“Vogelliefhebbers Wieringermeer” “Vogelliefhebbers Wieringermeer” Vogelkrant 38e jaargang nr 4. Mei 2009
In dit nummer: Uitnodiging vergadering Verslag vorige vergadering Uitgelicht: Kolibries, Elegant parkiet en de LizardKanarie. Eieren rapen?
©jmz
Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom
W17
Opgericht 24 oktober 1961
Vogelliefhebbers “Wieringermeer
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009
K
OLIBRIES
Kolibries zijn de kleinste warmbloedige dieren. Ze behoren tot de familie Trochilidae (Grieks, "een kleine vogel") binnen de orde Apodiformes, waarbinnen ook de zwaluwen geclassificeerd zijn. De kleinste soort is de Bijenkolibrie (Mellisuga helenae), die amper 5 cm groot is en 1.6 gram weegt. De grootste is Patagonia gigas, en die is 20 cm groot. Er bestaan 322 verschillende soorten, die alle in Noord- en Zuid-Amerika voorkomen.
Vlucht Kolibries kunnen links, rechts, omhoog, omlaag en zelfs ondersteboven vliegen. Terwijl andere vogels hun liftend vermogen enkel krijgen van het neerslaan van de vleugels, is dit bij kolibries ook zowel het geval bij de opwaartse als bij de neerwaartse beweging van de vleugel. De vleugel van een kolibrie is flexibel aan de schouder, maar niet aan de pols. Het lichaam wordt tijdens het vliegen en tijdens het zgn. "hoveren" (stil in de lucht hangen) opgericht gehouden. Bij het "hoveren" beschrijven ze met de vleugels een horizontale 8-vorm. De meeste kolibriesoorten slaan ongeveer 50 keer per seconde met hun vleugels. De vleugelslagen kunnen door de mens dus niet met het blote oog worden waargenomen. Sommige soorten kunnen tijdens de balts tot 200 keren per seconde met hun vleugels slaan! Hun kleine en tere pootjes zijn bijna zo goed als nutteloos, behalve bij het landen. Als deze dieren zich 10 centimeter willen verplaatsen, moeten ze dus vliegen. Ze kunnen bovendien opstijgen zonder zich af te stoten met hun poten. Hoewel ze zeer snel vliegen, kunnen ze zeer plots stoppen en een zachte landing maken.
Voeding Kolibries hebben een zeer hoge ademhalingsfrequentie, een hoge hartslag (tot 1260 slagen per minuut!) en een hoge lichaamstemperatuur, veel hoger dan deze van de meeste vogelsoorten. Ze moeten zich daarom ongeveer om de 10 minuten voeden, en dit gedurende de hele dag. Op 1 enkele dag kunnen ze tot 2 maal hun eigen lichaamsgewicht opnemen. Het hoofdbestanddeel van zijn dieet is suiker, dat ze binnenkrijgen via bloemennectar en boomsappen. Ze moeten ook voldoende proteïnen (=eiwitten) binnenkrijgen voor de opbouw van hun spieren. Daarom eten ze ook insecten en pollen (=stuifmeelkorrels). De tong van een kolibrie heeft kleine groefjes aan de zijkant, die ze gebruiken om deze insecten te vangen uit de lucht, maar ook van bladeren en spinnenwebben.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009
De snavel is lang, en is dus uitstekend geschikt om tot bij de nectar te geraken in lange, buisvormige bloemen. Ze nemen deze nectar op met een snelheid van maar liefst 13 likjes per seconde. Men kan de lange tong vaak uit de snavel zien schieten, terwijl ze de lucht "proeven" als ze felgekleurde bloemen naderen. kolibries hebben bovendien een goed geheugen, en kunnen zich zelfs voedselbronnen van vorige jaren herinneren. Terwijl ze zich te goed doen aan nectar, krijgen ze onbewust ook stuifmeel over zich heen. Als ze dan van bloem tot bloem vliegen, worden die bloemen op deze manier bestoven. Sommige bloemen lijken hun voortplantingsapparaat bovendien speciaal aangepast te hebben aan kolibries.
Energiebehoefte Omwille van hun zeer actieve vlucht hebben kolibries veel energie nodig. Ze spenderen dan ook het meeste tijd met stil te zitten, en niet met te vliegen, daar dit te veel energie kost. Kolibries hebben niet de isolerende donzige veertjes, die typisch zijn voor andere vogels. Ze verliezen hierdoor snel warmte. Zelfs slapende kolibries verbruiken enorm veel energie. Om 's nachts wat energie te sparen, verlagen ze hun thermostaat. Daardoor daalt hun lichaamstemperatuur ver beneden de lichaamstemperatuur van tijdens de dag. Om wakker te worden heeft de vogel ongeveer 20 minuten nodig. De vogel moet immers zijn lichaamstemperatuur opnieuw laten stijgen.
Communicatie Kolibries communiceren visueel met elkaar. Mannetjes zetten soms hun pluimen recht en gooien hun kop heen en weer, terwijl ze scherpe geluiden produceren. Vrouwtjes spreiden soms, evenals de jongen, hun staartveren om zo de witte tippen van deze staartveren te tonen. Soms doen zowel mannetjes als wijfjes korte vluchten, die niets meer zijn dan snel over en weer vliegen voor de neus van de ander. Duikvluchten worden enkel door de mannetjes uitgevoerd. Gedurende deze vluchten, kunnen ze zoemende of fluitende geluiden produceren met de pluimen op hun veren. De baan van de duikvlucht is U-vormig. In de top van de U kan de vogel soms zeer hoog in de lucht hangen. Deze vluchten maken vaak deel uit van het baltsritueel van het mannetje. Nadat hij een wijfje heeft gevonden, vliegt hij voor haar neus korte, snelle vluchten van ongeveer 30 cm. Bij sommige soorten verenigen de mannetjes zich in groepen. Dan zingen ze allemaal tezamen en proberen zo een wijfje te lokken om mee te paren.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009 Territorium/Broeden Mannetjes en wijfjes hebben gescheiden territoria - het wijfje om een nest te bouwen en haar jongen op te voeden, het mannetje enkel om een betrouwbare voedselbron te beschermen. Het mannetje neemt geen deel aan de bouw van het nest of de opvoeding van de jongen. Als er een vrouwtje zijn territorium binnendringt, vertoont hij bepaalde visuele gedragingen die ervoor moeten zorgen dat het wijfje zijn territorium verlaat. Beide paren op neutraal terrein. In het broedproces vervult het popje vrijwel al het werk. Voor het bouwen van het nest gebruikt het popje fijne materialen zoals vruchtpluis, mos, haartjes, fijne vezeltjes en korstmos wat tezamen bijeengehouden wordt door spinnenwebben. Vrijwel alle kolibriesoorten leggen 2 twee witte stomp ellipsvormige eieren ter grote van een erwt, die in verhouding tot het lichaam erg groot zijn. De eitjes worden ongeveer 14 dagen bebroed. De jongen worden naakt geboren. Het popje voedt de jongen door haar snavel in de keel van de jongen te steken en voedsel op te braken.
Vechten Kolibries competeren om nectar en insecten. Ze beschermen hun territorium zeer fel. In een duel gebruikt hij zijn snavel en klauwen als wapens. Soms botsen ze met een luide "plof". Ze geraken bij deze gevechten echter zelden gewond, hoewel ze soms een paar veren kunnen verliezen. Hun instinct vertelt hen immers om geen schade aan de snavel te riskeren. Als het voedselaanbod schaars wordt, zullen ze ook minder vechten. Heel zelden zal een kolibrie een andere vogel, zelfs haviken en kraaien, aanvallen. Hoewel ze geen mensen aanvallen, is het soms beangstigend om ze op een paar centimeters afstand voor je ogen te zien voorbijvliegen.
Zang Kolibries maken een groot aantal niet-muzikale geluiden. Sommige kunnen ook meer muzikale geluiden maken. Mannetjes zingen om een territorium te bemachtigen en te verdedigen. Velen zullen een luid geklapper laten horen als hun territorium wordt binnengedrongen.
Baden Kolibries nemen maar wat graag een bad in een hol blad of in een beschaduwd poeltje. Ze schudden dan met hun vleugels terwijl ze hun staart opheffen en spreiden en hun kin en buik in het water doppen. Soms zal een badende kolibrie zijn kop achterover slaan om druppeltjes op zijn rug te werpen. Na het bad zal de vogel zijn vleugels drogen. Soms zitten ze ook in de regen op een tak met hun pluimen uiteen zodat hun huid nat wordt
Enkele soorten: Reuzenkolibrie, Bijenkolibrie, Zwartkinkolibrie, Robijnkeelkolibrie, Roodstaartkolibrie, Berylkolibrie en natuurlijk nog vele andere.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009
Bruidssluier De polygonum of fallopia auberti is een bijzonder krachtige groeier die wel 8 a 10 Mtr hoog kan worden. Hij is eigenlijk afkomstig uit China en heeft ovale hartvormige bladeren die aan de basis lichtgroen zijn .De trompetvormige bloemen verschijnen van juli tot september en groeien in trossen .Ze zijn eerst wit of groenwit, maar worden later roze bij de vruchtafzetting .De plant verdraagt een rigoureuze snoei in de winter, die ook vaak noodzakelijk is om te voorkomen dat de struik te dicht wordt of een onregelmatige vorm krijgt .De bruidsluier is een ideale plant om in korte tijd allerhande muurtjes of voorwerpen te laten begroeien .Ook als natuurlijke wand tegen bestaande volière, s worden deze veel gebruikt .Ze krijgt namelijk in een seizoen scheuten tot 6 meter dus uitstekend om een omheining een gedeelte van een volière of een lelijk muurtje of tegen een oude dode boom te laten begroeien en zo dus aan het oog te onttrekken .Deze slingerplant vraagt een zonnige tot half beschaduwde standplaats en is erg winterhard ,je kunt ze vermeerderen u it scheutstek
Hoe nu dit voederen: De bruidsluier kan men op enkele manieren geven, eigenlijk zijn ze allemaal goed te noemen, maar afhankelijk van de mogelijk die je thuis hebt zijn er enkele mogelijkheden. Voor de kwekers die de vogels niet buiten kunnen plaatsen, kunnen deze bruidsluier drogen, en deze malen en zo de vogels ter beschikking stellen, ook zij kunnen ook stengels afknippen en deze groen stengels bruidsluier dagelijks aan de vogels geven, de vogels krijgen zeer zeker zwarte hoorndelen, alleen jammer als de zon er niet bij kan anders worden ze nog mooier. Opvallend is bij het eten van de bruidssluier zeker als men het vers en groen te eten geeft dat zij vooral de schors afpellen van de stengels, hierin zal dan wel een voedingstof zitten die de vogels erg graag tot zich nemen, ze eten ze bijna helemaal kaal. Erg interessant om dit te kunnen zien. Kwekers die hun vogels van de zwartreeks ook nog buiten in de zon kunnen houden hebben nog een streepje voor, zij kunnen bruidsluier tegen de volière laten groeien, zodat de vogels er altijd aan kunnen pikken, ofwel zij geven het ook dagelijks in groene stekjes, en het kan natuurlijk ook in gemalenvorm, maar ik hek heb vogels gezien die het zelf pikten van de plant die tegen en over de volière groeide, en onvoorstelbaar hoe zwart deze hoorndelen waren, en hoe door het zonlicht het restje bruin ook verdwenen was. Prachtig van kleur, en zeer mooie donkere hoorndelen.
Hoeveel moet men nu geven: Velen zullen zich afvragen krijgen mijn vogels dan geen darmstoornissen door dit groen te geven ,of zelf te laten plukken . Nee, dit is merkwaardig genoeg niet het geval .Ik heb dit enkele jaren gevolgd bij een bevriende kennis waar zowat de hele bovenzijde en zijkant begroeid was met bruidssluier, de vogels konden daar de gehele zomer van eten, als je zag hoe gezond, en hoe donker deze vogels waren, dan durf ik zeggen nee dat kan geen kwaad, Uiteraard als je scheuten geeft, of afgeknipte delen dan dienen deze wel dagelijks ververst te worden.Als men het droogt geeft men om de twee dagen deze gemalen en gedroogde bruidsluier in een apart voerbakje aan de vogels te eten.
Resultaat: Het resultaat zal zijn dat uw vogels voorzien zijn van keurig donkere hoorndelen, erg mooi om te zien, zelfs uw zwarte rug en flanktekening zal er mooier uitzien zeker als het zonlicht het laatste beetje bruin heeft laten verdwijnen. Sommige kwekers doen ook nog wat extra zeewier onder hun eivoer, maar bij mijn kennis was dit niet het geval, en de hoorndelen zijn inderdaad ja pikzwart. Puur en alleen door bruidssluier.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009
Elegant parkiet (Neophema Elegant) Vaderland is West en Zuid Australië, nieuw Zuid Wales en Victoria waar ze domicilie hebben in woud/struik en savannegebieden. Het meest kan men ze aantreffen op de uitgestrekte graslanden, niet zelden ver van beboste gebieden, maar ook ziet men ze op zanderige vlakten langs de kust en in andere spaarzaam begroeide streken
ELEGANTPARKIET Ze zijn ongeveer 25-27 cm groot. Vanaf de snavelinzet tot iets achter de ogen loopt een donkere ultramarijn blauwe voorhoofdsband met parallel daarboven een lichter ultramarijn strook. De bovenschedel, achterkop en nek zijn donker olijfgeel. Bef en wangen tussen de snavel, voorhoofdsband en oog zijn heldergeel. De bef gaat geleidelijk over in het olijfgeel van de hals. De vleugelbocht en vleugelrand zijn diep ultramarijn blauw met daarop aansluitend een smalle hemelsblauwe rand. Het vleugeldek is olijfgroen. De grote vleugelveren zijn zwart met een donker ultramarijn blauwe buitenvlag. Onder aan de buik zit een oranje buikvlek. Hebben de meeste volwassen poppen een duidelijk minder brede voorhoofdsband, bij de poppen zijn de grote vleugel dekveren warmer (donkerbruin) van kleur. De bovenborst is licht olijfgeel, borst, buik, flanken en anaalstreek diep geel. Mantel en stuit donker olijfgeel. De bovenstaart dekveren donker olijf geel, onderstaart dekveren heldergeel. Buitenste grote staartveren geel, middelste grote staartveren aan de bovenkant donker olijfgeel, aan de onderkant donkergrijs. Bovensnavel donker grijs, ondersnavel iets lichter, ogen donkerbruin en poten grijs, nagels zwart. Jonge vogels zijn veel groener. Als er bijvoorbeeld wat rijkelijk groenvoer in de volière is gedeponeerd zullen de jonge vogels, indien zij zich stilhouden, daartussen nauwelijks opvallen. De zo fraai gekleurde voorhoofdsband is bij de jonge vogels nog niet volledig aanwezig. Op een leeftijd van ruim zes maanden zijn ze op kleur en na een jaar zijn ze volwassen en geslachtsrijp. Het verenpak wordt de komende jaren alleen maar mooier van kleur. In hun gedragingen zijn ze wat voorzichtiger, wat schuwer dan bijvoorbeeld de splendidparkiet. Hun vlucht is zeer behendig en snel. In het algemeen komt de elegantparkiet in de volière goed tot voorplanting over. Het zijn trouwe broedvogels. Hoewel er individuele verschillen zijn brengt het grootbrengen van de jongen niet zoveel problemen met zich mee. Hoewel er van bourks- en splendidparkieten gemakkelijker jongen zijn te verkrijgen. De laatste jaren zijn er ook bij de elegantparkieten diverse mutaties ontstaan. Al een aantal jaren is bij ons de lutino elegantparkiet bekend, met zijn fraaie gele kleur is deze vogel een lust voor het oog, om hem te mogen aanschouwen. Deze mutatie vererft autosomaal recessief. Enkele andere mutaties zijn de isabel, geelbonte, fallow en de lacewing. De vererving van de isabel is recessief factorig. De fallow en de lacewing vererven allebei recessief. Maar gelijktijdig met deze mutatiekweek ligt er een gevaar op de hoek. Door het commercieel belang van sommige "kwekers" worden de diverse mutaties op elkaar gezet om zoveel mogelijk jongen hiervan te verkrijgen. Mijn advies is, doe hier niet aan mee, het formaat van de elegantparkiet gaat terug lopen, en het duurt een aantal jaren om de vogels van een goed formaat terug te krijgen. Een voorbeeld hiervan was en is te zien bij de diverse agaporniden soorten. Indien men toch met mutaties wil gaan kweken paar dan altijd met splitvogels of met de wildkleur. Bovendien is het een taak van ons als vogelliefhebbers om de diverse soorten vogels in de wildkleur in stand te houden. Alleen op deze manier zijn we goed en verantwoord bezig met onze hobby.
Het broeden van een Elegantparkiet Het nestblok mag iets groter zijn dan die we voor de grasparkieten gebruiken. Een adviesmaat hiervoor is 20 x 20 cm breed en 35 cm hoog met een invlieggat van 5 cm. De geringe hoeveelheid houtkrullen die we als bodembedekking in de nestkast deponeren is voor deze vogels vaak nog te veel en zullen ze alles in het werk stellen om het naar hun zin te maken en het overtollige er uit te werken. Enige bedekking is nodig, om te voorkomen dat de eitjes gauw beschadigen, wel nodig. Een legsel bestaat uit 4 tot 5 rondachtige witte eitjes welke alleen door de pop gedurende 18 dagen worden bebroed. Vaak is één van de eieren onbevrucht, opvallend is dat dit lang niet altijd het eerste ei is. In deze periode zien we dikwijls het mannetje voor de nestingang zitten en van daar af zijn popje voeren. Zelden meer dan een keer per dag komt ze van het nest, en ontdoet haar lichaam van de ongebruikte restanten van de voeding producten, drinkt en eet wat en gaat nadat ze door de man is gevoerd naar het nest terug. Een broedend popje moet zo min mogelijk worden gestoord, anders zou zij wel eens het broedsel in de steek kunnen laten. Als er eenmaal jongen zijn, behoeft men die voorzichtigheid niet zo meer in acht te nemen. De jongen verblijven ongeveer vier weken in het nestblok en zij worden door beide oudervogels gevoerd.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009
De jonge eleganten worden na 8 dagen geringd met ringen met een adviesmaat van 4 mm. Maar beter is het om hiervoor ringen te nemen van de ringmaat 4,3 mm. Dit heeft als reden dat de pootdikte van een volwassen elegant verschilt van dikte met andere Neophemasoorten. Als ze zijn uitgevlogen duurt het voeren van de ouderen nog een tweetal weken, in de regel zijn ze dan zelfstandig. Veelal worden per seizoen twee broedsels grootgebracht. Na een viertal weken worden de jonge vogels van de oudervogels verwijderd. Dit voorkomt dat de man achter de jonge mannen aan gaat jagen. Hoewel zelden echt agressief, kan hij blijven volharden in zijn achtervolgingen, waardoor zowel het voeden van de broedende pop en de latere jongen uit het volgende broedsel, in het geding kan komen. Na verloop van tijd zal het verenkleed van de jongen zodanig toegetakeld zijn, dat herstel ervan, doordat de veerfollikels zijn beschadigd, niet meer mogelijk is. De jongen van een eventueel tweede broedsel kunnen bij de ouders blijven. Laat ze overigens geen tweede legsel starten als het al laat in het seizoen is. Deze jongen zullen over het algemeen in hartje winter ruien (leeftijd 3-4 maanden), waardoor er veel sterven als men ze niet in een gesloten, droge, liefst vorstvrije ruimte kan onderbrengen. Normaal zijn elegantparkieten winterhard en kunnen, mits ze zich in een tochtvrije omgeving kunnen terugtrekken, zeer lage temperaturen goed doorstaan.
Voeding De Elegant is veel op de grond te vinden waar hij naar voer zoekt. Raadzaam is het om het eivoer en het zaad op de grond te plaatsen en niet op een verhoogd plateau. Bij het drinken zijn ze zeer onrustig, aan te bevelen is daarom ook het water in een badschotel te verstrekken. Ververs het water minimaal tweemaal daags. Het beste is om het water laat in de middag te verversen omdat dit het tijdstip is dat ze gaan drinken. Indien de vogels in een buitenvolière zijn gehuisvest is het raadzaam om een grote graszode in de volière te leggen. In deze graszode zullen de Eleganten veel vertoeven. De rui van deze vogels vangt ongeveer half november aan dus het is niet raadzaam om meer dan 2 broed ronden te doen dit i.v.m. de koude. Beter is het om alle jongen in een binnenvolière de rui te laten voltrekken. Een zaad mengsel voor Neophema's volstaat prima Verder eten ze graag groenvoer en fruit dit nemen ze met hartelust op. Maar verstrek het met mate. Jonge eleganten zijn verzot op trosgierst en dit krijgen ze dan ook dagelijks als versnapering. Het hoeft geen betoog dat het drinkwater iedere dag moet worden ververst, bij zeer warm weer meerdere malen per dag. Neophema's, ook de elegantparkiet, zijn gevoelig voor oogaandoeningen dit komt vooral voor in vogelverblijven waar het met de hygiëne niet zo nauw wordt genomen. Maar het kan ook meegebracht worden door aankoop van vogels elders. Meestal is dit te verhelpen door antibioticum druppels op het oog toe te dienen. Deze zijn uitsluitend bij de dierenarts verkrijg baar. Na Eén of twee dagen moet er al verbetering optreden. Maak daarna het oog iedere dag schoon met gedestilleerd water. Vang bij voorkeur de besmette vogels uit de volière en plaats deze apart.
Neem ook de andere bewoners in de hand en controleer deze. Vervang de zitstokken en maak deze goed schoon dit voorkomt een heleboel narigheid. Jaarlijks worden de eleganten tweemaal ontwormd. Dit gebeurt eenmaal voor de kweek- en eenmaal na de kweek periode. Het ontwormingsprodukt wordt door middel van een kropnaald toegediend. Twee druppels per vogel is voldoende. Een goed ontwormingsmiddel hiervoor is Overotol. Ruim een week, nadat de vogels een ontwormingskuur vlak voor de kweekperiode hebben gehad, krijgen ze een vitaminekuur toegediend. Een week lang elke dag vers drinkwater met multivitamine en je bent er van verzekerd dat de vogels geen tekort hebben tijdens de kweekperiode. Mits er ook aan de andere voedervoorschriften is voldaan.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009 Eieren rapen ? De zin en onzin van het eieren rapen. Voor sommige onderons al van toepassing, voor anderen nog niet. Maar met de kweek begint weer het ontsmetten van de kooien etc. We kennen allemaal deze jaarlijks terugkerende handelingen alvorens de vogels de broedkooien weer in mogen. Wanneer er na verloop van tijd nestbouw plaats vind en zelfs eieren komen, zal er bij menigeen weer de vraag gesteld worden: Zal ik de eieren rapen of laten liggen? Wat 1. 2. 3. 4. 5. 6.
zijn nu de voordelen van het rapen? De eieren komen gelijktijdig uit. Men kan meerdere koppels tegelijk zetten. Men kan, indien nodig, de eieren verleggen. Voeding kan in grotere hoeveelheden worden gemaakt. Dag van uitkippen kan enigszins worden geregeld. Bij problemen, bijv. dode pop, kan men de eieren verleggen.
Dus je ziet, er zijn voordelen genoeg. Hoe gaat dit nu in zijn werk en waar moet men op letten? * Raap eieren op de dag van leggen, bij voorkeur in de ochtend. * Leg eieren in een genummerd bakje, gelijk aan nummer van de kooi. * Leg de eieren op een schone ondergrond, bedekt met watten. * Plaats dit bakje op een veilige stabiele plaats. * Raap de eieren met schone handen. * Leg de eitjes s'morgens terug, liever niet s'avonds. Eigenlijk is het draaien van de eitjes niet nodig. Bij een goed opgebouwd ei zullen de hagelsnoeren zo sterk zijn dat de dooier niet uit zal zakken en aan de schaal vast zal gaan zitten. Het risico bij het draaien van de eitjes is dat men deze beschadigd. Uiteraard dient men voor elk weggehaald eitje een kunstei terug te leggen in het nest. De vijfde dag legt men alle eitjes terug, en haalt de nep eitjes weg. Even terzijde wil ik opmerken dat het plaatsen van de nestkastjes bij voorkeur voor in de kooi gebeurt. Dit heeft ook weer enkele voordelen: * Goede luchtcirculatie. * Makkelijke controle. * Jongen die gewend zijn aan de kweker, dus bij de TT ook weer een pre. Ook * * * *
zijn er zaken die we NOOIT moeten doen bij het bewaren van de eitjes: Eitjes rapen met vuile handen. Eitjes op scherp zand of kiezels leggen. Eitjes niet in de volle zon plaatsen, maar enigszins koel/donker. Eitjes op een onstabiele plaats bewaren ( omvallen/stoten).
Wanneer men eieren raapt kan het voorkomen dat deze bevuilt zijn met uitwerpselen, welke hard geworden is. Probeer dit er nooit af te krabben, want u beschadigd onherroepelijk de schaal. Men haalt dit eraf door de eitjes in een bakje lauw water te leggen, en na enige tijd weekt het vuil er vanzelf vanaf. Ik hoop U als collega-kweker te hebben kunnen overtuigen en wens U een bijzonder goede kweek toe. En als U niet gerust bent op een gezond broedsel, let dan eens op het volgende: Als de eitjes met de spitse punt naar elkaar toe liggen kunt U er met een gerust hart vanuit gaan dat dit broedsel kerngezond is.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009 De Lizard ("Canarius domestica pusillus lizardii")
Inleiding De Lizard is een mooie tekening vogel die direkt op valt op een show. Bij een goede lizard zul je beslist stil staan omdat zijn tekening zo helder en apart is. Het is jammer dat de rui en schade aan de bevedering het tot een moeilijke TTvogel maken omdat daarna de bevedering versluierd, ofwel grijze tonen zet in de bevedering. Het is zeer beslist de moeite waard de uitdaging eens aan te gaan om deze vogel te gaan kweken!
Standaardeisen Rugtekening (Spangles): 25 punten. De rugtekening is halfmaanvormig, zuiver, net en gelijnd en verkleinend naar de kop toe. De tekeningen zijn duidelijk gescheiden door de egale grondkleur. Borsttekening (Rowings): 10 punten. De borsttekening is iets zwakker, groter maar blijft duidelijk zichtbaar. Eveneens verkleinend naar de keel. Grondkleur: 10 punten. Geel intensief (Goudlizard), geel schimmel (Zilverlizard), wit (Blauwlizard) en oranje - rood (Bronslizard). Regelmatig en uniform. Bij de schimmelvogels is de schimmel gelijkmatig verdeeld. Kunstmatig bijkleuren is toegelaten. Vleugels en staart: 10 punten. De pennen van vleugels en staart zijn zwart. Er mogen geen witte randen voorkomen aan de staart en/of vleugelpennen (uitgeloogd). De staart is gesloten en relatief kort. Goed aansluitende vleugels. Kap (Cap): 10 punten. * Volle kap: ook heldere kap genoemd, bedekt het bovenste van de kop. Begint boven de bek en loopt boven het oog tot op het achterhoofd waar de nek aanvangt. De kleur is de grondkleur zonder vlekken.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Mei 2009 * Gebroken kap: laat de rugtekening, steeds verkleind in de richting van de bek voorkomen in de gepigmenteerde gedeelten van de kap. * Non - kap: loopt de rugtekening verkleind door tot de bovenbek. Bevedering: 15 punten. Glad, glanzend en aansluitend. Vleugeldekveren: 5 punten. Een specifieke tekening als afzoming van de basis van de vleugelpennen. Deze mogen eveneens niet uitgeloogd zijn. Oogstrepen: 5 punten. Vormen een donkere lijn die het oog van de kap scheidt. Eén op de honderd vogels laat ze duidelijk zien. Snavel en poten: 5 punten. Zijn zo zwart mogelijk. Houding en grootte: 5 punten. Rustig en levendig met een grootte van 12,5 cm.
De lizard wordt Geshowd in de universeelkooi
Fouten! Rugtekening (spangles) Vlekken. Te zware of slecht verdeelde schimmel die de tekening maskeert. Tekeningen onvoldoende gelijnd. Wazig. Borsttekening (rowings) Te zwak. Vlekken. Wazig. Ineenvloeiend. Grondkleur Niet uniform. Ongelijkmatige verdeling van eventuele schimmel. Tweekleurig. Te veel bruin pigment. Vleugels en staart Heldere pennen. Te lange of te korte staart. Onvoldoende aansluitende vleugels. Kap Te grote kap. Doorlopend onder snavel of oog. Te diep in nek. Onduidelijk afgelijnd.