Voorkant volgens zorgzwaartebekostiging layout. Zie HW rapportage ZZP-check nulmeting.doc

Voorkant volgens zorgzwaartebekostiging layout. Zie HW070584 rapportage ZZP-check nulmeting.doc

Eerste vervolgmeting ZZP-check

Enschede, sept 2007 HW/07/2372/imz


Inhoudsopgave Samenvatting .......................................................................................... 3 1.

Inleiding ........................................................................................ 5

2.

Methode......................................................................................... 6 2.1 Vragenlijst ................................................................................ 6 2.2 Doelgroep ................................................................................. 6 2.3 Respons.................................................................................... 6 2.4 Individuele waardering................................................................ 7

3.

Resultaten ...................................................................................... 9 3.1 Voorbereiding: betrokkenheid medewerkers................................... 9 3.2 Voorbereiding .......................................................................... 10 3.3 Uitvoering ............................................................................... 12 3.4 Overig: AZR ............................................................................ 17 3.5 Overig: knelpunten .................................................................. 18 3.6 Overig: ondersteuning .............................................................. 20

4.

Conclusie ..................................................................................... 23

B IJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6

Voorbereiding, betrokkenheid medewerkers ................................ Voorbereiding, algemeen.......................................................... Uitvoering .............................................................................. Overig, AZR ........................................................................... Overig, knelpunten.................................................................. Overig, ondersteuning .............................................................

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

25 28 30 36 38 41

P agi n a 2 v an 4 3


Samenvatting Begin 2007 zijn zorginstellingen gestart met de voorbereidingen op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. In juni 2007 is de eerste vervolgmeting van de ZZP-check voorgelegd aan zorginstellingen om inzicht te krijgen in de mate waarin zorginstellingen in deze fase van het traject (juni 2007) zijn voorbereid op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. In het kader van een juiste interpretatie van de resultaten wordt opgemerkt, dat de ZZP-check is uitgevoerd op het moment dat de voorlopige ZZP-tarieven en gebruikersgidsen nog niet bekend waren. Op basis van een aantal antwoorden ten aanzien van de onderdelen voorbereiding, uitvoering en overig, is per instelling een individuele waardering toegekend middels de kleuren groen (instelling voldoende voorbereid), oranje (instelling moet alle zeilen bij zetten) en rood (instelling is onvoldoende voorbereid). Per onderdeel worden de antwoorden kort toegelicht. V OORBEREIDING In deze fase van het traject is het ten aanzien van dit onderdeel van belang dat minimaal de Raad van Bestuur, het managementteam en de medewerkers financiën erbij betrokken zijn. Dit blijkt bij de meerderheid van de instellingen zo te zijn. Daarnaast is het van belang een (project)plan opgesteld te hebben en een (project)organisatie gevormd te hebben of dit minimaal van plan te zijn. De meerderheid van de instellingen blijkt al een (project)organisatie gevormd te hebben. Een groot deel van de instellingen is nog van plan een (project)plan op te stellen. Op basis van de gegeven antwoorden komt het volgende beeld naar voren: ruim 23% van de instellingen lijkt voldoende voorbereid te zijn, 39% moet alle zeilen bij zetten en 38% is onvoldoende voorbereid. U ITVOERING In deze fase van het traject is het ten aanzien van dit onderdeel met name van belang, dat: Een instelling geïndiceerde zorg vertaalt naar dagelijkse zorglevering in het zorg(leef)plan. Bij 44% van de instellingen vindt deze vertaling plaats. Van de instellingen waar nog geen concrete vertaling plaatsvindt, is 51% wel van plan dit te gaan doen. Een instelling die zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten periodiek bijhoudt dan wel plan is dit te gaan doen. Bij 36% van de instellingen wordt dit reeds gedaan, 58% van de instelling is van plan dit in de toekomst te gaan doen. Een instelling de geleverde zorg registreert in geleverde zorgzwaartepakketten per jaar dan wel van plan is dit te gaan doen. Bij 14% van de instelling vindt de registratie van geleverde zorg plaats in zorgzwaartepakketten in dagen per jaar. Daarnaast wordt de registratie met name uitgevoerd in uren OB-dag (44%).

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Een instelling de kostprijzen van de zorgzwaartepakketten heeft berekend dan wel van plan is dit te gaan doen. De meerderheid van de instellingen blijkt nog geen kostprijzen te hebben berekend. Ruim 72% van de instellingen geeft aan dit wel van plan te zijn, 20% geeft aan geen kostprijzen te gaan berekenen. Een instelling de (potentiële) cliënten informeert of van plan is te informeren over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZ-zorg binnen de instelling op basis van zorgzwaartepakketten. De meerderheid van de instellingen (81%) heeft (potentiële) cliënten (nog) niet geïnformeerd over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZ-zorg op basis van de geïndiceerde ZZP’s, maar is wel van plan dit in de toekomst te gaan doen (72%).

Op basis van de combinatie van antwoorden op deze aspecten komt het beeld naar voren dat 27% van alle instellingen voldoende is voorbereid ten aanzien van de uitvoering, 45% alle zeilen moet bij zetten en 28% onvoldoende is voorbereid. O VERIG Met betrekking tot AZR is het van belang dat een instelling in staat is om de start van de zorg aan de cliënt via een ‘melding aanvang zorg bericht’ te versturen naar het zorgkantoor. Het merendeel van de instellingen blijkt dit te kunnen. Het aantal instellingen dat informatie over het geïndiceerde ZZP uit het indicatiebesluit en zorgtoewijzingsbericht op kan nemen in het cliëntregistratiesysteem ligt lager. Op basis van de gegeven antwoorden lijkt 59% van de instellingen voldoende voorbereid te zijn op het gebied van AZR, 17% alle zeilen te moeten bijzetten en 24% onvoldoende voorbereid te zijn. Tenslotte verwachten instellingen met name knelpunten met betrekking tot de registratie van zorgzwaartepakketten/zorglevering, interne kostprijs/budgettering en personeelsplanning. Met name op deze gebieden verwacht men ondersteuning nodig te hebben. C ONCLUSIE Op het moment dat de 1e vervolgmeting van de ZZP-check is uitgevoerd waren de zorgaanbieders ruim een half jaar bekend met de zorgzwaartepakketten. Ongeveer een derde van de instellingen lijkt onvoldoende bezig te zijn met een goede voorbereiding voor de invoering per 2009. Met name op het gebied van registratie, kostprijzen en personeelsplanning bestaat behoefte aan ondersteuning. Ondertussen zijn de voorlopige ZZP-tarieven en gebruikersgidsen bekend bij alle zorgaanbieders waardoor de feitelijke situatie momenteel iets anders kan zijn.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



1.

Inleiding Invoering van de zorgzwaartebekostiging noopt tot aanpassingen in de bedrijfsvoering van zorginstellingen. Zorginstellingen moeten er klaar voor zijn als de invoering per 2009 leidt tot financiële gevolgen. In 2007 en 2008 moeten zorginstellingen deze aanpassingen verwezenlijken. Ter ondersteuning van het invoeringsproces is het belangrijk dat er inzicht bestaat in de mate waarin de zorginstellingen zijn voorbereid op de daadwerkelijke implementatie van de zorgzwaartebekostiging. Hiervoor is het van belang om te weten in welke mate de zorginstellingen beschikken over de basisvoorzieningen voor een succesvolle implementatie. Om dit te weten te komen is door bureau HHM in opdracht van het ministerie van VWS de ‘ZZPcheck’ ontwikkeld. Eind januari 2007 is de ‘ZZP-check’ bij wijze van nulmeting via het ZZPscoreprogramma voor de eerste keer voorgelegd aan zorginstellingen. Deze nulmeting had een inventariserend karakter. Begin juni 2007 is de eerste vervolgmeting van de ‘ZZP-check’ via het ZZP-registratiesysteem voorgelegd aan zorginstellingen. In deze notitie zijn de resultaten van de eerste vervolgmeting uitgewerkt. Om de voortgang te blijven monitoren zal de ‘ZZPcheck’ in het najaar van 2007 en in 2008 nog een aantal malen worden herhaald.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



2.

Methode In dit hoofdstuk wordt een korte toelichting gegeven op de methode die is gehanteerd voor het uitvoeren van de eerste vervolgmeting van de ZZP-check.

2.1

Vragenlijst De vragenlijst behorende bij de vervolgmeting van de ZZP-check bevat 23 vragen die zijn ondergebracht in de volgende categorieën: voorbereiding; uitvoering; overig. Teneinde de voortgang inzichtelijk te maken komt de vragenlijst van de vervolgmeting qua structuur overeen met de vragenlijst van de nulmeting. Op basis van de resultaten van de nulmeting en de ontwikkelingen die zich voor hebben gedaan met betrekking tot de invoering van de zorgzwaartebekostiging is een aantal vragen en/of antwoordcategorieën aangepast dan wel toegevoegd.

2.2

Doelgroep Alle zorginstellingen die hebben deelgenomen aan de ZZP-score in het najaar van 2006 zijn benaderd. Dit zijn alle instellingen die op 1 november 2006 intramurale AWBZ-zorg leverden.

2.3

Respons In totaal zijn er 986 NZa-nummers die hebben deelgenomen aan de ZZP-score. Een zorginstelling kan verschillende NZa-nummers omvatten. Een aantal zorginstellingen heeft aangegeven per zorginstelling één vragenlijst ingevuld te hebben, die betrekking heeft op een aantal NZa-nummers. Om de juiste respons te bepalen dient derhalve uitgegaan te worden van 943 (986 minus 43) zorginstellingen. De vervolgmeting van de ZZP-check is op 16 juli 2007 door 433 instellingen uitgevoerd. Na het uitzetten van een extra verzoek om de vervolgmeting van de ZZP-check uit te voeren onder de non-respondenten is dit aantal op 11 september 2007 met 42 instellingen toegenomen tot 475 instellingen. Dit betekent een respons van 50%. De 475 instellingen zijn als volgt verdeeld over de sectoren: Verpleging en Verzorging: 293 (49% van de V&V sector); Gehandicaptenzorg: 127 (53% van de GZ-sector); Geestelijke gezondheidszorg: 55 (52% van de GGZ-sector). De respons in de verschillende sectoren blijkt nagenoeg gelijk te zijn. Zoals is weergegeven in tabel 1 is de respons lager dan bij de nulmeting.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Nulmeting

Vervolgmeting

n

% sector

N

% sector

Verpleging en Verzorging

363

61

293

49

Gehandicaptenzorg

161

67

127

53

Geestelijke gezondheidszorg

77

73

55

52

Totaal

601

475

Tabel 1. Vergelijking respons nulmeting – vervolgmeting

Van de 475 instellingen die de vervolgmeting van de ZZP-check hebben uitgevoerd, hebben 395 instellingen (83%) ook de nulmeting uitgevoerd.

2.4

Individuele waardering Aan de resultaten van de eerste vervolgmeting is per instelling tevens een waardering toegekend. Op deze wijze wordt niet alleen op landelijk niveau, maar ook op individueel niveau de voortgang zichtbaar. De waardering geeft een indicatie van de mate waarin een instelling is voorbereid op de implementatie van de zorgzwaartebekostiging. Deze indicatie is gebaseerd op een aantal antwoorden ten aanzien van de voorbereiding, uitvoering en AZR. V OORBEREIDING De betrokkenheid van de Raad van Bestuur, het managementteam en de medewerkers financiën. Het opstellen van een (project)plan. Het vormen van een (project)organisatie waarbinnen voldoende kennis aanwezig is over de inhoud en de consequenties van de zorgzwaartebekostiging. U ITVOERING De vertaling van geïndiceerde zorg naar dagelijkse zorglevering. Het periodiek bijhouden van de zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten. De registratie van geleverde zorg in geleverde zorgzwaartepakketten in dagen per jaar. Het berekenen van kostprijzen van zorgzwaartepakketten. Het informeren van (potentiële) cliënten over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZ-zorg binnen de instelling op basis van zorgzwaartepakketten. AZR De mogelijkheid om het ‘melding aanvang zorg bericht (AW35)’ te versturen. Informatie over het geïndiceerde ZZP uit het IO31 (indicatiebesluit) en AW33-(zorgtoewijzing) bericht op te nemen in het cliëntregistratiesysteem.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Mogelijke waarderingen zijn: Rood : de instelling is onvoldoende voorbereid. Oranje : de instelling moet alle zeilen bijzetten. Groen : de instelling ligt op koers. De waardering is per e-mail verzonden naar de individuele instellingen die de ZZP-check hebben uitgevoerd en een emailadres hebben ingevuld. Er zijn 446 van de 475 (94%) instellingen die een emailadres hebben ingevuld en een individuele waardering hebben ontvangen.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



3.

Resultaten In deze notitie wordt een eerste overzicht gegeven van de resultaten van de vervolgmeting van de ZZP-check. Dit overzicht is gebaseerd op de gegevensset van 11 september 2007. In het overzicht wordt een onderscheid gemaakt in drie subonderdelen: voorbereiding, uitvoering en overig. Voor ieder subonderdeel wordt een totaalbeeld geschetst. De tabellen waarin het totaalbeeld wordt weergegeven zijn opgenomen in de hoofdrapportage. Waar nodig wordt aangegeven of er een afwijking van het totaalbeeld bestaat voor: kleine instellingen (capaciteit <50); middelgrote instellingen (capaciteit ≥ 50 en < 300); grote instellingen (capaciteit ≥ 300); Verpleging en Verzorging; Gehandicaptenzorg; Geestelijke gezondheidszorg. De tabellen met het beeld van de verschillende sectoren, kleine, middelgrote en grote instellingen zijn opgenomen in de bijlagen. Uit de gegevens die de ZZP-check heeft opgeleverd is het tevens mogelijk een beeld per subsector te creëren. Omdat het beeld per subsector over het algemeen niet blijkt af te wijken van het beeld per sector is dit in deze notitie niet weergegeven. Waar mogelijk worden de uitkomsten van de vervolgmeting vergeleken met de nulmeting om de voortgang zichtbaar te maken.

3.1

Voorbereiding: betrokkenheid medewerkers Met betrekking tot de betrokkenheid van de medewerkers is in de ZZP-check de onderstaande vraag gesteld: Welke medewerkers zijn op dit moment actief betrokken bij de voorbereiding1 op de invoering van de zorgzwaartebekostiging per 1 januari 2008? In tabel 2 is weergegeven of diverse (groepen) medewerkers al dan niet betrokken zijn bij de voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. In bijlage 1 zijn de aanvullende tabellen opgenomen.

1

Onder voorbereiding valt niet de score van de huidige intramuraal in zorg zijnde cliënten door zorginstellingen in de periode 1 november 2006 tot en met 29 januari 2007.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Totaal

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

%

%

%

%

%

%

Raad van Bestuur/directie

75,0

87,4

25,0

12,6

-

-

Managementteam/afdelings hoofden

90,3

96,2

9,7

3,8

-

-

Medewerkers financiën

79,5

88,4

18,5

10,3

2,0

1,3

Medewerkers ICT

42,9

51,6

44,9

33,5

12,1

14,9

Medewerkers intake

52,9

67,8

38,4

25,3

8,7

6,9

Uitvoerenden: (para) medici 29,3

32,6

52,9

47,4

17,8

20,0

Uitvoerenden: overig

60,4

57,9

38,9

41,3

0,7

0,8

Cliëntenraad

24,3

36,6

72,9

60,8

2,8

2,5

Tabel 2. Betrokkenheid medewerkers, alle instellingen

Op basis van deze gegevenset kunnen onderstaande conclusies worden getrokken over de betrokkenheid van de diverse (groepen) medewerkers bij de voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Over het algemeen is de betrokkenheid van de diverse (groepen) medewerkers toegenomen. Met name de betrokkenheid van de medewerkers intake. In het kader van een goede voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging zouden op dit moment minimaal de Raad van Bestuur, het managementteam en de medewerkers financiën betrokken moeten zijn. Uit deze eerste vervolgmeting blijkt dat dit voor de meerderheid van de instellingen het geval is. Het managementteam is bij 96,2% van de instellingen betrokken, de Raad van Bestuur bij 87,4% van de instellingen en de medewerkers financiën bij 88,4% van de instellingen. Uit de nulmeting bleek dat de betrokkenheid van de Raad van Bestuur bij grote instellingen circa 30% hoger was dan bij kleine instellingen, inmiddels is dit verschil gereduceerd tot circa 15%. Het minst betrokken zijn de (para)medici (32,6%) en de cliëntenraad (36,6%). De betrokkenheid van de cliëntenraad is met name laag in de geestelijke gezondheidszorg (16,4%). In de sector Gehandicaptenzorg is de betrokkenheid van de cliëntenraad (42,5%) evenals de betrokkenheid van de medewerkers intake (84,3%) en de (para)medici (37,8%) hoger dan in de andere sectoren.

3.2

Voorbereiding Met betrekking tot de voorbereiding zijn in de ZZP-check onderstaande vragen gesteld: Is er een (project)plan opgesteld voor de invoering van de zorgzwaartebekostiging per 1 januari 2008? Is er een (project)organisatie gevormd die zorg draagt voor de uitvoering van het (project)plan?

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agi n a 10 va n 43


Is er binnen de (project)organisatie voldoende kennis aanwezig over: de inhoud van de zorgzwaartebekostiging? Is er binnen de (project)organisatie voldoende kennis aanwezig over: de consequenties van de zorgzwaartebekostiging?

Tabel 3 bevat gegevens met betrekking tot de voorbereiding. In bijlage 2 zijn de aanvullende tabellen opgenomen. Totaal

Ja

Nee, mee Nee, wel van bezig plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Juni (n=475)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

13,1

35,6

31,6

50,7

49,5

4,5

14,9

-

Projectorganisatie

27,6

50,5

23,6

40,3

33,5

8,5

16,0

-

Kennis inhoud

72,9

89,3

16,1

10,0

-

1,0

6,7

4,0

Kennis consequenties

48,6

68,8

37,8

12,8

-

0,8

27,4

3,8

Tabel 3. Voorbereiding, totaal

Op basis van deze gegevensset kan worden geconcludeerd, dat over het algemeen de mate van voorbereiding van de instellingen is toegenomen. In het kader van een goede voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekosting is het in deze fase van het traject (juni 2007) van belang om een (project)plan en een (project)organisatie waarbinnen voldoende kennis aanwezig is te hebben of deze minimaal van plan zijn op te stellen dan wel te vormen. O PSTELLEN PROJECTPLAN Uit de eerste vervolgmeting blijkt dat 35,7% van de instellingen een (project)plan heeft opgesteld. Bij grote instellingen (47%) en bij instellingen in de sector Geestelijke Gezondheidszorg (52,7%) ligt dit percentage hoger. Bij kleine instellingen ligt dit percentage lager (22,7%). Het aantal grote instellingen wat een (project)plan heeft opgesteld is toegenomen ten op zichtte van de nulmeting. Dit in tegenstelling tot de kleine instellingen waar het percentage wat een (project)plan heeft opgesteld ongeveer gelijk is gebleven. Van de instellingen die nu nog geen (project)plan hebben opgesteld, is 49,5% van plan een (project)plan op te stellen, 14,9% van de instellingen is niet van plan een (project)plan op te stellen. V ORMING ( PROJECT ) ORGANISATIE Uit de eerste vervolgmeting blijkt dat 50,5% van de instellingen een (project)organisatie heeft gevormd. Bij grote instellingen (63,5%) ligt dit percentage hoger. Bij kleine instellingen ligt dit percentage lager (42,4%). Het aantal grote instellingen wat een (project)organisatie heeft gevormd is toegenomen ten op zichtte van de nulmeting. Dit in tegenstelling tot de kleine

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



instellingen waar het percentage wat een (project)organisatie heeft gevormd ongeveer gelijk is gebleven. Van de instellingen die nu nog geen (project)organisatie hebben gevormd, is 33,5% van plan een (project)organisatie te vormen, 16% van de instellingen is niet van plan een (project)organisatie te vormen. K ENNIS INHOUD ( PROJECT ) ORGANISATIE De meerderheid van de instellingen (89,3%) geeft aan dat er binnen de (project)organisatie voldoende kennis aanwezig is over de inhoud van de zorgzwaartebekostiging. K ENNIS CONSEQUENTIES ( PROJECT ) ORGANISATIE De kennis over de consequenties van de zorgzwaartebekostiging binnen de (project)organisatie is minder dan de kennis over de inhoud, 68,8% van de instellingen geeft aan dat er voldoende kennis aanwezig is over de consequenties. Dit is echter wel een forse stijging ten opzichte van de nulmeting, te weten circa 20%.

3.3

Uitvoering Met betrekking tot de uitvoering zijn in de ZZP-check onderstaande vragen gesteld: Zijn de door uw organisatie gescoorde zorgzwaartepakketten opgenomen in uw eigen cliëntregistratiesysteem? Vindt in uw organisatie een concrete vertaling plaats van de geïndiceerde zorg2 naar de dagelijkse zorglevering in het zorg(leef)plan? Houdt uw organisatie de zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten periodiek bij? 3 Hanteert uw organisatie een productenboek voor intern gebruik? Vindt de registratie van geleverde zorg plaats volgens de huidige NZabekostigingsparameters in plaatsen/dagen per jaar? Vindt de registratie van geleverde zorg plaats in: o Geleverde zorgzwaartepakketten in dagen per jaar o Geleverde uren woonzorg o Geleverde uren behandeling o Geleverde uren dagbesteding o Geleverde uren OB-alg o Geleverde uren PV o Geleverde uren VP o Geleverde uren AB-alg o Geleverde dagdelen OB-dag o Geleverde dagdelen AB-dag o Geleverde uren BH o Overig 2

Vooralsnog in termen van producten en functies. Na 1 juli 2007 in termen van ZZP’s. Een productenboek geeft een opsomming van de producten/activiteiten die de instelling levert met minimaal de daaraan gekoppelde (norm)tijden en het deskundigheidsniveau dat het product/de activiteit levert. 3

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Heeft uw organisatie de kostprijzen van de zorgzwaartepakketten berekend? Hanteert uw organisatie een systeem van interne budgettering op basis van zorgzwaartepakketten? Hanteert uw organisatie de zorgzwaartepakketten als uitgangspunt voor de personeelsplanning? Informeert uw organisatie (potentiële) cliënten over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZ-zorg binnen uw organisatie op basis van de geïndiceerde zorgzwaartepakketten?

Tabel 4 bevat gegevens met betrekking tot de uitvoering. De aanvullende tabellen zijn opgenomen in bijlage 3. Totaal

Ja

Nee, mee Nee, bezig wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

%

%

%

%

%

%

%

Cliëntregistratiesysteem

9,0

20,0

26,5

61,9

67,2

2,7

12,8

Vertaling naar dagelijkse zorglevering

10,3

41,7

24,1

63,1

52,6

2,5

5,7

Periodieke monitoring zorgzwaarte

14,1

35,6

21,1

62,6

57,5

2,2

6,9

Productenboek intern

/

26,7

/

/

44,2

/

29,1

Registratie geleverde zorg huidige NZa-bpm

72,7

89,7

5,0

19,3

7,4

3,0

2,9

Registratie dagen ZZP

/

13,7

/

/

66,9

/

19,4

Registratie uren woonzorg

/

21,3

/

/

32,6

/

46,1

Registratie uren behandeling

/

18,5

/

/

32,2

/

49,3

Registratie uren dagbesteding

/

30,7

/

/

28,2

/

41,1

Registratie uren OB-alg

/

32,0

/

/

22,7

/

45,3

Registratie uren PV

/

27,4

/

/

23,2

/

49,5

Registratie uren VP

/

26,7

/

/

23,2

/

50,1

Registratie uren AB-alg

/

25,9

/

/

19,8

/

54,3

Registratie uren OB-dag

/

43,8

/

/

18,3

/

37,9

Registratie uren AB-dag

/

29,3

/

/

18,7

/

52,0

Registratie uren BH

/

22,3

/

/

21,9

/

55,8

Registratie overig

/

41,9

/

/

9,1

/

49,1

Kostprijzen

2,5

7,8

18,5

72,2

72,6

6,8

19,6

Interne budgettering

6,0

8,2

13,1

71,4

71,2

9,5

20,6

Personeelsplanning

9,5

10,7

13,8

69,7

71,8

7,0

17,5

Informeren (potentiële) cliënten

14,0

18,7

12,6

70,2

72,2

3,2

9,1

Tabel 4. Uitvoering, totaal HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



In deze fase van het traject (juni 2007) is het met name van belang dat: Een organisatie geïndiceerde zorg vertaalt naar dagelijkse zorglevering in het zorg(leef)plan. De zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten periodiek bijhoudt dan wel plan is dit te gaan doen. De geleverde zorg registreert in geleverde zorgzwaartepakketten per jaar dan wel van plan is dit te gaan doen. De instelling de kostprijzen van de zorgzwaartepakketten heeft berekend dan wel van plan is dit te gaan doen. De instelling de (potentiële) cliënten informeert of van plan is te informeren over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZ-zorg binnen de organisatie op basis van zorgzwaartepakketten.

Op basis van deze gegevensset kunnen onderstaande conclusies worden getrokken. C LIËNTREGISTRATIESYSTEEM Bij de meerderheid van de instellingen zijn de zorgzwaartepakketten (nog) niet opgenomen in het cliëntregistratiesysteem (80%). De meerderheid van de instellingen die de zorgzwaartepakketten (nog) niet hebben opgenomen in het cliëntregistratiesysteem zijn wel van plan dit in de toekomst te realiseren (67,2%). Ten opzichte van de nulmeting is een stijging van circa 10% te constateren ten aanzien van instellingen die de zorgzwaartepakketten hebben opgenomen in het cliëntregistratiesysteem. V ERTALING NAAR DAGELIJKSE ZORGLEVERING Bij 41,7% van de instellingen vindt een concrete vertaling plaats van de geïndiceerde zorg naar de dagelijkse zorglevering. In de sector Geestelijke Gezondheidszorg ligt dit percentage ongeveer 10% lager. Van de instellingen waar nog geen concrete vertaling plaats vindt van de geïndiceerde zorg, is 52,6% dit wel van plan te doen in de toekomst. Een directe vergelijking met de nulmeting kan hier niet worden gemaakt omdat de vraagstelling is veranderd. In plaats van de vertaling van het gescoorde of geïndiceerde zorgzwaartepakket naar de dagelijkse zorglevering is er nu gevraagd naar de vertaling van geïndiceerde zorg in zijn algemeenheid. P ERIODIEKE MONITORING ZORGZWAARTE Bij 35,6% van de instellingen wordt de zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten periodiek bijgehouden. Van de overige instellingen is 57,5% van plan dit in de toekomst te gaan doen. De meerderheid van de instellingen die de zorgzwaarte periodiek bijhouden doet dit 2 keer per jaar. Daarnaast komen met name de frequenties 1, 3, 4 en 12 keer per jaar naar voren.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Ten opzichte van de nulmeting is een stijging van bijna 20% te constateren van instellingen die de zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten periodiek bijhouden. P RODUCTENBOEK Bij 26,7 % van de instellingen wordt reeds gebruik gemaakt van een productenboek, 44,2% van de instellingen is van plan in de toekomst gebruik te gaan maken van een productenboek. Opvallend is dat er in de sector Gehandicaptenzorg het meest gebruik wordt gemaakt van een productenboek. Omdat deze vraag niet is gesteld bij de nulmeting kan er geen vergelijking worden gemaakt. Voor de metingen die zullen volgen zal het van belang zijn of de instellingen die gebruik maken van een productenboek dit ook aanpassen in het kader van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. R EGISTRATIE GELEVERDE ZORG 89,7% van de instellingen registreert de totale hoeveelheid geleverde zorg volgens de huidige NZa-bekostigingsparameters. Bij 13,7% van de instelling vindt de registratie van geleverde zorg plaats in zorgzwaartepakketten in dagen per jaar. Daarnaast wordt de registratie, met name in de sector Gehandicaptenzorg en de sector Geestelijke Gezondheidszorg, uitgevoerd in uren dagbesteding (30,7%) en uren OB-dag (43,8%). Over het algemeen wordt er in de sector Gehandicaptenzorg meer geregistreerd op het niveau van de functies dan in de andere sectoren. In de sector Geestelijke Gezondheidzorg wordt door een groot percentage instellingen (50,6 %) aangegeven dat de geleverde zorg op een andere manier wordt geregistreerd, namelijk volgens de DBC-registratie. Instellingen hadden de mogelijkheid om andere zaken te noemen die zij registreren. Hier worden de volgende punten genoemd: Aantal geleverde zorgdagen/aanwezigheidsdagen/dagen verblijf (met/zonder behandeling). Afzonderlijke registratie dagbesteding/deelnameregistratie groepsactiviteiten. OB-alg/PV/VP/AB-alg in dagdelen in plaats van uren. Activiteitenlijst welke is opgesteld aan de hand van het zorgplan. Activiteiten zijn niet altijd gespecificeerd in dagdelen/uren. Registreren van afwijkingen op de planning (zorgafspraken). In dagen behandelmodules/behandelprogramma’s. DBC-registratie. Inzet disciplines. Een directe vergelijking met de nulmeting kan hier niet worden gemaakt. Omdat de vraagstelling in de nulmeting niet duidelijk leek te zijn is deze aangepast. In de nulmeting werd gevraagd naar registratie op NZa-nummer niveau, locatieniveau, afdelingsniveau en cliëntniveau. K OSTPRIJZEN De meerderheid van de instellingen heeft nog geen kostprijzen berekend. Van de instellingen die nog geen kostprijs hebben berekend geeft 72,6% aan dit wel van plan te zijn, 19,6% geeft aan geen kostprijzen te gaan berekenen. HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Ten opzichte van de nulmeting is een stijging van circa 5% te constateren van het aantal instellingen dat de kostprijs heeft berekend. Opmerkelijk is dat het aantal instellingen dat niet van plan is om kostprijzen te gaan berekenen is gestegen met circa 13%. I NTERNE BUDGETTERING De meerderheid van de instellingen hanteert (nog) geen systeem van interne budgettering op basis van zorgzwaartepakketten (91,8%). Over het algemeen zijn instellingen wel van plan om zorgzwaartepakketten in de toekomst als uitgangspunt te gaan hanteren voor de interne budgettering (71,4%). Er is een relatief groot aantal instellingen (20,6%) dat aangeeft niet van plan te zijn een systeem van interne budgettering op basis van zorgzwaartepakketten te gaan hanteren. Bij kleine instellingen blijkt dit aantal hoger te liggen (25,8%) dan bij de overige instellingen. In vergelijking met de nulmeting valt op dat vooral het aantal instellingen dat niet van plan is om een systeem van interne budgettering op basis van zorgzwaartepakketten te gaan hanteren is gestegen. Dit aantal ligt ruim 10% hoger dan bij de nulmeting. P ERSONEELSPLANNING De meerderheid van de instellingen hanteert de zorgzwaartepakketten (nog) niet als uitgangspunt voor de personeelsplanning (89,3%). Over het algemeen zijn instellingen wel van plan de zorgzwaartepakketten in de toekomst als uitgangspunt te gaan hanteren voor de personeelsplanning (71,8%), 17,5% van de instellingen geeft aan de zorgzwaartepakketten niet als uitgangspunt voor de personeelsplanning te gaan hanteren. Bij grote instellingen blijkt dit aantal beduidend hoger te liggen (23,2%) dan bij de overige instellingen. In vergelijking met de nulmeting valt ook hier op dat vooral het aantal instellingen dat niet van plan is om de zorgzwaartepakketten te gaan hanteren als uitgangspunt voor de personeelsplanning, is gestegen. Dit aantal ligt ruim 10% hoger dan bij de nulmeting. I NFORMEREN ( POTENTIËLE ) CLIËNTEN De meerderheid van de instellingen (81,3%) heeft (potentiële) cliënten (nog) niet geïnformeerd over wat zij kunnen verwachten van de te leveren AWBZzorg op basis van de geïndiceerde ZZP’s, maar is wel van plan dit in de toekomst te gaan doen (72,2%). Bij kleine instellingen (22,7%), middelgrote instellingen (21,5%) en instellingen in de sector Gehandicaptenzorg (29,1%) ligt het aantal instellingen dat (potentiële) cliënten reeds informeert hoger dan bij andere instellingen. Een klein deel van de instellingen (9,1%) is helemaal niet van plan (potentiële) cliënten te gaan informeren. In vergelijking met de nulmeting zijn er geen opvallende verschillen te constateren.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



3.4

Overig: AZR Met betrekking tot AZR zijn in de ZZP-check onderstaande vragen gesteld: Is uw organisatie in staat om de start van de zorg aan de cliënt via een ‘melding aanvang zorg bericht (AW35)’ dat voldoet aan de geldende AZR versie, te versturen naar het zorgkantoor? Vanaf 1 juli 2007 zal in AZR het indicatiebesluit (IO31) en het zorgtoewijzingsbericht (AW33) informatie bevatten over het geïndiceerde ZZP (via een activiteitscode). Is uw organisatie in staat om deze informatie op te nemen in uw cliëntregistratiesysteem? Tabel 5 bevat gegevens met betrekking tot de AZR. De aanvullende tabellen zijn opgenomen in bijlage 4. Totaal

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

%

%

%

%

%

%

Melding aanvang zorg

79,9

86,3

15,3

9,5

4,8

4,2

Afstemming cliëntregistratiesysteem

45,8

61,5

35,4

24,2

18,8

14,3

Tabel 5. AZR, totaal

Op basis van deze gegevenset kunnen onderstaande conclusies worden getrokken met betrekking tot het gebruik van AZR. M ELDING AANVANG ZORG De meerderheid van de instellingen (86,3%) blijkt in staat te zijn een ‘melding aanvang zorg bericht (AW35)’ te versturen naar het zorgkantoor. Ten opzichte van de nulmeting is dit een stijging van circa 6%. Het percentage instellingen dat niet in staat is een ‘melding aanvang zorg bericht’ te versturen ligt in de sector Geestelijke Gezondheidszorg hoger (27,3%) dan in de andere sectoren. De 9,5% van de instellingen die niet in staat is een ‘melding aanvang zorg bericht’ te versturen geeft hiervoor als reden op dat de software (nog) niet is aangepast. Daarnaast zijn er een aantal instellingen die hebben aangegeven het ‘melding aanvang zorg bericht’ handmatig via een webapplicatie te versturen naar het zorgkantoor. A FSTEMMING CLIËNTREGISTRATIESYSTEEM De meerderheid van de instellingen (61,5%) blijkt in staat te zijn informatie over het geïndiceerde ZZP uit AZR over te nemen in het cliëntregistratiesysteem. Ten opzichte van de nulmeting is dit een stijging van ruim 15%. Het percentage instellingen dat niet in staat is informatie over het geïndiceerde ZZP uit AZR over te nemen in het cliëntregistratiesysteem ligt in de sector Geestelijke Gezondheidszorg hoger (38,2%) dan in de andere sectoren. De 24,2% van de instellingen die aangeeft de informatie over het geïndiceerde ZZP uit AZR niet over te kunnen nemen in het cliëntregistratiesysteem, geeft HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



hiervoor als reden op dat de software (nog) niet is aangepast. Daarnaast zijn er een aantal instellingen die hebben aangegeven de informatie over het geïndiceerde ZPP handmatig op te nemen in het cliëntregistratiesysteem.

3.5

Overig: knelpunten Met betrekking tot knelpunten is in de ZZP-check onderstaande vraag gesteld: Voorziet u binnen uw organisatie op onderstaande gebieden knelpunten met betrekking tot de invoering van de zorgzwaartebekostiging op 1 januari 2008? - intake; - zorgplan; - registratie zorgzwaartepakket/zorglevering; - verantwoording zorgkantoor; - interne kostprijs/budgettering; - personeelsplanning; - externe communicatie; - interne communicatie; - overig. Tabel 6 bevat gegevens met betrekking tot de knelpunten die instellingen voorzien. De aanvullende tabellen zijn opgenomen in bijlage 5. Totaal

Ja

Nee

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

%

%

%

%

Intake

23,8

18,7

76,2

81,3

Zorgplan

29,1

28,0

70,9

72,0

Registratie zorgzwaartepakket/zorglevering

35,1

35,4

64,9

64,6

Verantwoording zorgkantoor

28,3

28,0

71,7

72,0

Interne kostprijs/budgettering

46,9

46,5

53,1

53,5

Personeelsplanning

42,9

46,9

57,1

53,1

Externe communicatie

24,3

24,6

75,7

75,4

Interne communicatie

18,5

18,3

81,5

81,7

Overig

21,0

16,8

79,0

83,2

Tabel 6. Knelpunten, totaal

Op basis van deze gegevensset kunnen onderstaande conclusies worden getrokken met betrekking tot de knelpunten die worden voorzien. Over het algemeen worden door de meerderheid van de instellingen overeenkomstig de nulmeting knelpunten voorzien met betrekking tot de

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



registratie van zorgzwaartepakketten/zorglevering (35,4%), interne kostprijs/budgettering (46,5%) en personeelsplanning (46,9%). Op het gebied van ‘intake’ voorziet men met name knelpunten met betrekking tot: De communicatie met de cliënt over de te leveren zorg binnen het geïndiceerde zorgzwaartepakket. Er zijn nog teveel onduidelijkheden (bekostiging/prijzen zorgzwaartepakketten/ontbreken deel cliëntgidsen) om goede informatie op te zetten voor de cliënt. Daarnaast wordt de cliënt steeds mondiger en zal zijn rechten opeisen. Relatie tussen urgentie van de cliënt en de mogelijkheden tot plaatsing. Gebrek aan kennis van de medewerkers intake. Indicaties in termen van zorgzwaartepakketten door het CIZ. Instellingen verwachten dat het CIZ niet tijdig de benodigde indicatie(gegevens) kan verstrekken. Op het gebied van het ‘zorgplan’ voorziet men met name knelpunten met betrekking tot: Het opstellen van een zorgplan: onduidelijk wat de inhoud van het zorgplan moet zijn. Instellingen verwachten dat er landelijk eisen zullen worden gesteld. De vertaling van het geïndiceerde zorgzwaartepakket naar te leveren zorg. Instellingen verwachten knelpunten met betrekking tot de afstemming tussen het geïndiceerde zorgzwaartepakket, de werkelijke zorgvraag van de cliënt, de wensen van de cliënt en de mogelijkheden van de organisatie. De tijdsinvestering die het opstellen van een zorgplan met zich meebrengt. Op het gebied van ‘registratie’ geeft men aan dat het voordoen van knelpunten afhankelijk zal zijn van: Het vereiste detailniveau waarop de registratie uitgevoerd dient te worden. De mogelijkheden van software leveranciers. Het tijdspad voor het doorvoeren van veranderingen met betrekking tot registratie wordt als kort ervaren. Veel instellingen geven aan dat de eisen rondom (het detailniveau van) de registratie nog niet duidelijk zijn. Ook op het gebied van ‘verantwoording’ geeft men aan dat het voordoen van knelpunten afhankelijk zal zijn van: Het vereiste detailniveau waarop de verantwoording uitgevoerd dient te worden. De mogelijkheden van software leveranciers. Het tijdspad voor het doorvoeren van veranderingen met betrekking tot de verantwoording wordt als kort ervaren. Veel instellingen geven aan dat de eisen rondom (het detailniveau van) de verantwoording nog niet duidelijk zijn. Daarnaast verwacht men knelpunten met betrekking tot de verantwoording van dagbesteding en extreme zorgzwaarte. Op het gebied van ‘kostprijs/budgettering’ geeft men aan dat het door het niet inzichtelijk hebben van de (opbouw) van de tarieven van de zorgzwaartepakketten moeilijk is te bepalen of er zich knelpunten zullen voordoen op dit gebied. Daarnaast wordt kostprijsberekening als zeer complex ervaren. Een HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



aantal instellingen geeft aan eerst hun productenboek afgerond te moeten hebben. Op het gebied van ‘personeelsplanning’ voorziet men met name knelpunten met betrekking tot: De aansluiting tussen tarieven van de zorgzwaartepakketten en de vereiste personele inzet. Schommelingen in de zorgzwaarte van de cliëntpopulatie waardoor flexibelere inzet van personeel is vereist. Het geen volledig inzicht hebben in het aantal cliënten met een bepaald zorgzwaartepakket dat instroomt. Op het gebied van ‘externe communicatie’ voorziet men met name knelpunten met betrekking tot: De informatieverstrekking naar de cliënt. Zoals ook werd aangegeven bij de ‘intake’ zijn er nog teveel onduidelijkheden om goede informatie op te zetten voor de cliënt. Ook het ontbreken van gebruikersgidsen wordt veelvuldig genoemd. Op het gebied van ‘interne communicatie’ voorziet men met name knelpunten met betrekking tot de vereiste cultuuromslag in de manier van denken en werken. Onder het gebied ‘overig’ voorziet men knelpunten met betrekking tot: De indicatiestelling door het CIZ en BJZ. De keuze van de dominante grondslag en het toekennen van extreme zorgzwaarte. De factureringsstroom die in het kader van onderaannemerschap tussen instellingen gaat ontstaan. Kleinschalig wonen. Gebrek aan tijd en middelen.

3.6

Overig: ondersteuning Met betrekking tot ondersteuning is in de ZZP-check onderstaande vraag gesteld: Heeft uw organisatie op onderstaande gebieden ondersteuning nodig ter voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging per 1 januari 2008? - intake; - zorgplan; - registratie zorgzwaartepakket/zorglevering; - verantwoording zorgkantoor; - interne kostprijs/budgettering; - personeelsplanning; - externe communicatie; - interne communicatie; - overig.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Tabel 7 bevat gegevens met betrekking tot de door instellingen gewenste ondersteuning. De aanvullende tabellen zijn opgenomen in bijlage 6. Totaal

Ja

Nee

Feb (n=601)

Juni (n=475)

Feb (n=601)

Juni (n=475)

%

%

%

%

Intake

24,3

14,3

75,7

85,7

Zorgplan

29,3

23,4

70,7

76,6


41,6

33,7

58,2

66,3


32,9

25,3

67,1

74,7


39,6

36,0

60,4

64,0

Personeelsplanning

31,1

26,1

68,9

73,9


25,8

21,9

74,2

78,1


19,6

13,1

80,4

86,9

Overig

20,3

10,9

79,7

89,1

Tabel 7. Ondersteuning, totaal (n = 601)

Op basis van deze gegevensset kunnen onderstaande conclusies met betrekking tot de gewenste ondersteuning worden getrokken. De meerderheid van de instellingen geeft aan ondersteuning nodig te hebben op het gebied van registratie van zorgzwaartepakketten/zorglevering (33,7%) en interne kostprijs/budgettering (36%). Over het algemeen geven instellingen ten opzichte van de nulmeting aan minder ondersteuning nodig te hebben ter voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Met betrekking tot het gebied ‘intake’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Beknopte en overzichtelijke (praktijkgerichte) informatie in de vorm van bijvoorbeeld voorbeelden en draaiboeken. Scholing in de vorm van informatiebijeenkomsten en/of interne training. Met betrekking tot het gebied ‘zorgplan’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Informatie met betrekking tot de eisen waaraan het zorgplan moet voldoen. Informatie met betrekking tot hoe het geïndiceerde zorgzwaartepakket het beste kan worden vertaald naar een zorgplan, het liefst met behulp van voorbeelden. Informatie over de relatie tussen het zorgplan en het zogenaamde zorgleefplan/de normen verantwoorde zorg. Met betrekking tot het gebied ‘registratie’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Advies over op welk niveau de registratie dient plaats te vinden. HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Een landelijke software module of landelijke eenduidige informatie met betrekking tot het opstellen van een software module (richting softwareleveranciers). Informatie over de omgang met die cliënten die in een andere instelling bijvoorbeeld dagbesteding krijgen. Scholing in de vorm van interne training.

Met betrekking tot het gebied ‘verantwoording’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Informatie over de manier waarop de verantwoording dient plaats te vinden. Informatie over hoe moet worden omgegaan met afwijkingen tussen gemaakte afspraken en het aanbod van cliënten. Richtlijnen aangaande de contractering van sectorvreemde zorgzwaartepakketten. Met betrekking tot het gebied ‘kostprijs/budgettering’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Rekenvoorbeelden/kostprijsmodellen zodat het wiel niet steeds weer opnieuw uitgevonden hoeft te worden. Aanleveren van de (opbouw van) definitieve prijzen van de zorgwaartepakketten. Met betrekking tot het gebied ‘personeelsplanning’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Informatie en/of voorbeelden over de manier waarop zorgzwaartepakketten als uitgangspunt kunnen worden gehanteerd voor de personeelsplanning. Informatie over hoe kan worden omgegaan met schommelingen in de zorgzwaarte van de cliëntpopulatie waarvoor een flexibelere inzet van personeel is vereist. Met betrekking tot het gebied ‘externe communicatie’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Landelijke uniforme informatie voor cliënten/cliëntenvertegenwoordigers/ cliëntenorganisaties. Zorgen voor voldoende kennis bij CIZ/MEE. Met betrekking tot het gebied ‘interne communicatie’ denken organisaties met name de volgende ondersteuning nodig te hebben: Informatiemateriaal voor medewerkers waarin nut, noodzaak en consequenties van de zorgzwaartebekostiging worden uitgewerkt. Scholing van medewerkers.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



4.

Conclusie Middels deze vervolgmeting is inzicht verkregen in de mate waarin zorginstellingen in deze fase van het traject (juni 2007) zijn voorbereid op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. In deze fase van het traject (juni 2007) zijn met name de Raad van Bestuur, het managementteam en de medewerkers financiën betrokken bij de voorbereiding op de invoering van de zorgzwaartebekostiging. De meerderheid van de instellingen heeft reeds een (project)organisatie gevormd waarbinnen voldoende kennis aanwezig is over de inhoud en de consequenties van de zorgzwaartebekostiging. Nog niet alle instellingen hebben een (project)plan opgesteld maar zijn dit over het algemeen wel van plan. De meerderheid van de instellingen heeft de gescoorde zorgzwaartepakketten nog niet opgenomen in het eigen cliëntregistratiesysteem maar is wel van plan dit te gaan doen. Hetzelfde geldt voor de vertaling van geïndiceerde zorg naar dagelijkse zorglevering in het zorg(leef)plan, het periodiek bijhouden van de zorgzwaarte van cliënten in termen van zorgzwaartepakketten, het hanteren van een productenboek voor intern gebruik, het berekenen van de kostprijzen van de zorgzwaartepakketten, het hanteren van een systeem van interne budgettering op basis van zorgzwaartepakketten, het hanteren van zorgzwaartepakketten als uitgangspunt van de personeelsplanning, en het informeren van (potentiële) cliënten. De registratie van geleverde zorg vindt met name plaats volgens de huidige NZa-bekostigingsparameters, ruim 13% van de instellingen registreert de geleverde zorg aan de hand van geleverde zorgzwaartepakketten in dagen per jaar. Daarnaast wordt de registratie met name uitgevoerd in uren OB-dag. Bijna 70% van de instellingen is van plan de geleverde zorg aan de hand van geleverde zorgzwaartepakketten in dagen per jaar te gaan registreren. Met betrekking tot de AZR is het van belang dat een instelling in staat is om de start van de zorg aan de cliënt via een ‘melding aanvang zorg bericht’ te versturen naar het zorgkantoor. Het merendeel van de instellingen blijkt dit kunnen. Het aantal instellingen wat informatie over het geïndiceerde ZZP uit het indicatiebesluit en zorgtoewijzingsbericht op kan nemen in het cliëntregistratiesysteem ligt lager. Knelpunten verwacht men met name met betrekking tot de registratie van zorgzwaartepakketten/zorglevering, interne kostprijs/budgettering en personeelsplanning. Met name op deze gebieden verwacht men ook ondersteuning nodig te hebben. Aan de hand van de huidige norm is per individuele instelling een waardering toegekend. Deze waardering geeft een indicatie van de mate waarin individuele instellingen zijn voorbereid op de implementatie van de zorgzwaartebekostiging. Uit de waardering komt het beeld naar voor zoals weergegeven in tabel 8. HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007



Groen betekent dat de instelling voldoende is voorbereid. Oranje betekent dat de instelling alle zeilen bij moet zetten. Rood betekent dat de organisatie onvoldoende is voorbereid. Groen

Oranje

Rood

Voorbereiding

22,3 %

39,2%

38,5%

Uitvoering

26,3%

45,3%

28,4%

AZR

58,5%

17,3%

24,2%

Tabel 8. Mate van voorbereiding

Op het moment dat de 1e vervolgmeting van de ZZP-check is uitgevoerd waren de zorgaanbieders ruim een half jaar bekend met de zorgzwaartepakketten. Ondertussen zijn de voorlopige ZZP-tarieven en gebruikersgidsen bekend bij alle zorgaanbieders waardoor de feitelijke situatie momenteel iets anders kan zijn.

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007


Bijlage 1.

Voorbereiding, betrokkenheid medewerkers

Capaciteit <50

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

%

%

%

%

%

%


55,3

77,3

44,7

22,7

-

-

Managementteam/afdelingshoofden

86,2

97,0

13,8

3,0

-

-


74,5

80,3

21,3

18,2

4,3

1,5

Medewerkers ICT

26,6

39,4

54,3

42,4

19,1

18,2

Medewerkers intake

61,7

80,3

24,5

13,6

13,8

6,1

Uitvoerenden: (para) medici

21,3

28,8

57,4

45,5

21,3

25,8


74,5

60,6

24,5

37,9

1,1

1,5

Cliëntenraad

16

30,3

77,7

65,2

6,4

4,5

Tabel 1.1. Betrokkenheid medewerkers, kleine instellingen (n = 66) Capaciteit ≥50 en <300

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

%

%

%

%

%

%


74,7

87,7

25,3

12,3

-

-


77,4

97,8

20,3

2,2

-

-


77,4

89,0

20,3

8,8

2,4

2,2

Medewerkers ICT

42,9

50,9

43,6

32,0

13,5

17,1

Medewerkers intake

54,1

65,4

35,1

25,4

10,8

9,2


24,7

27,2

50

43,4

25,3

29,4


60,8

59,2

38,5

39,9

0,7

0,9

Cliëntenraad

26,0

39,0

70,6

60,1

3,4

0,9

Tabel 9.2. Betrokkenheid medewerkers, middelgrote instellingen (n=228)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 25 va n 4 3

Bijlage 1.


Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

%

%


84,4

90,6

15,6

9,4

-

-


91,5

93,9

8,5

6,1

-

-


84,8

90,6

14,7

9,4

0,5

0,0

Medewerkers ICT

50,2

56,9

42,7

32,0

7,1

11,0

Medewerkers intake

47,4

66,3

49,3

29,3

3,3

4,4


39,3

40,9

55,0

53,0

5,7

6,1


53,6

55,2

46,0

44,2

0,5

0,6

Cliëntenraad

25,6

35,9

73,9

60,2

0,5

3,9

Tabel 1.3. Betrokkenheid medewerkers, grote instellingen (n=181) Verpleging en Verzorging

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

%

%

%

%

%

%


77,2

89,4

22,9

10,6

-

-


94,2

98,0

5,8

2,0

-

-


80,2

87,4

19

11,6

0,8

1,0

Medewerkers ICT

45,7

51,5

39,4

33,1

14,9

15,4

Medewerkers intake

50,4

63,1

38,8

29,0

10,7

7,8


25,9

30,7

54

44,7

20,1

24,6


62,8

64,2

36,4

35,5

0,8

0,3

Cliëntenraad

24,0

37,9

73

60,8

3,0

1,4

Tabel 1.4. Betrokkenheid medewerkers, sector Verpleging en Verzorging (n=293)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 26 va n 4 3

Bijlage 1.


Gehandicaptenzorg

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

%

%

%

%

%

%


78,3

84,3

21,7

15,7

-

-


85,1

95,3

14,9

4,7

-

-


80,7

89,0

14,9

8,7

4,3

2,4

Medewerkers ICT

40,4

48,0

50,3

37,0

9,3

15,0

Medewerkers intake

62,7

84,3

32,9

13,4

4,3

2,4


41,6

37,8

47,2

52,8

11,2

9,4


56,5

44,9

43,5

54,3

0

0,8

Cliëntenraad

33,5

42,5

62,7

52,8

3,7

4,7

Tabel 1.5. Betrokkenheid medewerkers, sector Gehandicaptenzorg (n=127)

Geestelijke gezondheidzorg

Ja

Nee

Nvt

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

%

%

%

%

%

%


58,4

83,6

41,6

16,4

-

-


83,1

89,1

16,9

10,9

-

-


74,0

92,7

23,4

7,3

2,6

0,0

Medewerkers ICT

35,1

60,0

59,7

27,3

5,2

12,7

Medewerkers intake

44,2

54,5

48,1

32,7

7,8

12,7


19,5

30,9

59,7

49,1

20,8

20,0


57,1

54,5

41,6

41,8

1,3

3,6

Cliëntenraad

6,5

16,4

93,5

80,0

0

3,6

Tabel 1.6. Betrokkenheid medewerkers, sector Geestelijke Gezondheidszorg(n=55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 27 va n 4 3

Bijlage 2.

Voorbereiding, algemeen

Capaciteit <50

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Feb Juni (n=94) (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Juni (n=66)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

23,4

22,7

23,4

50,0

57,6

3,2

19,7

-

Projectorganisatie

41,5

42,4

18,1

30,9

25,8

9,6

31,8

-

Kennis inhoud

75,5

89,4

16,0

7,4

-

1,1

9,1

1,5


60,6

78,8

23,4

14,9

-

1,1

19,7

1,5

Tabel 2.1. Voorbereiding, kleine instellingen (n=66) Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb Juni (n=296) (n=228)

Feb (n=296)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Juni (n=228)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

8,4

30,3

29,4

55,7

51,8

6,4

18,0

-

Projectorganisatie

20,3

42,5

22,0

47,0

39,0

10,8

18,4

-

Kennis inhoud

68,9

85,5

17,6

12,2

-

1,4

8,3

6,1


47,3

60,5

38,2

13,2

-

1,4

33,8

5,7

Capaciteit ≥50 en <300

Tabel 2.2. Voorbereiding, middelgrote instellingen (n=228) Capaciteit ≥300

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Feb (n=211)

Juni Feb (n=181) (n=211)

Juni (n=181)

Juni (n=181)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

15,2

47,0

38,4

44,1

43,6

2,4

9,4

-

Projectorganisatie

31,8

63,5

28,4

35,1

29,3

4,7

7,2

-

Kennis inhoud

77,3

93,9

14,2

8,1

-

0,5

3,9

2,2


40,5

75,7

43,6

11,4

-

0,0

22,1

2,2

Tabel 2.3. Voorbereiding, grote instellingen (n=181)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 28 va n 4 3

Bijlage 2.

Voorbereiding, algemeen


Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Juni (n=293)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

10,2

33,8

30,9

52,9

50,5

6,1

15,7

-

Projectorganisatie

23,4

45,1

22,9

44,4

38,2

9,4

16,7

-

Kennis inhoud

73,0

88,1

16,0

9,6

-

1,4

7,5

4,4


51,5

68,9

34,4

12,9

-

1,1

27,0

4,1

Tabel 2.4. Voorbereiding, sector Verpleging en Verzorging (n = 293) Gehandicaptenzorg

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Juni (n=127)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

14,3

32,3

34,8

49,1

55,1

1,9

12,6

-

Projectorganisatie

34,2

59,1

26,1

33,5

25,2

6,2

15,7

-

Kennis inhoud

77,0

92,9

13,0

9,9

-

0,0

3,9

3,1


50,3

72,4

37,3

12,4

-

0,0

24,4

3,1

Tabel 2.5. Voorbereiding, sector Gehandicaptenzorg (n = 127) Geestelijke gezondheidszorg

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Nvt

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Juni (n=55)

%

%

%

%

%

%

%

%

Projectplan

24,7

52,7

28,6

44,2

30,9

2,6

16,4

-

Projectorganisatie

33,8

60,0

22,1

35,1

27,3

9,1

12,7

-

Kennis inhoud

63,6

87,3

23,4

11,7

-

1,3

9,1

3,6


31,2

60,0

54,5

13,0

-

1,3

36,4

3,6

Tabel 2.6. Voorbereiding, sector Geestelijke gezondheidszorg (n=55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 29 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering

Capaciteit <50

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

%

%

%

%

%

%

%


14,9

19,7

33,0

48,9

68,2

3,2

12,1


14,9

43,9

18,1

64,9

54,5

2,1

1,5


14,9

25,8

18,1

64,9

65,2

2,1

9,1


-

25,8

-

-

48,5

-

25,8

Registratie geleverde zorg NZa-nummer niveau

71,3

89,4

2,1

22,3

6,1

4,3

4,5


57,4

15,2

12,8

25,5

48,5

4,3

36,4


-

28,8

-

-

51,5

-

19,7


-

12,1

-

-

18,2

-

69,7


-

30,3

-

-

13,6

-

56,1


-

33,3

-

-

16,7

-

50,0

Registratie uren PV

-

27,3

-

-

15,2

-

57,6

Registratie uren VP

-

24,2

-

-

15,2

-

60,6


-

25,8

-

-

10,6

-

63,6


-

40,9

-

-

9,1

-

50,0


-

25,8

-

-

6,1

-

68,2

Registratie uren BH

-

15,2

-

-

7,6

-

77,3

Registratie overig

-

50,0

-

-

9,1

-

40,9

Kostprijzen

2,1

4,5

13,8

78,7

74,2

5,3

21,2


7,4

4,5

11,7

72,3

69,7

8,5

25,8

Personeelsplanning

8,5

10,6

10,6

72,3

77,3

8,5

12,1


19,1

22,7

9,6

69,1

71,2

2,1

6,1

Tabel 3.1. Uitvoering, kleine instellingen (n=66)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 30 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering

Capaciteit ≥50 en <300

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

%

%

%

%

%

%

%


10,5

19,7

25,0

60,5

65,8

4,1

14,5


12,5

41,2

27,7

55,7

51,3

4,1

7,5


16,2

35,5

16,2

64,2

58,3

3,4

6,1


-

24,1

-

-

42,5

-

33,3

Registratie geleverde zorg 74,0 NZa-nummer niveau

84,2

5,1

17,6

11,4

3,4

4,4


41,2

14,0

12,8

44,6

68,0

1,4

18,0


-

24,6

-

-

33,3

-

42,1


-

18,4

-

-

33,3

-

48,2


-

34,6

-

-

29,4

-

36,0


-

38,6

-

-

22,8

-

38,6

Registratie uren PV

-

32,0

-

-

23,7

-

44,3

Registratie uren VP

-

32,5

-

-

23,2

-

44,3


-

28,1

-

-

20,2

-

51,8


-

46,5

-

-

18,9

-

34,6


-

25,0

-

-

19,7

-

55,3

Registratie uren BH

-

21,5

-

21,5

-

57,0

Registratie overig

-

39,0

-

-

10,5

-

50,4

Kostprijzen

3,0

10,1

16,9

69,5

68,4

10,5

21,5


6,8

8,8

10,8

69,9

69,7

12,5

21,5

Personeelsplanning

12,2

11,0

13,2

67,2

74,6

7,4

14,5


18,6

21,5

10,8

66,6

68,9

4,1

9,6

Tabel 3.2. Uitvoering, middelgrote instellingen (n = 228)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 31 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering

Capaciteit ≥300

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

%

%

%


4,3

20,4

25,6

69,7

68,5

0,5

11,0


5,2

41,4

21,8

72,5

53,6

0,5

5,0


10,9

39,2

29,4

59,2

53,6

0,5

7,2


-

30,4

-

-

44,8

-

24,9


96,7

6,2

20,4

2,8

1,9

0,6


34,1

12,7

20,4

44,5

72,4

0,9

14,9


-

14,4

-

-

36,5

-

49,2


-

21,0

-

-

35,9

-

43,1


-

26,0

-

-

32,0

-

42,0


-

23,2

-

-

24,9

-

51,9

Registratie uren PV

-

21,5

-

-

25,4

-

53,0

Registratie uren VP

-

20,4

-

-

26,0

-

53,6


-

23,2

-

-

22,7

-

54,1


-

41,4

-

-

21,0

-

37,6


-

35,9

-

-

22,1

-

42,0

Registratie uren BH

-

26,0

-

-

27,6

-

46,4

Registratie overig

-

42,5

-

-

7,2

-

50,3

Kostprijzen

1,9

6,1

22,7

73,0

77,3

2,4

16,6


4,3

8,8

17,1

73,0

73,5

5,7

17,7

Personeelsplanning

6,2

10,5

16,1

72,0

66,3

5,7

23,2


5,2

13,8

16,6

75,8

76,8

2,4

9,4

Tabel 3.3. Uitvoering, grote instellingen (n = 181)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 32 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering


Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

%

%

%

%

%

%

%


12,4

20,5

24,0

60,1

63,8

3,6

15,7


12,7

45,4

25,9

58,7

48,8

2,8

5,8


14,9

39,2

22,6

60,6

53,2

1,9

7,5


-

23,9

-

-

42,3

-

33,8


87,0

6,6

19,3

9,6

3,6

3,4


35,8

12,3

17,9

44,6

66,6

1,7

21,2


-

20,8

-

-

36,5

-

42,7


-

15,4

-

-

35,5

-

49,1


-

24,9

-

-

34,8

-

40,3


-

29,7

-

-

29,7

-

40,6

Registratie uren PV

-

28,7

-

-

31,4

-

39,9

Registratie uren VP

-

28,7

-

-

31,4

-

39,9


-

20,5

-

-

26,6

-

52,9


-

42,0

-

-

23,9

-

34,1


-

21,5

-

-

24,6

-

53,9

Registratie uren BH

-

17,1

-

-

27,3

-

55,6

Registratie overig

-

40,6

-

-

13,0

-

46,4

Kostprijzen

4,3

5,8

18,5

67,7

74,1

9,9

20,1


8,1

6,1

11,6

64,0

70,3

9,9

23,5

Personeelsplanning

11,8

8,9

12,7

62,1

74,4

10,6

16,7


13,7

16,7

12,9

72,0

73,4

3,1

9,9

Tabel 3.4. Uitvoering, sector Verpleging en Verzorging (n = 293)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 33 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering

Gehandicaptenzorg

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

%

%

%

%

%

%

%


4,3

22,8

28,6

66,5

71,7

0,6

5,5


6,2

37,0

24,8

67,1

59,1

1,9

3,9


15,5

29,9

20,5

60,9

63,8

3,1

6,3


-

34,6

-

-

49,6

-

15,7


92,9

1,2

20,5

4,7

1,9

2,4


47,8

18,1

12,4

37,3

63,8

2,5

18,1


-

22,0

-

-

27,6

-

50,4


-

18,9

-

-

29,1

-

52,0


-

38,6

-

-

15,0

-

46,5


-

42,5

-

-

10,2

-

47,2

Registratie uren PV

-

33,1

-

-

8,7

-

58,3

Registratie uren VP

-

30,7

-

-

7,9

-

61,4


-

39,4

-

-

7,9

-

52,8


-

53,5

-

-

7,9

-

38,6


-

47,2

-

-

7,9

-

44,9

Registratie uren BH

-

32,3

-

-

11,8

-

55,9

Registratie overig

-

40,9

-

-

3,9

-

55,1

Kostprijzen

4,3

14,2

18,0

67,7

66,9

9,9

18,9


8,1

13,4

18,0

64,0

73,2

9,9

13,4

Personeelsplanning

11,8

14,2

15,5

62,1

72,4

10,6

13,4


13,7

29,1

11,2

72,0

64,6

3,1

6,3

Tabel 3.5. Uitvoering, sector Gehandicaptenzorg (n = 127)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 34 va n 4 3

Bijlage 3.

Uitvoering

Geestelijke gezondheidzorg

Ja

Nee, mee bezig

Nee, wel van plan

Nee, niet van plan

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

%

%

%

%

%

%

%


2,6

10,9

33,8

6,01

74,5

2,6

14,5


7,8

32,7

14,3

75,3

58,2

2,6

9,1


7,8

29,1

15,6

75,3

65,5

1,3

5,5


-

23,6

-

-

41,8

-

34,5


96,4

5,2

16,9

1,8

2,6

1,8


53,2

10,9

10,4

36,4

76,4

0,0

12,7


-

21,8

-

-

23,5

-

54,5


-

34,5

-

-

21,8

-

43,6


-

43,6

-

-

23,6

-

32,7


-

20,0

-

-

14,5

-

66,5

Registratie uren PV

-

7,3

-

-

12,7

-

80,0

Registratie uren VP

-

7,3

-

-

14,5

-

78,2


-

23,6

-

-

10,9

-

65,5


-

30,9

-

-

12,7

-

56,4


-

29,1

-

-

12,7

-

58,2

Registratie uren BH

-

27,3

-

-

16,4

-

56,4

Registratie overig

-

50,9

-

-

0,0

-

49,1

Kostprijzen

1,3

3,6

19,5

76,6

78,2

2,6

18,2


5,2

7,3

10,4

72,7

70,9

11,7

21,8

Personeelsplanning

6,5

12,7

15,6

67,5

56,4

10,4

30,9


9,1

5,5

14,3

72,7

83,6

3,9

10,9

Tabel 3.6. Uitvoering, sector Geestelijke gezondheidszorg (n = 55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 35 va n 4 3

Bijlage 4.

Overig, AZR

Capaciteit <50

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

%

%

%

%

%

%


85,1

92,4

9,6

3,0

5,3

4,5


44,7

65,2

38,3

21,2

17,0

13,6

Tabel 4.1. AZR, kleine instellingen (n=66) Capaciteit ≥50 en <300

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

%

%

%

%

%

%


80,4

85,5

14,2

10,5

5,4

3,9


45,9

59,2

35,1

26,8

18,9

14,0

Tabel 4.2. AZR, middelgrote instellingen (n=228) Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

%

%


76,8

85,1

19,4

10,5

3,8

4,4


46,0

63,0

34,6

22,1

19,4

14,9

Tabel 4.3. AZR, grote instellingen (m=181) Verpleging en Verzorging

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

%

%

%

%

%

%


83,5

88,7

13,2

6,8

3,3

4,4


49,9

63,5

33,1

20,8

17,1

15,7

Tabel 4.4. AZR, sector Verpleging en Verzorging (n=293)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 36 va n 4 3

Bijlage 4.

Overig, AZR

Gehandicaptenzorg

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

%

%

%

%

%

%


74,5

88,2

17,4

7,9

8,1

3,9


43,5

66,9

34,2

21,3

22,4

11,8

Tabel 4.5. AZR, sector Gehandicaptenzorg (n = 127) Geestelijke gezondheidszorg

Ja

Nee

Onbekend

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

%

%

%

%

%

%


74,0

69,1

20,8

27,3

5,2

3,6


31,2

38,2

49,4

49,1

19,5

12,7

Tabel 4.6. AZR, sector Geestelijke gezondheidszorg (n = 55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 37 va n 4 3

Bijlage 5.

Overig, knelpunten

Capaciteit <50

Ja

Nee

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

%

%

%

%

Intake

17,0

13,6

83,0

86,4

Zorgplan

29,8

31,8

70,2

68,2


22,3

25,8

77,7

74,2


16,0

21,2

84,0

78,8


42,6

54,5

57,4

45,5

Personeelsplanning

42,6

51,5

57,4

48,5


21,3

30,3

78,8

69,7


8,5

15,2

91,5

84,8

Overig

11,7

10,6

88,3

89,4

Tabel 5.1. Knelpunten, kleine instellingen (n = 66) Capaciteit ≥50 <300

Ja

Nee

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

%

%

%

%

Intake

28,4

17,1

77,4

82,9

Zorgplan

35,8

23,6

71,6

76,3


30,7

35,5

64,2

64,5


46,6

26,8

69,3

73,2


42,2

43,4

53,4

56,6

Personeelsplanning

24,3

47,4

57,8

52,6


19,9

22,8

75,7

77,2


21,3

17,1

80,1

82,9

Overig

22,6

15,8

78,7

84,2

Tabel 5.2. Knelpunten, middelgrote instellingen (n=228) Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

Intake

29,9

22,7

71,6

77,3

Zorgplan

39,8

32,0

70,1

68,0

Registratie zorgzwaartepakket/ zorglevering

30,3

38,7

60,2

61,3


49,3

32,0

69,7

68,0


44,1

47,5

50,7

52,5

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 38 va n 4 3

Bijlage 5.

Overig, knelpunten

Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

Personeelsplanning

25,6

44,8

55,9

55,2


20,9

24,9

74,4

75,1


24,6

21,0

79,1

79,0

Overig

28,4

20,4

75,4

79,6

Tabel 5.3. Knelpunten, grote instellingen (n=181) Verpleging en Verzorging

Ja

Nee

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

%

%

%

%

Intake

24,5

19,1

77,7

80,9

Zorgplan

36,4

25,6

75,5

74,4


28,4

37,9

63,6

62,1


44,6

29,0

71,6

71,0


40,2

44,7

55,4

55,3

Personeelsplanning

20,9

48,8

59,8

51,2


17,6

18,4

79,1

81,6


19,6

18,1

82,4

81,9

Overig

22,3

15,4

80,4

84,6

Tabel 5.4. Knelpunten, sector Verpleging en Verzorging (n=293) Gehandicaptenzorg

Ja Feb (n=161)

Nee Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

%

%

%

%

Intake

44,1

17,3

70,2

82,7

Zorgplan

31,7

37,0

55,9

63,0


31,1

26,0

68,3

74,0


59,0

22,0

68,9

78,0


48,8

53,5

4,01

46,5

Personeelsplanning

34,8

45,7

51,6

54,3


21,1

36,2

65,2

63,8


24,2

15,7

78,9

84,3

Overig

29,8

15,0

75,8

85,0

Tabel 5.5. Knelpunten, sector Gehandicaptenzorg (n=127)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 39 va n 4 3

Bijlage 5.

Overig, knelpunten


Ja

Nee

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

%

%

%

%

Intake

19,5

20,0

81,8

80,0

Zorgplan

36,4

20,0

80,5

80,0


22,1

43,6

63,6

56,4


32,5

36,4

77,9

63,6


44,2

40,0

67,5

60,0

Personeelsplanning

18,2

40,0

55,8

60,0


16,9

30,9

81,8

69,1


20,8

25,5

83,1

74,5

Overig

18,2

29,1

79,2

70,9

Tabel 5.6. Knelpunten sector Geestelijke gezondheidszorg (n=55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 40 va n 4 3

Bijlage 6.

Overig, ondersteuning

Capaciteit <50

Ja

Nee

Feb (n=94)

Juni (n=66)

Feb (n=94)

Juni (n=66)

%

%

%

%

Intake

11,7

13,6

88,3

86,4

Zorgplan

27,7

27,3

72,3

72,7


39,4

43,9

60,6

56,1


27,7

34,8

72,3

65,2


30,9

42,4

69,1

57,6

Personeelsplanning

21,3

25,8

78,7

74,2


20,2

27,3

79,8

72,7


16,0

12,1

84,0

87,9

Overig

19,1

7,6

80,9

92,4

Tabel 6.1. Ondersteuning, kleine instellingen (n=66) Capaciteit ≥50 <300

Ja

Nee

Feb (n=296)

Juni (n=228)

Feb (n=296)

Juni (n=228)

%

%

%

%

Intake

22,6

14,5

77,4

85,5

Zorgplan

28,4

23,7

71,6

76,3


35,8

36,0

64,2

64,0


30,7

25,4

69,3

74,6


46,6

35,1

53,4

64,9

Personeelsplanning

42,2

26,3

57,8

73,7


24,3

19,3

75,7

80,7


19,9

13,2

80,1

86,8

Overig

19,1

11,8

80,9

88,2

Tabel 6.2. Ondersteuning, middelgrote instellingen (n=228) Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

Intake

29,4

14,4

70,6

85,6

Zorgplan

27,5

21,5

72,5

78,5


43,6

27,1

56,4

72,9


38,4

21,5

61,6

78,5


42,2

34,8

57,8

65,2

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 41 va n 4 3

Bijlage 6.


Capaciteit ≥300

Ja

Nee

Feb (n=211)

Juni (n=181)

Feb (n=211)

Juni (n=181)

%

%

%

%

Personeelsplanning

32,7

26,0

67,3

74,0


27,5

23,2

72,5

76,8


20,4

13,3

79,6

86,7

Overig

21,3

11,0

78,7

89,0

Tabel 6.3. Ondersteuning, grote instellingen (n=181) Verpleging en Verzorging

Ja

Nee

Feb (n=363)

Juni (n=293)

Feb (n=363)

Juni (n=293)

%

%

%

%

Intake

26,4

16,7

73,6

83,3

Zorgplan

31,3

28,0

68,9

72,0


41,9

35,8

58,1

64,2


30,6

25,9

69,4

74,1


40,2

38,9

59,8

61,1

Personeelsplanning

34,7

29,4

65,3

70,6


24,0

19,5

76,0

80,5


20,4

15,7

79,6

84,3

Overig

19,6

12,3

80,4

87,7

Tabel 6.4. Ondersteuning, sector Verpleging en Verzorging (n = 293) Gehandicaptenzorg

Ja

Nee

Feb (n=161)

Juni (n=127)

Feb (n=161)

Juni (n=127)

%

%

%

%

Intake

23,6

10,2

76,4

89,8

Zorgplan

28,0

17,3

72,0

82,7


43,5

31,5

56,5

68,5


42,2

24,4

57,8

75,6


42,9

33,1

57,1

66,9

Personeelsplanning

25,5

21,3

74,5

78,7


32,3

27,6

67,7

72,4


23,0

8,7

77,0

91,3

Overig

21,1

7,1

78,9

92,9

Tabel 6.5. Ondersteuning, sector Gehandicaptenzorg (n=127)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 42 va n 4 3

Bijlage 6.



Ja

Nee

Feb (n=77)

Juni (n=55)

Feb (n=77)

Juni (n=55)

%

%

%

%

Intake

15,6

10,9

84,4

89,1

Zorgplan

23,4

12,7

76,6

87,3


37,7

27,3

62,3

72,7


24,7

23,6

75,3

76,4


29,9

27,3

70,1

72,7

Personeelsplanning

26,0

20,0

7,04

80,0


20,8

21,8

79,2

78,2


9,1

9,1

90,9

90,9

Overig

22,1

12,7

77,9

87,3

Tabel 6.6. Ondersteuning, sector Geestelijke gezondheidszorg (n=55)

HW /07/ 2372/i mz, © HHM 2007

P agina 43 va n 4 3

Voorkant volgens zorgzwaartebekostiging layout. Zie HW rapportage ZZP-check nulmeting.doc

Recommend Documents