Voor achtergrondinformatie, papers, rapporten (zoals waarnaar wordt verwezen in dit paper) bij het Green Economic Forum 2013, zie www.greeneconomicforum.nl
Green Economic Forum 2013 Rotterdam, duurzame Haven van Europa 13 december 2013, conferencepaper
“ Treat energy efficiency as ‘world’s first fuel’ ” Internationaal Energieagentschap, October 2013
Inleiding In 2011 heeft een eerste Green Economic Forum plaatsgevonden over succesvolle duurzaamheid strategieën. Het Green Economic Forum 2012 besprak de ‘Werklandschap-pen van Zuid-Holland in de 21e eeuw’. Het Green Economic Forum blijkt te voldoen in een behoefte aan uitwisseling en netwerken tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en natuur- en milieubeweging over de groene economie van Zuid-Holland. Een belangrijke factor daarin zijn haven en industrie van Rotterdam, het Green Economic Forum 2013 staat daarom in het teken van de verduurzaming van de Rotterdamse haven. Het belang van groene economie is helder neergezet door de OESO in ‘Towards green growth’ (2011) en het Planbureau voor de Leefomgeving (‘Voorwaarden voor vergroening van de economie in Nederland’, 2012). Een groene economie combineert economische ontwikkeling met betere milieukwaliteit en houdt rekening met toekomstige generaties, aldus een heldere definitie van het Planbureau. Het belang van een groene economie wordt steeds beter gezien, de weg ernaartoe is niet altijd helder. Dat laatste is nu juist een reden om tijdens het Green Economic Forum met elkaar na te gaan waar kansen liggen, welke belemmeringen we met elkaar op moeten ruimen en wie bij kan dragen aan oplossingen voor duurzame groei. Welke (volgende) stappen zijn er in gezamenlijkheid te zetten? Ook in het Green Economic Forum 2013 is dat de centrale vraag, in dit geval rond het thema van de duurzame haven van Rotterdam. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V., verkent het Green Economic Forum 2013 welke stappen nodig zijn in het verder verduurzamen van de haven. Nodig, zo bleek onlangs nog uit een advies van de Club van Rome voor de haven, in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Zonder verduurzaming heeft de haven geen toekomst na 2040. Energie is daarbij een cruciaal thema, gezien de energie-intensieve bedrijvigheid, het vervoer en de doorvoer in de haven, gebaseerd op fossiele brandstoffen. De sleutel tot een duurzame toekomst ligt bij efficiëntie, aldus het advies ‘Updating the future’. Momenteel wordt een nieuwe impuls gegeven aan energiebesparing. Zo wordt gewerkt aan een Deltaplan Energie-infrastructuur, benoemd in het Nationaal Energieakkoord. Het bedrijfsleven werkt aan energiebesparing via het Deltalinqs Energy Forum. De energievisie van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland vult daar met eigen beelden en voorstellen op aan. Tijdens het Green Economic Forum 2013 worden deze visies bij elkaar gebracht. We zullen met de deelnemers ervan proberen vast te stellen welke concrete stappen er in het haven industrieel complex samen zijn te nemen. Op het duurzaamheidprogramma voor de haven en op belangrijke onderdelen die bijdragen aan CO2-reductie, te weten energiebesparing in haven en industrie, LNG en duurzame logistiek en transport.
Green Economic Forum 2013, aanleiding Augustus 2012 organiseerde het Havenbedrijf Rotterdam N.V. in samenwerking met de Rabobank, een congres plaats over circulaire economie en het belang ervan voor de Rotterdamse haven. Dit congres heeft het thema efficiëntie uit de Havenvisie 2030 verder verkend. In de Havenvisie 2030 formuleert het Havenbedrijf Rotterdam N.V. de ambitie om in 2030 dé meest efficiënte én duurzame haven van Europa te zijn. In het recente advies De toekomst herzien van de Club van Rome in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. wordt de urgentie daarvan nog eens onderstreept. Nu komt het aan op vertaling van urgentie en duurzaamheidambitie voor haven en industrie in concrete acties. Eind 2012 heeft de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland een Energievisie op het haven industrieel complex opgesteld. Juist vanwege het belang voor economie en werkgelegen-heid, is verduurzamen van het haven industrieel complex belangrijk. Er wordt veel energie gebruikt, opgewekt én doorgevoerd. Energie is daarmee een sleutel in verduurzamen van de haven en industrie. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland wil bijdragen aan een transitie naar een duurzame energie- en grondstoffenvoorziening voor het haven industrieel complex. Met een lage energiebehoefte, lage fossiele input en een hoge inzet van hernieuwbare bronnen. Als vervolg op de Energievisie heeft de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland voorstellen geformuleerd om energiebesparing in de haven en industrie verder aan te jagen. Het Nationaal Energieakkoord voor duurzame groei is een actuele belangwekkende ontwikkeling die de op elkaar aanvullende ambities van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland kan versterken. Zo heeft rendabele benutting van industriële restwarmte een hoge prioriteit in het energieakkoord. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland stelt in haar projectvoorstel ‘Energiebesparing in haven en industrie’ voor Energie Servicecenters per sector op te zetten, in aanvulling op het in het Energieakkoord besproken Energy Servicecenter. Met andere woorden, het Nationaal Energieakkoord bevat thema’s en acties op energiebesparing en hernieuwbare opwekking met betekenis en meerwaarde voor de uitwerking van de Havenvisie 2030.
Havenvisie 2030 en duurzaamheidprogramma De Havenvisie 2030 verwoordt de ambitie om in 2030 de meest efficiënte én de meest duurzame haven van Europa te zijn. Dat komt tot uiting in twee beelden: ‘Global hub’ en ‘Europe’s industrial cluster’. In 2030 is Rotterdam dé ‘Global hub’ van Europa voor containers, fuel en energiestromen en koploper in duurzame en efficiënte ketens. Het industriecomplex is ‘Europe’s industrial cluster’, geïntegreerd met Antwerpen het grootste, meest moderne en duurzame petrochemie- en energiecomplex van Europa. De havenvisie geeft ook opnieuw inhoud aan de dubbeldoelstelling van economische ontwikkeling en verbeteren van milieukwaliteit zoals deze al in de jaren ’90 is geformuleerd. Die afspraken hebben onder andere geleid tot realisatie van Maasvlakte2 en 750 ha. nieuwe natuur- en recreatiegebieden en worden ook door de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland onderschreven. De behoefte aan vernieuwing van de dubbele doelstelling is een gevolg van het anders denken over duurzaamheid. Het bewustzijn is in de breedte toegenomen, mede als gevolg van klimaatverandering en het schaarser worden van grondstoffen. Economie en leefkwaliteit worden minder als tegengestelde begrippen gezien, nieuwe duurzaamheid-thema’s komen op. Dit blijkt ook uit begrippen als biobased economy en clean tech.
Deze dubbeldoelstelling moet telkens opnieuw worden vertaald naar de uitdagingen van vandaag en morgen. Op visieniveau is de dubbeldoelstelling geïntegreerd terug te vinden in de ambities rond de ‘Global hub’ en ‘Europe’s industrial cluster’ uit de Havenvisie 2030. Zo wordt voor de ‘Global hub’ de ambitie uitgesproken om de meest duurzame logistieke ketens met de laagste ecologische footprint per tonkilometer ter wereld te ontwikkelen. Voor het industriële cluster wordt de ambitie uitgesproken om een transitie door te maken naar duurzame energieopwekking en biobased chemicals. De ambitie de meest efficiënte en duurzame haven van Europa, is doorvertaald naar een agenda bij de Havenvisie 20301: 1. transitie naar een biobased chemie en industrie met verduurzamen van energieopwekking en realisatie van CO2-afvang en -opslag; 2. forse efficiencyverbetering van logistieke ketens en uitbreiding van het Europese netwerk van inlandhubs en spoor- en binnenvaartinfrastructuur; 3. verbeteren van bereikbaarheid in Rijnmond en naar het achterland door beter benutten van bestaande infrastructuur en uitbreiden van het rijkswegennet (Blankenburgtunnel, A4-Zuid); 4. verbeteren leefomgeving door verminderen geluid- en stankoverlast, creëren van groene (recreatie)randen en intensief ruimtegebruik.
Duurzaamheidprogramma Verder operationaliseren van de agenda uit de Havenvisie vergt volgens het Havenbedrijf Rotterdam N.V. een inzet gestructureerd langs drie themalijnen, ‘reduce’, ‘recycle’ en ‘replace’. Het duurzaamheidprogramma zet daarbij expliciet in op de meer strategische duurzaamheidthema’s op weg naar 2030*. De opgave is deze concreet te maken.
(Duurzaamheidstrategie, Havenbedrijf Rotterdam N.V., 2013)
1
Voor een voortgangsrapportage die tevens een meer volledig overzicht geeft van deze agenda, zie http://www.portofrotterdam.com/nl/Over-de-haven/haven-rotterdam/havenvisie2030/Pages/voortgangsrapportage.aspx .
* Leefomgevingkwaliteit-thema’s als geluid en luchtkwaliteit zijn niet onbelangrijk, sterker, voor omwonenden het belangrijkste, ze zijn ook afgeleide van de strategische thema’s. Invoering van LNG levert een betere luchtkwaliteit op, het vergt echter nog wel een paar strategische keuzen voordat het logistieke systeem is ingericht op het (veilig) gebruiken van LNG. Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. blijft via de uitvoering van de Havenvisie 2030 inzetten op verdere verbetering van de leefomgevingkwaliteit.
Bij reduce gaat het om het verhogen van de efficiency in industrie en logistiek door besparingen in energie- en grondstoffengebruik. Uitgangspunt moet zijn dat er een duurzaam alternatief is, maar als dat er niet is, moet worden ingezet op maximale energie- en grondstoffenbesparing. Dilemma daarbij is dat besparingen kunnen leiden tot uitstel van het inzetten van duurzame alternatieven. Bij recycle gaat het om het sluiten van kringlopen door recycling van metalen en mineralen. Maar ook door clustering van bedrijven en/of het realiseren van verbindende infrastructuur voor energieen grondstoffenuitwisseling. Bij het gebruik van biomassa is er nog discussie mogelijk over het ruimtebeslag ervan en over voedselverdringing. CO2-afvang en -opslag horen hier ook onder, als overgangstechnologie in de transitie naar duurzame energie. Bij replace gaat het om het toepassen van duurzame energie en -grondstoffen. Onder duurzame energie vallen alle vormen van duurzame energieopwekking zoals wind, zon en geothermie. Bij duurzame grondstoffen gaat het om de transitie naar een biobased economy, vervanging van op fossiel gebaseerde grondstoffen. Onder replace valt ook CO2-afvang en -gebruik voor toepassingen in glastuinbouw en in chemie.
Visie Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Het haven industrieel complex heeft economische betekenis voor Noordwest Europa. Verduurzaming ervan is daarom van groot belang. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland heeft eind 2012 in een energievisie voor het complex, een transitie naar een duurzame energie- en grondstoffenvoorziening voorgesteld. Deze visie is naast agendasettend eveneens een reactie op de Havenvisie 2030 en het Rotterdam Climate Initiative. Beide bevatten prima ambities en uitgangspunten, echter nog te weinig concrete actiepunten. Daarnaast bevat de Havenvisie geen doorkijkje na 2030 en dat is jammer. In 2030 zijn we op weg naar de volgende mijlpaal, in 2050, in een klimaatneutraal haven industrieel complex. Er wordt in de Havenvisie onvoldoende gestuurd op koppeling van bedrijven om restwarmtestromen te benutten. En wordt juist sterk ingezet op CO2-afvang en -opslag, zo lijkt het. Risico daarvan is minder gevoelde urgentie voor forse energiebesparing (CO2-reductie) of zoals het Havenbedrijf Rotterdam N.V. het zelf zegt: ‘het risico op uitstel van duurzame alternatieven’. CO2-afvang en -opslag hoort volgens de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland niet meer dan een (tijdelijke) overgangsmaatregel naar een duurzame energievoorziening (lees, extreem efficiënt en gebaseerd op hernieuwbare bronnnen) te zijn. Belangrijk voor het realiseren van CO2-reductie blijft primair energiebesparing. Binnen het haven industrieel complex blijft dat fors achter bij de voorgenomen doelstelling van 2% per jaar. Ondanks enkele hoopvolle projecten, benutten veel bedrijven in de haven niet de laatste stand der techniek voor energiebesparingsmogelijkheden. Haven en industrie benutten onvoldoende de kansen die een energietransitie juist kan opleveren. Zoals voor de industrie lagere productiekosten en het vermarkten van kennis en exportkansen.
Bedrijfsinvesteringen zijn dus nog steeds te weinig milieu-inclusief. Bedrijven stellen zeer scherpe rendementseisen voor het treffen van maatregelen. Zo treffen veel bedrijven alleen maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan 2 á 3 jaar. Mogelijke maatregelen die zich op wat langere tijd terugverdienen, blijven dan liggen. Dit ondanks de afspraak in convenanten om alle maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan 5 jaar te nemen. “Energiebesparing is geen corebusiness van bedrijven, wat eigenlijk vreemd is als je bedenkt dat dertig tot vijftig procent van de productiekosten aan energiegebruik gerelateerd is.” Karin Husmann, directeur van Plant One, Energie expertisecentrum voor haven en industrie Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland streeft naar een duurzame energie- en grondstoffenvoorziening voor haven en industrie, rekening houdend met de mondiale productie- en logistieke ketens waar zij onderdeel van zijn. Met een lage energiebehoefte, een lage fossiele input, een hoge inzet van hernieuwbare bronnen, rekening houdend met natuur, biodiversiteit en gezondheid van mensen. Een dergelijk duurzaam haven industrieel complex wordt gekenmerkt door hoge energie-efficiëntie en doorbraaktechnologie. Door gebruik van hernieuwbare energiebronnen en efficiënt ruimtegebruik. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland onderscheidt de volgende elementen op weg naar een klimaatneutraal haven industrieel complex in 2050: 1.
2. 3. 4. 5.
Een sterke reductie van het energiegebruik door: a. Hoge efficiëntie van gebruik, o.a. via co-siting (stoom, warmte, CO2) en gebruik van restwarmte over grotere afstanden (stedelijk gebied, glastuinbouw); b. Innovatie in procestechnologie en energieopwekking leidend tot doorbraken; Gebruik van hernieuwbare bronnen (biomassa, wind, zon, stroming, geothermie, zoet/zout overgang, en recyclestromen). Duurzame invulling van biomassa/biobased; Versneld afbouwen van het gebruik van fossiele energie, in het bijzonder kolen. CO2-afvang en opslag is een overgangstechnologie naar verduurzaming van productie en raffinage; Efficiënt ruimtegebruik is een voorwaarde voor energiebesparing door samenwerking tussen (energie)productiefaciliteiten en voor vergroening van de leefomgeving; Verbetering van de leefomgevingkwaliteit en gezondheid: luchtkwaliteit, lokale hinder (geluid, stank) en externe veiligheid in het haven industrieel complex.
(haven industrieel complex, van nu naar de toekomst, ‘Energievisie Haven Industrieel Complex Rijnmond, NMZH, 2012)
Deze transitie naar een duurzaam haven industrieel complex loopt via techniek en innovatie, maar zeker ook via politiek, bestuur en de cultuur binnen bedrijven. Een gegeven daarbij is dat de belangrijke investeringsbeslissingen door de bedrijven worden genomen op hoofdkantoren die veelal buiten Nederland liggen. Europees energiebeleid is daarom onontbeerlijk, richting hoge energie efficiëntie en maximalisatie van hernieuwbare bronnen. Het is ook zinvol om te bekijken op welke wijze concurrentievoordelen (stijgende energie-prijzen; vraag van klanten en consumenten, e.d.) kunnen worden gehaald door voorop te lopen met het nemen van werkelijk duurzame maatregelen (“beat the level playing field”). Naast Europees zijn ook regionaal kaders en samenwerking van partijen als Havenbedrijf Rotterdam N.V., Deltalinqs, overheden en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland nodig: 1.
Partijen in het Rijnmondgebied moeten een Europees beleid met harde randvoorwaarden voor verduurzaming van en innovatie in de energievoorziening bepleiten;
2.
Regionale acties a Vestigingsbeleid Sturen op voorrang voor bedrijven die bijdragen aan verduurzaming van de energievoorziening, zoals gebruik van reststromen; b Integratie tussen bedrijven en locatiekeuze Locatiekeuze binnen het industrieel complex die procesintegratie tussen bedrijven ondersteunt. Chemische industrie met co-siting maakt met een forse impuls in energie-efficiëntie mogelijk; c Vergunningverlening Vanuit alle ‘omgevingsvereisten’ kijken naar het gehele systeem van vergunningen. NMZH wil dit verkennen met DCMR, provincie, Deltalinqs en HbR; d Nutsfunctie reststromen Een nutsfunctie voor reststromen invullen door investeringen in transportpijpen en/of reststoffenbedrijven en/of een reststoffenmarkt; e Openbare, transparante monitoring Inzicht in feitelijke resultaten naar duurzaamheid.
Voorzet Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland: energiebesparing HIC Aanhakend bij de actualiteit van het Nationaal Energieakkoord, wil de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland een forse ambitie op energiebesparing in het haven industrieel complex en deze waarmaken door een aantal projecten op te zetten samen met bedrijven, Deltalinqs Energy Forum, Havenbedrijf Rotterdam N.V., gemeente Rotterdam en DCMR. Daarbij valt te denken aan het, naast elkaar en in samenhang, uitvoeren van: 1. Onderzoek (eventueel quick scan) naar de mogelijkheden van industriële energiebesparing en daadwerkelijke toepassing in de praktijk. Beschrijf mogelijke mechanismen om de energiekosten (de som van kosten voor installaties en variabele lasten) voor de industrie maximaal gelijk te houden aan de internationale ontwikkeling en tegelijkertijd de energie-intensiteit drastisch te verlagen. Energie-extensivering is niet alleen een kwestie van het ontwikkelen van kennis op technische universiteiten en bij technische consultants, maar vooral het gebruiken van die technieken en verder ontwikkelen in praktijk-situaties.
2. Zoeken naar gezamenlijke lobbymogelijkheden, in NL- en EU-verband, voor een werkzamer ETS (CO2-emissiehandelsysteem), in aansluiting op 1.. Er zou een aansluitende strategie op het Nationaal Energieakkoord moeten worden ontwikkeld in een ‘SER-Energieakkoord Haven’.
3. Het zoeken van (voorbeeld) bedrijven in de categorie voorlopers en achterlopers om nadere afspraken te maken over versterkt inzetten op energiebesparing. Vergelijkbaar met afspraken die de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland eind 2011 met het bedrijf IOI Loders Croklaan heeft gemaakt. Op basis van een energiescan is een CO2-reductieplan opgesteld en zijn tenminste drie van de meest belovende emissiebeperkende maatregelen genomen. Deze aanpak biedt wat de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland betreft ook mogelijkheden voor het creëren van gezamenlijke provinciale of Rotterdamse Green Deals. 4.
Oprichten van Energy Servicecenters per bedrijfstak in de haven in aanvulling op het Service Centre in Plant One. Het toegankelijk maken van energiebesparingsmogelijkheden, is zinvol. In aanvulling daarop moet ook echt per bedrijfstak specifiek maatwerk tot stand komen, waarbij bedrijven komen tot doorlopen van het traject van businesscase tot implementatie.
Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland wil op deze voorstellen inzet en capaciteit inbrengen en nodigt de deelnemers aan het Green Economic Forum 2013 en anderen uit om daarover mee te denken en tot uitvoering te komen.
Rotterdam, duurzame haven van Europa Het Green Economic Forum 2013 heeft tot doel om tot uitwisseling te komen over kansen en oplossingen voor belemmeringen op weg naar een duurzame haven en industrie in Rotterdam en de Vlaams Nederlandse Delta. Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft in de Havenvisie 2030 duurzaamheidambities geformuleerd en staat nu voor de opgave deze te vertalen naar concrete uitvoering. Daarvoor is dialoog met de maatschappelijke omgeving en van ondernemers in de haven nodig. Het is van belang dat deze ambities gaan leven en tot uitvoering komen. Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. wil tijdens het Green Economic Forum 2013 tot een uitwisseling komen over haar voorzet voor een duurzaamheidprogramma, zowel met ondernemers in de haven als met de maatschappelijke omgeving van de haven. Peter Mollema zal die voorzet in zijn inleiding schetsen en u krijgt in de themasessie uitgebreid de gelegenheid daarover met hem van gedachten te wisselen. Het Rotterdam Climate Initiative stimuleert de duurzame energietransitie in de stad en in de haven. Alexandra van Huffelen zal als vicevoorzitter ingaan op enkele vragen. Wat betekenen de huidige economische ontwikkelingen, de ontwikkelingen op de energiemarkten en het nationale energieakkoord voor deze duurzame energietransitie? Om zo te kunnen bepalen wat daarin tot nu toe is bereikt en verder te kunnen met de vraag waar Rotterdam de komende jaren op wil versnellen. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland geeft met het Green Economic Forum 2013 en onze visie en voorstel voor een aanpak naar een duurzame haven en industrie een voorzet. Zowel via de inleiding van Alex Ouwehand, als in de themasessie over ‘Energiebesparing in haven en industrie’. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland hoopt op een goede uitwisseling en op deelnemers in haven en industrie die samen met de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland concreet willen investeren in concrete stappen. Tijdens het Green Economic Forum 2013 zullen daarnaast nog twee thema’s aan de orde komen die tot nu in dit paper minder aan de orde zijn gekomen. Ze spelen evenwel een belangrijke rol bij het verduurzamen van haven en industrie op weg naar 2030. LNG, als transportbrandstof De toepassing van LNG als transportbrandstof kan zeker in de scheepvaart een forse bijdrage leveren aan het terugdringen van de emissies van CO2, NOx, SOx en fijnstof. Aan de andere kant is LNG ook gewoon een fossiele brandstof en is de mate waarin LNG werkelijk bijdraagt aan de verduurzaming van het zware transport afhankelijk van de keuzen die er gemaakt worden bij de implementatie van deze nieuwe brandstof. Tijdens de themasessie van het Green Economic Forum 2013 over LNG worden de voor- en nadelen van invoering van LNG bekeken. Evenals de wijze waarop de bijdrage van LNG aan de verduurzaming van het transport kan worden geoptimaliseerd. Supply chain management, meer dan duurzame logistiek Duurzame logistiek is geen keuze meer, maar noodzakelijk om congestie te beperken, emissies te minimaliseren én de transportkosten te verlagen. Zowel de verlader als de logistieke dienstverlener hebben hierin een verantwoordelijkheid. De workshop laat aan de hand van voorbeelden zien hoe duurzaamheid en kostenreductie in het vervoer hand in hand gaan bedrijven 10-15% kunnen verbeteren met gerichte maatregelen rond de inrichting van de logistieke keten, optimalisatie van de transportoperatie, horizontale en/of verticale samenwerking, verkorten van laad- en lostijden, optimale modaliteits- en voertuigkeuze, reduceren van brandstofgebruik e.d.
Aan het eind van het Green Economic Forum 2013 zullen we vaststellen welke concrete stappen in gezamenlijkheid zijn te zetten op weg naar de duurzame haven in 2030.
Programma Green Economic Forum 2013 13 december 2013, Maastoren Rotterdam*
13.00 uur 13.30 uur
Ontvangst Welkom door middagvoorzitter Adriaan Visser, Algemeen directeur Platform31 en door Anneke Sipkens, directeur sustainability, Deloitte
13.45 uur
Inleidingen en reacties √ Havenvisie 2030, ambities en stappen naar een duurzaamheidprogramma Peter Mollema, directeur Environmental management Havenbedrijf Rotterdam √ Rotterdam Climate Initiative, de inzet voor een duurzame stad en –haven Alexandra van Huffelen, vicevoorzitter Rotterdam Climate Initiative √ Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie Alex Ouwehand, directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Reacties van de zaal en de 1e rij, bestaande uit √ Harry Geerlings, hoogleraar bestuur en duurzame mobiliteit, Erasmus Universiteit √ Cees Jan Asselbergs, directeur Deltalinqs √ Pier Vellinga, hoogleraar klimaat en energie, Wageningen Universiteit √ Gaston Gelissen, bureauhoofd klimaat en verkenningen, DCMR
15.00 uur
Pauze
15.30 uur
Parallelle themasessies 1. Duurzaamheidprogramma Havenbedrijf Rotterdam 2. Energiebesparing in haven en industrie 3. LNG als transportbrandstof 4. Supply chainmanagement
16.30 uur
Plenaire afsluiting met uitwisseling en afrondende conclusies
Vanaf ongeveer 17.45 uur tot 18.30 uur is er gelegenheid tot napraten met een drankje en hapje. *Mogelijk gemaakt door Deloitte