Interventie
Taakspel
Samenvatting Doel Taakspel is gericht op het vermeerderen van taakgericht gedrag en het verminderen van regelovertredend gedrag bij kinderen en het bevorderen van een positief onderwijsklimaat. Uiteindelijk doel is beginnend probleemgedrag bij kinderen in een vroeg stadium te verminderen en om te buigen in positiever gedrag. Doelgroep Het spel is ontwikkeld voor leerlingen van groep 4 - 8 van het basisonderwijs.Aanpassingen van Taakspel zijn beschikbaar voor: Speciaal onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs; deze varianten vallen buiten het bestek van deze interventiebeschrijving. Aanpak Taakspel is een groepsgerichte werkwijze, waarbij leerlingen tijdens de reguliere lessen middels een spel leren zich beter aan klassenregels te houden. De klas wordt na een observatieperiode door de leerkracht in teams verdeeld. Leerlingen die bij elkaar in een team zitten, stimuleren elkaar zich aan de regels te houden, zodat zij als team in aanmerking komen voor een beloning. Taakspel kan aan de situatie worden aangepast door met meer of minder regels te werken, door het langer of korter te spelen, door de beloning direct of uitgesteld te geven. De leerkracht leert vooral aandacht te besteden aan gewenst gedrag. De leerlingen leren op deze manier dat ze aandacht krijgen als ze gewenst gedrag laten zien. Regelovertredend gedrag neemt af, omdat dit onverenigbaar is met taakgericht gedrag.Voor uitbreiding van Taakspel naar de speelplaats is een aanvullend pakket ontwikkeld. Materiaal Voor Taakspel in de klas is er is onder andere een docentenhandleiding en een licentiemap voor schoolbegeleiders beschikbaar. Onderzoek effectiviteit Naar de effecten van Taakspel hebben diverse studies met zeer sterke tot vrij sterke bewijskracht plaatsgevonden. Onderzoek door Erasmus MC toont onder andere aan dat kinderen met matige niveaus van probleemgedrag volledig reageren op Taakspel en kinderen met ernstige gedragsproblemen gedeeltelijk. Taakspel kinderen hebben significant minder gedrags- en emotionele problemen dan kinderen van de controlegroep en experimenteren tot vier jaar na de interventie minder met tabaksproducten. Op de kans op alcoholgebruik heeft de interventie geen effect. Uit onderzoek door de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat Taakspel kinderen na afloop minder externaliserend gedrag vertonen en betere relaties met leeftijdsgenoten hebben. Onderzoek door de makers van Taakspel laat effect zien op het taakgerichte en regelovertredende gedrag van leerlingen. Het gedrag in de experimentele groep verbetert, terwijl het gedrag van de jongens uit de controlegroepen verslechtert. Er zijn geen studies die geen of negatieve resultaten laten zien.
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 1 / 13
De makers van Taakspel onderbouwen hun interventie verder met onderzoeken naar de Noord-Amerikaanse versie van de aanpak, die eveneens positieve effecten laten zien. Medio 2009 is onderzoek gestart naar de effecten van Taakspel in het Voortgezet Speciaal Onderwijs, cluster 4, binnen het programma Onderwijsbewijs. Daarnaast is een aanvraag door ZonMW gehonoreerd om de effecten van Taakspel in het Speciaal Onderwijs, cluster 4, en in het voortgezet onderwijs (vmbo) te onderzoeken. Ontwikkeld door CED groep/PI Rotterdam Postbus 8639 3009 AP Rotterdam Telefoon 010-4071599 www.cedgroep.nl Contactpersoon:Marjon ten Heggeler E-mail:
[email protected] Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie d.d 19-02-2010 Oordeel: Effectief volgens sterke aanwijzingen De referentie naar dit document is: Ince, D. (oktober 2009, herziene versie van juni 2007). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Taakspel'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies 1. Toelichting naam van de interventie Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden. 2. Risico en/of probleem waar de interventie zich op richt Kinderen en adolescenten met probleemgedrag (zoals aandachtstekort, hyperactiviteit, impulsiviteit, oppositioneel en/of agressief gedrag) lopen het risico op veel en ernstig negatieve gevolgen later in hun ontwikkeling. Bij problemen die zich al vroeg in de ontwikkeling manifesteren bestaat het risico dat zij persisteren gedurende de kinderjaren, de adolescentie en de jong volwassenheid. De negatieve uitkomsten die verbonden zijn met zo'n ontwikkeling omvatten onder meer het ontwikkelen van een gedragsstoornis, jeugddelinquentie, schooluitval en vroegtijdig middelengebruik (Van Lier, 2002; Van Lier & Crijnen, 2004). Op school vertonen leerlingen in meer of mindere mate regelovertredend en niet-taakgericht gedrag. De meeste leerlingen op school voldoen aan de verwachting van de leerkracht en laten overwegend taakgericht gedrag zien en weinig regelovertredend gedrag. Bij een minderheid van de leerlingen slaat die balans om naar meer ongewenst, regelovertredend gedrag en minder taakgericht gedrag. Dit geldt in het bijzonder indien er ook sprake is van probleemgedrag als aandachtstekort, hyperactiviteit, impulsiviteit e.d.. De manier waarop leerkrachten het gedrag van leerlingen controleren wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk aandacht voor ongewenst gedrag in de vorm van straffen en weinig aandacht voor gewenst gedrag. Bij leerlingen die overwegend ongewenst gedrag laten zien leidt dit tot een extreme positief/negatief verhouding. Agressieve kinderen krijgen maar in 11 procent van alle interacties met de leerkracht aandacht voor gewenst gedrag; in alle andere gevallen wordt aandacht besteed aan ongewenst gedrag. Veelal vermijdt de leerkracht zoveel mogelijk interactie met deze leerlingen en besteedt zij aan hem steeds minder tijd. In extreme gevallen kan dit leiden tot schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Tenslotte kan probleemgedrag in de klas en de frustratie die dit oproept bij de leerlingen en de leerkracht een negatief klassenklimaat in de hand werken ( Van Lier, 2002, 2004; Van der Sar, 2004a). Prevalentie en spreiding Omdat Taakspel wil voorkomen dat beginnend probleemgedrag zich ontwikkelt tot gedragsstoornissen, gaat
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 2 / 13
de aandacht in de documentatie vooral uit naar de prevalentie van deze stoornissen. De prevalentie van de zogeheten disruptieve gedragsstoornissen (Aandachtstekort/Hyperactiviteitsstoornis (ADHD), de Oppositioneel Opstandige Stoornis en de (antisociaal) gedragsstoornissen), zoals gedefinieerd door de Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders (APA, 1996), is 7,9% onder 13-18 jarigen uit de algemene Nederlandse bevolking. De stabiliteit van disruptieve problemen lopend vanaf de kindertijd naar de adolescentie is aanzienlijk. Het blijkt dat 7-10% van alle jongens/mannen antisociaal gedrag ontwikkelt dat tot in de volwassenheid voortduurt. Ongeveer 4% van alle jongens ontwikkelt chronisch hoge niveaus van fysieke agressie, oppositie of hyperactiviteit tot aan het einde van de adolescentie (Van Lier, 2002). Over meisjes/vrouwen zijn dit soort cijfers niet bekend.Over het vóórkomen van regelovertredend en niettaakgericht gedrag in de klas en negatief onderwijsklimaat bieden de onderzoeker (Van Lier, 2002) en de ontwikkelaar (Van der Sar, 2004a) geen prevalentie-cijfers. 3. Doel van de interventie Taakspel is gericht op het bevorderen van taakgericht gedrag bij kinderen, het verminderen van regelovertredend gedrag en het bevorderen van een positief onderwijsklimaat. Uiteindelijk doel is beginnend probleemgedrag bij kinderen in een vroeg stadium te verminderen en om te buigen in positiever gedrag. 4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld Het Taakspel is ontwikkeld voor leerlingen van groep 4 - 8 van het basisonderwijs.Daarnaast zijn er aanpassingen voor leerlingen in het speciaal onderwijs en (speciaal)voortgezet onderwijs. Indicatie- en contra-indicatiecriteria In de documentatie over de interventie zijn geen specifieke indicatie- of contra-indicatiecriteria aangegeven. Toepassing bij migranten De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor jeugdigen of gezinnen met een allochtone achtergrond.Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) die bedoeld zijn allochtone groepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 5. Aanpak Opzet van de interventie Taakspel is een groepsgerichte werkwijze waarbij leerlingen tijdens de reguliere lessen middels een spel leren zich beter aan klassenregels te houden. Doordat klassenregels beter worden nageleefd, vermindert onrustig, storend en eventueel aanwezig agressief gedrag. Het spel beïnvloedt zo het taakgericht gedrag van leerlingen. De implementatie van het Taakspel verloopt in drie fasen. Iedere fase duurt ongeveer drie maanden. In iedere fase is er een training en is er begeleiding van de leerkracht in de vorm van klassenconsultaties. De consultaties worden uitgevoerd door een schoolbegeleider die daarvoor gecertificeerd is. 1 In de invoeringsfase wordt het spel geïntroduceerd bij de leerlingen met behulp van uitgewerkte introductielessen. De leerlingen stellen samen met de leerkracht positieve regels op en verzinnen beloningen die passend zijn voor de klassensituatie. Vervolgens wordt het spel drie keer per week gespeeld. De speeltijd van het Taakspel wordt geleidelijk opgebouwd. Het is belangrijk dat het zo gespeeld wordt dat iedereen kan winnen. 2 In de uitbreidingsfase wordt het Taakspel steeds langer en in verschillende onderwijssituaties gespeeld. 3 In de generalisatiefase wordt vooral aandacht besteed aan het in stand houden van de effecten van het Taakspel, ook wanneer het Taakspel niet gespeeld wordt. Inhoud van de interventie Taakspel in de klas Het programma wordt gespeeld tijdens reguliere onderwijssituaties. In aanmerking komen lesmomenten van zelfstandig werken en instructie. De klas wordt na een observatieperiode door de leerkracht in teams verdeeld. De leerlingen met veel regelovertredend gedrag worden verdeeld over de teams, zo ook de Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 3 / 13
leerlingen met matig of geen regelovertredend gedrag. Voor iedere onderwijssituatie bedenken de leerlingen en leerkrachten positief geformuleerde regels, regels die gewenst gedrag omschrijven. De leerlingen houden zich gedurende de afgesproken tijd aan drie afgesproken regels. De leerkracht geeft daarvoor complimenten. Wanneer een leerling een afgesproken regel overtreedt, pakt de leerkracht een kaart weg. De leerkracht reageert verder niet op het regelovertredende gedrag. De leerlingen zitten in teams bij elkaar en mogen elkaar helpen zich aan de regels te houden. Wanneer de teams kaarten overhouden, hebben ze gewonnen. Ze krijgen dan een beloning die ze zelf hebben bedacht. De leerlingen kunnen sparen voor een grotere beloning door op een poster kruisjes te zetten of stickers te plakken. Het spel wordt maximaal drie keer per week gespeeld. Het Taakspel kan aan de situatie worden aangepast door met meer of minder regels te werken, door het langer of korter te spelen, door de beloning direct of uitgesteld te geven. Met Taakspel leert de leerkracht aandacht te besteden aan gewenst gedrag. Met Taakspel krijgen de leerlingen aandacht als ze gewenst gedrag laten zien. In het Taakspel wordt op planmatige wijze gewerkt aan het beïnvloeden van gedrag. Hierbij worden de volgende stappen herhaaldelijk doorlopen: (1) Problemen signaleren; (2) Problemen analyseren; (3) Oplossing voorbereiden; (4) Oplossing toepassen; (5) Oplossing evalueren. Door herhaaldelijk de stappen te doorlopen wordt op een planmatige wijze gewerkt aan het positief beïnvloeden van regelovertredend en taakgericht gedrag van de leerlingen. Taakspel voor de speelplaatsTaakspel op de speelplaats is een uitbreiding van Taakspel in de klas. De leerlingen en leerkrachten leren eerst te werken met Taakspel in de klas en als dat goed gaat breiden ze het uit naar de speelplaats. 6. Materialen en links Het materiaal bestaat uit de volgende onderdelen: l
l
l
De Taakspeldoos met de docentenhandleiding, 9 pictogrammen, observatieformulieren, poster, kaarten (Van der Sar, 2004b). De licentiemap Taakspel met een theoretische verantwoording, drie uitgewerkte trainingen, een implementatiehandboek en implementatieformulieren (Van der Sar & Goudswaard, 2001). Een instructievideo Taakspel voor schoolbegeleiders. Een train-de-trainermap Taakspel voor het opleiden van de schoolbegeleiders in Nederland.
Links: www.ced.nlwww.taakspel.nl 7. Verantwoording van de doelen, de doelgroep en de aanpak Belangrijke factoren in het ontstaan, in stand houden of verergeren van gedragsproblemen in de klas zijn regelovertredend gedrag, niet-taakgericht gedrag en een hekel hebben aan school. Leerkrachten besteden veelal de meeste tijd aan het ongewenste gedrag van de leerlingen door te straffen. Het straffen frustreert echter de leerling met probleemgedrag omdat hij niet anders kan, en frustreert de leerkracht omdat het niet helpt. Probleemgedrag in de klas en de frustratie die dit oproept bij de leerlingen en de leerkracht kunnen een negatief klassenklimaat in de hand werken. Dit kan weer tot gevolg hebben dat leerlingen een hekel krijgen aan school. De uiteindelijke doelstelling van Taakspel is om probleemgedrag van kinderen in een vroeg stadium te verminderen en om te buigen in positief gedrag, zodat verergering voorkomen wordt. Hiertoe pakt Taakspel de hierboven genoemde factoren aan die een belangrijke rol spelen in het ontstaan, in stand houden of verergeren van gedragsproblemen in de klas: regelovertredend gedrag, niet-taakgericht gedrag en een hekel hebben aan school. Taakspel is een groepsgerichte aanpak omdat de leerlingen veel van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen ondersteunen. In dit verband wordt Ten Dam (1999) aangehaald. Gesteld wordt dat leerlingen hun sociale competentie ontwikkelen door te participeren in de sociale praktijk in de klas als leergemeenschap. Een klas als leergemeenschap is idealiter een klas waarin leerlingen zowel individueel verantwoordelijk zijn voor hun leerproces, als waarin een ieder zich verantwoordelijk voelt voor het gezamenlijk proces. De interventie is gestoeld op gedragstherapeutische principes. Deze zijn gebaseerd op de leertheorie, waarbij Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 4 / 13
het concreet observeerbare gedrag centraal staat. De leertheorie gaat ervan uit dat gedrag dat is aangeleerd, ook weer afgeleerd kan worden. Dit kan gebeuren door de als positief of als negatief ervaren gevolgen te koppelen aan het aan- of af te leren gedrag, waardoor het gedrag zal toe- of afnemen. Door probleemgedrag direct en veel aandacht te geven blijft probleemgedrag in stand of neemt het toe (negatieve controle op gedrag). Kern van de aanpak is dat de leerkracht leert bij Taakspel gebruik te maken van positieve controle op gedrag, waarbij gewenst gedrag direct en veel aandacht krijgt en ongewenst gedrag zoveel mogelijk wordt genegeerd. Taakspel gaat uit van de leertheoretische principes van operante conditionering. De kern van de operante conditionering is het leren van verbanden tussen een bepaalde stimulus (bijvoorbeeld regels in de klas), de respons (kinderen reageren met regelvolgend of regelovertredend gedrag) en de consequenties (regelvolgend gedrag wordt beloond en regelovertredend gedrag wordt genegeerd). In het geval van Taakspel leidt dit tot een toename van het gewenste gedrag en tot aangename gevoelens. De gedragstherapeutische technieken die in Taakspel verwerkt zijn, zijn de volgende:
l
Fysieke inrichting: de leerlingen zitten als team bij elkaar in de klas en mogen elkaar helpen; de speelplaats wordt verdeeld in verschillende stukken waar bepaalde spelletjes gespeeld kunnen worden. Modelleren: de leerkracht geeft hoofdzakelijk aandacht aan leerlingen die gewenst gedrag laten zien, deze
l
leerlingen en de leerkracht zijn model. Gedragsinstructie: er wordt gewerkt met regels die concreet het gedrag beschrijven dat gewenst is;
l
l
l l
l
l
leerlingen opleiden als bemiddelaar bij problemen. Discriminatie leren: in het spel is voor iedereen duidelijk dat er voor verschillende onderwijsleersituaties verschillende gedragsregels gelden. Shaping: de tijd dat het spel wordt gespeeld wordt geleidelijk opgevoerd. Versterken van alternatief of het verzwakken van onverenigbaar gedrag: de combinatie van versterken van gewenst, taakgericht gedrag en negeren van ongewenst gedrag. Respons cost: de leerlingen kunnen hun beloning verspelen door de regels zo vaak te overtreden dat de kaarten op zijn. Positieve beloning: in het spel wordt gewerkt met sociale bekrachtigers, materiële bekrachtigers, ruilbekrachtigers en activiteitenbekrachtigers. De leerlingen houden zich eerst aan de regels om de sticker te krijgen, maar ondervinden tegelijkertijd dat het plezierig is als het stil is als er gewerkt wordt. Geleidelijk wordt deze ervaring tot een intrinsieke bekrachtiger.
8. Samenvatting van de onderbouwing Taakspel is een groepsgerichte aanpak waarbij op planmatige wijze en spelenderwijs het gedrag van leerlingen en leerkrachten positief wordt beïnvloed. Op basis van gedragstherapeutische principes is veel aandacht voor positief gedrag en wordt negatief gedrag zoveel mogelijk genegeerd. Door zowel leerlingen als leerkracht ander gedrag aan te leren vermindert regelovertredend gedrag van leerlingen en ontstaat er een positief onderwijsklimaat in de klas. 9. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Eisen ten aanzien van opleiding Basisscholen kunnen het Taakspel alleen inkopen via een onderwijsbegeleidingsdienst. De onderwijsbegeleidingsdiensten dienen een licentie te verkrijgen om het spel in hun aanbod op te kunnen nemen. Licentie wordt slechts verstrekt aan deelnemers die op grond van evaluaties van de door hen begeleide leerkrachten kunnen aantonen dat ze de invoering naar tevredenheid begeleid hebben. De licentie is persoonsgebonden. Schoolbegeleiders werken onder supervisie van het Paedologisch Instituut van het Centrum Educatieve Dienstverlening (CED/PI) te Rotterdam. De scholen worden begeleid door schoolbegeleidingsdiensten uit de regio en krijgen van hen training en begeleiding. Het CED/PI streeft er naar op iedere school een intervisiegroepje te maken van leerkrachten die met Taakspel werken onder leiding van een gecertificeerde interne (Taakspel)begeleider. De leerkrachten worden geïnstrueerd en begeleid bij de invoering van Taakspel. Leerkrachten krijgen in
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 5 / 13
iedere fase training. Tijdens de implementatie van het spel wordt de leerkracht ondersteund bij het toepassen van de interventie. De coaching bestaat uit tien klassenconsultaties, in het begin wekelijks, daarna met langere tussenpozen. In de eerste fase is de begeleiding vooral instruerend om te garanderen dat de methodiek wordt uitgevoerd zoals die is bedoeld. In de tweede fase wordt aandacht besteed aan het toepassen van het spel in andere klassensituaties. De derde fase heeft als doel dat leerkrachten de effecten die zij binnen het Taakspel hebben bereikt, ook in ander onderwijsleersituaties realiseren. De schoolbegeleider controleert of de leerkracht het stappenplan volgt, bewaakt de tijdsplanning en ondersteunt de leerkracht bij knelpunten die zich kunnen voordoen bij het spelen van het spel. De schoolbegeleiders worden getraind door de landelijk projectleider Taakspel. Zij worden op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen via een nieuwsbrief. Zij krijgen via e-mail supervisie van de landelijke projectleider. De schoolbegeleider leidt de intern begeleiders van de scholen op voor de functie van interne Taakspel-begeleider. Deze opleiding is erop gericht om de positieve controle op gedrag met Taakspel in de school vast te houden en uit te breiden. Protocol / handleiding Voor de overdracht van de interventie is er een docentenhandleiding en licentiemap met daarin onder andere een implementatiehandboek. Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de interventie wordt beoordeeld en bewaakt door gecertificeerde schoolbegeleiders van Onderwijsbegeleidingsdiensten. Kosten Personeel: Opleidingsniveau begeleiders: universitair geschoold (onderwijskunde, orthopedagogiek). Uren begeleiders: 18 uur training per jaar, 20 uur coaching per leerkracht per jaar. Uitvoerders: leerkrachten basisonderwijs. Uren uitvoerders: 8 uur training, 5 uur coaching (10x een half uur). Training: licentietraining en leerkrachttraining. Kosten: respectievelijk 975 euro en 385 euro (mede afhankelijk van OBD tarief). Materiaal: Taakspeldoos 95 euro; Taakspel instructiefilms: 45 euro.(Prijzen gebaseerd op prijspeil 2009). 10. Onderzoek naar de uitvoering van de interventies Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie. 11. Nederlandse effectstudies Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Het effectonderzoek naar Taakspel is opgedeeld in twee deelstudies: een onderwijskundige en een kinder- en jeugdpsychiatrische evaluatie. 1 De onderwijskundige evaluatie is uitgevoerd door CED/PI te Rotterdam (Van der Sar, 2004a) 2 De kinder- en jeugdpsychiatrische evaluaties zijn uitgevoerd door Erasmus MC (Van Lier, 2002; Crijnen e.a., 2003; Van Lier e.a., 2005; Vuijk e.a., 2006; Van Lier e.a.2008; Huizink e.a. 2009) en de Vrije Universiteit Amsterdam (Witvliet e.a., 2009). 1. De onderwijskundige evaluatie (van der Sar, 2004a) Onderzoeksvragen. Centrale onderzoeksvragen in de studie van Van der Sar (2004a) zijn: l l
Neemt het taakgericht gedrag van de leerlingen door Taakspel toe? Neemt het regelovertredend gedrag van de leerlingen door Taakspel af?
Opzet van het onderzoek. Het onderzoeksdesign bestaat uit een opzet met een aselecte indeling van groepen binnen een school in een experimentele conditie (Taakspel) en een controleconditie (geen Taakspel). Er vond een voor- en een nameting plaats.
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 6 / 13
Onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep bestond uit elf scholen uit Rotterdam en omgeving met in totaal 580 leerlingen uit groep 4. Binnen de scholen kregen de groepen aselect de experimentele of controleconditie toegewezen. Van de 580 leerlingen zat 55% in de experimentele groep; 13% van de leerlingen was van allochtone afkomst; 29% kwam uit een laag sociaal-economische milieu; 53% is jongen. Meetinstrumenten. Voor het observeren van het taakgericht en regelovertredend gedrag van de leerlingen is een leerlingobservatie-instrument bewerkt dat gebruikt is voor de evaluatie van het Good Behavior Game in Amerika. De interbeoordelaar-betrouwbaarheid van het observatie-instrument leerlingen is bij de begin- en nameting redelijk tot voldoende. Het taakgericht gedrag is gemeten met intervalmetingen (om de zoveel minuten wordt geregistreerd of er sprake is van taakgericht gedrag of niet). Het regelovertredend gedrag is gemeten met eventmetingen (elke keer als regelovertredend gedrag voorkomt, wordt dit geregistreerd). Statistische toetsing. Met multivariate-variantieanalyse, met herhaalde meting, is gekeken of er effect van Taakspel op het gedrag van leerlingen is en of de factoren sekse, etniciteit en sociaal economische status (SES) daarbij van invloed zijn. Resultaten. Bij de voormeting zijn er geen significante verschillen tussen de experimentele en controlegroep op taakgericht en regelovertredend gedrag. Ook niet als de groepen verder ingedeeld worden naar sekse, etniciteit en SES. Bij de nameting is een significant verschil tussen de experimentele en controlegroep op taakgericht en regelovertredend gedrag gevonden: bij de experimentele groep is sprake van meer taakgericht (Effectgrootte 0.26) en minder regelovertredend gedrag (Effectgrootte -0.20). Taakgericht gedrag neemt in de experimentele groep toe en in de controlegroep af. Het regelovertredend gedrag neemt in de experimentele groep af en blijft in de controle groep stabiel. Dit zijn generalisatie-effecten, omdat de metingen buiten de taakspelmomenten hebben plaatsgevonden. Het effect is niet afhankelijk van etniciteit of SES, maar hangt wel samen met sekse. Door het spel neemt bij de jongens én meisjes het taakgerichte gedrag toe en bij de jongens het regelovertredende gedrag af. Zonder de interventie neemt het taakgerichte gedrag bij de jongens af en het regelovertredend gedrag toe. Bij de meisjes van de controlegroep is geen verandering gemeten. De hier beschreven resultaten zijn afkomstig uit een voorlopig onderzoeksrapport uit 2004. Momenteel wordt in het kader van promotieonderzoek de studie voortgezet en naar verwachting zullen in 2010 de definitieve resultaten gepubliceerd worden. 2. De Kinder- en jeugdpsychiatrische evaluaties (Van Lier, 2002; Crijnen e.a., 2003; Van Lier e.a., 2005; Vuijk e.a., 2006; Van Lier e.a. 2008; Huizink e.a. 2009; Witvliet e.a., 2009). De kinder- en jeugdpsychiatrische evaluaties hebben voornamelijk plaatsgevonden in het kader van promotieonderzoeken van Van Lier (2002) en Vuijk (2006a) en zijn daarnaast beschreven in diverse internationale vakbladen. Het promotieonderzoek van Van Lier betrof het eerste Nederlands onderzoek naar Taakspel en heeft als basis gediend voor al het vervolgonderzoek. Het onderzoek van Vuijk bestaat uit een aantal deelstudies naar de lange termijn effecten van Taakspel en sekse-specifieke ontwikkelingspaden van psychopathologie. In de voorliggende beschrijving wordt een samenvatting van de resultaten gegeven voor zover zij betrekking hebben op de invloed van Taakspel op de ontwikkeling van probleemgedrag bij kinderen zoals gepresenteerd in de proefschriften en artikelen. Doel van de studies. De studies hebben als doel na te gaan wat de invloed van Taakspel is op de ontwikkeling van het probleemgedrag van de kinderen. . Het onderzoek van Van Lier (2002) was gericht op het effect van Taakspel op de ontwikkeling van aandachtstekort / hyperactiviteitsproblemen (ADHD), oppositioneel-opstandige problemen (ODD / Oppositional Defiant Disorder) en gedragsproblemen (CD / Conduct Disorder). In een vervolgonderzoek was het effect van Taakpsel op de ontwikkeling van antisociaalgedrag bij kinderen onderwerp van studie (Van Lier e.a. 2005) . Onderzoek van Vuijk e.a. (2006 ) was daarnaast gericht op: l
de invloed van roken tijdens de zwangerschap op het niveau van ADHD symptomen en het experimenteren met roken. Onderzocht is of Taakspel invloed had bij kinderen waarvan de moeder tijdens de zwangerschap had gerookt (Vuijk 2006a; Vuijk e.a. 2006b);
l
de rol van disruptief probleemgedrag tijdens de midden kindertijd in de ontwikkeling van relationele
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 7 / 13
l
agressie vanaf de late kindertijd tot de vroege adolescentie. (Vuijk, 2006a). de relatie tussen het slachtoffer zijn van fysieke en relationele agressie tijdens de midden kindertijd enerzijds en de ontwikkeling van angst- en depressiesymptomen in de vroege adolescentie anderzijds (Vuijk e.a. 2006 c);
Daarnaast heeft onderzoek plaatsgevonden naar de invloed van Taakspel op vroegtijdig begin van roken en alcoholgebruik (van Lier e.a, 2008, Huizink e.a. 2009) en naar het verband tussen positieve relaties met leeftijdsgenoten en externaliserend gedrag en de invloed van Taakspel hierop (Witvliet e.a., 2009) . Onderzoeksdesign. De Taakspelstudies die uitgevoerd zijn door het Erasmus MC , vormen een Randomized Controlled Trial (RCT), waarbij de ontwikkeling van twee groepen kinderen vergeleken is, die bij aanvang van het onderzoek geheel aan elkaar gelijk waren, waarvan een groep het Taakspel gedurende twee jaar heeft ontvangen en de andere groep niet. Er hebben een voormeting, verschillende metingen gedurende de interventie (groep 4 & groep 5), een nameting (groep 5, leeftijd 9 jaar)en diverse follow-up metingen plaatsgevonden. Follow-up metingen hebben jaarlijks plaatsgevonden tot vier jaar na afloop van de interventie (in de brugklas op 13-jarige leeftijd). De studie van de Vrije Universiteit van Witvliet e.a. (2009), is een onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk met follow-up. Het bestaat uit een voor- en nameting. Een follow-up meting heeft ook plaatsgevonden. De resultaten van de follow-up zijn echter nog niet bekend, wel van de nameting.. Onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep van het Erasmus MC bestaat uit 13 basisscholen in Rotterdam en Amsterdam. 744 ouders van kinderen zijn benaderd voor deelname aan het onderzoek. Hiervan hebben er 666 toegestemd. 92 kinderen zijn uitgevallen omdat ze of zijn blijven zitten of van school zijn gegaan. Uitval hield geen verband met sekse of interventiestatus. Wel hadden die kinderen volgens leerkrachtbeoordelingen meer ADHD, ODD en CD. Klassen zijn a-select toegewezen aan de experimentele of controleconditie. Van de 31 klassen in de 13 scholen vormden 16 klassen de experimentele en 15 klassen de controlegroep. 363 kinderen deden mee aan Taakspel (experimentele groep) en 303 kinderen behoorden tot de controlegroep. Data zijn compleet (in de leeftijd van 7-13 jaar) voor 448 kinderen (255 kinderen in de experimentele groep en 193 kinderen in de controlegroep) van de originele onderzoeksgroep (666 kinderen). De onderzoekgroep van de Vrije Universiteit bestaat uit 47 klassen in 30 basisscholen . De uiteindelijke steekproef bestond uit 758 kinderen, verdeeld over een experimentele groep met 501 kinderen en een controle groep met 257 kinderen. Meetinstrumenten. Probleemgedrag van de kinderen is gemeten met de Teacher's Report Form (TRF). Dit instrument, de leerkrachtversie van de bekende Child Behavior Checklist, is vertaald en gevalideerd voor gebruik in Nederland. Probleemgedrag op school is beoordeeld met het Probleemgedrag op school Interview (PBSI). Bij de follow-up metingen is gebruik gemaakt van leerkracht- en zelfrapportage alsmede peernominaties betreffende disruptief probleemgedrag, relationele agressie en slachtofferschap van fysieke en relationele agressie. Voor het meten van angst- en depressiesymptomen is gebruik gemaakt van de Revised Child Anxiety and depression Scale, de Multidimensional anxiety scale en de Children's Peer Relations scale. Bij de leerkrachten is aanvullend het Ratings of Childrens Social Experience gebruikt. Bij de meting op 13-jarige leeftijd is uitsluitend gebruik gemaakt van gegevens verkregen uit zelfrapportage van de kinderen. Meetinstrumenten die door Witvliet e.a. zijn gebruikt bestaan onder andere uit: De Problem Behavior at School Interview)' en het onderdeel Socail problems'van de teacher's report Form. Analyse. De statistische analyses zijn verricht met o.a. groeimodellen, t-tests en chi-kwadraat-analyses. Bij de follow-up zijn multivariate variantie-analyses gebruikt. Resultaten bij de nameting Erasmus MC: Vergelijking van alle kinderen uit de experimentele groep met de controlegroep laat het volgende zien. Aandachtstekort/hyperactiviteitsproblemen van kinderen in de controlegroep namen toe over groep 4 en groep 5. Interventiekinderen vertoonden over dezelfde periode een daling van ADHD. Dit verschil in ontwikkeling was significant. Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 8 / 13
Analyse van het effect van Taakspel op kinderen met verschillende niveaus van ADHD nuanceert de resultaten. Drie groepen met kinderen werden geïdentificeerd: een groep met veel (klasse 1: 14% van alle kinderen), een groep met matig (klasse 2, 26% van alle kinderen) en een groep met weinig (klasse 3; 60% van alle kinderen) ADHD aan het begin van de studie. Taakspel had een positief effect op de ontwikkeling van ADHD voor kinderen met matige (klasse 2) problemen (Effectgrootte 0,71). Dit wordt betiteld als een typisch effect van het preventieprogramma, dat bedoeld is beginnend probleemgedrag te verminderen. Bij kinderen in de controleconditie werd een toename in het niveau van ADHD gevonden. Bij Taakspel kinderen bleef het niveau van problemen stabiel. De ontwikkeling van ADHD bij kinderen met veel problemen (klasse 1) was gelijk voor kinderen in de experimentele en controlegroep. Dit is te verklaren uit het feit dat Taakspel een preventieve interventie is (voor beginnend probleemgedrag) en geen curatieve interventie (voor reeds ernstig probleemgedrag). Het Taakspel had geen effect op het niveau van ADHD bij kinderen met weinig problemen (klasse 3) hetgeen ook te verwachten is gezien het reeds lage niveau van deze problemen bij deze kinderen aan het begin van de interventie. Effect van Taakspel op Oppositioneel-opstandige problemen (ODD) en gedragsproblemen (CD) is als volgt. Positieve effecten voor zowel ODD (Effectgrootte: 0,41) als CD (Effectgrootte: 0,42) versterkten het gevonden effect op ADHD bij kinderen met matige problemen (klasse 2). Een aanvullend positief effect werd gevonden voor Gedragsproblemen (CD) bij kinderen die het ontwikkelingstraject met veel problemen (klasse 1) volgden (Effectgrootte: 0,55). Er werden geen interventie-effecten gevonden voor kinderen met weinig problemen (klasse 3) wat niet te verwachten was gezien het lage niveau van deze problemen (Van Lier, 2002; Van Lier e.a. 2004). l
VU: Bij kinderen die aan Taakspel hebben deelgenomen is er een afname in externaliserend gedrag (d=0.45)en een verbetering in de relaties met leeftijdsgenoten. Afname van externaliserend gedrag wordt, bij jongens, gedeeltelijk gemedieerd door toegenomen acceptatie door leeftijdsgenoten (Witvliet e.a., 2009).
Resultaten bij follow-up. l
Een jaar na het beëindigen van de Taakspel interventie worden nog steeds positieve interventie-effecten waargenomen (Crijnen e.a. 2003; Van Lier e.a. 2005). Taakspel kinderen gaven aan minder vaak relationeel-agressief (roddelen, buitensluiten of sociaal isoleren) te zijn, minder vaak het slachtoffer te zijn van relationele en fysieke agressie en minder angst/depressieve klachten te hebben. Daarnaast is gekeken hoe de effecten waren bij hoogrisico kinderen (o.b.v. persistent hoge niveaus van antisociaal gedrag) en normatief ontwikkelende kinderen (Van Lier e.a., 2005). De groep hoogrisico kinderen betrof bijna uitsluitend jongens. Taakspel kinderen in de hoogrisicogroep lieten in beginsel hetzelfde ontwikkelingspad zien als de controle kinderen, maar naarmate zij ouder werden (van 8-10 jaar) begon het niveau van antisociaal gedrag te dalen. Op 10-jarige leeftijd was het verschil tussen de experimentele groep en de controlegroep significant. Daarnaast bleek deze afname van antisociaalgedrag samen te vallen met de omgang met minder agressieve vrienden en met lagere percentages van afwijzing door leeftijdsgenoten. Op het antisociale gedrag van normatief ontwikkelende jongens (matige niveaus van antisociaal gedrag) en normatief ontwikkelende meisjes (lage niveaus van antisociaal gedrag) had Taakspel geen effect. Echter, de normatief ontwikkelende jongens en meisjes rapporteerden dat zij minder vaak het slachtoffer waren van relationele en fysieke agressie. Ook rapporteerden met name de normatief ontwikkelende meisjes dat zij minder angst/depressieve klachten hadden.
l
Kinderen die tijdens de zwangerschap waren blootgesteld aan het roken van de moeder bleken op 7- jarige leeftijd verhoogde niveaus van ADHD symptomen te vertonen en het hoogste risico te lopen om te experimenteren met roken op leeftijd 10-11 jaar. De Taakspel-interventie had geen effect op de ontwikkeling van de ADHD-symptomen van deze kinderen over de periode van 7- tot 9-jaar en op hun kans om te experimenteren met roken. Bij kinderen die prenataal niet waren blootgesteld aan het rookgedrag van de moeder had het Taakspel een positief effect op afname van ADHD-symptomen van 7tot 9-jarige kinderen en werd de kans op vroeg experimenteergedrag met roken op 10 en 11 jarige leeftijd met 50% gereduceerd (Vuijk e.a. 2006a, 2006b).
l
Bij jongens blijkt openlijke agressie een risicofactor te zijn voor de ontwikkeling van relationele agressie op 10 - 12-jarige leeftijd. Bij meisjes blijken ADHD symptomen voorspellend te zijn hiervoor. Taakspel is Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 9 / 13
effectief gebleken in het verminderen van openlijke agressie en ADHD symptomen. Hieruit wordt geconcludeerd dat de interventie mogelijk ook van invloed kan zijn op relationele agressie door leeftijdsgenoten (Vuijk, 2006a). l
Daarnaast is onderzoek gedaan naar de relatie tussen het slachtoffer zijn van fysieke en relationele agressie tijdens de basisschool en angst- en depressieve klachten op de leeftijd van 13 jaar. Jongens rapporteerden vaker slachtoffer geweest te zijn van fysieke agressie dan meisjes. Voor wat betreft relationele agressie zijn geen verschillen gevonden tussen jongens en meisjes. Meisjes gaven vaker dan jongens aan last te hebben van depressiesymptomen, gegeneraliseerde angst, sociale angst en paniek/agorafobie op 13-jarige leeftijd. Taakspelkinderen hadden lagere niveaus van angst en depressieve klachten dan controlegroep kinderen op leeftijd 13 jaar en waren tijdens de basisschool minder vaak het slachtoffer van relationele en fysieke agressie. De verklaring voor deze lagere niveaus van angst/depressieve klachten onder Taakspelkinderen was dat zij minder vaak het slachtoffer waren geweest van agressie tijdens de basisschoolperiode. De resultaten tonen verder aan dat het slachtoffer zijn van relationeel agressief gedrag een risicofactor vormt voor de ontwikkeling van angst- en depressiesymptomen bij meisjes, terwijl het slachtoffer zijn van fysiek agressief gedrag een risicofactor vormde bij jongens (Vuijk e.a., 2006c).
l
Kinderen die aan Taakspel hadden deelgenomen hadden een kleinere kans op het experimenteren met roken en alcohol tot zes jaar na de interventie. Een verklaring voor de reductie in de kans op het experimenteren met roken was de reductie in symptomen van aandachtsproblemen/hyperactiviteit onder Taakspelkinderen, vergeleken met kinderen uit de controlegroep (van Lier e.a. 2008, Huizink e.a., 2009).
Concluderend wordt gesteld dat kinderen die deelgenomen hebben aan Taakspel significant minder gedrags(fysieke en relationele agressie in de leeftijd van 10-12 jaar) en emotionele problemen (zoals het slachtoffer zijn van agressie op 10 jarige leeftijd en angst en depressie klachten op 13-jarige leeftijd) vertonen dan kinderen die het Taakspel niet hebben gespeeld. Ook heeft de interventie invloed op gedrag (roken op jonge leeftijd) dat veelal in verband wordt gebracht met jeugd psychopathologie. Geconcludeerd wordt dat Taakspel de ontwikkeling van kinderen in een breed scala positief beïnvloedt. Kosten-effectiviteitEr zijn geen gegevens beschikbaar over de kosten-effectiviteit. Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Van der Sar Jaar: 2004 Onderzoekstype: Onderzoek met (quasi-)experimenteel design in de praktijk Belangrijkste resultaten: Bij de nameting is er een significant verschil tussen de experimentele en controlegroep op taakgericht gedrag en regelovertredend gedrag. Bij de experimentele groep is sprake van meer taakgericht en minder regelovertredend gedrag. Bewijskracht van het onderzoek: vrij sterk Resultaten effectiviteit: positieve resultaten Studie 2 Auteurs & Jaar: (Van Lier, 2002, 2004, 2005) & Crijnen e.a.,(2003); Onderzoekstype: Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up. Belangrijkste resultaten: Globale conclusie is dat gedrags- en emotionele problemen van kinderen op de basisschool succesvol kunnen worden aangepakt met de Taakspel-interventie. Ook vier jaar na de Taakspel-interventie worden nog steeds positieve interventie-effecten waargenomen Bewijskracht van het onderzoek: zeer sterk Resultaten effectiviteit: positieve resultaten Studie 3 Auteur: Vuijk e.a. Jaar: 2006 Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 10 / 13
Onderzoekstype: Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up. Belangrijkste resultaten: l
Tot vier jaar na de interventie hebben Taakspel kinderen minder gedrags- en emotionele problemen en zijn minder vaak slachtoffer van agressie dan kinderen die niet hebben deelgenomen aan de interventie.
Bewijskracht van het onderzoek: zeer sterkResultaten effectiviteit: positieve resultaten Studie 4 Auteur: Lier e.a. ; Huizink e.a. Jaar: 2008;2009 Onderzoekstype: Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up. Belangrijkste resultaten: Bij de experimentele groep is sprake van minder experimenteren met tabaksproducten en alcohol tot zes jaar na de interventie. Bewijskracht van het onderzoek: zeer sterk Resultaten effectiviteit: positieve resultaten Studie 5 Auteur: Witvliet e.a. Jaar: 2009 Onderzoekstype: Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up Belangrijkste resultaten: Bij de experimentele groep is sprake van minder externaliserend gedrag en een betere relatie met leeftijdsgenoten. Bewijskracht van het onderzoek: zeer sterkResultaten effectiviteit:positieve resultaten. 12. Buitenlandse effectstudies Taakspel is een bewerking van het Noord-Amerikaanse Good Behavior Game (Dolan e.a., 1989). Het Good Behavior Game is aangepast aan de Nederlandse situatie omdat de Amerikaanse cultuur anders is dan de Nederlandse en omdat de gedragstherapie (waar het programma op stoelt) sinds de publicatie van het Good Behavior Game in 1989 ontwikkelingen heeft doorgemaakt die in Taakspel verwerkt zijn. Voorbeelden van aanpassingen zijn dat bij de Nederlandse teams niet gestreden wordt om wekelijkse winnaars en dat leerkrachten kinderen die de Taakspel regels niet opvolgen niet met naam noemen. Daarnaast worden in de Nederlandse versie kinderen binnen de teams aangemoedigd elkaar actief te ondersteunen bij het vertonen van goed gedrag (Van Lier, 2002).De Nederlandse ontwikkelaars van Taakspel zijn van mening dat de essentie van het Good Behavior Game bewaard is gebleven. In de Verenigde Staten heeft onderzoek plaatsgevonden naar de effecten van het Good Behavior Game (GBG). Het betreft epidemiologisch gebaseerde RCT's op grote schaal in scholen in Baltimore. Na een jaar interventie werd een significante afname van leerkracht-beoordelingen van agressie bij zowel jongens als meisjes gevonden. Ook werd een significante afname vastgesteld van agressie bij jongens beoordeeld door klasgenoten, en van verlegen gedrag beoordeeld door de leerkrachten. Na 5 jaar follow-up was er een significante afname van agressie (beoordeeld door leerkrachten). Dit werd echter alleen gevonden bij jongens die bij de voormeting als matig agressief of zeer agressief beoordeeld waren (Van Lier, 2002). In 2008 zijn een tweetal artikelen verschenen waarin gerapporteerd wordt over de effecten van Good Behavior Game op de zeer lange termijn. In het artikel van Poduska e.a., 2008) is het effect van GBG op het gebruik van voorzieningen voor geestelijk gezondheid en drugs en alcohol door jong volwassenen onderzocht; in het artikel van Kellam e.a. (2008) wordt de invloed van de GBG op gedrags-, psychiatrische en sociale uitkomsten beschreven. Binnen beide artikelen is gebruik gemaakt van dezelfde onderzoeksgroep . Opzet Beginnend in 1985-1986 werd GBG in klas 1 en 2 van 19 basisscholen in Baltimore City uitgevoerd en getest. In Baltimore zijn 5 stedelijke gebieden geselecteerd. Binnen de gebieden zijn scholen gematched en vervolgens aselect toegewezen aan één van 3 condities: 1. GBG 2. een programma gericht op lezen 3. standaard curriculum. Vervolgens zijn binnen de afzonderlijke scholen kinderen aselect toegewezen aan de
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 11 / 13
eerste klassen binnen hun school. Tenslotte zijn klassen en leerkrachten aselect toegewezen aan de interventiegroep. In totaal hebben 19 scholen, 41 klassen en 1196 kinderen deelgenomen aan het onderzoek. Op 19-21 jarige leeftijd is met iedere deelnemer een telefonisch interview gehouden van 1,5- 2 uur. Instrumenten die gebruikt zijn, zijn de 'Composite International Diagnostic Interview' en de 'Young adult's educational history'. In het onderzoek van Poduska e.a. is ook de 'Services Assessemnt of Children and Adolescents'gebruikt. Gekeken is naar het voorkomen van de volgende stoornissen: 'major depressive disorder', 'generalized anxiety disorder','drug abuse/dependence disorder, 'alcohol abuse/dependence disorders en de 'antisocial personality disorder'. Resultaten Studie Kellam e.a. (2008): In de jong volwassenheid zijn met name bij mannen effecten gevonden. Met name op jongens die in de eerste klas van de basisschool door hun leerkrachten als agressief en disruptief beoordeeld had Good Behavior Game het meest effect. Er waren lagere niveaus van drugs- en alcohol misbruik/afhankelijkheid, regelmatig roken en antisociale persoonlijkheids stoornis. Studie Poduska e.a. (2008)Het Good Behavior Game heeft ook in deze studie vooral effecten bij mannen die als kind als disruptief en agressief zijn beoordeeld. Good behavior game heeft een positief effect op het gebruik van voorzieningen in de volwassenheid. 13. Uitvoering van de interventies De interventie wordt op school uitgevoerd.De interventie wordt toegepast in de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs. Taakspel voor het voortgezet onderwijs is in ontwikkeling. 14. Overeenkomsten met andere interventies Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies. 15. Lijst met aangehaalde literatuur Crijnen, A.A.M., Lier, P. van & Vuijk, P. (2003). Taakspel-effecten een jaar na de interventie. Rotterdam: Erasmus MC. Dam, G. ten (1999). Sociale competentie en de pedagogische functie van het onderwijs. In: G. ten Dam & M. Volman (Red.). Scholen voor sociale competentie. Een pedagogisch-didactische benadering. Lisse: Swets & Zeitlinger. Dolan, L.J., Turkkan, J.S., Werthamer-Larsson, L. & Kellam, S.G. (1989). The Good Behavior Game manual. City of Baltimore: Department of Education and the Prevention Center, John Hopkins University. Huizink, A.C., Lier, P.A.C. van & Crijnen, A.A.M. (2009). ADHD symptoms mediate early onset smoking. European Addiction Research 2009; 15:1-9. Kellam, S.G., Brown, H.C., Poduska, J.M., Ialongo, N.S., Wang, W., Toyinbo, P., Petros, H., Ford, C., Windham, A., Wilcox, H.C. (2008). Effects of a universal classroom behavior management program in first and second grades on young adult behavioral, psychiatric and social outcomes. In: Drug and Alcohol dependence. S5-S28. Lier, P.A.C. van (2002). Preventing disruptive behavior in early elementary school children. Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam: Optima Grafische Communicatie. Lier, P.A.C. van & Crijnen, A.A.M. (2004). De preventie van gedragsproblemen bij kinderen in Nederland: Richting een bewezen effectief jeugdbeleid. In: Gerris, J.R.M. (red.). Jeugdzorg en probleemgedrag: opvoedingswaarden en vernieuwingen in aanpak. Assen: van Gorcum. Lier, P.A.C. van, Sar, A.M. van der, Muthén, B.O. & Crijnen, A.A.M. (2004). Preventing disruptive behavior in elementary schoolchildren: Impact of a universal classroom-based intervention. In: Journal of Consulting and Clinical Psychology 2004, vol. 72, no. 3, 467-478. Lier, P.A.C. van, Vuijk, P. & Crijnen, A.M. (2005). Understanding mechanisms of change in the development of antisocial behavior:The impact of a universal intervention. In: Journal of abnormal psychology, vol. 33, no. 5, October 2005, pp 521-535. Lier, P.A.C. van, Huizink, A.C. & Crijnen, A.A.M. (2008). Impact of a preventive intervention targeting childhood disruptive behavior on tabacco and alcohol initiation from age 10 to 13 years. In: Drug and alcohol dependence, 10 (3), 228-233. Petras, H., Kellam, S., Brown, C., Muthén, B., Ialongo, N. & Poduska, J. (2008) . Developmental Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 12 / 13
epidemiological courses leading to antisocial personality disorder and violent and criminal behavior: Effects by young adulthood of a universal preventive intervention in first- and second grade classrooms. Drug and Alcohol Dependence, S45-S59. Poduska, J.M., kellam, S.G., Wang, W., Brown, C.H., Ialongo, N.S., Toyinbo, P. (2008). Impact of the Good behavior game, a universal classroom-based behavior intervention, on Young adult service use for problems with emotions, behavior, drugs or alcohol. In: Drug and alcohol dependence, S29-S44. Sar, A.M. van der & Goudswaard, M. (2001). Docentenhandleiding Taakspel voor basisonderwijs. Rotterdam: Pedologisch Instituut, onderdeel van de CED-groep. Sar, A.M. van der (2004a). Met Taakspel lukt het wel. Een tussenrapportage over de effecten van Taakspel op taakgericht en regelovertredend gedrag in de klas. Rotterdam: Pedologisch Instituut, onderdeel van de CEDgroep. Sar, A.M. van der (2004b). Licentiemap Taakspel voor schoolbegeleiders. Rotterdam: Pedologisch Instituut, onderdeel van de CED-groep. Sar, A.M. van der, Wermeskerken, L. van & Goudswaard, M. (2006). Docentenhandleiding Taakspel op de speelplaats. Rotterdam: CED-Groep. Vuijk, P. (2006a). Male and female pathways to psychopathology: findings from a preventive intervention study. Proefschrift aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vuijk, P., Lier, P.A.C. van, Huizink, A., Verhulst, F.C. & Crijnen, A. (2006b). Prenatal smoking predicts nonresponsiveness to an intervention targeting attention-deficit/hyperactivity symptoms in elementary school children. In: Journal of child psychology and psychiatry. 47:9 (2006), pp. 891-901. Vuijk, P., Lier, P.A.C. van, Crijnen, A.A.M. & Huizink, A.C. (2006c). Testing sex-specific pathways from peer victimization to anxiety and depression in early adolescents through a randomized intervention trial. In: Journal of affective disorders (2006).Witvliet, M., Van Lier, P.A.C., Cuijpers, P. & Koot, H. (2009). Testing links between childhood positive peer relations and externalizing outcomes through a randomized controlled intervention study. In: Journal of Consulting and Clinical Psychology 2009, vol. 77, no. 5. 905-915.
Gedownload op woensdag 28 mei 2014 10:05:24 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 13 / 13