Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid Juni 2012
‘Ik denk dat duurzaam de enige motor is voor de economie en de samenleving om te vernieuwen.’ Peter Blom, directeur Triodos Bank
Inhoudsopgave Inleiding .......................................................................................................................3 1. Duurzaamheid in Onderwijs, Onderzoek & Valorisatie ................................................ 5 1.1 Onderwijs ............................................................................................................... 5 1.2 Onderzoek .............................................................................................................. 7 1.3 Valorisatie .............................................................................................................. 7 2. Duurzaamheid in Bedrijfsvoering ............................................................................. 10 2.1 Programma ........................................................................................................... 11 2.2 Thema Huisvesten.................................................................................................. 12 2.2.1 Ontwikkeling: Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud en Sloop ......... 13 2.2.2 Beheer en Gebruik: Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik .... 15 2.2.3 Gebiedsontwikkeling ......................................................................................... 16 2.3 Thema Energie ...................................................................................................... 18 2.4 Thema Mobiliteit .................................................................................................... 20 2.4.1 Woon-werkverkeer............................................................................................ 21 2.4.2 Goederenvervoer .............................................................................................. 22 2.5 Thema Inkoop ....................................................................................................... 23 2.6 Thema ICT ............................................................................................................ 26 3. Duurzaamheid en Communicatie .............................................................................. 29 3.1 Situatie-analyse ..................................................................................................... 29 3.2 Communicatieplan ................................................................................................. 30 3.2.1 Doel ............................................................................................................... 30 3.2.2 Doelgroepen .................................................................................................... 30 3.2.3 Strategie ......................................................................................................... 30 3.2.4 Doelstellingen en actielijnen ............................................................................... 31 3.4 Organisatie ........................................................................................................... 33 Bijlage bedrijfsvoering: BREEAM-NL ............................................................................ 34
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 2
Inleiding Duurzaamheid is een van de vier strategische thema’s waarmee de Universiteit Utrecht zich de Komende jaren nog scherper zal profileren en waarmee ze aansluit op maatschappelijke vragen. De Universiteit Utrecht ziet het als onderdeel van haar maatschappelijke taak op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie om haar studenten en medewerkers bewust te maken van de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en om met haar onderzoek bij te dragen aan oplossingen voor deze uitdagingen. Daarnaast heeft de Universiteit Utrecht de afgelopen jaren systematisch gewerkt aan het verder verduurzamen van de bedrijfsvoering, met een focus op nieuw-/verbouw, mobiliteit, energie en met aandacht voor duurzaamheid bij inkoop en faciliteiten. In de eigen bedrijfsvoering wil de universiteit de ecologische voetafdruk stapsgewijze terugbrengen. Hieronder volgt een verdere uitwerking van de actielijnen met betrekking tot duurzaamheid uit het strategisch plan en de notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid die in januari 2012 met de Uraad besproken is. In deze notitie worden de actielijnen uitgewerkt langs Onderzoek, Onderwijs, Valorisatie, Bedrijfsvoering en Communicatie. Deze notitie is tot stand gekomen in een door het College van Bestuur ingesteld projectgroep met als samenstelling Esther Stiekema (O&O), Michiel Scherrenburg (V&C), Nicoline Meijer (C&M), Ingrid Wagenaar (AD) en Joop Kessels AD). De notitie wordt besproken met de Universiteitsraad. Bij de uitwerking van de notitie is als uitgangspunt gekozen de volgende omschrijving van duurzaamheid: "Het streven naar duurzame ontwikkeling is één van de grootste uitdagingen in de 21e eeuw. Wetenschappelijke kennis is hiervoor onontbeerlijk. De Universiteit Utrecht vindt het haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een duurzame samenleving om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een duurzame samenleving. Enerzijds door het beschikbaar stellen en delen van wetenschappelijke kennis, anderzijds door zelf een inspirerend voorbeeld in de bedrijfsvoering te zijn. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de uiteindelijke continueerbaarheid van een zekere kwaliteit van leven, niet alleen ecologisch (Planet) maar ook in economisch (Profit) en sociaal (People) opzicht. Een goede balans tussen People, Planet en Profit is hierbij steeds het uitgangspunt."1
Strategisch Plan De Universiteit Utrecht legt haar ambities, ook ten aanzien van duurzaamheid, vast in haar Strategisch Plan. In het Strategisch Plan 2012-2016 is ten aanzien van duurzaamheid een aantal doelstellingen opgenomen. Van deze doelstellingen worden onderstaande actielijnen in deze notitie verder uitgewerkt.
Doelstelling 1 Onderzoek De uitbouw van de vier strategische thema's Life Sciences, Institutions: Dynamics of Society, Sustainability, Youth & Identity met een fundament in 16 focusgebieden. De Universiteit Utrecht realiseert een positie als wereldspeler op ten minste één gebied binnen elk van de vier strategische thema’s. Actielijn 2: Uit de universitaire beleidsruimte wordt in de periode tot 2010-2016 jaarlijks 12 miljoen € geïnvesteerd ter versterking van de vier strategische thema’s en focusgebieden. Actielijn 3: Borgen van voldoende vernieuwend onderzoek (kraamkamers) binnen de strategische thema’s en focusgebieden.
1
Bewerking van de definitie van Duurzaamheid van de Commissie Brundtland (1987) in Out Common Future.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 3
Actielijn 4: De universiteit participeert actief in nationale topsectoren en Europese Societal Challenges in samenwerking met publieke en private partners. De strategische thema's en de focusgebieden zijn hierbij leidend.
Doelstelling 2 Onderzoek De Universiteit Utrecht brengt de strategische samenwerking binnen de strategische thema’s met andere nationale en internationale instellingen in kaart en verzilvert die. Actielijn 3: De Universiteit Utrecht ambieert deelname in ten minste twee toponderzoekscholen in het NWOprogramma zwaartekracht.
Doelstelling 3 Onderwijs De universiteit realiseert een aantrekkelijk onderwijsaanbod dat bovendien doelmatig is Actielijn 1: De universiteit koppelt onderzoeksmasters beter aan een van de vier strategische thema’s of aan focusgebieden.
Doelstelling 3 Ondersteuning De universiteit realiseert een duurzame bedrijfsvoering. Actielijn 1: Opstellen, vaststellen en uitvoeren van het Programma Duurzame Bedrijfsvoering, met een focus op energie, ontwikkeling, beheer, mobiliteit en inkoop. Actielijn 2: Vaststellen van een universiteitsnorm voor nieuwbouw, bestaande bouw en gebiedsontwikkeling op basis van BREEAM-NL met credits voor o.a. energie en binnenklimaat, materialen, mobiliteit, water en natuur in perspectief van levensduurkosten (investering en exploitatie). Actielijn 3: Inzetten van duurzaamheid (op basis van People, Planet, Profit) als expliciet criterium bij alle inkoop en aanbestedingen (uitbreiden naar volledig spendvolume van de universiteit). Actielijn 4: Doorontwikkelen van het mobiliteitsplan met de Uithofpartners, op basis van een gezamenlijke mobiliteitsvisie gericht op een duurzame bereikbaarheid, waarbij de te realiseren P+R voorziening en de Uithoflijn (tramverbinding) gebruikt worden voor de beïnvloeding van de mobiliteitskeuze. Actielijn 6: Verbeteren van de communicatie rond duurzaamheidactiviteiten van de universiteit.
De actielijn ten aanzien van het uitvoeren van een benchmark duurzaamheid bij universiteiten is hieronder nog niet verder uitgewerkt. Er zijn diverse benchmarks m.b.t. duurzaamheid in de markt. Deze richten zich op onderdelen van bedrijfsvoering (bijvoorbeeld alleen gebouwen) en nog niet op alle aspecten van duurzaamheid of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Op het moment dat een completer benchmark beschikbaar komt, zal deze actielijn verder worden uitgewerkt.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 4
1. Duurzaamheid in Onderwijs, Onderzoek & Valorisatie De Universiteit Utrecht is een researchuniversiteit die er eer in stelt om goed onderwijs te geven. Zowel in onderwijs als onderzoek is duurzaamheid een belangrijk speerpunt. Ambities Duurzaamheid in Onderwijs, Onderzoek en Valorisatie De universiteit heeft in haar Strategisch Plan 2012-2016 duurzaamheid gekozen als een van de vier thema’s waar zij haar onderzoek in wil bundelen en extra in wil investeren. Daarbij gaat het niet alleen om wetenschappelijk excellentie, maar ook om het toepassen van deze kennis ten behoeve van maatschappelijke problemen. Behalve in het onderzoek wil de universiteit ook in het onderwijs een aantrekkelijk aanbod dat aansluit bij het thema duurzaamheid. In januari 2012 heeft het College van Bestuur de volgende actielijnen vastgesteld.
Actielijn Actielijn Actielijn Actielijn
1 2 3 4
Actielijn 5
Onderwijs Onderwijsaanbod op het gebied van duurzaamheid toegankelijk presenteren Onderzoeken mogelijkheid voor instellen minor Duurzaamheid Start water master bij Geowetenschappen Uitbreiden aanbod keuzevakken op het gebied van duurzaamheid in de bachelorfase Uitbreiden aanbod keuzevakken in de masterfase
Actielijn 8
Onderzoek Investeren in strategisch thema duurzaamheid Realiseren van tenminste één toponderzoekschool op het gebied van duurzaamheid Vanuit Climate KIC samenwerking in EU initiëren en versterken
Actielijn Actielijn Actielijn Actielijn Actielijn
Valorisatie Bijdragen aan het realiseren van CO2 neutrale woon/werkgebieden Faciliteren starters op het gebied van duurzaamheid Verhogen aantal studenten in onderwijs duurzaam ondernemen Bouw Gemeenschappelijk Milieulaboratorium met TNO en Deltares Intensiveren samenwerking ingenieursbureaus
Actielijn 6 Actielijn 7
9 10 11 12 13
Hieronder wordt ingegaan op de stand van zaken per actielijn en de planning tot eind 2012.
1.1 Onderwijs Ambitie De Universiteit Utrecht wil een aantrekkelijk onderwijsaanbod op het gebied van duurzaamheid. Daarbij gaat het niet alleen om bachelor- en masteropleidingen, maar juist ook om elke student de mogelijkheid te bieden om onderwijs te volgen op het gebied van duurzaamheid, in de keuzeruimte of in stages en afstudeerprojecten. Aankomende studenten die belangstelling hebben voor het thema duurzaamheid, en met name degene die dit thema vanuit een interdisciplinair perspectief willen benaderen, zien de Universiteit Utrecht als eerste keuze. Actielijn 1. Onderwijsaanbod op het gebied van duurzaamheid toegankelijk presenteren Planning Instellen projectgroep Keuzevakken duurzaamheid Projectgroep maakt overzicht welke vakken in aanbod 2012-2013 als keuzevak Duurzaamheid gevolgd kunnen worden Overleg aanpassing onderwijscatalogus Op basis van het overzicht bestaande keuzevakken vindt overleg plaats met relevante inhoudsdeskundigen over aanvullend aanbod in 2013-2014. Inventarisatie welke vakken in het TUe aanbod als keuzevak Duurzaamheid gevolgd kunnen worden.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
April 2012 Juni 2012 September-november 2012 December 2012 –januari 2013 Mei-juni 2012
Pagina 5
Overleg met Climate Kic hoe hun onderwijsaanbod toegankelijk gemaakt kan worden voor masterstudenten van de UU. Bespreking resultaten project in CvB
Mei-juni 2012 September-Oktober 2012
Resultaten tot nu Er is een projectgroep keuzevakken duurzaamheid samengesteld. De projectgroep bestaat uit medewerkers van de faculteiten Bèta (Merel Soons), GEO (Margien Bootsma) en REBO (Jetta Spaanenburg), een medewerker O&O (Warda Sharif) en een medewerker C&M (Nicoline Meijer). De medewerkers van de faculteiten zijn momenteel bezig het keuzevakkenaanbod op het gebied van duurzaamheid per faculteit in kaart te brengen. Overleggen met Climate Kic en TUe over het keuzevakkenaanbod zullen binnenkort plaatsvinden. Het keuzevakkenaanbod zal op de onderwijspagina van de UU-duurzaamheidswebsite worden vermeld en de vakken zullen met het trefwoord duurzaam/duurzaamheid vindbaar worden gemaakt in de Onderwijscatalogus. In april is er een Engelstalig overzicht met keuzevakken Duurzaamheid gemaakt om exchangestudenten te werven op dit thema. Deze overzichten zijn met twee Utrecht University partners gedeeld, te weten National University of Singapore (NUS) en de Chinese University of Hong Kong (CUHK).
Actielijn 2. Onderzoeken mogelijkheid voor instellen minor Duurzaamheid Resultaat tot nu Op dit moment kent de UU al een aantal minors op het gebied van Duurzaamheid. Een aantal is echter voor een beperkte groep studenten toegankelijk, zie tabel. De minor Duurzame Ontwikkeling is een goede kandidaat voor een algemene minor Duurzaamheid. Vraag is of naast het huidige aanbod nog ander aanbod nodig is. Aarde, klimaat en leven Aarde, water en milieu
Duurzame ontwikkeling Energie en duurzame ontwikkeling
Global Change
Klimaatfysica
Milieumaatschappijwetenschappen Milieu-natuurwetenschappen
Geen ingangseisen. De minor is vooral bedoeld voor studenten met een major in scheikunde en een interesse in de geochemie. De student moet in ieder geval een vwo-diploma hebben met een natuur en techniek of natuur en gezondheid profiel. Daarnaast moet de student een bètageoriënteerde major volgen waarin voldoende kennis van wiskunde is opgedaan. Geen ingangseisen De beoogde doelgroep van deze minor zijn bachelorstudenten scheikunde, natuurkunde, aardwetenschappen, milieunatuurwetenschappen, biologie, wiskunde. Voor het volgen van de minor gelden echter geen instroomeisen. Dit betekent dat alle studenten die interesse hebben in de energie en materialen dit programma kunnen volgen. Er zijn geen ingangseisen voor deze minor. Bij een aantal cursussen is specifieke voorkennis gewenst. Deze minor is geschikt voor studenten van de Faculteiten Geowetenschappen, Bèta- of Sociale Wetenschappen. Een vwo-profiel natuur en techniek, of het profiel natuur en gezondheid aangevuld met wiskunde B2 en natuurkunde B2. Aanbevolen is het met succes gevolgd hebben van wiskundecolleges waarin differentiaal en integraalrekening behandeld is. Dit kan door het volgen van wiskundecolleges binnen de eigen opleiding of binnen de opleiding natuur- en sterrenkunde. Geen ingangseisen. Geen ingangseisen.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 6
Actielijn 3. Start water master bij Geowetenschappen Resultaat tot nu De master start in september 2012. Actielijn 4. Uitbreiden aanbod keuzevakken op het gebied van duurzaamheid in de bachelorfase Als actielijn 1 afgerond is zal in overleg met faculteiten bezien worden in hoeverre uitbreiding van het aanbod wenselijk is. De planning is dat hierover in september 2012 met de faculteiten overlegd zal worden. Actielijn 5. Uitbreiden aanbod keuzevakken op het gebied van duurzaamheid in de masterfase Zie actielijn 4, Uitbreiden aanbod vakken in de bachelorfase.
1.2 Onderzoek Ambitie De Universiteit Utrecht heeft in het Strategisch Plan 2012-2016 de ambitie geformuleerd om een positie als wereldspeler te realiseren op tenminste één onderzoeksgebied binnen elk van de vier strategische thema’s. Duurzaamheid is een van die vier thema’s. Door krachtige stimulering van de strategische thema’s – ook financieel - kan de Universiteit Utrecht een regierol in kennisketens innemen, zowel nationaal als internationaal, met daarbij een focus op de Europese Unie. Investeringen vanuit de beleidsruimte en het hooglerarenbeleid ondersteunen deze ambitie.
Actielijn 6. Investeren in strategisch thema duurzaamheid Resultaat tot nu Decanen zijn gevraagd om per 1 september a.s. een investeringsplan aan te leveren voor de strategische thema’s. Besluitvorming over de investeringen in de periode 2013 t/m 2016 zal in oktober 2012 plaatsvinden.
Actielijn 7. Realiseren van tenminste één toponderzoekschool op het gebied van duurzaamheid Vanaf 2012 wordt het programma Toponderzoekschool (Dieptestrategie) voortgezet onder de naam Zwaartekracht. Het Zwaartekrachtprogramma heeft tot doel het identificeren en stimuleren van consortia met een excellent wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Resultaat tot nu De UU heeft voor de ronde 2012 vier aanvragen voor het Zwaartekrachtprogramma ingediend, waarvan één op het gebied van duurzaamheid. De toekenningen zullen in november 2012 bekend worden gemaakt.
Actielijn 8. Vanuit Climate KIC samenwerking in EU initiëren en versterken Resultaat tot nu Binnen Climate KIC zijn diverse onderzoeksprojecten van start gegaan. De Universiteit Utrecht participeert op dit moment in 2 van deze projecten (Microalgae Biorefinery en ADMIT Biorenewables) ), samen met partners uit o.a. Duitsland, Engeland en Frankrijk, en zal in de toekomst in meer projecten samenwerken. Daarnaast organiseert Utrecht een aantal onderdelen in het onderwijsaanbod van de Climate KIC, onder meer in de Clilmate KIC Summer School.
1.3 Valorisatie Ambitie De Universiteit Utrecht heeft in het Strategisch Plan 2012-2016 de ambitie geformuleerd om een regierol te hebben in kennisketens in Nederlandse en Europese programma's, o.a. door de samenwerking en allianties met in deze kennisketen complementaire partners te versterken. De
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 7
universiteit zal de succesvolle ervaringen met FES- en EU-programma's (zoals Catchbio en Climate KIC) als voorbeeld nemen en deze verzilveren in nieuwe allianties,zowel nationaal als internationaal. Kern hierbij is de uitwisseling van kennis, expertise, gespecialiseerde infrastructuur en staf.
Actielijn 9. Bijdragen aan realiseren van CO2 neutrale woon/werkgebieden Resultaat tot nu Binnen het Utrecht Sustainability Institute worden Living Labs opgezet. In deze ‘proeftuinen voor vernieuwing’ wordt gewerkt aan het toepassen van kennis en expertise om de transitie naar duurzame urbane regio’s te realiseren. Binnen het brede terrein van ‘Transitie naar duurzame urbane regio’s’ zijn vier hoofdclusters te onderscheiden. Het cluster ‘Energieneutraal en toekomstbestendig wonen en werken in stedelijke gebieden’ is een van die clusters. In dit cluster gaat het om een multidisciplinaire aanpak van herstructureringsopgaven in stedelijke gebieden rond wonen, werken, mobiliteit en recreatie, waarbij sociale, economische en ecologische aspecten nadrukkelijk met elkaar in verband worden gebracht en nieuwe institutionele en financiële arrangementen worden ontwikkeld en in de praktijk getoetst. Daarbij komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde: • Verdergaande energiebesparing in de gebouwde omgeving (vooral de bestaande bouw, ‘deep retrofit’), zowel voor de gebouwgebonden energievraag als het gebruikersaandeel; • Introductie van lokale hernieuwbare duurzame energiebronnen voor de resterende energievraag in de gebouwde omgeving, zodat energieneutraliteit wordt bereikt of zelfs netto energie wordt geleverd; • Inpassing van nieuwe efficiënte en/of duurzame technologieën in het elektriciteitssysteem, zoals warmtepompen, gedeeltelijke elektrificatie van het transport en zonnestroom en het benutten van de nieuwe mogelijkheden die ICT hierbij biedt (‘smart grids’). Partners in dit cluster zijn o.a. TNO, Ecofys, Deltares en de Hogeschool Utrecht.
Actielijn 10. Faciliteren starters op het gebied van duurzaamheid Faciliteren van starters vindt plaats in Utrecht Inc. Resultaat tot nu Op dit moment is slechts een beperkt deel van het aantal starters actief in de categorie Duurzaamheid (bijv. Snappcar, Sunbeam). Doelstelling van het Utrecht Valorisation Center (UVC) is om het aantal starters in 2016 te hebben verdubbeld t.o.v. het aantal starters in 2010. Voor het speerpunt duurzaamheid wordt een geleidelijk groeimodel gehanteerd. In eerste instantie zal samen met scouts actiever worden gezocht naar startups op het terrein van duurzaamheid, waarna geleidelijk kritische massa wordt bereikt, na 2-3 jaar. Het netwerk binnen dit speerpunt wordt daarmee versterkt. Met regionale partners wordt na circa 2-3 jaar via deze virtuele incubatie toegewerkt naar een (fysiek) zelfstandige incubator voor Duurzaamheid.
Actielijn 11. Doelstelling aantal studenten in onderwijs duurzaam ondernemen Onderwijs op het gebied van ondernemerschap vindt plaats in het Utrecht Centre for Entrepreneurship en binnen de EIT Climate KIC. Resultaat tot nu Sinds 2010 organiseert de EIT Climate KIC elk jaar een Summer School, waar master studenten van de UU in kunnen participeren. De Summer School is specifiek gericht op duurzaam ondernemerschap. Het Utrecht Centre for Entrepreneurship heeft als doelstelling dat in 2016 meer dan 6% van de UU studenten ondernemerschapsonderwijs volgt. Naar voorbeeld van de Summerschool Biobusiness wordt in samenwerking met (MKB) bedrijven de mogelijkheid van een bredere Summer School Innovatief Ondernemerschap onderzocht.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 8
Actielijn 12. Bouw Gemeenschappelijk Milieulaboratorium met TNO en Deltares Op het universiteitsterrein wordt aanpalend aan het gebouw van TNO-NITG een laboratoriumgebouw ontwikkeld dat door verschillende onderzoeksgroepen gebruik gemaakt gaat worden als chemische/analytische laboratorium. Naast de universiteit maakt TNO-NITG, Deltares en het RIVM gebruik van dit gebouw. De nadruk bij het ontwerp ligt op duurzaamheid en flexibiliteit waarbij de diverse functies onderling uitwisselbaar moeten zijn. Resultaat tot nu Op 14 februari is gestart met het boren van de funderingspalen en daarmee met de bouw van het Gemeenschappelijk Milieulaboratorium.
Actielijn 13. Intensiveren samenwerking ingenieursbureaus Resultaat tot nu Samenwerking met ingenieursbureaus op het gebied van duurzaamheid vindt onder meer plaats binnen het Utrecht Sustainability Institute (USI). Partners in USI zijn o.a. KEMA, Ecofys, Movares, Wavin en BAM. Naast deze partners heeft USI nauwe banden met Grontmij, Tauw b.v. en Ballast Nedam. In overleg met het Utrecht Sustainability Institute zullen afspraken gemaakt worden hoe de samenwerking met deze organisaties verder geïntensiveerd kan worden, o.a. door de bureau’s te betrekken bij stages en afstudeer projecten. Op het gebied van arbeidsmarkt oriëntatie bestaan er goede contacten met ingenieursbureaus. Op de Carrièredag 2012 waren o.a. Alten PTS, Arcadis, CSO, Deltares, Grontmij en Witteveen&Bos aanwezig.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 9
2. Duurzaamheid in Bedrijfsvoering De Universiteit Utrecht ontwikkelt een Programma Duurzame Bedrijfsvoering. Duurzaamheid is een van de inhoudelijke speerpunten van de Universiteit Utrecht. Door het delen en beschikbaar stellen van kennis wil de Universiteit Utrecht een bijdrage leveren aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving en kwaliteit van leven in de toekomst. Als het gaat om Duurzame Bedrijfsvoering dan is de Universiteit Utrecht, vergeleken met andere universiteiten, al een actieve speler. De komende jaren wil de Universiteit Utrecht hier verder in investeren. Belangrijk uitgangspunt hierbij is een goede balans tussen People, Planet en Profit (3 P’s). In januari 2012 heeft het College van Bestuur de volgende actielijnen vastgesteld. Actielijn 1
Actielijn 2 Actielijn 3 Actielijn 4
Actielijn 5 Actielijn 6
Afstemmen inventarisatie UU met activiteiten van UMCU/HU, hiermee bijdragen aan De Uithof Duurzaam, focus op realiseren MJA (onder meer energie-efficiëntieplan uitvoeren), (ver)bouw), mobiliteit Follow up mobiliteitsonderzoek eind 2011 (bijvoorbeeld ov-arrangementen, probeerarrangementen voor automobilisten, invoeren betaald parkeren) Bij nieuwe aanbestedingen duurzaamheid expliciet criterium Vaststellen in 2012 van UU norm duurzaam huisvesten (milieu index gebouw - MIG) op het gebied van energie en binnenklimaat, materialen, water (op basis van GREENCAL+ of BREEAM-NL), rekening houdend met locatie en gezondheid/comfort, en in perspectief van terugverdientijd Terugdringen papieren workflow Onderzoeken Green IT
Situatie en ambitie UU strategisch plan “De Universiteit Utrecht heeft de afgelopen jaren systematisch gewerkt aan het verder verduurzamen van de bedrijfsvoering, met een focus op energie, nieuwbouw/renovatie, mobiliteit en inkoop. De universiteit conformeert zich hierbij primair aan brancheafspraken. De komende jaren zal de universiteit deze aanpak voortzetten om in de bedrijfsvoering in praktijk te brengen wat in onderwijs en onderzoek wordt betoogd. De universiteit legt de focus hierbij op duurzaam huisvesten, mobiliteit en energie, met aandacht voor facilitaire processen. De universiteit zal de inspanningen ook beter zichtbaar maken, onder meer via de website. De universiteit draagt bij aan regionale initiatieven, waarbij steeds de balans met primaire taken bewaard blijft. De universiteit werkt met andere partners aan een duurzaam Utrecht Science Park”. Duurzaamheid en samenwerking Duurzaamheid gaat ook over samenwerking: samenwerking met het bedrijfsleven, overheid, maatschappelijke organisaties en andere kennisinstellingen verbetert de kruisbestuiving tussen wetenschap en de praktijk en biedt duurzame oplossingen voor vaak complexe vraagstukken. De samenwerking met partners krijgt op verschillende manieren vorm. In De Uithof is samenwerking dé peiler waarop de Utrecht Science Park ontwikkeling gestoeld is. Ook binnen de Duurzame Bedrijfsvoering is samenwerking en afstemming met partners van belang. Zo werkt de universiteit mee aan de Duurzame Uithof, een initiatief van het Utrecht Sustainability Institute (USI).
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 10
2.1 Programma Doel De Universiteit Utrecht streeft naar een Duurzame Bedrijfsvoering door het formuleren van Doelstellingen: ambitie en gekoppeld aan randvoorwaarden haalbaarheid en organisatie en de bijbehorende Actielijnen voor het belangrijkste thema Huisvesten onderverdeeld in Ontwikkeling Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud en Sloop – en Beheer en Gebruik en de thema’s Energie, Mobiliteit, Inkoop en ICT. Het Thema Huisvesten vormt de basis voor het Programma Duurzame Bedrijfsvoering, binnen dit thema komen de andere thema’s Energie, Mobiliteit, Inkoop en ICT in meer of mindere mate ook aan de orde. Dit komt mede doordat de gekozen meetmethode, de BREEAM-NL methode, ook eisen stelt aan deze onderliggende thema’s. De verschillende bedrijfsvoeringthema’s zijn niet altijd af te bakenen. Per thema worden de verbanden beschreven met andere thema’s. Dit om elk thema zelfstandig leesbaar te maken. De volgende Thema’s zijn uitgewerkt: Thema Huisvesten Ontwikkeling: Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud en Sloop Beheer en Gebruik: Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik Gebiedsontwikkeling Thema Energie Thema Mobiliteit Woon-werkverkeer Goederenvervoer Thema Inkoop Thema ICT
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 11
2.2 Thema Huisvesten Duurzame Huisvesting beoogt een ontwikkeling en instandhouding van vastgoed en de directe omgeving die bijdraagt aan gezondheid en welzijn van mensen die er verblijven Duurzame Huisvesting heeft zo min mogelijk negatieve effecten op het milieu, nu en op langere termijn, ter plaatse of in de keten. De ontwikkeling van Duurzame Huisvesting is vanzelfsprekend in evenwicht met economische aspecten, gebaseerd op ‘Total costs of ownership’ (hierbij worden de kosten en de baten over de exploitatieperiode betrokken). Het Thema Huisvesten omvat een drietal programmalijnen: Vastgoed Ontwikkeling: Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud en Sloop Vastgoed Beheer en Gebruik: Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik Gebiedsontwikkeling
Meetbaar De Universiteit Utrecht kiest ervoor om de mate van duurzaamheid bij Vastgoed Ontwikkeling, Vastgoed Beheer en Gebruik en Gebiedsontwikkeling te bepalen aan de hand van daarvoor ontwikkelde standaard, een standaard bruikbaar voor de universitaire gebouwvoorraad en campussen: De BREEAM-NL systematiek. BREEAM-NL staat voor de Nederlandse versie van de Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen en gebieden te bepalen. Het systeem maakt gebruik van kwalitatieve weging; als totaalscore krijgt een gebouw of gebied 1 tot 5 sterren (Pass, Good, Very Good, Excellent of Outstanding). Voor de Universiteit Utrecht zijn de volgende methoden bruikbaar: BREEAM-NL Nieuwbouw als leidraad voor Nieuwbouw en Verbouw BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik als leidraad voor Renovatie, Planmatig en Dagelijks onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik BREEAM-NL Gebied voor Gebiedsontwikkeling Binnen BREEAM-NL vindt de kwalitatieve weging plaats ten aanzien van de volgende categorieën: Management, Energie, Gezondheid & Comfort, Transport (Mobiliteit), Materialen (Inkoop), Water, Landgebruik en Ecologie (Biodiversiteit), Vervuiling en Afval (Milieu) Het BREEAM-NL beoordelingskader voor gebiedsontwikkeling omvat 6 categorieën: Bronnen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Gebiedsklimaat, Welzijn, Management en Synergie. Zie BIJLAGE voor verdere uitwerking BREEAM-NL. De universiteit kiest ervoor om voor de ambitie t.a.v. duurzaamheid voor monumenten in Binnenstad en ICU ook de BREEAM-NL methodiek te gebruiken. Indien deze methode onvoldoende rekening houdt met de monumentale waarde van deze gebouwen wordt gekozen voor de methode Duurzame Monumentenzorg (DuMo) vastgelegd in het ‘Handboek Duurzame Monumentenzorg’ (SBR).
Samenhang met andere thema’s Het thema Huisvesten is vanuit Duurzame Bedrijfsvoering oogpunt het thema met het breedste kader, waarbij in meer of mindere mate ook de andere thema’s aan de orde komen. Ook in de BREEAM-NL methodiek als leidraad zijn categorieën gedefinieerd die grotendeels overeenkomen met andere thema’s in het Programma Duurzame Bedrijfsvoering: Energie Mobiliteit (transport) Inkoop (materialen) ICT (gebouw en inkoop) Door op basis van dit programma invulling te geven aan deze thema’s wordt bijgedragen aan de realisatie van ambities ten aanzien van het thema Huisvesten (ambities volgend uit de BREEAM-NL methode).
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 12
2.2.1 Ontwikkeling: Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud en Sloop Betreft grote mutaties in het Vastgoed, uitgevoerd in projecten. Per project wordt de duurzaamheid ambitie vastgesteld. Ten opzichte van Vastgoed Beheer en Gebruik is de mate van duurzaamheid die gerealiseerd wordt in deze projecten het grootst. De duurzaamheidaspecten (BREEAM-NL categorieën) waarmee de ambitie gehaald wordt zijn bij Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie en Planmatig Onderhoud Energie, Gezondheid & Comfort en Materialen (Inkoop). Bij Sloop is duurzaamheid ambitie gericht op Materialen (hergebruik) en Afval, hierbij is de wijze van uitvoeren van groot belang, evenals het vastleggen van het gehele sloopproces tot aan hoogwaardig hergebruik2. Voorbeeld: “Voor het nieuwe Onderwijscentrum voor Bètawetenschappen en Geowetenschappen is een duurzaamheidambitie volgens BREEAM-NL Nieuwbouw opgenomen van minimaal Very Good (3 sterren). De ontwerpende partijen hebben aangegeven de uitdaging aan te nemen om voor dit gebouw het niveau Excellent (4 sterren) te realiseren. In het bijzonder op het vlak van Energie, Gezondheid & Comfort en Materialen denken zij dit te kunnen realiseren. Uiteindelijk wordt in de Businesscase (Ontwerp, Investering en Exploitatie) duidelijk of de ambitie ook financieel haalbaar is”.
Bestaande plannen en kaders -
MJA-3 – Energie Efficiencyplan 2009-2012 MJA-3 - Energiescans (2009) opgesteld in kader van EEP 2009-2012 MJA-3 - Toekomstvisie Hoger Onderwijs – Naar een duurzame campus in 2030 Concept Beleidskader Duurzaam Huisvesten, directie V&C, 2011
Doelstellingen Ambitie: Bij Nieuwbouw en Verbouw is BREEAM-NL niveau Excellent (4 sterren) het uitgangspunt, met prioriteit voor de categorieën Energie, Gezondheid & Comfort en Materialen (Inkoop). Bij Renovatie en Planmatig Onderhoud is BREEAM-NL niveau Very Good (3 sterren) het uitgangspunt. Afhankelijk van het project wordt bepaald of een hoger niveau (BREEAM-NL Excellent) haalbaar is, of dat een lager niveau (BREEAM-NL Good of Pass) het maximum wat haalbaar is. In principe wordt een hoger BREEAM-NL ambitieniveau nagestreefd dan het niveau dat is vastgesteld op basis van een nulsituatie onderzoek. Prioriteit voor de categorieën Energie, Gezondheid & Comfort en Materialen (Inkoop). Door de uitvoering van de projecten wordt bijgedragen aan de MJA-3 doelstelling: 20% energie-efficiency in de gebouwen in 2020 (zie thema Energie) Voor Sloop geldt dat de vrijkomende producten en materialen op de slooplocatie worden gescheiden en vervolgens zoveel als mogelijk worden hergebruikt voor het oorspronkelijke doel waarvoor ze geproduceerd zijn. Er wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk percentage van hoogwaardig hergebruik van de vrijkomende materialen. Haalbaarheid: Bepaald op basis van ‘Total costs of ownership’, hierbij worden de kosten en de baten over de totale exploitatieperiode betrokken. Organisatie: Nieuwbouw en Sloop: In de vastgoedprogramma’s worden per project in de initiatieffase de doelstelling en de haalbaarheid in een businesscase uitgewerkt. Gedurende de definitiefase en ontwerpfase wordt bepaald of de doelstelling haalbaar is, onderbouwd in een fasedocument. Verbouw, Renovatie en Planmatig Onderhoud: Vastgoedeigenaar (V&C) neemt verduurzamingmogelijkheden op in projectscope. Uitwerking Planmatig Onderhoud vindt plaats in Uitvoeringplan (UVP)/ opdracht aan FSC.
2
Preventie, producthergebruik en recycling worden beschouwd als hoogwaardig hergebruik; downcycling, verbranding met energieterugwinning, verbranding en storting als laagwaardig hergebruik.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 13
Actielijnen Actielijn 1.1 Actielijn 1.2 Actielijn 1.3
Actielijn 1.4
Actielijn 1.5 Actielijn 1.6
Actielijn 1.7
Actielijn 1.8
Beleiduitgangspunten Vastgoed Ontwikkeling vastleggen in beleidskader Opstellen standaard Programma van Eisen duurzaamheid op basis van BREEAM-NL Opstellen standaard Businesscase met als uitgangspunt BREEAM-NL score, Haalbaarheidsberekening, Workflow beslisdocumenten Vaststellen format om prestatie op basis van kosten, opbrengsten en besparingen (begin- en eindsituatie zijn bekend) per project vast te stellen (exploitatie) Inkoop van diensten en producten verduurzamen (duurzaam aanbesteden) Gericht op Verbouw, Renovatie en Planmatig Onderhoud: Pilot scan volgens BREEAM-NL methode en op basis van pilot Plan van Aanpak voor scan volgens BREEAM-NL methode van alle gebouwen Gericht op Verbouw, Renovatie en Planmatig Onderhoud: Pilot inregelen installaties/ stook- en koellijnen gericht op Energie in relatie tot Gezondheid & Comfort en op basis van pilot Plan van Aanpak voor inregelen installaties/ stook- en koellijnen van alle gebouwen Programma van Eisen voor GebouwBeheerSysteem (GBS) opstellen gericht op regelbaarheid van Energie en Gezondheid & Comfort – kaderstellend voor FSC
2012-2013 2012-2013 2012-2013
2012-2013
Start 2012 2013-2015
2013-2015
2012
Regie en Uitvoering Directie V&C: Kaders en Regie Directie V&C: Uitvoering, deels in samenspraak met of in opdracht aan FSC Resultaten tot nu toe Nieuwbouw David de Wiedgebouw Resultaat is een besparing van 30% elektriciteit en 50% warmte ten opzichte van het F.A.F.C. Wentgebouw (David de Wiedgebouw is vervangende nieuwbouw voor F.A.F.C. Wentgebouw) Nieuwbouw GML – in uitvoering Ontworpen met Greencalc+ Milieu-index ambitie van 190. Het ontwerp is uitgerekend op Milieu-index van 216. Maakt gebruik van WKO in combinatie met warmtepompen. Nieuwbouw GEO In Programma van Eisen is Ambitieniveau BREEAM-NL Excellent opgenomen. Nieuwbouw Nieuw Onderwijscentrum Beta en Geo Ambitieniveau minimaal BREEAM-NL Very Good, wens is Excellent. Duurzaam Bouwen in pilot projecten (op basis van Visiedocument) In 2007 is gestart met een pilot fase waarbij een duurzaamheid ambitie is meegenomen in bouwprojecten. Met name op organisatorisch vlak zijn hierin resultaten geboekt. Verder is er ervaring opgedaan met het toepassen, uitwerken van de verschillende duurzaamheid meetmethodes (Greencalc, DuMo). Duurzaam Slopen Diergeneeskunde De sloop van een aantal gebouwen is duurzaam verlopen. Dit is in de aanbesteding al meegenomen. Resultaatverplichting aangaande scheiding tijdens de sloop van materialen en hoogwaardig hergebruik van sloopmateriaal (meer dan 98%).
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 14
2.2.2 Beheer en Gebruik: Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik Betreft Beheer en Gebruik van de gebouwen, zoals Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en het Gebruik van gebouwen, dit zijn de eisen, wensen en het gedrag van de gebruiker. Voor de meeste gebouwen van de universiteit staat geen (vervangende) Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie, Planmatig Onderhoud of Sloop gepland. Verduurzaming van deze gebouwen vindt plaats vanuit het beheer en gebruik van het gebouw. Verduurzaming van het beheer en het gebruik van gebouwen is vaak zeer zichtbaar, voor medewerkers, studenten en gasten. Verduurzaming is vooral mogelijk in de categorieën Energie en Gezondheid & Comfort. Naar schatting zijn in het beheer en gebruik van de gebouwen duurzaamheidmaatregelen te nemen die bij elkaar opgeteld net zo omvangrijk zijn als maatregelen die genomen worden bij nieuwbouw of verbouw. Het vaststellen en realiseren van verduurzamingmaatregelen is een samenspel tussen de gebruiker van het gebouw (demandmanagement) en de beheerder van het gebouw (facilitymanagement). Daarnaast worden verbeteringen en verduurzamingmaatregelen die onder de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar (V&C) vallen opgepakt binnen Vastgoed Ontwikkeling (planmatig onderhoud, renovatie of verbouw). De beleidsruimte waarbinnen beheer en gebruik aanpassingen en verbeteringen – verduurzaming van Beheer en Gebruik – kunnen doorvoeren wordt vastgesteld en bewaakt door de vastgoedeigenaar (V&C is kaderstellend). Dit Programma Duurzame Bedrijfsvoering legt uitdrukkelijk een verantwoordelijkheid voor de eisen en wensen ten aanzien van de verduurzaming van beheer en gebruik en voor de gedragsverandering van de gebruiker bij de beheerder en gebruiker van de gebouwen. Voorbeeld: “Een onderwijsgebouw is in gebruik bij een faculteit of dienst van de universiteit – de gebruiker van het gebouw. De gebruiker bepaalt het onderwijsrooster. De gebouwbeheerder (FSC facilities) zorgt voor de regeling van de klimaatinstallatie van de onderwijsruimten. Ten behoeve van het onderwijs wordt het binnenklimaat optimaal geregeld. In de zomermaanden is er geen onderwijs, en worden de onderwijsruimtes in het gebouw niet gebruikt. Veelvuldig komt het voor dat de klimaatinstallatie (verwarming, koeling, luchtverversing) van deze onderwijsruimten gedurende onderwijsvrije periodes in bedrijf blijven (standaard instelling). Het is aan de gebruiker (faculteit demandmanagement) om dit met de beheerder van het gebouw (FSC – facilitymanagement) te regelen zodat de ruimtes niet onnodig verwarmd of gekoeld worden. De benodigde infrastructuur om dit te regelen, het GebouwBeheerSysteem (GBS), is onderdeel van het gebouw (vastgoedeigenaar) en in gebruik door de facilitaire organisatie”. Om vast te stellen welke maatregelen er te nemen zijn bij Dagelijks Onderhoud, Gebouw- en Installatiebeheer en Gebruik is het noodzakelijk om de stand van zaken ervan in beeld te hebben. Deze informatie is deels aanwezig, zo zijn ten behoeve van onderhoud (planmatig en projectmatig) gebouwen gescand. Ook is er een verkennende inventarisatie ten aanzien van energie-efficiency maatregelen in het kader van de MJA-3 uitgevoerd. Specifiek op verduurzaming gericht is er echter geen totaal overzicht van de ‘status’ van de gebouwen.
Bestaande plannen en kaders -
MJA-3 - Energiescans 2009 opgesteld in kader van EEP 2009-2012
Doelstellingen Ambitie: Gebouwgebruik verduurzamen door verbeteringen op het gebied van Energie en Gezondheid & Comfort doordat Beheer van Gebouw- en Installaties in samenhang met het Gebruik geoptimaliseerd worden. Door het nemen en monitoren van maatregelen bij Beheer en Gebruik wordt bijgedragen aan de MJA-3 doelstelling: 20% energie-efficiency in de gebouwen in 2020 (zie thema Energie). Haalbaarheid: Voor een groot deel vallen duurzaamheid maatregelen die genomen worden in Beheer en Gebruik (prioriteit Energie en Gezondheid & Comfort) onder de algemene zorgplicht voortvloeiend uit Wetten en Regels:
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 15
-
Het beperken van het Energiegebruik vloeit voort uit Wet milieubeheer Realiseren van Gezondheid & Comfort voor de medewerkers en studenten vloeit voort uit de Arbowet.
Kosten voor verbeteringen in Beheer en Gebruik worden genomen binnen bestaande budgetten van faculteiten en diensten (gebruikers) en de beheerder van gebouwen en installaties. Realisatie van besparingen (met name energie) vloeit via doorberekening in de vierkante meterprijs terug naar de gebruiker of de beheerder. Organisatie: Door middel van kaderstelling en vastleggen van verantwoordelijkheden bij Beheer- en Gebruikprocessen moet het organisatorisch duidelijk zijn hoe de duurzaamheid van de gebouwen vergroot kan worden (Energie, Gezondheid & Comfort). De gebruiker (faculteiten of diensten) van gebouwen (demandmanagement) voert door gedragsverandering van medewerkers en studenten verduurzaming in het Gebruik door. De gebruiker geeft opdracht aan gebouw- en installatiebeheerder (facilitymanagement) opdracht tot verduurzamingmaatregelen in gebouw en installaties. Facilitymanagement voert deze aanpassingen uit binnen de kaders van de vastgoedeigenaar (V&C). Het nemen van duurzaamheidmaatregelen in gebouwen en aan installaties is onderwerp van overleg in de driehoek gebruiker (faculteit of dienst), beheerder (FSC) en eigenaar (V&C). Hierin wordt mede bepaald of maatregelen horen tot de eigenaarverantwoordelijkheid of tot de beheerder/ gebruikerverantwoordelijkheid.
Actielijnen Actielijn 2.1 Actielijn 2.2 Actielijn 2.3
Actielijn 2.4
Actielijn 2.5
Beleiduitgangspunten Vastgoed Beheer en Gebruik vastleggen in beleidskader Regulier overleg gebruiker, beheerder, eigenaar Gegevens na scan volgens BREEAM-NL methode van alle gebouwen vertalen naar maatregelen te nemen in Beheer en Gebruik Vaststellen format om prestatie op basis van kosten, opbrengsten en besparingen (begin- en eindsituatie zijn bekend) per project vast te stellen (exploitatie) Pilot beheer en gebruik gebouwen ICU
2012-2013 2012 en verder 2013-2014
2012-2013
2012
Regie en Uitvoering FSC: Gebouw- en Installatiebeheer (facilitymanagement) Faculteiten en Diensten: Gebruiker (demandmanagement)
Resultaten tot nu toe -
Energie-efficiencymaatregelen in kader van MJA-3 (monitoring)
2.2.3 Gebiedsontwikkeling De Universiteit Utrecht werkt binnen het thema Huisvesten, ter ondersteuning van de hoofdtaken Onderwijs en Onderzoek, primair aan de Ontwikkeling en het Beheer en Gebruik van gebouwen en de omliggende terreinen. Het vastgoed en de omliggende terreinen van de universiteit wordt in samenhang ontwikkeld in een drietal gebieden: Utrecht Science Park De Uithof Binnenstad International College Utrecht (ICU) Duurzame gebiedsontwikkeling is een procesmatige ontwikkeling van een gebied in de meest gunstige zin voor belanghebbenden (sociale duurzaamheid), het milieu (ecologische duurzaamheid) en de welvaart (economische duurzaamheid), en waarbij de ruimtelijke en esthetische kwaliteit integraal onderdeel zijn van het proces. Onder sociale duurzaamheid wordt verstaan: de menselijke maat in acht nemen bij inrichting openbare ruimte, de "leefbaarheid" op de campus verbeteren o.a. door meer reuring in het gebied brengen ook buiten de bedrijfstijden. Onder ecologische duurzaamheid wordt verstaan: op basis van het stedenbouwkundig plan, het basis landschapsplan en de natuurwaardenkaart werken aan duurzaam ruimtegebruik, ruimte voor landschap en ecologie. Onder economische duurzaamheid wordt verstaan: streven, samen met
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 16
partners naar een ideaal vestigingsklimaat, waarbij optimale samenwerking op het gebied van life sciences en duurzaamheid wordt nagestreefd. Voorbeeld: “Bij de ontwikkeling van De Uithof, onder andere tot het Utrecht Science Park (USP), spelen veel randvoorwaarden en uitgangspunten een rol: Stedenbouwkundige die bepalen waar gebouwd en gesloopt wordt en waar De Uithof groen blijft, Landschappelijke die bepalen hoe De Uithof enerzijds deel blijft uitmaken van het omliggende landschap en anderzijds een aantrekkelijke campus vormt, Verkeersuitgangspunten vastgelegd door de gemeente in het Bestemmingsplan, Ecologische waarden vastgelegd in een onder andere een Natuurwaardenkaart en een visie op de ecologische ontwikkeling, voorwaarden voor het aantrekken van bedrijven en instellingen in het kader van de Science Park ontwikkeling etc. Al deze randvoorwaarden dragen bij aan een duurzame Gebiedsontwikkeling op sociaal (People) gebied, ecologisch (Planet) gebied en economisch (Profit) gebied”. Bij gebiedsontwikkeling is samenwerking met partners een voorwaarde, dat is voornamelijk het geval in De Uithof en de ontwikkeling van De Uithof als Utecht Science Park. Als belangrijkste grondeigenaar heeft de universiteit grote zeggenschap over de ontwikkeling van dit gebied, via de gronduitgifte (pachtovereenkomsten) worden randvoorwaarden aangaande duurzaamheid (duurzame energiebronnen, mobiliteit, samenwerking) meegegeven aan bewoners van Utrecht Science Park De Uithof. Er wordt gewerkt aan een visie op ecologie in De Uithof naar aanleiding van de Natuurwaardenkaart waarin ecologische ontwikkelingen en beheer uitgewerkt worden. In de Binnenstad heeft de universiteit vooral te maken met de gemeente als partner, het Universiteitskwartier wordt door de gemeente als belangrijk onderdeel van de Utrechtse binnenstad gezien. Op het ICU terrein is de universiteit de hoofdgebruiker en eigenaar. Er wordt samengewerkt met een huurder die de studentenwoningen op het terrein beheerd en verhuurd aan de studenten.
Bestaande plannen en kaders -
Bestemmingsplan De Uithof 2010 Bestemmingsplan Binnenstad 2010 Stedenbouwkundig plan De Uithof (dit regelt duurzaam ruimtegebruik: niet alles zomaar volbouwen) Basis Landschapsplan De Uithof Natuurwaardenkaart De Uithof Wetten en regels Milieubeheer
Doelstellingen Ambitie: Vast stellen meetmethode ambitie- en prestatie, bijvoorbeeld BREEAM-NL Gebied. Vaststellen na te streven ambitieniveau. Uitwerken prioriteiten rol van universiteit in kader van gebiedsontwikkeling Haalbaarheid: Bepaald op basis van ‘Total costs of ownership’, hierbij worden de kosten en de baten over de totale exploitatieperiode betrokken. Organisatie: V&C in samenwerking met partners en/ of de overheid.
Actielijnen Actielijn 3.1 Actielijn 3.1 Actielijn 3.2
Beoordelen of BREEAM-NL Gebied bruikbaar is als methode Scan huidige duurzaamheidniveau gebieden (De Uithof, Binnenstad, ICU) Bepalen ambitieniveau gebieden (De Uithof, Binnenstad, ICU) – bijvoorbeeld visie ecologie De Uithof
2012-2013 2013 2013
Regie en Uitvoering Directie V&C: Kaders en Regie Directie V&C: Uitvoering (opdracht aan derden, opleggen kaders aan derden)
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 17
Resultaten tot nu toe -
Bestemmingsplannen De Uithof en Binnenstad met uitwerking van randvoorwaarden verkeer Stedenbouwkundig plan De Uithof met duurzaam ruimtegebruik Natuurwaardenkaart De Uithof
2.3 Thema Energie Het energiegebruik van de gebouwen van de Universiteit Utrecht (De Uithof, Binnenstad en ICU) in 2011 betrof 925.000 GJ primaire energie. Dit betreft voornamelijk elektriciteitsgebruik (60.000.000 kWh) en warmte (337.500 GJ). Daarnaast wordt ook elektriciteit en warmte geleverd aan derden, zoals de Hogeschool Utrecht, SSH en TNO. In De Uithof worden warmte en elektriciteit grotendeels gecombineerd opgewekt met aardgas. Deze energievoorziening bestaat uit 2 warmtekrachtcentrales met daarin 10 warmtekrachteenheden (gasmotoren) en 6 ketels. Deze methode van opwekken is efficiënter dan de warmte en elektriciteit apart inkopen. Daarnaast wordt in De Uithof gebruik gemaakt van Warmte- en koudeopslag (WKO). Hierbij wordt warmte en koude die vrij komt uit de gebouwen, opgeslagen in de grond, zodat deze op een later tijdstip kan worden ingezet voor verwarming of koeling. Aandeel van deze duurzame opwekking is 1,2% op het totale energiegebruik van de universiteit. Voor de gebouwen in de Binnenstad en het ICU wordt 100% groene elektriciteit ingekocht. Voor verwarming zijn deze gebouwen aangesloten op de stadsverwarming van Eneco, dit is grotendeels restwarmte van elektriciteitscentrales in de gemeente Utrecht. Het gecombineerde effect van deze manier van opwekking resulteert in een energie-efficiency van 21%. Het werkelijke energiegebruik van de Universiteit Utrecht is hierdoor niet 925.000 GJ, maar 723.500 GJ (inkoop leverancier minus levering aan derden). De CO2-uitstoot van de installaties in De Uithof bedroeg in 2011 ongeveer 42.000 ton.
Energie is een belangrijk aspect van de duurzaamheid ambitie binnen het thema Huisvesten. Via de Meerjarenafspraak energie-efficiency gestart in 1999 spant de universiteit zich al jaren in om tot efficiënter energiegebruik te komen. Voorbeeld: “Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw heeft de universiteit geïnvesteerd in de efficiënte opwekking van elektriciteit en het gebruik van de restwarmte. Deze opwekking van energie maakt gebruik van
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 18
fossiele brandstof, brandstof die naar verwachting in de nabije toekomst schaarser=duurder gaat worden. Levering van energie (elektriciteit, warmte, koeling) is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering van de universiteit. Op basis van deze bedrijfszekerheid wordt er gezocht naar verduurzamingmaatregelen: verminderen van het primaire energiegebruik door efficiency en besparing (installatie aanpassingen en gedrag), verduurzamen van de energiebron (niet fossiel brandstof)”.
Meetbaar -
Efficiencyverbetering in % en GJ (primaire energie), monitoring in kader van MJA-3. Categorie Energie is in BREEAM-NL leidraad voor Nieuwbouw en Bestaande Bouw en Gebruik waarvoor de meeste credits te behalen zijn. Primair energiegebruik (in GJ) kan worden omgerekend naar CO2 uitstoot, onderdeel van de CO2-footprint.
Samenhang met andere thema’s Het thema Energie is een onderdeel van alle andere thema’s: Binnen het thema Huisvesten is het één van de belangrijkste duurzaamheid aspecten (ambities volgend uit de BREEAM-NL methode) Bij het thema Inkoop, directe Inkoop van groene stroom, en als ketenefficiency aspect binnen de MJA-3 Het thema ICT heeft als belangrijkste duurzaamheidaspect het energiegebruik.
Bestaande plannen en kaders -
Energie-efficiencyplan in het kader van MJA-3, 2009-2012, in 2012 wordt een nieuw EEP voor de periode 2013-2016 opgesteld. Toekomstvisie Hoger Onderwijs – Naar een duurzame campus in 2030 (MJA-3) – gebaseerd op energie-efficiency Intentieverklaring Energie Convenant Utrecht (ECU) – convenant in progress Emissievergunningen voor CO2 en NOx
Doelstellingen Ambitie: Realiseren doelstellingen vanuit de MJA-3; in 2020 30% efficiënter gebruik te maken van energie ten opzichte van 2005. Hierbij wordt 20% efficiency in de bedrijfsvoering gevonden, en 10% in ketenefficiency. Ketenefficiency wordt bepaald door duurzame inkoop en mobiliteit. Het verhogen van het aandeel duurzaam opgewekte energie naar 50% in 2020. De gebruikers van de gebouwen (medewerkers en studenten) online inzicht geven in het energiegebruik en resultaten van maatregelen hiermee zichtbaar maken. Haalbaarheid: Bepaald op basis van ‘Total costs of ownership’, hierbij worden de kosten en de baten over de totale exploitatieperiode betrokken. Daarnaast is de haalbaarheid sterk afhankelijk van de resultaten bij de andere thema’s, met name Huisvesten en ICT. Organisatie: V&C stelt uitvoeringsplan (EEP’s) in het kader van de MJA-3 op. Dit uitvoeringsplan bepaald de inspanningen van V&C in dit kader en is kaderstellend voor beheerders van gebouwen en installaties (FSC facilitymanagement) en gebruikers.
Actielijnen Actielijn 4.1
Actielijn 4.2 Actielijn 4.3 Actielijn 4.4 Actielijn 4.5
Opstellen uitvoeringsplan Energie-efficiency (EEP) 2013-2016, gekoppeld aan de actielijnen zoals benoemd in het thema Huisvesten en ICT voor primair energiegebruik en de thema’s Inkoop en Mobiliteit voor ketenefficiency Uitbreiden bestaande Warmte- en koudeopslagsysteem ten behoeve van geplande nieuwbouwprojecten. Monitoring energiegebruik optimaliseren en online presentatie van de verbruiksgegevens voor gebruikers van de gebouwen Uitvoeren studie naar optimaal gebruik van Warmte- en koudeopslag in De Uithof Onderzoek naar mogelijke toepassing van duurzame elektriciteitsopwekking in De Uithof
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
2012
2013-2015 2012-2013 2012 2013-2014
Pagina 19
Regie en Uitvoering Directie V&C: Kaders en Regie en Uitvoering (opdracht aan derden, opleggen kaders aan derden)
Resultaten tot nu toe -
Resultaten MJA-1, 21% efficiency in 2006 ten opzichte van 1998. Voortgang MJA-3, 9% in 2011 ten opzichte van 2005
2.4 Thema Mobiliteit De universiteit genereert vervoersbewegingen door Woon-werkverkeer en Goederenvervoer. Goederenvervoer door derden als gevolg van inkoop en eigen vervoer. Woon-werkverkeer is het omvangrijkst en kent meerdere aspecten: naast bereikbaarheid ook milieu- en duurzaamheidaspecten. Belangrijk duurzaamheidaspect is het energiegebruik als gevolg van Mobiliteit (ketenefficiency aspect MJA-3). Naast energie heeft mobiliteit invloed op de milieuaspecten luchtkwaliteit en geluid. In dat kader zijn randvoorwaarden vanuit de bestemmingsplannen van belang. Voorbeeld: “Mobiliteit gaat verder dan alleen de vraag hoe medewerkers, studenten en bezoekers naar de universiteitsgebouwen komen. Dit facet van Mobiliteit, de bereikbaarheid, vraagt veel aandacht, en samenwerking met partners in het zelfde gebied, maar is niet de enige reden om aan verduurzaming in het kader van mobiliteit te werken. Het Woon-werkverkeer is in omvang groot, dagelijks komen en gaan er 60.000 mensen van en naar De Uithof, waarvan 40% gerelateerd is aan de universiteit (studenten en medewerkers). Verder is het Goederenvervoer dat de universiteit genereert door de inkoop van producten en diensten (facilitair en vastgoed gerelateerd) van een dusdanige omvang dat verduurzaming ervan mogelijk is. Verduurzaming op het vlak van energiegebruik en op het vlak van milieu geluid en luchtkwaliteit. Door de mobiliteitskeuze te beïnvloeden (minder autoverkeer, meer fiets en Openbaar Vervoer) is verduurzaming mogelijk”. Het grootste mobiliteitsvraagstuk voor de universiteit doet zich in De Uithof voor, zowel op het gebied van autoverkeer, fietsverkeer en Openbaar Vervoer. Het International College Utrecht (ICU) terrein, waar studenten studeren en wonen, is een besloten terrein met eigen parkeerplaatsen en fietsvoorzieningen en voor de Binnenstad geldt dat het vervoerbeleid niet op autobereikbaarheid gericht. Voor medewerkers en studenten zijn er geen parkeerfaciliteiten. In mindere mate gelden Openbaar Vervoer en fiets vraagstukken ook voor de Binnenstad. In het kader van Bereikbaarheid werkt de universiteit samen met de partners in De Uithof aan de volgende aspecten: Vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid is de bereikbaarheid van de universiteit in De Uithof een punt van aandacht. Het vervoer per auto veroorzaakt fileproblematiek. De universiteit draagt, in samenwerking met de Uithofpartners, bij aan het bestrijden van de fileproblematiek en haar bereikbaarheid daarmee te vergroten. De universiteit streeft naar een aantrekkelijk verblijfsgebied (Gebiedsontwikkeling), dat bijdraagt aan de tevredenheid van studenten en medewerkers en verhoogt de aantrekkingskracht van de Universiteit Utrecht. Medewerkers, studenten en bezoekers die op een prettige en snelle manier De Uithof kunnen bereiken en hun vervoermiddel (auto of fiets) kunnen parkeren bij hun bestemming of tevreden per Openbaar Vervoer aankomen, functioneren beter en hebben een positiever beeld van de Universiteit Utrecht. Mede in dat kader werkt de universiteit samen met partijen om vooral het woon-werkverkeer te beïnvloeden (P&R faciliteit en aanleg tram). Het thema Mobiliteit omvat twee programmalijnen: Woon-werkverkeer Goederenvervoer
Samenhang met andere thema’s -
Huisvesten BREEAM-NL aspect Transport (Mobiliteit) Energie Ketenefficiency MJA-3
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 20
-
Binnen de MJA-3 is het mogelijk om 10% efficiencyverbetering te realiseren ‘in de keten’ – ketenefficiency. Voor de ketenefficiency richt de universiteit zich op twee belangrijke energieaspecten die samen hangen met haar kerntaken onderwijs en onderzoek Inkoop en Mobiliteit. In dit geval gaat het om energie die gemoeid is met Mobiliteit: het vervoer van medewerkers en studenten, het vervoer van goederen en het bedrijfsinterne vervoer. Inkoop Inkoop goederen en diensten: leveranciersafspraken over aanleverfrequentie en soort vervoer en Inkoop/ lease eigen vervoermiddelen van universiteit.
2.4.1 Woon-werkverkeer Verbetering van de duurzaamheid bij Woon-werkverkeer richt zich op het verminderen van brandstofgebruik en de vermindering van emissies en geluid, hierbij wordt ingezet op het beïnvloeden van het autogebruik, het fietsgebruik en het gebruik van het openbaar vervoer (in relatie tot de bereikbaarheid). Mobiliteit cijfers van de laatste jaren (1999, 2006 en 2011) laten zien dat de modal split voor universiteit in De Uithof erg gunstig is. Binnenstad en ICU terrein laten eigenlijk een nog beter beeld zien door het ontbreken van parkeermogelijkheden. Zo’n 50% van zowel de medewerkers als de studenten maakt gebruik van de fiets. De cijfers voor het gebruik van het Openbaar Vervoer en het autogebruik verschuiven in de loop van de tijd in geringe mate richting autogebruik, mogelijk veroorzaakt door capaciteitproblemen van een deel van het Openbaar vervoer zoals de ontsluiting van De Uithof vanaf Utrecht Centraal via de buslijnen 11 en 12.
Meetbaar -
Verkeersmodellering door dynamische simulatiemethode Modal split onderzoeken Registratie gebruik parkeervoorzieningen
Bestaande plannen en kaders -
Bestemmingsplan De Uihof 2010, met kaders voor parkeren, geluid en luchtkwaliteit Wet milieubeheervergunning De Uithof, met voorschriften aangaande geluid en luchtkwaliteit Vervoerbeleid 2008-2010 vastgesteld door CvB in 2008 Discussienota U-raad Duurzaam Vervoerbeleid (oktober 2009) Modal split onderzoeken 1999, 2006 en 2011
Doelstellingen Ambitie: Het mobiliteitsbeleid van de universiteit richt zich de komende jaren, in samenwerking met andere instellingen in De Uithof, op de Bereikbaarheid. Hiervoor worden er maatregelen getroffen die het autogebruik beïnvloeden (parkeerbeleid). In dat kader ontwikkelt de gemeente Utrecht samen met de UU, UMCU en HU een P&R faciliteit die ingezet wordt om de keuze voor autogebruik te beïnvloeden. De universiteit zorgt voor faciliteiten voor fietsers en treft ze maatregelen om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren. De komst van een tramverbinding (in plaats van lijn 12) moet de keuze voor het openbaar vervoer in de toekomst makkelijker maken. Uitgangspunt is bestendiging Modal Split (niveau 2011) en waar mogelijk uitbreiding van fiets en Openbaar Vervoer als mobiliteitskeuze. Opstellen sturend parkeerbeleid ten behoeve van bereikbaarheid en beïnvloeding van de mobiliteitskeuze. Vernieuwing parkeermanagement systeem. De universiteit verkent, onderzoekt de mogelijkheden van het Nieuwe Werken om mede de mobiliteitskeuze te beïnvloeden. Haalbaarheid: De universiteit bepaald haar eigen uitgangspunten om deze veelal in samenwerking met partners te realiseren. Een deel van de plannen realiseert de universiteit via investeringen voortvloeiend uit Programma van Eisen van projecten. Inzicht in gebruik van parkeervoorzieningen met gegevens per instelling is in de toekomst noodzakelijk (parkeermanagement systeem). Organisatie: V&C stelt beleid op, is gesprekspartner voor andere instellingen of overheid in samenwerkingsverband en bewaakt randvoorwaarden vanuit plannen en vergunningen. In De
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 21
Uithof wordt gewerkt aan de bereikbaarheid in samenwerking met de partners in dit gebied. Samenwerking in De Uithof wordt gerealiseerd vanuit het Mobiliteitsplatform Utrecht Science Park (is gebaseerd op OOT-model).
Actielijnen Actielijn 5.1
Actielijn 5.2
Actielijn 5.3 Actielijn 5.4
Actielijn 5.5 Actielijn 5.6
Opstellen Mobiliteitsprogramma met samenhang tussen parkeerbeleid (beïnvloeding autogebruik), maatregelen ter ondersteuning van fietsgebruik en maatregelen ter ondersteuning van gebruik Openbaar Vervoer Opstellen sturend parkeerbeleid voor universiteit in De Uithof, in samenwerking met Uithofpartners ter voorbereiding op in gebruik nemen P&R faciliteit in 2014 Opnemen van eisen ten aanzien van fietsvoorzieningen in Programma van Eisen vastgoedprojecten Uitwerking en inrichting van sturend parkeerbeleid door parkeermanagement systeem als voorbereiding op in gebruik nemen P&R faciliteit in 2014 Uitwerking plannen ter ondersteuning van gebruik Openbaar Vervoer (samenwerking UBD – HR) Onderzoek naar mogelijkheden van het Nieuwe Werken
2012-2013
2013-2014
2012 en verder 2013-2014
2012-2018 2013
Regie en Uitvoering Directie V&C: regie in samenwerking met partners. Directie V&C: regie en uitvoering in samenwerking met afdelingen universiteit (FSC en directie HR).
Resultaten tot nu toe -
-
Modal Split onderzoeken De Uithof 1999, 2006 en 2011 Als gevolg van intensief overleg vanuit universiteit en partners goede Openbaar Vervoer ontsluiting van de universiteit (De Uithof, Binnenstad en ICU). Hierbij hoort ook het besluit voor de aanleg van een tramverbinding. Samenwerkingsverband gemeente en Uithofpartners voor realisatie P&R
2.4.2 Goederenvervoer Het Goederenvervoer is op te splitsen in Goederenvervoer door derden als gevolg van inkoop leveranciers van producten en diensten - en Eigen Vervoer - vervoer van goederen zoals ingekochte producten, post en afval en vervoer van mensen. Verbetering van de duurzaamheid bij Goederenvervoer door derden richt zich op het verminderen van energiegebruik en het verminderen van de milieubelasting (luchtkwaliteit en geluid). De invloed van Goederenvervoer op de Bereikbaarheid is gering. Met betrekking tot goederenvervoer heeft de Universiteit Utrecht geen gedetailleerd inzicht in omvang, milieubelasting en besparingsmogelijkheden. Het Eigen Vervoer van de universiteit heeft geen invloed op de Bereikbaarheid, en verder is de bijdrage aan de milieuaspecten Energiegebruik, Luchtkwaliteit en Geluid, klein in vergelijking met Woon-werkverkeer en Goederenvervoer door derden. Daarentegen heeft de universiteit de verduurzaming van het Eigen vervoer in eigen hand. De universiteit kan met de verduurzaming van het Eigen vervoer de Duurzame Bedrijfsvoering zichtbaar maken. Het goederenvervoer door derden hangt sterk samen met Inkoop. Via de inkoopafspraken kan bijvoorbeeld bepaald worden hoe vaak een leverancier met welk soort vervoermiddel producten komt afleveren. Het goederenvervoer bepaald, naast woon-werkverkeer, de geluidbelasting en de luchtkwaliteit belasting als gevolg van verkeer door de universiteit (geregeld in Wet milieubeheervergunning of Activiteitenbesluit). In de milieuvergunning is de verplichting opgenomen om de omvang van het goederenvervoer te meten (en zo nodig beleid op te maken).
Meetbaar Goederenvervoer is meetbaar door frequentietellingen of metingen. Het aantal gereden kilometers is te bereken.
Bestaande plannen en kaders Wet milieubeheervergunning De Uithof en Activiteitenbesluiten Binnenstad en ICU
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 22
Doelstellingen Ambitie: Goederenvervoer uitwerken als onderdeel van Mobiliteitsbeleid. Omvang Goederenvervoer door derden meten (vergunningplicht) Zo nodig beleid ontwikkelen om omvang Goederenvervoer te verminderen of de milieu-impact van het Goederenvervoer door derden te verminderen (via Inkoop en Aanbesteding) Eigen Vervoer waar mogelijk verduurzamen (minder brandstofgebruik, elektrisch vervoer), vooral om duurzaamheid ambitie van universiteit zichtbaar te maken. Haalbaarheid: Beleidskeuzes in overleg met inkopers (zowel facilitymanagement als demandmanagement). Investeringen worden uitgewerkt in businesscases. Organisatie: Mobiliteitsbeleid wordt door V&C opgesteld en bewaakt. Naleving van Wetten en Regels vindt plaats binnen V&C. Verduurzaming van Het Goederenvervoer, door derden en het eigen vervoer, vindt plaats binnen facilitaire organisatie (Inkoop, Vervoer).
Actielijnen Actielijn 6.1 Actielijn 6.2
Meten omvang Goederenvervoer door derden (vergunningplicht) Eigen vervoer waar mogelijk verduurzamen
2012-2013 2012-2013
Regie en Uitvoering Directie V&C: opstellen beleid, uitvoeren onderzoek en regie FSC: uitvoering en eigen beleid binnen kaders directie V&C
Resultaten tot nu toe -
Berekening omvang Goederenvervoer door derden ten behoeve van aanvraag Wet milieubeheervergunning De Uithof Pilot elektrische postauto’s FSC
2.5 Thema Inkoop Voor Duurzaam Inkopen wordt de volgende definitie van AgentschapNL gehanteerd: “Het toepassen van milieu- en sociale aspecten in alle fasen van het inkoopproces zodat dit uiteindelijk leidt tot de daadwerkelijke levering van producten, diensten of werken die aan deze milieu- en sociale aspecten voldoen.” In het door het CvB vastgestelde Inkoopbeleidsplan 2010-2013 is het volgende over duurzaamheid met betrekking tot inkoop opgenomen: “Duurzaamheid: de Universiteit Utrecht zoekt bij nieuwe inkooptrajecten actief naar mogelijkheden om duurzaam in te kopen” De Universiteit Utrecht koopt per jaar voor 200 miljoen euro aan producten en diensten (facilitair en vastgoed) in bij externe partijen. Met dit inkoopvolume heeft de universiteit enige marktmacht. Door eisen en wensen met betrekking tot duurzaamheid op te nemen bij alle producten en diensten die extern betrokken worden, worden producenten, dienstverleners en bouwbedrijven gestimuleerd om meer duurzame producten en diensten te ontwikkelen en aan te bieden op de markt. Voorbeeld: “Binnen de universiteit zijn de volgende soorten inkoop te onderscheiden: Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering (+/- 45% van het totaal) – de aanbestedingen hiervoor worden uitgevoerd door het Inkoop- en Aanbestedingscentrum (IAC) van het FSC Inkoop Producten en Diensten Vastgoed Ontwikkeling (+/- 30% van totaal)– de inkoop en aanbestedingen hiervoor wordt uitgevoerd door V&C of binnen de kaders van V&C uitgevoerd door het FSC (kosten via begroting V&C) Inkoop van aan Onderwijs en Onderzoek gerelateerde producten en diensten (+/- 25% van totaal) - deze categorie blijft vanwege het gebrek aan (duurzame) alternatieve producten vooralsnog buiten beschouwing. Deze categorie was ook buiten beschouwing gelaten binnen het Convenant Duurzaam Inkopen”.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 23
Meetbaar Eisen en wensen Ten aanzien van de eisen en wensen met betrekking tot duurzaamheid wordt er onderscheid gemaakt in het moment waarop ze worden ingezet: in de aanbestedingsfase of in de contractfase. In de aanbestedingsfase formuleert de universiteit eisen en/of wensen op het gebied van duurzaamheid: Eisen gelden als ‘knock out’: het niet kunnen voldoen aan de eisen betekent dat een leverancier niet in aanmerking komt voor het te vergeven contract. Wensen zijn vrijblijvend: navenant een marktpartij tegemoet kan komen aan meer wensen, maakt hij meer kans om de aanbesteding te winnen en het contract gegund te krijgen. Indien alle geïnteresseerde marktpartijen niet tegemoet willen of kunnen komen aan de wensen van de universiteit, betekent dit echter dat het contract alsnog gegund kan worden aan één van deze marktpartijen, maar dat op het gebied van de wensen geen duurzame invulling gerealiseerd wordt. In de contractfase kiest de universiteit binnen het bestaande contract, al of niet tot stand gekomen via een aanbesteding waarin eisen en/of wensen met betrekking tot duurzaamheid zijn opgenomen, binnen het gecontracteerde assortiment / dienstenportfolio voor meer duurzame producten of diensten. Samen met de gecontracteerde leverancier wordt continu gezocht naar (meer) duurzame oplossingen. Belangrijk is om te constateren dat een, aan de hand van duurzaamheideisen en –wensen, aanbesteed contract geen enkele ‘duurzaamheidwinst’ oplevert, wanneer het contract binnen de organisatie niet gebruikt wordt. Ten aanzien van de ambities moet een onderscheid gemaakt worden in duurzaamheid in relatie tot aanbestedingen (en contracten) en duurzaamheid in relatie tot de producten en diensten die de universiteit daadwerkelijk afneemt. Criteria AgentschapNL heeft op haar website een lijst van goederengroepen staan waarvoor duurzaamheideisen zijn opgesteld. Inkopen zijn duurzaam als zij aan de eisen in deze lijst voldoen. De lijst is nog volop in ontwikkeling, maar met de huidige bezuinigingen is verdere ontwikkeling op korte termijn niet te verwachten. Al gepubliceerde eisen zijn door dit kabinet weer geschrapt (economische druk marktpartijen).
Samenhang met andere thema’s -
-
Huisvesten BREEAM aspect Materialen (Inkoop) Energie Meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA-3) Binnen de MJA-3 is het mogelijk om 10% efficiencyverbetering te realiseren ‘in de keten’ – ketenefficiency. Voor de ketenefficiency richt de universiteit zich op twee belangrijke energieaspecten die samen hangen met haar kerntaken onderwijs en onderzoek: Inkoop en Mobiliteit. In dit geval gaat het om energie die gemoeid is met Inkoop: de in te kopen producten en diensten. ICT Inkoop van ICT hardware
Bestaande plannen en kaders -
Inkoopbeleidsplan 2010-2013 Convenant Duurzaam Inkopen (2009-2012) In 2009 en 2010 heeft de universiteit 100% duurzame inkoop gerealiseerd op basis van de Inkoop van Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering die via het FSC IAC gelopen zijn, dit betreft alleen die productgroepen waarvoor criteria door de overheid (AgentschapNL) zijn opgesteld. De Inkoop van Producten en Diensten voor Vastgoed Ontwikkeling en Vastgoed Beheer en Gebruik processen (waaronder FSC onderhoud via de UVP begroting) zijn niet meegenomen. Een deel van de Inkoop en Aanbesteding van Producten en Diensten voor Vastgoed Ontwikkeling en Vastgoed Beheer en Gebruik is duurzaam (markt zit niet stil), dus wordt er vanuit gegaan dat de doelstelling 50% Duurzaam Inkopen in 2012 gehaald wordt.
Doelstellingen Ambitie: Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 24
-
Bij alle aanbestedingen worden eisen en/of wensen met betrekking tot duurzaamheid gehanteerd. De universiteit stelt zelf eisen en wensen op die ambitieuzer zijn dan de bestaande overheidscriteria. Een groeiend deel van het jaarlijkse inkoopvolume, afhankelijk van de ontwikkeling van criteria, wordt via duurzaam aanbestede contracten afgenomen. Een groeiend deel van het jaarlijkse inkoopvolume, afhankelijk van marktontwikkelingen, wordt in de vorm van duurzame producten en diensten afgenomen.
Inkoop Producten en Diensten Vastgoed Ontwikkeling Eisen en wensen ten aanzien van duurzaamheid van diensten worden opgesteld. Bij alle aanbestedingen van diensten (architecten, adviseurs, aannemers) worden eisen en/of wensen met betrekking tot duurzaamheid gehanteerd. Op basis van Programma van Eisen wordt toepassing duurzame producten en diensten in Vastgoed Ontwikkeling en Vastgoed Beheer en Gebruik gewaarborgd. Toepassing van duurzame producten bij Nieuwbouw, Verbouw, Renovatie en Planmatig en Dagelijks Onderhoud wordt opgenomen in (standaard) Programma’s van Eisen, via Ontwerpfase resulterend in Bestekken. Haalbaarheid: Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering Op basis van het huidige Inkoopbeleid van de universiteit is bepaald dat wanneer de door AgentschapNL opgestelde duurzaamheidcriteria geen meerkosten of andere beperkingen met zich meebrengen, deze criteria worden meegenomen in de nieuw af te sluiten contracten. Inkoop Producten en Diensten Vastgoed Ontwikkeling Meerkosten van verduurzaming van ingekochte producten en diensten worden per project uitgewerkt in businesscase op basis van Total cost of ownership. Organisatie: Voor de Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering is FSC IAC in samenwerking met gebruikers verantwoordelijk. Afstemming ten aanzien van beleid met V&C. Voor de Inkoop Producten en Diensten Vastgoed Ontwikkeling is V&C verantwoordelijk. Ten aanzien van inkoop en aanbesteding van producten en diensten in het Vastgoed Beheer en Gebruik houdt de beherende organisatie (FSC) en de gebruikers (faculteiten en diensten) zich aan de kaders gesteld door V&C.
Actielijnen De Inkoop en Aanbesteding van Producten en Diensten in de Facilitaire Bedrijfsvoering en bij Vastgoed Ontwikkeling en bij Vastgoed Beheer en Gebruik zijn grotendeels gelijk. Waar van toepassing zijn afwijkingen aangegeven. Actielijn 8.1
Actielijn 8.2
Actielijn 8.3
Actielijn 8.4
In alle aanbestedingen wordt duurzaamheid expliciet meegenomen. Ambitie is afhankelijk van product of dienst. (FSC IAC en V&C) Uitwerking van een lijst van aandachtspunten (energieverbruik, CO2 uitstoot, vervoersbewegingen, recycling materialen, etc.) op het gebied van duurzaamheid waar binnen de universiteit beleid over is vastgesteld. Aan de hand van deze lijst kunnen bij aanbestedingen en offertetrajecten relevante eisen en wensen met betrekking tot duurzaamheid worden opgenomen. Deze eisen en wensen zijn ambitieuzer dan de bestaande AgentschapNL duurzaamheidcriteria. (FSC IAC en V&C in samenwerking) Er wordt op de markt gezocht naar toepasbare eisen en wensen met betrekking tot duurzaamheid. Eventueel wordt hierin de samenwerking gezocht met andere inkopende organisaties, inhoudelijke experts, belangenorganisaties van marktpartijen, etc. (FSC IAC en V&C in samenwerking) Specifiek voor enkele zeer zichtbare producten en diensten wordt, in het kader van het zichtbaar maken van het geambieerde duurzaamheidsprofiel van de universiteit, in samenwerking met onderzoeksgroepen binnen de universiteit (denk aan USI of Milieuwetenschappen) actief
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
2012
2013
2013
2013
Pagina 25
Actielijn 8.5
Actielijn 8.6
Actielijn 8.7
Actielijn 8.8
Actielijn 8.9
Actielijn 8.10
gezocht naar ambitieuze eisen en wensen – eisen en wensen die innovatief en nieuw zijn voor de markt. (FSC IAC en V&C in samenwerking) De contracteigenaren binnen de universiteit communiceren over de beschikbare duurzaam aanbestede contracten en het voor de budgeteigenaren verplichte gebruik ervan. (FSC IAC en V&C) Interne monitoring van de daadwerkelijke benutting van de beschikbare contracten (de contractcompliance) en rapportage over afwijkingen. Indien een medewerker van de universiteit bewust afwijkt van de beschikbare contracten, dient dit gemotiveerd te worden. (FSC IAC en V&C zorgen samen voor opdracht) De contracteigenaren en contractmanagers stimuleren om, binnen de gecontracteerde assortimenten/ dienstenportfolio’s, zo duurzaam mogelijke producten/ diensten af te nemen en het stimuleren van de gecontracteerde leveranciers om continu te werken aan een zo duurzaam mogelijk gecontracteerd assortiment/ dienstenportfolio. (FSC IAC) Opstellen van (standaard) Programma van Eisen voor toepassing duurzame producten in Vastgoed Ontwikkeling en Vastgoed Beheer en Gebruik. (V&C) Uitwerking en prioriteitstelling producten en diensten die in Programma van Eisen, Ontwerp en Bestekken voorzien worden van duurzaamheid eisen en wensen. (V&C) Interne monitoring van de daadwerkelijke benutting van de beschikbare contracten (de contractcompliance) en rapportage over afwijkingen. Indien een medewerker van de universiteit bewust afwijkt van de beschikbare contracten, dient dit gemotiveerd te worden.(V&C)
2012
2013 en verder
2013
2013
2013
2013 en verder
Regie en Uitvoering FSC IAC: Voor Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering, regie en uitvoering van de aanbestedingen. Faculteiten en diensten: eigen inkoop en afname producten en diensten binnen aanbestede contracten Directie V&C: Voor de Inkoop en Aanbesteding van producten en diensten voor Vastgoed Ontwikkeling en Vastgoed Beheer en Gebruik, zowel regie en uitvoering.
Resultaten tot nu toe Inkoop Producten en Diensten Facilitaire Bedrijfsvoering De Universiteit Utrecht heeft in 2010 en 2011 bij alle uitgevoerde aanbestedingen de duurzaamheidcriteria van AgentschapNL, voor zover aanwezig, toegepast. Dit blijkt uit de Monitor Duurzame Inkoop 2010, uitgevoerd door KPMG. De Universiteit Utrecht scoorde 100% gescoord. Op basis van de beperkte scope, de gehanteerde meetmethode en het ambitieniveau van de duurzaamheidcriteria was dat een logisch resultaat. Voor een aanzienlijk deel van de in de afgelopen jaren uitgevoerde aanbestedingen zijn door AgentschapNL geen duurzaamheidcriteria vastgesteld. Bij deze aanbestedingen heeft het FSC Inkoop- en Aanbestedingscentrum samen met de opdrachtgever in bijna alle gevallen zelf eisen en wensen met betrekking tot duurzaamheid opgenomen zoals voor verpakkingen, vervoersbewegingen, milieuplannen, etc. In de scores op de percentages van de Monitor Duurzaam Inkopen en het VSNU convenant is dit echter niet zichtbaar omdat dit soort eisen buiten de scope vallen.
2.6 Thema ICT ICT is een essentieel hulpmiddel binnen de kerntaken onderwijs en onderzoek, en kent een grote dynamiek. Die dynamiek heeft als nadeel dat beleidskeuzes al snel ‘verouderd’ zijn, andersom biedt het de mogelijkheid om op korte termijn nieuwe duurzame technieken toe te passen. Binnen
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 26
het thema ICT is het goed mogelijk om expliciete duurzaamheid eisen te formuleren, waardoor er een grote bijdrage geleverd wordt aan de verduurzaming van de bedrijfsvoering. Voorbeeld: “Uit onderzoek in opdracht van AgentschapNL en SURF uit 2010 bij 5 universiteiten blijkt dat het energiegebruik voor ICT, bestaand uit IT in datacenters en werkplekken plus het energieverbruik voor de overige infrastructuur in datacenters, 22% van het totale energiegebruik van universiteiten bedraagt. Het betreft 13% energiegebruik door werkplekapparatuur (desktops, laptops, beeldschermen) en 9% door datacenters. Energiegebruik op werkplekken wordt voor 85% veroorzaakt door desktops en beeldschermen en laptops. Randapparatuur zoals printers en scanners gebruiken 15%”. Verduurzaming in de ICT wordt dus voornamelijk bereikt door het verminderen van het energiegebruik door werkplekapparatuur en door datacenters. Uit het onderzoek in opdracht van AgentschapNL en SURF uit 2010 blijkt dat met energiebesparingsmaatregelen 3,5% energieefficiency verbetering in het kader van de MJA-3 voor de universiteit gerealiseerd kan worden. Een ander facet van ICT is het verduurzamen van de bedrijfsvoering door inzet van ICT zoals de invoering van papierloos werken of het optimaliseren van werkprocessen door de inzet van software en hardware. De directie I&I heeft op dit moment nog geen beleid t.a.v. duurzaamheid vastgelegd.
Meetbaar -
-
Verduurzaming van de ICT is uit te drukken in vermindering van energiegebruik (in onderzoek vaak uitgedrukt in KWh/student/ dag) of efficiënter energiegebruik (%), zoals gemonitord in het kader van de MJA-3. Verduurzaming van de bedrijfsvoering door ICT uit zich op meerdere manieren (minder energiegebruik, minder papierverbruik etc.).
Samenhang met andere thema’s Het thema ICT hangt samen met: Huisvesting Nieuwbouw/ verbouw datacenter (energie hoofdprioriteit) Energie MJA-3 energie-efficiency Inkoop Inkoop werkplekapparatuur, randapparatuur
Bestaande plannen en kaders -
MJA-3 energie-efficiency Convenant Duurzaam Inkopen – energiebesparingvoorwaarden en afspraken ten aanzien van terugnemen afgeschreven apparatuur in aanbesteding en inkoop voorwaarden
Doelstellingen Ambitie: Verduurzaming van ICT is te realiseren in vermindering van het energiegebruik door ICT, prioriteit ligt hierbij bij de werkplekapparatuur en datacenters. Bijdrage aan de energie-efficiency verbetering in het kader van de MJA-3 is hierbij van belang. Verder wordt een nieuw datacenter zo duurzaam mogelijk (energiegebruik en flexibiliteit) ontworpen, gebouwd en geëxploiteerd. Onderzocht wordt of ICT als middel gebruikt kan worden voor de verduurzaming van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld vermindering papierverbruik Haalbaarheid: Prioriteitstelling in op te stellen beleid volgt eenzelfde businesscase route als vastgoedprojecten. Organisatie: Directie I&I stelt duurzaamheid beleid op basis van onder andere energie-efficiency verplichtingen vanuit MJA-3. Energie-efficiency doelstellingen worden onder regie van V&C opgenomen in Energieefficiencyplan 2013-2016.
Actielijnen
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 27
Actielijn 9.1 Actielijn 9.2 Actielijn 9.3
Actielijn 9.4
Opstellen ICT duurzaamheid beleid door directie I&I Opnemen ICT energie-efficiencymaatregelen in EEP 20132016 door directie V&C (in samenspraak met directie I&I) Bouw energiezuinig datacenter (in relatie tot gebruikseisen) door directie V&C in samenspraak met directie I&I als gebruiker van het gebouw en beheerder van de ICT infrastructuur Onderzoek naar inzet ICT als middel om minder paper te verbruiken
2013 2012 2012-2013
2012-2014
Regie en Uitvoering Directie I&I, ICT beleid en uitvoering in samenspraak met directie V&C (MJA-3) Directie V&C voor energie-efficiency en bouw datacenter
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 28
3. Duurzaamheid en Communicatie De Universiteit Utrecht wil zich positioneren als een duurzame universiteit en als ‘preferred partner’ op het gebied van onderwijs en onderzoek. Uitgangspunt voor de communicatie strategie is dat de Universiteit Utrecht nationaal en internationaal een ‘top-of-mind positie’ heeft als het om duurzaamheid gaat. In januari heeft het College van Bestuur de volgende actielijnen vastgesteld: Actielijn 1 Actielijn 2 Actielijn 3 Actielijn 4 Actielijn Actielijn Actielijn Actielijn
5 6 7 8
Actielijn 9
Apart deel UU site over duurzaamheid (onderzoek, onderwijs, valorisatie, bedrijfsvoering, netwerken) Apart deel over duurzaamheid in Jaarverslag UU Systematisch aandacht in perscommunicatie over activiteiten UU Voortzetten activiteiten CWC (SG, Museum met scholenactiviteiten en lezingen) Themanummer begin 2013 DUB On line communicatie /inrichten communities over duurzaamhei Inzet studieverenigingen (vb Storms) en alumni, faciliteren initiatieven Faciliteren digitale community studenten (ism studieverenigingen, UR) inclusief nagaan mogelijkheden tot grass roots activiteiten Onderzoeken mogelijkheden voor deelname (int) duurzaamheidsbenchmark met zusterinstellingen
3.1 Situatie-analyse Intern Om tot een heldere positionering te komen, is het cruciaal om de eigen sterktes en zwaktes goed te kennen en een gedegen concurrentie-analyse te maken. Duurzaamheid is bij meer universiteiten in Nederland tot speerpunt verkozen. Belangrijk is duidelijk te maken waarin de UU zich van andere universiteiten (in Nederland, in het buitenland) onderscheidt. Daarnaast is het van belang dat de universiteit afbakent wat zij onder duurzaamheid verstaat. Duurzaamheid is inmiddels zo’n containerbegrip geworden dat een heldere definitie nodig is. Sommige universiteiten (bv de University of Manchester) verbreden duurzaamheid tot ‘corporate social responsibility’. Dit kan op termijn als inspiratie dienen, maar vooralsnog kiest de Universiteit Utrecht voor de smallere invulling zoals deze bij de inleiding is genoemd. Ambitie Duurzaamheid is een van de vier gekozen strategische onderzoeksthema’s. De thema’s sluiten aan bij de economische topsectoren en de Societal Challenges. De centrale vraag: hoe realiseren we de transitie naar een duurzame samenleving ten aanzien van energie, water, klimaat en stedelijke omgeving? Op dit moment zijn 5 voorlopige deelthema’s vastgesteld: water & climate, energy & resources, sustainable cities & regions, smart materials en governance of transitions. Van belang voor de positionering straks is het op tafel krijgen van de unique selling points, de kracht van het Utrechtse onderzoek en de parels in de etalage. Behalve in het onderzoek wil de universiteit ook in het onderwijs een aantrekkelijk aanbod dat aansluit bij het thema duurzaamheid. De Universiteit Utrecht kent reeds diverse bachelor- en masteropleidingen en keuzecursussen op het gebied van duurzaamheid. Dit aanbod wordt momenteel gelabeld en beter zichtbaar gemaakt. Een belangrijke doelstelling is ervoor te zorgen dat aankomende studenten die belangstelling hebben voor het thema duurzaamheid, en met name degenen die dit thema vanuit een interdisciplinair perspectief willen benaderen, de Universiteit Utrecht ‘top-of-mind’ hebben. Op het gebied van kennisvalorisatie wil de Universiteit Utrecht een regierol hebben in kennisketens in Nederlandse en Europese programma's. Hiervoor ontwikkelt zij vanuit de vier thema’s strategische allianties met publieke en private partijen in Nederland en Europa. Het Utrecht Sustainability Institute (USI) en het Climate-KIC zijn voorbeelden van allianties waarbij kennisinstellingen samen met marktpartijen werken aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 29
Potentieel De Universiteit Utrecht zit op goud voor wat het aan excellente kennis en expertise biedt op het thema duurzaamheid. Een belangrijk onderscheidend element is de kracht van een brede universiteit die het thema vanuit verschillende invalshoeken kan benaderen. Sinds in 2005 het toponderzoek gebundeld is in focusgebieden waarbij onderzoek over facultaire grenzen heen plaatsvindt, heeft de Universiteit Utrecht een sterke (inter)nationale positie verworven. De combinatie van verschillende disciplines bevordert een integrale aanpak van wetenschappelijke en maatschappelijke vraagstukken. De Universiteit Utrecht kan het onderscheidende van haar duurzaamheidsprofiel beter over het voetlicht brengen en zet haar parels nog te weinig in de etalage. Ook is meer samenhang mogelijk in het verhaal van de verschillende betrokken onderdelen (onderzoeksgroepen, departementen, Copernicus Instituut, USI). Dit leidt tot een heldere positionering met duidelijke kernboodschappen. Op dit moment wordt, in een samenwerking van betrokkenen faculteiten en de directie C&M gewerkt aan een heldere positionering. Beeldvorming Voor een juiste beeldvorming is het van belang dat de Universiteit Utrecht zich onderscheidend positioneert ten opzichte van andere universiteiten in binnen- en buitenland. Duurzaamheid is bij veel universiteiten een speerpunt. Dit is des te belangrijker aangezien de externe omgeving (kritisch) de aanpak van organisaties, waaronder de universiteiten, volgt. Voorbeelden zijn twee recente duurzaamheidsrankings (Sustainabul 2012 en Fairtrade Universiteit Utrecht) dit de mate van duurzaamheid bepalen op grond van informatie uit jaarverslagen en beleidsstukken. Daardoor is een selectief (negatief) beeld ontstaan van de duurzaamheidsactiviteiten van de UU. In de recent door de overheid gehouden transparantiebenchmark Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de UU juist als beste uit de bus van de Nederlandse universiteiten gekomen met een duidelijk hogere score dan het gemiddelde van alle universiteiten.
3.2 Communicatieplan 3.2.1 Doel De Universiteit Utrecht is herkenbaar als organisatie die actief bijdraagt aan duurzaamheid door (top)onderzoek, onderwijs en kennisvalorisatie, én door voorbeeldgedrag.
3.2.2 Doelgroepen Intern Bestuurders (CvB, ‘trekkende decanen’, directeuren onderzoeksinstituten, departementshoofden, hoogleraren), wetenschappers, ondersteunend personeel, studenten, alumni. Extern Lokale en (inter)nationale overheden (subsidieverstrekkers), bedrijven, wetenschappelijke wereld (onderzoeksinstituten, kennisinstellingen), aankomende studenten, algemeen publiek, media. In internationaal opzicht zijn met name de EU van belang, evenals enkele van de Utrecht Partners (LERU). Daarnaast de samenwerking met de partners van het Climate-KIC, TERI en universiteiten in Azië.
3.2.3 Strategie De communicatiestrategie bestaat uit twee delen: 1) korte termijn (tot 2013): ‘strik er om heen’. Het doel is het verduidelijken van het duurzaamheidsprofiel van de Universiteit Utrecht door zichtbaar te maken wat er reeds gebeurt. Naast de zichtbaarheid ligt de nadruk op de positionering. De korte-termijn-strategie richt zich zowel op interne als externe stakeholders. Intern gaat het vooral om draagvlak creëren, het komen tot een gezamenlijk en gedeeld verhaal. Extern is het van belang om zichtbaar te maken wat er gebeurt, transparant te zijn en een onderscheidende positie te claimen. 2) Middellange en lange termijn: ‘verankeren duurzaamheid in de organisatie’. Intern gaat het om het vergroten en versterken van de betrokkenheid van medewerkers en studenten bij duurzame
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 30
initiatieven van de universiteit en van het Utrecht Science Park. Extern om het uitbouwen en versterken van de reputatie en het als ‘preferred partner’ bekend te staan bij diverse stakeholders.
3.2.4 Doelstellingen en actielijnen De actielijnen die het CvB in januari 2012 heeft vastgesteld, zijn gebundeld tot vijf doelstellingen die hieronder in verschillende actielijnen worden vertaald.
Doelstelling 1: De Universiteit Utrecht laat zien wat zij doet op het gebied van duurzaamheid (onderwijs, onderzoek, kennisvalorisatie, bedrijfsvoering). Resultaat: een herkenbaar duurzaamheidsprofiel. Actielijn 1: Verder ontwikkelen visie duurzaamheid en ambitie De doelstellingen uit het strategisch plan worden vertaald naar een overkoepelende visie en ambities voor de komende jaren t.a.v. duurzaamheid. Planning: juni 2012 Actielijn 2: www.uu.nl/duurzaamheid Er komt een aparte website over duurzaamheid (onderwijs, onderzoek, valorisatie, bedrijfsvoering, samenwerking). Onder het kopje ‘Universiteit Utrecht’ komt een kopje duurzaamheid. De website toont een helder overzicht van wat de UU op het gebied van duurzaamheid in brede zin doet. Cijfers en voorbeelden zijn makkelijk te vinden (ook in Google). Voor verschillende doelgroepen is duidelijk wat de UU biedt. Resultaat tot nu Een eerste versie is gereed eind mei (live). Een tweede versie zal nog voor de zomer gereed zijn. Actielijn 3: duurzaamheid in jaarrapportage Ieder jaar rapporteert de Universiteit Utrecht in haar jaarverslag over de resultaten die zij heeft behaald op het gebied van duurzaamheid conform de doelstellingen in het Strategisch Plan. Aan de basis hiervan liggen de notities Onderwijs en Onderzoek mbt duurzaamheid en duurzame bedrijfsvoering. Naast een apart onderdeel in het jaarverslag is er de mogelijkheid om (al dan niet periodiek) een digitale publieksuitgave te doen. Als voorbeeld kan dienen een vergelijkbare uitgave ‘Highlights Sustainability’ van de University of Edinburgh. De zichtbaarheid in jaarverslag, publieksuitgave en op de website zal bijdragen aan een betere ranking als universiteit met een duidelijk duurzaamheidsprofiel in diverse externe ranking. ( Planning: vanaf jaarverslag over 2012 Actielijn 4: perscommunicatie Samen met corporate perscommunicatie en facultaire persvoorlichters gericht mediabeleid ontwikkelen op onderwerpen die we in de etalage willen zetten. Opbouwen van dossier duurzaamheid (linken naar andere artikelen/berichten mbt het onderwerp). Organiseren van mediatraining met boegbeelden onderzoek duurzaamheid. Ontwikkelen consistent verhaal en kernboodschappen. Ontwikkelen boiler plate persbericht. Planning: vanaf 2012 (loopt) Actielijn 5: themanummer begin 2013 DUB Het digitale themanummer bij DUB over duurzaamheid kan een gezamenlijk project van de USP partners zijn. Het biedt een kans om het Utrecht Science Park en duurzaamheid en de voordelen van samenwerking tussen de partners over het voetlicht te brengen. Enerzijds de kennisinstellingen (fundamenteel en toegepast onderzoek) en anderzijds de samenwerking met de markt (via USI en Climate-KIC). Het materiaal van het themamagazine kan ingezet worden bij internationale bezoeken. Planning: Start voorbereiding najaar 2012
Doelstelling 2: versterken interne community. Resultaat: medewerkers en studenten voelen zich meer betrokken bij duurzame initiatieven van de universiteit en zullen een pro-actieve houding ontwikkelen. Daarnaast zullen zij zich als positieve ambassadeurs naar buiten toe opstellen.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 31
Actielijnen: LinkedIn groep Denk dUUrzaam nieuw leven in blazen. Specifiek ook richten op interne doelgroepen (medewerkers, studenten en alumni). Aparte pagina voor studenteninitiatieven + koppelen aan huidige Facebookpagina studenten en duurzaamheid. ‘In the spotlight’ (lunchbijeenkomsten, borrels, themadiners) waarbij wetenschappers vertellen over hun onderzoek met als doel kennisuitwisseling en betrokkenheid bij het thema duurzaamheid en de verschillende deelonderwerpen te stimuleren. Fysieke locatie in laagbouw Zuid inrichten met studenteninitiatieven rondom duurzaamheid en sociaal ondernemerschap. Doel: onderlinge versterking studentinitiatieven, kruisbestuiving, initiëren maatschappelijke projecten (community services), creëren studentambassadeurs, zichtbaarheid duurzaamheid en belang ervan naar andere studenten. Betrekken studieverenigingen ism duurzaamheidscommissie U-raad bij initiatieven. Ontwikkelen van een jaarlijkse Sustainability Challenge voor studenten ism het USI. Stimuleren medewerkersinitiatieven (medewerker of afdeling van de maand op medewerkerspagina).
Mei - juni 2012 Juni 2012 Najaar 2012
September 2012
Juni 2012 Zomer 2012 September 2012
Doelstelling 3: vergroten en versterken samenwerking (USP, USI, CWC). Resultaat: een sterker duurzaamheidsprofiel door bundeling van krachten en een grotere zichtbaarheid bij diverse stakeholders (multistakeholder benadering). Actielijn 1: versterken samenwerking interne stakeholders Resultaat tot nu Op dit moment vinden gesprekken plaats tussen Studium Generale en de directie C&M over afstemmen lezingen en strategische thema’s. Daarnaast is onlangs het Wetenschapscommunicatienetwerk (C&M, faculteiten, CWC + UMCU) van start gegaan. Een van de deliverables is een gemeenschappelijke agenda waarin alle activiteiten terug te vinden zijn. Een volgende stap is om deze activiteiten ook gerichter te bundelen rondom de strategische thema’s en waar mogelijk elkaar te versterken of pro-actief activiteiten te ontwikkelen. Planning: agenda gereed najaar 2012 Actielijn 2: versterken samenwerking USI Resultaat tot nu Op regelmatige basis vindt er overleg plaats met medewerkers van het Utrecht Sustainability Institute. Daarnaast is een strategisch communicatieplan in voorbereiding. Dit plan is afgestemd op deze notitie om zoveel mogelijk aansluiting en samenwerking te stimuleren. Actielijn 3: versterken samenwerking USP en partners De Universiteit Utrecht ontwikkelt samen met Hogeschool Utrecht, UMC Utrecht, gemeente Utrecht, provincie Utrecht, Utrecht Sustainability Institute en het Utrecht Science Park een gezamenlijke ambitie om concreet invulling te geven aan de ontwikkeling van een duurzaam USP. Activiteiten rondom duurzaamheid worden zoveel mogelijk in samenhang georganiseerd. Resultaat tot nu Voorbeelden van gezamenlijke activiteiten rondom duurzaamheid die binnenkort plaatsvinden: de Dag van de Duurzaamheid (10 oktober 2012) en SURE 2012 (v/a 18 juni 2012).
Doelstelling 4: Vaststellen mijlpalen. Op gerichte momenten in het jaar pro-actief de UU en duurzaamheid stevig op de kaart zetten. Resultaat: een sterke positionering. Actielijn 1: ontwikkelen jaarkalender. De jaarkalender geeft een overzicht van alle activiteiten (lezingen, symposia, evenementen) mbt duurzaamheid binnen de universiteit (corporate, faculteiten, CWC, Alumnibureau). Ook worden de
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 32
activiteiten opgenomen die ism strategische partners ontwikkeld worden. Op basis van dit overzicht kunnen activiteiten waar mogelijk gebundeld worden en kan een mediaplanning worden gemaakt. Daarnaast is het van belang om belangrijke nationale en internationale data en evenementen op te nemen, zoals bijvoorbeeld Rio+20. Op deze manier kan regie gevoerd worden op de communicatie. Planning: jaarkalender gereed per academisch jaar 2012-2013 Actielijn 2: ontwikkelen lange-termijn-strategie Naast een jaarkalender is het van belang om een lange-termijn-programma te ontwikkelen om goed te kunnen voorsorteren op de actualiteit en om het duurzaamheidsprofiel verder uit te bouwen en te verstevigen. Planning: start najaar 2012
Doelstelling 5: Uitbouwen en versterken van corporate relaties op het gebied van duurzaamheid. Resultaat: meer zichtbaarheid bij subsidieverstrekkers, potentiële samenwerkingspartners, relevante stakeholders en politiek Den Haag. Actielijn 1: organiseren corporate werkbezoeken (ook ism partners USP) Het ontwikkelen van een pro-actief beleid op werkbezoeken rondom het thema duurzaamheid, waar mogelijk ism partners van het USP. Hierbij kan gedacht worden aan politici, beleidsadviseurs ministeries, bestuurders grote bedrijven, lokale en regionale overheden, bestuurders van kennisinstellingen. Planning: 2012 (loopt) Actielijn 2: ontwikkelen van een externe nieuwsbrief In het nieuwe CRM aparte categorie relaties duurzaamheid ontwikkelen. Het verzorgen van een nieuwsbrief op regelmatige basis met berichten over onderzoek, projecten, publicaties, interviews, opinie, etc. Planning: wordt meegenomen in inrichting nieuw CRM.
3.4 Organisatie Inmiddels is er een programmateam duurzaamheid in de kolom communicatie ingericht. Het team bestaat uit medewerkers van faculteiten (GEo, Betawetenschappen, REBO), de directie C&M (corporate, intern, pers, marketing, web), van de directie O&O, van het alumnibureau, van het CWC. Het programmateam is gezamenlijk verantwoordelijk voor uitvoering van communicatiestrategie, ontwikkelen kernboodschappen, bewaken consistentie verhaal duurzaamheid en afstemmen activiteiten. Dit programmateam valt onder de verantwoordelijkheid van de directie Communicatie & Marketing.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 33
Bijlage bedrijfsvoering: BREEAM-NL BREEAM-NL BREEAM-NL is bruikbaar voor gebouwen en gebieden met één gestandaardiseerde beoordelingsrichtlijn. Alle overige typologieën moeten volgens een maatwerktraject beoordeeld worden, bekend als BREEAM-NL ‘Bespoke’. De meeste gebouwen van de universiteit vallen in deze typologieën. Voor de Universiteit Utrecht zijn de volgende methoden bruikbaar: BREEAM-NL Nieuwbouw als leidraad voor nieuwbouw en grootschalige verbouwing. Met BREEAM-NL Nieuwbouw kunnen beoordelingen worden uitgevoerd op nieuwbouw en op grootschalige verbouwing van bestaande gebouwen. Ook nieuwbouwuitbreidingen aan bestaande bouw kunnen beoordeeld worden. Grootschalige verbouwing betekent dat er sprake is van veranderingen in de gebouwschil (gevel, vloeren, dak en ramen) en aan de installaties (verlichting, verwarming, koeling en ventilatie). Alles met het doel om de levensduur van het gebouw te verlengen. Verbouwingen die niet leiden tot veranderingen aan de thermische schil en de installaties, of die geen verandering van de gebruiksfunctie inhouden, kunnen niet met BREEAM-NL Nieuwbouw worden beoordeeld. Ze vallen onder de noemer “renovatie”. Daarvoor is de BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik richtlijn ontwikkeld. BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik als leidraad voor renovatie, beheer, onderhoud en gebruik. BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik bestaat uit drie onderdelen: Asset, Beheer en Gebruik. Bij ieder onderdeel komen de negen duurzaamheidcategorieën aan bod die ook worden gehanteerd bij BREEAM-NL Nieuwbouw. Daarnaast is er een indeling gemaakt in drie stappen, variërend van zelf-assessment tot een volledig certificeringtraject. BREEAM-NL Gebied voor Gebiedsontwikkeling. De duurzame ontwikkeling van gebouwen in een gebied stelt ook eisen aan de duurzame ontwikkeling van het gebied. De eerste prioriteit voor een universiteit is zorgen voor kwalitatief goede, duurzame huisvesting gericht op de kerntaken onderwijs en onderzoek. De duurzame ontwikkeling van een gebied waarin de universiteit gehuisvest is, is een secundaire taak die veelal in samenspraak met andere ‘bewoners’ van het gebied wordt uitgevoerd, gebonden aan regels van de overheid (bestemmingsplan). Binnen BREEAM-NL vindt de kwalitatieve weging plaats ten aanzien van de volgende categorieën: Management Energie Gezondheid en Comfort Transport (Mobiliteit) Materialen (Inkoop) Water Landgebruik en Ecologie (Biodiversiteit) Vervuiling (Milieu) Afval (Milieu) In de volgende tabel is af te lezen wat de weging is van alle negen categorie binnen de onderdelen asset, beheer en gebruik voor bestaande bouw en voor nieuwbouw: Management Asset* Beheer* Gebruik* Nieuwb. * Onderdeel
Gezondheid
0% 21% 15% 15% 12% 15% 12% 15% van BREEAM BBG
Energie
Transport
Water
Materialen
Afval
25% 31.5% 19.5% 19%
9% 0% 18.5% 8%
8% 5.5% 3.5% 6%
12% 7.5% 4.5% 12.5%
3% 0% 11.5% 7.7%
LandGebruik/ Ecologie 8% 12.5% 5% 10%
Vervuiling 14% 13% 10.5% 10%
Het beoordelingskader voor duurzame gebiedsontwikkeling omvat 6 categorieën: Bronnen Ruimtelijke Ontwikkeling Gebiedsklimaat Welzijn Management Synergie
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 34
De laatste twee categorieën zijn bijzonder omdat ze niet zozeer betrekking hebben op milieu of sociale aspecten maar op het organiserend vermogen en de verbinding tussen de verschillende aspecten. Management en Synergie zijn in dit geval voorwaardelijke aspecten om te komen tot toegevoegde waarde voor duurzaamheid. De categorieën zijn onderverdeeld in Credits, waarin in detail de toetsingscriteria staan uitgewerkt, identiek aan de BREEAM-NL methodiek zoals die wordt toegepast voor Nieuwbouw.
Benchmark BREEAM-NL Partners van de Universiteit Utrecht die ook BREEAM-NL als leidraad voor vastgoed- en/ of gebiedontwikkeling gebruiken zijn het UMC - voor nieuwbouw ambitieniveau GOOD vastgelegd in kaderstelling 2012. Danone laat een research- en kantoorgebouw inclusief proeffabriek in De Uithof bouwen met als ambitieniveau EXCELLENT. De Hogeschool Utrecht hanteert niet de BREEAM-NL methode als leidraad. De hogeschool wil toekomstige nieuwbouw energieneutraal.
Notitie Universiteit Utrecht en Duurzaamheid
Pagina 35