cobra museum amstelveen
vo o r m o d e r n e k u n s t museum of modern ar t
Lucebert
Tekeningen Drawings
De schenking Vriens The Vriens Donation
27.01-03.06. 2007
Cobra Museum voor Moderne Kunst 2
Zonder titel Untitled (Vragend meisje Questioning Girl) 26.01.1961 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 29 x 21 cm Bruikleen Vriens
Voorwoord
Foreword
Lucebert en de schenking Vriens
Luceber t and the Vriens donation
Musea, en met name musea voor moderne kunst, bestaan niet alleen bij de gratie van kunstenaars en het kunstminnende publiek, maar ook dankzij overheden, fondsen en sponsors. Deze laatsten vormen een onmisbare schakel in het samenbrengen van kunst en maatschappij. Ook particulieren kunnen een rol van grote betekenis spelen.
Museums, especially museums of modern ar t, exist not only through the benevolence of ar tists and an ar t-loving public, but also thanks to the government, various funds and sponsor ship. These last three form an indispensable link in br inging ar t and society together. Private individuals can play a major role as w ell.
Een aansprekend voorbeeld hiervan zijn de heer en mevrouw Vriens. Als gepassioneerde verzamelaars van onder meer het werk van Lucebert, hebben zij in de loop der jaren een fraaie collectie opgebouwd van tekeningen van het multi-talent. De verzameling geeft een mooi en helder overzicht van de artistieke ontwikkeling van de meester. Zij illustreert op treffende wijze hoe Lucebert zijn leven lang - in de voetsporen van CoBrA - het experiment heeft nagestreefd. In de serie treedt een reeks wonderlijke personages en wezens de toeschouwer tegemoet. Ze lijken te zijn voortgekomen uit een diepgaande fascinatie voor het onvolmaakte en zijn getekend met een niet aflatend gevoel voor ironie. Het echtpaar Vriens heeft besloten hun schitterende verzameling, die zij hebben opgebouwd met de liefde en toewijding die eigen is aan ware collectioneurs, te delen met het Nederlandse publiek en wel door een belangrijk deel ervan te schenken aan het Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen. De schenking vindt plaats met de zeer gewaardeerde medewerking van het kort geleden opgerichte Stichting Gemeenschapsfonds Amstelveen. Door deze mooie schenking van ruim vijftig kunstwerken wordt het museum in staat gesteld met gewenste regelmaat het werk van Lucebert voor het voetlicht te brengen. Daarvoor ben ik de heer en mevrouw Vriens buitengewoon dankbaar. John Vrieze Directeur
An inspiring example of this are Mr and Mr s Vriens. As passionate collectors of ar t, including work by Luceber t, over the years they have built up a splendid collection, par ticularly of drawings by this multitalented ar tist. The collection gives a fine and lucid overview of the Master’s ar tistic development, aptly illustrating how Luceber t, following in the footsteps of CoBrA, pursued the experimental throughout his life. In his series of drawings the viewer encounters a sequence of amazing individuals and beings. They appear to have arisen out of a profound fascination with imperfection and are dr awn with a not unsuppressed sense of iron y. Mr and Mrs Vriens have decided to share their exquisite collection, which they have put together with the lo ve and dedication typical of true collectors, with the Dutch public by donating an impor tant par t of it to the Cobr a Museum of Moder n Ar t Amstelveen. The gift is taking place with the highl y esteemed assistance of the recently founded Stichting Gemeenschapsfonds Amstelveen (Community Fund Amstelveen). Through this generous donation of more than f ifty ar tworks the museum will be able to spotlight the work of Luceber t as and when it wishes. For this I am extremely indebted to Mr and Mr s Vriens. John Vrieze Director
3
Cobra Museum voor Moderne Kunst
4
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Zonder titel Untitled (Figuren en vogel Figures with Bird) 1957 o.i inkt op papier Indian ink on paper 27 x 20 cm Schenking Vriens
Cyrille Offermans
Cyrille Offermans
A DVO C A AT VA N D E D U I V E L
D E V IL’ S ADVOC ATE
Bij de tekeningen van Lucebert
By the dr awings of Luceber t
Lucebert (1924-1994) is in de eerste plaats tek enaar, ook in biografische zin. Van kinds af aan heeft hij getek end, elke dag, vaak geïnspireerd door stripverhalen en foto’s uit geïllustreerde tijdschriften. Tot 1957 heeft het schilderen op een laag pitje gestaan, alleen al omdat hij meestal te arm was om v erf en linnen te kunnen kopen. De omvang van zijn tekenwerk is enorm. Zolang het niet volledig is gecatalogiseerd moeten we er naar gokken, maar bij een dagelijkse productie van vier of vijf tek eningen (en soms zelfs van tien) ligt het voor de hand dat het er v ele duizenden moeten zijn, merendeels van het formaat 21 bij 27 centimeter. En het ging nooit om schetsen of voorwerk, de tekening was altijd doel in zichzelf.
Luceber t (1924-1994) is first and foremost a maker of drawings, also in a biographical sense. He began drawing as a child, on a daily basis, often inspired by strips and photographs in illustrated magazines. Until 1957 painting was put on the back b urner, simply because he was usually too poor to buy paint and canvas. His volume of drawings is immense and until these are full y catalogued we can only speculate, but – assuming a daily output of four or five drawings (or sometimes even ten) – it is ob vious these must run into many thousands, the size of which are mainly 21 by 27 centimetres. And these are not sketches or preparatory works: the drawing was always an objective in itself. 5
Dat tekenwerk overzien, zelfs maar bij benadering, is voorlopig onmogelijk. Het merendeel bevindt zich in mappen en dozen in zijn atelier in Bergen; buiten de kunstenaar en een paar intimi heeft niemand het ooit gezien. Dat maakt algemene, samenvattende typeringen bijna onmogelijk. Tegen zo’n algemene typering lijkt Lucebert zich trouwens ook in het werk zelf te verzetten, bewust. Hoewel het grootste deel ervan de menselijke figuur, in het bijzonder diens hoofd, tot onderwerp heeft, zijn de variaties in aanpak en techniek eindeloos. Het lijkt me zeer wel verdedigbaar die woekering van fantastische vormen te zien als het cr eatieve antwoord op een reële maatschappelijke tirannie van de eenvormigheid, zijn grillige inventiviteit als reactie op een platter wordende wereld. In mijn kinderjaren pleegden moralistische commentatoren hun bekommernis over het zedenbedervende karakter van de moderne roman te verwoorden met de uitspraak: Er komt geen normaal mens in voor. Met een variant op die uitspraak zou je van Luceber ts tekenwerk kunnen zeggen: er komt geen normale lijn in v oor. Dat is Luceberts grootste talent: elke lijn die hij loslaat, láát hij ook los. Geen lijn, hoe minuscuul ook, volgt een uitgestippelde route. Geen lijn die zich niet onderweg bedenkt, die niet plotseling uitwijkt naar links of naar rechts, uitloopt in stippels of verdwijnt in een veeg of een vlek. Sommige lijnen barsten van de energie; zij dulden geen enkele andere lijn naast zich – dat zijn de explosie ve naturen, de
For the moment it is impossib le to have an overview, even a rough assessment, of his drawings. The majority are in folders and boxes in his Bergen studio and aside from the ar tist and a few intimates no one has ever seen them. This makes it almost impossible to sum up their features in general terms. In fact even in the work itself Luceber t seems to have deliberately resisted the making of such gener alisations. While most of it depicts the human f igure, especially the head, the various approaches and techniques used are inf inite. To me it seems completely justifiable to see these r ampant fanciful forms as a creative response to the actual social tyr anny of uniformity; his whimsical ingenuity as a response to an increasingl y commonplace world. When I was a child, moralistic commentators were in the habit of expressing their concern about the immor al nature of the moder n novel by stating that no nor mal people appeared in it. As a variation on this theme, you could say about a Luceber t drawing that no normal line appears in it. And that is Luceber t’s greatest talent – every line he unleashes, he also lets go of it. In his drawings no line, no matter how insignificant, follows a proscribed route. There is not a line that does not in vent itself as it goes along, that does not suddenly diverge to the left or r ight, ends in dots or disappears into a smudge or spot. Some lines explode with energy, they do not toler ate any other line next to them. These are the explosive characters, the ‘sprinters’ among the lines. Others are more the long-distance r unners – once star ted, they do not know
sprinters onder de lijnen. Andere hebben meer van de langeafstandloper: eenmaal begonnen weten ze van geen ophouden en leggen in een doorgaande beweging vier of vijf maal nagenoeg hetzelfde parcours af. Soms is het louter speelsheid die hen v oortdrijft; vaak, vooral in het latere werk, ontlenen ze hun energie aan w oede of afgrijzen, of worden ze geremd door angst en vertwijfeling. Maar in verreweg de meeste gevallen zijn de aandriften te duister, te gemengd, te onontwarbaar om ze zo klinisch te categ oriseren. Zeker is evenwel dat Luceberts lijnen in niets herinneren aan de klassieke esthetiek. Nooit vertonen ze de wellustig golvende lijn, de ‘line of beauty’ waarmee William Hogarth in 1753 (Analysis of Beauty) het raadsel van de eeuwige schoonheid dacht te hebben opgehelderd. Nooit geven ze die ononderbroken beweging te zien die de spanning tussen delen en geheel oplost in een rimpelloos beeld van eindeloosheid, zelfs niet in de door Arp geïnspireerde organische figuren waarmee hij met diens idee van ‘bodemloosheid’ experimenteert. Eerder dan het lichaam in een waas van klassiek e onaantastbaarheid te hullen, verdiepen Luceberts lijnen zich quasi kinderlijk geïnteresseerd in de anatomie van wrat of pukk el. Liever dan zich te lenen voor het gladstrijken van kin- of schouderpar tij
when to stop, completing the same tr ack four or five times in an almost continuous movement. Sometimes it is pure playfulness that drives them on; often, especially in later work, their energy is derived from anger or dread, or they are inhibited by fear and doubt. But in most cases, by far, the impulses are too obscure , too mixed, too complex to be categor ised in such a clinical manner. What is cer tain however is that Luceber t’s lines in no way recall traditional aestheticism. Never do they reveal the sensual undulating line, the ‘line of beauty’, with which the Br itish painter William Hogar th sought to clarify the enigma of eter nal beauty in I753 in his treatise The Analysis of Beauty. Never do they show the uninterrupted movement that resolves the tension between par ts and the whole in a creaseless impression of infinity, not even in the Arp-inspired organic figures in which Luceber t experimented with the French ar tist’s idea of ‘bottomlessness’. Rather than cloaking the human f orm in an aura of classical inviolability, Luceber t’s lines explore with quasichildlike interest the anatomy of a war t or pimple. Rather than lending themselves to smoothing out par t of a chin or shoulder, they investigate the moist folds, the rosy jowls and the three or f our double chins of highly esteemed ladies and gentlemen.
6
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Cobra Museum voor Moderne Kunst
7
< Zonder titel Untitled (Strand/jongen/bal/dier/maansikkel Beach/Small Boy/Ball/Animal/Moonsickle) 1954 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 13 x 15 cm Schenking Vriens
Zonder titel Untitled (Heks Witch) 1960 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 27 x 21 cm Schenking Vriens
onderzoeken zij de vochtige plooien, de rozige kwabben en de drieof vierdubbele kinnen van de zeer geachte dames & her en. Enig sadistisch genoegen is hem daarbij niet vr eemd. Maar dat genoegen is gemengd. Met ongenoegen. Lucebert hakt zijn lichamen in stukken, hij laat losgeschoten delen door de ruimte zw even en arrangeert onheilspellende ontmoetingen. Hij laat hoofden in wolken en golven van inkt vergaan, hij laat ze verdwijnen in mist en stilte . Opmerkelijk is dat hij niet alleen à la Grosz als Bürgerschreck optreedt, als satiricus van de vadsigheid en de h ypocrisie, maar in toenemende mate ook als fysiognomist van de anor exialijders. De volgevreten types raken op de achtergrond, meer en meer schieten de levende knekelkasten uit zijn tekenpen, de graatmagere, uitgebeende lichamen, de wegkwijnende schedels op hoekig uitgegroeide of ruw geamputeerde onderlijven. Naar klassieke volmaaktheid
At the same time Luceber t is no str anger to a cer tain sadistic pleasure. But that pleasure is mixed with displeasure. Luceber t chops up his bodies into pieces, he has the disembodied par ts floating through space and ar ranges ominous meetings between them. He has heads perishing in clouds and waves of ink, he has them disappear ing in mist and silence . Remarkable is the fact that he not onl y acts like the Bürgerschreck, or bogey of the middle classes à la Grosz, satirising bloatedness and hypocrisy, but also to an increasing extent lik e a physiognomist of anorexia sufferers. The bloated types are relegated to the background and living sk eletons increasingly shoot from his pen, bodies all skin and bones, wasted-away skulls on lower body par ts grown angular or roughly amputated. They may have once craved classical perfection, what remains of their presence no w vegetates like wispy offshoots on soft, inedible potatoes. They are grotesque distor tions of Hellenic idealism.
8
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Zonder titel Untitled (Miro’s stijl figuur Miro’s Style Figure) 1954 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 22 x 27 cm Schenking Vriens
Zonder titel Untitled > (Maansikkel Moonsickle) 17.02.1961 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 27 x 21 cm Bruikleen Vriens
Cobra Museum voor Moderne Kunst
9
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Zonder titel Untitled (Droomfiguren Dream Figures) 12.05.1970 Aquarel en o.i. inkt op papier Watercolour and Indian ink on paper 22 x 30 cm Bruikleen Vriens
Cobra Museum voor Moderne Kunst
10
Zonder titel Untitled (Opgesloten monster Captive Monster) feb. 1986 Gouache 72,5 x 96,5 cm Schenking Vriens
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Zonder titel Untitled > (Vrouwsportret Por trait of a Woman) 11.12.1981 Potlood en viltstift op papier Pencil and Felt Tip Pen on paper 27 x 21 cm Schenking Vriens
Cobra Museum voor Moderne Kunst
11
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Cobra Museum voor Moderne Kunst
12
Cobra Museum voor Moderne Kunst
<
Zonder titel Untitled (Huilende vrouw Woman Crying) 17.01.1987 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 29,5 x 21 cm Schenking Vriens
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Lucebert, Bergen N-H 1984. Foto Photo: Chris van Houts.
mogen ze ooit hebben verlangd; wat hen nu nog aan leven rest, vegeteert als sprietige uitlopers op w eke, oneetbare aardappels. Het zijn groteske vertekeningen van Helleens idealisme . Je hoeft niet veel van die tekeningen gezien te hebben om te kunnen constateren dat Lucebert geen rooskleurige kijk op de mensheid had. Zijn universum, vooral dat van de laatste jar en, is zwart, inktzwart. ‘Wil ik iets griezeligs maken, dan schilder ik gewoon een mens die een ander mens tegenkomt,’ zei hij ooit. Maar toch, en dat is het vreemde, ook de gruwelijkste tekeningen vertonen nog wel een speelse, ironische of dubbelzinnige inslag. Zijn monsters hebben menselijke trekken, in het geheim is hij solidair met hen. Luceberts werk belichaamt de utopie van een w ereld waarin je zonder angst verschillend mag zijn. Zijn leven lang heeft hij tegen de klippen van de hel op getek end om ons een vermoeden te geven van die verdomde, wonderlijke veelvormigheid van de schepping. Die stond in de realiteit op het spel en staat het tegenw oordig meer dan ooit. Luceberts tekeningen tonen het beeld van een misv ormde, gemaltraiteerde, in een keurslijf van schijnbeschaving geperste wereld, maar ook het verzet daartegen. Ze zijn niet het werk van een misantroop, maar van iemand die het hoe dan ook opneemt voor de onaangepasten, de verschoppelingen, de troostelozen. Lucebert klaagt aan, zeker, maar tegelijk werpt hij zich op als on vermoeibaar en welbespraakt advocaat van de duivel. Van Cyrille Offermans verscheen december 2006 bij de Historische Uitgeverij (Groningen) een boek over de tekeningen van Lucebert, getiteld ‘Vlek als levenswerk. Lucebert op papier’.
You do not have to see many of these drawings to realise that Luceber t has no rose-coloured look on humanity. His world, par ticularly that of his latter years, is black, black as ink. ‘If I want to paint something gr isly, then I simply paint one per son coming across another,’ he once said. Yet never theless – and this is odd – ev en his most gr uesome drawings still show a playful, ironic or ambiguous slant. His monsters have humane features and he secretly is in solidar ity with them. Luceber t’s work embodies a Utopian world in which you can be different without feeling afraid. Throughout his life he drew against all the odds in order to giv e us an idea of this dar ned amazing polymorphism of the creation. In the reality this was put on the line and nowadays more so than ever. Luceber t’s drawings present an image of a disfigured, maltreated world forced into a str aightjacket of sham civilisation, but also the resistance against this. They are not the work of a misanthrope, but of someone who comes up , no matter how, for the misfits, the outcasts and the inconsolable. Luceber t moans on, absolutely, but at the same time he sets himself up as a tireless and eloquent devil’s advocate. Cyrille Offermans’s book about Luceber t’s drawings entitled ‘Vlek als levenswerk. Luceber t op papier’ (Smudge as a Life Work: Luceber t on Paper) is published in December 2006 by the Historische Uitgeverij in Groningen.
13
Cobra Museum voor Moderne Kunst
14
Cobra Museum voor Moderne Kunst
<
Zonder titel Untitled (Portret van Mieke van A getekend door B
Colofon Colophon
Por trait of Mieke by A, drawn by B) 1948 o.i. inkt op papier Indian ink on paper
Deze publicatie verschijnt bij de tentoonstelling ‘Lucebert Tekeningen. De schenkingVriens’ van 27 januari t/m 3 juni 2007 Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen
27,7 x 21,3 cm Schenking Vriens
Het Cobra Museum bedankt The Cobra Museum is gr ateful to
This publication accompanies the exhibition ‘Lucebert Drawings.The Vriens Donation’ from 27 January to 3 March 2007 Cobra Museum of Moder n Ar t Amstelveen Begeleiding Supervision John Vrieze Coördinatie Coordination Katja Weitering
Cobra Museum voor Moderne Kunst
Redactie Editing Lieke Fijen Tekst Text Cyrille Offermans John Vrieze Vertaling Translation Lynn George
Zonder titel Untitled (Mansportret met coltrui Por trait of a Man with Rollneck) 07.12.1981 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 27 x 21 cm Schenking Vriens
Afbeelding achterzijde omslag Illustration back cover Zonder titel Untitled (Clown met puntmuts Clown with Pointed Cap) 15.07.1977 o.i. inkt op papier Indian ink on paper 27 x 21 cm Schenking Vriens
Vormgeving Design Bureua Mart. Warmerdam, Halfweg
De BankGiro Loterij steunt het Cobra Museum
Opmaak en drukwerk Lay out and pr inting Kunstdrukkerij Mercurius, Wormerveer
15
Lithografie Lithography Gravemaker, Amsterdam Fotografie Photography Henni van Beek, Tom Noz (ass.) © erven Lucebert, fotograaf, auteurs © 2007 Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen
Het Cobra Museum bedankt tevens The Cobra Museum also expresses her attitude to
© c/o Beeldrecht Amsterdam 2007 Cobra Museum Sandbergplein 1 Amstelveen NL Tel. +31(0)20 5475050 www.cobra-museum.nl Open: dinsdag t/m zondag 11-17 uur Tuesday to Sunday from 11 to 17 hours Rondleidingen/ Guided tours: Tel. +31(0) 5475031 Het Cobra Museum is bereikbaar vanuit: Amsterdam bus 170/172 tram 5, 51 Schiphol en Haarlem bus 300 A9 beide richtingen afslag Amstelveen, richting Stadshart
Stichting Gemeenschapsfonds Amstelveen www.gemeenschapsfondsamstelveen.nl
Cobra Museum voor Moderne Kunst