STELLINGEN (D.H.J. Blom)
1 De veronderstelling dat "accidents will tend to ri se to a peak, until such tirre as the driver acquires roadcraft end begins ta realise that there is mare to driving than just controlling a vehicle" wordt gesteund door de resultaten beschreven in dit proefschrift. BROWN, I.O. Exposure end experience are 8 confounded nuisance in research on driver behaviour. Accid.Anal. & Prev. (1982) 14, 345-52
11 Het gebruik van de term "accident-proneness" in het ongevallenonderzoek leidt tot een cirkelredenering: het begrip wordt eerst gebruikt om een patroon van ongevalskansen te beschrijven en vervolgens voor het geven van een causale verklaring. McKENNA F.P.
Accident proneness:
A conceptual
analysis.
Accid.Anal.
& Prev.
(1983) 15, 65-71
III De uitspraak van Monk &. Embrey: " ...•• that it may be as misleading to speak of a single 'performance rhythm' as it is to speak of a single physiological rhythm, since like physiological rhythms, different performance rhythms can have different phases and rates of adjustment, depending on the variabie studied and measure taken" dient aan de basis te liggen van de interpI'etatie van verschillende resultaten beschreven in dit proefschrift en uit vergelijkbare soorten onderzoek. MONK, T.H. & D.E. EMBREY. A field study of circadian rhythm in actua1 and interpolated task performance. In: Night and shiftwork (Eds. A. Reinberg, N. Vieux, P. Andlauer ) . Oxford, et c ., Pergamon Pres s, 1983, 473-80
IV Informatie over de frekwentie van verkeersongevallen tijdens de verschillende uren van de dag is relevant voor managers van autoreparatie-bedrijven en planning van de bezetting van EHBO-posten in ziekenhuizen, maar draagt weinig bij
tot het
verklaren van
oorzaken van deze ongevallen. POKORNY, M.L.I., O.H .J. BLOM & P. VAN LEEUWEN. Analysis of traffic accident data (from bus drivers) - An alternative approach (I).
In: Night end shiftwork (Eds.
A. Reinberg, N. Vieux, P. Andlauer). Oxford, etc., Pergamon Press, 1983, 271 -8
V
Vanuit hemorheologisch perspektief vormt ongekompliceerde hypertensie geen kontra-indikatie, mBar juist een indikatie voor bloeddonorschap. GOSLINGA, H. The viscosity of blood. Dissertatie R.U. Utrecht. Utrecht, Elinkwijk, 1982.
VI De ontdekking van de tuberkelbacil heeft gedurende enkele decennia veel artsen doen vergeten dat het optreden van klinisch ernstige vormen van tuberculose sterk samenhangt met ellende, psychologisch, sociaal ~n ekonomisch opzicht.
in
VII Dat qezondheidsstatistieken van derde wereld landen vaak zo slecht de feitelijke situatie weergeven, wordt mede in de hand gewerkt door het verplichten van artsen en "medical assistents"
in met nare de plattelandsgebieden om sluitende ken op te stellen. BLOM,
D.H.J.
Objective indicators
(1981) 158, 395-8
of ' health
maandstatistie-
in Western Zambia.
Soc.Sci.Med .
VIII
Bij het opzetten van een geautomatiseerd databestand van privacygevoelige gegevens is de kans op het oproepen van weerstand in de betreffende populatie beduidend kleiner, indien men vanaf het allereerste begin volledige openheid betracht aan alle betrokkenen omtrent doel, wijze van verzameling en beheer van de gegevens. BLOM, D.H.J. & M.J.A. KOPPERT. Registratiesysteem voor gezondheidsgegevens in de bedrijfsgezondheidszorg. Leiden, NIPG/TNO, 1981.
IX De huidige voorstellen tot revisie van de International Classification of Diseases (voorbereiding lCD-lOl dienen beschouwd te worden als een halfslachtig compromis tussen vernieuwende ideeën vanuit de, met name eerstelijns, gezondheidszorg enerzijds en de wens zo weinig mogelijk te veranderen anderzijds.
X
In een tijdperk van sterk verruimde medisch-technologische mogelijkheden dienen artsen zich des te meer rekenschap te geven van de oude adagia 'Primum nil nocere' en 'In dubio abstine' ten einde iatrogene schade aan de mens te beperken.
XI "Er is geen instantie, die gerechtigd is de houding tegenover muziekwerken uit het verleden te beoordelen. Kunstkritici ( •••• l zijn niet de prokuratiehouders van overleden kunstenaars. Wat beoordeeld moet worden is wat er hier en nu gebeurt, de pretenties
en het resultaat. ti NIKOLAUS HARNONCOURT. Rede Koninklijk Paleis. Amsterdam, 1984.
XII
Het is vreemd dat het principe van herhaling van doeleinden algemeen geaccepteerd wordt bij kinderen (onderwijs en opvoeding) en als regel methodisch ingebouwd is, terwijl dit bij samenwerkingsverbanden in de volwassen wereld allerminst het geval is en min-
stens even noodzakelijk.
XIII
"Het moet uitgesloten worden geacht dat men de bevolking als zodanig kan overtuigen dat de voordelen van het jachten niet opwegen tegen de gevaren hieraan verbonden II . WAFELBAKKER, J.J. Enkele sociaal-geneeskundige aspecten van de wegverkeersongevallen. Dissertatie R.U. Leiden. Assen, Van Gorcum end Camp., 1959, 79
Stellingen behorende bij het proefschrift van D. H.J.
Blom en
M.L. I. Pokorny: "Accidents of bus drivers - en epidemiologoical
approach". Rotterdam, 16 oktober 1985.
STELLINGEN (M. L. 1. Pokorny)
I
Replikatie van ieder exploratief onderzoek is een noodzaak gezien de grote kans op het vinden van misleidende associaties, ook indien men methodologisch zorgvuldig te werk gaat. Het gaat immers om analyses van gegevens verkregen bij een (tijd- en plaatsgebonden) steekproef uit een populatie. Zonder replikatie is de generaliseerbaarheid van de resultaten naar een andere populatie en zelfs naar de toekomst (voor dezelfde steekproef) een hachelijke zaak (dit proefschrift).
II
Een (verkeers)ongeval heeft indikatorwaarde voor effekt en van het uit voeren van een arbeidstaak op de taakuit voerder (dit proefschrift).
III
Oorzakelijke faktoren voor het ontstaan van een ongeval zijn grotendeels onafhankelijk van faktoren die de grootte van de schade bepalen (dit proefschrift).
IV Uitgaande van de premisse dat de 'persoonlijkheid' van het individu gevormd wordt in interaktie met zijn opgeving, moet men
stellen dat voor iedere psycholoog een gedegen kennis van (psycho-) fysiologie noodzakelijk is. Stimulusperceptie en de aard van de respons wordt namelijk, zeker ten dele, bepaald door fysi. ologische eigenschappen van het organisme en is mede bepalend bij het 'persoonlijkheid- vormend' proces.
v Bij het bestuderen van de stress-literatuur wordt vaak duidelijk dat "zowel de term 'st ress' als de relatie ervan tot aanpassing
aan het werk op zodanig uiteenlopende wijze wordt gebruikt, dat wij het hele woord misschien beter kunnen laten vallen". McLEAN , A. Occupational "stress" - a mlsnomer.
In: Mclean (ed . ). Occupational stress. Sp ringfield, 111., 1974, C. C. Thoma s, 98-105
VI Het (psycho-lfysiologisch onderzoek naar (longitudinalel effekten van het werk en werkomstandigheden op de mens heeft ernstig te kampen met het de facto ontbreken van valide en betrouwbare meetmethodieken.
VII Er zijn aanwijzingen, dat in tegenstelling tot huidige ideeën desynchronisatie van verschillende biologische ritmen door bijvoor-
beeld het werken in ploegendienst soms een optimaliserend effekt zou kunnen hebben op de gezondheid van de werkende mens.
VIII De soort en
WIjZe
van toepassing van orthesen bij onder andere
rheumapatiënten wordt niet bepaald door resultaten van onderzoek, maar slechts door ervaringen van de individuele arts.
IX In de geschiedenis van het protestantisme wordt de rol van Jan Hus stelselmatig onderbelicht.
x Het, in de mode geraakte, toepassen van 'authentieke' muziekinstrumenten bij het uitvoeren van kampasities uit de Barok moet
als een anti-evolutionair streven aangemerkt worden.
XI Het grote aantal buitenlandse strijkers in Nederlandse orkesten zal aanleiding moeten zijn de
WIjZe
van opleiding van violisten,
cellisten, enzovoorts in Nederland ter diskussie te stellen.
XII "Het kenbaar maken van 'brokkenmakers I in het verkeer door middel van een fel gekleurd embleem boven de nummerplaat is, afgezien
van praktische bezwaren, psychologisch onjuist ... WAfELBAKKER, J. J. Enkele sociaal-geneeskundige aspecten van de wegverkeersongevallen. Dissertatie R.U. Leiden. Assen, Van Gorcum and Comp ., 1959, 97-8
Stellingen behorende bij het proefschrift van D.H.J. M. L. 1.
Pokorny:
Blom en
"Accidents of bus dri vers - en epidemiological
approach". Rotterdam, 16 oktober 1985.