VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD GELDERLAND Vastgesteld bij besluit d.d. 9 september 2014 inzake nr. 2014-003717 Gewijzigd bij besluit d.d. 16 december 2014: Algemeen,onder C, identificatie, eerste lid; Wild zwijn onder J, Middelen en gebruik tweede lid; Edelhert en Damhert onder J Middelen en gebruik eerste en tweede lid; ree onder middelen en gebruik eerste lid. ALGEMEEN A
GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN 1 2
3 B
De ontheffing wordt te allen tijde gebruikt met inachtneming van de voorschriften bij de ontheffing. De ontheffing heeft uitsluitend betrekking op het werkgebied van de Faunabeheereenheid Gelderland en omvat het grondgebied van de provincie Gelderland. Het Kroondomein “Het Loo” daarvan uitgezonderd. De begrippen in de voorschriften bij de ontheffing worden uitgelegd overeenkomstig de definities in de begrippenlijst die aan de voorschriften is gehecht. MACHTIGING EN GEBRUIK MACHTIGING
1 2 3
4
5 6
7 8
De Faunabeheereenheid machtigt natuurlijke personen om de ontheffing en de daarbij verleende rechten feitelijk te gebruiken, door afgifte van een schriftelijke machtiging. De Faunabeheereenheid kan aan rechtspersonen, waaronder wildbeheereenheden een volmacht geven om namens haar machtigingen af te geven. Machtigingen voor het gebruik van de ontheffing om dieren te doden, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen worden slechts verleend aan jachthouders of jachtaktehouders. Machtigingen voor het opzettelijk verontrusten mogen verleend worden aan grondgebruikers of door grondgebruikers aangewezen personen. Ontheffinggebruiker(s) betreffen uitsluitend een natuurlijke persoon gemachtigd door of namens de ontheffinghouder; Ontheffinggebruiker kan zich in zijn eigen aanwezigheid en onder eigen verantwoordelijkheid bij het feitelijk gebruik laten bijstaan door anderen. De Faunabeheereenheid draagt zorg voor instructie van iedere ontheffinggebruiker over aard en de omvang van de ontheffing, waaronder de verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit de voorschriften bij de ontheffing. De Faunabeheereenheid draagt er zorg voor dat iedere gemachtigde eindgebruiker kan beschikken over een schriftelijke weergave van de specifieke voorschriften die voor gemachtigden zijn opgenomen bij de ontheffing. De Faunabeheereenheid is mede-verantwoordelijk voor het gebruik van de ontheffing door gemachtigden. De Faunabeheereenheid draagt er zorg voor dat een machtiging wordt ingetrokken indien vaststaat of redelijkerwijze aannemelijk is dat de gemachtigde één of meer handelingen heeft verricht die strijdig zijn met verplichtingen die bij of krachtens de Ffw voor hem gelden. Van deze redelijke aannemelijkheid is sprake bij omstandigheden waaruit ook een redelijk vermoeden als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering zou zijn af te leiden, maar in ieder geval niet enkel op basis van informatie, meldingen of aangiften van personen waarvan vaststaat of aannemelijk is dat zij behoren tot een belangenorganisatie of tot gerelateerde belangenorganisaties.
1
C
IDENTIFICATIE 1
2
D
Een eindgebruiker of gemachtigde draagt bij iedere handeling ter gebruik van de ontheffing of een machtiging, onverminderd verplichtingen die bij of krachtens de wet gestelde voorschriften gelden, in ieder geval de volgende bescheiden bij zich: a. een geldige jachtakte; b. een (digitale) kopie van de ontheffing; te weten het besluit en de bijlage met voorschriften; c. de aan hem verleende of doorverleende machtiging of een (digitale) kopie daarvan; d. de grondgebruikersverklaring of een (digitale) kopie daarvan. Een gemachtigde die het afschot van een of meer dieren op grond van deze ontheffing heeft verricht, draagt er zorg voor dat elk dier vóór aanvang van het vervoer buiten het jachtveld is voorzien van een identificatie. Deze identificatie geschiedt door het aanbrengen van een door of vanwege de Faunabeheereenheid te verstrekken landelijk uniek kenmerk. REGISTRATIE
1 a.
2
3
4 5
E
De Faunabeheereenheid zorgt voor registratie van de door of namens haar gemachtigde personen voorafgaand aan het feitelijk gebruik van de ontheffing; b. De Faunabeheereenheid zorgt voor registratie van de op grond van de ontheffing uitgevoerde handelingen. De Faunabeheereenheid houdt een register bij met naam-, adres- en woonplaatsgegevens van elke gemachtigde jachthouder of door de grondgebruiker gemachtigde personen. Voor zover de melding een melding betreft van een gemachtigde of eindgebruiker aan de Faunabeheereenheid, wordt in het hierboven voorgeschreven meldingregister in ieder geval vermeld: a. het tijdstip waarop het te melden afschot is verricht; b. de locatie waar het te melden afschot is verricht; c. het doel waarvoor het te melden afschot heeft plaatsgevonden; d. de naam van de eindgebruiker of gemachtigde die het te melden afschot heeft verricht; e. Het nummer van het gebruikte kenmerk (volgens voorschrift C2). Deze gegevens worden zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 24 uur ingevoerd. Delen van een geschoten dier, welke voor onderzoek of kwaliteitsbeoordeling apart van het dier vervoerd of opgeslagen worden, worden ook voorzien van het nummer van het bijbehorende unieke wildmerk. De Faunabeheereenheid bewaart de in deze afdeling voorgeschreven registers op een locatie waar een toezichthouder inzage kan nemen van deze registers. De Faunabeheereenheid draagt er zorg voor dat informatie in deze afdeling voorgeschreven registers tenminste gedurende vijf jaar na registratie van de informatie wordt bewaard in het register waarin de informatie is geregistreerd. WERKPLANNEN
1
Onverminderd rechtstreekse rapportage- of informatieverplichtingen van de Faunabeheereenheid op grond van de Ffw zelf, dient de Faunabeheereenheid jaarlijks voor 1 juli een werkplan op WBE-niveau in bij Gedeputeerde Staten, waarin zij Gedeputeerde Staten informeert over de wijze waarop de ontheffing zal worden gebruikt tijdens de afschotperiode waarop het werkplan betrekking heeft. Omdat de jaarlijkse reeën tellingen samenvallen met het afschotseizoen voor reebokken wordt dit werkplan als voorlopig ingediend jaarlijks voor 1 maart en zonodig bijgesteld in juni.
2
2
3
4
F
Het werkplan dat ingevolge deze afdeling is voorgeschreven ten aanzien van afschot van grote hoefdieren, naar geslacht onderverdeeld in 2 leeftijdsklassen voor reeën en 3 leeftijdsklassen voor de overige hoefdieren en omvat in ieder geval de volgende gegevens: a. de doelstand voor het bereiken waarvan recht is verleend met de ontheffing; b. de actuele voorjaarsstand, welke blijkens tellingen aanwezig wordt geacht; c. de op de actuele voorjaarsstand gebaseerde zomerstand; d. het feitelijk af te schieten aantal dieren, dat blijkens tellingen noodzakelijk is voor het bereiken van de gewenste voorjaarsstand. Indien de Faunabeheereenheid tijdens een afschotperiode waarop een werkplan betrekking heeft voorziet dat deze anders zal worden gebruikt dan vermeld in dat werkplan, danwel de in het Faunabeheerplan gestelde doelen niet gehaald worden informeert zij Gedeputeerde Staten per ommegaande daarover. Hiervan is in ieder geval sprake bij overschrijdingen van het in het werkplan bepaalde afschot met meer dan 10%. De Faunabeheereenheid dient de werkplannen digitaal in bij
[email protected] onder vermelding van het zaaknummer van de onderhavige ontheffing. PLANNEN VAN AANPAK
1. Het plan van aanpak omvat in ieder geval de volgende gegevens: a. De aanleiding: een beschrijving van de schade aan wettelijke belang(en) in relatie tot de gewenste situatie. b. Het doel: de doelstelling volgens het Faunabeheerplan en de daarop gebaseerde ontheffing. c. De uitwerking: Welke aanpak wordt gekozen, welke bijzondere middelen zijn nodig. Wie doet wat, inzet van mensen, organisatie en communicatie. d. Monitoring: de wijze waarop de voortgang wordt bewaakt en bijgestuurd en hoe en wanneer teruggekoppeld wordt naar de provincie. 2. Een plan van aanpak behoeft goedkeuring van Gedeputeerde Staten, alvorens tot uitvoering kan worden overgegaan. 3. Indien de Faunabeheereenheid tijdens de periode waarop een plan van aanpak betrekking heeft voorziet dat deze anders zal worden gebruikt dan vermeld in dat plan, informeert zij Gedeputeerde Staten daarover met een aangepast plan. De Faunabeheereenheid dient dit aangepaste plan zo spoedig mogelijk in, maar uiterlijk 5 werkdagen vóór aanvang met het gewijzigde gebruik van de ontheffing. 4. De looptijd van een plan van aanpak bedraagt maximaal 3 jaar. 5. De Faunabeheereenheid dient het plan van aanpak en aangepaste plannen digitaal in bij
[email protected] onder vermelding van het zaaknummer van de onderhavige ontheffing. G
OVERIG 1. Een gemachtigde die door de Gezondheidsdienst voor Dieren of het Dutch Wildlife Health Centre wordt verzocht om medewerking te verlenen aan monitoringsonderzoek naar besmettelijke veeziekten, danwel ziekten die voor de mens gezondheidsrisico’s kunnen geven, verleent zijn volledige medewerking hieraan. 2. Het verslag over de wijze waarop van de ontheffing gebruikt is gemaakt maakt deel uit van de jaarrapportage over het gebruik van de ontheffing conform artikel 69 van de Flora- en faunawet. Deze jaarlijkse evaluatie wordt voor 1 juli van het daaropvolgende jaar digitaal bij
[email protected] ingediend onder vermelding van het zaaknummer van de onderhavige ontheffing.
3
SOORTSPECIFIEK WILD ZWIJN H
PERIODE 1. Afschot van wilde zwijnen ten behoeve van populatiebeheer is toegestaan: a. in de (reguliere) periode van 1 juli tot en met 31 januari. b. in de periode 1 februari tot en met 15 maart in die leefgebieden waar dit naar oordeel van de FBE noodzakelijk is, of waar medio januari het afschot nog niet voldoende is gerealiseerd, of waar schade aan andere belangen (verkeersveiligheid en schade aan de soort zelf) aanleiding zijn de stand verder te verminderen rekening houdend met de doelstand. 2. In afwijking van lid 1 is afschot jaarrond mogelijk: a. gericht op zieke en/of verminkte dieren; b. ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen en bosbouw; c. ten behoeve van de openbare- en verkeersveiligheid; d. ter handhaving van de nulstand. 3. Verstoren is 24 uur per dag jaarrond mogelijk ter voorkoming van schade.
I
DOELSTANDEN 1. Bij het afschot van wilde zwijnen binnnen de leefgebieden mogen niet meer wilde zwijnen geschoten worden dan blijkens periodiek te houden bestandsinventarisaties noodzakelijk is om de gewenste standen te bereiken. Het gaat daarbij om de volgende doelstanden: WBE Veluwe Noord West Vale Ouwe Noord Oost Veluwe Subtotaal Noord Midden Veluwe Zuid West Veluwe Zuid Oost Veluwe Hoge Veluwe Landgoed Deelerwoud Subtotaal Zuid Totaal
Afschotvrije zone 180 83 162 425 * 200/250/300 - 400 inclusief *100/150/200 inclusief *300/400/500 inclusief 50 15 665/865/1065 1090/1290/1490 * in deze leefgebieden mag de doelstand variëren met het mastaanbod J
Doelstand
MIDDELEN EN GEBRUIK 1. In afwijking van hetgeen hieromtrent is vastgesteld in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, is het gebruik van het geweer al dan niet voorzien van een geluiddemper ook toegestaan van zonsondergang tot zonsopgang, ook wanneer dat voorzien is van: a. een restlichtversterker al dan niet met (voor dieren niet zichtbaar) kunstlicht binnen de reguliere periode voor populatiebeheer; b. kunstlicht voor alle toegestane vormen van schadebestrijding.
4
2. Gebruik van het geweer, overdag en van zonsondergang tot zonsopgang met kunstlicht is toegestaan: a. op terreinen direct grenzend aan de bebouwde kom en voor groene delen in de bebouwde kom, ook indien zij niet voldoen aan de eisen betreffende afmetingen waaraan jachtvelden moeten voldoen. Dit is toegestaan voor jachtaktehouders tevens zijnde buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) of door de gemeente aangestelde professionele faunabeheerders op grond van een vooraf toegezonden en samen met de gemeente opgesteld Plan van aanpak en mits dit gebruik is afgestemd met de plaatselijke politie. Voor terreinen direct grenzend aan de bebouwde kom kan de boa of faunabeheerder zich daarbij laten bijstaan door een of meerdere jachtaktehouder (s) die onder zijn directe supervisie staan; b. Uit oogpunt van verkeersveiligheid met gebruik van kunstlicht of restlichtversterker binnen 200 meter van wegen; c. Daartoe strekkend afschot vindt echter uitsluitend plaats indien de veiligheid kan worden gegarandeerd. 3. Voor verjaging is ook het gebruik van een vuurwerkpistool toegestaan. 4. Het gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen een straal van 250 meter gemeten vanuit het hart van een ecoduct. Indien de Faunabeheereenheid dit nodig acht kan daar met kennisgeving vooraf en onder nadere motivatie van worden afgeweken voor zover dit het functioneren niet wezenlijk aantast. 5. Lokvoerverstrekking is toegestaan; a. periode : - 3 weken voor aanvang van de door of namens ontheffinghouder gecoördineerde inventarisatie tot en met de laatste dag van deze telling. - 3 weken voor aanvang van het afschotseizoen tot en met de laatste dag, waarop afschot is toegestaan. b. Hoeveelheden: Soort lokvoer Hoeveelheden in kg per 100ha per jaar voor edelhert en wild zwijn gezamenlijk Mais of graan of eikels, beukenoten 175 en kastanjes Aardappels, bieten of fruit 1000 Bietenpulp 175 rundveebrok 175 - De gebruikte hoeveelheden worden per jachtveld bijgehouden en jaarlijks op wbe niveau gerapporteerd. - De verdeling van het lokvoer binnen het werkgebied van de WBE moet zodanig zijn dat de maximale lokvoerverstrekking op WBE-niveau kan worden gegarandeerd. - Lokvoerverstrekking is alleen toegestaan binnen de maximum hoeveelheid en lokvoersoort die geldt voor edelhert en wild zwijn gezamenlijk. - In schade-,overlast-en in nulstandgebieden is het gebruik van lokvoer voor afschot jaarrond toegestaan, mits het geen stimulerende werking heeft om juist de schadegevoelige gedeelten te bezoeken. Dit ter beoordeling van de lokale WBE en met vermelding op de machtiging of het gebruik wel of niet is toegestaan. c. Dierlijke eiwitten verkregen op vrijstelling, jacht, ontheffing, aanwijzing van binnen het jachtveld zijn toegestaan.
5
K
GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE 1. In geheel Gelderland mogen buiten het leefgebied, zoals weergegeven op de kaartbijlage van het faunabeheerplan, zwijnen worden geschoten in het kader van het 0-standsbeleid. 2. De ontheffing kan niet uitgevoerd worden binnen rasters zonder dat er voldoende aantoonbare uitwisseling met het leefgebied plaats vindt. Voor zwijnen dient een obstakelvrije doorgang aangehouden te worden van ten minste 15 meter breed.
L
MELDINGSPLICHT Van elk gebruik van de ontheffing met meevoeren van een geweer in de periode van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst dient vooraf mededeling gedaan te worden bij de betreffende regionale meldkamer van de politie, waarin het grootste deel van het jachtveld is gelegen, op de door de politie aangegeven wijze.
6
SOORTSPECIFIEK EDELHERT H
PERIODE 1. Afschot van edelherten ten behoeve van populatiebeheer is toegestaan: a. in de (reguliere) periode van 1 augustus tot en met 15 februari; b. in de periode 16 februari tot en met 15 maart in die leefgebieden waar dit noodzakelijk is, of waar medio januari naar het oordeel van de FBE het afschot nog niet voldoende is gerealiseerd, of waar schading aan andere belangen (verkeersveiligheid en schade aan de soort zelf) aanleiding zijn de stand verder te verminderen; c. in gebieden buiten het centrale veluwse natuurgebied met jaarrond verblijvende edelherten is afschot ook toegestaan buiten de reguliere periode met dien verstande dat het te realiseren afschot uiterlijk 31 mei zal zijn gerealiseerd. 2. In afwijking van lid 1 is afschot jaarrond mogelijk: a. gericht op zieke en/of verminkte dieren; b. ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen en bosbouw; c. ten behoeve van de openbare- en verkeersveiligheid. 3. Verstoren is 24 uur per dag jaarrond mogelijk uit oogpunt van schade.
I
DOELSTANDEN 1. Bij het afschot van edelherten binnen de leefgebieden mogen niet meer herten geschoten worden dan blijkens periodiek te houden bestandsinventarisaties noodzakelijk is om de gewenste standen te bereiken. Het gaat daarbij om de volgende doelstanden: Leefgebied Noord West Veluwe Noord Oost Veluwe Noord Veluwe Midden Veluwe Zuid West Veluwe Zuid Oost Veluwe
Hoge Veluwe Landgoed DW* Zuid Veluwe
Veluwe
Veluwe 260 300 incl. AVZ 560 300 incl. AVZ 205 600 incl. AVZ 200 70 1375 incl. AVZ 1935 incl. AVZ
Doelstand Poort Totaal 26 286 20 320 incl. AVZ 46 606 0 300 incl. AVZ 32 237 16 616 incl. AVZ 0 0 48
200 70 1423 incl. AVZ 2029 incl. AVZ
94
Afschotvrij zone (AVZ) Nee Ja, 400 ha, vanaf 2014
Ja, 1600 ha, vanaf 2011
DW* NM 1100 ha vanaf 2001 DW* Veluwezoom circa 2000 ha vanaf 2014 Integratie leefgebied
*DW = Deelerwoud J
MIDDELEN EN GEBRUIK 1. In afwijking van hetgeen hieromtrent is vastgesteld in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, is het gebruik van het geweer al dan niet voorzien van een geluiddemper ook toegestaan: a. van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang;
7
2.
3. 4.
5.
b. van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst voor alle toegestane vormen van schadebestrijding en met restlichtversterker en kunstlicht op basis van een vooraf toegezonden plan van aanpak; Het gebruik van het geweer is ook toegestaan: a. uit oogpunt van schadebestrijding op landbouwgronden; b. uit oogpunt van verkeersveiligheid met gebruik van kunstlicht of restlichtversterker en op basis van een vooraf toegezonden Plan van aanpak en wel naar onderscheid in aanpak van provinciale wegen (bermen) en gemeentelijke wegen (onmiddelijke nabijheid van de weg binnen het aanliggende jachtveld). Voor verjaging is ook het gebruik van een vuurwerkpistool toegestaan Het gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen een straal van 250 meter gemeten vanuit het hart van een ecoduct. Indien de Faunabeheereenheid dit nodig acht kan daar met kennisgeving vooraf en onder nadere motivatie vanaf geweken worden voor zover dit het functioneren niet wezenlijk aantast. Lokvoerverstrekking is toegestaan; a. periode : - 3 weken voor aanvang van de door of namens ontheffinghouder gecoördineerde inventarisatie tot en met de laatste dag van deze telling. - 3 weken voor aanvang van het afschotseizoen tot en met de laatste dag, waarop afschot is toegestaan. b. Hoeveelheden: Soort lokvoer Hoeveelheden in kg per 100ha per jaar voor edelhert en wild zwijn gezamenlijk Mais of graan of eikels, beukenoten 175 en kastanjes Aardappels, bieten of fruit 1000 Bietenpulp 175 rundveebrok 175 -
De verdeling van het lokvoer binnen het werkgebied van de WBE moet zodanig zijn dat de maximale lokvoerverstrekking op WBE niveau kan worden gegarandeerd. - De gebruikte hoeveelheden worden per jachtveld bijgehouden en jaarlijks op wbe niveau gerapporteerd. - Lokvoerverstrekking is alleen toegestaan binnen de maximum hoeveelheid en lokvoersoort die geldt voor edelhert en wild zwijn gezamenlijk.
K
GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE 1. In geheel Gelderland mogen buiten het leefgebied, zoals weergegeven op de kaartbijlage van het faunabeheerplan, edelherten worden geschoten voor zover het herten betreft die duidelijk afkomstig zijn uit een houderij en niet op andere wijze (vangen cq verdoven) meer zijn te bemachtigen. 2. De ontheffing kan niet uitgevoerd worden binnen rasters zonder dat er voldoende aantoonbare uitwisseling met het leefgebied plaats vindt. Voor herten dient een obstakelvrije doorgang aangehouden te worden van ten minste 40 meter breed.
8
L
MELDINGSPLICHT Van elk gebruik van de ontheffing met meevoeren van een geweer in de periode van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst dient vooraf mededeling gedaan te worden bij de betreffende regionale meldkamer van de politie, waarin het grootste deel van het jachtveld is gelegen, op de door de politie aangegeven wijze.
9
SOORTSPECIFIEK DAMHERT H
PERIODE 1. Afschot van damherten ten behoeve van populatiebeheer is toegestaan: a. in de (reguliere) periode van 1 augustus tot en met 15 februari b. in de periode 16 februari tot en met 15 maart in die leefgebieden waar dit volgens de FBE noodzakelijk is, of waar medio januari het afschot nog niet voldoende is gerealiseerd, of waar schading aan andere belangen (verkeersveiligheid en schade aan de soort zelf) aanleiding zijn de stand verder te verminderen. 2. In afwijking van lid 1 is afschot jaarrond mogelijk: a. gericht op zieke en/of verminkte dieren; b. ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen en bosbouw; c. ten behoeve van de de openbare- en verkeersveiligheid; d. ten behoeve van handhaving van de nulstand buiten het leefgebied, de poorten daarbij inbegrepen. 3. Verstoren is 24 uur per dag jaarrond mogelijk uit oogpunt van schade aan landbouwgewassen.
I
DOELSTANDEN Bij het afschot van damherten binnnen de leefgebieden (inclusief de poortgebieden) mogen niet meer damherten geschoten worden dan blijkens periodiek te houden bestandsinventarisaties noodzakelijk is om de gewenste standen te bereiken, die zijn voorgelegd bij de aanvraag van 6 maart 2014. Het gaat daarbij om de volgende doelstanden. Leefgebied Noord Veluwe Midden Veluwe Zuid Oost Veluwe Landgoed DW* Totaal *DW = Deelerwoud
J
Doelstand Veluwe 100 60 300 incl. AVZ 15 475 incl. AVZ
Afschotvrij zone (AVZ) Nee Onderdeel populatie op Zuid Veluwe, wel AVZ aanwezig nog geen benutting door damherten DW* Natuurmonumenten 1100 ha vanaf 2001 DW* Veluwezoom circa 2000 ha vanaf 2014 Integratie leefgebied
MIDDELEN EN GEBRUIK 1. In afwijking van hetgeen hieromtrent is vastgesteld in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, is het gebruik van het geweer al dan niet voorzien van een geluiddemper ook toegestaan: a. van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang; b. van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst voor alle toegestane vormen van schadebestrijding en met restlichtversterker en kunstlicht. 2. Het gebruik van het geweer is ook toegestaan: a. uit oogpunt van schadebestrijding op landbouwgronden en op basis van een vooraf toegezonden Plan van aanpak; b. uit oogpunt van verkeersveiligheid met gebruik van kunstlicht of restlichtversterker en op basis van een vooraf toegezonden Plan van aanpak en wel naar onderscheid in aanpak van provinciale wegen (bermen) en gemeentelijke wegen (onmiddelijke nabijheid van de weg binnen het aanliggende jachtveld). 10
3. Voor verjaging is ook het gebruik van een vuurwerkpistool toegestaan. 4. Het gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen een straal van 250 meter gemeten vanuit het hart van een ecoduct. Indien de Faunabeheereenheid dit nodig acht kan daar met kennisgeving vooraf en onder nadere motivatie vanaf geweken worden voor zover dit het functioneren niet wezenlijk aantast. 5. Lokvoerverstrekking is alleen toegestaan binnen de maximum hoeveelheid en lokvoersoort die geldt voor edelhert en wild zwijn gezamenlijk. K
GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE 1. In geheel Gelderland mogen buiten het leefgebied, zoals weergegeven op de kaartbijlage van het faunabeheerplan damherten worden geschoten: a. in het kader van het 0-standsbeleid. b. voor zover het herten betreft die duidelijk afkomstig zijn uit een houderij en niet op andere wijze (vangen cq verdoven) meer zijn te bemachtigen. 2. De ontheffing kan niet uitgevoerd worden binnen hertenhouderijen of hertenparkjes, danwel binnen rasters zonder dat er voldoende aantoonbare uitwisseling met het leefgebied plaats vindt. Voor herten dient een obstakelvrije doorgang aangehouden te worden van ten minste 40 m breed.
L
MELDINGSPLICHT 1. Van elk gebruik van de ontheffing met meevoeren van een geweer in de periode van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst dient vooraf mededeling gedaan te worden bij de betreffende regionale meldkamer van de politie, waarin het grootste deel van het jachtveld is gelegen, op de door de politie aangegeven wijze.
11
SOORTSPECIFIEK REE H
PERIODE 1. Afschot van reeën ten behoeve van populatiebeheer is toegestaan in de (reguliere) periode : - voor bokken van 1 april tot en met 30 september ; - voor geiten en kalveren van 1 september tot en met 31 maart. 2. In afwijking van lid 1 is afschot jaarrond mogelijk: a. gericht op zieke en/of verminkte dieren; b. ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen; c. ten behoeve van de de openbare- en verkeersveiligheid. 3. Verstoren is 24 uur per dag jaarrond mogelijk uit oogpunt van schade.
I
DOELSTANDEN 1. Bij het afschot van reeën binnen de leefgebieden mogen niet meer reeën geschoten worden dan blijkens periodiek te houden bestandsinventarisaties noodzakelijk is om de minimale gewenste standen te bereiken, die zijn voorgelegd bij de aanvraag van 6 maart 2014. Het gaat daarbij om de volgende doelstanden: a. NR
Regio Veluwe WBE
Min
435 Veluwe Noord West
600
351 De Vale Ouwe
200
428 Noord Oost Veluwe
500
426 Midden Veluwe
250
360 Zuid West Veluwe
350
430 Zuid Oost Veluwe
500
452 De Hoge Veluwe
150
400 Noord West Veluwerand
50
410 Oldebroek/Oosterwolde
15
57 De IJssellanden
20
223 IJsselvallei
350
293 Stroomgebied Voorsterbeek
150
230 Brummen
200
78 Zuid Veluwe West 77 Lunteren 156 Nijkerk 397 De Schaffelaar 44 De Vallei Veluwe
250 70 650 80 30 4415
12
b. NR
Regio Achterhoek WBE
Min
346 Gorssel
250
189 IJssel Oost incl. Steenderen
600
199 Lochem
550
174 Ruurlo
200
347 De Berkelstreek
350
375 t Achterveld
50
115 Rekken
200
378 Winterswijk
500
118 Oost Gelre
150
83 Aalten
350
5 Wisch
150
12 Zelhem/Doetinchem
300
316 Hengelo
250
362 Hummelo / Keppel
150
403 De Liemers
25
120 Rijnwaarden
150
4 Bevermeer
100
94 Genderingen / Bergh ACHTERHOEK
250 4575
c. Rivierenland NR
WBE
438 Land van Gelre 308 Circul van de Ooy en Millingen 52 Over Betuwe Oost
Min 200 80 50
280 Midden Betuwe
25
271 Neder Betuwe
10
87 Groot Buren
200
258 Vijfheerenlanden
75
166 Tielerwaard West
120
180 De Bommelerwaard
50
292 Tielerwaard Oost
30
68 Maas en Waal West 447 Wychen en Waal
60 140
RIVIERENLAND
1040
GELDERLAND
10030
13
J
MIDDELEN EN GEBRUIK 1. In afwijking van hetgeen hieromtrent is vastgesteld in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, is het gebruik van het geweer al dan niet voorzien van een geluiddemper ook toegestaan: a. van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang; b. van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst voor alle toegestane vormen van schadebestrijding met kunstlicht (waaronder ook de restlichtversterker). c. het gebruik van de in lid b genoemde middelen is alleen toegestaan op basis van een vooraf toegezonden Plan van aanpak op WBE-niveau nader uitgewerkt en voor wegen begrensd binnen max 200 meter van de weg en in overleg met de wegbeheerders toegestaan. 2. Voor verjaging is ook het gebruik van een vuurwerkpistool toegestaan. 3. Het gebruik van het geweer is niet toegestaan binnen een straal van 250 meter gemeten vanuit het hart van een ecoduct. Indien de Faunabeheereenheid dit nodig acht kan daar met kennisgeving vooraf en onder nadere motivatie vanaf geweken worden voor zover dit het functioneren niet wezenlijk aantast. 4. Lokvoerverstrekking is niet toegestaan.
K
GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE 1. De ontheffing kan niet uitgevoerd worden binnen rasters zonder voldoende aantoonbare uitwisseling met het leefgebied. 2. De ontheffing mag gebruikt worden binnen de afpalingskring van een geregistreerde eendenkooi mits en zover daar door de kooiker schriftelijk toestemming voor is verleend.
L
MELDINGSPLICHT Van elk gebruik van de ontheffing met meevoeren van een geweer in de periode van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopkomst dient vooraf mededeling gedaan te worden bij de betreffende regionale meldkamer van de politie, waarin het grootste deel van het jachtveld is gelegen, op de door de politie aangegeven wijze.
14
ANNEX bij voorschriften ontheffing d.d. 9 september 2014 inzake nr. 2014-003717
Betreft: lijst met definities van begrippen Aanvraag De aanvraag op grond waarvan de ontheffing is verleend, met inbegrip van aanvragen tot aanpassing van de ontheffing die door Gedeputeerde Staten zijn ingewilligd. Actuele voorjaarsstand Het aantal dieren, dat na afloop van de afschotperiode volgens de tellingen feitelijk aanwezig is in het gebied waarop de ontheffing betrekking heeft. Actuele zomerstand Het aantal dieren inclusief de actuele aanwas in het gebied waarop de ontheffing betrekking heeft. Afschotperiode Periode waarbinnen afschot waarvoor de ontheffing is verleend, mag worden uitgevoerd. Bosbouw het beheer van bos als natuurlijke hulpbron, inclusief bosteelt ten behoeve van de houtproductie . Digitaal voorhanden hebben van informatie Van het digitaal voorhanden hebben van de in deze voorschriften vereiste informatie is sprake als deze op verzoek van een daartoe gerechtigde terplaatse (in het veld of in het voertuig) kan worden getoond in een leesbaar formaat. Faunabeheereenheid overeenkomstig artikel 29 erkend samenwerkingsverband van jachthouders. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten van Gelderland. Gemachtigde Een persoon die door of namens de Faunabeheereenheid met een machtiging de bevoegdheid is gegeven om namens de Faunabeheereenheid gebruik te maken van de ontheffing. Gewenste stand De gewenste aantallen dieren afgestemd op de in de flora- en faunawet aangegeven belangen: zoals: belangrijke schade aan gewassen, bossen, schade aan flora en fauna, openbare veiligheid (waaronder ook begrepen verkeersveiligheid), onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren en het reguleren van de populatieomvang van edelhert, damhert, ree of wild zwijn. Grofwild De benaming voor de grote hoefdieren, zoals die in de ons omringende landen gebruikelijk is en voorheen in Nederland onder de (niet meer vigerende) jachtwet. Hieronder vallen: edelhert, damhert, wild zwijn, ree en moeflon (exoot). Grondgebruiker Degene die gerechtigd is de grond te gebruiken, hetzij als eigenaar, hetzij krachtens een beperkt recht, hetzij krachtens een pachtovereenkomst.
15
Grondgebruikersverklaring De schriftelijke toestemming voor anderen dan de grondgebruiker voor het uitvoeren van schadebestrijding en beheer en voor zover toegestaan op grond van vrijstelling, ontheffing of aanwijzing. Jachtaktehouder Degene, die in bezit is van een geldige jachtakte. Landbouwgewassen Gewassen die bedrijfsmatig geteeld worden in het kader van akkerbouw, weidebouw, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande. Leeftijdsklassen grote hoefdieren De grote hoefdieren zijn in te delen in 3 leeftijdsklassen: soort Hert Zwijn Ree
< 1 jaar kalf big kalf
1 jaar en m/vr Spitser/smaldier Overloper (zeug of keiler) n.v.t.
> 1 jaar en m/vr Hert / Hinde Keiler / Zeug Bok / Geit
Machtiging Een door of namens de Faunabeheereenheid ondertekend document waarbij een persoon wordt gemachtigd om gebruik te maken van de ontheffing. Ontheffing De ontheffing die is verleend met de beschikking waarbij de voorschriften zijn vastgesteld, met inbegrip van aanpassingen van de ontheffingen die bij latere beschikking zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Ontheffinghouder De Faunabeheereenheid Gelderland. Plan van aanpak Op voorhand kunnen maatregelen voor schadebestrijding met inzet van bijzondere middelen en tijden bij onacceptabele schade worden verleend, mits vooraf per probleemlocatie uitgewerkt in een plan van aanpak en voor een beperkte tijd. Schriftelijk Geschreven tekst in e-mailbericht, faxbericht of brief. Tellingen Tellingen van exemplaren overeenkomstig de daartoe strekkende voorschriften bij de ontheffing. Toezichthouder Een persoon die in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift belast is met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Flora- en faunawet. Verkeersveiligheid Onder het begrip 'openbare veiligheid' als bedoeld in artikel 68, eerste lid, aanhef en onder a, van de Ffw kan mede de verkeersveiligheid worden verstaan. Op openbare wegen vinden botsingen tussen herten, reeën, zwijnen en auto's plaats, met aanzienlijke schade tot gevolg
16
Werkplan Een schriftelijk plan waarmee de Faunabeheereenheid Gedeputeerde Staten van Gelderland informeert over gebruik en uitvoering van de ontheffing. Wildbeheereenheid Een rechtspersoonlijkheid bezittend samenwerkingsverband van jacht(akte)houders en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat jacht, beheer en schadebestrijding, al dan niet ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid opgestelde faunabeheerplan, wordt uitgevoerd mede in samenwerking met en mede ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders; Ter uitvoering van de landelijke vrijstelling worden de begrenzing van de werkgebieden door de provincie op haar site kenbaar gemaakt.
17