Voorlichting
Handleiding registratiemodules MSRZ 2015 Ingangsdatum 1 juni 2015
Versie 20150601, 1 juni 2015
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
Inhoud
1.
Inleiding
4
2. Toelichting opzet moduleregistratie 2.1 Doel van de moduleregistratie 2.2 Invulling van de moduleregistratie 2.3 Welke zorg maakt deel uit van de modules? 2.4 Soorten modules 2.4.1 Onderscheid naar generieke en diagnosespecifieke modules 2.4.2 Indeling naar fase van de revalidatiebehandeling 2.4.3 Nadere onderverdeling naar behandeldomeinen 2.4.4 Niet in modules beschreven MSR
5 5 5 5 6 6 7 7 7
3. Richtlijnen voor de registratie van de modules 3.1 Bij welk type zorg wordt een module vastgelegd? 3.2 Wanneer wordt welke module vastgelegd? 3.2.1 Algemeen 3.2.2 Welke modules kunnen naast elkaar geregistreerd worden? 3.2.3 Bij welk soort zorg wordt een modulecode vastgelegd? 3.3 Wie mag een module vastleggen? 3.4 Wijze van vastlegging
8 8 8 8 8 9 10 10
4. Wijze van rapportage 4.1 Validering van de aangeleverde modulecodes
11 11
3
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
1. Inleiding
In het kader van de doorontwikkeling van de productstructuur voor de medisch specialistische revalidatiezorg (MSRZ) heeft de sector modules ontwikkeld. In de NZa regelgeving is vastgelegd dat deze modules met ingang van 2015 naast de huidige zorgactiviteiten en DBC-zorgproducten moeten worden geregistreerd en aangeleverd aan het DIS. Per 1 juli 2015 is de moduleregistratie en -aanlevering aan het DIS verplicht voor alle instellingen die MSRZ leveren (zie de Nadere Regel NR/CU-254 ‘Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS)’ te downloaden via de website van de NZa). Voor de verplichte moduleregistratie vanaf 1 juli 2015 zijn de volgende documenten beschikbaar via de website Werken met DBC’s (http://werkenmetdbcs.nza.nl) van de NZa: Document met de ICT-eisen voor de registratiefase ( Modules medisch specialistische revalidatie ICT-eisen registratiefase versie 1.0 d.d. 17 juli 2014). Tabel met de te hanteren modulecodes (20150601 Modules MSR Tabel v20141224). Hiernaast hebben de VRA/RN de volgende inhoudelijke documenten beschikbaar gesteld: Inhoudelijke uitwerking van de modules opgenomen in document Modules Medisch Specialistische Revalidatie (MSR) d.d. 19 december 2014. Toelichting moduleraamwerk. Implementatiehandreiking modulestructuur MSR. Deze documenten zijn te downloaden via Revalidatie Kennisnet. Opgemerkt wordt dat per 24 december 2014 de tabel met de concept modulecodes voor de volwassenenrevalidatie is gepubliceerd. Deze was gebaseerd op het document Modules Medisch Specialistische Revalidatie (MSR) d.d. 19 december 2014. De definitieve tabel met modulecodes (inclusief de modules voor de kinderen) voor de registratiefase is eind mei 2015 uitgeleverd. Dit betekent dat de instellingen op 1 juni 2015 met de registratie van alle modules, waaronder de modules voor de kinderrevalidatie kunnen starten. Deze handleiding bevat de instructie voor de registratie van alle modules binnen de MSRZ. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:
Hoofdstuk 2: Toelichting opzet moduleregistratie Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor de registratie van de modules Hoofdstuk 4: Wijze van rapportagetoelichting opzet moduleregistratie
4
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
2. Toelichting opzet moduleregistratie
2.1 Doel van de moduleregistratie De huidige opzet van de productstructuur voor de MSRZ is gebaseerd op de verschillende diagnosehoofdgroepen en de hierbinnen te onderscheiden kostenklassen die een bepaald aantal behandeluren vertegenwoordigen. De bestaande zorgactiviteiten representeren de bestede tijd en zijn niet gekoppeld aan specifieke behandeldoelen. Hierdoor is niet inzichtelijk welk soort behandeling een patiënt heeft gekregen en kan de relatie tussen enerzijds de gerealiseerde behandeling en anderzijds het behandelplan en de zorgvraag van de patiënt niet gelegd worden. Het eindperspectief voor de doorontwikkeling van de productstructuur gaat uit van bekostiging gebaseerd op specifieke patiëntdoelgroepen en bijbehorende behandelprogramma’s. Hiervoor worden nieuwe kenmerkende zorgactiviteiten geïntroduceerd die zijn gerelateerd aan specifieke behandeldoelen en dienen als bouwstenen voor de behandelprogramma’s. De kenmerkende zorgactiviteiten zijn in de vorm van modules geformuleerd, waarbij een module het geheel van op elkaar afgestemde activiteiten van de verschillende behandeldisciplines en/of de revalidatiearts gericht op een specifiek behandeldoel van de patiënt vertegenwoordigt. Door de koppeling van de modules aan specifieke behandeldoelen wordt de relatie met het behandelplan/ behandelprogramma gelegd, waarmee de zorgactiviteiten (modules) vanuit behandelperspectief medisch herkenbaar worden.
2.2 Invulling van de moduleregistratie Om inzicht te krijgen in het soort modules per patiëntdoelgroep en de inzet per module, is besloten dat per 2015 naast de huidige tijdregistratie ook de betreffende modules vastgelegd worden. In de overgangsfase vindt de afleiding van de DBC-zorgproducten, net als in voorgaande jaren, plaats op basis van de aan de grouper aangeleverde zorgactiviteiten (huidige tijdregistratie). De geregistreerde modulecodes worden gedurende de registratiefase echter niet aangeleverd aan de grouper, maar wel in combinatie met de huidige zorgactiviteiten aan het DIS. Op basis van deze aangeleverde gegevens aan het DIS wordt een nieuwe productstructuur ontwikkeld. De vastlegging van de modulecode vindt plaats op het niveau van de zorgactiviteit. Hierbij wordt in de registratiefase de modulecode als aanvullende informatie gekoppeld aan de vast te leggen zorgactiviteit (bestede tijd van de betreffende behandeldiscipline).
2.3 Welke zorg maakt deel uit van de modules? De vastgestelde set van modules voor de MSRZ omvat niet alle revalidatiezorg, maar richt zich op de onderscheidende zorg ten behoeve van de verschillende patiëntdoelgroepen. Dit betekent dat naast de in modules beschreven MSRZ ook niet in modules beschreven MSRZ kan voorkomen. Voor de vastlegging van de niet in modules beschreven MSRZ is een aparte code aangemaakt (196362 GEN niet in modules beschreven MSR).
5
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
Verder wordt alleen de bestede tijd van de tijdschrijvende behandeldisciplines gekoppeld aan een module. Hierbij wordt alleen een modulecode vastgelegd bij de verantwoording van de directe patiëntgebonden tijd; bij de indirect patiëntgebonden tijd en indirecte tijd wordt geen module vastgelegd. Opgemerkt wordt dat de verpleging en verzorging geen tijd verantwoorden onder de modules, met uitzondering van de verpleegkundig specialist en de physician assistent die in het kader van de taakherschikking onder de tijdschrijfcode van de revalidatiearts de bestede tijd mogen verantwoorden en hierbij een modulecode kunnen vastleggen.
2.4 Soorten modules Bij het ontwerp van de modulestructuur is de volgende indeling gehanteerd. 2.4.1 Onderscheid naar generieke en diagnosespecifieke modules Ten aanzien van de modules wordt onderscheid gemaakt naar generieke en diagnosespecifieke modules. De diagnosespecifieke modules zijn diagnosegebonden en mogen alleen bij de betreffende patiëntengroep vastgelegd worden. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de verschillende te onderscheiden patiëntdoelgroepen die zijn gekoppeld aan de ICD-10. Dit betreft de volgende patiëntdoelgroepen voor de volwassenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Niet aangeboren Hersenletsel (NAH) Neuromusculaire Aandoeningen (NMA) Multiple Sclerose (MS) Parkinson en aanverwante bewegingsstoornissen Chronische pijn Complexe hartrevalidatie Oncologische revalidatie Dwarslaesie Beenamputatie en prothesiologie Armamputatie en prothesiologie Traumarevalidatie Diabetesrevalidatie Longrevalidatie
Kinderrevalidatie richt zich op kinderen of jongeren die, als gevolg van een ziekte of aandoening (verworven of aangeboren) en de daaruit voortvloeiende stoornissen in functies en anatomische eigenschappen, problemen hebben op het niveau van activiteiten en participatie. Kenmerkend voor de kinderrevalidatie is de groei en ontwikkeling van het kind, de multimorbiditeit, de nauwe samenhang met ‘het systeem’ waarin het kind opgroeit. Ook is er vaak sprake van langdurige behandeling in een specifieke omgeving. Vooralsnog zijn voor de kinderrevalidatie aparte modules vastgesteld voor de volgende diagnosegroepen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Centraal neurologische aandoeningen (CNA) Developmental Coordination Disorder (DCD) Neuromusculaire Aandoeningen (NMA) Pijn c.q. aspecifieke pijnklacten van het houdings- en bewegingsapparaat en aspecifieke vermoeiheidsklachten Myelodysplasie Beenamputatie Armamputatie
6
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
8. 9.
(multi) Traumarevalidatie Diabetesrevalidatie
De generieke modules zijn diagnose-overstijgend en kunnen in principe voor alle patiëntdoelgroepen ingezet worden. 2.4.2 Indeling naar fase van de revalidatiebehandeling In de revalidatiebehandeling worden drie fasen onderscheiden: 1. diagnostische fase; 2. behandelfase en; 3. controlefase. Voor elk van deze fasen zijn modules geformuleerd. Dit kunnen zowel generieke als diagnosespecifieke modules zijn. Voor de diagnostische fase betreft dit het assessment en eventueel aanvullende specifieke onderzoeken. De behandelfase omvat de verschillende behandelmodules gericht op een specifiek behandeldoel. De controlefase omvat de follow-up na de behandeling en bestaat uit modules voor de screening door middel van revalidatiegeneeskundig onderzoek. 2.4.3 Nadere onderverdeling naar behandeldomeinen De behandelmodules zijn onderverdeeld naar de verschillende behandeldomeinen gerelateerd aan de ICF. Afhankelijk van de voor een diagnosegroep specifieke problematiek en mate van complexiteit zijn per diagnosegroep de relevante domeinen benoemd. 2.4.4 Niet in modules beschreven MSR Om inzicht te krijgen in de volledigheid van de moduleregistratie, zijn twee algemene codes aangemaakt. Dit zijn code 196362 (GEN Niet in modules beschreven MSR) ter verantwoording van de directe patiëntgebonden tijd die niet in modules is beschreven en code 196363 (GEN Overige directe patiëntgebonden tijd niet specifiek toe te rekenen aan één module) ter verantwoording van de directe patiëntgebonden tijd die niet specifiek is te koppelen is aan één bepaalde module (bijvoorbeeld patiëntbespreking in aanwezigheid van patiënt).
7
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
3. Richtlijnen voor de registratie van de modules
3.1 Bij welk type zorg wordt een module vastgelegd? Binnen de DBC-systematiek wordt onderscheid gemaakt naar een initieel subtraject (ZT11), een vervolg subtraject (ZT21) en een intercollegiaal sub/zorgtraject (ZT13). Hiernaast is sprake van overige zorgproducten die apart declarabel zijn, waaronder add-on geneesmiddelen. De MSR-modules worden uitsluitend vastgelegd bij ZT11 en ZT21. Dit betekent dat bij een intercollegiaal consult, een add-on geneesmiddel en andere overige zorgproducten geen modulecode wordt vastgelegd.
3.2 Wanneer wordt welke module vastgelegd? 3.2.1 Algemeen In principe is de module bedoeld ter vastlegging van activiteiten die de behandelaren voor een specifiek behandeldoel uitvoeren. De modulecode wordt vastgelegd bij de bestede directe patiëntgebonden tijd van de behandelaar voor zover dit een tijdschrijvende behandeldiscipline betreft. Bij de indirecte patiëntgebonden tijd en de tijd van niet-tijdschrijvende behandeldisciplines wordt geen modulecode vastgelegd. Daarnaast zijn er specifieke modules ter vastlegging van de verpleegintensiteit. Deze modulecodes kunnen in de registratiefase gekoppeld worden aan de registratie van de verpleegdag. De diagnosespecifieke modules zijn gebonden aan een diagnosegroep en mogen alleen vastgelegd worden bij de betreffende diagnosen. De moduleregistratie is in principe van toepassing op alle nieuwe zorgtrajecten geopend vanaf 1 januari 2015. De moduleregistratie is verplicht voor: alle zorgtrajecten geopend vanaf 1 juli 2015; alle bestaande zorgtrajecten waarbij vanaf 1 juli 2015 vanwege een nieuwe hulpvraag een (nieuw) assessment plaatsvindt dat aanleiding geeft tot (vervolg) behandeling. Er dienen dus in ieder geval modules geregistreerd en gerapporteerd te worden voor alle nieuwe zorgtrajecten vanaf 1 juli 2015. De tweede bepaling is bedoeld om ervoor te zorgen dat ook gegevens kunnen worden verzameld voor langdurige revalidatiebehandelingen (MS, ALS, kinderrevalidatie, etc.). Dit betekent dat data-aanlevering aan het DIS start zodra de hulpvraag wijzigt bij een bestaande patiënt. 3.2.2 Welke modules kunnen naast elkaar geregistreerd worden? De revalidatiebehandeling is onderverdeeld in drie fasen: de diagnostische fase, de behandelfase en de controlefase. Per fase zijn specifieke modules geformuleerd. Ter vastlegging van de diagnostische fase kan maximaal één (1) assessmentmodule geregistreerd worden. De keuze van de modulecode voor het assessment is afhankelijk van de uit te voeren activiteiten.
8
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
Indien relevant kunnen naast de assessmentmodule de benoemde specifieke onderzoeken vastgelegd worden. Bij de inzet van de module ‘Behandelend diagnosticeren’ vindt de diagnostiek tijdens de behandeling plaats. Deze module is inclusief de behandeling en naast deze module kunnen niet gelijktijdig andere behandelmodules vastgelegd worden. In de behandelfase wordt per te onderscheiden behandeldomein één behandelmodule geregistreerd, waarbij de inclusiecriteria bepalend zijn voor de in te zetten module. Binnen een bepaald behandeldomein vindt dus in principe geen stapeling van modules plaats. Afhankelijk van de problematiek van de patiënt kunnen wel modules uit verschillende domeinen gelijktijdig ingezet worden. Bij de vastlegging van de controlefase kan maximaal één (1) controlemodule geregistreerd worden. De keuze van het soort controle is afhankelijk van de uit te voeren activiteiten. De modules per fase kunnen elkaar volgtijdelijk overlappen. 3.2.3 Bij welk soort zorg wordt een modulecode vastgelegd? Tijdens de registratieperiode, die start op 1 januari 2015 en verplicht is vanaf 1 juli 2015, gelden de volgende regels voor de moduleregistratie.
Vastlegging modulecode van toepassing op direct patiëntgebonden tijd. Er worden geen modulecodes vastgelegd bij indirect patiëntgebonden tijd. Directe patiëntgebonden tijd mag vastgelegd worden: o Bij multidisciplinaire patiëntbespreking in kader van behandelplan waarbij patiënt of patiëntsysteem aanwezig is. o (planbare) Directe behandeltijd. o Telefonisch contact met de patiënt, waarbij de patiënt is geïnformeerd dat dit behandeltijd betreft. Per direct patiëntgebonden zorgactiviteit wordt maximaal één modulecode vastgelegd. Multidisciplinaire patiëntbespreking is niet specifiek toe te rekenen aan één bepaalde module en wordt vastgelegd door middel van de algemene code 196363 (GEN Overige directe patiëntgebonden tijd niet specifiek toe te rekenen aan één module). Indien in één behandelsessie door de betreffende behandelaar wordt gewerkt aan meerdere modules, dan wordt op de bestede tijd een verdeelsleutel toegepast. Uitgangspunt is de totaal bestede tijd na afronding, uitgedrukt in aantal zorgactiviteiten. Bij groepsbehandeling gelden de algemene registratieregels voor de vastlegging van de bestede tijd. Vervolgens wordt hieraan een modulecode gekoppeld. Direct patiëntgebonden tijd die niet besteed wordt binnen een specifiek behandelmodule wordt vastgelegd onder de algemene code 196362 (GEN Niet in modules beschreven MSR). Als sprake is van consultaire behandeling die diagnostiek en/of behandeling betreft, dient deze als bestede patiëntgebonden tijd van de arts geregistreerd te worden, waarbij de relevante modulecode wordt vastgelegd. De modules ter vastlegging van de verpleegintensiteit worden in de registratiefase gekoppeld aan de registratie van de verpleegdag.
9
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
Bij de zorgactiviteiten voor een toeslagdag, consult, ICC, dagbehandeling, diagnostische verrichting, hulpmiddelen en geneesmiddelen wordt geen modulecode vastgelegd. De bestede direct patiëntgebonden behandeltijd van de behandelaar hierbij kan wel gekoppeld worden aan een module.
3.3 Wie mag een module vastleggen? Alleen de tijdschrijvende behandeldisciplines mogen modules vastleggen ter verantwoording van de bestede direct patiëntgebonden tijd. De niet-tijdschrijvende behandeldisciplines, waaronder de verpleging en verzorging, kunnen eveneens activiteiten uitvoeren die bijdragen aan een bepaald behandeldoel. Zij mogen echter de bestede tijd niet vastleggen onder de betreffende module.
3.4 Wijze van vastlegging Voor de registratiefase gelden de volgende uitgangspunten:
De vastlegging van de modulecode vindt plaats op het niveau van de zorgactiviteit. In de registratiefase wordt de modulecode gekoppeld aan de bestaande zorgactiviteiten (tijdschrijfregistratie) middels vastlegging in een apart veld bij de zorgactiviteit. Per direct patiëntgebonden zorgactiviteit wordt één modulecode vastgelegd. Bij de indirect patiëntgebonden zorgactiviteiten wordt geen modulecode vastgelegd. De hierbij te gebruiken codering staat in de Modules Medischspecialistische Revalidatie Tabel. De registratie van de modulecode is mogelijk vanaf 1 januari 2015 en verplicht voor alle zorgtrajecten geopend vanaf 1 juli 2015 én voor alle bestaande zorgtrajecten waarbij vanaf 1 juli 2015 vanwege een nieuwe hulpvraag een (nieuw) assessment plaatsvindt dat aanleiding geeft tot (vervolg) behandeling. De betreffende behandelaar is verantwoordelijk voor het vastleggen van de juiste modulecode.
10
Voorlichting Handleiding registratie modules MSRZ 2015
4. Wijze van rapportage
Ten aanzien van de aanlevering van de geregistreerde gegevens gelden de volgende uitgangspunten:
De modulecodes worden aan DIS aangeleverd. Aanlevering vindt plaats via het bestaande veld ‘add-on’ zoals opgenomen in de GA. Dit veld is bedoeld voor extra informatie over de betreffende verrichting. In de GA voor 2015 (GA SZ 7.0) wordt de aanlevering van de modulecode middels het veld Addon voor de MSRZ verplicht gesteld. Deze verplichting geldt voor zowel de revalidatiecentra als de ziekenhuizen die MSRZ leveren. De verplichting gaat gelden voor alle nieuwe subtrajecten per 1 juli 2015 ten aanzien van de directe patiëntgebonden zorgactiviteiten. De te gebruiken modulecodering is opgenomen in de codetabel ‘Modules Medisch-specialistische Revalidatie’. Per zorgactiviteit kan maximaal één modulecode gerapporteerd worden. Voor de indirecte patiëntgebonden zorgactiviteiten wordt geen modulecode vastgelegd en aangeleverd. Bij deze zorgactiviteiten wordt het veld ‘add-on’ dus niet ingevuld.
4.1 Validering van de aangeleverde modulecodes Ter bevordering van de volledigheid en juistheid van de moduleregistratie controleert DIS of het veld is ingevuld en of een bestaande code is gebruikt. Indien dit niet het geval is, krijgt de betreffende instelling hierover een melding.
11