Voor informatie verwijzen we u ook naar de nieuwsbrieven van het pensioenfonds van ALU-PF van september 2015 en november 2015

Veelgestelde vragen (FAQ) naar aanleiding van de overgang (Collectieve Waarde overdracht: CWO) van het Alcatel-Lucent Pensioenfonds (ALU-PF) naar het Pensioenfonds van de Metalektro (PME). Voor informatie verwijzen we u ook naar de nieuwsbrieven van het pensioenfonds van ALU-PF van september 2015 en november 2015. Hebt u na het lezen van deze FAQ nog vragen over uw pensioen, dan kunt u contact opnemen met de Blue Sky Group. Het telefoonnummer is 020-4266300 of stuur een e-mail naar [email protected]. ………  Communicatie  Wanneer kunnen we communicatie van PME verwachten?  Eind december 2015 krijgt u een welkomstbrief van PME. In mei 2016 ontvangt u een overzicht van uw pensioen zoals die bij PME verwerkt zijn. In april 2016 krijgt u van het ALU-PF een overzicht van uw pensioen vóór de overdracht en de verhoging door de overgang  Wordt de presentatie die gebruikt is in de jaarvergadering van 29 september 2015 gepubliceerd?  De presentatie is beschikbaar op de website van het ALU-PF  PME  Waarom is er gekozen voor PME?  De voorwaarden bij PME waren beter  Er was geen afstempeling bij ALU-PF nodig, er is zelfs een kleine verhoging van de pensioenen mogelijk bij de overdracht  In de toekomst zijn de mogelijkheden bij PME voor indexatie gelijk aan of beter dan bij een keuze voor ander fonds of een verzekeraar. De herstelmogelijkheden bij PME zijn op lange termijn goed en (marginaal) beter dan de alternatieven. De kans op korten in de komende periode is echter niet uitgesloten.  PME is een (zeer) groot fonds met lagere uitvoeringskosten



Wat is het effect van het feit dat de dekkingsgraad bij PME (iets) lager is dan de dekkingsgraad van het ALU-PF?  Zonder de overgang zou er waarschijnlijk gekort moeten worden door ALUPF, door de overgang hoeft er nu niet gekort te worden, maar worden de pensioenen zelfs wat verhoogd. Er is bij PME een kans op korting in de toekomst. De verhoging bij overgang biedt compensatie voor een mogelijke korting in de toekomst. De manier van korten is tegenwoordig wel anders, het kan over 10 jaar uitgespreid worden.

 Hoe ziet het meest recente herstelplan van PME eruit?  Het herstelplan m.b.t. de situatie van eind 2014 is op de website van PME in te zien. Belangrijke punten zijn:  In 2023 is de verwachting dat de vereiste dekkingsgraad van 121% wordt bereikt  Een verlaging van pensioenen maakt geen onderdeel uit van het herstelplan  Vanaf 2020 is er volgens het meest recente herstelplan ruimte voor een beperkte indexatie  PME heeft een herstelplan. Komen betalingen door de aangesloten bedrijven ook ons te goede?  Er is geen bijbetalingsregeling bij PME  Waarom moet een pensioenfonds een herstelplan maken?  Als de beleidsdekkingsgraad onder het vereist eigen vermogen (ca 121%) komt moet er conform de pensioenwet een herstelplan bij DNB worden ingediend  Wat gebeurt met de gemiste indexatie als de dekkingsgraad flink omhoog gaat?  we gaan mee in het indexatiebeleid van PME. PME heeft in het verleden 5,6% afgestempeld. Het ALU-PF 6,2%  Waarom is de overgang ook voor PME gunstig?  Bij een groot fonds als PME zorgt extra schaalgrootte voor kostenefficiëntie  Heeft PME dezelfde verdeling van actieven, slapers en gepensioneerden en ook dezelfde leeftijdsopbouw?



Bij PME is deze verdeling niet veel anders dan bij het ALU-PF. Wel zijn er relatief meer actieve deelnemers  Wat als je ook nu al bij PME bent aangesloten?  U hebt nu een opgebouwd pensioen bij ALU-PF en PME. PME zal deze opgebouwde pensioenen samenvoegen  Komen er nog (jaar) vergaderingen met PME, hoe doet PME dit?  PME heeft een nieuwsbrief en er zijn bijeenkomsten voor gepensioneerden. Informatie hierover vindt u op de website van PME  Gevolgen van de aanpassingen van het reglement  Is het nog mogelijk om het pensioen te vervroegen?  De ingang van het pensioen is nu bij ALU-PF 60, 62 of 65 jarige leeftijd. Dat wordt bij PME voor iedereen, waarbij de pensioenuitkering nog niet is begonnen, standaard 67 jaar, maar vervroegen en uitstellen is, onder voorwaarden, bij PME mogelijk tussen 55 en 70 jaar  Krijgt een slaper hetzelfde, als hij eerst van pensioenleeftijd 60 of 62 naar een pensioenleeftijd van 67 gaat en ervoor kiest toch eerder met pensioen te gaan?  Voor de omrekening van 60 naar 65 jaar zijn er (net als nu het geval is) jaarlijks nieuwe tabellen. Deze zijn afhankelijk van de rentestand en leeftijdsverwachting en de terugrekening kan daardoor licht verschillen. Van 65 naar 67 jaar wordt er met een vaste factor gerekend. Er is vanuit PME voor de komende periode een afspraak dat de omrekening terug van 67 naar 65 jaar hetzelfde ouderdomspensioen oplevert als vóór de omrekening van het pensioen van 65 jaar naar 67 jaar. Zie verder ook de voorbeelden.  Wat zijn de verschillen in de pensioenreglementen, specifiek voor het nabestaandenpensioen?  De opbouw voor het nabestaandenpensioen (NP) is bij PME lager, maar omdat niemand vanuit het ALU-PF nog opbouwt heeft dat verder geen invloed  Voor mensen die nu een pensioenuitkering hebben blijft het NP percentage gelijk. Ouderdomspensioen (OP) uitkeringen blijven gelijk en toezegging van het bijbehorend NP ook

 Hoe zit het met de omrekening van het nabestaanden pensioen. Dit ook in verband met een nabestaandenpensioen (NP) van 75%?  NP wordt bij de omrekening van 60 (62) naar 65 jaar procentueel mee verhoogd. Bij de omrekening van 65 naar 67 jaar blijft het nabestaandenpensioen qua bedrag gelijk. Zie daarvoor de voorbeelden over de omzetting van het pensioen  Wat is de relatie tussen de netto contante waarde van het pensioen en de sterfte-tabellen?  Naarmate men naar verwachting langer leeft, wordt de netto contante waarde (het geld dat nu aanwezig moet zijn voor de toekomstige uitbetalingen) hoger. Overigens heeft de rentestand een grotere invloed op de netto contante waarde dan de sterfte-tabellen  Kan er door een slaper, die bijvoorbeeld nu al 6 jaar bij een ander pensioenfonds is aangesloten, nu gekozen worden voor individuele waardeoverdracht (WO)?  In principe moet je binnen 6 maanden na aanvang van de nieuwe baan de waardeoverdracht aanvragen bij de uitvoerder van de nieuwe werkgever. Bij een beleidsdekkingsgraad onder de 100% is overdracht niet mogelijk, maar deze waardeoverdrachten worden uitgevoerd als de dekkingsgraad weer boven de 100% is. Individuele waardeoverdrachten kunnen na 1 mei 2016 worden aangevraagd bij PME. Bij ex-deelnemers met een lopend verzoek tot uitgaande (vanuit ALU-PF) waardeoverdracht wordt de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever aangeschreven om een nieuwe aanvraag naar PME in te dienen  Gevolgen voor de overbruggingsuitkering en de AOW garantieregeling  Hoe zit het met de overbruggingsuitkering (OBU)?  Bestaande uitkeringen blijven gelijk  Alle nog niet ingegane OBU’s worden omgerekend naar ouderdomspensioen (OP) op 65 jaar en daarna omgerekend naar OP 67 jaar  Is er een overbrugging voor het AOW- gat dat ontstaan is nu de AOW-leeftijd van 65 jaar naar 67 jaar is opgetrokken?

Neen, er is geen overbruggingsregeling. Maar ook bij PME is het mogelijk om gebruik te maken van een hoog-laag-constructie waardoor u eerst een hoger pensioen krijgt (om dit op te vangen). Dit betekent natuurlijk wel een lager pensioen op hogere leeftijd  Hoe wordt de AOW-garantie, ook bij de partner, geregeld?  De AOW-garantie-uitkeringen die nog niet zijn ingegaan, zijn al voor 1 januari 2015 omgezet naar OP of, als dat niet mogelijk was (voor partners en kinderen) afgekocht. Alle al ingegane AOW-garantie-uitkeringen, dus ook van de partner, worden na correctie voor de verwachte inflatie, omgerekend alsof de hoogte niet meer verandert. Dus er komt eenmalig een verhoging van het OP (Hierbij is rekening gehouden met een verwachte inflatie van 1,3% per leeftijdsjaar). Het AOW-garantie-deel is dan niet meer apart zichtbaar en is een onderdeel van het totale opgebouwde OP geworden. Het valt dan onder de beleidsregels zoals die voor het OP bij PME van toepassing zijn.  Rekenvoorbeeld omzetting van pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar, deelnemer wil in de toekomst vervroegd met pensioen op 65 jaar  Deelnemer met pensioenleeftijd van 65 jaar Dit pensioen wordt actuarieel neutraal omgezet van 65 naar 67 jaar:  Omzetting van 65 naar 67 jaar met de factor zoals die per 1-1-2015 geldt bij PME  Nabestaandenpensioen (NP) bedrag blijft gelijk  Eventuele vervroeging terug naar pensioenleeftijd van 65 jaar gaat met dezelfde factor, dus het pensioen van 65 jaar zal weer gelijk zijn alsof er niet is omgerekend naar 67 jaar  Deelnemer met pensioenleeftijd 65 jaar met een ouderdomspensioen (OP van 65 tot overlijden)  OP € 16.000 per jaar ingaande 65 jaar  NP € 11.200 per jaar ingaande overlijden deelnemer  Na omzetting geeft dit een hoger OP met een gelijkblijvend NP bedrag  OP € 18.000 per jaar ingaande 67 jaar  NP € 11.200 per jaar ingaande overlijden deelnemer  Als de deelnemer vervroegd met pensioen gaat op 65 jarige leeftijd 

 OP € 16.000 per jaar ingaande 65 jaar  NP € 11.200 per jaar ingaande overlijden deelnemer  NB Omrekenfactoren verschillen per leeftijd, getallen zijn grof afgerond originele pensioenleeftijd omgerekend naar vervroegd naar

Ingang 65 67 65

OP € 16.000 € 18.000 € 16.000

OBU

NP € 11.200 € 11.200 € 11.200

 Rekenvoorbeeld omzetting van pensioenleeftijd van 60 naar 67 jaar, deelnemer wil in de toekomst vervroegd met pensioen op 63 jaar  Deelnemer met pensioenleeftijd van 60 jaar Dit pensioen wordt in twee stappen actuarieel neutraal omgezet van 60 via 65 naar 67 jaar:  Eerst omzetting van 60 naar 65 jaar met de factoren van ALU-PF  Nabestaandenpensioen (NP) percentage blijft gelijk t.o.v. Ouderdomspensioen (OP)  OBU (tussen 60 en 65 jaar) wordt mee omgerekend  Eventuele vervroeging terug naar pensioenleeftijd van 60 jaar gaat met jaarlijks vast te stellen factoren  Daarna omzetting van 65 naar 67 jaar met de factor die geldt bij PME  Nabestaandenpensioen (NP) bedrag blijft gelijk  Eventuele vervroeging terug naar pensioenleeftijd van 65 jaar gaat met dezelfde factor, dus het pensioen van 65 jaar zal weer gelijk zijn alsof er niet is omgerekend naar 67 jaar (deze afspraak geldt voor de komende periode)  Op een moment in de toekomst wil de deelnemer vervroegd met pensioen en wordt er weer terug gerekend van 67 naar 63 jaar. De hiervoor genoemde afspraak geldt ook.  Deelnemer met pensioenleeftijd ingaande van 60 jaar met een ouderdomspensioen (OP van 60 tot overlijden) en overbruggingspensioen  OP € 10.000 per jaar ingaande 60 jaar  OBU € 12.000 per jaar tussen 60 en 65 jaar









 NP € 7.000 per jaar ingaande overlijden deelnemer Na omzetting naar 65 geeft dit een hoger OP met een procentueel gelijkblijvend NP (OBU is omgerekend in OP en NP)  OP € 16.000 per jaar ingaande 65 jaar  NP € 11.200 per jaar ingaande overlijden deelnemer Na omzetting naar 67 geeft dit een hoger OP met gelijkblijvend NP bedrag  OP € 18.000 per jaar ingaande 67 jaar  NP € 11.200 per jaar ingaande overlijden deelnemer Als de deelnemer vervroegd met pensioen gaat op 63 jarige leeftijd  OP € 14.000 per jaar ingaande 63 jaar  NP € 9.800 per jaar ingaande overlijden deelnemer NB Omrekenfactoren verschillen per leeftijd, getallen zijn grof afgerond

originele pensioenleeftijd omgerekend naar omgerekend naar vervroegd naar

Ingang 60 65 67 63

OP OBU € 10.000 € 12.000 € 16.000 € 18.000 € 14.000

NP € 7.000 € 11.200 € 11.200 € 9.800

 Overgang 1 oktober  Wat is het moment van overgang van ALU-PF naar PME?  Per 1 oktober 2015 zijn alle pensioenen van ALU-PF overgedragen aan PME. Tot 1 mei 2016 zal ALU-PF nog de administratie verzorgen namens PME  Wat zijn de kosten van de verkoop van beleggingen?  Bij de verkoop van de portefeuille zijn door de investment managers geen kosten in rekening gebracht. Er zijn notaris kosten gemaakt voor overdracht van bepaalde beleggingen “in kind”  Herstelbetalingen en relatie met de onderneming  Hebben jongeren er voordeel bij nu de verhoging pas in 2023 is; er zullen ouderen overlijden voor die tijd?  Dit klopt, maar door de verhoging in april 2016 hebben de ouderen ook een voordeel. Er zou bij voortgang van het ALU-PF de eerste jaren geen verhoging zijn toegekend

Wat houden de herstelbetalingen van de onderneming in?  Zolang de dekkingsgraad tot 2023 onder de 112,5% is, zal de onderneming herstelbetalingen moeten doen. Omdat het ALU-PF geen dekkingsgraad meer heeft, zijn er afspraken gemaakt hoe dit objectief berekend gaat worden. De bedragen worden aan het eind van het herstelplan gebruikt voor de verhoging van het pensioen voor ALU-PF deelnemers bij PME  Wat is het verband met de overname van ALU-NL door NOKIA?  ALU-NL wordt gekocht door NOKIA, die daardoor ook alle verplichtingen, zoals de herstelbetalingen, over moet nemen  Wat is de status van de rechtszaak (tussen ALU-PF en ALU NL B.V.)?  Op 27 november 2015 zou de conclusie van de Advocaat Generaal betreffende de cassatie-procedure bekend worden gemaakt. Dit is echter uitgesteld tot medio december 2015. De conclusie is een advies van de Advocaat Generaal aan de Hoge Raad met betrekking tot de uitspraak. 

 Overige vragen  Als we naar de positieve rendementen kijken, waarom gaan we dan nu wel indexeren en het vorig jaar niet?  We kunnen door de overdracht de pensioenen verhogen”, “een extraatje door de overgang”, verder kan er helemaal niet geïndexeerd worden zolang de beleidsdekkingsgraad zich onder de 110% bevindt  Wat gebeurt er met het bestuur?  Het ALU-PF zal zich indien nodig aanpassen aan de regels die gelden voor een fonds in liquidatie zonder deelnemers