Claudio Monteverdi Jubilet, tota civitas. Psallat nunc organis mater ecclesia Deo aeterno, quae salvatori nostro gloriae melos laetabunda canat.
Jubilet tota civitas Vertaling: Hilde Venken Laat het volk juichen. Laat de moederkerk nu met orgels zingen voor de eeuwige God, zij zingt de blijde lofzang voor onze Verlosser.
Quae occasio cor tuum dilectissima Virgo, gaudio replet tanta hilaris et laeta, nuntia mihi. Festum est hodie sancti gloriosi qui coram Deo et hominibus operatus est. Quis est iste Sanctus qui pro lege Dei, tam illustri vita et insignis operationibus usque ad mortem operatus est? Deze gelegenheid, liefste Maagd, vervult Uw hart met vreugde, zo blij en opgewekt, vertel het me. Vandaag is het feest van de roemvolle Heilige, die bij God en de mensen werkt. Wie is deze Heilige die naar de wet Gods helemaal tot de dood een beroemd leven leed met indrukwekkende werken? Est Sanctus Theodorus. O Sancte benedicte! Dignus est certe ut in ejus laudibus semper versentur fidelium linguae.
Het is de Heilige Theodorus. O gezegende Heilige! Hij is zeker waardig dat de woorden van de gelovigen altijd voor zijn lof klinken.
Jubilet ergo, jubilet tota civitas. Psallat nunc organis mater ecclesia Deo aeterno quae salvatori nostro gloriae melos laetabunda canat. Alleluia. Jubel dus, Jubel, hele stad. Laat de moederkerk nu met orgels voor de eeuwige God zingen. Laat haar een vrolijk loflied zingen voor onze Verlosser. Alleluja.
68
Antonio Vivaldi
Che giova il sospirar Vertaling: Evianne de Kup
Recitativo Che giova il sospirar, povero core, se la crudele Irene a tormentare avvezza di te non cura, ti deride e sprezza? E se talor si avvede dell’angoscioso affanno, che ai gravi moti tuoi più forza accresce, sospira per inganno. Non già che pietà senta. Ché pascere si vuol del tuo dolore, Che giova sospirar, povero core?
Wat baat het je te zuchten, o arm hart? Wanneer de wrede Irene, het folteren gewoon, niet om je geeft, je minacht en je hoont? En als ze eens bemerkt de angstig bange zorg, die zware woelingen in kracht doet groeien, zucht ze diep uit bedrog. Ze voelt niets van genade. ’t Is dat ze zich wil voeden met jouw smart, wat baat het je te zuchten, o arm hart?
Aria Nell’aspro tuo periglio, sento, mio pover core, che tutta langue in sen l’anima mia. E cresce a quest’affanno la forza dell’inganno, che fa sempre maggior la pena ria.
In je wrange beproeving voel ik, o mijn arm hart, dat in mijn borst geheel mijn ziel verkwijnt. Hoe groeit in deze zorg de kracht van het bedrog, die de gemene pijn immer groter maakt.
Recitativo Ma tu, nume d’amor, perché consenti a così fiero oltraggio? E questa è la mercede che rendi ad un che volontario il piede pose ne’ lacci tuoi? Troppo mi grava il giogo tuo pesante: O volgi al mio desir la bella Irene. O sciogli dal mio pie’ le tue catene.
Maar jij, god van de liefde, waarom sta je toe zo’n wrede krenking? Is dit dan de vergoeding die je geeft aan één die spontaan zijn voeten gezet heeft in je strikken? Te veel belast me je zware knellende juk: Of richt naar mijn verlangen mooie Irene. Of maak los van mijn voeten nu je ketenen.
Aria Cupido, tu vedi la pena dell’alma. Cupido, tu vedi l’affanno del cor.
Cupido, je aanschouwt van de ziel de smart. Cupido, je aanschouwt van het hart ’t verdriet.
69
Fedele concedi al core la calma all’alma l’amor.
Toe, verleen getrouw kalmte aan het hart, liefde aan de ziel.
Claudio Monteverdi Si dolce è’l tormento ch’in seno mi sta, ch’io vivo contento per cruda beltà. Nel ciel di bellezza s’accreschi fierezza et manchi pietà: Che sempre qual scoglio all’onda d’orgoglio mia fede sarà.
Si dolce è’l tormento Vertaling: Evianne de Kup Zo zoet is de gesel die mijn boezem kastijdt, die beeldschone wrede, ze geeft me genoegen. Al ontbreekt er in de schone hemel mededogen; vermeerdert er ’t woeste, in branding van trots ben ik als een rots trouwhartig te moede.
La speme fallace rivolgam’ il piè, diletto ne pace non scendano a me. E l’empia ch’adoro mi nieghi ristoro di buona mercè, tra doglia infinita, tra speme tradita vivrà la mia fè.
Al grijpt valse hoop me vast in haar klauw, laat me ongestoord vredig klatergoud. Aanbid ik een verfoeide, die de vrede van goeie genade me onthoudt, is ’t lijden gestadig, en hoop nu verraden, toch leeft voort mijn trouw.
Per foco e per gelo riposo non hò. Nel porto del cielo riposo avrò. Se colpo mortale con rigido strale il cor m’impiagò, cangiando mia sorte col dardo di morte il cor sanerò.
Door vuur en ijs gaande is geen rust me gegund. In hemelse haven is rust me gegeven. Treft mij een starre pijl een doodklap gelijk, door ’t hart pijnlijk stekend, verander ik mijn lot met dodelijke dolk en maak mijn hart beter.
70
Se fiamma d’amore già mai non sentì quel rigido core ch’il cor mi rapì. Se nega pietate la cruda beltate che l’alma invaghì. Ben fia che dolente, pentita e languente sospirimi un dì.
Heeft nooit liefdesgloed daar in ’t starre hart gesmeuld of gewoed dat ’t hart van me stal. Onthoudt de wreedschone mijn ziel mededogen nadat ze die ontstak. Is ’t juist dat ze lijdend, berouwvol en kwijnend ze eens naar me smacht.
Claudio Monteverdi Laudate Dominum Vertaling: Evianne de Kup Laudate Dominum in sanctis eius. Laudate eum in firmamentum virtutis ejus. Laudate eum in sono tubae. Laudate eum in psalterio et cithara. Laudate eum in tympano et choro. Laudate eum in cymbalis bene sonantibus. Laudate eum in cymbalis iubilationibus. Omnis spiritus laudet Dominum. Requiem aeternam dona eis Domine, et lux perpetua luceat eis. Alleluja. Geprezen God de Heer in ’t heiligdom. Geprezen Hem in het gewelf van Zijn kracht. Geprezen Hem met hoorngeschal. Geprezen Hem met de citer en gitaar. Geprezen Hem met tamboerijn en reidans. Geprezen Hem met cimbalen welluidend klinkend. Geprezen Hem met cimbalen van koper juichend. Elke zalige ziel looft de Heer. Een eeuwige rust zij hun gegeven, Heer, voortdurend licht op hen geschenen. Halleluja.
71
Antonio Vivaldi
Nulla in mundo pax sincera
Aria Nulla in mundo pax sincera sine felle; pura et vera, dulcis Jesu, est in te.
In deze wereld is er geen oprechte vrede vrij van bitterheid. Lieve Jezus, in U ligt er pure en ware vrede.
Inter poenas et tormenta vivit anima contenta casti amoris sola spe.
Te midden van straf en kwelling leeft de voldane ziel, de kuise liefde haar enige hoop.
Recitatief Blando colore oculos mundus decepit at occulto vulnere corda conficit; fugiamus ridentem, vitemus sequentem, nam delicias ostentando arte secura vellet ludendo superare. Deze wereld misleidt het oog door oppervlakkige bekoringen, maar vergaat van binnenuit door verborgen wonden. Laat ons hem, die lacht, ontvluchten, hem, die ons volgt, schuwen, want door het vakkundig tonen van haar geneugten, overweldigt deze wereld ons door misleiding. Aria Spirat anguis inter flores et colores explicando tegit fel. Sed occulto factus ore homo demens in amore saepe lambit quasi mel.
72
De slang sist tussen de bloemen en pronkend met haar bonte huis, verhult ze haar venijn. Maar met een steelse aanraking van de lippen, zal een man, gek van liefde vaak kussen alsof het honing was.