Blok 6: IRPF 4: winst uit onderneming. Winst uit onderneming. Voor de ondernemer natuurlijke personen zijn de volgende belastingen van belang: 1. Inkomstenbelasting (IRPF) en vennootschapsbelasting (IS) 2. Belasting op Economische Activiteiten (Impuesto sobre Actividades Económicas of IAE) 3. Vermogensbelasting (Impuesto sobre el Patrimonio of IP) 4. BTW (Impuesto sobre el Valor Añadido of IVA) 5. Successie en Schenkingsbelasting (Impuesto sobre Sucesiones y Donaciones of ISD) Voor het gemak hebben we kort de informatie over deze belastingen in het gedeelte over de ondernemer natuurlijk persoon bij elkaar gebracht. 1. Winstbepaling. Winst: in beginsel volgens de normen van de boekhouding, dus het civiele recht. De winstbepaling van ondernemers - natuurlijke personen geschiedt volgens de normen van de Vennootschapsbelasting (IS) (28,2 IRPF). Hierbinnen is de basisnorm het “Plan General de Contabilidad” (PGC), het rekeningschema. De nummers van de grootboekrekeningen zijn het zelfde in het hele land. Het geheel van normen vormt in principe ook de grondslag voor de fiscale winstbepaling, tenzij de fiscale wet uitdrukkelijk hiervan afwijkt. In dat geval treden er tijdelijke of blijvende verschillen op tussen de resultaten volgens de boekhoudkundige normen en de fiscale. Voor de ondernemers natuurlijke personen zijn de belastingaftrekken, zoals die gelden voor de vennootschappen in de IS eveneens van toepassing. Deze worden kort behandeld in het hoofdstuk over de vennootschapsbelasting (IS). Uitgaven voor kosten betaald aan personen in belastingparadijzen zijn in principe niet aftrekbaar (14,1,g IS). In dat geval worden ook de regels over de marktprijzen gehanteerd (17,2 IS). De arbeidsbeloning aan familieleden (echtgenoot, echtgenote, minderjarige kinderen) is niet aftrekbaar, tenzij een aan een aantal eisen wordt voldaan, die ertoe moeten leiden dat het realiteitsgehalte voldoende wordt aangetoond. Het gaat dan om het bestaan van een arbeidsovereenkomst en de aanmelding bij de Sociale Verzekeringen (30,2,3 IRPF). Verliezen kunnen gecompenseerd worden met positief inkomen van de volgende 15 jaren (25,1 IS). Alleen de opbrengsten behaald met ondernemingsvermogen is belastbaar als winst uit onderneming. De kosten van elementen van vermogen, dat uitsluitend ter beschikking staat aan de onderneming zijn aftrekbaar. Het is dus van groot belang het ondernemingsvermogen vast te stellen. Uitzonderingen zijn elementen, die gedeeld kunnen worden of het privé gebruik is ondergeschikt (29 IRPF). Een computer of een auto kunnen daarom niet behoren tot het ondernemingsvermogen, indien zij ook voor privé doeleinden worden benut. De ondernemer dient elke 3 maanden aangifte te doen voor de IRPF en /IVABTW. Dit houdt in, dat zijn boekhouding steeds bij moet zijn. 2. Vereenvoudigde directe schatting.
De zojuist beschreven wijze van bepaling van de resultaten is de “normale”. Er zijn twee andere afwijkende systemen van winst bepaling. De eerste is de “vereenvoudigde directe schatting of estimación directa simplificada”. Deze wordt toegepast op ondernemers natuurlijke personen met een omzet in het afgelopen jaar van alle activiteiten tot 600.000,- €. In de maand december van het voorgaande jaar kan men van toepassing van dit systeem afzien, hetgeen dit effect heeft voor de 3 volgende jaren (16,2a;30,1 en 4 IRPF). De verschillen tussen het normale systeem en deze vereenvoudigde winstbepaling zijn voornamelijk (30 Regl.): 1. 2.
de afschrijvingen in vaste lichamelijke activa en software vindt plaats volgens vaste percentages in plaats van een aftrek voor dubieuze debiteuren en moeilijk aantoonbare kosten kan de ondernemer 5% van het verschil tussen inkomsten en kosten aftrekken. Het saldo kan echter niet negatief zijn.
3. Objectieve schatting. Op vele activiteiten past men een systeem toe, dat volledig losstaat van de boekhoudkundige resultaatbepaling. Het is bedoeld voor kleine ondernemingen, die direct aan de consument verkopen. De achtergrond is hen niet teveel lastig te vallen met boekhoudkundige verplichtingen. De “estimación objetiva” heeft een corresponderend regime in de IVA/BTW. De objectieve schatting is van toepassing, indien tegelijkertijd aan deze voorwaarden wordt voldaan (16,2,b en 31 IRPF): 1.
2. 3. 4.
5. 6.
7. 8.
natuurlijke personen (een SL of SA kunnen niet onder dit modulesysteem vallen) inwoners van Spanje. Bij deelname van een niet inwoner van Spanje in een onderneming met vennoten inwoners van Spanje, verliest de onderneming de mogelijkheid om de EO toe te passen. met activiteiten, die vallen onder deze norm waarbij het aantal werknemers en–of de omzet het maximum niet overstijgt, die voor elke soort activiteit is vastgesteld geen enkele activiteit van de ondernemer valt onder een van de andere systemen van winstbepaling (het normale of de vereenvoudigde directe schatting). Bijvoorbeeld: een advocaat die zijn beroep uitoefent in een kantoor al of niet met anderen en ook een bar heeft, kan op de opbrengst uit de bar niet de EO toepassen. de ondernemer heeft niet afgezien van de objectieve schatting in de IRPF de omzet is niet hoger dan 450.000,- € inclusief al zijn ondernemers activiteiten gedurende het voorgaande jaar. In het jaar van starten is de omzet van het lopende jaar maatgevend. de inkopen zijn niet in het voorgaande jaar niet hoger dan 300.000,- €. De eisen van 6 en 7 omvatten ook de bedragen van de echtgenoot of echtgenote alsmede afstammelingen en (groot)ouders, en ondernemingsvormen met meerdere deelnemers, indien de activiteiten identiek of gelijksoortig zijn en er een gemeenschappelijke leiding is.
De winst wordt bepaald volgens “modulen”. In het jaar dat de ondernemer niet meer aan de voorwaarden voldoet, kan hij toch dit systeem blijven toepassen. Maar in de volgende drie jaren kan dat niet meer. Het bedrag van winst uit onderneming is het totaal van de gestandaardiseerde inkomsten per parameter voor de betrokken activiteit. Dit kunnen zijn de oppervlakte van de bedrijfsruimte, de elektrische energie die is
gecontracteerd, het aantal tafels, het aantal afgelegde kilometers, de inhoud van de oven, het aantal speelmachines, de laadcapaciteit van een vracht- of bestelwagen, het aantal auto´s ingeval van een rijschool, de lengte van de bar ingeval van een café of restaurant. De vermogenswinsten volgen het normale systeem en vallen buiten het systeem van de objectieve schatting (28,2 en 31,2,2a IRPF). Zij maken dus geen deel uit van het systeem van de EO. De ondernemer, die minder verdient, dan de winst die volgens de parameters wordt vastgesteld, kan afzien van toepassing van het systeem van de EO door te opteren voor toepassing van het “normale systeem” volgens de boekhoudkundige normen. Dit dient hij dan kenbaar te maken in de maand december voorafgaande aan een nieuw boekjaar. De ondernemers - niet inwoners dienen hun winstbepaling te laten geschieden volgens de normen van de Vennootschapsbelasting (IS) zijnde het normale systeem. 4. Gunstige behandeling van overdracht om niet. Onder bepaalde voorwaarden leidt de overdracht om niet (schenking) van het ondernemingsvermogen aan de echtgenote, afstammelingen en geadopteerde kinderen niet tot constateren van een vermogenswinst in de inkomstenbelasting. De elementen van het te schenken ondernemingsvermogen dienen gedurende de laatste 5 jaren te behoren tot dat vermogen. De faciliteit heeft haar pendant in de Schenkings- en Successierechten. Onder verdere voorwaarden is de ontvangst van het vermogen voor 95% vrijgesteld van deze rechten. Het overgegane ondernemingsvermogen dient aan de eisen te voldoen voor de vrijstelling in de Vermogensbelasitng (IP) gedurende 10 jaren na de overdracht, gedurende welke termijn de opvolgers de onderneming dienen voort te zetten (33,3,c en 36 IRPF; 20,6 ISD). 5. Vrije beroepsbeoefenaar. Vrije beroepsbeoefenaar: inhouding 15%, geen EO. Er zijn enkele in het oog lopende fiscale verschillen tussen een ondernemer en een vrije beroepsbeoefenaar, zoals een architect, accountant, verzekeringsagent, makelaar en een advocaat etc.: 1. De cliënten van vrije beroepsbeoefenaren, die inwoner zijn van Spanje, dienen 15% op de vergoeding in het houden. 2. Een vrije beroepsbeoefenaar kan zijn activiteiten uitoefenen in een vennootschap bijvoorbeeld een SL (te vergelijken met een BV of BVBA). 3. Het systeem van “objectieve schatting” kan niet worden toegepast op de vrije beroepsbeoefenaar. Alleen voor het jaar 2008 kan de zelfstandige die werkt voor 1 opdrachtgever, van zijn inkomsten de volgende bedragen in mindering brengen (32,2,1 IRPF): Inkomen na kosten andere omstandigheid =< 9.180,- € > 9.180,- € < 13.260,- € 9.180 > 13.260,- € Elk ander bedrag andere inkomsten*
vermindering 4.080,- € 0,35 x inkomen minus kosten -/2.652,- € 2.652,- €
* of met inkomsten met uitzondering van de vrijgestelde inkomsten anders dan die uit winst uit onderneming van < 6.500 €.
6. Pensioen en sociale verzekeringen. Zoals een werknemer kan een ondernemer en vrije beroepsbeoefenaar werken aan zijn pensioen. De wet biedt de mogelijkheid, dat zij kunnen deelnemen aan een pensioenplan of vergelijkbare alternatieven. De bijdragen verminderen de belastbare basis. Het maximaal aftrekbare bedrag is 10.000,- € per jaar met een relatief maximum van 30% over de netto inkomsten uit arbeid en de winst uit onderneming. Voor een persoon ouder dan 50 jaar is het absolute maximum 12.500,- € en het relatieve maximum 50% (51 en 52 IRPF). Het in een pensioenplan opgebouwde vermogen is niet belast in de vermogensbelasting (4,5 IP). De ontvangst van een pensioen is niet onderworpen aan de successieheffing (ISD). De ontvangst van een pensioen wordt aangemerkt als inkomsten uit arbeid in de IRPF. Zij dienen eveneens premies Sociale Verzekeringen te betalen. Het algemeen regime is niet van toepassing, maar het regime voor de zelfstandigen. Zij betalen een % over een minimale basis, die in een vast bedrag per maand resulteert, dat elke maand betaald wordt. Het bedrag kan echter vrijwillig verhoogd worden. Het minimale bedrag is voor het jaar 2008 243,53 € (2007: 241,20 €) per maand. 7. De belasting op de Economische Activiteiten. De IAE is een gemeentelijke belasting, die in de belevingswereld van de Spaanse ondernemer (natuurlijk persoon en rechtspersoon), zijn adviseur en de ambtenaren een belangrijke rol vervult. Dit is in de eerste plaats te danken aan het landelijk systeem van nummers voor elke activiteit bijvoorbeeld textielagent, textielfabriek, makelaar. Het zelfde nummersysteem wordt toegepast in de winstbepaling volgens objectieve schatting in de IRPF. Voordat de ondernemer een activiteit start, dient hij in dit systeem te zijn opgenomen. Dit gebeurt in het gemeente of stadhuis, dat ook vergunningen afgeeft voor opening van winkels etc. Het opnemen in de IAE werkt door in de andere belastingen en de Sociale Verzekeringen. Soms zal u gevraagd worden om te laten zien, dat u behoort tot een bepaalde sector. Men zal dan vragen om bewijs van registratie in de IAE. De bedragen variëren per activiteit en per gemeente. Er kunnen grote verschillen optreden per activiteit en per gemeente. Indien de onderneming meer dan één activiteit heeft, dient zij even zovele malen IAE te betalen. Het is dan ook van belang de activiteiten exact te bepalen, het moment van ontplooien ervan en waar (stad of dorp). Een onderneming die diverse soorten producten verkoopt als groothandel en detailhandel kan met een aanzienlijk bedrag aan IAE geconfronteerd worden. Voor de ondernemer is de IAE een aftrekbare uitgave. Het bedrag kan daarom niet verrekend worden met de IRPF of IS. De ondernemer natuurlijke persoon is vrijgesteld van deze belasting, hoewel hij wel de code binnen de IAE voor zijn activiteiten dient op te geven. De vennootschap, die onderworpen is aan de IS (vennootschapbelasting) en een vaste inrichting zijn vrijgesteld van de IAE, indien hun omzet van het voorgaande jaar (INCN) lager is dan 1.000.000,- €. Daarbij worden ook geteld de omzetten van de vennootschappen die deel uit maken van een groep van ondernemingen. Indien de
holding een buitenlandse vennootschap is zonder activiteiten in Spanje, wordt de omzet van die vennootschap niet meegeteld. Het is een voor buitenlanders vaak nieuwe belasting. 8. Belasting op de Toegevoegde Waarde (IVA). Zoals alle leden van de EU, kent Spanje een BTW volgens de Zesde Richtlijn. We beperken ons op dit moment tot de tarieven en de eisen gesteld aan de facturen. 8.1 Tarieven. algemeen tarief: 16% verlaagd tarief: 7% voeding, landbouwmateriaal, medicijnen voor dieren, afgebouwde woningen, bromfietsen, planten, reizigersvervoer, hotelwezen en restaurants, landbouwactiviteiten, artistieke en culturele activiteiten, radio en tv, sociale en medische ondersteuning, sport, feesten, begrafenisondernemingen. superverlaagd tarief: 4% basisvoeding zoals gewoon brood, natuurlijke en gepasteuriseerde melk, fruit, eieren boeken, tijdschriften en kranten schoolmateriaal medicijnen prothesen en vervoermiddelen voor minder validen sociale woningen 8.2 Eisen gesteld aan de facturen. De factuur vertegenwoordigt een recht tegenover Hacienda Pública. Immers in de aangifte verrekent de ondernemer de aan hem met de door hem in rekening gebrachte BTW. Om de in rekening gebrachte BTW echter te kunnen terugontvangen dient de rekening aan de volgende eisen te voldoen: 1. een aansluitend nummer 2. voor- en achternaam of naam van de vennootschap, fiscaal nummer (NIF) en adres van de ondernemer, die de rekening verstuurt 3. idem van de ondernemer, aan wie de rekening is gericht 4. plaats en datum van uitreiking 5. beschrijving van de verrichte handeling 6. het bedrag van de vergoeding het tarief en bedrag van de BTW