Voorheen waren Almeerse stelletjes die wilden trouwen aangewezen op de betonnen blokkendoos die ‘stadhuis’ heet, ontworpen door Cees Dam. Het is dan ook goed te begrijpen dat er maar mondjesmaat werd getrouwd in Almere. Bruidsparen eisen een monumentale Trap – liefst met een groot glas-in-loodraam op de achtergrond – om op te poseren en die is er niet in deze ijskoude, protserige nieuwbouw. Wel is er een rode trouwzaal, ontworpen door diezelfde Cees Dam. Directeur Mijsberg van de Nederlandse kastelenstichting was verontwaardigd over het idee van een kasteel in Almere. “Het is nep. Almere is gebouwd op een polderbodem, die stad heeft helemaal geen historie van kastelen.”, zei hij. “Laat ze maar wat scheepswrakken in de buurt opgraven. Als ze daar een glasplaat over leggen en een dak boven bouwen kan dat best een romantische trouwplaats worden.” Omdat de verplaatsing van een Pools of Frans kasteel aardig in de papieren kan lopen, onderzocht de gemeente Almere ook alternatieven. “We bekijken of we iets nieuws neer kunnen zetten, waar we wat gezellige dingen aan toevoegen, pilaartjes en zo. Het gaat om een wat andere uitstraling dan de rechte muurtjes en kolommetjes van het gemeentehuis. Het gebouw moet een wat oude stijl uitstralen, zonder na-aperig te worden.”, aldus de gemeentelijke woordvoerder in mei 1998. Eind mei 1998 zou duidelijk worden of de aanschaf van een echt kasteel haalbaar is en met welk rustiek bouwwerk de gemeente anders romantische bruidsparen gaat lokken. Cees van Bemmel was wethouder in Almere in die tijd. Hij was een wethouder met vergezichten. Zo had hij ver vóór dit idee al een visioen over een piramide in de nieuwe Almeerse wijk Pampus, die moet worden gerealiseerd aan de kust van het IJmeer. De piramide moest ongeveer 112 meter hoog worden en zou binnenin winkels en wat niet al moeten gaan huisvesten, als publiekstrekkers. Er zou een kabelbaan komen die Amsterdam met Almere moest verbinden tot in het stadshart toe. Met die piramide als verbindende factor. Wethouder Van Bemmel had ook het idee om een verrijdbaar podium in Almeres centrum ‘De Grote Markt’ te bouwen. Als het podium niet in gebruik was, werd het platform opgehesen en werd het geheel op rails naar een uithoek van het plein verplaatst. Dat podium is er inderdaad gekomen, in 1999, maar het werd amper gebruikt. Veel mensen (bijna iedereen eigenlijk) vonden ook dat het ding altijd vreselijk in de weg stond. Het beheer en de exploitatie van het amper gebruikte podium kostte de gemeente op een gegeven moment ‘veuls te duur’ en er moest gekozen worden: verplaatsen naar een andere plek binnen de gemeente, moderniseren en de exploitatie uitbesteden, of afbreken. In 2003 werd besloten om het onding af te breken en ‘tijdelijk’ op te slaan. In 2009 werd het podium daadwerkelijk afgebroken en verdween het in de hoogovens. Het was dan ook niet zo vreemd dat het idee voor een eigen kasteel uit de koker van Cees kwam. Hij verkreeg met dit idee de bijnaam ‘Ollie B. Bemmel’.
En hij kreeg ook nog eens zijn zin. Op 10 februari 1999, op de laatste werkdag van Cees als wethouder, werd door de gemeente Almere besloten om voor 80 miljoen gulden (ruim 36 miljoen euro) een kasteel te gaan bouwen op een groot landgoed ten zuiden van de snelweg A6. Tijs Blom, ondernemer uit Eemnes en vrind van Cees, bood zich direct aan om het project te gaan ontwikkelen met private gelden. Tijs was zeer ervaren in bijzondere restauraties en tevens eigenaar van twee zelf gerestaureerde kastelen in België. Een daarvan was Château Jemeppe in de Belgische Ardennen: Château Jemeppe is rond 1270 begonnen als een grote toren (donjon) en in de loop van de eeuwen uitgebreid met vleugels rond de binnenplaats, de slotgracht, de hoeve en enkele andere bijgebouwen. Restauraties in de 19de eeuw gaven het kasteel en het landgoed zijn huidige vorm. Het Almeerse kasteel zou een kopie moeten worden van dit kasteel. Een gebouw van 50 meter lang, 12 meter hoog en met een toren van 45 meter. In het kasteel komen twee trouwzalen. Daarnaast toneel- en concertzalen, vergaderaccommodatie, winkeltjes, restaurants, bars, sportruimte en 200 luxe hotelkamers. Het kasteel komt te staan in een vijver met waterlelies. Op het water kan romantisch worden gedobberd. Aan weerszijden van het kasteel komen ‘tuinen van de liefde’, een doolhof, een labyrint en een toernooiveld. Er komen bijgebouwen, zoals een koetshuis en stallen voor de rijtuigen en de Friese paarden die de jonggetrouwde stellen gaan rijden. Als openterreinvulling wordt gedacht aan het uitzetten van koeien, zwarte zwanen en witte duiven. Het complex van 23 hectare zal worden omringd door een muur van drie meter hoog. Het complex zou met de snelweg worden verbonden middels een oprijlaan van bijna twee kilometer lengte. Na het nodige rekenwerk bleek geen 36 miljoen euro nodig te zijn voor de bouw van het ‘hotel- en horecacomplex’, maar 55 miljoen. De stichtingskosten werden geraamd op 90 miljoen euro. Blom benaderde een bevriende filiaaldirecteur van de Rabobank in Eemnes, die hem die 55 miljoen euro wel wilde lenen. Het kasteel zou gebouwd worden door het Baarnse bouwbedrijf Van Wijnen. Het feit dat wethouder Cees van Bemmel daar een paar dagen na zijn aftreden als directeur zou beginnen was puur toeval, verzekerde zijn opvolger Henk Smeeman. Er werden vergaande suggesties gewekt door Almeres complotspecialist Ruud van den Bosch. En misschien was het allemaal wel waar, want opeens verdween de naam Van Wijnen uit beeld als bouwer. Volgens de betrokkenen lagen de offertes en de capaciteit van Van Wijnen (oplevertermijnen) ten grondslag aan het feit dat partijen niet verder met elkaar zijn gegaan.
En toen ging het opeens snel. Tijs Blom kocht de benodigde grond van de gemeente voor het zeer vriendelijke bedrag van 10 gulden (4,35 euro) per vierkante meter (een “spotprijs” volgens CDA-Almere) en op 15 september 2000 ging de eerste paal de grond in. Eind 2003 moest het kasteel klaar zijn. Op 18 december 2001 bereikten de drie ronde hoektorens van het kasteel hun hoogste punt. Kort daarna moest het bestemmingsplan gewijzigd worden, omdat er 200 hotelkamers meer gebouwd zouden gaan worden, dan oorspronkelijk gepland. De bijgebouwen van het kasteel die geen bestemming hadden, kregen hotel als bestemming. Aan de vorm van het kasteel zelf werd niet getornd. In augustus 2002 werd de bouw echter plotseling stilgelegd. De betonconstructie stond al en men was druk aan het metselen met authentieke gele kloostermoppen, afkomstig van drie kasteelruïnes uit Hongarije die gesloopt werden. Tijs Blom was nog druk bezig om deze stenen naar Nederland te halen. Er zouden in totaal meer dan een miljoen kloostermoppen in het project moeten worden verwerkt en hij was pas bij 600.000. Op 20 november 2001 reed de 44-jarige Rob Wijnmaalen met zijn auto bij Eemnes tegen een boom en overleed ter plekke. Rob Wijnmaalen was directeur van de Rabobank in Eemnes en stond in het Gooi bekend als een bankier die royaal was met leningen en die weinig vragen stelde. Ook deed hij niet moeilijk over lastige dingen als onderpanden bij een miljoenenlening. Zulke futiliteiten zouden de spectaculaire groei van zijn bankfiliaal alleen maar in de weg staan. Het is dan ook niet vreemd dat hij vele vrinden had in de zakenwereld. Lukte een financiering niet bij een andere bank, dan ging men naar ‘Robbie’. Die bedacht een bijzondere constructie met bijzondere voorwaarden en zo kwam de ondernemer alsnog aan het benodigde geld. De raad van toezicht van Rabobank Eemnes, die in eerste instantie de handel en wandel van de directeur in de gaten moet houden, had nooit actie ondernomen tegen deze gang van zaken. In het voorjaar van 2001 begon men op het hoofdkantoor van de Rabo in Utrecht na een regulier accountantsonderzoek iets te vermoeden en waarschuwde men Robbie Wijnmaalen en de raad van toezicht om orde op zaken te stellen. Maar die waarschuwing haalde niets uit. Op 20 november 2001 moest Rob verantwoording afleggen op het hoofdkantoor en werd hij ontslagen. Men fluistert dan ook dat die eenzijdige aanrijding geen ongeluk was, maar zelfmoord onderweg naar huis. De projectontwikkelaar van het Almeerse kasteel, Tijs Blom, had ook bij Rob Wijnmaalen geshopt en een krediet van 55 miljoen euro weten los te peuteren. Daar kon hij echter voor maar 25 miljoen euro aan onderpand tegenoverstellen
Toen het Rabo-hoofdkantoor in januari 2002 het filiaal in Eemnes onder curatele stelde, wilde men van Tijs wat extra zekerheden over het terugbetalen van de lening. Totdat die zekerheden er waren, werd het krediet verlaagd tot het bedrag om het kasteel ‘casco’ af te bouwen. Dat betekent dat alleen de dragende constructie plus de buitenafwerking nog zouden worden gerealiseerd. Het kasteel is dan wind- en waterdicht, maar van binnen nog niet afgewerkt en ingericht. Dus ging Tijs Blom op zoek naar investeerders. Het liefst had Rabo dat een hotelketen zich in zou kopen, want het kasteel zou immers dezelfde faciliteiten gaan bieden als een goed hotel. De bank had zijn hoop gevestigd op een samenwerkingsverband met een ,,internationale hotelketen die de toekomstige exploitatie moet verstevigen”, aldus een persbericht. Er werden verschillende bedrijven gepolst, zoals Van der Valk en (onverwacht maar wel logisch) Playmobil. Die toonden wel belangstelling om het kasteel af te bouwen, maar er is nooit wat concreet geworden. Een interessante kandidate was een Saoedische prinses. Die toonde via de Rotterdamse advocaat Geert-Jan Dolk een bankgarantie van 132 miljoen euro en stelde dat bedrag beschikbaar om het kasteelproject af te bouwen. De prinses wilde dan wel voor de helft eigenaar worden en als bijkomende voorwaarde wilde ze dat Tijs Blom met haar zou trouwen. De bankgarantie werd door ABN/AMRO als ‘frauduleus’ beoordeeld. Maar toen Geert-Jan Dolk voor een second opinion naar de Rabobank ging, kreeg hij van die bank wel een akkoord. Na een tijdje nadenken trok Rabo het akkoord toch nog in en beschuldigde, samen met ABN/AMRO, de advocaat van oplichting. Maar Tijs Blom had sowieso van dit financieringsaanbod afgezien, want hij wilde niet met de prinses trouwen: “Mijn eigen vrouw is het duizendvoudige waard.” Omdat Tijs Blom de financiering niet rond kreeg, werd de bouw in augustus 2002 wegens geldgebrek stopgezet. Vlak voor de bouwvak (15 juli t/m 2 augustus 2002) werden nog wel de dakconstructies van de donjon en de drie hoektorens aangebracht. De Rabobank nam het half afgebouwde kasteel in beslag en in oktober 2002 kondigde de bank de veiling van het kasteel aan (executieverkoop). Die veiling ging niet door, omdat de bank het kasteel voor 11,1 miljoen euro van Blom overnam en voor 11,5 miljoen onderhands doorverkocht aan de speciaal daartoe opgerichte vastgoeddochter Pakhuis BV. “We gaan nu in alle rust bekijken of we de bouw willen hervatten.”, zei de woordvoerder van de Rabobank. In maart 2003 was nog steeds niet bekend wat er met het half afgebouwde kasteel moest gaan gebeuren. Er gingen geruchten dat Pakhuis BV appartementen wilde op deze plaats. Maar de bestemming van het terrein was recreatie/horeca en de gemeente voelde niets voor een wijziging. Bij de verkoop van de grond is destijds bedongen dat er aan de bestemming niet meer kon worden getornd. Er was, volgens de gemeente, de zekerheid dat er niets anders dan een kasteel kon verrijzen, omdat de bouwtekeningen van het kasteel ook het bestemmingsplan vormden.
Kortom: Pakhuis BV moest op zoek naar een koper die 100 miljoen euro zou willen neertellen. In augustus 2003 stelde Rabobank voor om het hele kasteelproject aan de gemeente over te dragen, in ruil voor twintig hectare elders waar wél woningen gebouwd konden worden. Maar Almere had net een kostbare misser van 22 miljoen euro achter de rug (het betaaldvoetbalproject Omniworld), dus die had geen zin in weer een groot project met ongewisse afloop. Twee jaar later, op 5 juli 2005, verkocht Pakhuis BV het kasteel voor ruim 9 miljoen euro aan de nieuw gevormde maatschappij Gravin BV, opgericht door zakenman Joop van der Graaf en bouwbedrijf Vink uit Barneveld. In 2006 liet Gravin BV weten dat er eindelijk weer gebouwd zou worden. Om het plan rendabel te maken, wilden ze op het terrein ook een zorginstelling voor ouderen bouwen. Daarvoor moest de gemeente Almere alleen wel even het bestemmingplan wijzigen. En dat was de gemeente niet van plan. “De bestemming is hotel en recreatie”, zei een woordvoerder van de gemeente Almere. “Gravin is nog met geen enkel concreet voorstel gekomen dat binnen het bestemmingsplan past. En toen ze het kochten, wisten ze wat de bestemming was.” “Maar de gemeente maakt zich er niet zo druk om”, vervolgde de woordvoerder. “Vroeger duurde het afbouwen van een kasteel ook wel eens honderd jaar.” Kasteel Almere verkeerde, na bijna 4 jaar niets doen, in slechte staat. De staalconstructie en de houten torenspitsen waren deels verrot. Ook was de isolatie weggezakt, doordat de bouw van de ene op de andere dag stil kwam te liggen, terwijl de constructie nog niet water- en winddicht was gemaakt. In november 2007 probeerde Gravin het met een nieuw plan. De oorspronkelijke opzet (trouwlocatie en horeca) zou worden gerealiseerd, maar om het project haalbaar te maken (er moest nog zeker 8 miljoen euro in de afbouw gepompt worden), moesten er ook 550 woningen worden gebouwd. Er was zelfs een tekeningetje van het nieuwe project gemaakt: Er zat alleen een ‘maar’ aan: het bestemmingsplan moest vanwege de woningbouw worden gewijzigd. En dat wees de gemeente Almere wederom af, met de motivering dat het plan het groene karakter van het gebied te veel zou schaden. “Woningbouw past naar onze mening niet in de entourage van het kasteel”, werd erbij gezegd. En toen gebeurde er helemaal niets meer. En zo is de mogelijkheid geschapen om het kasteel te laten verworden tot een hedendaagse ruïne. Het gebouw is ook al opgenomen in de lijst Grote Nutteloze Werken en het is een uitdaging geworden voor baldadige jeugd. Tijs Blom had bij het begin van de bouw in 2000 al heel veel spullen voor het kasteel aangeschaft en opgeslagen. De voorraad bestond uit historische bouwmaterialen, waaronder
dakpannen, bouwstenen, kloostermoppen, eikenhouten balken en grote hoeveelheden bestratingsmaterialen. Ook had hij flink geïnvesteerd in de inventaris: 140 complete badkameropstellingen, 7.500 vierkante meter wandtegels, koetspaarden, koetsen, meubilair, keukeninventaris, tuin- en parkmachines, kegelbanen, kunstwerken, badgoed en beddenlakens, enzovoort. Al deze spullen had hij na het faillissement in 2002 laten opkopen door zijn goede vrind Toon van Doorn uit Soest. En die wilde ze in 2010 kwijt. En verkocht een groot deel van de handel voor een kleine 200.000 euro via een internetveiling.Toon was zeer onder de indruk van de opbrengst: Tachtig procent van de spullen is verkocht. Het is echt ongelooflijk hoe het op zo’n site te werk gaat. Er waren echt duizenden biedingen per minuut. Ik was echt behoorlijk onder de indruk. Vooral de poppenkasten, eiken balken, koetsen en zadels waren erg gewild. Ook het orgel leverde veel op. Daarnaast vind ik het heel opvallend hoeveel particulieren hun zinnen hadden gezet op het sanitair. Blijkbaar vinden mensen het heel bijzonder om op een wc uit een kasteel te zitten. Of misschien willen ze ermee pronken, ik heb geen idee. Ik was in ieder geval verrast dat er zoveel vraag naar was. Af en toe is het kasteel weer even in het nieuws. Zoals in 2010 toen het inzet werd van de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van Almere. Bouw de ‘schandvlek van de stad’ af en maak er een casino van, opperde de PVV. De PvdA wilde er een leertraject van maken. Leerlingen van de ROC zouden dan mooi kunnen helpen bij de bouw. Maar na de verkiezingen is er niet meer over het kasteel gesproken. Het maakt ook niet uit wat de gemeenteraad ervan vindt, want de eigenaar Gravin heeft geen plicht om het kasteel af te bouwen. In september 2010 maakten kunstenaars een buitenexpositie over het luchtkasteel In 2011 werd er een kasteelspook waargenomen door een paar ghosthunters. Ga mee griezelen met “ghost hunter Theo, investigator”, “ghost hunter Olga, case manager”, “hunter jill, lead manager” en “ghost hunter Marcel, tech manager”: In 2012 werd Almere uitgekozen om in 2022 de Floriade te organiseren. Toenmalig wethouder Adri Duivesteijn vond het een goed idee om het afbouwen van het kasteel opnieuw te gaan bekijken. Maar hij wist toen toch al dat hij weg zou gaan, dus hij kon van alles roepen: Wethouder Henk Mulder, opvolger van Adri Duivesteijn, gaf in april 2013 in een interview aan dat er vanuit de gemeente weinig initiatieven zouden komen om de ontwikkeling van het kasteelgebied te versnellen. “Ik ben ervan overtuigd dat we met de Floriade ook een kans gecreëerd hebben dat het kasteel in de komende jaren ontwikkeld gaat worden, zonder dat we daar zelf als gemeente heel veel aan moeten gaan doen. Moet je voorstellen, op zo’n plek, tegenover de Floriade”, zei de verse wethouder in het interview. Gravin BV, de eigenaar van het kasteel, gaat er echter van uit dat het gebied rond het onafgebouwde kasteel geen onderdeel is van het plan voor de Floriade in Almere. Het bedrijf heeft de gemeente een voorstel gedaan, maar dat werd door de gemeente genadeloos afgeschoten. “Er ligt dus een plan, maar als er andere initiatieven zijn, dan staan we altijd
open voor een gesprek”, aldus Jaap Kevelam, woordvoerder van Gravin BV. Gravin heeft verder geen andere plannen met de kasteellocatie. Dus voorlopig blijft het een ruïne.