Volle maan_22e druk.indd 1
09-11-10 09:45
Volle maan_22e druk.indd 2
09-11-10 09:45
Volle maan_22e druk.indd 3
09-11-10 09:45
Volle maan_22e druk.indd 4
09-11-10 09:45
Volle maan
Volle maan_22e druk.indd 1
09-11-10 09:45
favorieten van de kinderjury Meester Kikker (7+) 1996 Weg met die krokodil (7+) 1994 De Grijpgrip (8+) 2001 Paniek in de Leeuwenkuil (8+) 2005 Leeuwenroof (8+) 2007 Nooit de buren bijten (9+) 1996 Altijd bijten de buren (9+) dolfje weerwolfje Dolle vollemaannacht (voorleesprentenboek) Het nachtmerrieneefje (7+) Niet bijten, Dolfje! (7+) Weerwolvenfeest (7+, met liedjes-CD) 2007 Dolfje Sneeuwwolfje (7+) 2009 Dolfje Weerwolfje (8+) 1998 Volle maan (8+) 2000 Zilvertand (8+) Weerwolvenbos (8+) 2004 Boze drieling (8+) 2006 Weerwolfgeheimen (8+) 2008 Een weerwolf in de Leeuwenkuil (8+) de griezelbus (9+) De griezelbus 0 2000 De griezelbus 1 De griezelbus 2 1995 De griezelbus 3 1997 De griezelbus 4 1999 De griezelbus 5 De griezelbus 6 2006 De griezelbus 7 2009 dolfjeweerwolfje.nl Getipt /
Volle maan_22e druk.indd 2
degriezelbus.nl
paulvanloon.nl
Bekroond door de Nederlandse Kinderjury
09-11-10 09:45
Paul van Loon
Volle maan Tekeningen Hugo van Look
Leopold / Amsterdam
Volle maan_22e druk.indd 3
09-11-10 09:45
Voor Manisha
avi 7/m6 Tweeëntwintigste druk 2010 © 1999 tekst: Paul van Loon Omslag en illustraties: Hugo van Look Foto auteur: Manisha van Loon Uitgeverij Leopold, Amsterdam isbn 978 90 258 4585 8 / nur 282
Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met FSC-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen behouden.
Volle maan_22e druk.indd 4
09-11-10 09:45
Inhoud 1. Achtervolgd 2. Doof? 3. Beste vriend 4. Griep 5. Op weg 6. Vergeten 7. Verhuisdag 8. Vreemd gezicht 9. Jager 10. Patser 11. Soepdief 12. Kampvuur 13. Overal haar 14. Wolvengehuil 15. Verrassing 16. Roos 17. Een wolf, haha 18. Hard gesnurk 19. Schieten? 20. Straf 21. Stiekem 22. Verdacht 23. In de war 24. Man 25. Opa weerwolf
Volle maan_22e druk.indd 5
7 10 13 17 20 24 27 32 36 40 44 49 54 57 64 71 74 77 82 87 90 94 99 102 107
09-11-10 09:45
26. Niet veilig 27. Niet lekker 28. Steekje los? 29. Weerwolfjeuk 30. Tor 31. Stom 32. Bloed 33. Bruut 34. Neef 35. Bink 36. Gek? 37. Wolfdag 38. Net echt 39. Snikken 40. Verband 41. Volle maan 42. Pak me dan
Volle maan_22e druk.indd 6
110 114 118 123 127 133 136 140 145 150 155 158 161 165 168 173 177
09-11-10 09:45
1. Achtervolgd „Blijf staan jij!” Dolfje Spaan bleef niet staan. Hij keek niet om naar de man die hem in het donker achtervolgde. Hij rende gewoon door, zo hard als hij kon. De man reed op een brommer. Hij had een dikke bos haar, een dikke snor en hij droeg een dikke leren jas. Knetterend scheurde hij over stoepen en tussen geparkeerde auto’s door. De lichtstraal van zijn koplamp zigzagde over de straat. Dolfje schoot van links naar rechts, maar de lichtbundel bleef hem volgen. Dolfjes hart bonkte in zijn borstkas. Zijn tong hing uit zijn mond. „Ah, heb ik je, ja,” brulde de man. „Ik zal je!” Maar Dolfje dook weer weg en verstopte zich in het duister. Hijgend keek hij van links naar rechts. Waar moest hij naar toe? Hij was moe. En zijn maag zat vol, omdat hij net flink had gegeten. Daarom kon hij ook niet zo hard lopen. Wanhopig keek hij naar de volle maan. 7
Volle maan_22e druk.indd 7
09-11-10 09:45
Prompt stapte hij middenin een plas. Het water spatte in zijn ogen. „Ik zal je, ja, lelijke kippenkiller,” hoorde hij de man achter hem schreeuwen. De maan verdween achter een zwarte wolk. Regendruppels tikten op de daken van de auto’s. De regen ruiste en maakte de straat glimmend zwart. Het volgende moment scheen een felle lichtstraal in Dolfjes ogen. Hij deinsde terug en schermde zijn ogen af. „Nu heb ik je!” hoorde hij. Dolfje zag een zwart silhouet op een brommer. De man trok aan het stuur. Zijn brommer steigerde op het achterwiel als een paard. Toen haalde hij een knuppel uit zijn jas. Dolfje keek om zich heen en kromp in elkaar. Hij kon geen kant meer op. Hoog torende de brommer met zijn berijder boven hem uit. De knuppel zwaaide boven zijn hoofd. Het zag er slecht voor hem uit. Maar dat duurde maar even. De weg was glad van de regen. Het achterwiel slipte. De brommer gleed onderuit, de man rolde over de weg en de knuppel stuiterde de stoep op. Het achterwiel draaide gierend rond. 8
Volle maan_22e druk.indd 8
09-11-10 09:45
Dolfje stond een moment met grote ogen te kijken. Niet te geloven, hij was gered. „Rennen, sukkel,” gromde hij tegen zichzelf. Hij keek nog een keer naar de man, die woedend opkrabbelde. Toen ging hij ervandoor, zo snel als hij kon op zijn vier poten. „Blijf staan, ja, kleine misselijke rotwolf.” Het gebrul van de brommer klonk alweer. Dolfje rende een hoek om. Daar greep iemand hem beet. Twee handen drukten hem tegen de grond. Er werd iets over hem heen gegooid.
9
Volle maan_22e druk.indd 9
09-11-10 09:45
2. Doof? „Vlug, sta op en trek die jas aan,” siste een stem. Dolfjes hart sprong op. „Timmie! Hoe kom jij hier? Ik was...” „Geen tijd.” Timmies stem klonk gehaast. „Ga op je achterpoten staan. Steek je voorpoten in de mouwen, vlug.” Hij hielp Dolfje in de lange regenjas. Het gebrul van de brommer kwam snel dichterbij. Timmie drukte een baseballpetje op Dolfjes kop. Hij wikkelde er ook een das om, zodat alleen Dolfjes bril te zien was. Nog steeds plensde de regen op hen neer. Het water droop uit Dolfjes staart, die een stukje onder de jas uitkwam. Timmies haar was ook drijfnat. „Kom op, vlug naar huis,” zei hij. Een witte lichtbundel zwiepte over hen heen. Ronkend kwam de brommer vlak voor hen tot stilstand. „Hé, jongens, wacht eens even, ja.” Timmie hield een hand voor zijn gezicht tegen het felle licht. Dolfje was muisstil en keek een andere kant op. De man op de brommer veegde zijn arm langs
10
Volle maan_22e druk.indd 10
09-11-10 09:45
zijn neus en snoof luid. „Hebben jullie hier een wolf voorbij zien komen, ja? Een kleine witte, ja? Hij had een bril op.” Timmie trok een wenkbrauw op. Zijn gezicht vertrok tot een scheve grimas. „Een wolf met een bril, zegt u?” Hij grinnikte overdreven hard. „Je hoeft me niet uit te lachen, ja,” gromde de man. „Er zat een wolf in mijn kippenren, een witte. Hij droeg een bril, ja. En hij heeft een van mijn kippen opgevreten. Het was nogal een vette, ja.” „Een vette, witte wolf met een bril?” vroeg Timmie. „Nee, een vette kip. Eentje die ik zelf met kerst had willen slachten, ja.” Nog steeds scheen de koplamp op Timmie en Dolfje. De man keek hen onderzoekend aan. Hij snoof nog eens. Regenwater droop uit zijn snor. „Heeft je vriendje ook niets gezien?” vroeg hij. Dolfje hield zich doodstil. Zijn bril zat vol regendruppels, maar hij durfde de glazen niet schoon te vegen.
11
Volle maan_22e druk.indd 11
09-11-10 09:45
Hij hoopte dat de man niet naar zijn voeten keek. De man keek hem doordringend aan. „Hé, jij daar, waarom zeg jij niets, ja?” Hij stapte van de brommer af. „Ik vraag je iets, lummel. Ben je doof of zo, ja? Laat je gezicht eens zien, ja.” Hij probeerde de das te grijpen. Dolfje deinsde terug. „Nee...”
12
Volle maan_22e druk.indd 12
09-11-10 09:45
3. Beste vriend Timmie ging snel voor Dolfje staan. „Ach, nu weet ik het weer,” riep hij. „Ik heb net iets wits zien wegrennen.” Hij wees. „Daar, aan de overkant. Ik dacht een hond of zoiets.” „Dat was ’m,” riep de man. „Niet een hond of zoiets, maar een wolf. Waarom zeg je dat niet meteen, ja. Snotaap! Als hij ontsnapt, is het jouw schuld, ja.” De man stapte snel op zijn brommer. Grommend stoof hij de straat uit en verdween in het duister. Langzaam hoorden ze het gebrul in de verte wegsterven. Timmie keek Dolfje aan. „Pff, dat was op het nippertje. Wat een bullebak.” Hij schudde zijn hoofd. „Laat die kippen maar met rust, Dolfje. Veel te gevaarlijk. De mensen worden woest als je hun kippen opvreet. Stel je voor dat iemand je op een nacht te grazen neemt.” Dolfje trok de das weg. 13
Volle maan_22e druk.indd 13
09-11-10 09:45
Hij wreef met zijn poot over zijn snuit. „Wrow,” gromde hij. „Het spijt me, Timmie. Ik kon er niets aan doen.” Hij wees omhoog. „Het is volle maan. Dus je weet ’t...” Hij plukte verlegen aan zijn staart. „Ik kreeg weer wolvenhonger. Ik heb speciaal helemaal aan de andere kant van de stad een kippenhok uitgezocht. Wist ik veel dat die kerel mij op zijn brommer achterna zou komen.” Timmie schudde zijn hoofd. „Je weet toch wat je moet doen bij weerwolfhonger. Rauwe biefstuk uit de koelkast. Een lekker sappige. Die helpt. Dat heeft opa toch verteld?” Dolfje knikte. „Maar in de koelkast lag geen rauwe biefstuk, dus...” Timmie zuchtte. „Ik snap het. Mama is natuurlijk vergeten nieuwe biefstukken te halen. Nog een geluk dat ik wakker werd. Ik miste je en ben snel op zoek gegaan.” 14
Volle maan_22e druk.indd 14
09-11-10 09:45
„Gelukkig,” zei Dolfje zacht. „Die man had mij in het nauw gedreven. Zonder jou was ik niet ontsnapt, denk ik.” Hij legde zijn kop op Timmies schouder. „Wrow, jij bent mijn beste vriend. Voor nu en altijd.” Timmie grinnikte. „Kom, gauw naar huis. We zeggen niets tegen papa en mama. Die willen niet dat wij ’s nachts door de regen hollen. Als ze erachter komen, mogen we vast niet op schoolkamp.” Samen sjokten ze door de regen naar huis. „Was het trouwens een lekkere kip?” vroeg Timmie. „Gaat wel,” gromde Dolfje. „Ik krijg altijd de kriebels van die veren in mijn bek. Net of je in een kussen hapt.” Achter hen klonk opeens een bekend geronk. Dolfje sprong van schrik wel een meter hoog. „Daar is hij weer!” Hij dook weg achter Timmie. „O!” zei Timmie. „Wat?” gromde Dolfje. „O, o!” „Wat? Wat?” „Pas op. Daar komt...” 15
Volle maan_22e druk.indd 15
09-11-10 09:45
„Wat dan?” „Een oude mevrouw op haar scheurijzer.” Timmie grinnikte. „Wat?” Een oude dame tufte langs op een klein brommertje. Ze droeg een grote, roze helm. Achterop stond een kanjer van een boodschappentas. Dolfje stompte Timmie tegen zijn schouder. „Pestkop!” Timmie grijnsde: „Sukkeltje. Kom, we gaan naar huis.” Ze renden snel de straat uit.
16
Volle maan_22e druk.indd 16
09-11-10 09:45
4. Griep Dolfje deed zijn ogen open. Vandaag is het schoolkamp, was zijn eerste gedachte. Hij waste zich, kleedde zich aan en rende de trap af. Vrolijk holde hij de keuken in en ging aan de ontbijttafel zitten. „Goeiemorgen, Dolfje,” zei de moeder van Timmie. „Zin in een eitje?” „Nee, dank u wel,” antwoordde Dolfje. „Ik heb eigenlijk helemaal geen honger.” Moeder keek hem peinzend aan en knikte toen. „Ik begrijp het. Dat komt van de spanning. Je kunt haast niet wachten om op kamp te gaan. Maar je moet toch eten, knul. Anders word je nooit een grote weerwolf.” Moeder grinnikte en knipoogde naar Dolfje. „Je kunt niet met een lege maag op stap.” Dolfje zuchtte diep en blij. Wat was hij toch gelukkig, dat hij bij Timmie en zijn ouders mocht wonen. Zij kenden zijn geheim en hielden toch van hem. Elke maand, als het volle maan was, werd Dolfje ’s nachts een weerwolf. Soms gebeurde dat een keer per maand. 17
Volle maan_22e druk.indd 17
09-11-10 09:45
Soms twee keer. Maar nooit meer dan drie keer achterelkaar. Behalve Timmie en zijn ouders wist niemand van Dolfjes geheim. Dolfje kende zijn eigen ouders niet. Die hadden hem in de steek gelaten toen ze ontdekten dat hij een weerwolfje was. Maar Timmies ouders hadden hem liefdevol opgenomen. Zij vonden het niet erg dat hij een weerwolf was. Vader vond het zelfs gaaf en cool. En Timmie was zijn allerbeste vriend. Die beschermde hem altijd. Ik ben een bofferd, dacht Dolfje. „Wat zit je te dromen, Dolf?” Timmies vader kwam aan tafel zitten. Op zijn hoofd stond een theemuts in de vorm van een olifant. Hij droeg een paarse badjas, bezaaid met kleine olifantjes. Aan zijn oorlellen hingen zilveren olifantjes. Timmies vader hield van anders. Vandaag had hij een olifantdag. Hij knipoogde naar Dolfje. „Eh, niets bijzonders,” zei Dolfje. „Ik dacht hoe fijn het is om bij jullie te wonen. En vandaag gaan Timmie en ik lekker samen op schoolkamp.” „Wij vinden het ook fijn om jou bij ons te 18
Volle maan_22e druk.indd 18
09-11-10 09:45
hebben, Dolf,” zei Timmies vader. „Je bent een lieve jongen en een prima weerwolf.” Dolfje lachte. „Waar blijft Timmie nou? We moeten zo vertrekken. Ik heb al mijn spullen al ingepakt.” „Eh, er is een klein probleem,” zei moeder. Ze zette een gekookt ei voor vader neer en legde een hand op Dolfjes schouder. „Timmie ligt in bed met griep. Hij kan niet mee op schoolkamp.” Van schrik stootte Dolfje zijn theekop om.
19
Volle maan_22e druk.indd 19
09-11-10 09:45
5. Op weg Dolfje sprong overeind. „Wat zegt u? Timmie ziek? Nee, dat kan niet. Dat mag niet. Ik bedoel, hoe moet dat nou met het schoolkamp? Ik kan toch niet alleen gaan? Stel je voor dat ik verander!” Zenuwachtig liep Dolfje rondjes om de tafel. „Rustig maar, jongen,” zei moeder. Ze zette Dolfjes theekopje op het schoteltje en maakte de tafel droog met een doekje. „Er is niets aan de hand. Jij kunt ook gewoon thuisblijven als je wilt.” Dolfje bleef staan. „Thuisblijven? Niet op kamp gaan?” Vader haalde zijn schouders op. „Als je niet wilt, zullen wij je niet dwingen, hoor. Maar er is niets om bang voor te zijn.” Hij stond op en liep naar de weekkalender, die boven het aanrecht hing. „Kijk maar, hier staat het. Vandaag is het 12 oktober. De volgende week is het pas weer volle maan, 20
Volle maan_22e druk.indd 20
09-11-10 09:45