Kunnen we ‘hallelujah’ zingen voor Haïti ? 'Hallelujah' is de titel van het officiële benefietlied voor de actie ‘Help Haïti 1212’. Natalia en Gabriel Rios hebben van de song van Leonard Cohen een pakkende versie gemaakt. Live gebracht tijdens de gezamenlijke uitzending 'Help Haïti' van vtm en Eén (donderdag 21 januari). Vanaf donderdag 28 januari ligt de single in de winkels. De opbrengst gaat naar de slachtoffers van de aardbeving. Het lied is nu ‘alomtegenwoordig’ in de media. Het lied biedt mogelijkheden voor de godsdienstles. We verzamelden wat achtergrond die kan inspireren. Je kan het fragment uit de TV-uitzending downloaden via http://www.youtube.com/watch?v=8bQWQi-_NR0 (In de community ‘Nascholing (kort)film Gent’ op de THOMASwebsite vind je handleidingen om filmpjes te downloaden, op te slaan op je computer en te bewerken.)
Over het lied Deze bekende song is van de hand van Leonard Cohen, Canadese dichter en singer-songwriter. Hij werd geboren in een joods gezin in Montréal. In vele van zijn (vaak cryptische) teksten gebruikt hij Bijbelse metaforen en verhalen. (Zo bijvoorbeeld in Suzanne, bekend in het Nederlands in de versies van Herman Van Veen en van Frank Boeyen en Yasmine.) Ook Hallelujah is opgehangen aan een Bijbels verhaal over Koning David. Het lied verscheen voor het eerst op zijn album Various Positions uit 1984. Sindsdien is het tientallen keren gecoverd. Ondermeer in de film Shrek en in diverse talentenjachten. Het kostte Cohen naar eigen zeggen meer dan een jaar om Hallelujah te schrijven. Cohen schreef meer dan 80 strofen, omdat hij geen goed einde voor
het lied kon vinden. In de originele versie behield hij er vier. Het is deze versie die Natalia en Rios coveren. Het woord ‘Hallelujah’ stamt uit het Hebreeuws en betekent letterlijk 'Prijst God!'. Het woord is een samentrekking van Hallelu en Jah. Jah is de afgekorte term van JHWH, de bijbelse Hebreeuwse naam van God. In de Bijbelse psalmen komt het 24 maal voor. In de christelijke liturgie klinkt het ondermeer voor de lezing van het evangelie in de eucharistieviering en in de paastijd.
Over de betekenis van de liedtekst bestaan meerdere theorieën. Doordat uitvoerende artiesten verschillende ideeën en gevoelens bij de tekst hebben, leggen ze ook verschillende emoties in hun vertolkingen. Leonard Cohen heeft zelf nooit veel over de betekenis van Hallelujah losgelaten, maar kort na de eerste opname van het nummer heeft hij gezegd: “There are many hallelujahs that exist and the perfect and the broken ones have equal value. It's a desire to affirm my faith, not in a formal religious way, but with enthusiasm and emotion.” (Er bestaan veel hallelujahs en de ‘perfecte’ en ‘gebroken’ hallelujahs zijn gelijkwaardig. Het is een verlangen om mijn geloof te bevestigen. Niet op een formele religieuze manier, maar met enthousiasme en emotie.)
Bijbelse referenties Die meerduidigheid maakt de tekst moeilijk, maar tegelijk ook interessant. Hij kan op meerdere niveaus gelezen worden. De tekst is geschreven in de eerste persoon enkelvoud en gaat in grote lijnen over een moeizame liefdesrelatie met de jij-persoon. De bijbelreferenties zijn voor Cohen slechts startpunt voor een eigen reflectie. Cohen speelt in de tekst met het bekende verhaal van Koning David en Batseba. In de eerste strofe verwijst hij naar de muzikaliteit die aan David wordt toegeschreven : In 1 Samuël 16, 1-11 lees je hoe de jongste zoon van Isaï, een schapenhoeder, door Samuël tot koning wordt gezalfd. (“Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen.” “Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER.” Vervolgens wordt verteld dat diezelfde geest koning Saul had verlaten en dat een ‘kwade geest hem kwelde’ (v.14). David wordt gevraagd om lier te spelen voor hem. Zo komt hij bij Saul in dienst. Telkens als Saul het moeilijk krijgt, “nam David zijn lier en tokkelde op de snaren”. De traditie heeft aan David de meeste psalmen toegeschreven. Hij wordt ook meestal afgebeeld met een harp. In de tweede strofe verwijst de zin ‘You saw her bathing on the roof’ naar het verhaal van David die Batseba vanaf het dak van zijn paleis zag baden. Hij werd overrompeld door haar schoonheid en ging met haar naar bed, ondanks het feit dat zij getrouwd was (2 Samuel 11,1-27). Batseba wordt zwanger. Haar echtgenoot was Uria, “de Hethiet’, een soldaat in het leger van David. Uiteindelijk zorgt David ervoor dat Uria sneuvelt en hij Batseba in huis kan nemen. “Maar wat David gedaan had was slecht in de ogen van de HEER” (2 Sa 11,27).
De grote Koning David wordt in de Bijbel heel menselijk voorgesteld. Het “broken hallelujah” dat staat tegenover het “holy hallelujah” in de liedtekst verwijst naar de zwakte van David. Op THOMAS vind je een bijbelfiche over dit verhaal : http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/actualiteit/lesimpulsen/bijbel/bijbelfiches/fiche.php?id=28
De zinsnede “and she cut your hair” uit hetzelfde couplet slaat evenwel op het verhaal van Simson en Delila. Zij liet Simsons haar afknippen, om hem zo machteloos te maken tegen de Filistijnen. Delila was omgekocht door de Filistijnen om achter het geheim van de buitengewone kracht van Simson te komen. Die kracht zat in zijn hoofdhaar. Dat was nog nooit geschoren, omdat hij aan God gewijd was. Rechters 16, 17-19. Liedtekst We geven naast de Engelse tekst een vrije, Nederlandse vertaling van zanger Jan Rot. Hij vertaalt vrij, maar verduidelijkt de Bijbelse referenties (vooral in strofe 3) : Now I’ve heard there was a secret chord That David played, and it pleased the Lord But you don’t really care for music, do you? It goes like this the fourth, the fifth The minor fall, the major lift The baffled king composing Hallelujah
Ik hoorde van een nieuw akkoord Dat David speelt en God bekoort Maar notenleer dat vind jij vast gedoe, ja? Dat gaat dan zo van C naar D En E mineur en straks de B De psalmenvorst ontdekt zijn hallelujah
Hallelujah
Hallelujah
Your faith was strong but you needed proof You saw her bathing on the roof Her beauty and the moonlight overthrew you She tied you to a kitchen chair She broke your throne, and she cut your hair And from your lips she drew the Hallelujah
Je wil is sterk, het vlees is zwak Je ziet haar naakt vanaf het dak Haar schoonheid in het maanlicht is taboe ja Ze bindt je op de offerbank Ze breekt je troon en knipt je haar En steelt dan uit je mond het hallelujah
Hallelujah
Hallelujah
You say I took the name in vain I don’t even know the name But if I did, well really, what’s it to you? There’s a blaze of light in every word It doesn’t matter which you heard The holy or the broken hallelujah
Jij zegt dat was Batseba niet Ik ben bezig met een lied Uria de Hethiet doet er niet toe ja Een bliksemschicht in ieder woord Het maakt niet uit welk woord je hoort Een heilig of gevallen hallelujah
Hallelujah
Hallelujah
I did my best, it wasn’t much I couldn’t feel, so I tried to touch I’ve told the truth, I didn’t come to fool you And even though it all went wrong I’ll stand before the Lord of Song With nothing on my tongue but Hallelujah
Ik deed mijn best , het was niet veel Ik voel maar weinig als ik speel Maar echt is echt en dat is wat ik doe ja En ook al klonk het dan verrot Ooit sta ik voor de psalmengod En rolt niets van mijn tong dan hallelujah
Kunnen we ‘hallelujah’ zingen voor Haïti? Op YouTube verscheen al snel deze ‘blogreactie’ bij de video : “Ik vraag me wel af waarom het in godsnaam een katholiek getint nummer moet zijn. Is dat sarcasme omdat de (zogezegde) ‘god’ dergelijke rampen toelaat of is het gewoon domkopperij? Ik had wel iets meer originaliteit verwacht i.p.v. zo'n melig nummer. No offence naar de gelovigen toe, natuurlijk. Wel chapeau dat beide artiesten zich baatloos inzetten voor de goeie zaak! Bravo!” We geven twee mogelijke reacties ter discussie : Uit een interview met de nieuwe aartsbisschop Mgr. Léonard (De Standaard 20 januari 2010) : Toen uw aanstelling bekend werd gemaakt, hebt u eerst en vooral aandacht gevraagd voor het lijden van de mensen van Haïti. Hoe verklaart u dat God de armsten op deze wereld het hardst straft? ‘Die ramp is geen straf van God, helemaal niet. Eerst dit: ik voelde gêne dat mijn persoon, met al zijn goede en zijn slechte kanten, zo uitgebreid in de media aan bod kwam. Terwijl er gelijktijdig zoveel ellende is in de wereld. En ja, die ellende roept een grote en belangrijke vraag op : hoe is zoveel kwaad verzoenbaar met God, die goed is én almachtig? ‘Andere godsdiensten en filosofieën werpen op dat het kwade zo erg niet is, of toch ergens zinvol zou zijn. Ze zeggen bijvoorbeeld dat ons sterven ook zijn goede kanten heeft, omdat het ondraaglijk zou zijn als we allemaal eeuwig op deze aarde bleven leven. Zo’n antwoord is nutteloos tegenover de inwoners van Haïti of tegenover moeders die een kind verloren hebben. Het enige antwoord vind ik in de figuur van Jezus Christus.’ ‘Hij is de enige die licht werpt op deze zaak, omdat hij beweerde aan God gelijk te zijn – zoveel pretentie is bijna onverdraaglijk – en toch geleden heeft. Dat hij door mens én God verlaten was toen hij aan het kruis hing, is een begin van troost: God lijdt met ons mee. Dat hij daarna verrezen is, vervolmaakt het antwoord. God heft ons over de dood heen en geeft ons nieuw leven. Dat weten de overlevenden in Haïti, die erg gelovig zijn, ook: zij weten dat de doden nu al leven aan de andere kant.’
In een gebedsviering voor Haïti (vrijdag 22 januari) in de kathedraal in Antwerpen hield Mgr. Johan Bonny de homilie (bron : Kerknet) : In zijn homilie riep de bisschop de vreselijke beelden van de aardbeving op. “Lijken tussen het puin. Doden diep begraven onder ingestorte gebouwen. Mensen met verplette ledematen. Slachtoffers die in een kruiwagen worden weggevoerd. Woedende mensen, die in dagen niet gegeten of gedronken hebben. De armsten krijgen opnieuw de zwaarste rampen te verwerken. De geschiedenis herhaalt zich." "Op de schok van de aardbeving volgt een golf van diepe pijn en de verlatenheid, van hopeloosheid en onmacht", vervolgde hij. “Dan kan een mens slechts schreeuwen. Zoals de dichter van psalm 88:
‘Ach, Heer God die mij redt, ik roep om U bij dag, ik sta voor u bij nacht; laat mijn gebed U bereiken, en luister naar mijn luid geroep, want ik ben ziek van ellende, ik ben het dodenrijk levend nabij. Ik geld als iemand die in het graf ligt, een man die zijn kracht heeft verloren. Daar lig ik dan onder de doden, een gevallene, dood en begraven, aan wie U niet langer denkt, afgesneden van uw hand. U hebt mij naar het diepste graf verwezen, naar afgrond en duisternis’. In de woorden van de psalm horen we de echo van Haïti. God, hoor het verdriet van uw kinderen in Haïti. Luister naar hun roepen.” De bisschop wees er ook op dat door de aardbeving de wereld zich opnieuw bewust is geworden van de immense problemen in Haïti. Hij vroeg vergiffenis aan God, voor “onze blinde vlekken en ons verzuim, ons tekort aan verbondenheid met de zwaksten van deze wereld.” En dan is er de schok van solidariteit en van de hulp. "Solidariteitsacties komen op gang, over de grenzen heen van politieke partijen, van TV of radio zenders, van talen en rassen, van landen en continenten. De wereld laat zich plots van zijn betere kant zien: een wereld van meeleven en vrijgevigheid. We hebben de indruk even in een andere wereld te leven: een wereld waarin mensen het wereldwijd voor elkaar opnemen. Daarvoor willen wij vanavond dank zeggen. God en Vader van ons allen, zegen alle inspanningen van solidariteit en steun met Haïti. Ze zijn een voorbode van de nieuwe wereld, die Gij voor ons hebt bereidt.” “Woensdag werd nog een kind levend van onder het puin gehaald. Het zwaaide breed de armen open en begon te lachen. Mensen tilden het triomfantelijk de lucht in. ‘Een mirakel. Een teken van hoop’, riep een Haïtiaan die erbij stond. Ja, een mooier teken van hoop kan er niet zijn. Een kind dat als bij wonder uit het puin te voorschijn komt. Wat zal er gebeuren met de kinderen van Haïti? Welke toekomst zal er voor hen zijn?" "Hoop kan je niet zelf maken. Hoop krijg je. Hoop geef je aan elkaar door. Hoop deel je met elkaar. Hoop kijkt ook naar hierboven, naar God. Haïti is een land van gelovige mensen. Hoe klein zou onze hoop zijn, als we er alleen voor stonden. God onze Vader, dat mensen in Haïti de hoop niet verliezen, daarvoor bidden wij nog het meest. De hoop op een nieuwe toekomst, op een beter land. De hoop ook op de kracht van uw nabijheid.”
‘Hallelujah’ zingen? Mgr. Bonny verwijst terecht allereerst naar de golf van diepe pijn en verlatenheid, van hopeloosheid en onmacht die volgt op de schok van de aardbeving. Hij doet dat met de woorden van de psalmist. Psalm 88 is de meest duistere psalm in het psalmenboek. Geen sprankeltje hoop te lezen in die psalm, laat staan een ‘Hallelujah’. Het lied van Leonard Cohen speelt met het ‘Hallelujah’ van de ‘psalmen van Koning David’. Maar hij verbindt het met de kwetsbaarheid van David. Het wordt een “broken Hallelujah” dat
de ik-persoon van het lied zal blijven zingen, stamelen (?) “even though it all went wrong : I’ll stand before the Lord of Song with nothing on my tongue but Hallelujah”. Het doet me denken aan de voorbije nascholingsnamiddagen met Pierre Van Hecke (K.U.Leuven) over het boek Job 1. Job die vloekt tegen en God aanklaagt, maar die uiteindelijk door God wordt geprezen omdat hij in al zijn onmacht ‘tot’ God is blijven spreken. Het “broken hallelujah” drukt ook ‘hoop’ uit. Maar die is nu nog kwetsbaar. De verbijstering is te groot, het verlies onnoembaar. Daarom moet het lied ook sereen en ingetogen gezongen worden, verstild. Allereerst is er de wanhoop en de verlatenheid van psalm 88 of van Jezus op Golgatha, maar gelukkig ook de solidariteit waarin ‘hoop’ kan groeien….
1
Nascholing georganiseerd door het Centrum voor Nascholing (www.hdgi.be) in Mariakerke : “In gesprek met Job” (13, 18 en 26 januari 2010). Informatie en teksten zal je kunnen terugvinden op de community ‘Nascholing Job” op THOMAS.