Voedingsonzin van de maand mei 2014: Flexitarische klimaatdromen Minder vlees kan het klimaat & milieu schade berokkenen! Door Uwe Knop, EU.L.E. e.V. Translatie door Piet van Veghel
Wie het wereldklimaat redden wil, moet minder vlees gaan eten – want Flexitarisme is de sleutel tot een klimaatvriendelijkere voedingswijze, zo luidt de boodschap van talrijke mediaberichten. 1. Aan de basis van deze “minder vlees = een beter klimaat” meldingen , lag een Zweedse sciencefiction studie die diverse scenario’s voor klimaatverandering in relatie tot eetgedrag ging bekijken2. “Deze Studie brengt een feestelijke stemming onder de groentetelers teweeg, maar vlees vervangen door plantaardige kost kan net zo schadelijk voor het klimaat en milieu zijn, aldus Udo Pollmer, Wetenschappelijk leider van het Europees Instituut voor Voedings- en Levensmiddelen wetenschappen. (EU.L.E.e.V.). “In wezen is het simpel: Naar informatie van de Wereldvoedselorganisatie FAO is meer dan de helft van het voor landbouw geschikte land op aarde, ook daadwerkelijk alleen voor veehouderij geschikt. Zouden daar geen dieren gehouden worden, dan zouden daar wilde dieren gaan weiden, die in gelijke mate broeikasgas zoals methaan, uitstoten.” En deze Zweedse anti-vlees studie toont (weliswaar verstopt in de bijlage) nog iets aan: Bij een sterke toename van de vleesconsumptie zijn de klimaatsdoelen evengoed bereikbaar! Kijkt men wat nauwkeuriger naar de gegevens van de originele studie, dan komen tal van ongerijmdheden aan het licht, die de poging om een “Wereldklimaat-dieet” via de menukaart vast te stellen, naar het rijk der fabelen verwijzen. In de Zweedse studie worden de broeikas-emissies van de landbouw in fictieve scenario’s voor de jaren 2030, 2050 en 2070 ingebouwd. De consumptie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong werd op verenigbaarheid met het 2°C-doel getest, dus de opwarming van de aarde werd op maximaal 2°C begrenst t.o.v. het niveau van de aanvang van de industrialisatie. Op zich al een vreemde vraagstelling die, in het zicht op het klimaat van onze planeet, een groot aantal speculaties bevat. De conclusie van de auteurs: Door het afzien van 75 % van alle tot nu toe geconsumeerde vlees- en melkproducten en een vervanging hiervan door graan en peulvruchten, worden de “flexitariërs” de redders van ons klimaat. Maar dat is nonsens, wat al de basis uitgangspunten kloppen niet, omdat ze uitgaan van een tot 2050 stijgende vleesconsumptie in Europa. Het tegendeel zal echter eerder het geval zijn…. Vleesconsumptie in Europa stagneert In Duitsland stagneert de vleesconsumptie al meer dan 10 jaar3, in Europa nijgt het naar een lichte daling4,5. “Hier word de bedoeling van de auteurs duidelijk: “Het vleesverbruik hoger inschatten, om daaruit een hogere emissie af te kunnen leiden”, zo verklaard Pollmer. Daarbij komt de demografische ontwikkeling: Het bevolkingsaantal in veel EU landen daalt6. “Men kan er daarom beter vanuit gaan dat steeds minder Europeanen ook minder vlees zullen eten. Neemt men nog meer ongerijmdheden in
ogenschouw, hoe bijvoorbeeld de totale levensmiddelenconsumptie met opzet te hoog berekent werd: “De studieauteurs hebben het fictieve broeikas-emissie voor Europa met ruim 25 % te hoog vastgesteld”, verklaard Pollmer.
Een stijging van de vleesconsumptie met 45 % = klimaatvriendelijk ! Daarnaast had de studie een hele bijzondere verrassing te bieden, die zelfs niet in het beeld paste van de klimaatreddende vlees bashers: In de bijlage van de studie staat een scenario waarin , met het huidige consumptiepatroon, een flinke stijging van de vleesconsumptie aangenomen word- een stijging van de vleesconsumptie met 45 %. Daarbij word het gros van de melk en het vlees van de herkauwers door ander vlees vervangen. Ook bij deze kost worden volgens de auteurs de doelstellingen voor het 2°C-doel nageleefd. De berekende emissies liggen niet veel hoger als bij een flexitarische voeding. Pollmer: “De studie ontkracht hiermee hun eigen gevolgtrekkingen.” De emissie van anderen… Slaat men er ter vergelijking andere studies op na, dan toont zich het gewoonlijke beeld: Verschillende studies, willekeurige uitkomsten. Recentere onderzoeken7 laten bijwijle lagere emissies en scenario’s zien, die in tegenstelling tot de Zweedse, ook zonder verandering van eetpatroon, om het even met veel of weinig vlees – de zogeheten klimaatsdoeleinden word gehaald. “Alleen al deze willekeur toont aan, dat diegene die pogen om het weer en het klimaat middels de soepbordjes te sturen, over weinig solide wetenschappelijke grondslagen beschikken. Ze schaden het aanzien van de natuurwetenschap” maant Pollmer
Flexitarische valstrik 1: Minder vlees = meer oppervlakte Een fundamentele drogreden is het dat “Veehouderij zou akkerland roven”, want de teelt van plantaardige voedingsmiddelen is niet overal mogelijk: gemeten naar de FAO gegevens is ongeveer 60 % van de wereldwijde landbouwgronden alleen maar voor veeteelt geschikt. Ziet men omwille van een geringer vleesconsumptie af om deze gronden te gebruiken, dan ontbreken dientengevolge ook aan de dierlijke levensmiddelen die daarvandaan gekomen zouden zijn als voedingsbron voor de mensheid. Die zouden dan op een andere manier gecompenseerd moeten worden. Ook in onze stallen is de meeste voeding uit hooi, gras, stro en restafval uit plantaardige productie, zoals bijvoorbeeld: sinaasappelschillen, pindadoppen, molenafval, resten van brood en gebakproductie. Dat alles kan een mens niet verteren en ten nutte maken. „De bewering, dat men 10 kilo broodgraan zou voeren”, aldus Pollmer, “is compleet kirre. “Dieren krijgen een beetje graanvoer (meestal voedergerst), dat voor mensen niet geschikt is. Wanneer een boer broodgraan verbouwen kan, dan doet hij dat, omdat het zijn inkomen duidelijk zal doen stijgen, meer dan wanneer hij voederproducten gaat telen. De hoeveelheid voer die nodig is om 1 kilo vlees te krijgen, ligt derhalve bij slechts 2 kilo – waarbij het meeste ook nog eens geen graan is. Als eiwitvoer speelt lijnzaad en soja een steeds grotere rol. De nevenproducten van de biodiesel productie, waarvan er in Duitsland miljoenen tonnen voorhanden zijn, kan men ofwel opvoeren of “vernietigen”. Hetzelfde geld voor de geweldige hoeveelheden glycerine, die eveneens bij de “biodiesel” overblijven: het is een gewild koeienvoermiddel.
Flexitarische valstrik 2: meer groente = meer oppervlakte Alle voorvechters van “meer groente en fruit voor een beter klimaat” zouden voor ogen moeten houden dat: de meeste groente een voedingswaarde hebben van ongeveer ‘0’. Daarbij hebben sla, komkommers, tomaten, asperges een relatieve lage opbrengst per hectare, in vergelijking met diervoer zoals voederbieten of voedergraan. De opbrengst van asperges ligt per hectare op een schamele 5 ton, bij voederbieten daarentegen is dat 60 ton – en daarmee 12 maal zoveel. Hierbij komt nog de inzet van mest en pesticide, dat bij groente, fruit en broodgraan veel hoger ligt dan bij de meeste voederplanten. Bij een deel van de voedingsmiddelen hebben al deze “emissies” en “verbruiken” niets in de balans te zoeken, daar zij tot nu gemaakt worden voor afval dat ontstaat bij de productie van biodiesel, bier, havervlokken of sinaasappelsap, die anders vernietigd zouden moeten worden. “Bovendien moet intensief water gegeven worden om sla, komkommer e.d. te telen, zodat ook bij het waterverbruik plantaardige kost niet beter scoort als dierlijke, maar zelfs vaak slechter.”Dit geld helaas ook voor de als alternatief aangeprezen peulvruchten. Flexitariërs vissen verse vis…? Bij de prognoses werd de visconsumptie volledig buiten beschouwing gelaten - hoe zou de “climatic impact of nutri-fiction” er uit gezien hebben als men de flexitariërs nog een groene haring of zeevruchten op hun bordje had gelegd? “Dat weet niemand – en eerlijk gezegd, dit absoluut instabiel rekenscenario zou de verwarrende stand van zaken nog verder vertroebelen, zegt Pollmer. Maar wie weet, misschien vissen de pescetarier op dit moment al in het troebele studiewater naar de overeenkomstige data-scholen, die dan hun speciale voedingswijze als klimaatredder van het jaar 2075 slechts positioneert…
Conclusie: Het door de studie aangevoerde, vermeende bewijs, dat ons klimaat zich door een massieve vermindering van de vleesconsumptie laat redden, is in het licht van complexe ecologische samenhang in het geheel niet houdbaar. Flexitarische voeding heeft met het klimaat niets van doen.
Journalistenservice: 5 vragen – 5 antwoorden 1.Niet allen de actuele Zweedse studie zegt: alleen als wij minder vlees en dierlijke producten consumeren, kunnen wij de opwarming van de aarde stoppen. Maar u zegt: Dat klopt niet. Waarom? Eerstens: Omdat het volgens deze auteurs van bovengenoemde studie ook mogelijk is met een vleesrijke voeding. Dat wil ten aanzien van deze slechte studie en de vele vragen m.b.t. de willekeurige klimaatmodellen niet veel zeggen, maar bewijst wel, dat vegetarische kost ook in de visie van hun protagonisten waardeloos is. Ten tweede: De wereldwijde landbouw is net zo veelzijdig als de factoren die ons weer beïnvloeden. De voorstelling van zaken als zou de dierhouderij op de hooglanden van Tibet of de folietunnels in Spanje met een paar platte getallen m.b.t. het geschatte mestverbruik, in een begrijpelijk theoretisch klimaatmodel in te voeren zijn, om daaruit het gat in de ozonlaag in de hoofden van de klimaatonderzoekers voor het jaar 2035 te voorspellen, is zachtjes gezegd aanmatigend.
Ten derde: Omdat een vleesarme kostalleen al daarom de emissies zal verhogen, omdat voor de verbouw van plantaardige vleesvervanging grote landbouwvlaktes nodig zijn, wat tot hogere emissie voert. De jaarlijkse sojaoogst ligt bij 240 miljoen ton (IGC), de vleesproductie op 300 miljoen ton (Weltagrarbericht). Ook als men de residuen van de sojaolie, die op grond van zijn phytoöstrogenen en andere afweerstoffen als varkensvoer al problematisch is, doormensen op zou laten eten, dan was het toch nog noodzakelijk om nieuwe vlaktes onder de ploeg te nemen. 2.Minder veeteelt = minder broeikasgas – dat klinkt toch plausibel. Wat zou daaraan slecht of vals zijn? Bij de veeteelt worden alle voor de mens niet verteerbare planten, etensresten, afval uit de levensmiddelenproductie en – verwerking en tussengewassen opgevoerd – die in het kader van de noodzakelijke vruchtwisseling belangrijk zijn en hoge oogsten opleveren. Vele plantaardige voedermiddelen hebben de facto geen mestverbruik, ook omdat zij in het geval ze niet als diervoer gebruikt worden ze ofwel weggegooid of op totaal inefficiënte wijze tot bio-energie verwerkt worden. Veel planten, vooral groentesoorten hebben daarentegen zeer lage oogsten en gaat gepaard met uiterst geringe calorieën inhoud, maar een hoge mestbehoefte, wat de emissie verhoogd. Wie zijn “Klimaatbalans” als vegetariër verbeteren wil, die moet zich al bij voorkeur met kuilgras, voederbieten en knolrapen. 3.De klimaatonderzoekers willen niemand vegetariër maken, maar bevelen alleen maar aan af en toe vleesvrije dagen in te lassen, om zo een bijdrage te leveren aan de klimaatbescherming – wat is daar tegenin te brengen? Vleesvrije dagen veranderen de consumptie niet. Wie vandaag van iets een beetje minder eet, eet de volgende dag of de dag erna meer daarvan. Toen gedurende de BSE crisis de rundvleesconsumptie daalde, steeg daarmee parallel de kaasconsumptie. De klant had de consumptie van runder-eiwit op gelijk niveau gehouden, zonder het zelf te merken.. Deze biologische regulatie beschermd de gebruiker voor de negatieve gevolgen van een voedingsadviseur. Men kan per slot van rekening een kilo vlees niet vervangen door een kilo asperges met sojaballetjes – niet alleen omdat men daar weer sneller honger van krijgt, maar omdat de oppervlaktebalans nadeliger is als bij een kilo kippenvlees, grootgebracht met de gewone massa voederplanten voor kippenkorrels zoals graanvoer en soja. 4.Zou naar uw mening bijna “ieder dag vlees” beter voor het klimaat zijn als alleen bij gelegenheid? Dat moet iedereen maar zelf uitmaken. De een houdt niet van sla, de ander geen zout. Dat laat het klimaat volkomen koud. 5.Dan zegt u mij a.u.b.: Hoe zou ik nu moeten eten als ik het klimaat en het milieu wil ontlasten? Veel vlees, weinig vlees, veel groenten, weinig groenten? Houd u zich eenvoudigweg aan de klimaatbewuste voedings – tip van grootouders, waarmee vroeger de kinderen aan tafel vermaand werden, wanneer zij hun spinazie weer eens niet naar binnen wilde werken: Als je het niet opeet, dan regent het morgen – en dan kun je niet naar buiten om te spelen. Dat het u wel moge bekomen !
Literatur 1. Die Welt-Klimadiät: Effektiver Klimaschutz klappt nur mit einem Verzicht auf Fleisch, pflanzenforschung de, 14.04.2014 / Klimaschutzziel nur mit weniger Fleisch erreichbar?, scinexx de, 31.03.2014 / Ohne Fleisch zum Klimaschutzziel, bild der wissenschaft online, 30.03.2014 / VeggieWende: Was passiert, wenn wir 80 Prozent weniger Fleisch essen?, SWR Odysso, 27.03.2013 2. Hedenus et al.: The importance of reduced meat and dairy consumption for meeting stringent climate change targets, Climatic Change, published online, 28.03.2014 3. Fleischwarenverzehr je Kopf der Bevölkerung (in kg) von 2001 bis 2012, BVDF, 13.05.2013 4. Schweine: Leichter Rückgang von Produktion und Preisen in der EU 2014, AMI, 20.04.2014 / Fleischnachfrage schwächelt zu Jahresbeginn, AMI 07.04.2014 5. Fleischverzehr in Europa 2008, BVDF / Fleischverzehr in der EU 2011, AMI (z.B. Spanien 08: 81,8Kg vs 11: 72,5Kg / Frankreich 08:69,6Kg vs 11: 68,3Kg 6. Bevölkerungsstand und -entwicklung in Europa, BPB, 23.07.2011 7. Valin et al.: Agricultural productivity and greenhouse gas emissions: trade-offs or synergies between mitigation and food security? Environmental Research Letters 2013; 8: 035019
02. Mai 2014