Het geven van borstvoeding Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................. blz. Tien vuistregels ...................................................................................................... blz. Toelichting op de vuistregels .................................................................................. blz. Wat kunt u doen om u te laten informeren ............................................................. blz. Nog even alles op een rijtje .................................................................................... blz. Hoe weet u dat u baby voldoende voeding binnen krijgt ........................................ blz. Regeldagen ........................................................................................................... blz. Adviezen voor de moeder die borstvoeding geeft................................................... blz. Energie .................................................................................................................. blz. Vocht ..................................................................................................................... blz. IJzer ....................................................................................................................... blz. Calcium .................................................................................................................. blz. Preparaten ............................................................................................................. blz. Factoren die van invloed zijn op de borstvoeding ................................................... blz. Medicijnen.............................................................................................................. blz. Roken en alcohol ................................................................................................... blz. Afvallen .................................................................................................................. blz. Starten met kolven als u weer gaat werken ............................................................ blz. Bewaren van moedermelk ..................................................................................... blz. Werken en de wet .................................................................................................. blz. Problemen bij het geven van borstvoeding............................................................. blz. Tot slot ................................................................................................................... blz.
1 2 1 6 7 7 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 10 11
Voorwoord Het voeden van uw kind is één van de eerste dingen waar u als aanstaande ouder(s) mee te maken krijgt. Belangrijke vragen als: waarom kiezen wij voor het geven van borstvoeding, waarom is borstvoeding goed voor ons kind en voor de moeder, hoe vaak en wanneer moet ons kind gevoed worden, hoe weten we dat ons kindje genoeg krijgt, dienen zich aan. Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over het geven van borstvoeding. We hebben u dit boekje met de tien vuistregels van het borstvoedingsbeleid aangereikt om tijdens het kraambed de samenwerking tussen u als ouders, de verpleegkundige, de kraamverzorgende en de verloskundige zo goed mogelijk te laten verlopen.
Pagina 1 van 12
Tien vuistregels Sinds 2007 heeft het Elkerliek Ziekenhuis het borstvoedingscertificaat van de Stichting Zorg voor Borstvoeding. Elke twee jaar wordt getoetst of het ziekenhuis nog aan de voorwaarden van het borstvoedingscertificaat voldoet. Het certificaat houdt onder andere in dat de tien vuistregels van WHO/Unicef het uitgangspunt zijn van ons borstvoedingsbeleid. 1. Er is een beleid op papier ten aanzien van de borstvoeding, dat standaard bekend gemaakt wordt aan alle betrokken medewerkers. 2. Alle betrokken medewerkers worden de vaardigheden aangeleerd die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid. 3. Alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven. 4. Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven. 5. Aan vrouwen wordt uitgelegd hoe ze hun baby moeten aanleggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden. 6. Pasgeborenen krijgen geen andere voeding dan borstvoeding, tenzij op medische indicatie. 7. Moeder en kind mogen dag en nacht bij elkaar op de kamer blijven (rooming-in). 8. Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd. 9. Aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen wordt geen speen of fopspeen gegeven. 10. Er wordt contact onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en er wordt verwezen naar borstvoedingsorganisaties. Toelichting op de vuistregels Vuistregel 1 en 2 Het Elkerliek Ziekenhuis heeft een handboek borstvoeding. Dit handboek is bekend bij alle artsen, verloskundigen, verpleegkundigen en kraamverzorgenden. Het handboek is in samenwerking gemaakt met medewerkers van de Zorgboog, de jeugdgezondheidszorg, de lactatiekundige en de medewerkers van het ziekenhuis. Tijdens verplichte scholing worden de vaardigheden aangeleerd die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dit beleid en de nieuwste inzichten besproken. Vuistregel 3 Zoals in de inleiding schreven, vinden wij het belangrijk u tijdens uw zwangerschap voor te lichten over het geven van borstvoeding. Zo wordt de voedingskeuze met u besproken en folders meegegeven met informatie over de voordelen van borstvoeding voor uzelf en de baby. Ook heeft u een folder gekregen met betrekking tot de voorlichtingsavond ‘Borstvoeding, een goede start!’ van de Zorgboog. Dit boekje geven we u om beter toegerust te zijn bij het zelf voeden van uw baby. Tegelijkertijd is dit boekje een naslagwerk om na de kraamtijd zo nodig naar terug te grijpen. Tijdens uw verblijf op verpleegafdeling 1A kunt u het borstvoedingshandboek inzien, dat op uw kamer ligt.
Pagina 2 van 12
Rond de 30e week van uw zwangerschap gaan we het hebben over de bevalling en ook over de borstvoeding bijvoorbeeld: heeft u nog vragen ten aanzien van dit boekje, heeft u nog vragen over het geven van borstvoeding, heeft u de cursus van de Zorgboog gevolgd, verwacht u bepaalde problemen bij het geven van borstvoeding, heeft u vragen over een eerdere negatieve ervaring bij het geven van borstvoeding. De voorlichtingsavonden over borstvoeding worden gegeven door een lactatiekundige. Er worden avonden georganiseerd in Deurne en Helmond. Gemiddeld worden deze voorlichtingsavonden 2x per maand gegeven. Voor meer informatie en startdata kunt u contact opnemen met de Zorgboog. (Telefoon: 0492 – 50 48 21 of
[email protected]) Vuistregel 4 De zuigreflex van uw baby is heel sterk het eerste uur na de geboorte. Uw baby is dan wakker en alert. Het is daarom belangrijk hiervan gebruik te maken. Als uw kindje geboren is en het gaat goed met u beiden, dan zal hij bloot op uw borst worden gelegd. Na enige tijd zal hij door likken,smakken, op de vuistjes zuigen, laten weten dat hij wil drinken. Dit is het beste moment om hem voor de eerste keer aan te leggen. Hoe hij aan de borst moet drinken wordt dan in de hersentjes opgeslagen. Uw baby zal na enkele uren, als hij weer de borst krijgt aangeboden, precies weten hoe hij aan de borst moet drinken. Het binnen een uur na de geboorte aanleggen heeft nog meer voordelen: Uw baby krijgt dan direct het colostrum binnen. Dit is de allereerste voeding van uw baby, die de eerste dagen uit uw borsten komt. Dit colostrum bevat onder andere hoge concentraties eiwitten en suikers en veel antistoffen. Ook heeft colostrum een laxerende werking waardoor de darmen goed gestimuleerd worden en het meconium (de eerste taaie, zwarte ontlasting na de geboorte) snel geloosd kan worden. Omdat de darmen dan leeg zijn kan de moedermelk snel in het lichaam opgenomen worden en daardoor wordt ook de kans op geelzucht in de eerste levensweek beperkt. Als uw baby na de geboorte aan de borst zuigt, zal de baarmoeder goed samentrekken waardoor het bloedverlies beperkt wordt. U krijgt de kans om rustig kennis te maken met uw baby, als hij lekker tegen u aan ligt. De moeder-kind relatie wordt bevorderd door dit eerste huid op huid contact. Door hormonale invloed komt de borstvoeding beter op gang. Wij adviseren om het huid op huid contact minimaal 1x per dag te herhalen. Mocht het aanleggen binnen 1 uur niet haalbaar zijn om medische redenen dan wordt ernaar gestreefd het kind zo snel mogelijk aan te leggen.Ook kunt u er dan voor kiezen het huid-ophuid-contact door uw partner te laten plaatsvinden. Vuistregel 5 De verpleegkundige of de kraamverzorgende zal u de eerste dagen helpen bij het aanleggen. Om de melkproductie op gang te brengen is het goed om uw baby binnen 1 uur en anders zo snel mogelijk na de bevalling aan te leggen. De eerste week het liefst 8-12 maal per etmaal. Overdag, als uw baby niet uit zichzelf wakker wordt, voedt u de baby in ieder geval elke 3 uur; maak hem gerust wakker. Bij elke voeding worden beide borsten aangeboden om de melkproductie in beide borsten te stimuleren. Uw baby mag in principe drinken tot hij in slaap valt of de borst zelf loslaat. Het voordeel van vroeg na de geboorte aanleggen en de eerste week zo vaak mogelijk voeden is, dat de melkproductie vlot op gang gebracht wordt, waardoor uw baby voldoende voeding krijgt en dus ook snel weer zal gaan groeien en minder zal afvallen. Een ander voordeel is dat bij stuwing (de borsten vullen zich met melk) de baby iedere keer helpt uw borsten leeg te maken en dat is voor u op dat moment heel prettig. Leg na een keizersnede uw baby ook zo snel mogelijk aan de borst (zie vuistregel 4). Indien nodig wordt u hierbij geholpen. Bij een geplande keizersnede blijft uw kindje op de operatie- en verkoeverkamer bij u en wordt u geholpen bij het aanleggen.
Pagina 3 van 12
Als uw baby binnen 12 uur na de bevalling niet goed aan de borst drinkt of de borst helemaal niet wil pakken, is het belangrijk te beginnen met kolven. Het gebruik van een handkolf voor het op gang brengen van de borstvoeding is meestal niet voldoende. Beter is het om een elektrische kolf te huren. Een elektrische kolf kan gehuurd worden bij: Thuiszorgwinkel Kijk voor vestigingen en openingstijden op www.zorgboog.nl. Mia van de Nieuwenhuizen, lactatiekundige, telefoonnummer 0493-314955. Het kan zijn dat uw kindje op de couveuse afdeling wordt opgenomen. Dit is vaak een ingrijpende gebeurtenis voor u en uw partner. Uw kindje is niet continu bij u op de kamer. Op verpleegafdeling 1A bestaat de mogelijkheid uw baby via het televisiescherm te zien of thuis via het internet. In principe mag u elke voeding naar uw kindje toe om hem te voeden. Dit zal met u worden overlegd en is ook afhankelijk van uw eigen situatie. Ook kan het zijn dat uw baby nog niet in staat is om zelf aan de borst te drinken. Als u borstvoeding wilt geven is het belangrijk dat u zo snel mogelijk als de situatie toelaat, begint met het afkolven van de moedermelk. Dit gebeurt op de tijden dat u normaal gesproken uw baby de borst zou geven. Dit komt neer op minimaal 8x per dag. Wanneer dit te belastend voor u is, probeer dan zo vaak mogelijk te kolven. Vaker en korter kolven heeft meer effect op de melkproductie dan minder vaak en langer. De baby krijgt zo toch de borstvoeding binnen en de melkproductie komt ook goed op gang. De voeding zal met een sonde of een flesje gegeven worden afhankelijk van de gezondheid van uw baby. Op de verpleegafdeling waar u ligt opgenomen krijg u uitleg over hoe het kolven precies in zijn werk gaat, de benodigdheden voor het kolven en een folder. De samenstelling van moedermelk voor een te vroeg geboren baby is helemaal aangepast aan zijn behoeften op dat moment. Dus extra eiwitten (de baby moet goed groeien), specifieke stoffen voor de rijping van de organen en afweerstoffen die de kans op infecties verkleinen (o.a. darm- en luchtweginfecties). Juist voor een te vroeg geboren kindje is het heel belangrijk dat hij borstvoeding krijgt. Vuistregel 6 In moedermelk zitten alle voedingstoffen die uw baby nodig heeft voor zijn ontwikkeling. Bij een voldragen zwangerschap heeft een gezonde pasgeborene reserves voor de eerste 48 uur. Er hoeft geen vocht, dus ook geen water gegeven te worden. Er kan en mag altijd afgekolfde moedermelk gegeven worden. Bijvoorbeeld door middel van cupfeeding. Als er naast frequent voeden en kolven nog onvoldoende borstvoeding is en uw baby bijna 10% afgevallen is, dan zal in opdracht van de kinderarts gestart worden met bijvoeding. Medische redenen om bij te voeden zijn bijvoorbeeld: Wanneer de glucosewaarde in het bloed van de baby te laag is. Een baby die 10% is afgevallen ten opzichte van zijn geboortegewicht. Tijdelijk medicijngebruik van de moeder Dit geldt voor een beperkt aantal geneesmiddelen. Bij de meeste medicijnen kun u gewoon borstvoeding geven. In het ziekenhuis wordt een baby met een medische indicatie iedere dag gewogen. In de thuissituatie zal de verloskundige dit niet iedere dag doen.
Pagina 4 van 12
Een goed borstvoedingsmanagement houdt in: Binnen 1 uur na de bevalling (als de zuigreflex heel sterk is) aanleggen; De eerste dagen 8-12 x per etmaal de baby aan de borst leggen; Het geven van een nachtvoeding; Rooming-in; Geen beperking hoe lang de voeding duurt; Goede aanlegtechniek; Geen beperking hoe vaak een voeding gegeven wordt; Altijd twee borsten aanbieden; Geen kunstvoeding of ander vocht zoals water geven, als dit medisch gezien niet noodzakelijk is. Zo nodig extra kolven; Geen fles of speen geven. Vuistregel 7 Met rooming-in blijkt dat het geven van borstvoeding gemakkelijker verloopt. Omdat uw baby dicht bij u is, leert u de baby en zijn behoeften beter kennen. Jullie moeten nog aan elkaar wennen en dit gebeurt sneller als u de baby dicht bij u hebt. Zeker in de eerste week is dit belangrijk omdat de borstvoeding nog op gang moet komen. Rooming-in wil zeggen dat u en uw baby dag en nacht bij elkaar op één kamer blijven. Als de baby dan aangeeft te willen drinken, kan hij aan de borst gelegd worden. Dit geeft uw baby aan door voedingssignalen af te geven zoals het maken van smakgeluidjes, het tongetje naar buiten steken en het bewegen van de handjes en oogjes. Een pasgeboren baby huilt in het algemeen de eerste dagen niet van de honger, uitzonderingen daargelaten. De eerste 48 uur zal uw baby regelmatig in diepe slaap zijn, afgewisseld door periodes van lichte slaap. Het is dus van belang uw baby, als deze in een lichte slaap is (en dit merkt u doordat de baby met zijn handjes beweegt en onrustig wordt) aan te leggen. Door rooming-in kunt u goed op deze signalen reageren en de baby aan de borst leggen. Doordat u de baby voordat deze begint te huilen al aan de borst legt, geef u soms 2 tot 3 voedingen extra per 24 uur en dat komt het op gang brengen van de borstvoeding ten goede. Vuistregel 8 Voeden op verzoek wil zeggen dat uw baby de eerste dagen zo vaak en zo lang mag drinken als hij wil. Dat betekent dat u de baby (effectief) aan de borst laat drinken totdat hij in slaap valt of de borst zelf loslaat. Soms komt dit neer op 8 voedingen per etmaal maar veel vaker zal dit neerkomen op 10 tot 12 x per etmaal. De borstvoeding komt snel op gang door uitscheiding van het hormoon prolactine. Prolactine is het hormoon dat zorgt voor het aanmaken van de melk. Omdat uw borsten de eerste dagen nog zacht zijn kunnen u en de baby goed oefenen. Het is voor jullie allebei wennen. Tepelkloven ontstaan doordat u de baby verkeerd aanlegt. Het is normaal dat de tepels de eerste 30-60 seconden gevoelig of soms pijnlijk zijn doordat spiertjes die in de tepel zitten uitgerekt worden. Als de melk toeschiet zakt dit gevoel weer. Na enkele dagen zijn de tepels gewend en doet het voeden geen pijn meer. Bij de één duurt deze gewenning langer dan bij de ander. Als de gevoeligheid na 60 seconden niet afzakt en het voeden blijft pijn doen, haal dan de baby van de borst door een natte pink in de mondhoek van de baby te brengen. Het vacuüm wordt verbroken en uw baby laat de tepel los. Leg daarna de baby opnieuw aan.
Pagina 5 van 12
De baby is goed aangelegd als: Het mondje wijd open over de tepel en een deel van de tepelhof sluit; De lippen naar buiten gekruld zijn; Het neusje wat vrijkomt van de borst De kin iets in de borst drukt; De wangetjes bol zijn; De baby met zijn buik tegen uw buik aanligt; Hoofdje en ruggetje in een rechte lijn liggen. Na enkele dagen is de borstvoeding goed op gang. Uw baby krijgt nu meer voeding en de tijden tussen de voedingen zullen vanzelf langer worden. Vuistregel 9 In de kraamtijd wordt geen speen of fopspeen gegeven. Een baby die voldoende goed, voldoende vaak en voldoende lang aan de borst drinkt heeft geen fopspeen nodig. Zowel de melkbehoefte als de zuigbehoefte wordt aan de borst bevredigd, op een natuurlijke manier. het gebruik van een fopspeen verhult de hongersignalen. Het kindje verbruikt veel energie met het zuigen op een fopspeen en drinkt dan minder krachtig aan de borst zodat de melkproductie minder snel op gang komt. Verder is de techniek van het zuigen aan een speen of fopspeen anders dan aan de borst; bij het gebruik van een speen kan het aanzuigen en/of doorzuigen aan de borst slechter gaan. Vuistregel 10 De Zorgboog organiseert contactbijeenkomsten ‘Tijd voor borstvoeding’. Deze vinden twee keer in de maand plaats. De bijeenkomsten zijn bedoeld om ervaringen uit te wisselen. Voor informatie over contactbijeenkomsten in de regio kunt u contact opnemen met: de Zorgboog,
[email protected] Mia van de Nieuwenhuizen, lactatiekundige;
[email protected] Met vragen over borstvoeding kunt u ook altijd terecht bij Vereniging Borstvoeding Natuurlijk en La Leche League. Neem gerust contact met hen op. Adressen en informatie vindt u op www.borstvoeding.nl. Het geven van borstvoeding lijkt een vanzelfsprekendheid. Toch kunnen er problemen ontstaan door gebrek aan kennis over borstvoeding. Het is goed om u tijdens de zwangerschap al voor te bereiden op het geven van borstvoeding. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen die zich voorbereid hebben problemen bij het geven van borstvoeding kunnen voorkomen en/of oplossen zodat u uiteindelijk met plezier en langer borstvoeding geeft. Wat kunt u doen om u te laten informeren Verschillende mogelijkheden om u te laten informeren omtrent borstvoeding zijn onder andere: Het volgen van de voorlichtingsavonden: zie vuistregel 3; Het lezen van handboeken zoals: o Handboek Borstvoeding van La Leche League International, ISBN 90-4830-246-8 o Borstvoeding geven, een antwoord op heel veel vragen van Adrienne de ReedeDunselman, ISBN 90-325-0758-9 o Borstvoeding van Mary Broekhuijsen en Stefan Kleintjes, ISBN 978-90-274-6621-1 Informatie via internet, onder andere: o www.borstvoeding.nl o www.borstvoeding.com o www.borstvoedingsforum.nl o www.voedingscentrum.nl Lactatiekundige in deze regio is Mia van de Nieuwenhuizen, www.borstvoedingdeurne.nl. Aan het verstrekken van informatie door de lactatiekundige zijn kosten verbonden; informeer bij uw zorgverzekering over vergoedingen. Pagina 6 van 12
Nog even alles op een rijtje Vroeg (binnen 1 uur na de geboorte), vaak en op verzoek voeden (vraag en aanbod principe); Goede aanlegtechniek; Minstens één nachtvoeding geven; Altijd twee borsten aanbieden; Rooming-in; Geen beperking van hoe vaak en hoe lang drinken aan de borst; Geen bijvoeding geven zonder medische indicatie; Na 12 uur starten met kolven als de baby nog niet aan de borst heeft gezogen of niet effectief aan de borst drinkt; Geen flesje of fopspeen geven. De gezondheidsraad adviseert om 6 maanden volledig borstvoeding te geven. Voor een goede ontwikkeling heeft uw baby de eerste 6 maanden niets anders nodig dan moedermelk. Pas na 6 maanden krijgt uw baby naast borstvoeding ook behoefte aan andere voedingsmiddelen, zoals groente en fruit. Zes maanden borstvoeding betekent dat u de gezondheidsvoordelen van borstvoeding op langere termijn aan uw baby meegeeft. In het eerste levensjaar onder meer een betere ontwikkeling van de hersenen en aanleg van het zenuwstelsel. Minder kans op luchtweginfecties, darminfecties, oorontstekingen en hersenvliesontsteking. U geeft uw baby ook belangrijke antistoffen mee die hij zelf nog niet kan maken, want pas na 6 maanden begint de baby zelf antistoffen te maken. Met moedermelk heeft uw kind minder kans op eczeem en allergieën en heeft hij een betere kaakontwikkeling waardoor goede motoriek van de mondspieren ontstaat. Op latere leeftijd is er minder kans op onder andere hart- en vaatziekten diabetes en overgewicht. Wij als gezondheidsmedewerkers vinden het belangrijk dat u dit weet. Natuurlijk moet u dit in uw eigen leef- en werksituatie inpassen. Het belangrijkste is dat u borstvoeding geeft zolang u en uw baby dit prettig vinden. Hoe weet u dat uw baby voldoende voeding binnen krijgt Urine van de baby. Binnen 48 uur zal de baby voor de eerste keer plassen. Als de voeding op gang is zal de baby meer gaan plassen, minimaal 5 keer per dag. Plast de baby weinig en/of heeft de urine een donkere kleur, dan moet u dit bespreken met de verpleegkundige of kraamverzorgster. Ontlasting van de baby. Binnen 24 uur loost de baby een plakkerige, zwarte ontlasting; meconium. De ontlasting verandert na ongeveer 3 dagen in overgangsontlasting. Die is minder plakkerig en lichter van kleur. Dit is een teken dat de baby moedermelk binnenkrijgt. Een baby die alleen moedermelk drinkt heeft meestal mosterdgele, dunne ontlasting (dit is geen diarree). Borstgevoede baby’s lozen minimaal twee maal per dag ontlasting tot ongeveer de leeftijd van 6 weken Daarna krijgt de baby zijn eigen ontlastingspatroon. Mocht een baby na 4-5 dagen nog steeds meconium lozen of donkere ontlasting hebben, dan is het waarschijnlijk zo dat hij onvoldoende moedermelk naar binnen krijgt. Wegen van de baby. Een baby die goed aan de borst drinkt zal in de eerste levensweek eerst wat afvallen en daarna in gewicht toenemen. Kleine schommelingen in het gewicht worden veroorzaakt door het verlies van meconium en urine. In de eerste kraamweek wordt de baby in het ziekenhuis gewogen of thuis door de verloskundige. De baby mag de eerste dagen afvallen, daarna zal hij/zij in gewicht toenemen. Mocht de baby niet voldoende in gewicht zijn toegenomen dan moet worden nagegaan hoe het gaat met de borstvoeding. Na de kraamtijd is wegen in principe niet nodig. Op het consultatiebureau bestaat hiervoor wel de mogelijkheid tijdens het inloopspreekuur. Wanneer uw baby vier weken oud is komt u op het consultatiebureau, waar uw baby gewogen wordt en de voeding besproken. Een gezonde baby voor en na een voeding wegen is absoluut niet nodig!! Pagina 7 van 12
Regeldagen Regeldagen zijn dagen waarbij vraag en aanbod weer op elkaar afgestemd moeten worden. Dat wil zeggen: omdat de baby groeit heeft hij meer melk nodig en wil hij dus vaker drinken; soms zelfs ieder uur. Hoe meer u de baby aan de borst laat drinken hoe vaker de borsten leeg zullen zijn. Dit geeft weer een signaal aan uw hersenen om meer melk te gaan maken. Regeldagen komen ongeveer rond dag 10-14 voor (als de kraamzorg net is afgesloten), met 4-6 weken en met 3 en 6 maanden. Deze momenten zijn niet strikt en sommige vrouwen weten niet wat regeldagen zijn. Als ze er zijn, twijfel dan nooit aan de borstvoeding, die is goed. Uw baby is gegroeid en vraagt om meer eten. Het hoort er gewoon bij. Neem tijdens de regeldagen extra rust. Na een paar dagen is vraag en aanbod weer afgestemd en zal uw baby weer langer tevreden zijn tussen de voedingen. Adviezen voor de moeder die borstvoeding geeft. Het advies is dat u gezonde en gevarieerde voeding eet. In principe kunt u alles eten. Voldoende drinken is belangrijk; drink daarom naar behoefte. Het advies is om 1 glas extra per voeding te drinken. Uw urine hoort helder te zijn. Is dit niet het geval dan moet u meer drinken. Energie Energie wordt geleverd door eiwitten, vetten en koolhydraten. Tijdens de zwangerschap hebt u ten behoeve van de borstvoeding al een extra voorraadje vet opgebouwd van 2 à 4 kilo. Daar dit niet voldoende is, is het noodzakelijk extra energie op te nemen via de voeding. Bovengenoemde hoeveelheden dekken deze extra energiebehoefte (300 - 500 kcal), eten voor twee is niet nodig! Houd met behulp van een personenweegschaal uw gewicht in de gaten en pas zelf uw voeding aan. Veel afvallen of aankomen is niet goed. Mocht u hiermee problemen hebben, raadpleeg dan uw arts. Vocht De behoefte aan drinkvocht is nu ongeveer 2 liter per dag, normaal is dat ruim 1 liter. Drink daarom tijdens en tussen de maaltijden door thee, koffie, melk, karnemelk, (mineraal)water, bouillon, vruchtensap, tomaten- of groentesap. Zet vóór u gaat voeden, binnen handbereik iets te drinken klaar voor uzelf. Drink niet teveel koffie, thee of cola, niet meer dan 1 kopje koffie of 2 kopjes thee of 1 glas cola. IJzer IJzer is een belangrijk onderdeel van het bloed. Voldoende ijzer in de voeding kan bloedarmoede voorkomen. Rijk aan ijzer is: vlees, ei volkorenbrood (of bruin) grove graanproducten zoals havermout, muesli peulvruchten groene groente Een vitamine-C-bron (bijvoorbeeld tomaat, jus d’orange, enzovoort) bij de maaltijd bevordert de opname van ijzer. Melkproducten gaan de opname tegen. Calcium Calcium is vooral noodzakelijk voor de opbouw en onderhoud van de botten en het gebit. Rijk aan calcium zijn: melk en melkprodukten Als u niet van melk houdt, dan is kaas of kwark een goede vervanging. Eén glas melk bevat evenveel kalk als 2 plakjes kaas of 150 gram kwark. groente, noten, peulvruchten Pagina 8 van 12
Preparaten Het is aan te raden 10 microgram vitamine D per dag extra in te nemen als u borstvoeding geeft. Factoren die van invloed zijn op de borstvoeding Het beste middel om de borstvoeding te stimuleren is uw baby vaker aan te leggen. Daarnaast zijn voldoende rust en ontspanning voor uzelf en het gebruik van voldoende vocht belangrijk. Er zijn een aantal huismiddeltjes bekend die de melkproduktie zouden stimuleren, zoals thee van anijszaad, karwij en venkel, speciale kant en klare kruidenmengsels voor thee, enzovoort. Er is weinig bekend over het werkelijke effect van deze middeltjes, maar de meeste hebben in ieder geval een rustgevende werking en kunnen geen kwaad. Ook is de extra hoeveelheid vocht goed. Remmend op de borstvoeding kunnen zijn: veel drukte en gejaagdheid te weinig drinken Medicijnen De meeste geneesmiddelen die u tijdens de borstvoedingsperiode gebruikt komen ook in de moedermelk terecht. Vraag als u medicijnen moet gebruiken aan uw arts of apotheker of ze kwaad kunnen voor de baby. Ook hoofdpijntabletten, slaap- kalmerings- en laxeermiddelen zijn geneesmiddelen. Roken en alcohol Voor deze genotmiddelen geldt hetzelfde als voor de medicijnen: bestanddelen komen in de moedermelk en zijn ongunstig voor de baby. Het is het beste om niet te roken en geen alcohol te gebruiken. Afvallen na u zwangerschap. Na de bevalling wilt u het liefst zo snel mogelijk de extra kilo’s van de zwangerschap kwijt. Als u borstvoeding geeft verliest u de reserves al die het lichaam heeft opgebouwd tijdens de zwangerschap. U zult dus weer eerder op het gewicht van voor de zwangerschap zijn. De eerste maanden na de bevalling heeft uw lichaam de reserves nog hard nodig om te herstellen en om de borstvoeding op gang te brengen. Het is dus niet verstandig om in die periode te lijnen. Als u te drastisch gaat lijnen komen er afvalstoffen vrij die ook in de borstvoeding terecht komen. Starten met kolven als u weer gaat werken Na ongeveer 6 weken is het goed om 2 à 3 keer per week alvast te oefenen met kolven. Het beste moment daarvoor is na de ochtendvoeding, omdat na de nacht de meeste melk in de borsten zit. Het gaat in eerste instantie niet om de hoeveelheid melk die u kolft maar om het oefenen. De eerste keer 20-30 cc is al heel goed. U zult zien dat de hoeveelheid afgekolfde melk in de loop van de daaropvolgende weken zal toenemen. Uw baby kan oefenen om uit een flesje te drinken. Het is natuurlijk heel anders wanneer uw baby aan de borst drinkt dan wanneer u kolft. Het is soms even wennen. Ook is kolven iets heel persoonlijks. De ene vrouw kolft graag met een elektrische kolf en de andere juist met een handkolf. Laat u voorlichten door de verloskundige of wijkverpleegkundige van het consultatiebureau en kies de kolf die het beste bij u past. Bewaren van moedermelk Kamertemperatuur (19 – 26 0C): Achterin de koelkast (maximaal 4 0C): In het vriesvak van de koelkast: In de diepvriezer (-18 0C):
4 uur 3 dagen 2 weken 6 maanden
De voorkeur gaat uit naar koelen direct na het afkolven Moedermelk moet binnen 24 uur ingevroren worden.
Pagina 9 van 12
Werken en de wet De werkneemster mag de eerste negen levensmaanden van het kind de arbeid maximaal een kwart van de arbeidstijd onderbreken voor het geven van borstvoeding of het kolven. Deze tijd wordt doorbetaald. Dit mag alleen als u de werkgever hiervan in kennis hebt gesteld. Meer hierover kun u lezen op www.minvws.nl. Problemen bij het geven van borstvoeding Stuwing. U kunt na de bevalling last van stuwing krijgen. Dit komt door de hormoonwerking. Stuwing komt meestal voor tussen de derde en zesde dag na de bevalling. Stuwing is een teken dat de borstvoeding op gang komt. Het lichaam brengt extra bloed naar de borsten en dat stimuleert de melkproductie (de zogenoemde bloedstuwing). Minder gaan drinken heeft dus geen zin. U moet drinken naar behoefte (zie ook bladzijde 13: Adviezen voor de moeder die borstvoeding geeft). Als de baby vanaf de geboorte zo vaak en zo lang mag drinken als hij aangeeft, wordt de borstvoeding nauwkeurig afgestemd op de behoefte van de baby en heeft u meestal weinig last van melkstuwing. Voorkomen en verlichten van klachten. Leg de baby vaak aan (minstens 7 tot 8 keer per 24 uur). Het liefst aan beide borsten om de melk goed weg te halen en dus de stuwing te verminderen. De duur van de borstvoeding wordt in principe niet beperkt. Als de baby moeite heeft om de tepel te pakken door de stuwing in de borst, probeer dan de tepelhof voorzichtig met de hand leeg te masseren. Een warme doek/douche en voorzichtige borstmassage kunnen ervoor zorgen dat de borst wat leger wordt. Hierdoor neemt de spanning af en kan de baby de borst makkelijker pakken. Door de baby te voeden in verschillende houdingen wordt de borst op alle plaatsen goed leeggedronken. Koude kompressen tussen de voedingen door kan de pijn verlichten. Kort voor de voeding in ieder geval weer warmte toedienen om alle melkkanalen goed open te zetten. Een goed passende, strakke bh (zonder beugels) beperkt het ongemak. Als u pijn heeft mag u een Paracetamol nemen. Pijnlijke tepels of kloofje. Als het geven van borstvoeding pijn doet is de oorzaak vaak dat de baby niet goed aangelegd is. Dit kunt u oplossen door de baby opnieuw aan te leggen. Blijft het probleem bestaan tijdens of zelfs tussen de voedingen door, laat u dan informeren door hulpverleners. Wrijf na het voeden de tepel in met de laatste druppels melk en laat dit aan de lucht drogen. Daarna kun u de bh weer aan doen. Op deze manier genezen bestaande kloofjes. U mag de tepels bij wondjes invetten met een neutrale vette zalf, bijvoorbeeld 100% zuivere lanoline (wolvet) of speciale tepelzalf. Deze zalf mag na iedere voeding dun worden aangebracht en hoeft niet te worden afgewassen voor de volgende voeding. Verwissel de zoogkompressen als deze vochtig zijn zodat de tepel goed droog blijft. Tepels wassen zonder zeep. Branderige tepels. Als u pijnlijke en branderige tepels heeft kan dit veroorzaakt worden door spruw. Dit is een schimmelinfectie van het mondslijmvlies van de baby. U herkent dit aan een witte aanslag, die u niet weg kan vegen, op het tongetje en binnenkant van de mond van de baby. Vraag uw huisarts om een zalfje om de spruw te genezen. Hierdoor voorkomt u, dat u en uw baby elkaar telkens opnieuw besmetten. Zowel u als uw baby zullen hiervoor behandeld worden. In dit geval wordt afgeraden om de laatste druppels moedermelk op de tepel uit te smeren. Pagina 10 van 12
Borstontsteking Mogelijke oorzaken zijn: Verstopt melkkanaaltje (meest voorkomend); Vermoeidheid; Schimmelinfectie (spruw); Combinatie van deze factoren. Symptomen van een borstontsteking zijn: Warme rode plekken op u borst; Het voeden is pijnlijk; Hoge koorts; Ziek voelen (hoofdpijn, rillerigheid). Als u een borstontsteking heeft (rechts of links) is het belangrijk om de borst GOED leeg te maken en te houden: Maak de borst warm met kompressen voor het voeden; Masseer de borst voor en tijdens de voeding richting tepel; Altijd eerst de aangedane borst leeg laten drinken (de melk is goed); Na 2 uur herhaalt u zoals hierboven beschreven; Neem 2 paracetamol en neem bedrust, rust is belangrijk; Zakt de koorts niet neem dan contact op met uw verloskundige of huisarts. Tot slot We hopen dat u na het lezen van dit boekje beter toegerust de kraamtijd ingaat en vol vertrouwen aan de borstvoedingsperiode begint. Graag willen wij u tijdens de kraamperiode met raad en daad terzijde staan. Samen met u hopen wij op een heel goede en fijne kraamtijd.
Pagina 11 van 12
Telefoonnummers en adressen Polikliniek Gynaecologen Locatie Deurne Locatie Helmond
T: 0493 – 32 89 17 T: 0492 – 59 59 57
Verpleegunit 1A
T: 0492 – 59 56 40
Zorgcentrale De Zorgboog
T: Zorgcentrale: 0900 - 899 86 36 (€ 0,10 p/m) E:
[email protected] I: www.zorgboog.nl
Lactatiekundige Mia van de Nieuwenhuizen
T: 06 – 373 312 71 E:
[email protected] I: www.borstvoedingdeurne.nl
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk
T: 0343 – 57 66 26 I: www.borstvoedingnatuurlijk.nl
La Leche League
T: 045 – 532 48 84 I: www.lalecheleague.nl
Elkerliek ziekenhuis www.elkerliek.nl Locatie Helmond Wesselmanlaan 25 5707 HA Helmond T: 0492 – 59 55 55 Locatie Deurne Dunantweg 16 5751 CB Deurne T: 0493 – 32 88 88 Locatie Gemert Julianastraat 2 5421 DB Gemert T: 0492 – 59 55 55 model 32844 ag 0214 versie 2.0
Pagina 12 van 12