“Vogelliefhebbers Wieringermeer” “Vogelliefhebbers Wieringermeer”
Vogelkrant 37e jaargang nr. 5 September 2008
In dit nummer: Uitnodiging vergadering. Uitgelicht: Zwarte Zwaan Meelwormen, Trupiaal, Roodvoorhoofd Kakariki Spelregels ringen uitgebreid
©jmz
Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom
W17
Opgericht 24 oktober 1961
Vogelliefhebbers “Wieringermeer
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Trupiaal
Deze vogel komt op de benedenwindse eilanden voor. De oranje trupiaal en in mindere mate de gele trupiaal. De Latijnse naam van de opvallende oranje vogel is Icterus icterus. Deze vogel is alom bekend. De Latijnse naam voor de gele is Icterus nigrogularis De trupiaal komt op alle drie de eilanden voor maar op Bonaire is hij geïntroduceerd door de mens. Op Curaçao: Het Christoffelpark is een uitstekende plaats om de vele vogels, die in de vrije natuur van het eiland wonen, te bekijken. Je ziet hier de grote geelborsttroepiaal ('trupial'), en zijn oranjeborstige neef, die naar men zegt voorbode is van goed nieuws als hij zijn heldere melodieuze liedje zingt terwijl hij naar het oosten kijkt. Elke ochtend wordt er rijst op de voertafels gelegd voor de vogels. De trek van de Trupiaal: De Oranje trupiaal zie je in tuinen en langs wegen, ook in cactusvelden waar hij de knoppen uit de cactussen eet. Bouw: De Trupiaal is een opvallende oranjezwarte vogel uit de familie van de troepialen. Kop, keel, rug en staart zijn zwart, de vleugels zijn zwart met een brede witte streep. De overige delen zijn oranje gekleurd. De vogel is 25 tot 28 cm groot. De iris is lichtgeel en omringd door naakte blauwe huid. De snavel is zwart, de basis van de ondersnavel is grijsblauw. De poten zijn eveneens grijsblauw. Geluid: De melodieuze zang is de gehele dag te horen en bestaat uit de twee of drie lettergrepen die hem zijn naam hebben gegeven. "troepie-óé troepie-óé". De veren op de keel zetten op tijdens het zingen. Verdediging: Het zijn levendige en vechtlustige vogels. De volwassen vogels verdedigen hun woongebied fel tegen indringers. Om de indringer af te schrikken begint deze vogel luid te roepen. De veren op de keel zetten dan op. Ze schoppen vaak ruzie met de Chuchubi (een soort lijster). Voeding: Hun voedsel is zeer gevarieerd en wordt in de bomen gevonden, zelden ziet men de trupiaal op de grond. De oranje Trupiaal eet allerlei vruchten (mango’s, mispel, kenepa, sorsaca, etc.) maar ook insecten en af en toe steelt hij de eieren van andere kleine vogels. Nest: De trupiaal bouwt zijn nest meestal in zuilcactussen maar hij kan ook het nest van anderen in beslag nemen. Zijn nest is een diep, zakvormig, hangend nest, mooi geweven van allerlei plantenvezels, meestal goed verborgen boven in een boom. De vogels schijnen in alle tijden van het jaar te broeden. De eieren (28X20 mm) zijn eivormig, paarsig wit, met onregelmatige vlekjes en fijne krabbeltjes en lijntjes van zwart en bruin.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Meelwormen kweken Benodigde materialen: Zeer handig is een houten bak van 60 cm x 50 cm x 10 cm hoog, met als afsluiting een opklapbaar deksel bestaande uit latten en overspannen met muggengaas. Om de larven te beletten uit de kweekbak te kruipen brengt men op de bovenrand van de bak een 4 à 5 cm brede dunnen metalen band aan. Deze kan bestaan uit aluminium, blik of zink. Een voordeel van zulke kweekbakken is dat men ze in een rek boven mekaar kan plaatsen, er wel zorg voor dragende dat tussen de bakken telkens een tussenruimte blijft van ongeveer 12 cm, zodat er steeds voldoende verluchting mogelijk blijft. Deze kweekbak wordt dan gevuld met een 3 à 4 cm dikke laag zuivere zemelen. De dikte van deze laag wordt na verloop van tijd vermeerderd doordat men er van tijd tot tijd een dun laagje verse zemelen bij strooit. In het midden van de bak legt men dan - wanneer er levende kevertjes zijn - regelmatig een vers schijfje aardappel, wortel of appel. Overdrijf echter niet bij het geven van deze vochtige bijvoeding. Om voldoende verluchting door te laten mag de laag zemelen niet meer worden dan 6 cm. Deze verluchting is beslist nodig om verstikking van wormen en kevers te voorkomen. De kweek. Om te starten met de kweek is de eenvoudigste manier het aanschaffen van een hoeveelheid volwassen meelwormen en deze gewoon over een of meerdere kweekbakken te verdelen. Deze wormen zullen dan, bij voldoende warmte, verpoppen en de nodige kevers voortbrengen. Een goede methode is dan: de kevers voorzichtig verzamelen en in een kweekbak op verse zemelen zetten. De enige reden van het bestaan van de kevers is; paren en eieren leggen, dus voor de voortplanting zorgen. De larve zelf is niet tot voortplanting in staat. Ongeveer 25 dagen - na het verpoppen - is de verpopte larve kever geworden. In feite heeft de larve weinig behoefte aan vocht, maar de kever zal zonder vocht geen lang bestaan hebben, ook daarom dan het in beperkte mate verstrekken van schijfjes aardappel en / of andere. Let hierbij op dat ervan deze vochthoudende bijvoeding geen rechtstreeks op de laag zemelen gelegd wordt, want dat kan al genoeg zijn om natte plekken in de zemelen, hetgeen dan het ontwikkelen van de te weren " Meelmijt" bevordert. Plaats de kweekbakken nooit in een vochtige kelder of andere ruimte, want vocht is in de zemelen een kweekbodem voor de meelmijt die zich ongelofelijk snel kan voortplanten en in korte tijd de zemelen in de kweekbak doet veranderen in een stinkende natte brij. Droog en luchtig. Dus, droog en luchtig is een vereiste voor het in leven houden der kevers en het kweken van de meelwormen. Voeg ook daarom nooit rechtstreeks vocht toe aan de zemelen. Een normale droge kamertemperatuur van 20° C zou ideaal zijn. Te hoge temperaturen kunnen meer kwaad dan goed doen. Een lage temperatuur kan het groeiproces vertragen, maar men kan vaststellen dat de larven dan toch blijven leven. Verversen. Natuurlijk dient men regelmatig de gebruikte zemelen te verversen. Dit kan het best gebeuren door het ziften van de zemelen, doch pas dan wanneer de jonge meelwormen groot genoeg zijn en niet mee door de mazen van de zeef vallen. De daardoor ontwikkelde kevers kan men dan weer uitnemen en gebruiken om een nieuwe kweekbak aan te vullen. Interessant is wel dat goed verzorgde kweekbakken niet de minste geur afgeven. De hele cyclus van de meelworm, van eitje tot kever bedraagt, afhankelijk van de temperatuur zo'n 3 á 4 maanden.
Veel succes met de meelwormen kweek.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer September 2008
Hoe bereiden we onze vogels voor op de TT ? We kunnen weer aan de slag met onze vogels ! De vakantie is voorbij, we moeten weer aan het werk. Niet alleen bij het baasje maar ook met de vogels aan de slag, zeker voor diegenen die in oktober al mee willen spelen op de vroege nationale shows.
De voorbereiding van onze vogels in aanloop naar de wedstrijden zal ook voor een groot deel bestaan uit selectie op uiterlijk en verzorging van dit uiterlijk van onze vogels. Eind augustus zijn de vroege jongen al een heel eind door de jeugdrui heen, sommige tropen die al in oktober/november van het vorige jaar zijn geboren zijn zelfs al in topvorm.
Nu wordt het tijd om de kandidaat-prijswinnaars uit te vangen en te laten wennen aan de showkooien. Aan de hand van de standaardeisen gaan we uitzoeken welke vogels het meest in de buurt komen wat betreft kleur, tekening, grootte en vorm. Doe dit bij voorkeur zelf en laat na enkele dagen een collega kweker er ook zijn mening over geven. Waarom? Ik vind dat ieder serieuze kweker moet leren aan welke criteria zijn wedstrijdvogels moeten voldoen, en leren kun je alleen maar door te doen en te ervaren.
Na dit uitzoeken controleren we onze vogels in de hand op ongerechtigheden zoals gebroken vleugel en of staartpennen en eventueel op verborgen bontvorming in de donsbevedering. Vertonen vogels veel verborgen bont in het dons, sluit ze dan uit voor de wedstrijd. Een enkel bont donsveertje of zelfs een paar kunnen we kort voor de show verwijderen, dit alles om teleurstelling te vermijden.
Dan gaan we gebroken vleugel en of staartpennen verwijderen, dit moet in dit stadium omdat die pennen zeker 7 weken nodig hebben om volledig terug te komen en uit te groeien. Nu is er wel iets waar we goed op moeten letten! Als we bij een vogel een vleugelpen (bijvoorbeeld de 2e van buitenaf) van de rechtse vleugel moeten trekken omdat deze stuk is, dan moeten we dezelfde pen aan de linkse vleugel ook verwijderen. Waarom? Omdat ten eerste de vogel vaak na een week zelf deze pen afstoot en ten tweede om de symmetrie van de vogel te waarborgen, getrokken pennen komen altijd iets langer terug. Bij staartpennen geld dit evenzeer. Eerst de pennen tellen en vervolgens kijken welke stuk zijn. Deze verwijderen en ook de pennen aan de andere kant trekken. Dit trekken van pennen is een karweitje wat serieus moet gebeuren. Betreffende pen moet in de groeirichting met een kort rukje uitgenomen worden waarbij de eventuele vleugel goed ondersteund moet zijn. Bij twijfel en / of geen ervaring laat men dit een ervaren kweker eens een keer voordoen. Contourbevedering die beschadigt is moeten we ook verwijderen, deze is echter wat sneller volgroeit dan pennen.
Hierna controleren we ook meteen of de pootjes, nagels en snavel mooi glad, compleet en in het bijzonder nagels en snavelpunt niet te lang zijn. Te lange nagels korten we in met een nagelknipper of klein schaartje waarbij we de nagel tegen het licht houden om te kunnen zien waar het bloedvaatje zit( hier minimaal 3 millimeter vanaf blijven.Het snavel puntje alleen knippen als die echt veel te lang is, anders volstaan we met wat vijlen. Ruwe pootjes en snavel vetten we in met wat zalf of vaseline. Enkele keren herhalen geeft direct resultaat.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer September 2008 Na dit alles zetten we de vogels eerst in de broedkooien 2 per kooi (sommige soorten alleen zetten i.v.m.vechten), dit om de vogels te laten wennen aan een wat kleinere kooi.
De eerste dagen de vogel met rust laten, al dat gedoe heeft ze veel stress bezorgd en wat rust kan dan geen kwaad. Let bij alle en zeker de wat minder eenvoudige vogels speciaal op dat ze goed hun eten en het water kunnen vinden, een kleine kooi is toch heel wat anders dan een voliere.
U kunt deze dagen mooi benutten om uw showkooien weer tip top in orde te brengen, een kwastje verf doet wonderen! Onze tentoonstellingskooien dienen aan de buitenkant matzwart en aan de binnenkant helder wit doch niet glanzend te zijn. Zelf geef ik de voorkeur aan de 2 K verf, een 2 componenten product wat zeer goed wit blijft en goed te reinigen is.( lees wel goed de gebruiksaanwijzing).
Na een week zetten we onze goudhaantjes in de tentoonstellingkooien en wel zo dat de kooien met de voorkant tegen elkaar staan( de vogels die samen in de broedkooi zaten kunnen elkaar zo nog zien, dit is goed voor de rust). Iedere dag zetten we de kooien wat wijder van elkaar af, en na een week als ze gewend zijn aan de kooi zetten we deze zo dat ze elkaar wel kunnen horen maar niet zien.
Dan moeten we als een goede coach de vogels gaan trainen. We moeten de vogels gaan wennen aan het gebeuren wat hen te wachten staat: de vogelshow. Enkele zaken waaraan een toekomstige tentoonstellingvogel moet wennen zijn: * Heen en weer lopen met de kooi met vogel *Lawaai en veel mensen om de kooi ( kinderen en kleinkinderen en collega kwekers zijn prima publiek). * Vervoer van vogel in kooi onder een hoes.( kwartiertje per keer) * Een mens wat zeer dicht met zijn gezicht bij de kooi komt en daarbij vaak ook nog met een stokje de vogel probeert in een goede houding te brengen ( de keurmeester imiteren).
Al deze zaken moeten regelmatig met de vogels gedaan worden in aanloop naar de wedstrijd. Het voorkomt dat de vogels zich tijdens het inbrengen naar de show, de keuring en het verblijf op de show onnodig beschadigen door opvliegen vanwege schrikken. Ook zullen goed getrainde vogels veel minder stress ervaren dan vogels die daags voor de keuring in de kooi worden gestopt.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer September 2008
Gedurende zijn of haar verblijf in de wedstrijdkooi in de voorbereiding moet de vogel minimaal om de dag de kans krijgen om te baden of met lauw water besproeid worden. Hierna zal de vogel zich gaan poetsen en aldus zijn of haar verenpakje in topconditie brengen.
Ook zullen we wat extra aandacht moeten geven aan de voeding, de ene vogel is de ander niet. Vogels die van nature wat aan de schrale kant zijn kunnen we net wat meer Body geven door een wat rijker gevulde voerbak terwijl we vogels die de neiging hebben te vet te worden juist op een meer mager rantsoen zetten.
De laatste jaren laat ik mijn showvogels tijdens het opkooien toch ook wel eens een dag in een wat ruimer verblijf zich uitvliegen, dit doet de vogels zichtbaar goed en houdt ze ook beter in conditie. Zeker bij gras en grote parkieten is dit echt een noodzaak omdat deze vogels beslist te vet worden en hopeloos gestrest raken tijdens een te lang verblijf in de wedstrijdkooien. Hierover verschillen de meningen bij veel liefhebbers omdat de kans op beschadigen wel wat toeneemt, maar het welzijn van de vogels is ook belangrijk.
Een dag voor het inbrengen nemen we de vogels nog een keer uit de kooi om pootjes en staart schoon te wassen met een beetje baby shampoo en water. Hierna nog een keer sproeien met lauwwarm water en de vogel is klaar voor de show. Ik weet dat er liefhebbers zijn die de gehele vogel wassen en zelfs met de meest uiteenlopende producten, denk maar aan de witte vogels.
Als wij zo enkele weken met onze toekomstige prijswinnaars bezig zijn geweest zal dit tijdens de keuring en de show resultaat opleveren. Een vogel die niet aan de eisen voldoet maak je met alle inspanningen geen kampioen, maar ieder weet hoe miniem het verschil soms is tussen een kampioenschap en net niet. En dat net niet is vaak te wijten aan te weinig aandacht van de liefhebber zelf voor zijn showvogels. Dat zal u toch zeker niet overkomen!
Ook zijn er de verhalen van vogels die zo uit de ren naar de tentoonstelling werden ingezonden en ook nog kampioen werden. Op de eerste plaats is 99 procent van deze verhalen een broodje aap verhaal en is het waar dan heb je wel 100% geluk nodig. Juist de factor geluk moet men als serieus kweker en deelnemer aan wedstrijden tot een minimum bepreken, een sportman moet ook trainen en inzet tonen en een beetje geluk is dan mooi meegenomen maar geen uitgangspunt.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Zwarte zwaan. De zwarte zwaan (Cygnus atratus) is een soort zwaan, afkomstig uit Australië, Tasmanië en Nieuw-Zeeland. Hij leeft in zoetwatergebieden en voedt zich met grassen en waterplanten. De vogel heeft als enige zwaan een zwart verenkleed. De kuikens worden door de ouders samen opgevoed.(De zwarte zwaan is monogaam, zoals alle zwanen). De zwarte zwaan is niet honkvast. Bij zwerftochten kan hij afstanden van honderden kilometers overbruggen en zorgt zo ook zelf voor zijn verspreiding. Kenmerkend zijn de klagende, trompetterende roep bij hun nachtelijke vluchten.
Uiterlijk De zwarte zwaan is een bijna volledig zwarte zwaan met enkel witte handpennen. De rozerode snavel is lichter op de punt. De poten zijn grijs van kleur. Hij wordt 110 tot 140 centimeter lang en tot zes kilogram zwaar. De geslachten zijn gelijk. De zwarte zwaan heeft van alle zwanen de langste hals: meer dan half zo lang als de totale lichaamslengte. Zoals eigenlijk alle zwanen kan men deze zwanen het best apart houden omdat ze in de paar- en broedtijd erg agressief zijn tegenover soortgenoten, ganzen, sommige eenden en zelfs tegenover de verzorger. Als u over veel ruimte beschikt kunnen de zwanen wel met eenden samen worden gehouden, op een grote vijver ziet dat er ook erg mooi uit. Deze zwanen zijn ontdekt door Nederlandse zeevaarders al zullen ze al best zijn gezien door de aboriginals, de oorspronkelijke bevolking van Australië waar ze dus voorkomen. Ze zijn later ook uitgezet op Nieuw-Zeeland. In tegenstelling tot andere zwanen hebben deze zwanen niet zo'n groot wateroppervlak nodig al zijn ze best wel veeleisend. Ze grazen graag op een stuk land. Het zijn luiduchtige vogels, vooral s'avonds. Beide vogels verzorgen de jongen en dragen ze ook op de rug. Dit zijn één van de meest gehouden en gekweekte zwanen. Ze broeden erg makkelijk, het gebeurt regelmatig dat Zwarte zwanen ook midden in de winter broeden! Van stro of riet wordt een nest gemaakt waarin het vrouwtje de 2 tot 8 eieren legt. Deze komen uit na 35 tot 38 dagen. Ring de jonge zwanen als ze 32 dagen oud zijn met ringen van 20 mm. De meeste kans om Zwarte zwanen in de Nederlandse natuur te zien is langs de IJsselmeerkust, hier zwemmen redelijk wat verwilderde Zwarte zwanen rond.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer September 2008 WATER Het zal niet nodig zijn hier te wijzen op de noodzaak van vers drinkwater. Het vogellichaam is immers voor een groot gedeelte uit water opgebouwd; zo bestaan de spieren voor ongeveer 75 procent uit water. Water is bovendien noodzakelijk voor de uitscheiding en voor het ei.
Drinkwater moet daarom steeds ter beschikking staan van de vogels en natuurlijk moet dit drinkwater op geregelde tijden, dagelijks of nog vaker, worden ververst. Onzuiver drinkwater kan de bron vormen voor vele ziekten en ingewandsstoringen. Het kan de besmettingsbron vormen van ziekte voor gezonde vogels. Het drinkbakje moet bij voorkeur van glas of porselein zijn, omdat het dan gemakkelijk kan worden gereinigd en het moet zo zijn geconstrueerd en geplaatst, dat de kans op verontreiniging zo klein mogelijk is. Vooral in de winter moet men erop letten, dat er drinkwater aanwezig is; bij vriesweer moet men enkele malen daags voor vers drinkwater zorgen.
Het gewone kraanwater bevat, zeker in de steden, fluor tegen tandsteen bij de mens en soms ook chloor als antisepticum. Schadelijke invloed hiervan op vogels is nooit officieel vastgesteld en waarschijnlijk ook nog nooit serieus onderzocht. Bekend is echter, dat het gewone kraanwater voor aquariumvissen schadelijk en zelfs dodelijk is. Men kan nu wel opmerken, dat water voor een vis nog iets anders betekent dan voor een vogel, maar daarmee is nog niet bewezen, dat kraanwater met fluor of chloor persé onschadelijk is voor kooivogels. En dan denken we vooral aan jonge vogels en wel speciaal aan jonge nestvlieders als fazanten, patrijzen en kwartels, die het drinkwater zelf rechtstreeks opnemen.
Het is daarom aan te bevelen aan vogels in het algemeen en aan jonge nestvlieders in het bijzonder, bronwater of regenwater te geven. Het laatste kan men opvangen in een regenton of een andere vergaarbak en het dan voor het gebruik nog zuiveren door het door een dicht geweven doek te filtreren.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Roodvoorhoofd Kakariki De kakariki is een van de leukste papegaaiachtige die ook nog betaalbaar is voor iedereen. Met hun levendige en nieuwsgierige karakter is het een prachtige vogel om te houden en mee om te gaan Zowel de beginnende als de gevorderde vogelhouder kan hier een hoop plezier aan beleven. Kakariki betekent in het Maori "kleine papegaai" en net als de grote papegaaien houden ze hun voedsel in een poot vast, waarmee hun gelijkenis met de papegaai nog eens wordt onderstreept. Onderhoud Kakariki's zijn goede vliegers maar in gevangenschap hebben ze een voorkeur om te klimmen, daarom is het belangrijker om een ruimte te creëren waar ze kunnen klimmen dan een vliegruimte. Kakariki als huisdier Een kooi van een vierkante meter met een valse vloer en opvangla is hiervoor ideaal. Deze kooi moet horizontale spijlen hebben zodat ze op en neer kunnen klimmen. Nog een waarschuwing, zet niets dicht in de buurt van de kooi, kakariki's hebben lange poten en pakken alles waar Roodvoorhoofd Kakariki ze bij kunnen.
Volières Kakariki's kunnen in een volière met andere vogels gehouden worden, maar in de broedtijd moet een paartje in een aparte vlucht geplaatst worden. Op de bodem kan het best een laag scherp zand aangebracht worden omdat kakariki's graag mogen graven en klauwen als kippen. Probeer deze bodem wel schoon te houden want ze eten alles wat ze vinden. Broedkoppels ook niet in vluchten naast elkaar onder brengen want dan blijven ze ruziën. Kakariki's zijn geen grote knagers zodat met een houten vlucht jaren kan worden gedaan. Hang eventueel een stuk schoon vurenhout in de vlucht waar ze op kunnen knagen. Kakariki's zijn winter hard maar een beschutte plaats grenzend aan de buitenvlucht houdt de vogels beter in conditie zodat ze in het voorjaar weer voor een volgende generatie zullen zorgen. Mutaties Lutino; het groen en blauw in de bevedering is volledig verdwenen en is vervangen door een heldere gele kleur, de ogen zijn rood. Geel; kleur is gelijk als de Lutino maar de ogen zijn zwart. Bont; een meng vorm tussen wildkleur en de gele mutant. Een voorbeeld hiervan is een vogel die gelijk is aan de roodvoorhoofd kakariki maar met gele veren aan de rand van de vleugels en staart. Cinnamon; een vale groengele kleur over de gehele bevedering.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer September 2008
De Blinde Vink Waar komt de naam blinde vink vandaan?
Wie bij de slager of in de supermarkt een blinde vink koopt, krijgt een opgerold lapje vlees, gevuld met gehakt, vet of groente. Het is natuurlijk een rare naam voor een culinair gerecht. Waarom noemt men een stukje vlees nou blinde vink? Wat heeft dat vlees met een vink te maken? En waarom dan ook nog een blinde vink?
De reden is dat ooit iemand bedacht heeft dat dit stukje vlees qua vorm veel lijkt op een echte blinde vink, waarna het lapje vlees deze naam kreeg en die naam ingeburgerd raakte. Een echte blinde vink is een geblinddoekte zangvogel. Bij wedstrijden werden vinken soms geblinddoekt, omdat ze dan beter gingen zingen. Vroeger werden vinken soms zelfs bewerkt met een hete naald. Daarmee werden de ogen van het vogeltje verwoest om het vogeltje mooier in een kooitje te laten zingen. Recept Ingrediënten:
*
4 blinde vinken 1 ui 2 teentjes knoflook 1 prei 1dl koffieroom 2 eetlepels tomatenketchup 1 eetlepel maizena boter peper zout
Bereidingswijze: Verhit de boter in een pan en bak hierin de blinde vinken mooi bruin en gaar. Pel ondertussen de ui en knoflookteentjes en snipper deze. Maak de prei schoon en snijdt deze in hele kleine stukjes. Als de blinde vinken gaar zijn, haal ze dan uit de pan en houdt ze warm. Fruit in het bakboter de ui, knoflook en de prei eventjes. Roer er dan de tomatenketchup en de koffieroom door. Roer in een kopje de maizena met wat water tot een papje en bind hiermee de saus. Breng de saus op smaak met peper en zout. Leg de blinde vinken op een schaal en schenk de saus erover.