Detailhandel ING Economisch Bureau
Voorlopig hard dalende omzetten in non-food en foodspeciaalzaken De Nederlandse detailhandel gaat door een moeilijke tijd. In het eerste kwartaal werd 3,8% minder omgezet. Voor het gehele jaar verwacht ING Economisch Bureau een omzetdaling van 2,7%. De consument blijft extreem terughoudend door het verslechterende economisch klimaat, waarin vermogens afkalven en de werkloosheid snel oploopt. Enig omzetherstel volgt waarschijnlijk pas over een jaar. Consumptie vanuit verschillende hoeken onder druk De Nederlandse economie krimpt in 2009 naar verwachting met 4,6%. De detailhandel wordt vooral geraakt via de dalende consumptie. Een drietal factoren houdt de consument voorlopig in de greep. 1. Snel stijgende werkloosheid creëert grote onzekerheid Een belangrijke rol is er voor de kentering die plaatsvindt op de arbeidsmarkt waar enerzijds de werkgelegenheid daalt en de werkloosheid snel oploopt. Naar verwachting zal
Figuur 1 Ontwikkeling werkloosheid en detailhandelsomzet, 2002-2010 3,0
6 5
4,0
4 3
5,0
2 6,0
1 0
7,0
-1 -2
8,0
-3 9,0
-4 2002
2003
2004
2005
2006
2007
_ Omzet detailhandel (l-as, % j-o-j) _ Werkloosheid (r-as, %) Bron: CBS, * raming ING Economisch Bureau
2008 2009* 2010*
de werkloosheid fors oplopen naar gemiddeld 9% in 2010. Deze enorme groei van het aantal werklozen heeft een sterk negatief effect op de winkelverkopen. Wel is het zo dat het dieptepunt van de detailhandelsomzet duidelijk eerder bereikt wordt dan de piek van de werkloosheid (zie figuur 1). Dit is te verklaren door de onzekerheid die heerst bij consumenten in een periode van stijgende werkloosheid. Ook een groot deel van de mensen die uiteindelijk hun baan niet blijkt te verliezen, zal eerst even gas minderen of zelfs op de rem staan als het gaat om de niet-noodzakelijke uitgaven. 2. Dalende vermogens weerhouden consument van grote uitgaven Een tweede drukkende kracht op de consumentenuitgaven komt voort uit de afnemende vermogens bij de Nederlandse huishoudens. Het gaat hier specifiek om woning- en aandelenbezit: ruim de helft van de huishoudens heeft een koopwoning en circa 20% van de huishoudens is actief op de beurs. Huizenprijzen zitten sinds augustus 2008 in een neerwaartse ontwikkeling, terwijl de aandelenkoersen sinds juni vorig jaar zijn gehalveerd. Met name de ontwikkeling van de aandelenwaarde beïnvloedt de detailhandelsomzet, in het bijzonder die van nonfoodwinkels. Figuur 2 toont de verandering van de AEX en het omzetvolume van de nonfood-branche. De AEX is in de grafiek een half jaar naar voren geschoven, wat aangeeft dat een daling van de beurskoersen met vertraging het omzetvolume van non-foodwinkels drukt. De recente opleving van de AEX zou als één van de weinige lichtpuntjes in de vooruitzichten gezien kunnen worden. 3. Inkomensvooruitzichten niet rooskleurig De derde belangrijke factor is het inkomen. Het mag duidelijk zijn dat het bevriezen van pensioenen en/of verhogen van de pensioenpremies geen stimulans voor de bestedingen zal zijn. Voor werkenden biedt 2009 nog wel positief nieuws met een gemiddelde loonsverhoging van 3,1% bij een inflatie van 1,2%. In 2010 is de verwachte loonstijging echter nog 1,4%.
Figuur 2 Ontwikkeling AEX en omzetvolume nonfoodwinkels, 2001-2009
Figuur 3 Ontwikkeling spaartegoeden en consumentenvertrouwen, 2003-2009 10
40 30
5
20 10
0
0 -10
-5
-20 -30
-10
-40 -50 -60 2001 kw1
-15 2002 kw1
2003 kw1
2004 kw1
2005 kw1
2006 kw1
2007 kw1
2008 kw1
2009 kw1
16%
-50
14%
-40
12%
-30
10%
-20
8%
-10
6%
0
4%
10
2%
20
0% 2003
30 2004
2005
2006
2007
2008
2009
_ Spaartegoeden (l-as, % j-o-j, 3 mnd gemiddelde) _ Consumentenvertrouwen (r-as, omgekeerd, 3 mnd gemiddelde)
_ AEX (l-as, % j-o-j, 2kw voorlopend) _ Omzetvolume non-foodwinkels (r-as, % j-o-j)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS, EcoWin, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 4 Omzetontwikkeling supermarkten, foodspeciaalzaken en nonfoodwinkels, 2e kwartaal 2008-1e kwartaal 2009, % j-o-j
Een bijkomend gevolg van de negatieve ontwikkeling van de drie beschreven factoren is het psychologische effect op de consument. De grote onzekerheden en negatieve vooruitzichten leiden ertoe dat de consument de hand extra sterk op de knip houdt. ‘Meevallers’, denk aan de koopkrachtgroei in 2009, gaan naar de spaarrekening in plaats van de winkel. Het verloop van het consumentenvertrouwen en de spaartegoeden kent dan ook een grote overeenkomst (zie figuur 3).
Detailhandel: gevolgen crisis breed merkbaar sinds 1e kwartaal 2009 Dat de macro-economische tegenspoed zijn weerslag heeft op de detailhandelsomzetten mag duidelijk zijn. In het eerste kwartaal daalde de omzet met 3,8%1, waarbij de prijzen gemiddeld nog 2,1% hoger waren dan een jaar eerder. Voor heel 2009 verwacht ING Economisch Bureau momenteel een omzetdaling van 2,7%. Het sentiment bij de consument is hierin bepalend. Hoewel in 2010 het vertrouwen bij de consument wellicht beter zal zijn dan nu zal de ‘werkelijke’ situatie, denk aan werkloosheid en inkomensontwikkeling, er beduidend slechter voor staan dan in 2009. Mede daardoor zijn ook de vooruitzichten voor 2010 voor de Nederlandse detailhandel nog allerminst gunstig.
1
Exclusief apotheken en tankstations
Detailhandel Juni 2009 2
8
8 6,9
6,6
6 4 2
1,5 0,8
0
0,7 -0,1
-2 -4
-2,4 -3,5
-3
-6 -7,6 -6,7
-8 KW2 2008
KW3 2008
KW4 2008
KW1 2009
Q Supermarkten Q Foodspeciaalzaken Q Non-food Bron: CBS
Liquiditeit belangrijk aandachtspunt Voorlopig zal één van de belangrijkste aandachtspunten voor de detailhandel de liquiditeit zijn. Door de soms sterke vraaguitval met bijkomende voorraadproblemen komt deze onder druk te staan, terwijl liquiditeit broodnodig is om
de inkoop te financieren. Wanneer deze financiering niet lukt vanuit de liquiditeit, dan zal dit moeten gebeuren met vreemd vermogen. Hierdoor zal de solvabiliteit en schuldpositie echter verslechteren. Gemiddeld is de solvabiliteitspositie in de sector met 37% in 2008 nog relatief goed te noemen, maar dat kan snel veranderen. Bedrijven die 2008 hebben afgesloten met een sterke vermogenspositie hebben daarom de beste kansen om 2009 en 2010 goed door te komen. Beperkte kostenflexibiliteit bemoeilijkt op peil houden winstgevendheid Detailhandelsbedrijven kampen gemiddeld al jaren met teruglopende winstmarges als gevolg van een grote concurrentiedruk in bijna alle detailhandelsbranches. De omzetdaling in de komende periode zal deze rentabiliteit 2 verder onder druk zetten. In economisch goede jaren, zoals 2006 en 2007, lag de rentabiliteit gemiddeld iets boven de 5%, terwijl deze in de mindere periode 2003-2005 2,5 tot 3,5% bedroeg3 . Nu de omzetten duidelijk harder dalen dan destijds zal dit verscheidene bedrijven in moeilijkheden brengen. Een bijkomend probleem in de sector is de gemiddeld vrij beperkte kostenflexibiliteit. Naast de inkoopkosten wordt het gros van de kosten in de detailhandel bepaald door salarissen en huisvestingskosten (tabel 1). Dit zijn componenten waarin niet snel gesneden kan worden.
Tabel 1 Belangrijkste kostenposten food- en non-food, als % van de omzet
Food
Non-food
Inkoop 73% Personeel 12% Huisvesting 3% Marketing 2% Overig 6%
Inkoop 61% Personeel 15% Huisvesting 6% Marketing 3% Overig 8%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Consumenten- en producentenprijzen voedingsmiddelen, 1999-2010 10
15
8
12
6
9
4
6
2
3
0
0
-2
-3 -6
-4 Supermarktoorlog
-6
-9
-8 99
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
-12 10
_ Voedselprijzen - consumenten (l-as, % j-o-j) _ Voedselprijzen - producenten (r-as, % j-o-j, 3kw voorlopend) Bron: EcoWin
wordt respectievelijk 1,8% en -5,9% verwacht. De supermarkten realiseren daarmee een omzet van ruim € 31 miljard in 2009, de foodspeciaalzaken gezamenlijk circa € 4,5 miljard.
Non-food: omzet duikt onder niveau 2001 In economisch mindere tijden is de non-food branche één van de voornaamste slachtoffers. In het eerste kwartaal kwam dit al naar voren met een omzetkrimp van 6,7%. Met een verwachte daling dit jaar van 5,0% en nog een behoorlijke krimp in 2010 duikt de omzet onder het niveau van 2001 (zie figuur 6). De winkelvloeroppervlaktes zijn daarentegen sinds het begin van de eeuw continu gegroeid, ook ten tijde van de laagconjunctuur 2003-2004. Het is onvermijdelijk dat een aantal winkels de komende twee jaar de deuren moet sluiten en het totale winkelvloeroppervlakte afneemt.
Food: prijs helpt omzet voorlopig nog Supermarkten en foodspeciaalzaken Supermarkten en foodspeciaalzaken zien hun omzet nog altijd sterk positief beïnvloed door de stijgende consumentenprijzen van voedingsmiddelen. In het eerste kwartaal waren de prijzen gemiddeld 5,3% hoger. Gezien de daling die bij de producentenprijzen is ingezet, mag een lager groeicijfer voor de rest van het jaar verwacht worden (zie figuur 5). Qua omzetontwikkeling blijft het verschil tussen supermarkten en foodspeciaalzaken enorm: voor 2009
2
Bedrijfsresultaat / omzet
3
Bron: CBS
Detailhandel Juni 2009 3
Kleding en schoenen Sinds het tweede kwartaal van 2008 dalen de omzetten in de kledingbranche. Deze lijn zet zich in 2009 duidelijk voort, waarbij alle modesegmenten (heren, dames, kinder, jeans, bodyfashion) geraakt worden. De daling is vooral toe te schrijven aan het feit dat de consument minder items per winkelbezoek aanschaft. De omzetraming blijft ongewijzigd op -3% voor 2009. De omzet van de kledingspeciaalzaken komt daarmee in 2009 uit op € 7 miljard. Van omzetgroei in de schoenenbranche is al sinds 2007 geen sprake. Voor 2009 wordt een krimp voorzien van 3%, waarmee de omzet van de schoenspeciaalzaken op € 1,7 miljard komt.
Figuur 6 Omzet Nederlandse non-food detailhandel, 2000-2010, miljarden euro’s 50 48
47,9 46,2
46 45,0
44 42
45,9
48,2
Elektronica / bruin- en witgoed Dat vooral de elektronicabranche in de hoek zit waar de klappen vallen, bleek al uit de forse verliezen die de grote fabrikanten in de sector onlangs rapporteerden. Ook de Nederlandse winkels worden geconfronteerd met een forse vraaguitval. Voor heel 2009 wordt vooralsnog een krimp van 7,0% verwacht, waarbij de traditioneel stabielere witgoedmarkt beperkter zal krimpen. Via prijsacties wordt getracht de consument te verleiden tot aankopen, maar gezien de kleinere marges zijn groeiende aantallen nodig om het bedrijfsresultaat hierbij op peil te houden. In de huidige markt zullen de aantallen, ook met prijsacties, echter fors krimpen. Daarom is vooral in deze branche de kans groot dat het aantal formules over twee of drie jaar zal zijn afgenomen.
45,7
44,4
42,6
43,1
43,8
43,1
die in plaats van verhuizen hun huidige woning zelf onderhanden nemen, zal ijdel blijken. In het eerste kwartaal werd dit al duidelijk met een verrassend grote omzetkrimp bij de bouwmarkten van 7,7%.
40 38 36 34 32 30 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009* 2010* Bron: CBS, HBD, bewerking en * raming ING Economisch Bureau
Woninginrichting en bouwmarkten Naast de hiervoor beschreven economische ontwikkeling worden de omzetten in de woninginrichting en bouwmarkten extra geraakt door een daling van de woningtransacties met bijna 35% in het eerste kwartaal van 2009. De verhuizende consument is een belangrijke klantengroep voor deze branches. Momenteel wordt voor de woninginrichting rekening gehouden met een omzetdaling dit jaar van 6,5% en voor bouwmarkten van 5,5%. Hoop vestigen op mensen
Drogisterijen Hoewel de drogisterijbranche relatief ongevoelig is voor de conjunctuur zijn er productcategorieën zoals de duurdere parfums die in 2009 voor omzetdruk zorgen. Naar verwachting daalt de omzet dit jaar met 2,0% naar € 2,8 miljard. Structureel biedt de markt van gezondheidsproducten veel groeipotentieel; op de korte termijn is bijvoorbeeld mannencosmetica een groeisegment. Een belangrijk kenmerk van de Nederlandse drogisterijmarkt is dat deze sterk geconcentreerd is. AS Watson (Kruidvat en Trekpleister), Ahold (Etos) en DA hebben gezamenlijk naar schatting 80% van de markt in handen. Wel zijn er nog kleinere groeiers zoals DIO.
Tabel 2 Overzicht omzetontwikkeling 2008 en verwachte omzetontwikkeling 2009-2010 Nederlandse detailhandel
Omzet 2009 (mld. €)
2008
2009
2010
Detailhandel totaal*
81,4
2,6%
-2,7%
-2,3%
Food Supermarkten Foodspeciaalzaken Non-food Kleding Schoenen Woninginrichting Bouwmarkten Elektronica / bruin- en witgoed Drogisterijen
35,6 31,1 4,5 45,8 7,0 1,7 7,7 2,7 4,5 2,8
6,0% 7,4% -2,3% 0,6% -0,6% -0,9% 0,0% -1,2% -0,3% 0,6%
0,4% 1,8% -5,9% -5,2% -4,0% -4,0% -6,5% -5,5% -7,0% -2,0%
0,0% 0,8% -3,7% -4,2% -3,0% -4,0% -5,0% -4,5% -7,0% -1,0%
* exclusief auto’s, apotheken, tankstations Bron: CBS, HBD, bewerking en ramingen ING Economisch Bureau
Detailhandel Juni 2009 4
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 22 mei 2009.
Detailhandel Juni 2009 5
Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Dirk Mulder, sectormanager Handel 020 563 91 13 Marcel Peijs, sector principal Retail 06 54 794 234 Jurjen Witteveen, sectoreconoom 020 563 44 39 Dit rapport is uitgegeven ter gelegenheid van het Elsevier Retail Summit 2009