Productencatalogus
PRENATALE VOORLICHTING
cursussen themabijeenkomsten huisbezoeken
Samenstelling en redactie: drs. Aya Crébas In opdracht van ActiZ, organisatie van zorgondernemers Maart 2008
1
Inhoudsopgave
Inleiding 1.
Cursussen met voorlichting en oefeningen
1.1.
Prenatale cursussen
1.2.
Postnatale cursussen
1.3.
Bekende variaties
2.
Themabijeenkomsten en aanstaande oudercursussen
2.1
Themabijeenkomsten
2.2.
Themabijeenkomsten voor specifieke doelgroepen
2.3.
Aanstaande oudercursussen
3.
De begeleiding van risicogroepen
3.1.
Huisbezoeken
3.2.
Cursussen
4.
Zwangerschaps- en kraammarkten
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
2 INLEIDING Deze productencatalogus bevat een overzicht van het gangbare aanbod van cursussen, themabijeenkomsten en huisbezoeken tijdens de zwangerschap, soms doorlopend na de bevalling in de eerste periode met de baby. Van (aanstaande) ouders is bekend dat zij een grote behoefte hebben aan informatie over de zwangerschap, de bevalling en de baby. De hier geïnventariseerde producten kunnen op maat in deze informatiebehoefte voorzien, ook aan (aanstaande) ouders met een specifieke socio-economische en / of culturele achtergrond.1 Een belangrijk uitgangspunt is dat het fysieke, psychologische en sociale welbevinden van (aanstaande) ouders een voorwaarde vormt voor de voorspoedige groei, ontwikkeling en gezondheid van de (komende) baby. Een stabiel gezinsleven begint met een goede voorbereiding op het ouderschap. Rond de geboorte wordt de basis gelegd voor een veilige hechting.2 Prenatale voorlichting vanaf 2009 onderdeel gemeentelijk jeugdbeleid De financiële middelen voor ‘Prenatale zorg’ uit de AWBZ (€ 5,8 mln. op jaarbasis) worden vanaf 2009 toegevoegd aan de brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin3. Prenatale voorlichting wordt daarmee onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid en nadrukkelijk gekoppeld aan de Centra voor Jeugd en Gezin. Met de Centra voor Jeugd en Gezin komt er onder gemeentelijke regie een op preventie gericht, laagdrempelig en geïntegreerd aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning voor (a.s.) ouders en kinderen in iedere gemeente. Prenatale voorlichting is voor aanstaande ouders van een eerste kind de eerste kennismaking met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Doel productencatalogus Deze productencatalogus is in opdracht van ActiZ gemaakt om de leden te ondersteunen bij de overgang van prenatale zorg van de AWBZ naar de gemeenten. Met behulp van dit overzicht kunnen zorgorganisaties in overleg gaan met gemeenten. Zij kunnen gemeenten een aanbod doen dat tegemoet komt aan hun vraag. De producten van deze catalogus passen goed binnen het gemeentelijk beleid. Het gaat om activiteiten in de zorgketen verloskunde, prenatale voorlichting, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg. Daarbij sluit dit aanbod aan bij de doelstelling om vanaf de zwangerschap tot en met de leeftijd van 23 jaar een samenhangend, doorlopend en dekkend cursusaanbod te realiseren.4 Signalering van risicogroepen De cursussen en themabijeenkomsten zijn bedoeld voor alle aanstaande ouders en kunnen daarom bijdragen aan de tijdige signalering van risico's. Dit versterkt het preventieve effect. Essentieel is dat er sluitende afspraken zijn in de zorgketen over eventuele toeleiding naar specifiek aanbod voor risicogroepen. Geschat wordt dat 5% van de zwangeren behoort tot een risicogroep. Het is van belang dat er specifiek aanbod wordt ontwikkeld en/of geïntroduceerd voor: tienermoeders, drugs- en drankverslaafden, ouders met meerlingen, vroeggeboortes, psychosociale problematiek, psychiatrische problematiek, verstandelijk gehandicapte ouders, ouders 1
Zie A. Crébas Handboek coaching aanstaande ouders, Assen, 2006 S. Gerhardt Why love matters. How affection shapes a baby’s brain New York, 2004 3 Circulaire van minister Rouvoet aan de colleges van B&W van gemeenten, 9 januari 2008 4 Zie B. Prinsen en B. Ridderhof Steun aan ouders rondom de geboorte en het opgroeien van hun eerste kind, rapport, NIZW - nu Nji - Utrecht, 2005 2
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
3 van lichamelijk en / of verstandelijk gehandicapte kinderen en ouders met een lage socio-economische status. Door middel van een huisbezoek kan achterhaald worden waar deze extra activiteiten uit moeten bestaan. Te denken valt aan de programma’s VoorZorg, Samen Starten, Triple P en Stevig Ouderschap.5 Enkele cijfers Over de producten die betrekking hebben op de perinatale periode heeft ActiZ in 2006 een schriftelijke inventarisatie gehouden onder zorgorganisaties. De 45 zorgorganisaties die hebben meegedaan aan de enquête hebben te maken met 75% van het totaal aantal geboortes in Nederland. 6 Tijdens de zwangerschap gaat het om het volgende aanbod: • zwangerschapsgymnastiek, met voorlichting met oefeningen (79%) • aanstaande oudercursus (33%) • combinatie van zwangerschapsgymnastiek en aanstaande oudercursus (36%) • themabijeenkomsten (51%) • prenatale huisbezoeken (39%) Op jaarbasis worden met deze activiteiten de ouders van 69.000 nieuwgeborenen bereikt (dit is 36% van het totaal aantal). Na de bevalling bieden deze organisaties: • postnatale gymnastiek (77%) • themabijeenkomsten (23%) • combinatie van postnatale gymnastiek en gesprekgroepen (8%) De effectiviteit van de cursussen Over de preventieve en gezondheidsbevorderende waarde van deze cursussen bestaat een breed gedragen consensus. Er zijn nog geen gegevens over de effectiviteit op grond van onderzoek binnen de Nederlandse context. Er loopt momenteel een onderzoek naar het programma VoorZorg. Over enkele cursussen zijn gegevens uit buitenlands onderzoek bekend. Wanneer dat het geval is, staat dit aangegeven in de productencatalogus. Leeswijzer In deze productencatalogus is een indeling gemaakt op basis van het type aanbod. Kosten zijn niet uitgewerkt, de berekening daarvan is voor verantwoording van de betrokken zorgorganisatie7. Per type aanbod bevat de productencatalogus een omschrijving van: • de opzet van het programma, met aanvang en afsluiting; • de doelgroep; • de methodiek; • de inhoud, gerelateerd aan doelen met betrekking tot preventie en gezondheidsbevordering; • de expertise van de docent / cursusleider; • de benodigde materialen, zoals: draaiboeken, beeldmateriaal en films. Aya Crebas, maart 2008.
5
Bijlage bij de brief van ActiZ aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, juli 2006 Brief van ActiZ aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, juli 2006 7 Gemeenten zijn bevoegd te besluiten of zij voor prenatale voorlichting een eigen bijdrage van de aanstaande ouders vragen en/of zij een inkomensgrens hanteren. De WMO biedt een kader voor het heffen van eigen bijdragen door gemeenten. 6
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
4 1.
CURSUSSEN MET VOORLICHTING EN OEFENINGEN
Pre- en postnatale cursussen hebben gemeen dat zij in het kader van de doelstellingen preventie en gezondheidsbevordering een combinatie bieden van voorlichting en oefeningen, gericht op het fysieke, psychische en sociale welbevinden. Deze cursussen vinden meestal in groepsverband plaats. 1.1
Prenatale cursussen
Een prenatale cursus wordt ook wel genoemd: zwangerschapscursus of –gymnastiek. De start is veelal rond een zwangerschapsduur van 24 weken. De bijeenkomsten vinden wekelijks plaats. Tijdens de zwangerschap zijn er ongeveer 8 bijeenkomsten. Het komt voor dat een pre- en een postnatale cursus samen een programma vormen. Het komt eveneens voor dat de prenatale cursus na de bevalling wordt afgesloten met een bijeenkomst voor de moeders en de baby's: de 'babyshow'. Doelgroep: Zwangere vrouwen. Methodiek: De kennisoverdracht kan cognitief, emotioneel en / of fysiek gericht zijn, afhankelijk van het onderwerp. Er is expliciet aandacht voor interactie in de groep, om een uitwisseling van informatie en ervaringen te stimuleren. Dit bevordert de groepsvorming en dat is gunstig voor de sociale functie van de cursus. Omschrijving van de inhoud: I. Zwangerschapsbegeleiding Doelen: a) preventie lichamelijke klachten (onder meer: incontinentie en rugklachten) b) bevordering fysieke en psychische welbevinden van de zwangere vrouw, vanuit een visie op het ouderschap als een belangrijke periode van transitie c) het signaleren en verwijzen bij specifieke problemen die voor nadere behandeling in aanmerking komen. II. Voorbereiding op de bevalling Doelen: a) het versterken van het (zelf)vertrouwen tijdens de zwangerschap - in anticipatie op de bevalling - en tijdens de bevalling b) het ondersteunen van het maken van keuzes, zoals over de plaats voor de bevalling, c) het informeren over pijn en pijnbestrijding d) het voorkomen van onnodige ingrepen tijdens de bevalling. III. Voorbereiding op de kraamtijd Doelen: a) het tijdig voorbereiden op het kraambed ter preventie van lichamelijke klachten na de bevalling (waaronder incontinentie en rugklachten) b) Het stimuleren van een goede (zelf)zorg van moeder en kind. Expertise docent / cursusleider: Fysiotherapeut of Oefentherapeut Mensendieck (of Cesar). Materialen: Zorgorganisaties hebben eigen draaiboeken, vaak met visueel materiaal. Het draaiboek met afbeeldingen voor het Preventieprogramma aanstaande ouders, opgenomen in: Aya Crébas, Handboek coaching aanstaande ouders, Assen, 2006.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
5 Deze publicatie bevat aanwijzingen voor het afstemmen van de informatie op aanstaande ouders met een specifieke culturele herkomst (eventueel in samenwerking met (een) Voorlichter(s) eigen taal en cultuur, (een) Vetc-er(s). 1.2
Postnatale cursussen
Een postnatale cursus wordt ook wel genoemd: postnatale gymnastiek. De start is veelal rond 6 weken na de bevalling. De cursus vindt wekelijks plaats en wordt na ongeveer 5 bijeenkomsten afgesloten. Doelgroep: Vrouwen in de periode na de bevalling. Methodiek: De kennisoverdracht kan cognitief, emotioneel en / of fysiek gericht zijn, afhankelijk van het onderwerp. Er is expliciet aandacht voor interactie in de groep, om een uitwisseling van informatie en ervaringen te stimuleren. Dit bevordert de groepsvorming en dat is gunstig voor de sociale functie van de cursus. Omschrijving van de inhoud: I. Bekkenbodem en fitness oefeningen Doelen: a) preventie incontinentie b) herstel conditie na de bevalling c) oefenen met houdingen voor het dragen van de baby (preventie rugklachten). II. Het nieuwe moederschap en contact met de baby Doelen: a) stresspreventie b) het stimuleren van zelfzorg c) het stimuleren van een goede verzorging van en een sensitief contact met de baby. Expertise docent / cursusleider: Fysiotherapeut of Oefentherapeut Mensendieck (of Cesar). Materialen: Zorgorganisaties hebben eigen draaiboeken, vaak met visueel materiaal. 1.3
Bekende variaties
Op de gangbare pre- en postnatale cursussen zijn er twee bekende variaties: de cursussen met fitness of op basis van yoga. Een specifiek doel van een fitnesscursus is het verhogen van de fysieke belastbaarheid en het verbeteren van de conditie met oefeningen en de training van spieren. Vaak gebeurt dit op basis van ZwangerFit®. De pre- en postnatale cursus vormen dan een doorlopend programma. Het is een product van de beroepsvereniging de NVFB (de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Bekkenproblematiek en pre- en postpartum gezondheidszorg). Een specifiek doel van een yogacursus is het onderricht in ontspanning (actief en passief) en het vergroten van het lichaamsbewustzijn met oefeningen. Ook bij yoga vormen de pre- en postnatale cursus vaak een doorlopend programma. Cursussen met fitness of op basis van yoga kunnen vormen van zwangerschapsbegeleiding bieden, evenals een voorbereiding op de bevalling en een voorbereiding op de kraamtijd, zoals hierboven beschreven bij de pre- en postnatale cursus. Of - en hoe - dit gebeurt is afhankelijk van de organisatie en de cursusdocent. Bij beide soorten cursussen wordt gewerkt met eigen draaiboeken.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
6 2.
THEMABIJEENKOMSTEN EN AANSTAANDE OUDERCURSUSSEN
Themabijeenkomsten en aanstaande oudercursussen hebben gemeen dat zij vanuit de doelstellingen preventie en gezondheidsbevordering groepsvoorlichting bieden over zwangerschap, bevalling, het ouderschap en / of over de (komende) baby. Deze voorlichting vindt plaats vanuit een visie op het (aanstaand) ouderschap als een periode van transitie, met ingrijpende veranderingen. Er is aandacht voor het fysieke, psychische en sociale welbevinden van de (aanstaande) ouders, ook waar die van invloed is op de (komende) baby. 2.1
Themabijeenkomsten
Een themabijeenkomst kan een zelfstandige activiteit zijn. Ook kunnen een reeks themabijeenkomsten samen een aanstaande oudercursus vormen. Verder komt het voor dat themabijeenkomsten en de prenatale cursus in een cursusprogramma wordt aangeboden. Steeds gaat het om groepsvoorlichting. Algemene informatie over de themabijeenkomsten Methodiek De kennisoverdracht tijdens een themabijeenkomst kan cognitief, emotioneel en/of sociaal gericht zijn, afhankelijk van het onderwerp. Expertise docent / cursusleider: Bij een themabijeenkomst kan de docent een vakdeskundige zijn of een getrainde jeugdverpleegkundige. De professie staat vermeld achter de omschrijving van de inhoud van een thema. In een groep met (aanstaande) moeders met een specifieke culturele herkomst kan de docent het thema behandelen in samenwerking met (een) Voorlichter(s) eigen taal en cultuur, (een) Vetc-er(s). Materialen: Zorgorganisaties hebben voor themabijeenkomsten en aanstaande oudercursussen eigen draaiboeken, vaak met visueel materiaal. Voorts staan de themabijeenkomsten beschreven in het draaiboek met afbeeldingen voor het Preventieprogramma aanstaande ouders, opgenomen in: Aya Crébas, Handboek coaching aanstaande ouders, Assen, 2006. N.B. Over een cursus die vergelijkbaar is met een reeks bijeenkomsten met de onderstaande thema's heeft een Amerikaans onderzoek positieve resultaten laten zien. 2.1.1 Thema: de voorbereiding op bevalling Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: 1. Groepsbespreking over de bevalling (eventueel aan de hand van filmbeelden); 2. De rol van de partner tijdens bevalling; 3. De gang van zaken rond de thuis-, poliklinische en ziekenhuisbevalling; 4. De taken van de verloskundige, de kraamverzorgende, de huisarts en de gynaecoloog rond de bevalling; 5. Pijnbestrijding en de ruggenprik; 6. De vermindering van pijn met: massage, water, ontspanning, baringshoudingen. Expertise docent / cursusleider: bij voorkeur een verloskundige.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
7 2.1.2 Thema: de voorbereiding op de bevalling met een partner Doelgroep: zwangere vrouwen en hun partners. Omschrijving van de inhoud: 1. De rol van de partner bij de bevalling; 2. Massages tijdens zwangerschap en bevalling; 3. Oefeningen voor ondersteuning tijdens bevalling; 4. De meest voorkomende medische ingrepen en complicaties tijdens de bevalling. Expertise docent / cursusleider: bij voorkeur een verloskundige. 2.1.3 Thema: de zwangerschap Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: 1. Geestelijke en lichamelijke veranderingen tijdens de zwangerschap; 2. De groei van de foetus in de baarmoeder (met beeldmateriaal); 3. De invloed van een (gezonde) leefstijl op de eigen conditie en op de ontwikkeling van de foetus (met voorlichting over voeding, roken, alcohol en drugs); 4. Communicatie met de verloskundige, met name rond de bevalling. Expertise docent / cursusleider: een verloskundige. 2.1.4 Thema: de Nederlandse geboortecultuur Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: 1. De thuis-, poliklinische en ziekenhuisbevalling binnen het systeem van eerste en tweedelijnszorg; 2. De rol van de verloskundige, de kraamverzorgende, de huisarts en de gynaecoloog bij begeleiding en verwijzing. Expertise docent / cursusleider: een verloskundige. 2.1.5 Thema: borstvoeding Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: Voorbereiding op de borstvoeding, de verzorging en de werking van de borst, aanleggen, kolven, specifieke problemen; De rol van de vader bij de borstvoeding; De invloed van een (gezonde) leefstijl op de borstvoeding (met voorlichting over voeding, roken, alcohol en drugs). Expertise docent / cursusleider: een jeugdverpleegkundige of lactatiekundige. 2.1.6 Thema: kraamzorg Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: 1. Voorbereiding op de kraamtijd, de voor- en nadelen van kraamzorg; 2. Kraamgebruiken;
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
8 3. De taken van de kraamverzorgende na de geboorte van de baby; 4. Communicatie met de baby. Expertise docent / cursusleider: een kraamverzorgende of een medewerker van een kraamzorgorganisatie. 2.1.7 Thema: contact met de baby en babyverzorging Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: Voorbereiding op het consultatiebureau en de hielprik; Hechting en het huilen van de baby; Vermoeidheid en de babyblues. Expertise docent / begeleider: een jeugdverpleegkundige. 2.1.8 Thema: baby, relatie en gezin Doelgroep: zwangere vrouwen. Omschrijving van de inhoud: 1. Relatie en seksualiteit tijdens de zwangerschap en na de geboorte van de baby; 2. Anticonceptie en gezinsvorming. Expertise docent / cursusleider: een jeugdverpleegkundige of een verloskundige. 2.2
Themabijeenkomsten voor specifieke doelgroepen
2.2.1 Thema: Stoppen met roken De themabijeenkomsten hebben tot doel om vrouwen (en eventueel ook hun partners) te motiveren tot stoppen met roken door middel van groepsvoorlichting. Er is onder meer informatie over de schadelijke invloed van roken op het (ongeboren) kind tijdens de zwangerschap en de borstvoeding. Doelgroep: zwangere vrouwen, met hun partners. Expertise docenten / cursusleiders: afhankelijk van de organisatie die optreedt als aanbieder. Draaiboek, materialen: afhankelijk van de organisatie die optreedt als aanbieder. 2.2.2 Thema: Gezond leven De themabijeenkomsten hebben tot doel om vrouwen die kampen met gewichtsproblemen te motiveren tot gezond bewegen en een goede voeding. De (aanstaande) moeder krijgt steun bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. Doelgroep: zwangere vrouwen Expertise docenten / cursusleiders: afhankelijk van de organisatie die optreedt als aanbieder. Draaiboek, materialen: afhankelijk van de organisatie die optreedt als aanbieder.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
9 2.3
Aanstaande oudercursussen
2.3.1 De cursus Leer je baby kennen De cursus Leer je baby kennen is een (aanstaande) oudercursus over contact maken met de baby. Het uitgangspunt is dat het proces van hechting al tijdens de zwangerschap start. Tijdens twee prenatale bijeenkomsten en een bijeenkomst na de geboorte van de baby vindt kennisoverdracht plaats aan de hand van filmbeelden uit de film Leer je baby kennen en een dvd met fragmenten uit andere films, die tijdens de cursus getoond en besproken worden. Doelgroep: (aanstaande) moeders en (aanstaande) vaders. Methodiek: De kennisoverdracht kan cognitief, emotioneel en / of sociaal gericht zijn, afhankelijk van het onderwerp. Doelen: A. Het stimuleren van een veilige hechting; B. Het ontwikkelen van een steunnetwerk rond de ouders en bewustzijn over netwerk rond de baby; C. Het signaleren van problematische situaties. Expertise docent / begeleider: een in het aanbieden van de cursus getrainde jeugdverpleegkundige. Materialen: draaiboek Kind op komst, Sylvia Nossent, 2006. De film Leer je baby kennen is gebaseerd op de Australische film Getting to know you. 2.3.2 De cursus Moeder worden, moeder zijn De cursus bestaat uit twee prenatale themabijeenkomsten over het vinden van een nieuwe balans tussen privé-, werk en zorg tijdens de zwangerschap en na de komst van de baby. Doelgroep: zwangere vrouwen. Methodiek: De kennisoverdracht is cognitief, emotioneel en sociaal gericht. Er is expliciet aandacht voor interactie in de groep, om de voorbereiding op het vinden van een nieuwe balans door een uitwisseling van informatie en ervaringen te ondersteunen. Doelen: A. Het tijdig voorbereiden op de nieuwe gezinsituatie met de baby, ook in combinatie met betaald werk: om persoonlijke en relatieproblemen te voorkomen en om het welbevinden van de gezinsleden te bevorderen; B. Het informeren over wettelijke regelingen. Expertise docent / begeleider: een jeugdverpleegkundige. Materialen: Het draaiboek voor het Preventieprogramma aanstaande ouders, themabijeenkomst VIIA2, in: Aya Crébas, Handboek coaching aanstaande ouders, Assen, 2006.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
10 3.
DE BEGELEIDING VAN RISICOGROEPEN
Psychische, fysieke en / of sociale problemen tijdens de zwangerschap brengen risico's met zich mee voor het (komende) kind, soms tot in de volwassenheid toe. Om deze risico's te beperken zijn er vormen van vroegsignalering en begeleiding die al tijdens de zwangerschap starten. Aanstaande ouders die behoren tot de risicogroepen kunnen begeleid worden op individuele basis en in groepsverband. 3.1
Huisbezoeken
De verloskundige kan tijdens de zwangerschap signaleren dat er risico's zijn die de groei, ontwikkeling en gezondheid van het (komende) kind bedreigen. Zij kan verzoeken om een huisbezoek aan haar cliënte. Tijdens het huisbezoek wordt achterhaald welke extra begeleiding/zorg gewenst is. 3.1.2 Het programma VoorZorg Voorzorg is een preventief programma, gericht op hoogrisico-moeders, waarmee kindermishandeling of -verwaarlozing voorkomen moet worden. Het programma begint circa 5 maanden voor de geboorte en loopt door tot het kind 24 maanden is. Voorzorg is gebaseerd op het effectief gebleken Amerikaanse Nurse Family Partnership. Er loopt onderzoek naar het effect van het programma binnen de Nederlandse context. Doelgroep, specifiek: (Aanstaande) moeders met een hoog risico op grond van de volgende criteria: leeftijd (maximaal 25 jaar), eerste levengeboren kind; maximale opleiding VMBO-K of twee jaar VO. Aanvullende criteria zijn o.a.: alcohol- en drugsgebruik, geweld en mishandeling, psychische problematiek, opvattingen over het moederschap en een ontoereikend sociaal netwerk. Selectie deelnemers aan het programma: Selectie op hoofdcriteria door de verloskundige, huisarts, gynaecoloog of andere verwijzer. Daarna doet de VoorZorgverpleegkundige in gesprek met de aanstaande moeder de uiteindelijke selectie door beoordeling van de aanvullende criteria. Bij twijfel kan een interne expertisegroep worden geraadpleegd, die op basis van alle informatie een beslissing neemt. Methodiek: Een Voorzorgverpleegkundige biedt een persoonlijke begeleiding, met opvoedingsondersteuning, gezondheidsvoorlichting en vaardigheidsinstructie. Omschrijving van de inhoud: Tijdens het programma worden risicofactoren systematisch aangepakt, middels (in totaal 60) huisbezoeken van een Voorzorgverpleegkundige. Doelen: Het voorkomen van kindermishandeling of –verwaarlozing door het systematisch aanpakken van risicofactoren. Specifieke doelen hebben betrekking op de verbetering van: 1. Het zwangerschaps- en geboorteproces voor moeder en kind; 2. De gezondheid en ontwikkeling van het kind; 3. De persoonlijke ontwikkeling van de moeder, met haar mogelijkheden voor opleiding en werk, ook om haar competentie als ouder te vergroten.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
11 Expertise docent / begeleider: Een tot VoorZorgverpleegkundige getrainde jeugdverpleegkundige Materialen: Er zijn drie handleidingen voor het uitvoeren van huisbezoeken, met specifieke informatie en ondersteuning voor de verpleegkundige en met informatie- en lesmateriaal voor de moeders: Zwangerschapshuisbezoeken, Babyhuisbezoeken; Peuterhuisbezoeken. Daarnaast zijn er diverse protocollen voor selectie, registratie, expertisegroep en dergelijke. Er zijn folders voor verwijzers en cliënten. Zie het Nederlands Jeugd Instituut (Nji): www.nji.nl: databank effectieve interventies. Er is ook een aparte website voor voorzorg: www.voorzorg.info 3.2
Cursussen
3.2.1 Bébé, voorbereiding op de band met je baby De cursus Bébé, voorbereiding op de band met je baby is voor zwangere tieners. Er is een reeks van 5 bijeenkomsten tijdens de zwangerschap en 2 na de geboorte van de baby. Doelgroep, specifiek: aanstaande tienermoeders. Selectie deelnemers aan het programma: De verloskundige, huisarts, gynaecoloog of andere verwijzer. Methodiek: de kennisoverdracht kan cognitief, emotioneel en/of sociaal gericht zijn, afhankelijk van het onderwerp. Doelen: A. Het bevorderen van een veilige hechting Het zo vroeg mogelijk stimuleren van een goede band tussen moeder en baby. De inhoud van de bijeenkomsten is voornamelijk gebaseerd op de hechtingstheorie, waarbij uitgegaan wordt van het belang van een veilige hechting voor de verdere ontwikkeling van kinderen. B. Het signaleren van (potentiële) risico's De cursus kan een vindplaats zijn voor problematische situaties. De signalen worden zoveel mogelijk opgepakt. Moeders worden doorverwezen naar passende trajecten van hulpverlening. Expertise cursusleider: getrainde jeugdverpleegkundige, maatschappelijk werkende, pedagoog. Materialen: een Handboek voor cursusleiders en Thuismap voor deelnemers zijn ontwikkeld door de GGD Rotterdam-Rijnmond, in samenwerking met BabyBiz Pedagogisch Advies, naar aanleiding van het draaiboek Kind op komst, Sylvia Nossent, 2006.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008
12 4.
ZWANGERSCHAPS- EN KRAAMMARKTEN
De zwangerschaps- of kraammarkten bestaan uit stands met informatie en producten op een 'markt'. Doelgroep: Zwangere vrouwen, hun partners, familie en bekenden. Doel: Laagdrempelige en vrij toegankelijke informatievoorziening. Materialen: Voor een zwangerschaps- of kraammarkt is een grote (overdekte) ruimte nodig, met stands. De producten in de stands zijn bijvoorbeeld: positiekleding, babyproducten, babykleding, geboortekaartjes en informatie over kinderopvang. Daarnaast zijn er stands met informatie van bijvoorbeeld een verloskundige, JGZ-verpleegkundige, kraamverzorgende en/of diëtiste over geboorte, kraamtijd, gezondheid en voeding.
Productencatalogus / prenatale voorlichting / ActiZ, maart 2008