Voorbespreking Duurzaamheid 30 juni 2009 Toelichting op het programma en notitie Duurzaamheid
Programma 1. Introductie door de wethouder, Henk Muis 2. Het monitoren van duurzaamheid; inleiding door John Dagevos, Telos, die nauw betrokken is bij de ‘’staat van Utrecht’’. Telos (www.telos.nl) is voor de provincie al langer aan de slag met het thema brede duurzaamheid. In Noord Brabant wordt regelmatig de duurzaamheidbalans opgemaakt; die duurzaamheidbalans is voor de provincie een belangrijk evaluatie en stuurmiddel. Ook de provincie Utrecht heeft een eerste duurzaamheidmeter gemaakt, verzorgd door Telos. John Dagvos is een van de belangrijkste auteurs van de Utrechtse meter.
3. Presentatie van de resultaten uit de fracties. Als je wilt gaan meten, wil je ook weten wat belangrijk is. Wat is voor de gemeente Wijk nu belangrijk, relevant als we aan duurzaamheid denken? Dat is via de raadswerkgroep duurzaamheid aan de fracties voorgelegd: wat zijn u indicatoren, die van belang zijn, waar we zicht op willen houden? In de bijeenkomst van 30 juni wordt daar een overzicht van gegeven. In een drietal discussieronden moet dat verder aangescherpt worden: people, de mensen; planet, de ecologie en profit, de economie – de contouren van de een eventuele Wijkse monitor moeten dan kleur gaan krijgen. John Dagevos zal deze discussie begeleiden.
4. Hoe verder: afsluiting door wethouder, Henk Muis. Het is vervolgens aan het college om de inbreng van de raad handen en voeten te geven in de verdere ontwikkeling van een integraal duurzaamheidbeleid.
1
Naar een duurzaamheidprogramma in de gemeente Notitie voor de gemeenteraad 1. Voorgeschiedenis Een werkgroep van raadsleden heeft zich de afgelopen periode gebogen over de manier, waarop duurzaamheid geïntegreerd moet worden in het gemeentelijk denken en het gemeentelijk beleid. De notitie van de raadsleden beschouwen wij als een startnotitie. Deze startnotitie is besproken in een themabijeenkomst van de raad, op 15 april. Uit de notitie van de raadscommissie en de bespreking in de raad van 15 april kunnen wij uitgangspunten destilleren. Het is vervolgens aan het college om deze uitgangspunten te vertalen in een programma. Deze notitie valt dan ook uiteen in een viertal onderdelen: • De uitgangspunten, of zo u wilt kaders, die u aangegeven hebt in uw bijeenkomst van 15 april • De stand van zaken: wat loopt er op dit moment? • Een voorstel voor een duurzaamheidprogramma. • Een aanzet voor themaselectie en meetmodel. 2. De uitgangspunten (vgl de notitie van de raadswerkgroep en het verslag van 15 april) • • • • • •
Duurzaamheid moet een onderdeel zijn van ieder besluit: er moet een duurzaamheidtoets komen, die in de gemeentelijke besluitvorming geïntegreerd wordt Duurzaamheid moet gemeten worden; er moet een Wijkse duurzaamheidmeter komen. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld; Duurzaam bouwen en duurzaam inkopen; Stimuleren energiebesparing en energieopwekking. Verhoging kwaliteit natuur en landschap Stimuleren fiets, wandelen en openbaar vervoer.
Deze uitgangspunten zijn op 15 april 2008 bediscussieerd. Conclusies zijn: • De gemeente mag best ambitieus zijn; • Ga werken met de duurzaamheidbalans, of ontwerp een duurzaamheidmeter; kijk waar we nu staan • Heb aandacht voor de menskant, de sociaal culturele component; die komt nu nog wat weinig tot zijn recht. • Duurzaamheid is een van de centrale uitgangspunten voor het gemeentelijk beleid • Maak onderscheid tussen wat je zelf kunt doen, en waar je wil beïnvloeden.
2
3. De stand van zaken. Wat is er op dit moment? Planet Is het sterkst uitgewerkt, omdat duurzaamheid al langer een organiserend thema is, in natuur en landschap, bij bouwen. De basis insteek in het milieubeleidsplan is duurzaamheid; bij nieuwbouwprojecten vindt ook een beoordeling vanuit duurzaamheid plaats.
Profit Er zijn enkele aanzetten; intern, doordat er acties zijn op het terrein van zorgvuldig gebruik van hulpmiddelen, energiebesparing; er is een inkoopbeleid in ontwikkeling. Extern zijn er wel initiatieven en aanzetten, die overigens deels buiten de scope van de gemeente vallen. Wel is er aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
people Er zijn een tweetal grote programma’s, die vanuit de insteken van sociale duurzaamheid bezien kunnen worden: - de WMO, die de duurzame samenleving als uitgangspunt heeft; - wijkgericht werken. Verder moeten we denken aan participatiebeleid (RSD) en aan jeugd/onderwijsbeleid
Wat is er niet? Er zijn veel projecten en activiteiten, die als duurzaam gekenschetst kunnen worden. Er zijn ook duidelijk leemtes: zaken die vanuit een duurzaamheid optiek een centrale plek zouden moeten hebben, maar dat niet hebben. Er vindt geen systematische beoordeling vanuit duurzaamheid plaats, er is geen duurzaamheidtoets; er vindt geen systematische sturing plaats vanuit duurzaamheid. Er is ook geen consensus over de centrale doelstellingen, die vanuit duurzaamheid de komende periode gerealiseerd kunnen worden. Er is geen centrale, integrale coördinatie. Dat betekent dat sommige van de uitgangspunten hun plek gevonden hebben, anderen niet. 4. Een voorstel voor een programma duurzaamheid De basisvraag die je zou moeten beantwoorden is: wat zijn de thema’s die voor de gemeente voor sturing in aanmerking komen? Met andere woorden: wat zijn centrale issues, die Wijk duurzaam moeten maken, en die vervolgens de basis voor de Wijkse duurzaamheidbalans, of de Wijkse duurzaamheidmeter zouden moeten zijn? Hoe selecteren we die thema’s? Een voorstel voor de Wijkse duurzaamheidaanpak: a. Selecteer thema’s, gelijkelijk verdeeld over de drie p’s; zorg ervoor dat ze relevantie hebben voor de gemeente; zorg ervoor dat ze stuurbaar zijn; selectie thema’s op basis van: relevantie, meetbaarheid, beïnvloedbaarheid, budget aanwezig b. Ontwerp een meetmodel, waarin in 2009 de positie van de gemeente beoordeeld kan worden; herhaal de meting ieder jaar. Maak gebruik van eerdere metingen, die informatie kunnen verschaffen. Maak een monitor, en benoem zwaartepunten c. Ontwerp een programmastructuur, waarin bestaande en nieuwe activiteiten ondergebracht worden. Benoem een manager, die verantwoordelijk is voor de themaselectie en de ontwikkeling van het monitor instrument. Geef de manager de bevoegdheid om te sturen, binnen het model zoals dat voor de projectorganisatie ontworpen wordt. Breng bestaande projecten en activiteiten onder in het programma duurzaamheid. d. Kijk bij de provincie ondersteuning kan bieden aan dit proces. De provincie heeft destijds opdracht gegeven voor de ‘’staat van Utrecht’’; met behulp van de provincie
3
kan onderzocht worden of het materiaal dat gebruikt is vertaald kan worden naar het lokale niveau. Er is dan sprake van een soort 0 meting. . e. Herhaal de meting jaarlijks, breng jaarlijks een monitor uit en kies jaarlijks voor aandachtsthema’s, waarop extra sturing plaatsvindt. f. Duurzaamheidtoets bij raadsvoorstellen en collegebesluiten 5. Themaselectie en meetmodel: naar een Wijkse duurzaamheidmeter De staat van Utrecht werkt met ruim 100 indicatoren, uitgangspunt voor de gemeente Wijk bij Duurstede is om te kiezen voor ongeveer 25 a 30 indicatoren. Die indicatoren verdeeld zijn over people planet profit, moeten relevant zijn, moeten min of meer beïnvloedbaar zijn. In de toekomst zullen waarden gedefinieerd, moeten eisen gesteld worden. De eerste stap die we gezet hebben is om op basis van de ‘’staat van utrecht’’ indicatoren te selecteren, die we kenmerkend, relevant voor de gemeentelijke balans vinden. Per ‘’kapitaal’’ groeperen we de indicatoren in twee diagrammen. Doel van dit proces om tot een kleinschalige, maar relevante duurzaamheidmeter te komen. De beperking maakt een en ander hanteerbaar en behapbaar Er wordt alleen maar gewerkt met indicatoren, waarvan meetgegevens zijn. Hoe stellen we ons het proces voor: Nadat –in de loop van volgend jaar- de indicatoren gedefinieerd zijn, voorzien zijn van eisen en van waarden kunnen we de eerste meter presenteren, eind 2009. Die meter kan op de gemeentepagina, internet gepubliceerd worden, waarmee we werken aan het versterken van het bewustzijn en het versterken van het beleid over duurzaamheid. Die meting kan jaarlijks herhaald worden. Zaken die ‘’in het rood’’ komen krijgen, haast automatisch, extra aandacht. Om de duurzaamheidmeter de goede positie te geven kan ervoor gekozen worden een en ander op te nemen als paragraaf in de programmabegroting en de programmaverantwoording. Duurzaamheid wordt dan een voor de raad toegankelijk en beïnvloedbaar thema, waarop sturing plaats kan vinden. De bijeenkomst voor de raad -een vervolg op de bijeenkomst van april 2008- is vooral een werkbijeenkomst: welke elementen, welke indicatoren verdienen het om in de Wijkse duurzaamheidmeter opgenomen we worden. Hierna is het college weer aan zet: hoe geven wij verder vorm aan het breed duurzaamheidbeleid? Gaan we verder met monitoring, en hoe pakken we dat dan aan? Dat zal op de een of nadere manier terugkomen in de raad. Op de drie volgende pagina’s –een voor people, de mensen; een voor planet, de ecologie; een voor profit, de economie- vindt u het basisschema. Op de bijeenkomsten van 30 juni zullen deze drie overzichten gepresenteerd worden, met daarin opgenomen de topics, de indicatoren, die uit de fracties ingebracht zijn en worden.
4
A Planet, de ecologie We hebben een basisschema gemaakt, waarin de ingebrachte indicatoren gegroepeerd worden. Wat vinden we belangrijk bij ‘’planet’’? De respons uit fracties en raad zal leiden tot een bijstelling van deze schema’s, tot een hergroepering, die dan de basis is voor de Wijkse duurzaamheidmeter, die als vervolg op de raadsbijeenkomst uitgewerkt zal worden. We hebben een voorlopige clustering aangebracht: indicatoren, die met de fysieke omgeving te maken hebben, en indicatoren die over het gedrag van mensen gaan. 1. Waar moeten we op letten: de natuurlijke omgeving
water lucht
natuur
2. Waarmee moeten we aan het werk: gedrag
Hergebr Afval
Duurzame energ.
Energiebesparing
Discussiethema in raadsbijeenkomst 30 juni onderdeel planet: Zijn de ingebrachte en op 30 juni te presenteren indicatoren juist? Wat missen we? Waarop moet de nadruk liggen?
5
B People, de mensen Ook hier een basisschema gemaakt, waarin de ingebrachte indicatoren gegroepeerd worden. Wat vinden we belangrijk bij ‘’people’’, voor de mensen? De respons uit fracties en raad zal leiden tot een bijstelling van deze schema’s, tot een hergroepering, die dan de basis is voor de Wijkse duurzaamheidsmeter, die als vervolg op de raadsbijeenkomst uitgewerkt zal worden. We hebben voorlopig geclusterd: indicatoren rond ‘’welbevinden’’ (participatie, zorg, veiligheid, gezondheid) en voorzieningen (wonen, onderwijs, cultuur)
1. De noodzakelijke infrastructuur, de voorzieningen.
onderwijs
wonen
cultuur
welzijn
2. Wat vinden we voor het welbevinden welbevinden van de Wijkenaar van belang?
participatie
veiligheid
gezondheid
zorg
Discussiethema in raadsbijeenkomst 30 juni onderdeel people: Zijn de ingebrachte en op 30 juni te presenteren indicatoren juist? Wat missen we? Waarop moet de nadruk liggen?
6
C. Profit We hebben een basisschema gemaakt, waarin de ingebrachte indicatoren gegroepeerd worden. Wat vinden we belangrijk bij ‘’profit’’, de economie? De respons uit fracties en raad zal leiden tot een bijstelling van deze schema’s, tot een hergroepering, die dan de basis is voor de Wijkse duurzaamheidmeter, die als vervolg op de raadsbijeenkomst uitgewerkt zal worden. We hebben een onderverdeling gemaakt tussen de gewenst economische structuur en de voorbeeldfunctie van de gemeente zelf, de eigen bedrijfsvoering. 1. Wat vinden wij voor de economische structuur van belang? Waar moeten we op letten?
landbouw
demografie
ec. Participatie
mobiliteit en ontsluiting
2. Wat doen we er zelf aan in ons eigen bedrijf; de voorbeeldwerking.
Duurzame inkoop
duurzaam personeelsbeleid
energie
Discussiethema in raadsbijeenkomst 30 juni onderdeel planet: Zijn de ingebrachte en op 30 juni te presenteren indicatoren juist? Wat missen we? Waarop moet de nadruk liggen?
7
Grosslijst indicatoren U hebt de ‘’staat van Utrecht’’ enige tijd geleden ontvangen. Voor de volledigheid zijn de indicatoren uit de staat van Utrecht nog een keer bijgevoegd. Er wordt steeds verwezen naar de ‘’staat van Utrecht’’, die in uw bezit is. Ecologisch kapitaal 1. Voorraad bodem; indicatoren om de kwaliteit van de bodem te monitoren; (staat van Utrecht, pg 16) Score 1 2 3 4 5 6 7
Indicator Vermesting klei zand veen Zware metalen akker eiland Vermesting Grondwater-beschermingsgebieden (GWB) Zware metalen GWB Vermesting akker weiland Verzuring natuurgebieden Zware metalen klei zand veen
2. Voorraad lucht; indicatoren om de kwaliteit van de lucht te monitoren; (staat van utrecht, pg 18) 8 9 10 11 12
Fijn stof Luchtconcentratie stikstofdioxide Geurhinder geluidsbelasting Lichthinder
3. Voorraad oppervlaktewater; indicatoren om de kwaliteit van het oppervlaktewater te monitoren; (staat van Utrecht, pg 20) 13 14
Eutrofiering Zware metalen
4. Voorraad natuur en landscha; (staat van Utrecht, p 22) 15 16 17 18 19 20 21 22
Soortenrijkdom graslanden Idem heide Idem bos Idem water Idem akkers Oppervlakte natuur EHS horizonvervuiling natuurlijkheid
5. Voorraad grondwater; (staat van utrecht, pg 24) 23 24 25 26
vermesting Kwantiteit grondwater bestrijdingsmiddelen Zware metalen
6. Voorraad grondstoffen; (staat van Utrecht, pg 26) 27 23 24 25 26
klei ophoogzand Beton en metselzand Hergebruik bedrijfsafval Grind
7. Voorraad energie en klimaat (staat van utrecht, p 28) 28 29 30
Broeikaseffect Duurzame energie comsument Energiebesparing consument
8
Sociaal cultureel kapitaal 1. Voorraad gezondheid; indicatoren om de kwaliteit van de gezondheid monitoren; (staat van Utrecht, pg 32) score 1 2 3 4 5 6 7 8
indicator Spreiding zorgvoorzieningen Wachtenden verpleging en verzorging Chronisch zieken Geestelijke gezondheid Beoordeling eigen gezondheid suicides Riskant gedrag Sport wekelijks
2. Voorraad cultuur; (staat van utrecht, pg 34) 9 10 11 12 13
Waardering omvang cultuursector Omvang cultuursector leesgedrag Deelname amateurkunst cultuurbezoek
3. Voorraad sociale samenhang en identiteit; (staat van Utrecht, pg 36) 14 15 16 17 18 19
Contact andere etniciteiten Arme huishoudens Sociale uitsluiting Utrechtse (wijkse) identiteit Racisme en discriminatie Sociale cohesie
4. Voorraad participatie en ontwikkeling; (staat van Utrecht, p38) 20 21 22 23 24 25
opleidingsniveau Internet thuis Langdurige werkloosheid Levenlang leren Vertrouwen in de politiek Opkomstpercentage verkiezingen
5. Voorraad veiligheid; (staat van utrecht, p 40) 26 27 28 29 30
overstromingsrisico Ernstige verkeersongevallen Slachtoffer vermogensdelicten, geweldcriminaliteit onveiligheidgevoel Angst voor terrorisme
6. Voorraad woonomgeving; (staat van Utrecht, pg 42) 31 32 33 34 35
Woningtekort Tevredenheid woning Historische kenmerkendheid Tevredenheid buurtvoorzieningen Tevredenheid groenvoorzieningen
7. Voorraad onderwijs; (staat van utrecht, pg 44) 36 37 38 39 40 41
Kwaliteit voortgezet onderwijs Spreiding scholen jeugdwerkloosheid populatiescholen Kwaliteit basisonderwijs Voortijdig schoolverlaters
9
Economisch kapitaal 1. Voorraad werkgelegenheid; (staat van Utrecht, pg 48) score 1 2 3 4 5 6 7
indicator Ontgroening en vergrijzing Moeilijk vervulbare vacatures Benutting arbeidspotentieel werkgelegenheidsfunctie Aantal hoogopgeleiden arbeidsongeschiktheid Werkloosheid
2. Voorraad investering en rendement; (staat van utrecht, pg 50) 8 9 10 11
Aandeel werkgelegenheid buitenlandse bedrijven investeringsniveau Rendement landbouwbedrijven rendementsniveau
3. Voorraad ruimtelijke vestigingsvoorwaarden; (staat van Utrecht, pg 52) 12 13 14 15 16 17
Capaciteit wo en hbo Modal split (heeft te maken met verhouding ov tot ander vervoer) Openbaar vervoer ontsluiting filezwaarte Voorraad bedrijventerreinen Netto/bruto verhouding
4. Voorraad economisch profiel; (staat van Utrecht, pg 54) 18 19 20 21 22 23 24 25
Biologische landbouw Life science Creatieve industrie BRP hoofd bevolking Aandeel starters High en medium tech werkgelegenheid R & D intensiteit Patenten
10