Liturgie voor de lofprijsdienst in kerkcentrum De Ark Op 15 februari 2015 om 10:00 uur Voorganger: ds. Gerhard Heeringa Ouderling: Jolanda van Til Organist: Douwe Jan van Goolen Praiseband o.l.v. Tim Breel en Manon Veldman Meidengroep Trust Solisten: Simone Abma en Johan Alkema
UIT – STAPPEN !? ZINGEN VOOR DE DIENST Opwekkingsliederen nr. 426 Ja, ik geloof in Jezus. Ik geloof in Hem als Zoon van God. Ik geloof dat Hij gestorven is. Ik geloof dat Hij is opgestaan. (m) Hij is hier in ons midden, (v) Hij is hier in ons midden, (m) zijn armen uitgespreid. (v) zijn armen uitgespreid. (m) Hij geneest als wij bidden, (v) Hij geneest als wij bidden, Hij vergeeft en bevrijdt. Ja, ik geloof in U, Heer. Ik geloof in U als Zoon van God. Ik geloof dat U gestorven bent. Ik geloof dat U bent opgestaan. (m) U bent hier in ons midden, (v) U bent hier in ons midden, (m) uw armen uitgespreid. (v) uw armen uitgespreid. (m) U geneest als wij bidden, (v) U geneest als wij bidden, U vergeeft en bevrijdt.
I believe in Jesus. I believe He is the Son of God. I believe He died and rose again. I believe He paid for us all. (m) I believe He is here now, (v) I believe He is here now, (m) standing in our midst. (v) standing in our midst. (m) Here with the power to heal now (v) with the power to heal now and the grace to forgive. I believe in You, Lord. I believe You are the Son of God. I believe You died and rose again. I believe You paid for us all. (m) I believe You are here now, (v) I believe You are here now, (m) standing in our midst. (v) standing in our midst. (m) Here with the power to heal now (v) with the power to heal now and the grace to forgive.
Opwekkingsliederen nr. 747 Wij geloven in een keerpunt in de tijd, als Jezus komt in heerlijkheid; een dag van diep ontzag en spijt. Wij geloven in de victorie van het kruis, in een altijddurend thuis; de dood voorbij, het leven tegemoet! In U alleen kunnen wij vallen en weer opstaan. Door U alleen staan wij sterk! Met U zullen wij leven in uw koninkrijk. Refrein: Wij verwachten en geloven, dat uw rijk eens komen zal: overvloedig, niet te stuiten, bruisend als een waterval, smelten onze stemmen samen, in een hemels lofgezang, voor onze Koning, Heerser van ’t heelal!
Wij geloven in een kerk, God toegewijd, door Jezus Christus vrijgepleit; een kerk die leeft en Hem belijdt. Wij geloven in de victorie van Gods rijk, overwinning in de strijd; de nacht voorbij, met haast Hem tegemoet! In U alleen kunnen wij vallen en weer opstaan. Door U alleen staan wij sterk! Met U zullen wij leven in uw koninkrijk. Refrein: (2x) In U alleen kunnen wij vallen en weer opstaan. Door U alleen staan wij sterk! Met U zullen wij leven in uw koninkrijk. Refrein:
Welkom Opwekkingsliederen nr. 181 ( twee keer) Majesteit, groot is zijn majesteit; lof zij Jezus en glorie, hulde en eer. Majesteit, God, die de zijnen leidt. Vanaf zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij. Dus verhoog, maak eeuwig groot de naam van Jezus. Volk van God kom en breng lof aan Jezus, de Koning. Majesteit, groot is zijn majesteit; dwars door de dood werd Hij verhoogd, Jezus regeert!
Stil gebed, bemoediging en groet Aansteken van de kaarsen Opwekkingsliederen nr. 174 en 349 Juicht, want Jezus is Heer, kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die ons liefheeft. Hij is verrezen en leeft, Jezus, de Koning, die mensen het leven weer geeft. Juicht, want Jezus is Heer, kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die ons liefheeft. Hij is verrezen en leeft, Jezus, de Koning, die mensen het leven weer geeft. Hij is verheerlijkt, als Koning verheven, zo hoog, 'k zal Hem prijzen. Hij is verheerlijkt, voor eeuwig verheerlijkt en ik verhoog zijn naam. Hij is mijn God, zijn waarheid houdt eeuwig stand. Hemel en aard' verheugen zich in zijn naam. Hij is verheerlijkt, als Koning verheven, zo hoog. Juicht, want Jezus is Heer, kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die ons liefheeft. Hij is verrezen en leeft, Jezus, de Koning, die mensen het leven weer geeft.
Opwekkingsliederen nr. 542 God van trouw, U verandert nooit, Eeuwige, U mijn vredevorst. Aller Heer, ik vertrouw op U. Heer, ik roep tot U, opnieuw en opnieuw. Heer, ik roep tot U, opnieuw en opnieuw. U bent mijn rots wanneer ik wankel, U richt mij op wanneer ik val. Dwars door de storm bent U Heer, het anker; ik stel mijn hoop alleen op U. U bent mijn rots wanneer ik wankel, U richt mij op wanneer ik val. Dwars door de storm bent U Heer, het anker; ik stel mijn hoop alleen op U.
Kinderopwekking 21 Refrein: Ho! Stop! Sta eens even stil! Waar wou je heen gaan, of maakt dat geen verschil. Ho! Stop! Ga er niet vandoor. Je bent er toch niet zomaar, je leeft ergens voor. Als je in de trein zou stappen en je zou niet weten waar je heen wou gaan. (heen wou gaan) Kon je beter in je warme bedje blijven liggen zonder op te staan. (op te staan) Alles gaat uiteindelijk mis, als je niet weet wie Jezus is.
Refrein: Ho! Stop! Sta eens even stil! Waar wou je heen gaan, of maakt dat geen verschil. Ho! Stop! Ga er niet vandoor. Je bent er toch niet zomaar, je leeft ergens voor. Als je in het donker wandelt kun je niet goed kijken waar je heen wilt gaan. (heen wilt gaan) Daarom heb je Jezus nodig want Hij steekt een lichtje in je leven aan. (je leven aan) Reken maar dat jij je vergist als je het Licht van de wereld mist. Refrein: Ho! Stop! Sta eens even stil! Waar wou je heen gaan, of maakt dat geen verschil. Ho! Stop! Ga er niet vandoor. Je bent er toch niet zomaar, je leeft ergens voor. Als je in de put zou vallen en je zou voor niemand meer te horen zijn. (te horen zijn) Zat je daar te kniezen in de duisternis en alles zou verloren zijn. (verloren zijn) Weet je als het donker wordt, Jezus’ arm is nooit tekort.
Refrein: Ho! Stop! Sta eens even stil! Waar wou je heen gaan, of maakt dat geen verschil. Ho! Stop! Ga er niet vandoor. Je bent er toch niet zomaar, je leeft ergens voor.
Gebed Inleiding kindernevendienst Schriftlezing: Genesis 11 : 31 – 12 : 4 31 Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee, evenals zijn kleinzoon Lot, de zoon van Haran, en zijn schoondochter Sarai, Abrams vrouw. Samen gingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 32 Terach leefde tweehonderdvijf jaar. Hij stierf in Charan. 1 De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. 3 Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’ 4-5 Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen. Matteüs 14 : 25 - 29 25 Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. 26 Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden het uit van angst. 27 Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’ 28 Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ 29 Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe.
Handelingen 8 : 26 - 39 (BGT Bijbel in Gewone Taal) 26-27 Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Je moet op reis gaan. Ga naar de weg die van Jeruzalem naar de stad Gaza loopt. Zorg dat je daar midden op de dag bent.’ Filippus deed wat de engel zei. De weg was verlaten. Maar opeens kwam er iemand aan. Het was een man uit Ethiopië, een belangrijke ambtenaar van de koningin van dat land. Hij was het hoofd van de koninklijke schatkamers. De man was in Jeruzalem geweest om de God van Israël te eren.28 En nu was hij op de terugweg. Hij zat in zijn reiswagen te lezen in het boek van de profeet Jesaja. 29 De heilige Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar de man in die wagen toe.’ 30 Filippus liep er snel heen. Hij hoorde de man hardop lezen en vroeg: ‘Begrijpt u wat u leest?’ 31 De man antwoordde: ‘Nee, want niemand legt het mij uit.’ Toen vroeg hij Filippus om in de wagen te stappen en naast hem te komen zitten. 32 De man las het volgende voor uit het boek Jesaja: «Hij zweeg, hij deed zijn mond niet open. Hij was zo stil als een lam dat geschoren wordt. Hij werd meegenomen als een schaap dat geslacht gaat worden. 33 De mensen hebben hem slecht behandeld, maar God heeft hem gered. Nu is zijn leven op aarde voorbij. Wie zal er nog over hem vertellen?» 34 De man vroeg aan Filippus: ‘Over wie zegt de profeet dat? Gaat het over hemzelf of over iemand anders?’ 35 Toen vertelde Filippus hem dat het over Jezus ging. En hij legde hem de tekst uit. Zo vertelde hij hem het goede nieuws. 36-37 Onderweg kwamen ze bij een plaats waar water was. De man zei tegen Filippus: ‘Kijk, ik zie daar water. Mag ik gedoopt worden?’ 38 Toen liet Filippus de wagen stoppen, en ze gingen samen het water in. Daar doopte Filippus de man. 39 Toen ze uit het water kwamen, werd Filippus meegenomen door de Geest van de Heer. De man uit Ethiopië zag hem niet meer. Daarna reisde de man verder, blij en gelukkig.
Orgelspel Overdenking
Meditatief moment (muziek) Duet “All to Jesus” I surrender all, I surrender all; All to Thee, my blessed Savior, I surrender all. All to Jesus I surrender; Humbly at His feet I bow, Worldly pleasures all forsaken; Take me, Jesus, take me now. All to Jesus I surrender; Humbly at His feet I bow, Worldly pleasures all forsaken; Take me, Jesus, take me now. All to Jesus I surrender; Make me, Savior, wholly Thine; Let me feel the Holy Spirit, Truly know that Thou art mine. All to Jesus I surrender; Lord, I give myself to Thee; Fill me with Thy love and power; Let Thy blessing fall on me. I surrender all, I surrender all; All to Thee, my blessed Savior, I surrender all.
Opwekkingsliederen nr. 429 Refrein: solisten: God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt, maakt Hij mij zijn wil bekend.
allen:
God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt, maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe kracht. Als ik mijn hand in zijn hand leg, wijst Hij mij de weg, wijst Hij mij de weg. Al moet ik door de wildernis Hij leidt mij. Hij toont mij een rivier in de woestijn. Alles zal ooit vergaan maar zijn liefde blijft bestaan en Hij maakt iets heel nieuws vandaag. Refrein:
Gebeden Collecte en mededelingen Meidenkoortje zingt “Who am I?” van Casting Crowns Opwekkingsliederen nr. 277 (twee keer) Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard' en hemel prijzen U, glorie voor uw naam. Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, stralend Licht, Morgenster, niemand is als U. Prijst de Vader, prijst de Zoon. Prijst de Geest, die in ons woont. Prijst de Koning der heerlijkheid. Prijst Hem tot in eeuwigheid.
Zegen, beantwoord met: Lied 416 Ga met God, en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen, met zijn raad en troost en zegen. Ga met God, en Hij zal met je zijn. Ga met God, en Hij zal met je zijn, bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God, en Hij zal met je zijn. Ga met God, en Hij zal met je zijn, in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God, en Hij zal met je zijn. Ga met God, en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten. Ga met God, en Hij zal met je zijn.