NE // ENG
Schatten uit Moskou. Hollandse tekeningen uit het Pushkin Museum Treasures from Moscow. Dutch Drawings from the Pushkin Museum
Schatten uit Moskou. Hollandse tekeningen uit het Pushkin Museum 18.03. - 19.06.2011 Met de tentoonstelling Schatten uit Moskou. Hollandse tekeningen uit het Pushkin Museum heeft het Pushkin Museum voor het eerst in haar 100- jarig bestaan in zo groten getale Nederlandse tekeningen uit haar rijke collectie uitgeleend. Maar liefst negentig bladen worden in het Bonnefantenmuseum tentoongesteld. De tekeningen komen uit de periode dat de zeventiende-eeuwse Hollandse kunst zich op haar hoogtepunt bevond, de Gouden eeuw, en zijn gemaakt door kunstenaars die de faam van deze eeuw tot op heden bepalen. Tekeningen uit de Gouden Eeuw vormen slechts een onderdeel van de Moskouse verzameling van Hollandse prenten en tekeningen, maar ze vormen wel het beste en meest coherente deel. Aan de hand van de werken van vooraanstaande meesters is de ontwikkeling van de Hollandse tekenkunst gedurende de gehele zeventiende eeuw te volgen. De Hollandse School rond 1600 is laat maniëristisch en bloeide voornamelijk in Haarlem. De Studie van een vrouwenbuste (Maria Magdalena?) van Hendrick Goltzius – een delicaat web van pennenstreken en lijnen in inkt en rood krijt – is zeer kenmerkend voor deze complexe en spitsvondige stijl. Drie werken – een Studie van figuren en handen, een tekening van Koeien en schapen met twee boeren op de achtergrond en Een grote Boerderij, aangebracht op beide zijden van het blad, zijn van Abraham Bloemaert, een van de meest vooraanstaande representanten van het maniërisme. Ze laten al de technische kneepjes en thema’s zien die kenmerkend zijn voor het complexe realisme van de zeventiendeeeuwse Hollandse kunst. Hendrick Avercamp (1585-1634) is een van de kunstenaars die werkzaam waren in de overgangsperiode naar de absolute dominantie van de Hollandse school. Zijn drie aquarellen laten zien hoe breed zijn repertoire als tekenaar was: van composities met één enkele figuur tot pittoreske landschappen. Het decoratieve
Treasures from Moscow. Dutch Drawings from the Pushkin Museum 18.03.- 19.06.2011 The exhibition Treasures from Moscow. Dutch Drawings from the Pushkin Museum, is the first occasion wherein the Pushkin Museum has sent such a large number of Dutch drawings abroad. No less than ninety showcase pieces are included in the exhibition. Most of the drawings date from the period when Dutch art was at its peak and were made by artists who defined the spirit of the times: the seventeenth century, or ‘Golden Age’. Drawings from the Golden Age may only be a part of the Moscow collection of Dutch prints and drawings, but they are the best and least fragmented part. These works, by the leading masters, trace the development of drawing in the Netherlands throughout the seventeenth century. The fledgling seventeenth-century Dutch art school featured names from the late Mannerist period, flourishing primarily in Haarlem. Hendrick Goltzius’s Study of the Bust of a Woman (Mary Magdalene?) – a delicate web of pen strokes and red chalk lines – is very typical of that intricate and quirky style. Three works – a Study of Figures and Hands, a drawing of Cows and Sheep with two Peasants in the Background and a large two-sided Farmhouse – are by Abraham Bloemaert, one of the most prominent practitioners of Mannerism. They reveal tricks of the trade and subject matter characteristic of the intrinsic realism of seventeenth-century Dutch art. Hendrick Avercamp (1585-1634) is one of the artists who was working in the transitional period which the very early seventeenth century was. His three watercolours reveal the range of his creativity as a draughtsman: from compositions with a single figure to picturesque landscapes. The decorative use of watercolours in his study of Nine Peasants Around a Wheelbarrow seems to revisit Mannerism, but the river view in the Barge Loaded with Hay on a River near Ouderkerk comes closer to works by artists
gebruik van aquarelverf in zijn studie van Negen boeren rond een kruiwagen lijkt terug te grijpen op het maniërisme, maar het riviergezicht in Een schuit beladen met hooi op een rivier bij Oudekerk staat dichter bij het werk van kunstenaars als Esaias van de Hendrick Avercamp (1585 - 1634) Velde (1587-1630) en Salomon Negen boeren rond een kruiwagen / Nine Peasants Around a van Ruysdael (1600/03-1670) Wheelbarrow dan bij zijn eigen schilderijen. Een kleine schets – Dame met een waaier en een heer – van Esaias van de Velde, ook een kunstenaar uit de eerste generatie van wat later bekend zou worden als de Hollandse School, is betoverend als snelle poging om een tafereel uit het ware leven op papier vast te leggen. Dat de kunstenaar haast had, blijkt uit het feit dat hij de tekening maakte op de achterkant van een recente brief die, gezien de inhoud, door hemzelf is geschreven. Alle parafernalia van het tekenen – potlood, rood krijt, pen en inkt, penseel en aquarelverf – werden ingezet bij pogingen om twee dingen te doen. In de eerste plaats, het afbeelden van een heel scala aan natuurmotieven – duinen, groepjes bomen, velden, rivieroevers, plattelandshuisjes en herenhuizen. In de tweede plaats, het portretteren van de bewoners – boeren en stedelingen en hun dieren- uit het land van herkomst van de tekenaars. In de greep van de verlammende winter of volop profiterend van de korte zomer komen de uiteenlopende personages uit het zeventiende-eeuwse Holland weer tot leven en kijken ons vanuit snelle schetsen maar ook zorgvuldig afgewerkte composities aan. Uit de werken van de Haarlemse landschapsmeesters Jan van Goyen en Pieter de Molijn zijn treffende voorbeelden van hun rijpe tekenstijl geselecteerd: Koetshuis en een vertrekkende wagen, Wintertafereel op een bevroren meer en Dorpskermis, gesigneerd met Van Goyens monogram in 1652-53, en Pieter de Molijns Duinlandschap met boerenkar en Brug over een kanaal (de maand mei). De zeer expressieve tekeningen van Ludolf Bakhuizen en Willem van de Velde de Oude zijn zeegezichten, een echt Hollands genre.
like Esaias van de Velde (1587-1630) and Salomon van Ruysdael (1600/03-1670) than to his own paintings. A small sketch – Lady with a Fan and a Gentleman – by Van de Velde, an artist of the first generation of what has come to be known as the Dutch school of art, is as enchanting as any swift attempt to depict a scene from life. The need for speed explains why the artist made the drawing on the back of a recent letter whose contents prove his authorship. All the paraphernalia of drawing – pencil, red chalk, pen and ink, brush and watercolours – were put to use in efforts to do two things: demonstrate a whole gamut of natural motifs – dunes, groups of trees, fields, river banks, the sea, country cottages and town houses – and portray the inhabitants – farmers and city-dwellers, and their animals – of the draughtsmen’s home country. Immobile in the grip of winter or taking full advantage of the short summer, the diverse characters of the seventeenthcentury Netherlands return to life to gaze out at us from quick-fire sketches and polished compositions. Striking examples of Jan van Goyen’s and Pieter de Molijn’s mature drawing style have been selected from the works of these Haarlem landscape masters: they are The Coaching Inn and a Cart Driving Off, The Winter Scene and a Frozen Lake and The Village Fair, signed with Jan van Goyen’s monogram in 1652-53, and Pieter de Molijn’s The Dune Landscape with a Peasant’s Cart and the Bridge Across a Canal (the Month of May). The highly expressive drawings by Ludolf Bakhuizen and Willem van de Velde the Elder are seascapes – a very Dutch
Jan van Goyen (1596 - 1656) Dopskermis / The Village Fair
In Bakhuizens Zeegezicht met zeilboten kun je de zoute bries die de zeilen doet bollen bijna ruiken. De grootmeester van de Nederlandse marine, Willem van de Velde de Oude, verbeeldde in zijn Zeeslag vakkundig een confrontatie tussen oorlogsbodems, maar in zijn Vloot in een haven ook een korte periode van rust tussen de vijandelijkheden, waarin de oorlogsschepen even op verhaal konden komen in kalmer wateren. Storm op de Zuiderzee is een zeldzaam werk uit het oeuvre van Allaert van Everdingen, waarin hij op groot formaat de schoonheid van woeste golven en dreigende wolken heeft verbeeld.
Ludolf Bakhuizen (1630 - 1708) Zeegezicht met zeilboten / Seascape with Sailing Boats
Vertegenwoordigers van de Haarlemse School speelden ook een leidende rol bij de afbeelding van genretafereeltjes. De prachtige aquarellen uit de late periode van Adriaen van Ostade zijn onovertroffen. Zij aan zij met Van Ostades werken hangen tekeningen van zijn beste studenten: Cornelis Bega en Cornelis Dusart. Dusarts tekening van een Straatmuzikant en zijn publiek voor een herberg ligt qua motief en stijl zo dicht bij het werk van Van Ostade dat het lange tijd aan de laatste werd toegeschreven. Bega’s op kalfsperkament (velijn) gemaakte, prachtig gedetailleerde tekening Boer sprekend met een zittende vrouw is een mooi voorbeeld van een perfect afgewerkt kunstwerk voor verzamelaars. Jan Miense Molenaers Charlatan die zijn trucjes aan toeschouwers vertoont is een zeldzaam stuk; het is de enige tekening van Molenaer, bepaald geen productief tekenaar, die op velijn is gemaakt. De figuurstudie van Gerrit Adriaensz. Berckheyde, en een figuurtekening van Adriaen van de Velde behoren tot dezelfde groep genretekeningen. Adriaen van de Velde, zelf geen genreschilder, gebruikte de menselijke figuren uit dit soort studies vaak voor zijn schilderijen en plaatste ze in zijn geschilderde landschappen.
genre. In Bakhuizen’s Seascape with Sailing Boats one can almost smell the salty breeze filling a boat’s sail. The eulogizer of the Dutch Navy, Willem van de Velde the Elder, skilfully depicted a naval engagement in his Naval Battle as well as a lull in hostilities, which allowed warships a moment of peace in calm waters, in his Fleet in a Harbour. A rarity in the oeuvre of the other master of seascapes, Allaert van Everdingen – the sizable depiction of a Storm on the Zuiderzee – highlights the appeal of angry waves and threatening clouds. Representatives of the Haarlem school also played a leading role in the depiction of genre scenes. The strikingly beautiful watercolours from Adriaen van Ostade’s late period are second to none. Side by side with Van Ostade’s works hang drawings by his best students – Cornelis Bega and Cornelis Dusart. The motif and style of young Dusart’s drawing of a Hurdy-Gurdy Player and his Audience in front of an Inn are so close to Van Ostade’s that for a long time the work was attributed to him. Bega’s lovingly detailed vellum Peasant Talking to a Seated Woman stands out as a perfectly finished piece of art, designed for collectors. Jan Miense Molenaer’s Charlatan Presenting his Tricks to Onlookers is a rare item. It is the only drawing by Molenaer, who was a far from prolific draughtsman, to have been made on vellum. A figure study by Gerrit Adriaensz. Berckheyde, and a figure drawing by Adriaen van de Velde belong in the same group of genre drawings. Not a genre painter himself, Adriaen van de Velde was in the habit of transplanting human figures from studies like these into his painted landscapes. Portraiture is another of the great genres of Dutch art. It is represented by contributions from Gerard ter Borch the Younger and Cornelis Visscher II. Three small Cornelis Dusart (1660 - 1704) portrait sketches by Ter Straatmuzikant en zijn publiek voor een herberg / HurdyGurdy Player and his Audience in front of an Inn Borch, born and trained
Het portret is een ander populair genre in de Hollandse kunst en wordt hier vertegenwoordigd door bijdragen van Gerard ter Borch de Jonge en Cornelis Visscher II. Drie kleine portretschetsen van Ter Borch, geboren en opgeleid in Zwolle, zijn verwant aan wat bekendstaat als zijn galerij van ‘Spaanse’ (of wellicht ‘Italiaanse’?) portretten die hij in de jaren 16461648 in Münster maakte. Deze portretten, abusievelijk toegeschreven aan Ottavio Mario Leoni, werden ontdekt tussen de enorme collectie Italiaanse tekeningen in het Pushkin Museum. Wellicht de beroemdste bijdragen aan het getekende portretgenre zijn echter afkomstig van de gevierde Cornelis VisCornelis Visscher ll (1628/29 - 1658) scher II. De vier tekeninPortret van een man / Portrait of a Man gen van Visscher in de Pushkin-tentoonstelling is een minigalerij van typisch zeventiende-eeuwse Hollandse figuren: het portret van een gewone man, de twee uiterst precies getekende portretten van stadsvrouwen en ten slotte, de duizelingwekkende schoonheid van een jonge vrouw poserend als de verfijnd aristocratische Diana uit de Romeinse mythologie. Ook de dierenschilders zijn niet vergeten. Cornelis Saftlevens Staande stier, Paulus Potters Studie van een varken en Adriaen van de Veldes Studie van een liggend schaap laten ondubbelzinnig zien dat de zeventiende-eeuwse Hollandse kunstenaars heel goed wisten hoe ze de typische kenmerken en eigenaardigheden van dieren moesten weergeven. Ook Ezel en andere dieren onder aan een heuvel, toegeschreven aan Karel Dujardin, geeft een prachtige kijk op het dierenleven. Niets lijkt de dieren op de warme, zonovergoten weide te kunnen verstoren. Aan de ruïne op de achtergrond te zien is deze tekening ook representatief voor een ander deel van de tentoonstelling: kunstenaars die door Italië zijn beïnvloed.
in the town of Zwolle, in the east of the Netherlands, connect with what is known as his gallery of ‘Spanish’ (or, perhaps, ‘Italian’?) portraits made in 1646-48 in Munster. Erroneously attributed to Ottavio Mario Leoni, they were discovered among the vast collection of Italian drawings in the Pushkin Museum. The most famous contributions to portrait drawing, however, were made by the celebrated Cornelis Visscher II. The four Visscher drawings in the Pushkin exhibition are a mini-gallery of typical seventeenth-century Dutch characters: the portrait of a common man, the two meticulously drawn portraits of townswomen and, finally, the dazzling beauty of yet another rarity – the portrait of a young woman posing as the aristocratically exquisite Diana of Roman mythology. The animalists have not been forgotten either. Cornelis Saftleven’s Standing Bull, Paulus Potter’s Study of a Pig and Adriaen van de Velde’s Study of a Recumbent Sheep prove beyond doubt that seventeenth-century Dutch artists knew how to depict the characteristic features and peculiarities of animals. A Donkey and Other Animals at the Foot of a Hill, attributed to Karel Dujardin, likewise gives us a splendid insight into animal life. Nothing seems to trouble the resting animals in their warm, sunny field. Judging from the ruin in the background, this drawing also represents another section of the exhibition – the artists who were influenced by Italy. A considerable part of the exhibition is devoted to the group known as the Italianates – Dutch artists who went to Rome to study. An excellent drawing by Andries Both – The Crowning with Thorns – reflects the Dutch admiration for Caravaggio. Nonetheless, it was the painters of landscape – or to be more exact animals and landscape – who dominated. Without a doubt Nicolaes Berchem stands out as one of the leaders of the Italianates. Four drawings do credit to this artist, but one of them – Fantastic Creature in a Landscape – is unique. Berchem’s flickering brush produced a beautiful Italian landscape with a fantastic creature: a seven-headed and seven-armed satyr. Attempts to explain this flight of fancy have proved futile. Drawings by Bartholomeus Breenbergh, Jan Both (?), Thomas Wijck, Jacob van der Does, Pieter van Laer, Hendrick Verschuring and Jacob van der Ulft
Een aanzienlijk deel van de tentoonstelling is gewijd aan de groep die bekendstaat als de Italianisanten – Hollandse kunstenaars die naar Rome gingen om te studeren. Een voortreffelijke tekening van Andries Both – De Doornenkroning– getuigt van de bewondering van de Hollanders voor Caravaggio. Desondanks waren het de landschapsschilders, of om precies te zijn dierenKarel Dujardin (toegeschreven aan / attributed to) (1626 - 1678) en landschapsschilders, die do- Ezel en andere dieren onder aan een heuvel / Donkey and Other Animals at the Foot of a Hill mineerden. Nicolaes Berchem is onder de Italianisanten ongetwijfeld een van de uitblinkers. Vier tekeningen geven blijk van zijn sublieme vakmanschap, maar één ervan – Fantasiewezen in een landschap – is uniek. Met sprankelend penseel heeft Berchem een prachtig Italiaans landschap gecreëerd met een fantasiewezen erin: een zevenkoppige en zevenarmige sater. Er zijn vergeefse pogingen gedaan de betekenis van de fantasiefiguur te verklaren. Ook de tekeningen van Barthelomeus Breenbergh, Jan Both, Thomas Wijck, Jacob van der Does, Pieter van Laer, Hendrick Verschuring en Jacob van der Ulft getuigen duidelijk van de liefde van de Hollanders voor het zonnige Italië. Allaert van Everdingen werd geboeid door een heel ander deel van de wereld: hij liet zijn landgenoten kennismaken met Scandinavische landschappen. Het Pushkin Museum heeft een van de grootste verzamelingen tekeningen van Van Everdingen. Vijf van de zesentwintig werken uit deze collectie zijn in de tentoonstelling opgenomen. Werken van Rembrandt en zijn leerlingen vormen het onbetwiste hart van iedere tentoonstelling van Nederlandse zeventiendeeeuwse kunst. Door een kritische bestudering van Rembrandts oeuvre is het aantal werken dat aan hem wordt toegeschreven de laatste decennia geslonken. In deze tentoonstelling en bijbehorende catalogus wordt slechts één kleine tekening, Schets van een vrouw die een kind vasthoudt, onbetwistbaar als een Rembrandt beschouwd. De schets is kort voor 1650 ontstaan en toont Rem-
also serve to highlight the Dutch love of sunny Italy. A very different part of the world appealed to Allaert van Everdingen, who introduced his countrymen to Scandinavian landscapes. The Pushkin Museum has one of the largest collections of Van Everdingen’s drawings. Five of its twenty-six items are in the exhibition. Works by Rembrandt Nicolaes Berchem (1621/22 - 1683) and artists in his Fantasiewezen in een landschap / Fantastic Creature in a Landscape circle are the undisputed centre of all Dutch exhibitions. Over the past few decades, however, a critical approach to Rembrandt’s oeuvre has reduced the number of Rembrandt attributions. In this catalogue only one small drawing, Sketch of a Woman Holding a Child, is considered as an indisputable Rembrandt. A product of the late 1640s, it demonstrates Rembrandt’s incomparable ability to show a human figure in a shaft of light and air with just a few strokes of the pen. The most famous drawing in the Moscow collection and the logo of the exhibition, Woman Making Pancakes (also known as The Kitchen in Rembrandt’s House), has long been attributed to Rembrandt’s school – in the catalogue to Jan Victors – and not to Rembrandt himself. Irrespective of its author, the Sketch of a Woman in Profile (a portrait of Saskia) is undeniably a most charming drawing, and one worthy of a place in the exhibition. A number of drawings attributed to Ferdinand Bol, Jan Victors, Nicolaes Maes, Willem Drost, Aert de Gelder, an emotionallycharged landscape by Abraham Furnerius, two excellent drawings by Gerbrandt van den Eeckhout, and a rare one signed by Hendrick Heerschop reflect Rembrandt’s influence most strongly.
brandts ongeëvenaarde vermogen om met subtiel gebruik van licht en slechts enkele pennenstreken de menselijke figuur overtuigend neer te zetten. De beroemdste tekening uit de Moskouse collectie (en niet voor niets het beeldmerk van de tentoonstelling), Vrouw die pannenkoeken bakt (ook bekend als De keuken in Rembrandts huis) wordt al geruime tijd toegeschreven aan de school van Rembrandt en is nu aan Rembrandts leerling Jan Victors toegeschreven. De Schets van een vrouw en profil (een portret van Saskia) is ontegenzeglijk een zeer charmante tekening die zeker een plaats in de tentoonstelling verdient. Het auteurschap van deze tekening blijft onderwerp van discussie. Rembrandts invloed komt ook duidelijk naar voren in een aantal tekeningen die toegeschreven zijn aan Ferdinand Bol, Nicolaes Maes, Willem Drost, Aert de Gelder, een emotioneel geladen landschap van Abraham Furnerius, twee prachtige tekeningen van Gerbrandt van den Eeckhout en een zeldzame tekening gesigneerd door Hendrick Heerschop. De tentoonstelling in Maastricht volgt de geschiedenis van de Hollandse tekenkunst tot het begin van de achttiende eeuw. Vrijwel geen enkele tekening uit die latere periode is al eerder tentoongesteld. Een herfstlandschap van Jacob Cats is de zoveelste poging om te doen wat al heel veel kunstenaars hadden gedaan en ook in de achttiende eeuw weer zouden doen: de opeenvolging van de twaalf maanden van het jaar afbeelden. Zeer indrukwekkend is een afbeelding van de Haagse groentemarkt in aquarel door Paulus la Fargue. Tekeningen van Jacob de Wit, de meest vooraanstaande interieurontwerper van zijn tijd, van Willem van Mieris (beide zeer karakteristiek) en van Jan de Bisschop introduceren nieuwe onderwerpen: allegorie, bellettrie en mythologie. Isaac de Moucherons onbevangen Architectonische fantasie is in de eerste plaats decoratief. En dan zijn er ook nog tekeningen van de belangrijkste tekenaar van de vroege achttiende eeuw, Cornelis Troost. Te zien is onder meer Het zwaard van Damocles, zijn meest indrukwekkende compositie en de grootste van zijn zes werken uit de Pushkin-collectie. De theatrale compositie verraadt ongetwijfeld de invloed van Troosts eigen achtergrond als acteur. In 2012 bestaat het Pushkin Museum voor Schone Kunsten honderd jaar. Dit wordt gevierd met verschillende tentoonstellingen. De huidige tentoonstelling wordt in Nederland gepresenteerd, omdat de stukken hier oorspronkelijk vandaan komen. Tegenwoordig maken alle werken in de tentoonstelling deel uit
The Maastricht exhibition traces the history of Dutch drawing into the late seventeenth and early eighteenth centuries. Virtually no drawings of that period have previously been exhibited. An autumn landscape by Jacob Cats reveals yet another attempt to do what had been done by quite a number of artists and would be done again in the eighteenth century – depict the orderly succession of the twelve months. A view of The Hague’s vegetable market, done in watercolours by Paulus la Fargue, is highly impressive. Drawings by Jacob de Wit, the leading interior designer of that period, by Willem van Mieris (highly characteristic, both of them) and by Jan de Bisshop (?) introduce new subjects: allegory, belle-lettres and myth. Isaac de Moucheron’s Rembrandt van Rijn (1606 - 1669) Schets van een vrouw die een kind vasthoudt / Sketch of a uninhibited Architectural Capriccio is Woman Holding a Child above all decorative. Last but not least, there are works by the leading draughtsman of the eighteenth century, Cornelis Troost. They include The Sword of Damocles, his most impressive composition and the largest of his six works in the Pushkin collection. The theatrical composition was no doubt influenced by Troost’s own background as an actor. The Pushkin State Museum of Fine Arts will celebrate its hundredth anniversary in 2012. The event will be celebrated by several exhibitions. The present one is being staged in the Netherlands: the place where its treasures came from. Today the exhibits are all held in the Pushkin Museum, but they originally came from private collections and were, with few exceptions, formerly owned by Muscovites. The largest of these was the collection put together by Nikolai Semenovich Mosolov (1847-1914), which ran to some two hundred sheets. Mosolov was a skilled etcher and third-generation art collector. His focus on seventeenth-century Dutch drawings to the exclusion of all else is an exception to the general practice of Russian collectors of prints
van de collectie van het Pushkin Museum, maar zijn oorspronkelijk afkomstig uit privé-collecties en waren, op enkele uitzonderingen na, in het bezit van Moskovieten. De grootste collectie tekeningen werd verzameld door Nikolai Semenovich Mosolov (1847-1914) en omvatte zo’n tweehonderd bladen. Mosolov was een bedreven etser wiens grootvader al kunst verzamelde. Hij verzamelde uitsluitend zeventiende-eeuwse Hollandse tekeningen, waarmee hij een uitzonderingspositie innam tussen de andere Russische verzamelaars van prenten en tekeningen in die tijd. Ook de door een andere Moskoviet, Konstantin Ryumin (1841-1889), geschonken verzameling werken op papier omvat belangrijke Hollandse tekeningen en dat geldt ook voor de schenkingen van Sergei Pensky, die in de West-Russische stad Smolensk woonde. Ryumin en Mosolov schonken hun collectie in respectievelijk 1873 en 1914 aan het prentenkabinet van het Moskouse Roemyantsev Museum. In 1924 werd het prentenkabinet van het Roemyantsev Museum onderdeel van het Museum voor Schone Kunsten (1912), dat sinds 1937 bekendstaat als het Pushkin Museum. De Pensky collectie werd al gelijk in 1912 rechtstreeks aan het nieuwe Museum voor Schone Kunsten geschonken. De betrokken onderzoekers en conservatoren hebben zich niet beperkt tot de gemakkelijkst toe te schrijven en meest karakteristieke tekeningen. Er zijn ook zeldzame tekeningen in de tentoonstelling opgenomen en bladen waarvan de toeschrijving onderwerp van discussie is. Zij hebben uitgebreid onderzoek verricht en geprobeerd alle losse eindjes aan elkaar te knopen, maar toch blijven er, ook in de begeleidende catalogus, onzekerheden. Deze tentoonstelling is dan ook tevens een belangrijk instrument voor verder diepgaand onderzoek. Een volledige wetenschappelijke catalogus is beschikbaar in de museumwinkel: Netherlandish, Flemish and Dutch drawings of the XVIXVIII centuries, Belgian and Dutch drawings of the XIX-XX centuries, door Vadim Sadkov, met bijdragen van Charles Dumas, hoofdredacteur, Thera Folmer-von Oven, Bernard Vermet. Uitgever: Stichting Cultuur Inventarisatie, Amsterdam, 2011. Full colour, 432 pp. Speciale prijs € 69,- (normaal € 95,-)
Cornelis Troost (1696 - 1750) Het zwaard van Damocles / The Sword of Damocles
and drawings at the time. Works on paper donated by another Muscovite, Konstantin Ryumin (1841-1889), likewise include important pieces of Dutch art, as do donations from Sergei Pensky, who lived in the western Russian city of Smolensk. Ryumin and Mosolov donated their collections to the Print Room of Moscow’s Rumyantsev Museum in 1873 and 1914 respectively. In 1924 the Rumyantsev Museum Print Room became part of the Museum of Fine Arts, which since 1937 has been known as the Pushkin Museum. The Pensky collection was donated directly to the then new Museum of Fine Arts in 1912. The researchers and curators involved were able to complement the easily attributable, most characteristic and rarest works with debatable drawings whose attribution is open to question. Although they undertook extensive research and made every effort to tie up all the loose ends, there are still uncertainties in the final version of the catalogue. This means that the exhibition is also an important tool for further in-depth probing. A full scientific catalogue is available from the museum shop: Netherlandish, Flemish and Dutch drawings of the XVI-XVIII centuries, Belgian and Dutch drawings of the XIX-XX centuries, by Vadim Sadkov, with contributions by Charles Dumas, editor in chief, Thera Folmer-von Oven, Bernard Vermet. Publisher: Foundation for Cultural Inventory, SCI, Amsterdam,2011. Full colour, 432 pages. Reduced price € 69,- (normally € 95,-)
Samenstelling tentoonstelling / concept exhibition: Nataliya Markova, Bob van de Boogerd, Peter van den Brink, Lars Hendrikman Tekst / text: Nataliya Markova, met bijdragen van / with contributions by Lars Hendrikman Redactie / editing: Lars Hendrikman (NL), Lynne Richards (ENG) Ontwerp / graphic design: Noortje Fischer Vertaling / translation: Bookmakers (ENG-NL) Coördinatie / coordination: Ingrid van Rooy Deze tentoonstelling is tot stand gebracht door het Pushkin Museum, Moskou in samenwerking met het Bonnefantenmuseum Maastricht en de Stichting Cultuur Inventarisatie, en is mede mogelijk gemaakt dankzij een genereuze bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds. This exhibition has been organized by The Pushkin State Museum of Fine Arts, Moscow in co-operation with the Bonnefantenmuseum Maastricht and the Foundation for Cultural Inventory. The Prins Bernhard Foundation generously supported the exhibition. Het Bonnefantenmuseum ontvangt structurele subsidie van de Provincie Limburg en structurele projectgebonden subsidie van de Gemeente Maastricht. Sponsor: DSM Het Bonnefantenmuseum is beneficiant van de BankGiro Loterij. The Bonnefantenmuseum receives long-term support from the Province of Limburg and project-related support from the city of Maastricht. Sponsor: DSM The Bonnefantenmuseum is a beneficiary of the BankGiro Loterij. Cover: Jan Victors. Woman making Pancakes (so -called ‘Kitchen in Rembrandt’s House’)© State Pushkin Museum Moscow Alle beelden/ All images: © State Pushkin Museum Moscow
www.bonnefanten.nl ©bonnefantenmuseum