belangrijker, met meer aandacht voor doelmatigheid en tarieven. De arbeidsmarkt verandert: voor bepaalde functies ontstaat schaarste. De werkwijze verandert: digitalisering en standaardisatie. Innovatie is vereist, maar daardoor loopt het waterschap ook meer financieel risico. De centrale overheid is in financiële problemen geraakt, wat ook gevolgen heeft voor de decentrale overheden. De rol van het waterschap wordt minder vanzelfsprekend; de overheid is geen monopolist meer van kennis. Maatschappelijke bewegingen bieden de kans de identiteit van het waterschap als dé behartiger van het waterbelang meer onderscheidend en sterker te maken. Schaalvergroting is een mogelijk antwoord op deze ontwikkelingen. Dat kan door fusie en/of door samenwerking. Fusie is de meest vergaande vorm van samenwerking; om de volgende redenen kan het goed zijn om te fuseren: Nieuwe en complexe opdrachten voor de waterschappen. Kwetsbaarheid huidige sleutelfuncties verminderen. Vermogen om hoogwaardig personeel en expertise aan te trekken. Doelmatigheid Regie in gebiedsprocessen, bestuurskracht, waterautoriteit. Financiële kwetsbaarheid. Innovatief vermogen. Strategische positie. Fuseren heeft niet alleen maar voordelen. Het leidt in ieder geval tot frictiekosten (eenmalige verliezen door de energie die het fusieproces vergt) en ook tot problemen die verbonden zijn aan schaalvergroting. Er is een optimum aan deze vorm van samenwerking. Fuseren leidt tot verevening van tarieven. Dit is een voordeel voor het waterschap met de hoogste tarieven, maar een nadeel voor het waterschap met de laagste tarieven. Genoemd nadeel kan een belemmering vormen voor de fusie. Samenwerking zonder te fuseren leidt, afhankelijk van de gekozen vorm, in mindere mate tot frictiekosten. Ook andere bezwaren zullen in mindere mate optreden. Daarom is het een serieus alternatief. Bij samenwerking is geen sprake van verevening van tarieven. fws
Pagina 4 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
Zelfstandig blijven zonder samenwerking is ook een optie. Waterschappen dienen zo begrensd te worden, dat stroomgebieden zoveel mogelijk in één waterschap liggen. Bij fuseren ligt het daarom voor de hand om te denken aan de waterschappen in Rijn-Oost. Binnen Rijn-Oost zijn verschillende combinaties mogelijk. Vier waterschappen zijn qua stroomgebied sterk aan elkaar gerelateerd; de stroomgebiedsrelatie met Rijn & IJssel is, zeker voor ons, het zwakst. Bij samenwerken zijn de mogelijkheden divers. Per taakgebied kan hier een andere schaal optimaal zijn. Soms is landelijke samenwerking het best, soms regionaal, soms lokaal, soms internationaal. 3. Optimale schaal bij fusie Doelmatigheid is een belangrijk argument bij de keuze om te fuseren. Je bespaart op wat je na fusie nog maar één keer hoeft te doen (vaak betreft dit specialistisch werk) en soms is er een volumevoordeel (bijv. inkoop en aanbesteding). Fusie is echter geen garantie voor succes qua doelmatigheid. Het samenvoegen van organisaties leidt in de praktijk lang niet altijd tot de verwachte besparingen; en als dat wel gebeurt, duurt het in ieder geval enige jaren voor de frictiekosten terugverdiend zijn. Uitsluitend om doelmatigheidsredenen fuseren is daarom enigszins twijfelachtig. Er zijn echter naast doelmatigheid andere goede redenen om te fuseren; de volgende voordelen kunnen genoemd worden: Eenheid van beleid Beleidsverschillen per waterschap roepen vragen op. Voor de burger is het een plus dat in een groter gebied hetzelfde beleid geldt. Eenheid van tarief Tariefverschillen tussen waterschappen roepen altijd discussie op. Uitmiddeling in een groter gebied ('verevening') bevordert de duidelijkheid. Eenheid binnen stroomgebied Eenheid van beleid, bestuur en financiering binnen een stroomgebied leidt tot beter waterbeheer. Breder financieel draagvlak voor risico's Een klein waterschap is meer gevoelig voor financiële risico's. Breder draagvlak voor nieuwe taken Nieuwe taken (bijv. een grote bijdrage in het Hoogwater Beschermingsprogramma) kunnen in een groter waterschap gemakkelijker worden opgepakt en gefinancierd dan in een kleiner waterschap. Breder financieel draagvlak voor innovatie Een groter waterschap zal eerder tot innovatie kunnen overgaan en de (financiële) risico's ervan kunnen accepteren. Vermindering bestuurlijke drukte Het aantal gemeenten dat in meerdere waterschappen ligt, neemt af. Het aantal bestuursleden neemt ook af. Grotere bestuurskracht Een groot fusiewaterschap zou kunnen kiezen voor fulltime DB-bestuurders. En door de grotere omvang van het nieuwe waterschap is de bestuurlijke impact groter (bijv. Ruimte voor de rivier, HWBP*). Deskundigheid personeel (en minder kwetsbaar) Fusie biedt de mogelijkheid om specialistisch personeel aan te trekken, omdat er voldoende werk voor hen is. Dit werk wordt ook aantrekkelijker (carrièremogelijkheden, collegiale toetsing). De kwetsbaarheid wordt minder, omdat de afhankelijkheid van eenzame specialisten vermindert en pieken in werklast gemakkelijker opgevangen kunnen worden. In het gebied van Rijn-Oost komt daar nog bij: Stroomgebied Vecht in één hand Dit voordeel wordt alleen bereikt bij een fusie van ten minste Groot Salland en Velt & Vecht (en eventueel Regge & Dinkel en Reest & Wieden). Stroomgebied Rijn-Oost in één hand Op Europese schaal heeft het stroomgebied Rijn-Oost een eigen opgave. Die is gemakkelijker te realiseren als dit gebied bestuurlijk en ambtelijk een eenheid is. Eenheid van beleid, bestuur en financiering binnen een stroomgebied leidt tot beter waterbeheer. Bijvoorbeeld voor voldoende financieel en organisatorisch draagvlak om de toekomstige wateropgaven (klimaatverandering, effecten HWBP, aanvoer van zoet water bij droogte enz.) duurzaam het hoofd te kunnen bieden.
fws
Pagina 5 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
Tegenover de voordelen van fusie staan ook nadelen: Gebiedskennis is niet meer vanzelfsprekend De fysieke omstandigheden zijn verschillend, opgaven zijn verschillend, cultuur/geschiedenis is verschillend. Coproductie met vaste lokale partners kan lastiger worden De schaal van de lokale partners is dan veel kleiner dan die van het waterschap. Dit speelt vooral bij samenwerking met gemeenten, o.a. in de afvalwaterketen. Afstandelijkheid (letterlijk en figuurlijk) Lokale belangen verschillen. Voor watersysteem (peilbeheer, voorbereiding projecten, interactieve planvorming) staat het bestuur na fusie op grote afstand van de burger. Lokale binding, lokale netwerken en lokale oplossingen zijn belangrijk. De reisafstanden voor medewerkers en bestuurders worden groter. Standaardisering, formalisering, bureaucratisering Dit maakt maatwerk moeilijker en zal bovendien een deel van de besparingen tenietdoen. En als een ambtelijke organisatie ontstaat van meer dan 1.000 medewerkers, kan dat gemakkelijk tot vervreemding leiden. Deze nadelen vragen bij fusie om oplossingen. Naarmate het aantal partners bij een fusie groeit, c.q. de omvang van het waterschap toeneemt, neemt de meeropbrengst van de voordelen af en stijgt de impact van de nadelen. Er is dus een optimum aan het aantal partners. Verwacht mag worden dat de optimale schaal ligt in Rijn-Oost, eventueel zonder Rijn & IJssel (dat vanuit de stroomgebiedsgedachte minder raakvlakken heeft). 4. Actuele mogelijkheden van schaalvergroting Regge & Dinkel en Velt & Vecht beogen een fusie met ingang van 2014. Daarnaast willen Regge & Dinkel, Velt & Vecht en Rijn & IJssel intensief gaan samenwerken, in de vorm van bestuurlijke coöperatie en een shared servicestructuur. Bij deze samenwerking kunnen andere waterschappen (met name Groot Salland en Reest en Wieden) aansluiten. Voor Groot Salland en Reest Wieden heeft deze besluitvorming consequenties. Zij hebben dan immers geen andere potentiële fusiepartners binnen Rijn-Oost. Er blijven daarmee drie bestuurlijke vragen over: Willen zij met elkaar fuseren? Willen zij deelnemen aan het samenwerkingsinitiatief (bestuurlijke coöperatie en/of een shared servicestructuur)? Willen zij zich toch nog sterk maken voor een fusie van heel Rijn-Oost (al of niet met Rijn & IJssel)? 5. Nadere verkenning fusie Rijn-Oost of Vecht Een fusie van de vijf Rijn-Oostwaterschappen of van de vier Vecht-waterschappen zou nu of op termijn de optimale oplossing kunnen zijn. Over dit eindperspectief zijn beide waterschapsbesturen (Reest en Wieden en Groot Salland) het in principe eens. Alleen de weg daarnaartoe verschilt. Reest en Wieden heeft negatieve ervaringen met het tweemaal kort achter elkaar fuseren in Drenthe en de kop van Overijssel 1995-2000. Bestuurlijk leeft binnen Groot Salland de overtuiging, dat genoemd eindperspectief op dit moment een brug te ver is, gezien de besluitvorming bij Velt & Vecht en Regge & Dinkel. Reest en Wieden denkt daar iets anders over. 6. Bestuurlijke coöperatie De drie oostelijke waterschappen beschrijven bestuurlijke coöperatie als: bestuurlijke samenwerking op strategisch niveau daar waar de waterschappen een gezamenlijk belang hebben. Het betreft in ieder geval de samenwerking met Duitsland en de belangenbehartiging richting de Unie, het Rijk en Europa. De dijkgraven en de DB-leden hebben hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor, ondersteund door de secretaris-directeuren (en eventueel een klein stafbureautje). Deze bestuurlijke samenwerking kan op de schaal van Rijn-Oost werkende weg ontstaan, door als eerste stap het ODO* een robuustere invulling te geven.
fws
Pagina 6 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
7. Shared service structuur In het model dat de drie oostelijke waterschappen voor ogen hebben, worden verschillende bedrijfsvoeringszaken en uitvoerende taken in ‘shared services’ ondergebracht. Belangrijkste doelstelling van de samenwerking is het behalen van doelmatigheidswinst. Als een activiteit tegen lagere maatschappelijke kosten gerealiseerd kan worden in de shared service organisatie, brengen de deelnemende waterschappen deze daarin onder. Het gaat dus om ambtelijke samenwerking daar waar dit maatschappelijk besparingen geeft. Het betreft in het onderzoek van de drie oostelijke waterschappen in ieder geval de activiteiten personeel en organisatie, informatisering, automatisering, financiën (m.u.v. concern control), facilitair, communicatie (m.u.v. bestuurscommunicatie), inkoop en aanbesteding, vergunningverlening en handhaving, bezwaar en beroep, slibverwerking, muskusrattenbestrijding, laboratoria, projectenbureau (m.u.v. programmering). Voor een deel van deze activiteiten wordt overigens al vrij intensief samengewerkt. Bij een echt shared service centrum (SSC) ontstaat een extra entiteit, waarvan de aansturing vanuit de waterschappen lastig is (en lastiger naarmate er meer deelnemers zijn). Er ontstaat dan hoe dan ook bestuurlijke drukte, de ambtelijke ondersteuning van de SSC* wordt een kwetsbaar geheel, de achterblijvende organisatie wordt wat zwakker en de communicatie naar buiten is een punt van discussie. Voorbeelden van reeds functionerende SSC’s zijn Lococensus/Tricijn en het Waterschapshuis. De drie oostelijke waterschappen kiezen niet voor de vorm van een SSC. Er komt geen SSC met een eigen bestuur en er worden geen bevoegdheden overgedragen. Het wordt een patroon van samenwerking vanuit de huidige waterschapspanden, aangestuurd door de secretaris-directeuren gezamenlijk. Zij moeten voor de verbinding zorgen met de deelnemende waterschappen en grip houden op de uitvoering. Voorbeelden van dit soort shared service structuren zijn er ook al: laboratorium, muskusrattenbestrijding, keringbeheer (Groot Salland / Reest en wieden). Dit model vergroot de uitvoeringskracht en de doelmatigheid. De ambtelijke kwetsbaarheid wordt minder (minder eenlingfuncties, minder inhuur nodig). Er blijven echter meerdere verantwoordelijke besturen met eigen beleidswensen en behoeften en er blijven coördinatie- en afstemmingsmechanismen nodig. De doelmatigheidswinst wordt uiteindelijk dan ook in belangrijke mate bepaald door de bereidheid van de besturen om tot standaardisering en uniformering te komen van werkprocessen en ICT. En de winst zal beduidend kleiner zijn dan bij fusie. Dat de oostelijke waterschappen niet kiezen voor een totale fusie, maar voor shared service constructies, wordt voornamelijk ingegeven door tariefoverwegingen. Fusie leidt tot tariefverevening, waarbij een ‘goedkoper’ waterschap meer gaat betalen en een ‘duurder’ waterschap minder. De waterschappen Velt en Vecht en Regge en Dinkel willen dit door bezuinigingen en doelmatigheidswinst voorkomen. Vanuit dit perspectief lijkt fusie geen win-winsituatie, maar een win-verliessituatie. De oostelijke waterschappen zullen een nader onderzoek naar de beoogde shared servicestructuren uitvoeren. Groot Salland en Reest en Wieden willen deelnemen aan dit onderzoek en aan deze vorm van samenwerking. Bij de vormgeving verdient het aanbeveling om een aantal randvoorwaarden te stellen: Het moet gaan om activiteiten waarbij de reële verwachting bestaat dat deze samenwerking daadwerkelijk besparingen gaat opleveren. (Het eenvoudigweg samenvoegen en een besparingsopdracht formuleren volstaat niet.) De constructie moet niet te complex zijn. (Er moet geen lappendeken ontstaan.) De aansturing en ondersteuning moeten goed geregeld zijn. De ‘bestuurlijke coöperatie’ zou niet alleen extern moeten functioneren, maar ook intern. Het zou moeten sturen richting standaardisering en uniformering van werkprocessen en ICT. (Anders blijft de doelmatigheidswinst beperkt.) De onderlinge kostenverdeling moet goed geregeld en transparant zijn. De frictiekosten moeten realistisch geschat worden. Op dit moment huren alle waterschappen dure expertise in van deskundigen die binnen één waterschap onvoldoende werk hebben. Het gezamenlijk in dienst nemen van dergelijke deskundigen zou een belangrijke besparing kunnen opleveren. Dit kan een belangrijke invalshoek zijn bij het zoeken naar besparingsmogelijkheden door samenwerking. fws
Pagina 7 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
8. Fusie tussen Groot Salland en Reest en Wieden Groot Salland heeft 360.000 inwoners, Reest en Wieden 220.000. Het financieel draagvlak van Groot Salland is daarmee groter dan dat van Reest en Wieden. De oppervlakte van Groot Salland is 128.000 hectare en dat van Reest en Wieden is 137.500 hectare. In omvang is Reest en Wieden dus iets groter dan Groot Salland en is het dunner bevolkt. Bij Groot Salland werken 340 fte (exclusief het laboratorium), bij Reest en Wieden 200.
Tarieven 2012 (bron: Lococensus)
Waterschap Groot Salland
Waterschap Reest en Wieden
€ 62,36
€ 98,17
€ 50,33
€ 59,64
€ 50,33
€ 59,64
€ 66,08 per ha
€ 52,52 per ha
€ 2,72 per ha
€ 2,03 per ha
0,0444 % (WOZ-waarde)
0,0452 % (WOZ-waarde)
Ingezetenenheffing: Per woonruimte Zuiveringsheffing: Per vervuilingseenheid Verontreinigingsheffing: Per vervuilingseenheid Watersysteemheffing Ongebouwd Ongebouwd buitendijks € 16,52 per ha
Natuur Gebouwd Gebouwd buitendijks 0,0111 %
Door het verschil in bevolkingsdichtheid en het areaal natuur ligt het voor de hand, dat de tarieven van Groot Salland lager liggen dan die van Reest en Wieden. Onderstaande tabel geeft de verwachte kosten voor 2015. (Watersysteem kent 4 tarieven en is daarom in de tabel gemiddeld tot een fictief tarief ‘per huishouden’.)
Vervuilingseenheden Huishoudens Zuiveringskosten Watersysteemkosten Zuiveringskosten per v.e. Watersysteemkosten per huishouden
Reest & Wieden 332.400 90.000 € 21.600 € 29.700
Groot Salland 494.000 155.800 € 23.259 € 43.259
Fusiewaterschap 826.400 245.800 € 44.859 € 72.959
€ 65,00
€ 47,10
€ 54,28
€ 330
€ 278
€ 296
Opmerking: Vanaf ongeveer 2017 zullen de waterschappen te maken krijgen met een eigen bijdrage van 10% van de investeringen voor het HWBP. Voor Reest en Wieden zal dat enige verlaging van de toekomstige watersysteemkosten opleveren terwijl Groot Salland (met relatief veel primaire keringen) in theorie enige verhoging zou kunnen krijgen. Aannemend dat voorlopig de prioriteit voor investeringen elders ligt, zal echter waarschijnlijk ook bij Groot Salland eerst een verlaging optreden. Ook op termijn zullen de investeringen bij Groot Salland waarschijnlijk niet hoger dan gemiddeld zijn, gezien de moeilijkheidsgraad van de keringen. Het bovenstaande beeld zal er al met al niet veel anders door worden.
Door te fuseren, worden de kosten opgeteld en de tarieven verevend. De laatste kolom van de tabel geeft de optelling van de kosten en een indicatie van verevende tarieven voor het jaar 2015, zonder rekening te houden met doelmatigheidswinst en frictiekosten. Opgemerkt: in geval van fusie worden er frictiekosten gemaakt. In de praktijk blijkt dat er enkele jaren nodig zijn om deze frictiekosten in te verdienen. Verevening zonder doelmatigheidswinst leidt tot een lastenverschuiving. Het gebied van Groot Salland gaat dan meer betalen en dat van Reest en Wieden minder. Overigens moet hierbij opgemerkt worden dat de hoogte van tarieven niets zegt over stand van zaken van projecten/werken en over prijs/prestatieverhouding.
fws
Pagina 8 van 8 Nummer: WM/MBZ/JvK/7062
Fuseren is echter meer dan het optellen en anders verdelen van kosten. Redenen om samen een fusie te overwegen kunnen zijn: grotere doelmatigheid (besparing van kosten); grotere bestuurskracht, steviger partner binnen de regio; optimaliseren van maatregelen over een groter gebied; harmonisatie van tarieven; vermindering kwetsbaarheid van het primaire proces. Verlaging van de kosten is zeker mogelijk bij fusie. De tarieven van het fusiewaterschap zullen bij doelmatigheidswinst voor sommige categorieën lager uitvallen dan in bovenstaande tabel staat aangegeven. Wel moet met frictiekosten rekening worden gehouden. Een goede raming van de fusievoordelen is op voorhand niet te geven. Daar komt bij dat een deel van de besparingen al wordt gerealiseerd door de shared services. 9. Bevindingen van de dagelijkse besturen van de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden De verkenning van de dagelijkse besturen van de beide waterschappen heeft geleid tot de volgende bevindingen. 1. Beide waterschappen willen samenwerken vanuit de stroomgebiedsbenadering en willen hun takenpakket inzake watersysteem, waterveiligheid en waterkwaliteit doeltreffend en doelmatig uitvoeren. 2. Voor een goede taakuitoefening op de langere termijn, in het jaar 2020 of daaromtrent, beschouwen we een fusie van 4 waterschappen in het stroomgebied Rijn-Oost als een aantrekkelijk perspectief. Reest en Wieden verkiest om direct op dit eindperspectief aan te koersen. Groot Salland vindt dat gezien de grote omvang van een dergelijke organisatie en de huidige fusievoornemens van Velt & Vecht en Regge & Dinkel geen reële mogelijkheid voor de korte termijn. De consequentie is vooralsnog, dat de dagelijkse besturen van Reest en Wieden en Groot Salland niet aan de algemene besturen zullen voorstellen om op dit moment voor een fusie met elkaar kiezen. 3. Reest en Wieden en Groot Salland beschouwen elkaar als natuurlijke partners die gezamenlijk op willen trekken met betrekking tot hun visie op de toekomst en om de (deels al bestaande) onderlinge samenwerking te verdiepen en nog beter uit te nutten. We willen de komende jaren met elkaar meer harmonisatie van beleid en van uitvoering van taken realiseren. 4. In Rijn-Oostverband werken we voortvarend mee aan het ontwikkelen van Shared Services en aan intensivering van de bestuurlijke samenwerking. 5. We willen harmonisatie van beleid en uitvoering gaan realiseren op tal van thema’s in het Rijn-Oostverband. Het ODO met het Alerdinckoverleg en portefeuille-overleggen zal daarin een centrale rol vervullen. Er zal omstreeks juni 2012 een plan van aanpak verschijnen over de Shared Services in Rijn-Oostverband. 6. Daar waar harmonisatie op specifieke thema’s in het Rijn-Oostverband niet haalbaar zal blijken, zullen we in september 2012 of daaromtrent nagaan of dat met minder waterschappen - en dan op zijn minst het bilaterale verband Reest en Wieden met Groot Salland - wel mogelijk zal zijn.
___________________ * HWBP : Hoogwater Beschermingsprogramma ODO
fws
: Oostelijk Dijkgraven Overleg