VOGELS + #01 voorjaar 2015
IJsvogel De beste verrekijker voor jonge vogelaars! IJsvogel 6x30 € 149,Ledenprijs € 134,10 IJsvogel 8x30 € 159,Ledenprijs € 143,10
• in 6x30 en 8x30 uitvoering • inclusief draagtas, stevige draagriem, beschermdoppen en regenkap • Gratis Startkaart vogels kijken • 10 jaar garantie
Meer info? Ga dan naar www.vogelbescherming.nl/optiek of
Met uw aankoop steunt u het werk van Vogelbescherming Nederland
Colofon
NIEUW!
Vogels+ tweede jaargang, maart 2015
Vogels+ is een uitgave van Vogelbescherming Nederland voor vogelaars. Verschijnt 4 keer per jaar voor tablet en op papier. Een abonnement kost voor leden van Vogelbescherming €14,50 per jaar. Niet-leden betalen €24 voor een papieren abonnement. Vogels+ is gratis beschikbaar voor tablets (Download de app ‘Vogelbescherming' voor Android en iOS tablets).
Vogels+ is ook actief op Facebook: daar leest u meer en kunt u meepraten over actuele onderwerpen.
Vogelbescherming Nederland Postbus 925 3700 AX Zeist
Redactie Lars Soerink (hoofdredacteur), René de Vos (eindredacteur), Ruud van Beusekom, Rob Buiter. Beeldredactie: Pauline van Mechelen.
vogelbescherming.nl facebook.com/vogelsplus twitter.com/vogelnieuws
Abonnementen via vogelbescherming.nl/actueel/tijdschriften of via het servicecentrum van Vogelbescherming: 030 693 77 00. Reacties zijn welkom via
[email protected].
Vormgeving Kees Klaver, Badhoevedorp
Actueel nieuws over de bescherming van vogels leest u maandelijks in de gratis digitale nieuwsbrief van Vogelbescherming. Aanmelden via vogelbescherming.nl/nieuwsbrief.
Overname van artikelen en/of figuren mag alleen met voorafgaande toestemming van Vogelbescherming Nederland.
Druk Roto Smeets GrafiServices Foto’s Cover IJsvogel dreamstime Pag. 25 Aalscholver nbb/Samdek Pag. 32 Waterspreeuw Lesley van Loo
Het werk van Vogelbescherming Nederland wordt ondersteund door de Nationale Postcode Loterij.
VOGELS +
Voorjaar 04 BinnenKort Over zaken die voorzien zijn of zomaar hot kunnen worden. Plus
Waterschapsverkiezing
columns. 08 Kwestie Kan een klankbeeld een soortentelling vervangen? 10 Meerjarenplan Vogelbescherming kiest voor duurzaam. 22Extra support voor elftal bedreigde Rode Lijsters. 25 Dossier Waterschapsverkiezingen
• ‘Beschermer en waterschap moeten
elkaar opzoeken’.
Rubrieken
• Check: Hoe groen zijn de vijf
grootste waterschapspartijen?
15 Wet
16 Portret
• De Berkel slingert voor oeverzwaluw
en ijsvogel.
18 Infographic 19 Foerage 20 Veldwerk 32 Staart
DOSSIER Waterschappen
Het minst gewaardeerde bestuurscluppie. Geen hond die weet wat ze doen... Waterschappen hebben het niet makkelijk. Dat moet in ons lage land best frustrerend zijn, want wat die waterschappers doen raakt ons allemaal. Ook onze vogels. Vaak doen ze ook heel mooie dingen: lees maar vanaf pagina 25. Behalve voor het opfrissen van afvalwater zorgen waterschappen voor het regelen van waterstanden; voor weidevogels van niet minder dan levensbelang! De wijze van beheer van beekoevers is cruciaal voor de broedmogelijkheden van ijsvogels. Liefst zien we waterschappen die ecologisch doortimmerd maatwerk leveren. We dromen van kronkelende beken, plasdras-weilanden in het voorjaar. Mensen met andere belangen willen vaak iets anders: strak en recht, flink ontwaterd in het voorjaar, zodat je met groot materieel het land op kan. En je moet het ze nageven: recht+droge-voeten heeft haar vertegenwoordiging in de waterschappen goed voor elkaar. Met Vogels+ willen we u – vogelaar/beschermer – graag in staat stellen zelf een verschil te helpen maken. Omdat vogels beschermen niet vanzelf gaat, moeten we dat dus met z’n allen doen. Dit keer is het simpel: ga 18 maart even stemmen. Namens de vogels: dankuwel. Lars Soerink Hoofdredacteur PS: niet zeker op wie u wilt stemmen? We hebben op pagina 28/29 een paar belangrijke vragen aan enkele grote partijen gesteld. Zo ziet u meteen van wie vogels het moeten hebben.
VOGELS + 1/3
+ BinnenKort
Jaarrond Tuintelling: een mega-onderzoek door liefhebbers Vogelbescherming biedt je de kans om mee te doen aan onderzoek – in de eigen tuin, of zelfs op het balkon!
Tuinen beslaan een groot deel van Nederland. Maar hun betekenis voor de natuur en de biodiversiteit is nagenoeg onbekend. We hebben er vaak wel een idee bij, maar feiten ontbreken. Wel groeit het besef dat die waarde best eens groter kan zijn dan gedacht. Vandaar dat zeven partijen – Vogelbescherming, Sovon, Vlinderstichting, Ravon, Zoogdiervereniging, EIS en Floron – samenwerken om het grootste tuinonderzoek in Nederland op te zetten; de Jaarrond Tuintelling. Met deze telling willen we gegevens verzamelen over dieren en planten in tuinen: van vogels tot libellen en van amfibieën en madeliefjes tot zoogdieren. Het hele jaar door. In de Tuintelling worden twee soorten tellingen gecombineerd: weeklijsten en tijdstiptellingen. Door die slim te
combineren kunnen trends over langere tijd worden blootgelegd. De telling leent zich ook bij uitstek voor fenologisch onderzoek, bijvoorbeeld veranderingen in de aankomstdatum van gierzwaluwen in het voorjaar. Ook het effect van het weer kan in beeld gebracht worden; wat is bijvoorbeeld de invloed van een winters koudefront in het noorden van het land? Echte citizen science
De Tuintelling is een prachtig voorbeeld van citizen science: laagdrempelig wetenschappelijk onderzoek waar ‘gewone mensen’ een bijdrage aan leveren. Omdat het leuk is, omdat het erg gemakkelijk is en omdat je op die manier meebouwt aan een geweldige dataset. Na aanmelden op www.tuintelling.nl kun je via je eigen tuinaccount gegevens gaan bijhouden en meteen ook zelf je gegevens vergelijken met zowel landelijke als provinciale resultaten. Een extra reden om mee te tellen!
Bedenk een Vogelweek-evenement! De Nationale Vogelweek is een jaarlijkse excursie- en activiteitenmarathon. Het doel is om zoveel mogelijk niet-vogelaars kennis te laten maken met de prachtige wereld van de vogels. Dit jaar is de Vogelweek van 16 t/m 24 mei. Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland
4/1
VOGELS +
zijn op zoek naar mensen die een activiteit willen organiseren. Dat kun je doen als vogelwerkgroep – bijvoorbeeld door een bestaande excursie open te stellen – of door voor deze gelegenheid iets te organiseren. Dat kan een korte vogelwandeling zijn, een miniworkshop vogelgeluiden herkennen,
een dag vogels fotograferen. Belangrijker dan het thema is dat je er zelf enthousiast over bent, en bereid bent anderen te laten delen in je enthousiasme. Vooral vogels in de stad en activiteiten voor beginnende vogelaars blijken erg populair. Heb je een idee voor een activiteit? Laat het ons weten via www.vogelweek.nl of
[email protected].
Baardmannetje Wil leurs /Agami
foto's Tiepes fotografische vormgeving
Luister naar Vroege Vogels op 22 maart van 07.00-10.00 (NPO Radio 1). Meld je daarna ook vooral aan via www.tuintelling.nl, want ook jouw tuin telt toch mee?
Een Reset van de Oostvaardersplassen Moerasnatuur kan sterk dynamisch zijn in het al dan niet vóórkomen van planten- en diersoorten, vooral als het waterpeil over de jaren flink varieert. Dat geldt ook voor de Oostvaardersplassen, waar is gekozen voor een zo natuurlijk mogelijk beheer. De forse aantallen ruiende grauwe ganzen vormen samen met de grote, wilde herbivoren en de dynamiek van het waterpeil belangrijke redenen voor het voortbestaan van de biodiversiteit in de Oostvaardersplassen. Toch treedt ook in dit unieke natuurgebied stagnatie op. Met voortzetting van het huidige beheer worden de doelen voor 19 tot 23 moerasvogelsoorten, zoals roerdomp en porseleinhoen, op termijn niet gehaald. Daarnaast is het spectrum van vogelsoorten hier zo groot dat de omstandigheden niet tegelijkertijd voor álle soorten gunstig kunnen zijn. Afhankelijk maken van regen
Het voornemen is daarom om in het moerasdeel een reset van de vegetatieontwikkeling en visfauna te realiseren. Dit gebeurt door een actieve waterstandsverlaging: gedurende drie jaar wordt het waterpeil in het gebied of in delen van het gebied drastisch verlaagd, ook in de winter. Daarna gaat gedurende drie jaar het peil weer langzaam omhoog. Door het gebied daarna alléén afhankelijk te laten zijn van regenval, hopen de beheerders dat menselijk ingrijpen de eerste twintig tot dertig jaar niet of nauwelijks meer nodig is. Het is bekend dat een cyclus van waterstandverlaging en -verhoging in moerasgebied zorgt voor een opeenvolging van ‘pieken’ van verschillende vogelsoorten. Vogelbescherming is voorstander van deze maatregel, maar wil wel dat het zorgvuldig gebeurt en dat moerasvogels tijdelijk voldoende ander onderkomen kunnen vinden.
Piersma De eerste zwaluw!
Het is eind januari en ik ben met onze groep in Mauretanië druk met onderzoek aan wadvogels en hun voedsel. Maar soms zijn mijn gedachten bij zwaluwen. Niet zozeer omdat wij hier in een voorjaarsklimaat werken – zwaluwen zijn lentebrengers! – maar omdat mij de voorjaarstrek van zwaluwen intrigeert. De huiszwaluwen die aan de gevel van mijn eigen huis in Friesland wonen en de boerenzwaluwen die daar boven de sloten zwieren; ze hebben ergens – maar waar? – in Afrika overwinterd en komen soms ook langs deze plek. Hier op de Banc d’Arguin wonen wij in barakken. Op sommige avonden schieten bij het schemeren een of twee boerenzwaluwen naar binnen. Ze gaan op een lat aan het plafond, of zelfs op een stapel boeken zitten. Uit de wind en in de beschutting van de tent brengen ze er slapend de nacht door, in afwachting van de nieuwe dag. Dat ook mensen volop gebruik maken van die ruimtes nemen deze vogeltjes op de koop toe. Wij hebben de zwaluwen aan veilige slaapgelegenheid kennelijk meer te bieden dan heel de woestijn om ons heen. Onze Mauretaanse partners vertellen dat boerenzwaluwen vaak gebouwen binnenkomen om er de nacht door te brengen. Ze vallen dan wel eens uitgeput van hun stokje. ’s Ochtends vertrekken de vogels weer. Tegen de wind in vliegend, zo nu en dan een vliegje snappend, op de grens van woestijn en oceaan, bereiden ze zich voor op de lange reis naar het noorden. Over dik tien weken zullen ze in Nederland aankomen. De wadvogels die wij hier in kaart brengen nemen geen pauzes onderweg. Ze slapen zelfs niet tijdens de trek. Maar de zwaluwen nemen hun tijd. Wij zullen eerder in Nederland zijn dan zij. Maar als ze aankomen, dan is het lente! Theunis Piersma (Deze tekst is deels ontleend aan het boekje Zwaluwen van Gaast)
Professor Theunis Piersma is oprichter van het samenwerkingsverband globalflywaynetwork. com.au
+ BinnenKort Voor kinderen en jongeren zijn er in de zomer allerlei leuke natuur-zomerkampen. Ze worden aangeboden door drie verschillende organisaties.
zoogdieren of insecten en algemene zomerkampen speciaal voor deelnemers van 11 tot en met 13 jaar. Er wordt meestal gekampeerd en op het dag-
Oostvaardersplassen Ruben Smit/BB
Stichting NatuurOntdekkers is een organisatie die (zomer)kampen aanbiedt voor kinderen van 8 tot 13 jaar. De kampen duren een week en hebben een fantastisch programma met spellen, gezelligheid, nieuwe vrienden en heel veel natuur. Zoals nachtvlinders lokken, wild zoeken, vogels kijken en veel andere bijzondere en leerzame onderdelen. Alle activiteiten worden begeleid door ervaren vrijwilligers die meestal een achtergrond hebben in natuur en onderwijs. Komende zomer zijn er superleuke en leerzame zomerkampen op de Utrechtse Heuvelrug. Ze vinden plaats in een goed gebouw met gescheiden slaapzalen, op een perfecte plek midden in de natuur. De jeugdbonden JNM en NJN zijn organisaties voor en door jongeren van 11 tot en met 25 jaar. Er zijn spannende vogelkampen, maar ook zomerkampen met allerlei andere thema’s, zoals
Laat uw (klein) kind de natuur ontdekken op zomerkamp
programma staan bezoeken aan mooie natuurgebieden. Voor meer informatie en het programma kun je terecht op de websites van beide clubs.
We kennen het belang van het gebied voor vogels; vooral grote vogels die een risico vormen voor de luchtvaart. Op 12 januari 2013 werden maar liefs 100.000 ganzen geteld. Er broeden 2500 paar aalscholvers en honderden lepelaars en grote zilverreigers. Naast de Oostvaardersplassen – en dicht bij het vliegveld – liggen meer natuurgebieden die grote aantallen vogels herbergen: het Markermeer, de Lepelaarplassen en de Randmeren. Geen onderzoek gedaan
Petitie tegen fatale uitbreiding vluchten op Lelystad Als het aan staatsecretaris Mansveld ligt breidt vliegveld Lelystad uit van nul naar op termijn 45.000 vluchten van verkeersvliegtuigen per jaar. Een risico voor reizigers en vogels. Het vliegveld ligt op krap zes kilometer afstand van de Oostvaardersplassen.
6/1
VOGELS +
Vogelbescherming en de Flevolandse Vogel- en Natuurwacht zijn van mening dat een groot vliegveld op zo’n plek vraagt om moeilijkheden. Rond Schiphol zijn de afgelopen jaren alle registers opengetrokken om aanvaringen tussen vogels en vliegtuigen te voorkomen. Jaarlijks worden er duizenden ganzen afgemaakt: tot op maar liefst 23 kilometer van Schiphol vandaan. Maar voor vliegveld Lelystad, waar zich in de omgeving veel meer grote vogels bevinden, zijn hieruit geen lessen getrokken. Integendeel: er wordt in het besluit gesteld
Voor kinderen van 8 tot 13 jaar: www. natuurontdekkers.nl. Voor jongeren vanaf 11 jaar: www.jnm.nl www.njn.nl.
Ruud Lelijke koet
Het is niet moeilijk om een appelvink erg mooi te vinden. Of een vuurgoudhaantje, velduil, kluut. Zijn er ook vogels die niet mooi zijn? Vieze vogels zijn niet mooi. Een stadsduif laag in de pikorde, met verminkte tenen en vol straatvuil. Of een zilvermeeuw op een vuilcontainer met vergroeide snavel, verf op zijn kont en rare pennen die uit zijn vleugels steken.
Anne Krediet
Roepen dat alle vogels mooi zijn is te correct, daar kom je niet mee weg. Veel mensen vinden duiven, meeuwen en kraaien niet mooi. Maar die vind ik wel mooi. Nee: een meerkoet, die vind ik na meer dan veertig jaar vogelen nog steeds niet mooi. Raar model, met ‘n te klein kopje en zo’n obesitaslijf. Dat krijg je ervan als je gras eet. Ik heb onder allerlei hoeken naar meerkoeten gekeken. Erik van Ommen ziet er de prachtigste kleuren in. Ik zie niks. Vooruit, het rode oog kan er mee door, net zoals het ivoorwit van snavel en bles. Dan heb je het wel zo’n beetje gehad met de meerkoet.
dat de kans op botsingen tussen vogels en vliegtuigen zeer klein is omdat er nauwelijks grote vogels in een straal van zo’n vijf kilometer rond het vliegveld zouden vliegen. Er is echter helemaal geen onderzoek gedaan naar hoe en hoeveel vogels zich daadwerkelijk rond het vliegveld bewegen. De bewering is louter en alleen gestoeld op literatuuronderzoek en op verouderde cijfers over in de Oostvaardersplassen verblijvende vogels. Volgt er massaal afschot?
Deze gang van zaken houdt niet alleen een risico in voor het vliegverkeer. Groot is de dreiging dat er straks massaal vogels geschoten en verstoord worden in en rond de Oostvaardersplassen. Strikt genomen kan dat niet omdat de Oostvaardersplassen als belangrijk Europees natuurgebied de best denkbare bescherming geniet. Houden we ons netjes aan die regels en blijkt er wel gevaar voor vogelaanvaringen te zijn, dan zitten we over tien jaar wellicht met een leeg spiksplinternieuw vliegveld waar, net als nu, zo af en toe een klein propellervliegtuigje opstijgt.
Teken ook tegen de uitbreiding van luchthaven Lelystad: http://petities.nl/petitie/geen-uitbreidingluchthaven-lelystad--2
Wat niet meehelpt, is dat ik meerkoeten niet sympathiek vind. Chagrijnig, luidruchtig, kwaadaardig wellicht. Ja! We wisten al van koeten dat ze aan kindermoord doen. Tssss… Moet ik nog verder gaan? Ooit zag ik een paartje meerkoeten inhakken op een kokmeeuw die te dicht bij het nest kwam. De meeuw worstelde zich door het water weg van het nest, maar kwam in het territorium van de buren. Die waren ook niet tegen enig zinloos geweld en namen het stokje over. Bij de buren van weer een nest verder ging het precies zo. Tot het lieve kokmeeuwtje de pijp aan Maarten gaf. De koeten vonden het wel best, dat zag je zo. Een meerkoet is niet mooi en heeft ook nog een lelijk karakter. Ruud van Beusekom
+ Kwestie
tekst rob buiter • Foto via Bernie Krause, Sonogram Flip Niclin / NIS
‘Geluid zegt meer dan Met behulp van soundscapes kan de Amerikaanse musicus Bernie Krause, doctor in de bio-akoestiek, naar eigen zeggen de kwaliteit van een natuurgebied snel en nauwkeurig beoordelen. Heeft het klassieke turven van soorten dan zijn langste tijd gehad?
Hoe komt een musicus die met de groten der aarde, zoals George Harrison, The Doors en Stevie Wonder heeft gewerkt in de ecologie terecht? “In de jaren zestig vormde ik een duo met Paul Beaver. In ’68 werkten we voor Warner Brothers aan een voor die tijd revolutionair album rond het thema ecologie. We wilden elektronische muziek mengen met natuurgeluiden. Paul had toen helemaal geen zin om die natuurgeluiden te gaan opnemen, die zei: ‘Ga jij maar lekker naar buiten’. De techniek was rond die tijd net wat beter draagbaar geworden, dus dat was zeker geen belemmering meer. Voor mij werd dat moment niets minder dan een openbaring, het veranderde mijn leven! De geluiden die ik toen opnam… geweldig!”
8/1
waar zijn vrouwtje en twee jongen in zaten. De rest van de dag heeft dat mannetje door het laatste restje water gezwommen en de meest hartverscheurende geluiden gemaakt.” Meer over Dr. Bernie Krause, bio-acousticus op http://en.wikipedia.org/ wiki/Bernie_Krause
Je pleit hartstochtelijk voor het inzetten van soundscapes in het objectief beoordelen van de kwaliteit van natuur. Wat zijn dat precies? “Een soundscape is een soort klankbeeld van een bepaalde plek. Het is opgebouwd uit de biofonie, dus de geluiden van dieren, de geofonie, oftewel de geluiden van de wind in de bomen of de branding op de rotsen en de antropofonie. Dat zijn de geluiden die wij als mens toevoegen, van onszelf of van onze kettingzagen of straaljagers.”
Toen ging de synthesizer meteen aan de wilgen, natuurlijk. “Nee, zeker niet, want het was bepaald niet eenvoudig om met het opnemen van natuurgeluiden je brood te verdienen. Maar ondertussen bouwde ik wel een immens archief op van natuurgeluiden die ik steeds dieper in de natuur, steeds verder van menselijke ruis opnam. Pas tien jaar later had ik het echt gehad met de muziekindustrie. Zeker in de Verenigde Staten veranderde die wereld mij te veel in een verkeerde richting. Ik ben toen letterlijk terug gegaan naar school. Bij het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge haalde ik mijn PhD in het relatief nieuwe vakgebied bioacoustics.”
Wat zegt zo’n klankbeeld? “Als momentopname misschien nog niet zo heel veel. Maar ik kan je een voorbeeld geven van de grote waarde van twee klankbeelden op verschillende tijdstippen. In een natuurgebied in Californië, niet ver van waar ik woon, had een houtbedrijf een concessie gekregen om heel selectief enkele bomen uit een gebied te oogsten. Ze deden dat op een zogenaamd ecologische manier, zonder het gebied aan te tasten. En inderdaad, als je de foto’s van het gebied vóór en na de kap bekijkt, dan zie je hoegenaamd geen verschil. Maar het verschil tussen het eerste en het tweede klankbeeld was gigantisch. De geluiden van de natuur waren na de kap enorm verarmd.”
Waar ging je dissertatie over? “Ik deed onderzoek naar de geluiden die orca’s in gevangenschap maken, vergeleken met de geluiden van groepen in het wild. Dat ging overigens niet over het ‘klagen’ van de gevangen orca’s of iets dergelijks, maar om een volkomen objectieve vergelijking van de klanken en spectogrammen die deze dieren produceren. Let wel, ik ben helemaal niet bang voor antropomorfismen, of het leggen van emotie in natuurgeluiden. De moderne biologie is daar sowieso heel reëel in. Ik durf gerust te zeggen dat één van de meest indringende geluiden die ik ooit heb gehoord de opname was van een mannelijke bever. Jachtopzieners hadden even daarvoor een dam opgeblazen
Had je niet gewoon pech met je tweede opname? “Nee, dit is een wetenschappelijke methode, die dus gestoeld is op een hoge mate van standaardisatie. Ik werk met goede, gekalibreerde microfoons en ik noteer alle omstandigheden van mijn opnames zodat vergelijkingen zuiver zijn. Alleen zo kan ik je in twee opnames van 45 seconden betrouwbaar laten horen hoe de natuur was verarmd door de kap.”
VOGELS +
Als je wilt weten hoe het gebied écht is veranderd moet je toch met deskundigen het gebied intrekken en de planten en dieren inventariseren? “Natuurlijk, dat kan. Ik pretendeer ook niet dat mijn klankbeelden een complete vervanging zijn van al
duizend beelden’
het inventariseerwerk. Wat ik wel zeg is dat je in een kort klankbeeld meer informatie krijgt dan in heel veel uren inventariseren. Je kent het gezegde ‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’. Mijn stelling is dat een geluid meer kan zeggen dan duizend beelden. Als je niet de tijd of de middelen hebt om een legertje biologen door een gebied te sturen, kun je op basis van een klankbeeld wél een goede inschatting krijgen van de kwaliteit van een gebied.” Dat zeg je in het land met zo’n beetje de hoogste dichtheid aan waarnemers, vrijwilligers en professionals in de verschillende klassen van dieren en planten. Gaat dat systeem op de helling? “Nee, dat zal altijd blijven. Tegelijk zie ik dat met name in Europa het vakgebied van de bio-akoestiek enorm aan het groeien is. Afgelopen zomer heb ik een internationaal congres bezocht in Parijs. Daar kwamen met name Europeanen. Vraag me niet waarom, maar helaas laat mijn eigen vaderland het op dit gebied jammerlijk afweten.” Leent bio-akoestiek zich voor automatisering van de waarnemingen? “Tot op zekere hoogte slechts. Ik weet dat er nu mensen hun tanden stukbijten op het automatisch laten herkennen van vogelgeluiden door een app op de telefoon. Maar ga eens na: met duizenden
verschillende vogelsoorten op de wereld heb je uiteindelijk misschien wel miljoenen verschillende geluidjes die je uit een hele hoop ruis moet kunnen filteren. De Amerikaanse marine heeft ook heel lang geprobeerd om onderzeeërs uit te rusten met hydrofoons die bijvoorbeeld vijandelijke vaartuigen zouden kunnen herkennen. Ook daar bleek de hoeveelheid ruis te groot. Er zal dus altijd werk blijven voor de mens in dit verhaal.”
“Een klankbeeld is een alternatief voor inventariseren” VOGELS + 1/9
De marsroute naar een duurzame wereld Vogelbescherming heeft haar Strategisch Meerjarenplan 2015 – 2020 gepresenteerd. Een ambitieuze doelstelling met uitzicht op een toekomstige wereld waarin het goed leven is. Voor mensen én vogels. Moeten we nog wel even samen de schouders onder zetten. Tekst René de Vos • Foto: Schorre in ZuidBeveland Lars Soerink/Vilda
Duurzaam
+
H
De pijlers van BirdLife International Robert Kwak, hoofd Bescherming bij Vogelbescherming, glimlacht als hij de scepsis proeft van de verslaggever. Het SMP mag dan een door heel het management gedragen visie zijn, het stempel van het beschermingshoofd is evident. Robert Kwak denkt groot. “Ja, het is een heel hoog gegrepen doel”, beaamt hij. “Maar het is gebouwd op de vier pijlers die ook onder het beleid van BirdLife staan. Als wij niet die – noem het voor mijn part blinde – ambitie hebben, dan komen we er als nationale organisatie niet. BirdLife International is een generieke organisatie, vanouds veel meer dan wij op natuur in het algemeen gericht. Wij gaan daar inmiddels in mee. We zijn ervan overtuigd dat we een beter leefbare wereld kunnen creëren, beter voor mensen, vogels en de natuur.”
Scholekster, grutto Nico van Kappel /bb
Duurzaamheid betekent natuurherstel Maar hoe zit dat dan met oorlog, armoe, honger, overbevolking, klimaatverandering? Dat zijn toch de meedogenloze vijanden van een beter leefbare wereld? Kwak: “Zeker, maar oorlog in de wereld ontslaat je niet van je plicht als nationale organisatie om je werk te doen. En je kunt wel degelijk iets bijdragen aan de verbetering van de leefomstandigheden van mensen elders op de wereld. Kijk naar ons project Living on the Edge. In vier Sahellanden helpen we de mensen met ecologisch duurzame toepassing van de
Burkina faso Michiel vd Bergh
Het paradijs op aarde: het uitsterven van vogelsoorten ligt voorgoed achter ons en wereldwijd worden de natuurgebieden effectief beschermd. Het ecologisch duurzaam gebruik van grond is een standaardwaarde en ontelbare mensen zetten zich in voor natuur, vogels in het bijzonder. Het visioen van een dromer? Nee hoor; het is de wereld zoals Vogelbescherming Nederland die voor ogen heeft en waaraan ze samen met BirdLife International al haar krachten wil geven. En hoewel het een buitengewoon ambitieus doel is, schildert Vogelbescherming het toch al duidelijk in haar Strategisch Meerjarenplan, het SMP 2015 – 2020.
Natuurherstel in Afrika is goed voor de mensen én 'onze' vogels.
landbouw. Daar profiteren de mensen van, de natuur herstelt zich en het vergroot de overlevingskansen van ‘onze’ trekvogels daar.” Netwerken in trilling brengen De toon is gezet: vogelbescherming draait niet om vogels alleen en blijft niet binnen de landsgrenzen. Het SMP roept een beeld op dat nauwelijks nog doet denken aan de Vogelbescherming van 25 jaar geleden. ‘Wij willen een wereld met een rijke verscheidenheid aan vogels en natuur, waar mensen van genieten en zich voor inzetten.’ En ook: ‘Wij komen op voor in het wild levende vogels en hun leefgebieden. In Nederland en wereldwijd. Samen met mensen die de bescherming van vogels en natuur belangrijk vinden.’ Robert Kwak doet vervolgens een opmerkelijke uitspraak over die samenwerking: “Zeventig professionals op een kantoor… die gaan het niet doen. Wij willen een netwerkorganisatie zijn die netwerken in trilling brengt om de gemeenschappelijke missie waar te maken.” Enthousiasme voor een shoppende meeuw Tot zover de filosofie. Hij is zeker te volgen, maar het is nog niet zo makkelijk om je er de dagelijkse praktijk bij voor te stellen. Ook strategie is geen erg sexy onderwerp. De ‘gewone’ vogelaar – voor zover die bestaat – en de tuinvogelliefhebber zullen er geen rode oortjes van krijgen. Kwak is het daar absoluut niet mee eens. “Het resultaat van onze strategie is dat mensen betrokken en enthousiast raken. Mijn zoon bijvoorbeeld is helemaal geen vogelaar, maar hij stuurde me een YouTube-filmpje waar-ie helemaal gek van is: een Texelse mantelmeeuw die ‘een dagje Amsterdam’ doet om patat en vis te scoren voor zijn bijna verhongerende jongen.” Het VPRO-filmpje is een fragment uit ‘Nederland van boven’ en gaat over onderzoek van de ornitholoog Kees Camphuysen. Nog een voorbeeld: “We hebben een app ontwikkeld waarmee je op je smartphone gezenderde vogels kunt volgen. De gebruiker kan video’s van bezochte locaties uploaden en er is een vragenlijstje voor de gebruiker aan gekoppeld. We
De werkwijze langs vier lijnen
Tapuit onderzoek Anne Voorbergen
Verbinden - Vogelbescherming verbindt mensen, bedrijven en instellingen om vogels en natuur te beschermen. Met velen bereiken we meer. Inspireren met wetenschap - Betrokkenheid bij vogels, natuur en een leefbare wereld drijft ons. Vogelbescherming verrijkt die emotionele verbondenheid met wetenschappelijk onderbouwde kennis. Dat inspireert om zo effectief mogelijk te werken aan de bescherming van natuur.
Wetenschap en emotionele binding Beide voorbeelden illustreren twee belangrijke speerpunten in het beleid van Vogelbescherming. De eerste is: mensen ‘verbinden’ met vogels, natuur en bescherming. De tweede is: wetenschap gebruiken om die emotionele verbinding te verrijken. Robert Kwak heeft een printje voor zich op tafel liggen. Op de ene zijde prijkt een soort stroomschema van groene en rode blokken. Op de andere kant staat in zwart-wit een toeter zoals roei-captains die gebruiken. Over de blokken later nog iets. Nu eerst die toeter. De toeter verbeeldt de beschermingsfilosofie van Vogelbescherming. In het mondstuk staan de termen ‘vogels’ en ‘drukfactoren’. Op de hals lezen we ‘bottleneck’. En de toeter zelf meldt: experiment-> voorbeeld-> olievlek-> glasbak. De diepere betekenis van die laatste twee ontglipte ons aanvankelijk, maar gelukkig staat er een éénregelige toelichting boven: early warning - conservation evidence - uitrollen bescherming - duurzame bescherming. De toeter stelt het traject voor waarlangs Vogelbescherming ‘duurzame bescherming’ tussen de oren van een brede laag van de bevolking denkt te krijgen. Uiteindelijk bereiken we die glasbak “Het eerste deel van die toeter staat voor de belangrijkste rol van Vogelbescherming zelf”, licht Kwak toe. “Wij hebben de taak om problemen te analyseren en via ‘experimenten’ uit te vinden welke beschermingsacties werken. Op grond daarvan scheppen we inspirerende voorbeelden van bescherming. Betrokken maatschappelijke organisaties moeten daar het stokje overnemen en de bescherming als een olievlek laten uitbreiden. Als dat stevig verankerd zit in de samenleving, dan hebben we duurzame bescherming bereikt.” Met een knipoog naar het
Wetenschappelijk onderbouwde kennis inspireert tot bescherming
Oorlog en armoe ontslaan ons niet van onze plichten
Toekomstgericht - Werken aan duurzaam natuurherstel waar mensen baat bij hebben. Alleen dat garandeert dat natuur ook op langere termijn behouden blijft.
meest bekende Nederlandse icoon van duurzaamheid tekende hij daar de glasbak. In deze bijna ideale situatie – het paradijs op aarde lijkt al een klein stapje dichterbij te komen – zijn de begrippen ‘basisnatuurkwaliteit’ en ‘bijzondere natuurkwaliteit’ tot leven gekomen. Twee soorten natuurkwaliteit Kwak: “Van de zeldzame en schaarse Nederlandse broedvogelsoorten is de helft in zijn voortbestaan bedreigd en van de algemene soorten toch ook nog een derde! Die zeldzame en schaarse soorten zijn vaak specialisten die bijzondere eisen stellen aan hun leefgebieden. Wij noemen dat ‘bijzondere kwaliteit van natuur’. Zo'n bijzondere kwaliteit moet je realiseren in specifieke natuurgebieden. Wat je echter aan het denken zet zijn die algemene
Wilgen knotten Janko van BeeK /BB
moeten de zaak nog verfijnen, maar het levert heel interessante informatie op. Zowel voor de gebruiker als voor ons. De gebruiker leert wat ‘zijn vogel’ de afgelopen tijd wáár heeft gedaan. De vogel krijgt ‘een gezicht’. En wij worden bediend met nieuwe informatie. Een soort citizen science.”
Van lokaal tot mondiaal - Vogelbescherming maakt deel uit van BirdLife International. Door deze mondiale verbondenheid met miljoenen andere bevlogen vogel- en natuurbeschermers bereiken we meer. Natuur stopt niet bij de grens.
Mussen
Een natuurrijk platteland – op korte termijn goede vogelgebieden op het platteland veilig stellen, op de lange termijn landbouw verduurzamen. Sterkere wetlands – betere bescherming en uitbreiding van belangrijke gebieden voor watergebonden vogelsoorten. Meer stadsnatuur – een groeiend aantal vogelsoorten raakt aangewezen op de stad. Nieuwbouw, verbouw en groene inrichting moeten daarop worden afgestemd. Samenleving betrekken – mensen bewegen mee te doen met beschermen, natuuronderricht terug op de scholen. Over de grenzen werken – ‘onze’ vogels hebben belangen in landen langs de trekroutes en in overzeese gebieden. Wij doen mee in BirdLife-gelieerde projecten.
soorten die het zo slecht doen: huismus, spreeuw, veldleeuwerik, ringmus, matkop. Het lijkt alsof in heel Nederland de basis onder de kwaliteit van hun leefgebieden is weggeslagen. Daarom moeten we ernaar streven dat ‘basisnatuurkwaliteit’ overal voorhanden is waar natuur volgend is op het menselijk gebruik.” De onmisbaarheid van vrijwilligers Waar blijven intussen de vrijwilligers in het verhaal? Het SMP meldt op verschillende plaatsen het grote belang van de inzet van vrijwilligers. “Van meet af aan zijn vrijwilligers onmisbaar voor ons werk geweest”, bevestigt Kwak. “Als WetlandWacht of als weidevogelbeschermer of voor monitorwerk. Zonder vrijwillige tellers zou veel wetenschappelijk onderzoek niet of nauwelijks mogelijk zijn. Dat vrijwilligerswerk is steeds belangrijker geworden. We hebben nu ook stadsvogeladviseurs, tuinvogelconsulenten, medewerkers Beleef de Lente en excursieleiders. Vogelbescherming is opgeschoven van een technocratisch instituut naar een organisatie die de achterban inspireert en mobiliseert. Eigenlijk willen we ‘handelingsperspectief’ aanreiken voor eenieder, van burger tot politicus, van ondernemer tot rechter. Ben je geïnteresseerd in vogels? Doe er het goede voor; het is een ieders keus!”
14/1 VOGELS +
Duurzaam wonen is óók een bijdrage aan een beter leefbare wereld voor mensen en vogels.
De relatie met de achterban verandert Die achterban is in beweging, verandert en de relatie tussen enerzijds Vogelbescherming en anderzijds de actieve vogelaar, de vrijwilliger en de ‘gewone burger’ zal in de nabije toekomst anders zijn. Mensen binden zich niet meer ‘voor het leven’ aan een organisatie, club of instituut. De vrijwillige inzet voor het ideaal van Vogelbescherming zal veel meer een actie- of projectmatig karakter hebben. Een afgebakende bijdrage aan campagnes als Red de Rijke Weide, Rust voor Vogels – Ruimte voor Mensen, de tuinvogeltellingen. Omgekeerd wil Vogelbescherming steun bieden aan clubs zoals de vogelwerkgroepen. “Die zijn vaak heel actief in het verbeteren van het landschap ten gunste van de vogelstand, of in het treffen van beschermingsmaatregelen. Een recent mooi voorbeeld is het kerkuil-onvriendelijke bermpaaltje dat de Werkgroep Kerkuilen heeft ontwikkeld en dat het aantal verkeersslachtoffers drastisch moet terugbrengen. Wij hebben dat als Vogelbescherming flink in de publiciteit kunnen brengen.” Grote zorg over het landelijk gebied Veel aandacht zal er de komende tijd uitgaan naar een bijzondere groep van vrijwillige beschermers: de agrarische natuurverenigingen. “Daar móeten we voet aan de grond krijgen”, zegt Kwak. “Die verenigingen hebben een grote stem gekregen in de inrichting en de kwaliteit van het landelijk gebied.” En als er érgens grote zorg over bestaat, dan is het de achteruitgang van soorten van het landelijk gebied. Daar zijn we, om in het jargon van Kwak te blijven, vaak ver van de basiskwaliteit voor natuur afgedwaald. Dus misschien is het wel hoog gegrepen, maar eigenlijk niet meer dan logisch dat drie van de vier pijlers onder het beleid de trefwoorden ‘natuurgebieden’, ‘ecologisch duurzaam grondgebruik’ en ‘actieve mensen’ bevatten. Voorwaarts naar op zijn minst een klein stukje paradijs op aarde! l
natuur in de stad jouke altenburg
Martin Hierck
De hoofddoelen tot 2020
Grote zorg over soorten van het landelijk gebied
Tekst Astrid Doesburg, jurist bij Vogelbescherming • Foto Lars Soerink
Wet
KNNV Zwolle en Natuurvereniging IJsseldelta uit Kampen procedeerden met succes tegen commerciële elektrovisserij op paling in het Zwarte Meer. Vogelbescherming hielp met juridisch advies.
Elektrovisserij Zwarte Meer moet vergunning inleveren Bij elektrovisserij raken vissen door elektriciteit in het water verlamd. De visser kan ze vervolgens gemakkelijk opscheppen. De vrees was dat de elektrovisserij zou leiden tot verontrusting van zeldzame rietvogelsoorten: grote karekiet, purperreiger, roerdomp en snor. De boot, met een lawaaiig aggregaat (100 dB) zou vlak langs rietkragen varen. Bovendien worden ook beschermde vissoorten zoals grote en kleine modderkruiper verlamd. Uit onderzoek blijkt dat dit verwonding, zuurstofgebrek en verstikking tot gevolg kan hebben. Natuurbeschermingswet Voor elektrovisserij in een Natura 2000-gebied is een natuurbeschermingswetvergunning nodig. De provincie Overijssel had die vergunning in 2012 verleend. De KNNV en de natuurvereniging tekenden er bij de provincie bezwaar tegen aan. De provincie verklaarde dit bezwaar ongegrond. Vervolgens zijn de KNNV en de natuurvereniging in beroep gegaan bij de Raad van State. Zo’n beroepsprocedure winnen is niet makkelijk. De beroepsgronden werden heel goed (wetenschappelijk) onderbouwd. Daarmee werd zoveel twijfel gezaaid over de vergunning dat de Raad van State advies vroeg aan het onderzoeksinstituut van de rechtspraak, Stichting Advisering Bestuursrechtspraak. Die was het op belangrijke punten eens met het beroep. Daarna heeft de Raad van State het beroep gegrond verklaard en de vergunning geschorst, omdat de gevolgen voor vogels en vissen niet in een passende beoordeling waren onderzocht. Flora- en faunawet Tegelijkertijd hadden de clubs actie ondernomen op grond van de Flora- en faunawet. Die wet beschermt inheemse diersoorten tegen opzettelijk verontrusten, verwonden en doden. Van die verboden kan ontheffing worden verleend, maar voor de elektrovisserij was geen ontheffing afgegeven. De KNNV en de natuurvereniging hebben daarom in 2012 de staatssecretaris van
Economische Zaken gevraagd om de wet te handhaven. De staatssecretaris wees dat af. Hiertegen hebben de KNNV en de natuurvereniging achtereenvolgens bezwaar aangetekend bij de staatssecretaris, beroep bij de rechtbank in Zwolle en hoger beroep bij de Raad van State. Uiteindelijk stelde de Raad van State ze in het gelijk: er is sprake van opzettelijke verontrusting van beschermde vissen. Daarnaast oordeelde de raad dat het ‘niet onaannemelijk’ is dat de vissen worden verwond of sterven en de broedende rietvogels worden verontrust. Volgens de Raad van State had de staatssecretaris naar aanleiding van het verzoek om handhaving onderzoek moeten doen naar de effecten van de elektrovisserij. Zonder dit onderzoek had het handhavingsverzoek niet mogen worden geweigerd.
(laten) doen naar de gevolgen voor vogels en vissen. De provincie heeft daarom de natuurbeschermingswetvergunning alsnog geweigerd. Nu is het Zwarte Meer dus gevrijwaard van elektrovisserij en is voor alle wateren met beschermde vissoorten duidelijk dat een ontheffing (op grond van de Flora- en faunawet) nodig is voor elektrovisserij. En ook aan de herrie van een aggregaat mag je niet zomaar voorbij gaan. l (Lees ook pagina 20 en verder.)
Vergunning alsnog geweigerd WetlandWacht Hans Nederhand was als lid van KNNV Zwolle nauw betrokken bij de procedures. Hij zond de bezwaar- en beroepsschriften steeds in concept bij ons langs voor commentaar. Veel commentaar was niet nodig, want de brieven zagen er al erg goed uit. De beroepsvisser heeft aangegeven geen onderzoek te
De bezwaar-schriften van de WetlandWacht waren uiterst doortimmerd
+
+ Portret
Tekst Ruud van beusekom • Illustratie A.T. brandsma
Grote zilverreiger De grote zilverreiger is een succesnummer. Op veel plaatsen is hij tegenwoordig talrijker dan de blauwe reiger. In de winter althans, want als broedvogel beperkt de soort zich tot de Oostvaardersplassen. Een kwetsbare situatie.
De opmars van de grote zilverreiger in de laatste tien, twintig jaar is een van de meest opmerkelijke ornithologische fenomenen van onze tijd. De soort was tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog dwaalgast, totdat in 1977 voor het eerst een paar in Nederland tot broeden kwam. Na 2000 namen de aantallen snel toe; in 2012 broedden er ongeveer 180 paar in Nederland. Buiten de broedtijd is de soort nog veel spectaculairder toegenomen. In oktober 2014 werden op slaapplaatsen ruim 6300 grote zilverreigers geteld. Er zijn winterse concentraties bekend van wel 900 grote zilvers, in de Biesbosch. Op veel plaatsen is de soort nu talrijker dan de blauwe reiger. Ook het grote publiek is inmiddels zeer bekend met de ‘witte reiger’.
Noordrijn-Westfalen zijn grote zilverreigers uit Hongarije, Polen en Oostenrijk waargenomen.
Als broedvogel toch nog kwetsbaar De toename van de niet-broedvogels heeft niet helemaal gelijke tred gehouden met die van de broedvogels. Er is in Nederland maar één grote kolonie grote zilverreigers, in de Oostvaardersplassen. Verder broeden er enkele paren in Noordwest-Overijssel en wordt verspreid een broedpaar opgemerkt. Dit betekent dat de situatie voor de grote zilverreiger als Nederlandse broedvogel kwetsbaar is, gezien de plannen om de Oostvaardersplassen tijdelijk droog te leggen. Grote zilverreigers broeden liefst in uitgestrekt rietland met een hoog waterpeil en het is aannemelijk dat als de plek van de kolonie droogvalt, de grote zilverreigers het hier voor gezien houden. Er zijn in Nederland nauwelijks gebieden die qua geschiktheid (omvang, rust) gelijkwaardig zijn aan de Oostvaardersplassen. Het is dus maar de vraag of de vogels ergens anders een (tijdelijk?) refugium vinden.
Jagen op muizen tussen de ganzen De opwarming van het klimaat heeft de grote zilverreiger vermoedelijk in de kaart gespeeld, vooral een belangrijk effect ervan: de lange reeks van milde West-Europese winters. Overigens lijken grote zilverreigers nog behoorlijk winterhard, getuige het beeld van enorme concentraties op het ijs dat regelmatig in Nederland te zien is. Grote zilverreigers zijn daarnaast ook opportunistisch in hun voedselkeuze. Ze leven vooral van vis en wellicht konden ze profiteren van de toename van witvis van klein formaat, zoals in veel eutrofe wateren het geval is. Maar de soort schakelt ook makkelijk over op veldmuizen, als die er veel zijn. Dit is geen nieuw gedrag, zoals is gesuggereerd, maar al heel lang bekend.
De grote zilverreiger is in grote delen van Europa toegenomen, waaronder in Frankrijk en Spanje. Vooral in Noord- en Oost-Europa zijn de aantallen broedparen sterk gestegen, met name in Wit-Rusland, Letland, Litouwen, Polen en Oekraïne. Zo
16/1 VOGELS +
Het is niet eenvoudig om de expansie van de grote zilverreiger in Europa precies te verklaren. Er zijn enkele factoren die wel meehelpen. Alle soorten reigers zijn de laatste tientallen jaren veel beter beschermd dan daarvoor met de invoering van de Europese Vogelrichtlijn en het realiseren van het Natura 2000-netwerk. Eeuwenlang werden reigers behoorlijk sterk vervolgd omdat ze als schadelijk werden beschouwd voor de visserij. Verder werden eieren en jongen op grote schaal geconsumeerd en zijn ook sierveren lang in trek geweest.
vestigde de soort zich pas in 1994 in WitRusland; nu broeden er 1000-2000 paar. In 2012 werden de eerste broedgevallen in Zweden, Engeland, Duitsland en België vastgesteld. Opmerkelijk is dat in Hongarije en Oostenrijk, waar de soort broedt in de Neusiedler See, de grote zilverreiger niet in aantal is toegenomen. Wellicht heeft de soort hier zijn plafond bereikt. Ze komen uit het zuiden en het oosten Waar onze grote zilverreigers vandaan kunnen komen, is pas recent duidelijk geworden. Zo zijn er in Nederland grote zilverreigers met kleurringen uit Franse broedgebieden gezien, wat duidt op noordwaarts gerichte bewegingen. Tegelijkertijd zijn er ook grote zilverreigers met Poolse kleurringen opgemerkt. Dit wijst op klassieke, oost-westgerichte trek. Waarnemingen op trektelposten in Nederland duiden hier ook op. Ongetwijfeld komen ook vogels uit andere Oost-Europese landen dan Polen naar Nederland, maar om dat vast te stellen zullen meer reigers geringd moeten worden. In het aan Nederland grenzende
Mogelijk wél nieuw gedrag is het opzoeken van winterse ganzengroepen in grasland, waar de reigers veel meer succes hebben met het vangen van veldmuizen dan buiten de concentraties. Het mechanisme hierachter is niet helder. Wellicht profiteren de reigers van de herrie en het kabaal van de ganzen, waardoor veldmuizen de reigers niet opmerken. Er valt nog veel aan grote zilverreigers te onderzoeken. Een mooie soort voor ondernemende vogelaars. l
VOGELS + 1/17
IJsvogel
80 70 60 50 40 30 20 10 0
1986
1990
1994
1998
2002
2006
2010
2014
toename beekvogels in Winterswijk Stijgende lijntjes zijn mooi om te zien. Deze zijn het resultaat van beekherstel in de Achterhoek.
Meerkoet 280 245 210 175 140 105 70 35 0
1986
1990
1994
1998
2002
2006
2010
2014
Grote gele kwikstaart
80 70 60 50
Infographics Kees Klaver
40 30 20 10 0
1986
1990
1994
1998
2002
2006
2010
2014
Tekst Gert Ottens
Foerage
+
Wat Facebook de vogelaar biedt Sociale media spelen ook bij vogelaars en vogelwerkgroepen een steeds grotere rol in het halen van informatie en nieuws. Hier attenderen we je op de beste Facebook-groepen die je als ‘beschermende vogelaar’ zou willen volgen.
Veel vogelwerkgroepen hebben een eigen Facebookpagina. Maar er valt op Facebook nog veel meer te halen voor de geïnteresseerde vogelbeschermer. Bijvoorbeeld onze eigen Vogels+-Facebookpagina. Of die van Sovon, van BTO, van Natuurpunt of van Scholekster, van vogelwerkgroepen of van ‘de’ ornithologie. Sovon Meten is weten en dat is de basis voor natuur- en vogelbescherming. In Nederland moet je daarvoor natuurlijk bij Sovon zijn. Regelmatig brengt Sovon op haar Facebookpagina (voorlopige) resultaten van de verschillende tellingen en meetnetten die men coördineert, aangevuld met interessante nieuwtjes en weetjes over de vogels van Nederland. In onze ogen verplichte kost voor vogelaars en vogelwerkgroepen. BTO Het Britse equivalent van Sovon, de British Trust for Ornithology, is ook op Facebook te vinden. De informatie is enigszins te vergelijken met die van Sovon, en (natuurlijk) toegespitst op Groot-Brittannië, maar er is meer. Zo zijn de avonturen van een paar gezenderde koekoeken al een tijdje een grote hit op Facebook. En terecht, want dit onderzoek heeft al veel nieuwe kennis opgeleverd over deze soort die ook in Nederland in de verdrukking zit. Daarnaast worden vaak resultaten van onderzoek gepresenteerd. Natuurpunt Voor internationaal vogelnieuws is de pagina van BirdLife International aan te raden. Maar dichter bij huis is de pagina van Natuurpunt (onze Vlaamse evenknie) erg leuk en interessant. Hier is een mix te vinden van meer algemene vogel- en natuurinformatie, maar ook praktische beschermingstoepassingen voor in het veld. Daarnaast zijn vrijwel alle lokale/regionale Natuurpunt-afdelingen aanwezig op Facebook; voor Nederlandse vogelwerkgroepen in de grensstreek wellicht interessant om kennis van te nemen. Dat geldt ook voor de Duitse NABU. Scholekster Er zijn verschillende vogelsoorten met hun eigen Facebookpagina. Die variëren van leuke foto’s en grappige informatie tot inhoudelijk zeer interessante pagina’s. Een voorbeeld van dat laatste is de Facebookgroep Scholekster. Een openbare groep, waarvoor men zich moet aanmelden, die enorm
veel informatie biedt over deze bedreigde soort. Onderzoekers presenteren er hun werk, tellers delen hun waarnemingen en er wordt verslag gedaan van juridische zaken rond voor de scholekster belangrijke gebieden, en er is veel informatie over de soort zelf. Andere interessante soortenpagina’s zijn o.a. die van de Werkgroep Grauwe Kiekendief (tjokvol nieuws, ook van gezenderde vogels, en veel achtergrondinformatie over het beheer voor akkervogels), Kerkuilenwerkgroep Nederland en Gierzwaluwbescherming Nederland. Vogelwerkgroepen Zomaar een selectie van Vogelwerkgroep-Facebookpagina’s, want er zijn er heel veel actief. Zo bevat de pagina van de Vogelwerkgroep Arnhem een veelheid aan informatie, zowel lokaal/regionaal als nationaal, die voor iedere vogelaar in de streek van belang kan zijn. In Oost-Brabant is de Vogelwacht Uden zeer actief, ook op educatief vlak (voor volwassenen én kinderen). Op hun pagina veel foto’s en verslagen van (publieks)activiteiten. Veel vogelwerkgroepen hebben overigens ook een Facebookgroep, soms besloten, soms openbaar, waarvoor men zich kan aanmelden. Een uitstekende manier om contact te onderhouden met leden van de werkgroep: om waarnemingen, maar ook natuurbeschermingskwesties te delen en te bediscussiëren. Ornithologie Ook ‘hardcore’ wetenschap vinden we op Facebook terug. Dit is misschien niet iedereen z’n ding, maar er zijn verrassend veel leuke wetenswaardigheden te lezen via de pagina’s van bijvoorbeeld Ibis (international journal of avian science), de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) en Journal of Avian Biology. De pagina van de NOU heeft trouwens meer te bieden dan resultaten van onderzoek alleen, en zou eigenlijk gevolgd moeten worden door iedere Nederlandse vogelaar en vogelwerkgroep. Overigens, voor vogelwerkgroepen die zelf een Facebookpagina willen starten: het is een leuke manier om met de achterban te communiceren en jullie zullen zien dat ook mensen van buiten de regio de pagina vinden en ‘liken’. Daarnaast zijn posts met de meeste hits niet altijd de meest inhoudelijke. Mooie vogelfoto’s en leuke verhalen scoren bijvoorbeeld altijd heel goed. Zo hebben we geleerd bij de Facebookpagina van Vogelbescherming. l
VOGELS + 1/19
WetlandWacht haalt gelijk WetlandWacht Hans Nederhand vocht samen met de KNNV Zwolle en de Natuurvereniging IJsseldelta uit Kampen een vergunning voor elektrovisserij aan. Met succes! Natuur beschermen voor de rechter: hoe doe je dat? Hoe komt een natuurvereniging zover dat ze zich in elektrisch vissen verdiept en zelfs een beroepsprocedure start? “Een van de leden van de Natuurvereniging IJsseldelta had bij de ‘Bekendmakingen’ van de Provincie Overijssel gezien dat er een Natuurbeschermingswetvergunning was verstrekt aan een visser die ‘elektrisch’ op paling wilde vissen”, vertelt Hans Nederhand: “Wij houden dit soort bekendmakingen in de gaten en bezien wat die voor gevolgen kunnen hebben voor de natuurwaarden in ons gebied. Als we denken dat er iets gaande is waar vogels en natuur nadeel van hebben, bezien we wat de
Wat is elektrovisserij? Bij de elektrovisserij op paling gebruikt een beroepsvisser elektrische stroom om de aal te verlammen en op te scheppen. Daarbij wordt niet alleen de paling door de stroom getroffen maar alle vissen die in de buurt zijn. Ook de zeldzame en wettelijk beschermde soorten. En dat is riskant. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat dit bij sommige soorten vissen kan leiden tot hevige stress, inwendige bloedingen, beschadiging van de wervelkolom, verstikking en sterfte. Zie: https://sites.google.com/site/nbcknnvzwolle/Dossiers/elektrovisserij
20/1 VOGELS +
Een taartje bij de koffie toen we gelijk kregen van de rechter!
opties zijn. Wij hebben bezwaar aangetekend tegen de vergunning van de provincie vanwege de kans op verstoring in het broedseizoen van de purperreiger, roerdomp en grote karekiet door de elektrovisserij.” Mager verweer van overheden Geen van deze soorten voldoet aan de instandhoudingsdoelstellingen. Dat zijn de afgesproken ‘normen’ voor deze soorten in het beheerplan van het Natura-2000 gebied. Een tweede argument voor de natuurvereniging: ze vinden de vismethode erg wreed (zie het kader over elektrovisserij). “De slecht onderbouwde argumenten in het verweer van zowel de provincie Overijssel als de staatssecretaris in alle fasen van de procedures nodigden ook uit om door te zetten en vol te houden. We merkten daar al snel aan dat we een redelijke kans maakten.” De KNNV Zwolle telt ongeveer 250 leden. De afdeling heeft een speciale commissie van zeven leden die zich richt op natuurbescherming. “We volgen ontwikkelingen en proberen actief bij te dragen aan een betere bescherming van de natuur. Daarbij werken we intensief samen met de Natuurvereniging IJsseldelta in Kampen”, verklaart Nederhand. Wat kost dat procederen? “De procedures hebben vooral heel veel tijd gekost. Min of meer te vergelijken met het schrijven van een scriptie of het doen van een belangrijk examen. Maar
Tekst Hans Nederhand en Lars Soerink • Foto's electrovisserij Sportvisserij Nederland. Zwarte Meer Hans Nederhand
Veldwerk
+
bij Raad van State de kosten vielen eigenlijk mee: omdat we gewonnen hebben, kregen we de griffierechten voor drie opeenvolgende procedures terug. Maar er is natuurlijk een risico dat je verliest. Dan waren we 1130 euro kwijt geweest. Wij betaalden nu alleen een paar honderd euro aan kosten voor aangetekende brieven, printer-inkt en papier. Dat is het meer dan waard.” Hulp van Vogelbescherming “De juristen van Vogelbescherming hebben ons tijdens de procedure heel goed geholpen. Wij zijn daar erg enthousiast over! Vogelbescherming las onze concepten steeds door, plaatste de nodige punten op de i, hielp ons onze argumenten aan te scherpen en vulde die zo nodig aan. Maar belangrijker was dat zij ons voorzagen van een ‘second opinion’ op basis waarvan we het vertrouwen kregen (en hielden) dat we op het goede spoor zaten en de plank juridisch niet mis sloegen. Deze juridische hulp is een unique selling point van Vogelbescherming bij de ondersteuning van vrijwilligers, respectievelijk WetlandWachten.” Gevolgen van de uitspraak De uitspraak van de Raad van State betekent dat er voor deze vorm van elektrovisserij geen Natuurbeschermingswet-vergunning mag worden verstrekt als er geen passende beoordeling is opgesteld voor wateren met instandhoudingsdoelen voor vissen en vogels. De uitspraak van de Raad van State over de handhaving van de Flora- en faunawet wijst bovendien uit dat de elektrovisserij vissen verontrust. Als er in een water vissoorten uit Bijlage IV van de Habitatrichtlijn voorkomen moet de elektrovisserij aan een ‘uitge-
breide toets’ worden onderworpen. Bovendien moet er naar een handhavingsverzoek, als de argumenten van de verzoeker (wij, in dit geval) aannemelijk zijn, worden geluisterd: er moet dan tenminste nader onderzoek worden gedaan door ‘het bevoegd gezag’. l Lees hierover ook Wet op pagina 15
Tips van WetlandWacht Hans Nederhand • Trek aan de bel en ga op basis van argumenten in gesprek. Maar laat je niet met een kluitje in het riet sturen! • Check of de literatuur en uitspraken waarnaar in een verweer wordt verwezen, het verweer ook daadwerkelijk steunen. In onze procedures was dat niet het geval; het klopte van geen kanten! • Een overheidsinstantie moet gevolg geven aan een verzoek om handhaving en mag dat slechts in een beperkt aantal uitzonderingsgevallen weigeren. Maak gebruik van die verplichting. • A ls er meerdere bezwaarschriften zijn tegen hetzelfde besluit bestudeer die dan en maak daar zo mogelijk gebruik van om je eigen bezwaren verder te onderbouwen. • Vrijwel alle documenten die wij hebben gebruikt waren via Google te vinden op internet. Nog meer wetenschappelijke artikelen zijn te vinden via Google Scholar. Wij zijn verder voorzien van artikelen door de behulpzame medewerkers van de bibliotheken van Ravon en Sportvisserij Nederland.
Vogelbescherming heeft twee juristen die proberen om vogelbeschermingsinitiatieven te helpen slagen. Hun capaciteit is beperkt en niet elke actie is even kansrijk. Daarom moet Vogelbescherming regelmatig kiezen waar de beschikbare capaciteit voor wordt ingezet. We kunnen niet het werk uit handen nemen, maar benader ons gerust voor advies via
[email protected].
VOGELS + 1/21
Extra support voor elftal bedreigde Rode Lijsters
Met het Actieplan bedreigde vogels wil Vogelbescherming Nederland de bescherming van elf bedreigde vogelsoorten van de Rode Lijst een flinke impuls geven. Tekst Ruud van Beusekom• foto grouwe gors Yves Adams /vilda
Door monitoringwerk van vrijwilligers, gecoördineerd door Sovon, weten we van veel vogelsoorten hoe de aantallen zich ontwikkelen. We stellen er periodiek de Rode Lijst mee op: soorten die bescherming nodig hebben. Dankzij onderzoeksgegevens over broedsucces en sterfte weten we of de populatie van een soort gezond is en wanneer een soort de gevarenzone nadert. Toch is de toekomst van veel soorten van de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels allerminst rooskleurig. Soortbescherming is nodig Een verlies van deze soorten betekent een verarming van de Nederlandse biodiversiteit en een regelrechte verschraling van onze eigen leefomgeving. Het is daarnaast een teken aan de wand; ongezonde populaties van deze vogelsoorten wijzen vaak op een ongezond ecosysteem. Met het Actieplan bedreigde vogels wil Vogelbescherming de bescherming van elf bedreigde vogelsoorten van de Rode Lijst een impuls geven.
22/1 VOGELS +
De kern van vogels beschermen is het veiligstellen van gezonde, levensvatbare populaties. De bescherming van leefgebieden hangt hier direct mee samen. Goede kwaliteit van water, bodem en lucht is daarbij essentieel. Natuurlijke dynamiek, duurzaam menselijk gebruik (vooral in de landbouw), juist beheer en voldoende leefruimte zijn net zo belangrijk. Door degelijke gebiedsbescherming worden de populaties van veel vogelsoorten goed beschermd. Natura 2000 is hét instrument voor een dergelijke gebiedsbescherming en heeft zijn diensten nationaal en internationaal bewezen. In de praktijk blijkt echter dat sommige soorten die hoge eisen stellen aan hun leefgebied, het hiermee soms tóch niet redden. Als we weten waarom bepaalde vogelsoorten achteruitgaan, kunnen we aanvullende, soortgerichte beschermings- en beheermaatregelen treffen. Extra maatregelen Het combineren van leefgebieds- en soortbescherming heeft meerwaarde. Zo heeft Vogelbescherming
broedvogels. Van elke soort is vervolgens beoordeeld of er een realistisch perspectief is om de soort met beschermingsmaatregelen voor Nederland te kunnen behouden. Daarbij vielen soorten af die voor ons land jammerlijk als verloren moeten worden beschouwd, zoals de kuifleeuwerik. De elf vogelsoorten van het Actieplan betreffen soorten met een bijzonder kleine Nederlandse populatie – minder dan 300 broedpaar in 2012 – met uitzondering van de noordse stern. Van die kolonievogel hebben we meer dan 300 paar, maar de Nederlandse populatie is door het geringe aantal kolonies erg kwetsbaar geworden. Van monitoring tot bescherming Voor het beoordelen van de te beschermen vogelsoorten, bestaat een handig schema Dat begint met monitoring, om vast te stellen of een soort is bedreigd. Om een vogelsoort te kunnen beschermen moeten ook de oorzaken van de achteruitgang bekend zijn. Bij onvoldoende kennis hierover is onderzoek nodig. Daarna kunnen passende beschermingsmaatregelen worden gezocht. Idealiter is de beschermingseffectiviteit daarvan al eerder bewezen (conservation evidence). Dit is echter kostbaar en tijdrovend en vaak gebeurt dit niet. In veel gevallen worden beschermingsmaatregelen ontwikkeld op basis van inzichten en oordelen van experts. Bij aangetoond succes kunnen beschermingsmaatregelen in voorbeeldprojecten worden geëtaleerd om vervolgens op grotere schaal te worden toegepast. Uiteindelijk moet het beschermingswerk onderdeel zijn geworden van de dagelijkse praktijk.
het Beschermingsplan Duin- en kustvogels, en eerder het Beschermingsplan Moerasvogels, ontwikkeld en uitgevoerd. Bescherming van deze soorten heeft ook positieve effecten op de flora en andere fauna van een leefgebied. In het Actieplan bedreigde vogels komt een deel van de soorten uit de genoemde beschermingsplannen terug, zoals roerdomp en tapuit. Andere soorten zijn nieuw, zoals kemphaan en grauwe gors. Voor deze soorten is extra beschermingsinzet nodig. Het geselecteerde elftal In het Actieplan bedreigde vogels staan elf soorten van de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels centraal. Het plan is gebaseerd op de status van de soorten van de Rode Lijst, zoals gepubliceerd in de Vogelbalans 2013 van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Daarnaast is voor het Actieplan de trend van de broedpopulatie in de periode 1990 - 2012 meegewogen, vooral die in de meest recente periode 20032012. Dit resulteerde in een long list van bedreigde
Kennisbestand opbouwen Kennis is een belangrijke basis voor bescherming. Vogelbescherming doet daarom bronnenonderzoek naar de ecologie, knelpunten en beschermingsaspecten van de elf soorten van het Actieplan. Zo wordt een actueel kennisbestand opgebouwd. Daarbij wordt ook informatie verwerkt van Sovon Vogelonderzoek Nederland, wordt conservation evidence
Soorten van het Actieplan bedreigde vogels Soort Leefgebied Roerdomp moeras Blauwe kiekendief duin/akker/moeras Porseleinhoen moeras Kwartelkoning grasland, akker Strandplevier kust Kemphaan grasland Noordse stern kust Velduil duin/gras/akker/moeras Tapuit duin/heide Grote karekiet moeras Grauwe gors grasland/akker
Aantal paren 2012 250-300 16 210-280 280-300 195-215 24 1.040-1.060 31-37 260-290 160-190 5-9
VOGELS + 1/23
Noordse stern Melvin Redeker /BB
verzameld en worden experts geraadpleegd. Voor veel soorten, zoals die van het Beschermingsplan Moerasvogels en het Beschermingsplan Duin- en Kustvogels, maar ook van soorten als kwartelkoning, bestond al een degelijke kennisbasis. Hierop is verder gebouwd met nieuwe inzichten en praktijkervaringen. Beschermingsinformatie op site Alle belangrijke informatie van het Actieplan bedreigde vogels komt beschikbaar op de site van Vogelbescherming (www.vogelbescherming.nl/ bedreigdevogels). Op de site is te vinden welke acties nu al worden ondernomen, welke in het verleden zijn uitgevoerd en welke op de rol staan of gewenst zijn. Daarnaast is er beeld te vinden van voorbeeldprojecten en optimale habitat, maar ook inrichtingsschetsen indien relevant. Soms is niet duidelijk waarom een vogelsoort in aantal achteruit gaat of welke beschermingsmaatregelen goed werken. Daarom zullen ook relevante kennisleemtes worden aangegeven. Vogelbescherming hoopt een deel van deze leemtes de komende jaren op te vullen. Daarvoor is onlangs het Centre for Avian Population Studies (CAPS) opgericht. De site biedt veel informatie en advies over de bescherming van de elf soorten. Maar ook de interactie tussen beschermers is belangrijk. Via Facebook kunnen vogelbeschermers hun ervaringen delen. Het zal enthousiasmerend werken en is goed voor de betrokkenheid. We beginnen de komende tijd daarom diverse Facebookpagina’s, zoals een over de tapuit en een over de roerdomp. Persoonlijk contact Naast deze interactie blijft persoonlijk contact belangrijk. Immers, een verhaal van een bevlogen spre-
24/1 VOGELS +
ker of een interessant veldbezoek beklijft. De in het verleden gehouden symposia en themadagen, zoals die over sterns, tapuit, velduil en blauwe kiekendief, worden daarom de komende jaren voortgezet. Dat biedt mogelijkheid tot discussie en kan de start zijn van nieuwe beschermingsinitiatieven en samenwerkingsverbanden. Om kennis over te dragen en om het draagvlak voor beschermingsacties voor de elf soorten te vergroten gebruikt Vogelbescherming beproefde communicatiemiddelen, zoals artikelen in Vogels+ . Over diverse vogelsoorten zijn, vaak in samenwerking met andere partijen (Sovon en OBN), brochures uitgebracht. Die worden goed ontvangen en voorzien in een behoefte, zoals Toevlucht voor de tapuit (2014). Er staan er meer op stapel. Bescherming op meerdere fronten De activiteiten voor het Actieplan bedreigde vogels staan niet op zichzelf. Ze worden ingebed in het werk van Vogelbescherming en sluiten aan bij andere beschermingsprogramma’s en -projecten. Niet alleen bij de nationale, voor bijvoorbeeld duin, kust en Waddenzee, maar ook bij de internationale projecten, gericht op bescherming van trekvogels en trekroutes. In het agrarisch gebied werkt Vogelbescherming op meerdere fronten aan de verbetering van het leefgebied voor vogels, zoals met het eigen netwerk van weidevogelboeren. Andere accenten liggen bij verbetering van het agrarisch natuurbeheer, zowel op nationaal niveau als via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie. Bij al het beschermingswerk maakt Vogelbescherming intensief gebruik van haar netwerk en dat van anderen, zowel het professionele van overheden, natuurbeheerders, wetenschappers en BirdLife Partners als dat van vrijwilligers. Ook de samenwerking met soortbeschermingswerkgroepen is cruciaal. Vogels+ houdt de vinger aan de pols! l
Actieplan bedreigde vogels Bescherming van 11 bijzondere soorten
Zelf participeren? Graag! www.vogelbescherming. nl/bedreigdevogels. De brochure Actieplan bedreigde vogels kunt u aanvragen via
[email protected].
Dossier
Waterschappen Is het natuurbeheer nog op peil ná 18 maart? Of nog beter: zetten we er een tandje bij voor vogels en natuur? De uitkomsten van de gecombineerde Waterschaps- en Provinciale Statenverkiezingen zijn cruciaal voor vogels.
Dossier de Waterschappen trend gekeerd
Beschermer moet het waterschap opzoeken Tekst René de Vos Foto Lars Soerink
Zijn waterschappen vriendelijk voor vogels en vogelbeschermers? WetlandWacht Rinus van der Molen vindt beslist van wel. ‘Zijn’ waterschap voert een modern, groen beleid en werkt graag samen met vogelwerkgroepen en vrijwilligers. Hij was al jong besmet met het vogelaarsvirus, toch duurde het tot zijn vroegpensionering voor hij een actief vrijwilliger werd. Maar toen ging het ook gelijk vol gas. Rinus van der Molen (61) is inmiddels lid van de vogelwerkgroepen Wageningen en Arnhem, gediplomeerd IVN-natuurgids én, sinds heel recent, de nieuwe WetlandWacht voor het gebied Neder-Rijn, tussen Heteren en Wageningen. Ir. Van der Molen heeft de burelen van waterschap Vallei en Veluwe verruild voor de waarden van een oer-Hollandse rivier. Watersnood-baby werd watermanager Water en vogels; dat zijn centrale elementen in Van der Molens leven. “Het klinkt misschien raar, maar ’t begon met de volière van mijn vader. Daardoor heb ik een antenne voor alles wat vliegt ontwikkeld. Ik ben geboren in Zeeland, tijdens de watersnoodramp. Het water trekt sindsdien aan me. De zeevogels van Texel of Wales ook, de kraanvogels van Lac du Der… gelukkig is mijn vrouw net zo vogelgek.” Het kon dus niet anders of hij moest ook beroepsmatig ‘in het water’. Hij studeerde civiele gezondheidstechniek aan de Technische Universiteit Delft en werkte in tal van (water)managementfuncties voor hij zijn carrière afsloot als adviseur waterketen bij het waterschap Vallei en Veluwe. Voelde hij zich daar senang als natuurliefhebber? Waterschappen zijn toch vooral bezig met dijken ophogen en de boeren bedienen met onnatuurlijke waterpeilen? Investeren in ecologische waarden Van der Molen reageert geraakt: “Dat is echt een heel verkeerd beeld. Alle waterschappen hebben dezelfde drie kerntaken: in de eerste plaats veiligheid – dijken inderdaad – in de tweede plaats peilbeheer – een historische prioriteit – en niet minder belangrijk: de waterkwaliteit. Ik geef toe: het ene waterschap is behoudender dan het andere, maar daarom zijn die verkiezingen zo belangrijk. Je hebt als burger direct invloed op de richting van een waterschap. Er zijn flink wat waterschappen die zwaar investeren in de kwaliteit van de natuur en soms zelfs direct in de bescherming van vogelsoorten.”
26/1 VOGELS +
Zijn laatste werkgever is een lichtend voorbeeld, vindt hij. “Vallei en Veluwe heeft bijvoorbeeld een kapitale investering gedaan in een vierde trap van afvalwaterzuiveringsinstallaties om fosfaat te verwijderen. Het doel is om een eind te maken aan de blauwalgverontreiniging van de randmeren. Beekherstel is ook zo’n groot ecologisch project. We brengen de gekanaliseerde beken – en daar zijn er veel van op de Veluwe en in de Vallei – weer in hun natuurlijke staat: meanderend en met natuurvriendelijke oevers. We zijn bovendien al jaren bezig met het realiseren van ecologische verbindingszones en we gaan een nieuwe fase in met het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water.” Samenwerking met natuurbeschermers Al die verbeterprojecten voert Vallei en Veluwe niet alleen op de eigen autoriteit uit. Van der Molen: “In zijn nieuwe visie wil dit waterschap echt een ‘waterpartner’ zijn voor andere
belanghebbenden. En dat zijn er veel in dit zo gevarieerde werkgebied: boeren, terreinbeheerders, gemeenten, ondernemers, maar zeker ook natuurorganisaties. Zoals ook de IVNvogelwerkgroep van Zuid-West Veluwezoom. Het waterschap is bezig met herinrichting van de Heelsumse Beek in de zeer biodiverse Jufferswaard. De werkgroep heeft gevraagd om extra vogelvoorzieningen te treffen. Eén daarvan is een oeverzwaluwwand. Vogelbescherming heeft dat medegefinancierd. En in Brummen is, met hulp van de vogelwerkgroep Zutphen, een mussenflat gebouwd. Dat is een vorm van compensatie voor terrein dat verloren ging bij het versterken van IJsseldijken in het kader van Ruimte voor Rivieren.”
waterreiniging – is van groot belang voor veel vogelsoorten. Het succes van reigers en ooievaar is er zeker mede aan te danken.” Ook de WetlandWacht zal niet tevergeefs aankloppen bij waterschap Vallei en Veluwe, en niet alleen omdat ze Van der Molen als collega hadden. “Bij mijn afscheid zeiden ze: ‘We zien je wel weer terug, maar dan in je nieuwe rol.’ En dat ben ik vast van plan. Dit waterschap is ook voor een vogelbeschermer een goede waterpartner.” l
WetlandWacht kan bij oud-collega’s terecht Waterschappen, vogelwerkgroepen en andere beschermingsvrijwilligers bijten elkaar dus absoluut niet, stelt Van der Molen vast. “Veel van mijn vroegere collega’s bij het waterschap zijn ook enthousiaste vogelaars. En ons werk – met name afval-
Waterschappen als Vallei en Veluwe staan heel positief tegenover vrijwillige beschermers zoals vogelwerkgroepen. Volgens Rinus van der Molen hebben die makkelijk toegang tot de dijkgraaf en de bestuurders. “Als dat onvoldoende bekend is, dan moeten waterschappen daar wat aan doen. Maar omgekeerd moeten beschermers ook zelf initiatief durven nemen.”
Klop ook aan bij het waterschap!
VOGELS + 1/27
Dossier Waterschappen
Waterschapsverkiezingen 2015: kies voor natuur en vogels
1. Veel natuurgebieden in Nederland zijn verdroogd. Verhoging van de waterstand is voor de natuur belangrijk; boeren zullen daar aan moeten wennen.
De Algemene Waterschaps Partij is voorstander van een ‘natuurlijk peil’ waar mogelijk, d.w.z. hoger waterpeil in de winter dan in de zomer. De huidige praktijk is meestal omgekeerd: in de winter lager peil dan in de zomer. In de veengebieden in het Groene Hart en Zuidwest-Friesland is verdere bodemdaling zeer ongewenst, en vernatting in combinatie met onderwaterdrainage kan een oplossing zijn.
2. De sterkst verdroogde gebieden (zgn. TOP-gebieden) moeten volgens afspraak (ook toegezegd door de waterschappen) in 2015 op orde zijn. Bent u voor extra inzet om die toezegging in 2015 te realiseren?
De AWP neemt de verantwoordelijkheid voor milieu en duurzaam waterbeheer serieus. Extra inzet voor TOP in de komende bestuursperiode 2015-2019 kan daarom noodzakelijk zijn. De AWP vindt het belangrijk dat kosten worden gedeeld met alle maatschappelijke partijen. (Gezien de verkiezingen in maart en de vorming van het nieuwe college binnen drie maanden, is er weinig hoop op extra inzet in 2015.)
Productie en tekst Nadja Jansma foto: Kees Klaver
De waterschapsverkiezingen zijn voor veel mensen misschien weinig sexy, maar ze zijn wél heel belangrijk. Ook voor vogels, die op allerlei manieren afhankelijk zijn van water. Vogelbescherming helpt u een handje om op 18 maart de juiste keuze te maken. Op woensdag 18 maart zijn niet alleen de verkiezingen voor de Provinciale Staten, u kiest op diezelfde dag en in hetzelfde stemhokje ook de bestuurders van de waterschappen voor de komende vier jaar. Er wordt in 22 van de 23 waterschappen gestemd. Het algemeen bestuur van een waterschap is te vergelijken met een gemeenteraad: het stelt het beleid van het waterschap vast en controleert of het dagelijks bestuur dat beleid goed uitvoert. Waterschappen zorgen van oudsher voor het beheer van waterkeringen zoals dijken en duinen, voor de juiste waterstand en voor het zuiveren van afvalwater. Water voor natuur Water. Nederland heeft er veel van en het vervult allerlei functies: als drinkwater, voor de landbouw, industrie en energiewinning, als viswater en als transportmogelijkheid. Water is essentieel voor de natuur; de waterstand en waterkwaliteit zijn bepalend voor hoe de flora en fauna er aan toe zijn. Voor de natuur ongunstig peilbeheer en vervuiling vormen voor vogels een groot probleem. Voor weidevogels bijvoorbeeld, die in droge grond moeilijk aan voedsel komen en voor moerasvogels, die weinig broedgebied overhouden door het verdwijnen van waterriet. In vervuild water vangen vogels ook minder vis. Hoe gek het ook klinkt, maar in Nederland zijn veel natuurgebieden verdroogd. Om dat aan te pakken werd in 2006 afgesproken dat in 2015 in ieder geval in de Natura 2000-gebieden de verdroging zou zijn opgelost. Dat doel is niet gehaald. Kieshulp Welke partij komt het beste op voor de belangen van vogels en natuur? Welke partij wil een (extra) inspanning leveren om verdroging tegen te gaan? Om u een handje te helpen de juiste keuze te maken heeft Vogelbescherming vier stellingen voorgelegd aan vijf grote deelnemende partijen. Een aantal landelijke partijen, zoals de SP en Partij voor de Dieren, doet niet (overal) mee. GroenLinks en D66 doen niet mee onder de eigen naam maar steunen Water Natuurlijk. Veel succes met uw weloverwogen keuze! l
28/1 VOGELS +
AWP
3. Waterschappen moeten beheerplannen voor Natura 2000 beter inpassen in hun beleid.
4. Waterschappen moeten betere waterkwaliteit mede bereiken door extensief beheer: het gebruik van riet en begroeiing bevordert de waterkwaliteit. Ondersteunt u het méér laten staan van begroeiing?
Waterschappen zijn primair verantwoordelijk voor waterveiligheid (dijken) en wateroverlast (regen). Peilbeheer is het belangrijkste middel om (grond) waterstanden te beheren, en peilbesluiten hebben een looptijd van tien jaar. De AWP wil dat het waterschap in het peilbeleid ook afwegingscriteria opneemt voor weidevogels, de Kaderrichtlijn Water en Natura 2000 beheer.
De AWP staat positief tegenover natuurvriendelijke oevers en een grotere vegetatiebedekking, mits dit inpasbaar is in het waterbeheer en mits het sober en doelmatig wordt uitgevoerd. De AWP staat in principe positief tegenover hogere uitgaven voor bijvoorbeeld gefaseerd maaibeheer, maar zonder de tarieven te verhogen voor dit doel. Ruimte moet dus worden gevonden in de begroting.
CDA
PvdA
VVD
Water Natuurlijk
Door klimaatverandering zullen we meer (erg) natte en droge periodes kunnen verwachten. Nederlandse agrariërs streven altijd naar een goede inpassing van hun bedrijf in de omgeving. Per gebied moet er een afweging gemaakt worden tussen ecologische belangen en belangen van bewoners die in deze gebieden vaak al generaties lang wonen en werken. Dat is maatwerk, maar niet ondoenlijk.
Eens. Daar waar het voor behoud en versterking van de natuur noodzakelijk is om de waterstand te verhogen moeten we dat doen.
De VVD maakt een constante afweging tussen economie en ecologie. Daar waar het mogelijk én noodzakelijk is, moet de natuur geholpen worden; maar het kan niet zo zijn dat natuur automatisch boven de agrarische economie gezet wordt zonder dat er gezocht wordt naar evenwicht. Dus oneens met deze stelling.
Klopt, maar de natuur ook. Door klimaatverandering krijgen we te maken met meer droogte én meer nattigheid, ook in de natuur. Water Natuurlijk pleit voor voldoende en vooral schoon water, in en buiten natuurgebieden. Vasthouden van water voor droge tijden is niet alleen voor natuur belangrijk, maar ook voor boeren. Het is dus helemaal geen tegenstelling!
Elke euro kan maar één keer uitgegeven worden, en dit zal dus per waterschap bepaald moeten worden. De waterschappen moeten investeren in een robuust watersysteem met goede waterberging. Het aanpakken van sterk verdroogde gebieden hoort daar wat het CDA betreft zeker bij.
Eens. Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.
De eerste en belangrijkste taak van de waterschappen is om ervoor te zorgen dat onze inwoners droge voeten houden. De waterschappen moeten allereerst de veiligheid van de inwoners bewaken. Als er vervolgens nog financiële ruimte is, dan kunnen de andere taken zoals natuurbeheer verder opgepakt worden. De belasting moet er niet voor verhoogd worden.
Ja. De begrotingen voor 2015 zijn al vastgesteld, dus regelen we dat desnoods in de nieuwe bestuursakkoorden na de verkiezingen van 18 maart. Dan moet Water Natuurlijk wel genoeg zetels halen!
Natuurorganisaties en waterschappen moeten samen optrekken bij het beheren van natuurgebieden, en die samenwerking is ook goed in Nederland. Per gebied zal dit verschillend verlopen. Wat ons betreft is Natura 2000 niet het enige hoogste goed; er is altijd een afweging nodig van verschillende belangen per plek. Dat kan de natuur zijn, maar ook een belangrijke vaarweg bijvoorbeeld.
Eens. De beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden bevatten de maatregelen die noodzakelijk zijn om de natuurwaarden te herstellen en te versterken. Daar waar de waterschappen hiervoor aan de lat staan, moeten ze deze natuurlijk ook uitvoeren. Daarom moeten ze terugkomen in de jaarplannen van de waterschappen.
Het is de hoogste tijd om de wijze van implementatie en de effecten van Natura 2000 grondig te evalueren en tegen het licht te houden. De staatssecretaris heeft toegezegd een fundamentele discussie over Natura 2000 te willen gaan voeren en het is verstandig om in afwachting daarvan geen grote stappen te zetten met het beleidsmatig inpassen in beheerplannen van Natura 2000.
Ja. Als het aan Water Natuurlijk ligt kijken waterschappen breder dan alleen vanuit water: ze hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om 'land'doelen te dienen. De oever doet mee, voor natuur is grondwater heel belangrijk, voorraadvorming vindt in de ondergrond plaats en beïnvloedt het oppervlaktewater. Waterlopen verbinden vaak natuurgebieden met elkaar.
Hier staat het CDA positief tegenover. Wel is het zo, dat de situatie voor bijvoorbeeld vaarwaterwegen anders is dan voor een natuurgebied of recreatiegebied.
Eens. Het is wat betreft de PvdA belangrijk om de waterkwaliteit te verbeteren. Daar waar dat kan door het laten staan van begroeiing langs de waterrand moeten we dat doen.
Riet en begroeiing bevordert tot op zekere hoogte de waterkwaliteit, maar levert voor bijvoorbeeld de sportvisserij nadelen op. De waterkwaliteit in Nederland is al van een hoog niveau en er zijn nu al gebieden waar de visstand hard achteruit gaat omdat het water te schoon en te helder is. Dat is slecht voor de biodiversiteit en voor de visstand in Nederland.
Ja. Water Natuurlijk is voorstander van het méér laten staan van begroeiing zolang dat waterdoorstroming én recreatief gebruik van het water niet onmogelijk maakt. Wij bepleiten al jaren de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het om-en-om maaien daarvan: dan de ene oever, dan de andere, of regelmatig een stuk laten staan. De maaimethode (geen veegboot, minstens 10cm boven de waterbodem, gefaseerd) is ook belangrijk.
VOGELS + 1/29
Dossier Waterschappen
Slingeren voor oeverzwaluw en ijsvogel
Tekst Rob Buiter • oeverzwaluw Markus Varesvuo /Agami
“Denkend aan de Berkel zag ik grote graafmachines, traag door oneindig laagland gaan. Maar ‘Marsman’ kan gerust zijn: het werk is gedaan. De Berkel meandert weer!” stelt ecoloog Michiel Schaap van Waterschap Rijn en IJssel. Het kan verkeren. Het riviertje de Berkel is in de afgelopen eeuwen ten behoeve van de scheepvaart en de gewenste snelle afvoer van neerslagpieken, met graafmachines rechtgetrokken en opgesloten tussen harde oeverwanden. Dat ging uiteraard ten koste van dynamische riviernatuur. Inmiddels waait er een andere wind door de delta. De Europese Kaderrichtlijn Water vraagt verbetering van de chemische en de ecologische kwaliteit van het water, en ook de Provincie Overijssel had de nodige doelen te realiseren in de Ecologische Hoofdstructuur. De Berkel moest dus weer op een natuurlijke manier gaan slingeren. Maar hoe doe je dat, een natuurlijk proces nabootsen met graafmachines?
Besselink-warken Waterschap
Oude meanders snel gevonden “Eigenlijk was het niet zo heel moeilijk”, zegt Michiel Schaap, ecoloog bij Waterschap Rijn en IJssel. “Op kaarten van honderd jaar geleden konden we nog goed zien waar de oude loop van het riviertje heeft gelegen. En zelfs als je heel goed naar satellietfoto’s van het stroomgebied keek, kon je herkennen waar de oude loop lag. We hebben nu veertien van die oude meanders hersteld.”
30/1 VOGELS +
Niet alleen hard core geologen verbazen zich nog wel eens over het ‘natuurlijk’ laten meanderen met behulp van de graafmachine. Ook voor de kraanmachinisten was het soms wennen, verklapt Schaap. “Als ze in een buitenbocht net een steile wand hadden afgegraven, dan kon het gebeuren dat die meteen voor hun neus weer in het water stortte. ‘Vooral zo laten!’ was dan ons devies, want dat is precies wat een meanderende rivier hoort te doen: buitenbochten uitslijten.” Kleine pleviers naast graafmachines Toch was dat meanderen volgens Schaap geen doel op zich. “Het gaat uiteindelijk om de natuurlijke processen die daar bij horen. Je krijgt verschillen in stroomsnelheid, plekken die uitslijten, plekken waar het juist opslibt. Je krijgt natuurlijke paaiplaatsen voor vissen en steile wandjes waar oeverzwaluwen en ijsvogels kunnen broeden. In een aantal binnenbochten hebben we grotere vlaktes afgegraven waar we plasdras-gebieden en moerasoevers willen laten ontstaan. Nog terwijl de graafmachines bezig waren zag je daar al pioniers als de kleine plevier
Eutrofiëring nog niet opgelost Van de ongeveer 120 kilometer die de Berkel lang is, loopt tachtig kilometer door Duitsland. De bron ligt bij het dorpje Billerbeck, waar het water van de Baumberge af komt zetten. “In Duitsland is het verval vrij groot en stroomt de Berkel dus nog relatief hard van de hellingen af”, weet waterschapsecoloog Michiel Schaap. “Dat betekent dat er ook vrij veel voedingsstoffen van de landbouw worden meegenomen. Zodra het riviertje vlakbij Eibergen de grens passeert, stroomt het niet zo hard meer. Met de nieuwe moerasgebiedjes die we in de bochten hebben gecreëerd kunne we een heel klein beetje van de overmaat van stikstof en fosfaat wegvangen, maar de echte eutrofiëring van het water lossen we niet op.”
opduiken. In het moeras verwachten we de nodige rietsoorten als rietgorzen, kleine karekieten en hopelijk ook blauwborsten.” Langs de oevers zal begrazing worden toegepast. “We willen niet dat het gebied helemaal verbost. Maar als er bomen op de oevers gaan groeien die bij hoog water door de rivier worden meegesleurd, dan vinden we dat prachtig. Een omgevallen boom in een oever zorgt ook weer voor een heel eigen dynamiek”, aldus Schaap. Succes door samenwerking De sleutel voor het succes van dit project lag volgens Schaap in de goede samenwerking met alle betrokken belangengroepen. “Van de boeren en sportvissers tot de kanovereniging; we hebben iedereen van het begin af in dit proces betrokken. Het contact met de plaatselijke vogelwerkgroep was extra makkelijk omdat ik daar zelf ook lid van ben. We hebben in 2011 nog een soort ‘nulmeting’ gedaan van alle broedvogels in het gebied. Het wordt de komende jaren spannend om te zien welke soorten echt van deze aanpassingen gaan profiteren.” Een tweede geluksfactor was de verdeling van het grondeigen-
dom. “Heel veel van de percelen langs de Berkel waren in bezit van de Stichting het Oude en Nieuwe Gasthuis. Dat voormalige ziekenhuis kreeg vroeger nogal eens stukjes grond in ruil voor zorg. En ook de meeste boeren die percelen langs de oevers hadden waren bereid om die gronden te ruilen. In die zin hebben we het heel goed getroffen met onze buren.” Hand aan de kraan De Berkel krijgt uiteindelijk niet haar volledige vrijheid terug. Schaap: “De zogenoemde basisafvoer van water wordt wel flink verhoogd. Dat was drie kuub per seconde, dat wordt negen. Maar heel incidenteel, bij hevige regenval, kan er wel honderd kuub per seconde door de Berkel gaan. Dan zouden te veel landbouwgronden onderlopen en zou ook de stad Zutphen in de problemen komen. We moeten dus wel enigszins de hand aan de kraan houden en in noodgevallen het teveel aan water via drie verschillende ‘aftappunten’ versneld naar de IJssel afvoeren. Maar vergeleken bij de afgelopen jaren is er weer heel veel ruimte voor dynamiek in dit rivierenlandschap gekomen. Daar vaart de natuur wel bij!” l
Het voedselbanket tussen stenen in snelstromende beken wordt door weinig vogels benut, behalve door superspecialist waterspreeuw. Die evenwel geen spreeuw is. Zuid-Limburg tipt aan het broedgebied van ondersoort roodbuik; op de foto zien we een zwartbuik die, met wat geluk, als wintergast uit Noorwegen en Zweden bij ons te vinden is. Zwartbuiken blijven soms tijdenlang op een geschikte plek rondhangen. Voor roodbuiken reist men naar het Geuldal. Of verder naar het zuiden.
BEEKSPECIALIST