Voorkoming van vechtscheidingen. Een nieuwe methode voor (ex-)partners ter regulering van de beëindiging van hun relatie Paul Vlaardingerbroek1
Inleiding Scheiden doet pijn. Voor de (ex)partners. Voor de eventuele kinderen. Voor de familie en vriendinkring. En voor de samenleving. De emotionele, sociologische, economische en maatschappelijke gevolgen van een echtscheiding zijn groot, zo niet gigantisch. De emotionele verwerking van een stukgelopen, mislukt huwelijk kost meestal jaren. Kinderen die met een echtscheiding van hun ouders te maken krijgen hebben daar jarenlang, zo niet hun hele leven last van. Als partners er in slagen om hun relatie op minnelijke wijze te beëindigen zijn de gevolgen minder ernstig, zo blijkt uit de literatuur. Zowel de partners, hun eventuele kinderen, hun wederzijdse families als ook de samenleving hebben er dan ook veel belang bij dat het huwelijk, als het niet meer te redden valt, op een goede manier wordt beëindigd. De laatste jaren zijn er vele vernieuwingen en initiatieven geeweest om te komen tot een beter verlopende echtscheidingsprocedure. De wijziging van het echtscheidingsprocesrecht, de toename van deskundige echtscheidingsadvocaten, een toenemend gebruik van mediation, een wijziging van het gezag- en omgangsrecht na echtscheiding, enz. hebben er mede toe bijgedragen dat een echtscheiding met minder conflicten gepaard hoeft te gaan. Toch eindigen veel huwelijken en relaties nog al eens in een stevig gevecht, waarbij niemand gespaard lijkt te worden. Dan wordt gestreden om de kinderen, om de alimentatie(hoogte), om de boedelverdeling, om het pensioen en daarbij blijft geen strijdmiddel onbeproefd. Helaas gaat het dan niet alleen om een zakelijk, louter juridisch gevecht tussen de twee ex-partners, maar worden ook andere middelen ingezet om de ex-partner te dwarsbomen of erger. Soms resulteert het zelfs in zodanige escalatie dat geweld jegens de ex-partner en/of de kinderen niet geschuwd wordt. Het belang van een de-escalerende relatiebeëindiging is dan ook groot. Immers, de (negatieve) gevolgen van een niet goed verlopen scheidingsproces zijn enorm groot, mede door het grote aantal mensen dat jaarlijks met een echtscheiding wordt geconfronteerd. In 2007 zijn 32,6 duizend huwelijken door de Nederlandse rechter ontbonden. Bij deze echtscheidingen waren in totaal 34,7 duizend minderjarige kinderen betrokken. Ruim de helft van deze kinderen was op het moment van de scheiding jonger dan 10 jaar. Bij ruim zes op de tien in 2007 uitgesproken echtscheidingen waren minderjarige kinderen betrokken. Afgezien van (ex-)partners en hun kinderen moet ook gedacht worden aan andere rechtstreeks of direct bij de echtscheiding betrokkenen, zoals (groot)ouders, broers/zussen, de vrienden – en kennissenkring, de werkgever, collega’s e.d.) 1 Met dank aan de collega’s van TISCO voor hun waardevolle suggesties.
Om na te gaan of de nare gevolgen van een echtscheiding kunnen worden verminderd door een betere scheidingsprocedure, wordt in het navolgende verslag gedaan van een project om te komen tot een andere wijze van scheiden. Verder wordt ingegaan op de mogelijkheden om te komen tot alternatieven voor de huidige (echt)scheidingsprocedure en wordt een voorstel gedaan voor een zodanige procedure, waarin de afronding van de relatie op een minnelijke wijze voorop staat en waarbij uitgegaan wordt van de volgende uitgangspunten: versterking van het zelfoplossend vermogen via een interactief proces, begeleiding via mediation, deskundige advisering, toegankelijkheid, duidelijkheid en openheid, eindigend in een minnelijke schikking. In het navolgende gaat het om de hulp bij scheiding in brede zin, dus ook bij verbreking van de tweerelatie, het geregistreerd partnerschap en het huwelijk, al zullen de meeste problemen ontstaan bij beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, omdat dit een juridische procedure voor de rechter vergt en hier diverse rechtsgevolgen geregeld moeten worden.
1. Het (echt)scheidingsprocesrecht Het huwelijk.wordt ontbonden door de dood, door echtscheiding, door ontbinding na scheiding van tafel en bed, door omzetting in een geregistreerd partnerschap en na vermissing mits gevolgd door een nieuw huwelijk (art. 1:149 BW). In dit opstel staat de echtscheiding centraal Anders dan bij het geregistreerd partnerschap en tweerelaties kan een huwelijk door (een der) partijen niet buiten de rechter om worden beëindigd. De echtscheiding tussen echtgenoten die niet van tafel en bed gescheiden zijn, wordt door de rechter uitgesproken op eenzijdig of gezamenlijk verzoek. Het verzoek daartoe moet bij de rechtbank worden ingediend door een advocaat (de procureur is per 1 september 2008 vervallen). Dit is dwingendrechtelijk voorgeschreven. Overigens zullen straks ook notarissen bevoegd zijn om een echtscheiding in te dienen, mits de huwelijkspartners niet gezamenlijke minderjarige kinderen hebben. Echtscheiding kan slechts op één grond, namelijk de duurzame ontwrichting van het huwelijk worden uitgesproken.2 Dit geldt zowel voor een eenzijdig, als voor een door partijen gemeenschappelijk ingediend verzoek. Voor de gestelde ontwrichting is irrelevant of de wederpartij dit standpunt deelt. Wie eventueel schuld draagt aan de ontwrichting is daarbij niet relevant. Het schuldbegrip speelt nog slechts een rol in het kader van het pensioenverweer en - indirect - in het alimentatierecht, omdat bij de beoordeling of en, zo ja, tot welk bedrag alimentatie betaald moet worden op grond van art. 1:157 BW ook met niet-financiële factoren (zoals wangedrag) rekening kan worden gehouden. Een echtscheidingsverzoek kan worden ingediend zonder de wederpartij daarvan van te voren persoonlijk in kennis te stellen. Deze kan via de advocaat een brief ontvangen 2
Art. 1:264 (oud) BW noemde vóór de wetswijziging in oktober 1971 als gronden voor echtscheiding: overspel, kwaadwillige verlating (mits deze vijf jaar had geduurd), veroordeling wegens misdrijf tot een vrijheidstraf van vier jaar of langer en door de ene echtgenoot jegens de andere gepleegde zware verwondingen of levensgevaarlijke mishandelingen (Asser-De Boer 2006, p. 456-462., alsmede Pel, WPNR 1999, nr. 6369) over de (on)zin van handhaving van deze scheidingsgrond. Meestal zal het huwelijk worden beëindigd als de verzoeker gemotiveerd stelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht (zie echter Rechtbank Utrecht 21 mei 2008, LJN: BD1983).
dat de echtgenoot het huwelijk wenst te beëindigen. Het hoeft geen betoog dat dit in de regel niet bevorderlijk is voor een goede afloop van de echtscheiding. Echtscheiding op eenzijdig verzoek Bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding ex art. 1:151 BW moet de verzoekende partij de duurzame ontwrichting stellen en bij ontkenning door de wederpartij bewijzen. De rechter stelt zelfstandig de toestand van duurzame ontwrichting vast.3 Het verzoek tot echtscheiding van één der echtgenoten dient te worden afgewezen, als de duurzame ontwrichting van het huwelijk door de andere echtgenoot wordt bestreden en niet is komen vast te staan dat het huwelijk duurzaam is ontwricht of pensioenrechten verloren dreigen te gaan (art. 1:153 BW). Dergelijke verweren komen niet veel (meer) voor. Echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek Op gemeenschappelijk verzoek van de echtgenoten kan de echtscheiding worden uitgesproken (art. 1:154 lid 1 BW). Zolang door de rechter nog geen uitspraak is gedaan, is ieder der echtgenoten bevoegd het verzoek in te trekken (art. 1:154 lid 2 BW). Een hoger beroep van deze beslissing is niet mogelijk als de rechtbank het verzoek heeft toegewezen. De rechter moet zich conformeren aan het oordeel van partijen dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht. Hoewel sinds 1993 (de invoering van het nieuwe scheidingsprocesrecht) de scheidende partijen geen voorstel meer hoeven over te leggen aan de rechter, waarin zij regelingen voorleggen met betrekking tot de kinderen en hun onderlinge vermogensrechtelijke betrekkingen, komt het (gelukkig) steeds vaker voor dat partijen gezamenlijk – met hulp van hun advocaat - een regeling treffen met betrekking tot de belangrijkste gevolgen van hun scheiding. Hebben zij die regelingen neergelegd in een convenant (dat in beginsel vormvrij is) dan is het gebruikelijk dat die regeling wordt opgenomen in de beschikking tot echtscheiding, als partijen daarom verzoeken (vgl. art. 819 Rv). De nieuwe tekst van art. 819 Rv zoals die wwaarschijnlijk op 1 maart in werking treedt; Stb 500) luidt: “De rechter kan op verzoek van de echtgenoten of van een van hen de getroffen onderlinge regelingen, daaronder begrepen afspraken omtrent uitkeringen tot levensonderhoud en omtrent de kosten van verzorging en opvoeding van een minderjarige, geheel of gedeeltelijk in de beschikking opnemen.” Het convenant kan daardoor ook bij eenzijdig verzoek in de rechterlijke beschikking worden opgenomen. Voor partijen is van belang dat de grosse van de beschikking een executoriale titel oplevert, welke door elk der partijen kan worden tenuitvoergelegd (art. 430 Rv). 2. Scheidingsbemiddeling bij echtscheiding In toenemende mate heeft de geschillenbeslechting in ons land zijn intrede gedaan, waardoor partijen diverse mogelijkheden hebben om – al dan niet via tussenkomst van de rechter – hun onderling conflict op een minnelijke wijze op te lossen. Bemiddeling in het algemeen en scheidingsbemiddeling in het bijzonder zijn bekende vormen van conflictbeslechting buiten de rechter om.4 Inmiddels zijn er diverse variaties van 3 4
HR 22 maart 1974, NJ 1974, 354. In Nederland is de grotere aandacht voor het emotionele proces van de scheiding vooral te danken aan de opkomst van de scheidingsbureaus, waar in multidisciplinaire teams met partijen gesproken werd. Verder waren vooral Hoefnagels en Mac Gillavry bekende pioniers op het terrein van scheidingsbemiddeling. Zie voor een overzicht van de opkomst van mediation het
conflictbeslechting in omloop. Belangrijk is dat partijen zich zelf verantwoordelijk voelen voor een goede oplossing van hun onderlinge geschil(len).Omdat partijen daartoe – in het heetst van de strijd – veelal zelf niet toe in staat zijn, worden zij daarbij begeleid door een bemiddelaar (mediator). De voordelen van scheidingsbemiddeling behoeven in dit kader geen nadere toelichting. Bij een echtscheidingsbemiddeling wordt onder de (neutrale) begeleiding van een bemiddelaar met partijen getracht te komen tot een regeling voor de diverse zaken die met een scheiding gepaard gaan. De bemiddelaar begeleidt het proces van overleg en onderhandeling tussen partijen. Hij verschaft informatie, maar draagt niet de oplossing aan. Immers, de neutrale rol van de bemiddelaar is een belangrijke voorwaarde voor succes. Sinds een tiental jaren worden in veel echtscheidingsprocedures partijen bijgestaan door een ervaren familierechtadvocaat, die zich ook nog al eens gespecialiseerd heeft als advocaatscheidingsbemiddelaar. Bij deze advocaten staat voorop dat zij – samen met partijen zoeken naar oplossingen op zakelijk-juridisch gebied. Voordeel is echter dat zij op grond van hun ervaring en speciale opleiding in staat zijn om ook de emotionele en sociale problematiek rond een scheiding in goede banen te leiden.5 Niet onvermeld mag blijven dat op wetgevingsgebied het nodige gebeurde en een positieve stimulans betekende voor de discussie over andere scheidingsvormen. Zo kwam er een initiatiefwetsvoorstel van het VVD-kamerlid Luchtenveld (Kamerstukken 29 676), dat onder meer de administratieve scheiding en een ouderschapsplan introduceerde. Zijn wetsvoorstel werd – na diverse ingrijpende wijzigingen - door de Tweede Kamer aanvaard, maar in de Eerste Kamer sneuvelde het op 20 juni 2006. Bijna tegelijkertijd met Luchtenveld’s voorstel werd door minister Donner van Justitie namens de regering een wetsvoorstel ingediend (Kamerstukken 30 145), kortweg genaamd: Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Zoals uit de titel al blijkt beoogt ook dit wetsvoorstel escalatie tussen de (ex-)partners te voorkomen en staat de minnelijke scheiding centraal. In het wetsvoorstel wordt de flitsscheiding afgeschaft en wordt een verplicht ouderschapsplan ingevoerd, dat in het verzoekschrift tot echtscheiding moet worden opgenomen. Het wetsvoorstel werd door de Eerste Kamer aanvaard op 25 november 2008 (Kamerstukken I, 2007-2008, 30 145, nrs. A-G;Wet van 27 november 2008, Stb 500). De inwerkingtreding wordt verwacht op 1 maart 2009. Nieuwe initiatieven rond voorkoming van echtscheidingsconflicten Scheidingshulp is booming (business)! De bureau(tje)s van bemiddelaars, internetadvocaten en initiatieven rond scheidingshulp schieten als paddenstoelen uit de grond, met namen als De Scheidingsplanner, de Scheidingsmakelaar, The Divorce Office, de Echtscheidingsspecialist, allesoverscheiden.nl, scheiden online, de Scheidingswijzer, de ScheidingsNavigator, Result ADR (Alternative Dispute Resolution), e.d. Verder bevinden zich individuele hulpverleners als relatiecoaches, mediators en (echt)scheidingsspecialisten op dit terrein.
5
proefschrift van B.E.S. Chin-A-Fat, Scheiden: (ter) echter zonder rechter? Een onderzoek naar de meerwaarde van scheidingsbemiddeling, SDU, 2004, alsmede L.H.M. Zonneberg, Scheidingsbemiddeling. Monografieën (echt)scheidingsrecht, deel 5. SDU, Den Haag, 2004. Zie ook A. Labohm, TSR 2008, p. De organisaties van de scheidingsbemiddelaars en de familierechtadvocaten hebben zich enkele jaren terug verenigd in één nieuwe vereniging: de vFAS, de Vereniging van Familierecht Advocaten en – Scheidingsbemiddelaars (vroeger VAS en VPFA genaamd).
Het nadeel van een geheel via internet geregelde echtscheiding is mijns inziens vooral hierin gelegen dat de menselijke kant van het scheiden te weinig aandacht krijgt én dat geen maatwerk wordt geleverd, ook niet voordat het verzoek naar de rechter wordt gestuurd. Partijen moeten zelf hun geschil zien op te lossen, al dan niet met behulp van wederzijdse familie, vrienden en kennissen of zij moeten een andere adviseur aantrekken. De kans bij een louter via internet geregelde echtscheiding op nadien komende ruzies over een of meerdere echtscheidingsgevolgen kan tot grote conflicten, onnodige stress en hoge extra advocaatkosten leiden.6 Naast de hierboven al ter sprake gekomen Vereniging van Familierechtadvocaten en scheidingsbemiddelaars, vFAS) zijn nog andere verenigingen actief op dit terrein, zoals de Vereniging van Financieel Planners en Scheidingsbemiddelaars, de Vereniging van Mediators en Scheidingsbemiddelaars en (de sectie mediation van) het Nederlands Instituut van Psychologen. Ook banken, notariskantoren, datingbureaus, chatlijnen, detectivebureaus, alsmede laboratoria met faciliteiten voor ouderschapstesten bevinden zich op dit segment van de huwelijks(ontbindings)markt of willen zich daarop gaan begeven. Scheiden blijkt een lucratieve business te zijn. Dat is het in de regel echter niet voor degenen die gaan scheiden! De kosten van de scheiding Een scheiding heeft financiële gevolgen. In de eerste plaats de kosten die direct verband houden met de scheiding zelf, zoals die van een mediator, advocaat, rechtbank of notaris. Voor het verzoek aan de rechtbank is in elk geval de vertegenwoordiging van een advocaat noodzakelijk. De advocaat rekent daarvoor een uurtarief dat kan oplopen tot enkele honderden euro’s per uur. Voor min/onvermogenden kan bij de Raad voor Rechtsbijstand een beroep op tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand worden gedaan (gesubsidieerde rechtsbijstand). Daarnaast moeten kosten worden betaald aan de rechtbank (griffierecht) en leges aan de gemeente voor uittreksels, de inschrijving e.d. Een echtscheidingsprocedure kost dus veel geld (via goedkope aanbieders op internet, kan men weliswaar voor minder dan €1000 kan scheiden, maar daaraan kleven ook nadelen). Soms komen daar nog de kosten bij van een accountant of actuaris (voor de berekening van de actuele waarde van levensverzekeringen en/of pensioenen. Echter, in veel gevallen blijft het niet beperkt tot de ‘pure’ scheidingskosten. Immers, de scheiding brengt ook vele andere kosten met zich mee, zoals de taxatie, verkoop en/of overdracht van het huis, het eventueel afsluiten van een nieuwe hypotheek, de kosten van een verhuizing en inrichting van de nieuwe woning. Verder kan een alimentatieplicht worden opgelegd ten behoeve van de ex-partner en/of de kinderen. De gemiddelde kosten van een echtscheiding voor de overheid aan rechtsbijstand en rechtspraak zijn nu ongeveer € 3500, bij een huwelijk met kinderen rond de € 5000. Daar komen de kosten die partijen zelf dragen nog bij, evenals de door hen aan procedures bestede tijd, de daardoor opgebouwde spanningen enz.. Daarbij moet worden bedacht dat de echtscheiding vaak ook nog weer gevolgd wordt door andere procedures over het gezag over de kinderen of 6
Inmiddels is een tegengeluid te horen/lezen op www.scheidenmoetbeter.nl: (“675, - All in! Er zijn concurrenten die hiermee adverteren. Maar pas op! All in? Nee! Het enige wat U voor uw echtscheiding aanschaft is de verzoekschriftprocedure, dat is bij ons slechts de eindfase van onze dienstverlening. Alles daar omheen dient U zelf in te vullen. U loopt door op deze manier uw echtscheiding te regelen een groot risico dat U, uw zaken en die van uw kinderen niet goed op orde heeft. Denkt u daarbij niet alleen aan het financiële maar ook aan het emotionele leed na de echtscheiding. Alles zelf goed regelen is door de fiscale, juridische en financiële valkuilen voor een leek een onmogelijke opgave, zeker gezien het feit dat U maar één kans krijgt om uw echtscheiding goed te regelen!”)
het omgangsrecht en de alimentatie.Verder zal een echtscheiding in zijn kielzog ook nog vele andere kosten veroorzaken (kosten van een eventuele bijstandsuitkering, proceskosten, hulpverleningskosten e.d.). Tenslotte wil ik ook nog wijzen op de immateriële gevolgen van een scheiding. Niet alleen volwassenen komen dikwijls geknakt uit een scheiding tevoorschijn, maar ook bij de eventueel aanwezige kinderen kan de scheiding vergaande negatieve gevolgen teweegbrengen. Socioloog Ed Spruijt (Universiteit Utrecht) heeft in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek gedaan naar ' scheidingskinderen', waaruit blijkt dat deze kinderen veel meer problemen krijgen dan kinderen uit complete gezinnen. Zo gaat een kwart van alle echtscheidingen gepaard met ruzies. Vooral kinderen krijgen daardoor problemen. Jaarlijks zijn circa twintigduizend kinderen betrokken bij een problematische scheiding. Van alle Nederlandse scheidingskinderen blijkt dat circa 35% van hen niet of nauwelijks contact heeft met één van de ouders (meestal de vader). Spruijt heeft – mede op grond van Amerikaans onderzoek geconcludeerd dat scheidende ouders die gebruikmaken van een bemiddelaar veel beter contact met hun kinderen hebben. En dakt pakt meestal gunstig uit voor die kinderen. Hij wil dan ook dat de verplichte bemiddeling prioriteit krijgt in het gezinsbeleid van het ministerie voor Jeugd en Gezin. Ook uit onderzoek van de vakgroep Sociologie van de Universiteit Gent onder 4727 mannen en vrouwen van 37 jaar oud blijkt dat echtscheidingskinderen 21 jaar na het ouderlijk drama nog lijden onder de scheiding. Van de volwassenen die als kind een scheiding meemaakten loopt 25% meer kans om later een depressie te krijgen. Zij ervaren hun eigen relatie als minder hecht en lopen dubbel zo veel kans zelf te gaan scheiden. Verder hebben zij een lager netto-inkomen, wat weer voor de nodige extra psychische druk zorgt.7 Als gevolg daarvan en als gevolg van het feit dat de alleenstaande opvoedende ouder minder aandacht aan die opvoeding kon besteden, heeft het ' achtergebleven kind'een lager schooldiploma behaald. Dat wreekt zich op volwassen leeftijd: zij hebben minder interessant werk, minder plezier in hun werk en verdienen minder. Het feit dat een aanzienlijk deel van de kinderen getraumatiseerd raakt door de scheiding van hun ouders en de eventuele conflicten voor, tijdens en na de scheiding, maakt dat het noodzakelijk is om de nadelen van een echtscheiding zoveel mogelijk beperkt te houden. Uiteraard geldt dat ook voor de scheidenden zelf, die – naast de perikelen rond de echtscheiding, zoals de juridische strijd, een verhuizing, minder financiële mogelijkheden - met verdriet, woede, schuld- of haatgevoelens, verlatingsangst, onzekerheid e.d te maken kunnen krijgen. Belangrijk is dat preventie van onnodig scheidingsleed voorop dient te staan, want voorkomen is beter dan genezen. Hoe dat kan? Door (jonge) mensen goed voor te lichten (op school, via de media, postbus 51 e.d.) over het huwelijk, het geregistreerd partnerschap en over samenwonen, over de gevolgen daarvan op financieel, zakelijk en emotioneel gebied, door goed toegankelijke hulp te bieden als er problemen ontstaan in het huwelijk (met elkaar en/of met de kinderen) en te proberen om partijen tenminste weer ‘on speaking terms’ te krijgen met elkaar. Pas als redding van de relatie niet mogelijk is, zal de toevlucht gezocht moeten
7 De onderzoekers vermoeden dat dit lagere inkomen te wijten is aan het feit dat zij na de scheiding van hun ouders terugvielen in welstand wat hen in een sociaal kwetsbaarder milieu heeft gebracht.
worden in een verbreking van de relatie, een beëindiging van het geregistreerd partnerschap, resp. de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding. Maar dan wel op een manier die niet leidt tot grotere ellende. Alles zal er dus op gericht moeten zijn om de beëindiging op een gepaste wijze en met zomin mogelijk scherpe kantjes te doen plaats vinden. 3. De wijze van scheiden kan wijzer In het voorgaande zagen we dat de (echt)scheiding vele kleine en grote materiële en immateriële gevolgen heeft voor zowel de scheidende partijen zelf als voor de kinderen en hun wederzijdse families. Voorkoming van (onnodig) scheidingsleed zou dan ook alle aandacht moeten hebben, waarbij verbetering van de (echt)scheidingsprocedure prioriteit verdient. Dat is mijns inziens zowel een taak van de wetgever als van degenen die in de (rechts)praktijk partijen bijstaan. Er zijn verschillende mogelijkheden om de huidige mogelijkheden in het echtscheidings(proces) te verbeteren en vechtscheidingen te voorkomen, namelijk door een combinatie van verbeteringen in de wetgeving, in goede en objectieve voorlichting aan partijen en in de wijze van procederen en hulp daarbij. Voorop moet staan dat zowel de zakelijk als de juridische, maar zeker ook de menselijke kant van de scheiding in de procedure aan bod komen.8 Via een interactief proces heeft TISCO een aanzet te geven voor een zodanige wijze van procederen, dat hiermee niet alleen bezuinigingen in de proceskosten, maar ook op (middellange en langere termijn) voordelen te behalen voor partijen zelf. Uitgangspunt bij dit proces is geweest om partijen zoveel mogelijk zelf het proces te laten leiden en te proberen om het conflict tussen partijen - dat uitmondt in een echtscheiding – niet verder te doen escaleren. De-escalatie van de scheiding(sprocedure) staat voorop. Hierna zal ik nader op die uitkomsten ingaan. Achtergrond van de voorstellen De verderop te bespreken voorstellen zijn mede voortgekomen uit een traject, dat is ontwikkeld door het Tilburg Institute for the Interdisciplinary Study of Contract Law and Conflict Systems (TISCO) en waarvan de uitkomsten zijn neergelegd in een position paper, waarin het interactief traject, onder leiding van prof. mr. J.M. Barendrecht (Universiteit van Tilburg), wordt beschreven. Dit traject heeft zoveel mogelijk relevante actoren op het gebied van de gesubsidieerde rechtsbijstand in brede zin - rechtsbijstand is immers het einde van vele ketens - bij elkaar gebracht om samen verbetervoorstellen te ontwikkelen. Vervolgens zijn in een impactanalyse (door Significant) de (financiële) effecten van deze beleidsalternatieven doorgerekend. Directe aanleiding voor de advisering door TISCO bij het Programma Duurzame en Toegankelijke Rechtsbijstand vormt de in het Coalitieakkoord opgenomen taakstelling voor de gesubsidieerde rechtsbijstand van € 50 miljoen vanaf 2009. De doelstelling van dat programma is tweeledig, namelijk én te komen tot verbetering van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand én tot invulling van de structurele taakstelling (lees: bezuiniging) op de rechtsbijstand van 50 miljoen.9 8 G.P. Hoefnagels, Handboek scheidingsbemiddeling, 3e druk, p. 55 tot en met 77; A.N. Labohm, Conflictdiagnose en een methodische aanpak ter zitting in familiezaken, EB 2008, afl. 3 en afl. 4.
9 Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 VI, nr. 13.
In het interactieve traject zijn vier juridische ketens die een groot beroep op rechtsbijstand kennen, doorgelicht op verbetermogelijkheden. Daarnaast is naar het stelsel en de toegang tot het recht als geheel gekeken met het oog op alternatieven zoals een rechtsbijstandverzekering, de inzet van paralegals (HBO-juristen), mediation en verbetering van de bestaande werkprocessen. De uitkomsten van dit traject zijn neergelegd op de Wiki in een Position paper (http://toegangtothetrecht.uvt.nl/). In dat paper wordt geconcludeerd dat rechtspraak en rechtsbijstand door de oplossing die zij bieden in ons rechtsbestel een bijzondere plaats innemen, maar dat tegelijkertijd op praktisch alle terreinen van het recht het spanningsveld aanwezig is van een oplossing op basis van belangen dan wel op basis van het recht. De maatschappelijke kosten (transactiekosten) van dit spanningsveld zijn aanzienlijk. Burgers hanteren voor de oplossing van geschillen nu eenmaal verschillende strategieën, al naar gelang de urgentie, kosten, beschikbare hulpverlening en tijd. Er zijn dan ook uiteenlopende vormen van geschilbeslechting, die elk op eigen wijze een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het geschil. Voor de vraag van de burger naar een oplossing van zijn geschil/rechtsvraag bestaat een gevarieerd aanbod aan juridische hulpverlening (advocaten, juridische loketten, rechtsbijstandverzekeringen, klachtencommissies, mediators, adviesbureaus, etc.). Veel van deze geschillen worden gekenmerkt door een veelvoud van onderliggende vragen en problemen, die ieder op zich de nodige aandacht vergen. Omdat de beëindiging van een huwelijk of andere langdurige relatie dikwijls gepaard gaat met veel emoties en spanningen en zowel materiële en immateriële gevolgen heeft., is daarom een multidisciplinaire aanpak van de scheidingsproblematiek het beste. Het is belangrijk dat de scheidende personen, daarbij (kunnen) beschikken over toegankelijke, objectieve en heldere informatie, omdat zij in alle onzekerheid over de (gevolgen van) de naderende scheiding behoefte zullen hebben aan zoveel mogelijk zekerheid. In de procedure op verzoek van een der partners is het van belang dat de ander door de partner die wenst te scheiden persoonlijk van die wens op de hoogte wordt gesteld (scheidingsmelding) en niet via een brief van de advocaat op de hoogte wordt gesteld van die scheidingswens. De verzoekende partij zou daarom gestimuleerd moeten worden om zo snel mogelijk in overleg te treden met de (ex-wederhelft) om zowel de scheidingsmelding te doen als om te proberen te komen tot afspraken over de echtscheiding en de gevolgen daarvan. In de uitkomsten van het interactieve proces, waarin een groot aantal deskundigen heeft geparticipeerd, wordt ervan uitgegaan dat de huwelijkspartners samen de gevolgen van de echtscheiding regelen. Omdat dit kan leiden tot een reductie van de scheidingskosten, zou dit een prikkel moeten zijn om constructief met elkaar in gesprek te raken. Alleen als de ander echt niet wil praten, zou de toevlucht mogen worden gezocht in een echtscheiding op tegenspraak. Maar ook dan zal mijns inziens – in welke scheidingsfase dan ook steeds geprobeerd moeten worden om partijen aan de onderhandelingstafel te brengen. Verder zullen partijen de ruimte moeten krijgen om na de eerste scheidingsmelding aan elkaar hierover van gedachten te wisselen, hulp te zoeken en gezamenlijk tot een oplossing te komen. Zij moeten hiertoe de tijd nemen en de tijd krijgen. Daarbij kan worden gedacht aan een (wettelijke) termijn van een half jaar waarin geen scheidingsverzoek mag worden ingediend, zoals ook in diverse andere landen
gebruikelijk is. Of een dergelijke herziening van het scheidingsrecht mogelijk is na de recente wetswijziging (Stb.2008, 5000) moet sterk worden betwijfeld, al hoop ik wel dat zowel het kabinet als het parlement hiertoe de moed hebben. Omdat het uit elkaar gaan van twee mensen met zulke heftige emoties en financieel grote gevolgen gepaard kan gaan, is er een enorm aanbod van allerlei hulpinstanties die klaar staan om partijen bij dat proces te helpen en te adviseren. In veel gevallen wordt die scheidingshulp ook – waar nodig - door de overheid gefaciliteerd door middel van een bijdrage in de kosten van het scheidingsproces, in de kosten van informatie, in de kosten van hulp en in andere financiële kosten (financiële bijstand via de sociale dienst, hulp bij het innen van niet-betaalde alimentatie10 via het LBIO, sociale huisvesting, enz.). Juist omdat een door middel van gezamenlijke gesprekken (onderhandeling) tot stand gekomen scheiding (de zgn ‘uitpraatvariant’) op korte en langere termijn zoveel voordelen - zeker ook voor de minderjarige kinderen in de relatie - heeft boven een vechtscheiding op eenzijdig verzoek, moet de overheid investeren in een beter gebruik van de mogelijkheden om die vechtscheiding te voorkomen. Dat kan eventueel door scheidende partijen het recht te beiden op gratis scheidingshulp, een aantal gratis mediationgesprekken of door hen een zgn. ‘rugzakje’ te bieden waarmee zij bij een aantal goedgekeurde instanties of mediators terecht kunnen, waarbij ook een eigen bijdrage kan worden gevraagd.11 De overheid moet uitstralen dat het de normale gang van zaken is c.q. hoort te zijn dat geschillen worden uitgepraat in plaats van uitgevochten, zeker als er kinderen in het conflict aanwezig zijn. Een echtscheiding zonder gemeenschappelijk verzoek en scheidingsplan moet echt uitzondering worden! Het scheidingsplan In de uitpraatvariant leggen partijen in beginsel samen hun echtscheidingsplan aan de rechter voor. Dat kan via een goedgekeurd format (in wezen een soort convenant, gemeenschappelijk verzoek, en beschikking ineen), waarin de diverse (rechts)gevolgen van de scheiding goed geregeld worden tussen partijen. Een format van zo’n scheidingsplan kan bijvoorbeeld via internet worden aangeboden. Onderdeel van het scheidingsplan zou in elk geval moeten zijn, dat daarin helder wordt dat partijen over de naderende scheiding met elkaar hebben gecommuniceerd en de duurzame ontwrichting van hun relatie en de scheiding ‘accepteren’ als een ‘fait accompli’ en dat zij over de scheiding overeenstemming hebben verkregen. Andere onderdelen van het scheidingsplan bevatten de diverse regelingen m.b.t. de verdeling van de boedel, het woonrecht, de alimentatie, pensioenverevening, de kinderen (hoofdverblijfplaats, omgang, informatie en consultatie en alimentatie) enz. De bedoeling van het scheidingsplan is dat door de betere voorbereiding en structuur in het proces, een groter deel van de scheidende echtparen dan nu het geval is het geheel eens moeten kunnen 10
De regering heeft in augustus 2008 aangekondigd ook de inning van niet betaalde alimentatie voor de ex-partner door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te laten plaatsvinden (zie Kamerstukken II, 2007/08, 31 575, nrs. 1-4. 11 In de Position paper wordt het voorstel gedaan dat de overheid een bedrag van € 1500 investeert voor rechtshulp, met een relatief lage eigen bijdrage, eventueel in vorm van vouchers, waarmee partijen een mediator, notaris of een advocaat kunnen inschakelen.
worden. Uiteindelijk kan het scheidingsplan door een advocaat worden bekeken en aan de rechter worden gezonden. De scheidingsrechter als regierechter Verder is in het interactieve traject (zie Position paper) gekozen voor een actievere rol van de rechter (als scheidingsrechter of regierechter). Deze scheidingsrechter zou bijvoorbeeld door elk der partijen gevraagd kunnen worden om een bepaalde handeling te verrichten, maar ook uit eigener beweging kunnen vragen naar de stand van zaken en daarop actie kunnen ondernemen. Als partijen er samen niet uitkomen, is de scheidingsrechter beschikbaar om partijen te helpen te komen tot een overeenkomst of zelf een beslissing te nemen op de strijdpunten in het scheidingsplan. Partijen zijn vrij om de diverse echtscheidingselementen te regelen, maar de rechter waakt wel voor de belangen van de kinderen. Een novum in de Position paper is het voorstel om met een financiële prikkel te stimuleren dat de scheidenden, indien zij het samen eens worden over de scheiding en de gevolgen daarvan, zij een lager griffierecht betalen dat de werkelijke kosten bij de rechtspraak dekt (bijvoorbeeld samen €300). Worden partijen het niet geheel eens, dan leggen zij wel hun echtscheidingsplan voor, maar met de open punten daarin aangegeven, waarover nog beslist moet worden. “Agree to disagree” wordt aantrekkelijk gemaakt, omdat het conflict zo in goede banen is geleid én de rechter dan veel eenvoudiger een beslissing kan nemen. Een prikkel om het samen eens te worden kan ook zijn, dat partijen voor de tussenkomst van de rechter iets meer moeten betalen (bijvoorbeeld € 600). Daarbij wil ik wel opmerken, dat de prikkels niet zo sterk mogen zijn, dan men louter om financiële redenen te snel overgaat tot een overeenkomst, terwijl de onderliggende geschilpunten worden toegedekt. Immers, een slecht scheidingsplan pakt net zo slecht uit als een slecht verlopen echtscheiding. Het is dan ook de verantwoordelijkheid voor de neutrale derden (advocaten, mediators, de rechter) om ervoor te waken dat het scheidingsplan op een goede wijze tot stand komt, waarbij partijen voldoende tijd hebben voor bezinning en beraad. Kortom, het scheidingsplan moet duurzaam zijn. Nadat de advocaat/advocaten/mediator het maken van het scheidingsplan heeft/hebben begeleid, wordt dit door hem/hen met daarin de (goed verwoorde) openstaande conflictpunten aan de rechter voorgelegd. In de Position paper wordt voorgesteld om de advocaat hiervoor een extra vergoeding (uit het voucher) te geven, welk bedrag de werkelijke kosten van de behandeling bij de rechtbank voor hem dekt. Immers, noch partijen noch de advocaat zijn gebaat met een te snelle (er doorgedrukte) beslissing of een al te snelle gang naar de rechter. Problemen na de scheiding Ook wanneer partijen op een goede manier (met een ‘mooi’ scheidingsplan en een beslissing van de scheidingsrechter) uit elkaar zijn gegaan, is dat geen garantie dat verdere problemen achterwege zullen blijven. Algemeen bekend is dat zich in de verhouding tussen de ex-partners nog diverse problemen zullen kunnen voordoen, bijvoorbeeld als zich een nieuwe partner aandient of als de alimentatieplichtige zijn baan verliest of de omgangsregeling dreigt vast te lopen. Uiteraard moet ook dan alles gericht zijn op een minnelijke oplossing van de problemen. Dat moet snel gebeuren, omdat een klein vuurtje een lang smeulende
heidebrand kan worden. Voor het bluswerk kan het beste gebruik worden gemaakt van de advocaat of mediator die ook het scheidingsplan heeft helpen opstellen en daardoor van de ins and outs van de scheidingsproblemen bij partijen op de hoogte is. In de Position paper wordt voorgesteld om voor de nodige nazorgactiviteiten (aanpassing alimentatie, omgangsregeling, toch nog conflicten over boedelscheiding) nog een extra vergoeding uit het voucher (bijvoorbeeld €500) toe te staan. Het griffierecht wordt dan wederom door partijen zelf betaald (bijvoorbeeld €50). De procedure op tegenspraak Lukt het partijen niet om een gezamenlijk scheidingsplan te maken en moet de rechter op de meeste punten knopen hakken, dan wordt daarmee gekozen voor een procedure op tegenspraak. In de Position paper wordt overwogen om daarvoor een hogere eigen bijdrage te laten betalen. Ik vraag mij af of dit een goede suggestie is, omdat het in de praktijk lastig zijn om na te gaan door wie van beiden een compromis niet mogelijk was. Lastige gevallen Soms kan van een partij niet verwacht worden dat hij of zij samenwerkt om het geschil in goede banen te leiden en te verduidelijken om redenen die buiten haar of zijn invloedssfeer liggen. Voorbeelden zijn een vrouw die traumatisch huiselijk geweld heeft ondergaan, een persoon die lijdt aan een geestelijke stoornis of een gebrek aan de verstandelijke vermogens heeft of een persoon die een gebrek aan communicatievaardigheden heeft. In de Position paper wordt voorgesteld om de dwarsliggende partij in zo’n situatie een hoger tarief voor een echtscheiding op tegenspraak te laten betalen, al zal het – zoals gezegd - in veel gevallen moeilijk zijn om slechts één ‘lastige’ partij te benoemen . De ‘goedwillende’ partij kan korting krijgen op de ‘tegenspraak-tarieven’, maar dan wel via Diagose en triage, aldus de Position paper. Dit is een prikkel om in een moeilijke categorie gevallen een goede aanpak te laten bepalen. Een neutrale instantie adviseert dan een geëigende aanpak. Komt uit de triage dat de route op tegenspraak inderdaad is geïndiceerd, dan kan die met korting worden gevolgd. Naar een nieuwe financiering van de echtscheidingsprocedure In de interactieve bijeenkomsten is de verwachting uitgeproken, dat dat met de invoering van een scheidingsplan en de actieve scheidingsrechter besparingen bereikt kunnen worden, alsmede een kwaliteitsverhoging van de gehele procedure. Met behulp van Signifcant is een en ander doorgerekend en men komt uit op aanzienlijke besparingen voor de overheid op de kosten van rechtsbijstand. In de door TISCO gedane voorstellen zijn positieve financiële prikkels ingebouwd voor het sturen op een voor partijen aanvaardbaar compromis in plaats van op verharding van de strijd. Besparingen voor de overheid; positieve neveneffecten De totale besparingen voor de Justitiebegroting bij invoering van het scheidingsplan en de scheidingsrechter (daarbij is ook gerekend dat de overheid extra investeringen moet doen) worden in de Position paper globaal geraamd op € 30 miljoen12. Daarbij blijft het echter niet, want dit zijn de te verwachten kostenbesparingen voor de afdeling 12
De berekening hiervan is in de Position paper te vinden.
rechtspleging van het ministerie van Justitie. Ook andere afdelingen/directies van datzelfde ministerie zullen hiervan de gunstige gevolgen kunnen ondervinden (jeugd, sancties). Dat geldt tevens voor de ministeries van OC&W, VWS en voor het ministerie voor Jeugd en Gezin. Afgezien van bovengenoemde besparingsmogelijkheden is het mijns inziens veel belangrijker dat ten gevolge van deze andere wijze van scheiden diverse andere voordelen worden behaald, zoals minder problematisch verlopende, althans minder escalerende scheidingen en daarmee ook minder emotionele conflicten over de kinderen en voor de kinderen zelf een minder traumatische ervaring. Ook dat alles werkt zeker besparend! Immers, als ouders er in slagen om hun relatie op een meer constructieve, niet-conflictueuze manier te beëindigen en via het scheidingsplan goede regelingen weten te treffen dan mag worden verwacht dat minder kinderen last zullen hebben van het uit elkaar gaan van hun ouders en niet in hun strijd betrokken worden. En dat heeft financieel gunstige gevolgen voor diverse andere terreinen, zoals het onderwijs, de jeugdzorg (inclusief de jeugdbescherming) en de jeugdgezondheidszorg, als ook in de jeugdstrafrechtsketen. En wie zou daar tegen kunnen zijn? Conclusie In voorgaande is ingegaan op de huidige wijze van scheiden en de problemen die daaraan kleven. Tegenover het traditionele model van echtscheiding staat de (opkomst van het fenomeen) bemiddeling/mediation, waarbij getracht wordt om partijen op een minnelijke weg uit elkaar te helpen. Daarnaast heb ik de belangrijkste uitkomsten beschreven van het interactieve traject dat in het kader van het project Duurzame en Toegankelijke Rechtsbijstand heeft plaatsgevonden. In het bijzonder heb ik daarbij aandacht besteed aan de te verwachten voordelen van een door partijen zelf – met behulp van een advocaat/mediator – opgesteld scheidingsplan onder de leiding van de scheidings/regierechter die – waar nodig – ook zelf sturing geeft aan het echtscheidingsproces. Ik verwacht een grote verbetering ten opzichten van de huidige echtscheiding als partners aan de hand van een scheidingsplan, zelf een actievere rol krijgen in het samen bespreken en regelen van de naderende (echt)scheiding én in een meer sturende scheidingsrechter die de regie heeft in de procedure. Overigens kan het scheidingsplan ook zijn nut hebben voor ongehuwde paren die – al dan niet met kinderen uit die relatie – hun relatie wensen te beëindigen. In elk geval bieden de uitkomsten van dit project voldoende stof voor nadenken en discussie. Ik hoop dan ook van harte dat de lezers gebruik zullen maken van deze discussiemogelijkheid.