MAART - MEI 2013 Nummer 18 Trimestrieel tijdschrift - Toelating gesloten P801153
B e c a u s e
n u t r i t i o n
i s
a
f a s t - m o v i n g
Dossier
s c i e n c e
Voedingsmiddelen die beweren te zijn
gezond
Nutri
sciences D Spijsverteringsproblemen die ons leven kunnen vergallen! D De lever: een essentieel orgaan om zorg voor te dragen
Nutri
trends D Anorexie, een aandoening met talloze oorzaken & plantaardige eiwitten: een harmonieus evenwicht D Dierlijke
Nutri
actions D De microbiota van de pasgeborene: een evenwichtige immuniteit na plotse dood bij jonge sporters D Screening
Nutri
web D www.foodinaction.com
PUBLIREPORTAGE ISIO BELGIË - mAART 2013
IsIo 4, uw bron van essentiële vetzuren voor warme en koude bereidingen
D
at essentiële vetzuren in alle fasen van ons leven belangrijk zijn, hoeven we hier niet meer aan te tonen. Toch ziet de situatie op het vlak van vetinname er in ons land verre van optimaal uit... Zo eten ongeveer 3 op de 4 Belgen te veel verzadigde vetzuren. Verder eten we met z’n allen dan weer te weinig omega 3: onze inname van alfa-linoleenzuren bedraagt amper 60 % van de aanbevolen minimumhoeveelheid voor dit nutriënt(1). Onze vetinname opnieuw in evenwicht brengen, vormt dan ook een belangrijke voedingsdoelstelling, zowel in het kader van een gezonde voeding als van een caloriearm dieet. Dat kan door de twee essentiële verzadigde vetzuren in de juiste hoeveelheid te consumeren en door de totale vetinname en de inname van verzadigde vetzuren onder controle te houden.
Ook voor vitamine D ziet de situatie er niet bijster goed uit. Tekorten komen zowel bij kinderen als volwassenen frequent voor(2). Bovendien is het moeilijk om de juiste hoeveelheid van deze in vet oplosbare vitamine te consumeren, wanneer we proberen om onze totale vetinname en onze inname van verzadigde vetzuren onder controle te krijgen. Daarom is een combinatie van oliën, zoals IsIo 4, de oplossing bij uitstek. Het is een makkelijke én lekkere manier om een evenwichtige dosis omega 6 en omega 3 te koppelen aan de inname van vitamine E en D.
Referenties: 1. Sioen I et al. Lipides 2006; 41: 415-422. 2. Sioen I et al. Public Health Nutr 2011; Daoudi N et al. Rev Med Brux 2009.
ISIO 4:
een unieke combinatie van 4 oliën • Een unieke combinatie van koolzaad-, Oléisol-®*, zonnebloem- en druivenpitolie • Bevat essentiële vetzuren omega 6 en omega 3 • Rijk aan vitamine E • De enige plantaardige olie die veel vitamine D bevat • ISIO 4 is geschikt voor veelzijdig gebruik in zowel koude als warme bereidingen, slaatjes, gegrilde gerechten,… • Lesieur heeft ook ISIO 4 OLIJFOLIE ontwikkeld, met de licht fruitige smaak van olijfolie * Variant van zonnebloemolie met een hoog gehalte aan oleïnezuur.
Bekijk ideeën en videorecepten voor warme en koude bereidingen op www.foodinaction.com
Rijk aan vitamine D
Edito
Eten om lekker te ruiken V
ele millennia lang was voedsel zoeken de belangrijkste bezigheid van de mens, uit noodzaak om te overleven. Maar vandaag moet voedsel voldoen aan alsmaar hogere verwachtingen. Getuige daarvan is de opkomst van talloze al dan niet goedgekeurde gezondheidsclaims voor voeding, die tegemoet willen komen aan onze nieuwe verlangens. Maar wat we verwachten van onze voeding gaat nu zelfs verder dan de gezondheid van de mens, of recenter nog die van de planeet. Levensmiddelen, voedingsstoffen en andere bioactieve verbindingen betreden nu ook het domein van de cosmetica. Huid, rimpels, haar, cellulitis,… de nutricosmetica wil onze buitenkant verzorgen van binnenuit. Gezondheid, schoonheid, langer leven,… what’s next? Nu is het de wereld van de geuren die onder de aandacht komt, met de ontwikkeling van voedingsmiddelen die ons lekker doen ruiken! En dan hebben we het niet over de adem, maar over geuren die via de poriën naar buiten komen. Zo bracht een Bulgaarse snoepfabrikant onlangs de eerste eetbare deodorant op de markt! Het concept werd door Japanse onderzoekers ontwikkeld en bestaat uit een combinatie van geraniol, een onverzadigde terpeenalcohol gekend voor zijn insectenwerende werking, en rozenolie. Die twee bestanddelen worden vermengd met isomalt om een suikervrij snoepje te verkrijgen, en na consumptie ervan zou de huid enkele uren naar rozen ruiken. Een eetbare deodorant, gegarandeerd zonder cfk’s en andere broeikasgassen! En wie weet is het ook een tegengif voor de geur van knoflook, want ook die komt vrij via de poriën…
Nicolas Guggenbühl, Hoofdredacteur
Food in action.com - maart 2013 > 1
Inhoud Nutri
Nutri
sciences
actions
42
4 §D ossier
Spijsverteringsproblemen die ons leven kunnen vergallen!
4
§ Sport en voeding:
de noodzakelijke aanpassingen 10
§ Pharmaco
De lever: een essentieel orgaan om zorg voor te dragen
14
§ Info/intox
Caroteensupplement: risicovrij, maar ook geen voordelen?
§E en gezondheidsclaim veranderen: elk woord telt!
§ Expert aan het woord
De microbiota van de pasgeborene: de sleutel tot een evenwichtige immuniteit later
17
§ Echo/congres
18
§ Keep on movin’
Screening na plotse dood bij jonge sporters Efficiënt dagelijks bewegen
§ Zap agenda § Kookpannen en proefglaasjes
Nutri
Vriesdrogen: water onttrekken zonder warmte
§ Zap nieuws § Gehoord op consultatie § Op het menu
trends
Koken voor kinderen met allergieën
§D ossier
Voedingsmiddelen die beweren gezond te zijn
§A norexie, een aandoening met talloze oorzaken
§D ierlijke & plantaardige eiwitten: het
2 > Food in action.com - maart 2013
36 38 41 42 44 45 48
20 26
belang van een harmonieus evenwicht 28
20
32
Nutri
web
§ Dé website over voeding & gezondheid voor jou en je patiënten 13 § In de kijker op
www.foodinaction.com
30
Uw Good Food, Good Life tool gaat vooruit! Sinds 2012 stelt NESTLÉ een nieuwe tool met voedingsinformatie ter beschikking van voedingsdeskundigen: de NESTLÉ Good Food, Good Life kit. De kit is samengesteld uit educatieve fiches over belangrijke voedingsdoelstellingen, productfiches met gedetailleerde nutritionele informatie over talrijke producten, en patiëntbrochures.
Deze evolutieve tool wordt tegenwoordig aangevuld met 3 nieuwe educatieve fiches en 9 nieuwe productfiches:
EDUCATIEVE FICHES
• Ontwikkeld in samenwerking met de beroepsverenigingen helpen deze fiches de voedingsdoelstellingen aan uw patiënten uit te leggen. • De nieuwe fiches gaan over: vitaminen en mineralen, de ideale groenteconsumptie en het beheren van je suikerverbruik.
PRODUCTFICHES
Op deze fiches vindt u gedetailleerde nutritionele waarden en voedingseigenschappen van de NESTLÉ-producten. • MAGGI® Soup Bouillon Duo en MAGGI® IDEE voor Krokant & mals Kip Original • Ontbijtgranen voor kinderen en adolescenten: Nesquik®, Nesquik® Duo, Lion® en Cookie Crisp® en het nieuwe product Nesquik® Milky Mix • S. Pellegrino® en Perrier®
Surf naar en download uw bijgewerkte tool* (educatieve fiches en productfiches): www.foodinaction.com/nestle
* Het nieuwe gedrukte materiaal wordt automatisch opgestuurd naar de voedingsdeskundigen die de kit in 2012 besteld en ontvangen hebben.
Nutri
sciences
Dossier
Spijsverteringsproblemen Overal in het spijsverteringskanaal kan er wel wat misgaan… Laten we dus even stilstaan bij de ongemakken en problemen die we zeer regelmatig tegenkomen op de weg van de mond naar de darmen.
4 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel Semiologie van het spijsverteringsstelsel: van de mond tot de dikke darm.
die ons leven kunnen vergallen!
H
et spijsverteringsstelsel bestaat uit twee delen. Het bovenste deel van het systeem omvat de mond, de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm. Het onderste deel bestaat uit de dunne en de dikke darm. Daarnaast staat het spijsverteringskanaal natuurlijk ook in verbinding met drie organen die essentieel zijn voor de vertering: de lever, de galblaas en de alvleesklier.
mond
Semiologie van het bovenste deel van de spijsvertering • De mond
slokdarm
De mond moet ons voedsel fijnmalen (kauwen), om het kleiner te maken, en de bolus met speeksel bekleden (gladmaking), om de zetmeelvertering in gang te zetten.
Slechte adem in de kijker In 85% van de gevallen is de oorzaak van een slechte adem in de mond te vinden (tong, tanden, tandvlees). De overige 15% is te wijten aan problemen met de luchtwegen of de spijsvertering (maagontsteking, gastro-oesofageale reflux enz.).
lever
maag
twaalfvingerige darm alvleesklier
• De slokdarm De slokdarm moet de gladgemaakte voedselbal van de mond naar de maag verplaatsen. Tijdens dit initiële transportproces kan dyspepsie optreden. Deze veel voorkomende aandoening kan van organische of functionele aard zijn en wordt gekenmerkt door een moeilijke verplaatsing van het voedsel tussen de mond en de maag.
galblaas
Organische dyspepsie wordt veroorzaakt door een goed aardige stenose van de slokdarm (een vernauwing van het slokdarmlumen). De meeste gevallen houden verband met de spijsvertering (60-70%), terwijl de andere vooral te wijten zijn aan anatomische afwijkingen of letsels. De eerste keuze voor de behandeling van deze goedaardige dyspepsie is dilatatie of de lokale injectie van corticosteroïden. Deze vernauwing kan ook ontstaan door slokdarmkanker. In dat geval is een globale behandeling nodig. Organische dyspepsie gaat vaak gepaard met gewichtsverlies en is progressief, permanent en pijnloos.
dunne darm
dikke darm
rectum
Food in action.com - maart 2013 > 5
Nutri
sciences
Functionele dyspepsie houdt verband met een slok darmontsteking (acute of chronische ontsteking van het slokdarmslijmvlies) of met motorische stoornissen van de slokdarm. Refluxoesofagitis, veruit de meest voorkomende vorm, is het gevolg van de corrosieve werking van de maagsappen, die door een gastro-oesofageale reflux vanaf de maag terugstromen naar de slokdarm.
De eerste stap in de behandeling van refluxziekte is meestal een verandering van de eetgewoonten. Deze reflux veroorzaakt al dan niet felle pijn in de bovenbuik, zure oprispingen, een brandend gevoel van de maagholte tot de mond en soms zelfs dyspneu. De behandeling van de slokdarmontsteking is eerst en vooral gericht op het verlichten van de pijn, door de wondgenezing te stimuleren en de reflux te beperken. Daartoe kan een herziening van de eet- en leefgewoonten nodig zijn en, afhankelijk van het stadium van de ontsteking, ook de inname van geneesmiddelen die de vorming van maagzuur of afscheidingen tegengaan (H2-receptorantagonisten of protonpompinhibitoren). Chirurgie wordt uitsluitend overwogen in zeer ernstige gevallen. Functionele dyspepsie manifesteert zich in tussenpozen, is vaak pijnlijk en wordt versterkt door bepaalde houdingen. Een derde vorm van dyspepsie is het gevolg van een divertikel bij de hals, het divertikel van Zenker. Deze dyspepsie veroorzaakt oprispingen en een bijzonder kauwfenomeen, ruminatie (vrijwillige of onvrijwillige terugstroming van voedsel in de mond).
• De maag Deze zak heeft als taak het voedsel tijdelijk te bewaren en te mengen, voor de vertering van de eiwitten begint. De op die manier bewerkte voedselbal gaat vervolgens naar de dunne darm, met een gecontroleerd debiet dat de modulering van de vertering en de opname mogelijk maakt. De meest voorkomende stoornissen in deze fase van de spijsvertering zijn gastro-oesofageale reflux, maagontsteking en maagdarmzweren. Bij gastro-oesofageale reflux vloeit het maagzuur terug naar de slokdarm, wat leidt tot vervelende symptomen, zoals pyrosis (pijnlijk brandend maagzuur met uitstraling achter
6 > Food in action.com - maart 2013
het borstbeen), oprispingen, een slechte adem en soms een nachtelijke hoest (reflux verergert in liggende houding). Deze aandoening is vaak het gevolg van een maagbreuk, die de maagmond belet zijn taak van sfincter tussen de maag en de slokdarm goed uit te voeren. Ze treedt meestal op na de maaltijd. De maagbreuk die aan de basis van de aandoening kan liggen, kan enkel chirurgisch worden verholpen. Chirurgie wordt echter enkel overwogen in de ernstigste gevallen. De eerste stap in de behandeling van refluxziekte is meestal een verandering van de eetgewoonten en de inname van gerichte geneesmiddelen (antacida, gastroprocinetika, antisecretoire middelen enz.), afhankelijk van de ernst van de symptomen.
Doeltreffende hygiëne-dieet maatregelen • G oed kauwen, zodat de maag minder werk heeft. • Rijkelijke en overvloedige maaltijden vermijden. • De consumptie van irriterende stoffen beperken: tomaten, kruiden, alcohol, koolzuurhoudende dranken, koffie enz.
Gastritis is een acute of chronische ontsteking van het maagslijmvlies dat de maagwand beschermt tegen het zuur, afgescheiden voor de vertering in de maag. Als deze barrièrefunctie wordt beschadigd (door geneesmiddelen, stress, alcohol of roken), is de maagwand niet meer beschermd. Dit leidt tot pijn in de bovenbuik en een brandend gevoel, verteringsproblemen, ongemakken, een opgeblazen gevoel, misselijkheid, braken, verlies van eetlust en, in sommige gevallen, bloed in het braaksel of de ontlasting. De behandeling van een acute maagontsteking kan worden beperkt tot de tijdelijke nuttiging van lichte maaltijden en de inname van zuurwerende geneesmiddelen. De behandeling van chronische gastritis is echter afhankelijk van de oorzaak van de ontsteking. Als deze wordt veroorzaakt door de Helicobacter pylori-bacterie, worden antibiotica (zie verder) en antisecretoire geneesmiddelen voorgeschreven.
Weten welke voedingsmiddelen we moeten vermijden Een verergering van de symptomen verschilt vaak van persoon tot persoon, afhankelijk van de geconsumeerde voeding en dranken. Om de kwaal te beperken, kan het dus interessant zijn bij te houden wat we eten en drinken. De voedingsmiddelen die in dit verband het vaakst worden genoemd zijn koffie, thee, melk, alcohol, kruiden, chocolade, koolzuurhoudende dranken en vette gerechten.
Desgevallend zal vooraf het gebruik van bepaalde irriterende geneesmiddelen (niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen, corticosteroïden enz.) geschrapt moeten worden. Een maag-darmzweer wordt gekenmerkt door een min of meer ernstige erosie van de maagwand. Ze is bijzonder pijnlijk, omdat de beschadigde wand rechtstreeks in aanraking komt met het erg zure maagsap. In de geïndustrialiseerde landen krijgt bijna 10% van de bevolking te maken met een maagzweer. Deze frequentie is nog hoger voor zweren aan de twaalfvingerige darm. De Helicobacter pylori-bacterie ligt vaak aan de basis van deze aandoening (60-80% van de maagzweren en 80-85% van de zweren aan de twaalfvingerige darm). Ze is van nature en in toenemende mate aanwezig bij volwassenen boven de 40 jaar in de geïndustrialiseerde landen en veroorzaakt eigenaardig genoeg slechts bij 20% van de bevolking een maagzweer (wat verband houdt met genetische aanleg). De andere zweren zijn voornamelijk te wijten aan het gebruik van niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s). De symptomen zijn erg vergelijkbaar met die van een maagontsteking: brandend gevoel, pijn in de bovenbuik (bij een maagzweer wordt de pijn verergerd door de inname van voedsel en dranken; bij een darmzweer wordt de pijn verlicht tijdens de maaltijd), oprispingen, een opgeblazen gevoel, misselijkheid, braken, vermoeidheid, gewichtsverlies enz.
De Helicobacter pylori-bacterie wordt behandeld met de toediening van twee gerichte antibiotica gedurende veertien dagen (gegarandeerde genezing in 80% van de gevallen, maar recidief in 1 geval op 5), samen met de inname van maagzuurremmende middelen. In de andere gevallen volstaat de inname van antacida meestal om de aandoening te genezen.
• De twaalfvingerige darm Dit is een van de drie delen van de dunne darm (twaalfvingerige darm, nuchtere darm en kronkeldarm) en vormt in zekere zin de verbinding tussen het bovenste en het onderste deel van de spijsvertering. De twaalfvingerige darm ontvangt de voedselbal, die via de pylorus uit de maag komt, en is ook de plaats waar de pancreassecretie (via de afvoergang van de alvleesklier) samenkomt met de leversecretie (via de galwegen). Hier wordt de spijsbrij grotendeels omgezet in verteerbare voedingsstoffen.
Semiologie van het onderste deel van de spijsvertering • De dunne darm In deze indrukwekkend lange darm (7 m) worden de voedingsstoffen door het lichaam opgenomen. Zijn vele peristaltische bewegingen verplaatsen de spijsbrij langzaam naar de dikke darm. Hij speelt een belangrijke rol in de vertering, dankzij de aanwezigheid van talrijke enzymen (peptidasen, amylasen, disacchariden en lipasen). In de dunne darm kunnen zich allerlei klachten en ziekten voordoen, zoals: - d iarree, met verschillende mogelijke oorzaken (infecties door bacteriën, virussen of parasieten; vergiftiging, geneesmiddelen enz.) - darmafsluiting - de ziekte van Crohn (chronische ontstekingsziekte) - c oeliakie (glutenintolerantie) - k ortedarmsyndroom (gebrekkige opname) - d ivertikel van Meckel (aangeboren misvorming) - d unnedarmkanker, gelukkig vrij zeldzaam!
Food in action.com - maart 2013 > 7
Nutri
sciences
• De dikke darm De dikke darm, het laatste stuk van het spijsverteringskanaal, strekt zich uit van de blindedarm tot de endeldarm. De dikke darm is ongeveer 1,5 m lang en heeft vier delen: het colon ascendens of rechterkolon, het colon transversum, het colon descendens of linkerkolon en het colon sigmoideum. Hij neemt water en de laatste elektrolyten op en elimineert afvalstoffen. De ongemakken, stoornissen en ziekten die zich het vaakst voordoen in de dikke darm zijn constipatie, een opgeblazen gevoel, colitis en dikkedarmkanker. Constipatie is een veel voorkomende klacht. Hoewel constipatie subjectief is en dus moeilijk te definiëren, kunnen we drie grote criteria onderscheiden: - een te lage ontlastingsfrequentie (minder dan drie keer per week) - een moeizame ontlasting - het gevoel van onvolledige rectale lediging. Constipatie kan pas behandeld worden nadat alle organische oorzaken uitgesloten zijn (colorectale kanker, neurologische pathologie, endocriene oorzaak of de inname van geneesmiddelen) en het onderscheid tussen occasionele en chronische constipatie is gemaakt. De behandeling van occasionele constipatie komt neer op: - het nemen van hygiëne-dieet maatregelen (water, vezels, regelmatige maaltijden, regelmatige lichaamsbeweging) - het respecteren van het ontlastingsritme (de ontlasting niet ophouden) - het gebruiken van natuurlijke (rabarber, senna, psylliumzaden enz.) of synthetische geneesmiddelen (microklysma’s, laxeermiddelen enz.) Het opgeblazen gevoel gaat vaak gepaard met constipatie (60-80% van de gevallen), maar ook mensen zonder specifieke transitproblemen hebben er dikwijls last van. Het is het gevolg van een gasophoping in het spijsverteringskanaal en de gisting door micro-organismen. Er zijn veel factoren die de kwaal kunnen bevorderen, zoals bepaalde voedingsmiddelen, stress of hormonen. Het kan dus interessant zijn om de verwijdering van gas te stimuleren, om overmatige en onaangename spanningen in de buik te vermijden. Sommige stoffen zoals actieve kool of simethicone (een afgeleid product van silicium) kunnen daarbij helpen.
8 > Food in action.com - maart 2013
Vaak verward: koliek of colitis? Een koliek is pijn ten gevolge van herhaalde samentrekkingen of krampen van een hol orgaan van het spijsverteringsstelsel, de urinewegen, de voortplantingsorganen of de galwegen. Colitis is gewoon een ontsteking van de dikke darm.
Dikkedarmkanker staat in de top drie van de meest voor komende vormen van kanker! Elk jaar treft deze kanker 8.000 mensen in België en in 90% van de gevallen ontstaat hij na de leeftijd van vijftig jaar. Daarom is de screening op occult bloed in de ontlasting met behulp van de Hemoccult-test zo belangrijk. Wat te vaak wordt vergeten, is dat dikkedarmkanker vaker voorkomt bij type 2-diabetici en zwaarlijvigen. Een sedentaire levensstijl is ook een risicofactor voor deze kanker. Naast de aanwezigheid van bloed in de ontlasting is het belangrijk om te letten op andere tekenen, zoals bloedarmoede ontdekt bij een bloedafname, krampen of veranderingen van de darmtransit die langer dan vijftien dagen aanhouden (constipatie, diarree, slijmerige ontlasting), gewichtsverlies enz. Hoe vroeger dikkedarmkanker wordt vastgesteld, hoe groter de kans op een doeltreffende behandeling. Door de afwezigheid van symptomen wordt de diagnose echter vaak laat gesteld. Ook personen bij wie darmkanker of poliepen (dikkedarmkanker ontstaat in 90-95% van de gevallen uit darmpoliepen) voorkomen in de naaste familie (vader, moeder, broer, zus), kunnen zich best laten screenen. Zij lopen een hoger risico, net als mensen met een ontstekingsziekte (colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn). Na de diagnose van de kanker en afhankelijk van de mate van zijn vordering, wordt meestal een beroep gedaan op een chirurgische interventie om de tumor en eventuele uitzaaiingen te verwijderen. Dankzij chirurgie kan 50% van de kankers vandaag worden genezen (25% in geval van uitzaaiingen). Aanvullend op een operatie of wanneer een chirurgische ingreep niet mogelijk is, kan deze kanker ook behandeld worden met radiotherapie en chemotherapie. De laatste vijftien jaar zijn de overlevingskansen van de patiënten dan ook vervijfvoudigd. Nathalie Dumont, Apotheker
W U E NI Meer dan 1 op 4 heeft last van deze ongemakken, die vaak onverwacht optreden*!
Neem
R
K ! WATE E I UN DER N ZO E M
Dulcogas®, op basis van silmeticon, helpt het teveel aan gas in uw spijsverteringssysteem te elimineren! * market research Synovate 2011
BIBE 13 02 087
Al vanaf 6 jaar zonder suiker zonder gluten zonder lactose
Verantwoordelijke uitgever: M Connolly Arianelaan 16 - 1200 Brussel
A
INN
Nutri
sciences
Sport & voeding:
de noodzakelijke aanpassingen Voedingsbegeleiding van sportievelingen vraagt een welbepaalde aanpak. Door het vele onderzoek dat verricht wordt op het terrein, staat ook de kennis omtrent sportvoeding niet stil.
1 0 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel Overzicht van de evolutie van de kennis over aangepaste voeding voor sporters.
K
oolhydraten (KH) vormen de ruggengraat van sportvoeding. Sport de amateur een tweetal uur per week, dan volstaat een gezonde voeding, die voor 55% is samengesteld uit koolhydraten. Dit komt overeen met 5 g per kg LichaamsGewicht (kg-1 LG). Gezien een effectieve aanbreng van 45,8% zoals blijkt uit de voedselconsumptiepeiling van 2004, zal doorgaans speciale aandacht nodig zijn voor dit macronutriënt.
Sportvoeding: niet voor iederen Voor een wedstrijdsporter die 3 à 7 keer per week aan sport doet in sessies van 1 à 2 uur is sportspecifieke voeding aangewezen. De duur en intensiteit van de training is belangrijk want een matige inspanning van een 45tal minuten vraagt geen extra voeding of vocht. Voeding bepaalt in principe slechts een klein deel van de sportprestatie (zo’n 2%) maar met de juiste voeding worden prestaties geoptimaliseerd en wordt het herstel van de spieren en de opbouw van glycogeen bevorderd. Sportspecifieke voeding voorziet 6 à 10 g KH kg-1 LG. De Australische sportvoedingsspecialisten Burke en Deakin, geven aan dat meer dan 10 g kg-1 LG gemiddeld gezien onnodig blijkt te zijn. Er heerst ook consensus over het feit dat voor, tijdens en na het sporten verschillende hoeveelheden koolhydraten nodig zijn. Verder moet dagelijks minstens 1,2 g tot 1,8 g kg -1 LG eiwitten ingenomen worden. Voor krachttraining gaat men tot maximaal 2 g per dag. Grotere hoeveelheden zouden een stijging van stikstofexcretie bevorderen maar niet voor spieraanmaak zorgen. Veel recente literatuur wijst niet alleen op de belangrijke rol van eiwitten in sportvoeding in kader van behoud, aanmaak en herstel van spiermassa maar ook op het potentiële belang van een regelmatige inname. Een spreiding van porties van 20 à 25 g wordt hierbij voorop gezet. Sport specifieke voeding is vetarm maar eist een minimum vetinname van 20% of 1 g kg-1 LG om in essentiële vetzuren en vitamines te voorzien.
Het gaat om het drinken van de juiste hoeveelheid, niet om zoveel mogelijk. Hydratatie: de juiste hoeveelheid én soort vocht Het feit dat een sporter voldoende gehydrateerd moet zijn is een goed verspreide wetenschap. Dit betekent niet zoveel mogelijk maar de juiste hoeveelheid drinken. Door grote verschillen tussen individuen onderling en uiteenlopende (weers)omstandigheden, varieert de gebruikelijk aangewezen hoeveelheid van 1,5 l vocht (of 40 ml kg-1 LG). Een eenvoudige zweettest (zie kader) laat toe om zich bewust te zijn van de individuele behoefte.
Zweettest • Weeg de sporter vòòr inspanning = gewicht A • En nà de inspanning (wat afgedroogd) = gewicht C • Noteer het opgenomen drinkvocht tijdens inspanning = gewicht B • “A+B-C” = vochtverlies • Eén liter verlies zal gecompenseerd worden door op zijn minst 1 liter water.
De sporter start best goed gehydrateerd aan de inspanning. Meestal is het zo dat er bij de aanvang van de inspanning 5 ml kg-1 LG kan verdragen worden. Tijdens inspanningen zal hij/zij om de 15 à 20 minuten ongeveer dezelfde hoeveelheid opnemen. Bij inspanningen van minder dan 1 uur volstaat water of eventueel de mond spoelen met sportdrank. Er zouden aanwijzingen zijn dat hydratie zelfs op sprintprestatie een invloed had. Vochtverlies zal na de inspanning gecompenseerd moeten worden in een 1/1 verhouding.
Food in action.com - maart 2013 > 1 1
Nutri
sciences
De inspanning voorbereiden Voor de wedstrijd of zware inspanning is een maaltijd (vocht en voeding) rijk aan koolhydraten, nl. 1 à 4 g kg-1 LG, aangewezen. Deze wordt best een drietal uur vooraf ingenomen. In de literatuur blijkt hier niet steeds consensus over te bestaan omwille van een mogelijke rebound hypoglycemie. Gemiddeld genomen stellen zich echter weinig problemen. Sportvoedingsspecialist Jeukendrup raadt voor alle zekerheid nog wel de inname van koolhydraten af in het uur voor de wedstrijd tot 5 minuten voor de start. Bij voorkeur gaat het hier dan om koolhydraten met een lage of gemiddelde glycemische index.
Tijdens de inspanning Tijdens een langdurige (60 à 90 minuten) en intensieve inspanning wordt er aangeraden koolhydraten op regelmatige basis in te nemen. Om het endogeen glycogeen te sparen, zijn 0,5 à 1 g KH kg-1 LG aangewezen. Dit vertaalt zich naar gemiddeld 30 à 60 g per uur. Uit studies blijkt dat het lichaam 2g koolhydraten per minuut kan absorberen maar de spier maar 1g per minuut kan oxideren. Recent wetenschappelijk onderzoek leidde echter tot de ontwikkeling van sportdranken die samengesteld zijn uit verschillende soorten sacchariden. Gezien verschillende transporters gebruikt worden bij de metabolisatie ervan, laat dit een maximale exogene koolhydraatoxidatie toe en mogelijks dus meer dan 60 g per uur. Ze krijgen de benaming “ sportdrank met Mutliple Transportable Carbohydrates”. Het spreekt voor zich dat veel zal afhangen van de individuele tolerantie. Deze wordt best vastgesteld tijdens de trainingen.
Niet te onderschatten: recuperatie Wanneer intensief en langdurig gesport wordt is na de inspanning bij sportspecifieke voeding 1 à 1,2 g KH kg-1 LG aangewezen. Het is van belang om deze relatief snel na de inspanning (bij voorkeur binnen het uur) én in combinatie
1 2 > Food in action.com - maart 2013
Eenvoudige melkproducten zoals chocolademelk vormen voor velen reeds een ideale recuperatiedrank. met eiwitten op te nemen. Op dat ogenblik wordt namelijk geprofiteerd van de activatie van het glycogeensynthase (door depletie van glycogeen), een verhoogde insuline sensitiviteit en een verhoogde permeabiliteit van de darm. Een gecombineerde inname met eiwitten heeft een anabool effect. Eenvoudige melkproducten, chocolademelk of magere drinkyoghurt met fruit(smaak), vormen voor velen reeds een ideale recuperatiedrank. Voeding bij intensief sporten vereist de juiste kwantiteit, kwaliteit en spreiding van vocht en macronutriënten. Zeker bij sporten waarbij lichaamsgewicht aan restricties onderworpen is, zal dit vaak geen eenvoudige evenwichtsoefening zijn. De sportvoedingswetenschap staat gelukkig niet stil en kan zijn nut in de praktijk bewijzen. Het levert er aanwijzingen en mogelijkheden om het sportvoedingsadvies steeds verder te verbeteren. Nathalie Ameloot, Diëtiste
Referenties: • Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004: Resultaten, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid – Dienst Epidemiologie, 2006, Brussel, D/2006/2505/16, IPH/EPI REPORTS NR. 2006 – 014. • Burke V. & Deakin, Clinical Sports Nutrition, 2006; p. 62-95 & p. 304-392. • Burke L.M. et al., J Sports Sci., 2011; 29 Suppl 1: S17-27. • Jeukendrup A., Sport nutrition conference, Mallorca, 2009, p. 12-14. • Jeukendrup A., Sport nutrition conference, Canberra, 2010, p. 12-17. • American College of Sports Nutrition, Exercise and Fluid Replacement, 2007; p. 377-390. • Moore D.R. et al., Nutrition & Metabolism, October 2012, 9:91. • Beaven C.M. et al., Applied Physiology, Nutrition & Metabolism, 2012.
Jouw dagelijkse adempauze
Dé website over voeding & gezondheid voor jou en je patiënten
Une bulle d’oxygène au quotidien
topicgezondheid.be biedt: • gezondheidstips • Belgische gezondheidsactualiteit • een rubriek voeding ‘food & you’
www.topicgezondheid.be
Pharma
co
De lever een essentieel orgaan om zorg voor te dragen
Deze klier, die in verbinding staat met het spijsverteringskanaal, is een groot orgaan dat veel taken vervult in het lichaam, zoals de verwerking en synthese van stoffen en de ontgifting. Zonder lever zouden we maar enkele uren in leven blijven, en daarom is het zo belangrijk dat we er zorg voor dragen.
1 4 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel Zonder lever zouden we maar enkele uren in leven blijven. Daarom is het zo belangrijk dat we er zorg voor dragen.
D
e lever is een ‘onmisbaar’ orgaan dat een rol speelt in de koolhydraatstofwisseling (op peil houden van de bloedsuikerspiegel en het energieniveau), de vetstofwisseling (synthese en afbraak door de werking van diverse enzymen) en de eiwitstofwisseling (serumalbumine, fibrinogeen, protrombinecomplex, enz.). Andere belangrijke taken van de lever zijn ontgifting en metabolisatie (geneesmiddelen, chemische stoffen, restmetabolieten), opslag (vitaminen, ijzer, koper, enz.), galproductie en -afscheiding, en het vervullen van de immuunfuncties via de Kupffer-cellen (die 30% van de levercellen vertegenwoordigen en behoren tot de reticuloendotheliale cellen met macrofage eigenschappen). Een polyvalente werking dus, waardoor onze lever zo goed als continu belast wordt!
Een goede levenshygiëne: een preventieve maatregel ter bescherming van de lever. Handhaving van ons natuurlijke evenwicht Een optimale veelzijdige werking van zowel lever als galblaas is van cruciaal belang voor de handhaving van het natuurlijke evenwicht van het lichaam. Preventieve maatregelen hebben dan ook alles te maken met een goede levenshygiëne: een gevarieerde en evenwichtige voeding (rijk aan vers fruit en verse groenten), voldoende vochtinname, regelmatig en rustig eten, beperken van de inname van toxines (alcohol, tabak, geneesmiddelen,…), regelmatig lichaamsbeweging nemen, op tijd gaan slapen voor een goede slaapcyclus, goed omgaan met stress, enzovoort. Theoretische principes die niet altijd gemakkelijk na te leven zijn in een hectisch leven met een overvolle agenda! Daarom kan het dus nodig zijn om de lever af en toe een duwtje in de rug te geven, zodat hij nog beter kan werken en een beter evenwicht kan verzekeren. Elke verzwakking leidt namelijk vroeg of laat tot de ontwikkeling van specifieke aandoeningen die zich kunnen manifesteren via een van de volgende symptomen: een droge mond, een slechte adem, een zware maag, slaperigheid na de maaltijd, misselijkheid, brandend maagzuur, constipatie, enz.
LEVERTERMINOLOGIE: een woordenlijstje Deze verouderde begrippen werden vroeger gebruikt om de eigenschappen van planten die gunstig zijn voor de lever nauwkeurig te definiëren… •C holagogum: stof die de galstroom van de galblaas naar de twaalfvingerige darm bevordert. • C holereticum: stof die de galproductie door de lever stimuleert. •D epuratief: stof die het lichaam zuivert door gifstoffen en afvalstoffen te verwijderen. • C arminatief: stof die de eliminatie van darmgassen bevordert.
Stimulatie van de leverfunctie Een ‘luie’ galblaas en/of de ophoping van afvalstoffen en toxines uit ingeslikte of ingeademde producten (voeding, alcoholische dranken, geneesmiddelen, bewaarmiddelen, pesticiden,…) of stoffen die door het lichaam zelf zijn gesynthetiseerd (teveel aan cholesterol, vrije radicalen, hormonen,…) kunnen de lever- en galwerking zo verzwakken dat er spijsverteringongemak en zelfs metabolische stoornissen optreden. Om dit te voorkomen, moet de lever regelmatig ontgift worden! We kunnen de eliminatie van gifstoffen in de lever op natuurlijke wijze bevorderen, door onze eetgewoonten enkele dagen aan te passen of door een kuur van producten met ontgiftende eigenschappen te volgen, en dit minstens twee keer per jaar!
Gifstoffen in de lever verwijderen door de voeding Bepaalde voedingsmiddelen worden aanbevolen vanwege hun ontgiftende eigenschappen: • Veel water, om het lichaam te zuiveren en de uitscheiding van afvalstoffen via de urine te bevorderen: soep, thee, kruidenthee, fruitsap,...
Food in action.com - maart 2013 > 1 5
Pharma
co
• Voedingsmiddelen die rijk zijn aan zwavelhoudende verbindingen: kool, bloemkool, broccoli, rapen,... • Voedingsmiddelen die de eliminatie van gifstoffen stimuleren: rammenas, kurkuma, artisjok,... • A ftreksels van diuretische (klis, brandnetel, paardenbloem), depuratieve (salie, berk, rozemarijn), cholagoge (artisjok, rozemarijn) en choleretische (duivenkervel) kruiden.
Een ontgiftende kuur Een andere optie is een natuurlijke kuur op basis van planten die bekendstaan voor hun ontgiftende en/of leverbeschermende eigenschappen. Sommige van deze planten zijn al in tal van wetenschappelijke studies onder de loep genomen. Mariadistel1, bijvoorbeeld, waarvan de zaadjes worden gebruikt, bevat silymarine (samengesteld uit drie flavonoïden: silychristine, silydianine en, de meest actieve, silybine). Silymarine werkt rechtstreeks in op de hepatocyten: de stof hindert de absorptie van gifstoffen, stimuleert de uitscheiding ervan en bevordert de regeneratie van leverweefsel. Net als andere flavonoïden heeft silymarine krachtige antiradicalaire eigenschappen die voorkomen dat bepaalde toxische producten de lever beschadigen2. Artisjok, waarvan de blaadjes worden gebruikt, bevat esters van fenolzuren, cynarine en chlorogeenzuur met belangrijke zuiverende eigenschappen.
Een optie is een kuur op basis van planten die bekendstaan voor hun ontgiftende eigenschappen.
Chlorogeenzuur (ook aanwezig in koffie) is een krachtig antioxidant3 uit de plantenwereld. Onderzoek heeft aangetoond dat cynarine de vorming en afscheiding van gal kan stimuleren. De artisjok is dus een interessante plant, omdat die de uitscheidingsfuncties bevordert en het lichaam tegelijk ook beschermt. Nathalie Dumont, Apotheker
Referenties: 1. Luper S., Alternative Medicine Review, 1998, volume 3, nummer 6, pagina 412. 2. Altorjay I. et al., Acta Physiol Hung, 1992; 80 (1-4): 375-80. 3. Carlsen M. H. et al., Nutrition Journal, 2010 Jan 22, 9:3.
1 6 > Food in action.com - maart 2013
Info
intox
Caroteensupplement:
risicovrij, maar ook geen voordelen? De EFSA heeft de veiligheid van bètacaroteen als voedingssupplement verduidelijkt, maar naar het werkelijke nut blijft het gissen.
V
oedingssupplementen kunnen nuttig zijn om tekorten aan te vullen. Ze worden ook steeds vaker genomen om de inname van voedingstoffen te optimaliseren, in de hoop een groot aantal ziektes terug te dringen. Het concept van een optimale inname van voedingsstoffen bezorgt onderzoekers echter kopzorgen, omdat die veel moeilijker te bepalen valt dan de inname die nodig is om een tekort te vermijden, verliezen te compenseren of een bepaalde functie van het lichaam te garanderen. Wanneer blijkt dat bepaalde producten meer gevolgen hebben dan men dacht, kan men de voedingsaanbevelingen naar boven of beneden herzien om grotere risico’s te voorkomen. Het is dus niet eenvoudig om het juiste evenwicht te vinden.
Tussen gunstig en giftig Bètacaroteen en andere antioxidanten van de familie van carotenoïden en fenolische verbindingen hebben wel een gezondheidspotentieel, maar niet het statuut van voedingsstof. Er worden dus geen voedingsaanbevelingen opgesteld. Toch heeft de EFSA een gezondheidsclaim goedgekeurd voor de fenolen uit olijfolie met betrekking tot de bescherming van LDL-cholesterol tegen oxidatieve stress. Sommige positieve effecten worden dus wel erkend.
Hoewel bètacaroteen al lange tijd hoopgevend lijkt, is het preventief potentieel nog niet bewezen. In hoge doseringen blijkt het zelfs meer kwaad dan goed te doen, vooral bij rokers.
Het is niet eenvoudig om het juiste evenwicht te bepalen. Magere troost De Europese Commissie heeft de EFSA gevraagd duidelijkheid te scheppen en een maximale hoeveelheid caroteen te bepalen, die veilig kan worden geconsumeerd. Die werd vastgelegd op 15 mg per dag, ingenomen via supplementen en additieven. Onderzoeken toonden immers geen verhoogde incidentie van longkanker aan bij zware rokers die dosissen tussen 6 en 15 mg consumeerden. Pas vanaf een inname van 20 mg/dag gedurende vijf tot zeven jaar werd een verhoogde kans op longkanker vastgesteld. Goed nieuws? In elk geval voor wie supplementen met bètacaroteen neemt en nu gerustgesteld is omdat er geen verhoogd risico is op kanker. Anderzijds kan men zich vragen stellen bij het nut van bètacaroteen, als het enige voordeel in een niet-hoger risico op kanker ligt… Nicolas Guggenbühl, Diëtist en voedingsdeskundige
Referentie: EFSA Journal, 2012; 10(12): 2953, 7 pp.
Food in action.com - maart 2013 > 1 7
Nutri
sciences
Een gezondheidsclaim veranderen: elk
W O O R D 5
1
1
2
2
telt!
Een claim herformuleren zonder de betekenis ervan te veranderen kan voordelen hebben, zoals een betere verstaanbaarheid voor de consument. Maar het kan de consument ook misleiden of ertoe leiden dat het desbetreffende product op basis van de manier van presenteren valt onder de definitie van een geneesmiddel. Voortaan wordt het herformuleren van gezondheidsclaims gereguleerd door richtlijnen die voor alle spelers van de sector in België gelden.
O
rigineel zijn is dus moeilijk voor de voedingsproducenten, omdat ze verplicht zijn zo weinig mogelijk af te wijken van de toegestane en de in de wetgeving opgesomde claims. Deze gelden voor iedereen, zoals gezamenlijk is verkondigd door de FAVV, de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie in een document dat de globale richtsnoeren voor de herformulering van gezondheidsclaims uiteenzet. Enkele uittreksels daarvan op een rijtje.
Herformuleren: ja, maar onder strikte voorwaarden De geherformuleerde claim moet eerst en vooral dezelfde betekenis hebben voor de consument als de toegestane claim. Hij moet de wetenschappelijke gegevens op basis waarvan de claim werd goedgekeurd, weergeven. Zo niet, dan zou de herformulering beschouwd kunnen worden als misleidend, want dan wordt artikel 6 van verordening 1924/2006 niet nageleefd. De tekst moet ook rekening houden met de wet op de geneesmiddelen van 25 maart 1964, om te vermijden dat het desbetreffende product door de geherformuleerde claim zou vallen onder de definitie van een geneesmiddel. De principes in het document zijn van toepassing op alle gebruikte media (etikettering, reclame, websites,…). Er is met andere woorden bijzonder weinig flexibiliteit in dit domein.
Elk woord telt De Europese wetgever besteedt bijzondere aandacht aan het gebruik van synoniemen voor bepaalde woorden zoals ‘bijdragen tot’ en ‘normaal’. In het eerste geval mag de herformulering van
1 8 > Food in action.com - maart 2013
het woord ‘bijdragen tot’ niet de indruk geven dat het effect van de nutriënt of de stof unifactorieel is. Termen als ‘deelhebben aan’, ‘ondersteunen’ of ‘tussenkomen in’ worden aanvaard. Voorbeelden van herformuleringen die niet als gelijkwaardig worden beschouwd: ‘nodig/belangrijk zijn voor, stimuleren, versterken, in balans brengen, bevoordelen/ bevorderen’. De betekenis moet ook worden gerespecteerd, zoals in de volgende claim: “Calcium is nodig voor een normale groei en ontwikkeling van het beendergestel van kinderen”. In die zin moet de vervanging van ‘normaal’ door ‘goed’ of ‘gezond’ geval per geval bekeken worden en mag de betekenis of de draagwijdte van de toegestane claim niet wijzigen. Die mag geenszins een potentiële verbetering van de functie in kwestie suggereren. Bijgevolg moet er bij gebruik van de woorden ‘goed’ of ‘gezond’ gepreciseerd worden dat het gaat om de instandhouding van een goede toestand. Een claim zoals “Magnesium draagt bij tot een normale werking van de spieren” is dus toegestaan.
Claims en functies Enkele toegestane claims hebben betrekking op globale functies die meerdere aspecten omvatten. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de psychologische functies. Het is verplicht om altijd de globale functie zoals toegestaan in de claim te vermelden. De toegestane claim “Foliumzuur draagt bij tot de normale psychologische werking” mag bijvoorbeeld vervangen worden door “Foliumzuur draagt bij tot de normale psychologische werking, zoals het leerproces en het geheugen” maar niet door “Foliumzuur draagt bij tot de normale werking van het leerproces en het geheugen”.
G N E O Z D O N D E R S T E U N E N M N E A G O E D L B A H H C L A I M E E J I B D D G B R E E A Z N G O T U S S E N K O M E N N D
3X WOORD WAARDE
2X WOORD WAARDE
2X LETTER WAARDE
4
2X WOORD WAARDE 1
1
3
3X LETTER WAARDE 1
3X LETTER WAARDE
1
2X WOORD WAARDE
1
2X LETTER WAARDE
3X WOORD WAARDE
2X LETTER WAARDE
3X LETTER WAARDE
1
2
3X WOORD WAARDE
1
1
2X LETTER WAARDE 21
2
4
2X LETTER WAARDE 1
5
1
2X LETTER WAARDE
1
2
3X LETTER WAARDE 1
1
1
1
2X LETTER WAARDE
3
31
1
1
2X LETTER WAARDE
2X LETTER WAARDE
2X LETTER WAARDE
3
2X LETTER WAARDE
3
2
Als de EFSA neen zegt Een ander belangrijk punt: zelfs in de lijst van de toegestane claims valideert de EFSA niet alles! Het feit dat een claim wetenschappelijk goedgekeurd is, betekent niet dat alle voorbeelden van bewoordingen die in januari 2008 via de lijst ingediend waren, goedgekeurd zijn. Daarnaast moet alle extra informatie die een verband suggereert met de gezondheid beschouwd worden als een gezondheidsclaim op zich. En als de claim niet gevalideerd is, is die natuurlijk ook niet toegestaan. De geherformuleerde claims mogen uiteraard ook geen eigenschappen suggereren in verband met het voorkomen, behandelen of genezen van ziektes, noch verwijzen naar aanzienlijke veranderingen van de fysiologische functies die voorbehouden zijn voor geneesmiddelen. De verwijzing naar symptomen van tekorten is over het algemeen ook niet
1
3X WOORD WAARDE
3
3
3X LETTER WAARDE1
1
4 1
2X LETTER WAARDE
3X WOORD WAARDE
3
3X LETTER WAARDE 3
2X WOORD WAARDE
1
2X WOORD WAARDE
1
2X LETTER WAARDE
1
2X LETTER WAARDE1
1
4
2
2X LETTER WAARDE
2
3X LETTER WAARDE 3
3X LETTER 2 WAARDE
4
1
2
2X WOORD WAARDE 4
3X LETTER WAARDE
1
2X WOORD WAARDE
2
2X WOORD WAARDE
2X WOORD WAARDE
3X LETTER WAARDE 3
2X WOORD WAARDE
2X LETTER WAARDE
2
1
2X LETTER WAARDE
2X WOORD WAARDE
2X LETTER WAARDE
31
3X LETTER WAARDE
2X WOORD WAARDE
2X WOORD WAARDE 4
2
2X LETTER WAARDE
3X WOORD WAARDE
3X LETTER WAARDE
1
2X WOORD WAARDE
2
2X LETTER WAARDE
2X LETTER WAARDE
3X WOORD WAARDE
3X LETTER WAARDE 3
1
2X LETTER WAARDE
2X WOORD WAARDE
2X WOORD WAARDE
1
3X LETTER WAARDE
3X WOORD WAARDE
aanvaardbaar omdat dat gevoelens van angst opwekt en/of preventieve eigenschappen suggereert. Tot slot is het niet toegelaten om de indruk te wekken dat de claim op het hele product slaat als die enkel toegestaan is voor een bestanddeel ervan. Als vitamine C bijdraagt tot de normale werking van het immuunsysteem en als product P een bron is van vitamine C, mag de directe link met product P dus niet worden toegekend. Nicolas Rousseau, Diëtist en voedingsdeskundige
Referenties: “Richtsnoeren betreffende de flexibiliteit in de toegestane bewoording van gezondheidsclaims”, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, versie oktober 2012.
Food in action.com - maart 2013 > 1 9
Nutri
trends
Dossier
Voedingsmiddelen die beweren
gezond te zijn
Eten om je te voeden is achterhaald! Ook de aangehaalde impact op de gezondheid speelt vandaag immers een rol in de aankoop en consumptie van levensmiddelen. Nochtans is het niet eenvoudig om een voedingsmiddel ‘gezond’ te noemen op basis van objectieve criteria. Het tijdperk van de gezondheidsclaims is een feit en daarom zijn deze aanspraken voortaan vastgelegd in de Europese regelgeving*. We geven je dan ook graag een overzicht om beter te begrijpen waarom bepaalde voedingsproducten aanspraak maken op gezondheidseffecten, samen met nieuwe formuleringen op de markt.
2 0 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel ‘Neutraceuticals’ die aanspraak maken op gezondheidseffecten zijn voortaan vastgelegd in de Europese regelgeving.
C
holesterol, bloedsuikerspiegel, vermoeidheid, gewichtsverlies: voedingsmiddelen worden vandaag niet enkel geconsumeerd voor hun primaire voedende functie of hun lekkere smaak, maar ook om de gezondheid te verbeteren. We spreken dan van functionele levensmiddelen of ‘neutraceuticals’, waarvoor gezondheidsclaims gelden. Het domein is enorm uitgestrekt: voor elke behoefte bestaat wel een claim… Wanneer een gezondheidsclaim aan een voedingsstof wordt toegekend, moet die stof in voldoende mate aanwezig zijn in het voedingsmiddel. Deze hoeveelheid wordt bepaald afhankelijk van de claim. Voor vitaminen en mineralen komt ze doorgaans overeen met 15% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) per 100 g (of 7,5% in het geval van dranken). Op enkele uitzonderingen na, is het niet het voedingsmiddel zelf dat aan de basis ligt van de gezondheidsclaim, maar wel de aanwezigheid van een voedingsstof of bestanddeel in voldoende grote hoeveelheid.
Cholesterol en lipiden Vooral gezondheidsclaims met betrekking tot hart- en vaatziekten zijn populair, omdat de doelgroep groot is. Linolzuur (omega 6) mag bijvoorbeeld beweren bij te dragen aan de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte, maar de claim mag alleen worden gebruikt voor levensmiddelen die ten minste 1,5 g linolzuur per 100 g en per 100 kcal bevatten en enkel als wordt aangegeven dat het gunstige effect pas wordt verkregen bij een dagelijkse consumptie van 10 g. Alfa-linoleenzuur (omega 3) mag ook aanspraak maken op dit effect, maar enkel bij een inname van 2 g per dag. Hetzelfde geldt voor (enkelvoudige en meervoudige) onverzadigde vetzuren wanneer ze verzadigde vetzuren vervangen. Voedingsmiddelen met een laag of verlaagd gehalte aan verzadigde vetzuren mogen aanspraak maken op de instandhouding van normale gehalten aan LDL-cholesterol. Er zijn veel studies gewijd aan de gunstige effecten van plantaardige sterolen en stanolen op cholesterol. Vanaf 0,8 g per dag kan men spreken over de instandhouding van
een normaal cholesterolgehalte. Om het cholesterolgehalte te doen dalen, is een dagelijkse inname van 1,5 tot 2,4 g nodig, wetende dat de omvang van het effect 7 tot 10% bedraagt in twee tot drie weken.
Vezels, rode rijst, walnoten en het hart Ook een aantal vezelsoorten mogen beweren een normaal cholesterolgehalte in stand te houden: guargom vanaf 10 g/dag, pectine vanaf 6 g/dag en de bètaglucanen uit haver vanaf 3 g/dag. Bètaglucanen (haver en gerst) onderscheiden zich van andere vezels, omdat ze de cholesterolgehalten in het bloed verlagen vanaf 3 g/dag.
De basis voor gezondheidsclaims ligt niet bij het voedingsmiddel zelf, maar bij de aanwezigheid van een voedingsstof of bestanddeel in een voldoende grote hoeveelheid. Rood gefermenteerde rijst (Monsacus purpureous) mag beweren bij te dragen aan de instandhouding van normale LDL-cholesterolgehalten, dankzij de werking van monacolin K op de endogene synthese van cholesterol. Voor de claim is een inname van 10 mg monacolin K vereist. Lange-keten omega 3, zoals EPA en DHA, heeft geen invloed op het cholesterolgehalte, maar draagt wel bij tot een normale hartfunctie, met een gedocumenteerd effect vanaf 250 mg per dag. Walnoten zijn een geval apart, omdat hun gezondheidseffect niet verbonden is aan een bestanddeel: ze hebben een gunstig effect op de endotheelafhankelijke vasodilatatie, maar enkel bij een dagelijkse inname van ten minste 30 g. Tot slot onderscheidt kalium zich door een claim met betrekking tot de instandhouding van een normale bloeddruk en speelt chitosan een rol in de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte.
Food in action.com - maart 2013 > 2 1
Nutri
trends
Postprandiale glykemie Van bepaalde vezels is bewezen dat ze een gunstig effect hebben op de glykemie, zoals: • pectine, dat bijdraagt tot de vermindering van de bloedglucosestijging na een maaltijd vanaf 10 g/portie; • bètaglucanen uit haver en gerst vanaf 4 g hydroxypropyl-methylcellulose per portie; • arabinonxylaan geproduceerd uit tarwe-endosperm, vanaf 8 g per 100 g van het voedingsmiddel.
Chitosan mag geen enkele aanspraak maken op gewichtsverlies.
Resistent zetmeel kan ook aanspraak maken op een effect op de postprandiale glykemie, op voorwaarde dat het ten minste 14% van het totale zetmeel bedraagt. Chroom, dat destijds werd gepresenteerd als een wondermiddel voor het onderdrukken van het verlangen naar zoete producten (en dus om gemakkelijk gewicht te verliezen), heeft geen bewezen effect op het eetgedrag of de vermagering, maar zou wel bijdragen tot de instandhouding van normale bloedsuikergehalten. Intensieve zoetstoffen en verschillende polyolen mogen aanspraak maken op een vermindering van de glycemische respons wanneer ze suiker vervangen in levensmiddelen en/of dranken.
Gewichtsverlies Maaltijdvervangers – waarvan de samenstelling al geruime tijd vastgelegd is in de Europese regelgeving – mogen beweren bij te dragen tot het behoud van het gewicht na
2 2 > Food in action.com - maart 2013
gewichtsverlies, wanneer ze één normale maaltijd per dag vervangen. Als ze twee dagelijkse maaltijden vervangen, mogen ze claimen bij te dragen tot gewichtsverlies. Glucomannan, een vezel afkomstig van de konjac (een soort cactus) die een hoge capaciteit heeft om een gel te vormen, mag ook beweren bij te dragen tot gewichtsverlies, in de context van een energiebeperkt dieet. Chitosan, dat soms voorgesteld wordt als een stof die de vetopname remt, mag daarentegen geen enkele aanspraak maken op gewichtsverlies.
Zenuwstelsel, energie Een groot aantal vitaminen, vooral die van de B-groep, kunnen voortaan aanspraak maken op hun bijdrage aan de normale werking van het zenuwstelsel en een normaal energieleverend metabolisme: thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur, vitamine B6, biotine, vitamine B12 en vitamine C. Ook fosfor, kalium en calcium mogen die claim maken. Naast zijn bekende en erkende rol voor de instandhouding van botten en tanden mag calcium ook aanspraak maken op zijn bijdrage aan een normale spierfunctie, een normale neurotransmissie en de normale werking van de spijsverteringsenzymen. Hetzelfde geldt voor zijn in rol in het proces van celdeling en -differentiatie.
Water hydrateert niet! Verrassend genoeg is de claim dat water “bijdraagt aan de hydratatie van het lichaam” afgewezen. Water mag echter wel claimen bij te dragen aan de instandhouding van normale fysische en cognitieve functies. Er moet wel worden aangegeven dat een minimale consumptie van twee liter water per dag vereist is het om het geclaimde effect te verkrijgen. De tweede claim heeft betrekking op de rol van water in de instandhouding van de normale regeling van de lichaamstemperatuur (min. 2 l/dag).
Koper draagt bij aan de normale werking van het zenuw stelsel, maar speelt ook een rol in het ijzertransport in het lichaam, de normale pigmentatie van het haar en de huid, en de bescherming van cellen tegen oxidatieve stress. Ook het belang van DHA voor de hersenen en het zicht wordt erkend: deze omega 3 mag voortaan aanspraak maken op zijn bijdrage aan de instandhouding van een normale hersenfunctie en een normaal gezichtsvermogen. De claim mag alleen worden gebruikt voor levensmiddelen die ten minste 40 mg DHA per 100 g en per 100 kcal bevatten,
aangezien een inname van 250 mg DHA nodig is om het effect te verkrijgen. De gezondheidsclaim met betrekking tot een normaal gezichtsvermogen is ook toegekend aan riboflavine, vitamine A en zink.
Vermoeidheid & prestaties Magnesium, dat vaak gepresenteerd wordt als ‘anti vermoeidheidsmiddel’, mag inderdaad beweren «bij te dragen aan de vermindering van vermoeidheid», op voorwaarde dat het levensmiddel een bron van magnesium is. Dit mineraal mag ook aanspraak maken op zijn rol in de neurotransmissie en de normale werking van de spieren, inclusief de hartspier. Verschillende vitaminen van de B-groep (niacine, pantotheenzuur, riboflavine, vitaminen B6 en B12) en vitamine C kunnen hun claim doen gelden met betrekking tot de vermindering van vermoeidheid, net als ijzer. IJzer zou ook bijdragen aan de werking van normale cognitieve functies. Vlees en vis, die een goede bron van haemijzer zijn, kunnen aanspraak maken op de verbetering van de opname van nonhaemijzer. Het effect wordt verkregen bij de consumptie van 50 g vlees of vis samen met levensmiddelen die non-haemijzer bevatten. Dit effect wordt ook erkend voor vitamine C. Creatine, erg populair in bepaalde sportieve kringen, mag beweren de fysieke prestaties te verhogen, maar enkel in
Food in action.com - maart 2013 > 2 3
Nutri
trends
opeenvolgende reeksen korte, hoogintensieve oefeningen. De vereiste minimale inname bedraagt 3 g. Pantotheenzuur draagt bij tot normale mentale prestaties. Let wel, dit betekent niet dat het de mentale prestaties kan verbeteren…
Haverkorrelvezels en tarwezemelenvezels dragen bij tot een vergroting van de fecale bulk.
Spijsvertering en darmtransit De spijsvertering is waarschijnlijk het domein dat het meest evident verband houdt met levensmiddelen of ingrediënten. De giststoffen in yoghurt, al langer bekend voor hun spijsverteringsbevorderende eigenschappen, worden officieel erkend voor de verbetering van de lactosevertering. Haverkorrelvezels en tarwezemelenvezels dragen bij tot een vergroting van de fecale bulk, roggevezels spelen een rol in de instandhouding van een normale darmfunctie en tarwezemelenvezels en lactulose dragen bij tot een snellere darmpassage.
Oxidatieve stress en immuniteit Anders dan verwacht worden er weinig claims toegekend aan antioxidanten, omdat ze voor de gewone man erg abstract blijven. Seleen, zink en vitaminen C en E mogen aanspraak maken op de bescherming van het DNA, eiwitten en lipiden tegen oxidatieve schade, terwijl de polyfenolen uit olijfolie zich mogen beroepen op de bescherming van LDL tegen oxidatieve stress. Wat de immuniteit betreft, mogen de vitaminen A, C, D, B6, B12, ijzer en zink beweren bij te dragen aan de normale werking van het immuunsysteem. Ook vitamine C mag tijdens en na zware fysieke inspanning aanspraak maken op dit effect. Het wordt dus een functioneel ingrediënt dat (nog meer dan vroeger) in levensmiddelen en/of drankjes voor sporters zal opduiken.
Suikervervangers als intensieve zoetstoffen en polyolen worden erkend voor hun bijdrage tot de instandhouding van de mineralisatie van de tanden, net zoals suikervrije kauwgom, die bovendien ook bijdraagt tot de neutralisatie van tandplakzuren. Deze gezondheidsclaims stellen dus orde op zake voor de vele beweringen over gezondheidsvoordelen, aangezien voortaan enkel nog de goedgekeurde claims mogen worden gebruikt. Toch mogen we ons niet blindstaren op gezondheidsclaims, ze zijn immers geen garantie voor een gezonde voeding… Nicolas Guggenbühl, Diëtist en voedingsdeskundige
Botten en tanden Het zal niemand verbazen dat calcium en vitamine D aanspraak mogen maken op hun bijdrage tot de instandhouding van normale botten, maar hetzelfde geldt voor vitamine K, magnesium, mangaan en zink.
2 4 > Food in action.com - maart 2013
Referentie: * VERORDENING (EU), nr. 432/2012, 16 mei 2012.
PublirePortage maart 2013
de heerlijke partner voor een gezonde en evenwichtige levensstijl Genieten je patiënten van boter en room, maar moeten ze afvallen, minder vet eten, op hun cholesterol letten of gewoonweg evenwichtig gaan eten? Met het unieke assortiment zuivelproducten van Balade bereid aan de voet van de Hoge Venen, kunnen ze hun voedingsdoelstellingen vlotter halen en toch met smaak blijven eten. Balade, de specialist in evenwichtigere boter en zuivelproducten, heeft op slechts een kwarteeuw een ware revolutie teweeg gebracht in deze sector. In 1987 slaagde het merk erin ‘halfvolle’ boter te ontwikkelen, die maar half zo veel vet bevatte als volle boter, terwijl ze uniek van smaak en bijzonder smeerbaar was. In 1990 was de boter van Balade de enige boter met een verlaagd voedingscholesterolgehalte, dankzij een buitengewone doorbraak in de voedingswetenschappen, die zou leiden tot een wereldwijd patent. Sindsdien heeft Balade een volledig assortiment van zuivelproducten ontwikkeld dat past binnen dezelfde filosofie: iedereen dagelijks laten genieten van lekkere en echte producten, maar met een beter evenwicht. Het assortiment van Balade bestaat uit tal van producten die een plaats verdienen bij elke maaltijd, van het ontbijt tot het avondmaal en het vieruurtje:
k nieuwe loo
Gezonde chocopasta’s voor op de boterham bij het ontbijt of het vieruurtje met 50% minder calorieën (40% minder suiker en met slechts 10% VG) dan andere gangbare smeerpasta’s. Zonder palmolie en zonder gehydrogeneerde oliën.
10 % VG
Lichte sauzen met verse room (5% of 11% VG) om gemakkelijk heerlijke gerechten te bereiden. 5 % VG
Update jouw compendium van Balade! Jouw nieuwe fiche in bijlage.
Lichte culinaire room (19% VG), al dan niet bron van omega3, en zijn lichtere versie So Light (5% VG), voor warme of koude bereidingen.
de boter a l ba e verpakking ! w u e
ni
41 % VG
11 % VG
19 % VG
Halfvolle echte boter (echte lichte boter 41% VG) met een verlaagd voedingscholesterolgehalte, al dan niet bron van omega3, en haar lichtere versie So Light (20% VG), voor op de boterham.
Nutri
trends
Anorexie,
een aandoening met talloze oorzaken Anorexie is meer dan een extreem streven naar slankheid om te beantwoorden aan het door de media opgedrongen schoonheidsideaal. Achter deze aandoening schuilt een dieper gevoel van ontevredenheid, dat vaak voortkomt uit een laag zelfbeeld, moeite met het uiten van gevoelens, een afwijzing van de eigen seksualiteit, …
A
norexie wordt door de American Psychiatric Association* gedefinieerd als een psychiatrische stoornis met de volgende kenmerken: weigering het lichaamsgewicht op een voor de leeftijd en lengte normaal niveau te houden, angst om bij te komen, een vertekend beeld van het eigen lichaam en het wegblijven van de menstruatie gedurende drie opeenvolgende cycli zonder gebruik van orale anticonceptiva. Deze diagnostische criteria vormen echter enkel het zichtbare gedeelte van de ijsberg en weerspiegelen de grote nood van anorexiepatiënten niet. Anorexie is een pathologie met zeer diverse klinische beelden en duidelijk meerdere oorzaken.
Kwetsbaarheid en vicieuze cirkel Het concept van een individuele gevoeligheid voor anorexie is belangrijk: verschillende maatschappelijke, individuele en familiale factoren creëren een klimaat dat de ontwikkeling van anorexie bij de meest kwetsbare personen bevordert, als gevolg van traumatiserende gebeurtenissen of uitlokkende factoren. De eetstoornis wordt voor hen een manier om controle te krijgen over trauma’s, conflicten of een door de puberteit veroorzaakt gevoel van ontevredenheid. De aandoening kan chronisch worden: de voedselbeperking heeft fysiologische, psychologische en sociale gevolgen (conflicten in het gezin, afzondering) die moeilijk aan te pakken zijn en ertoe leiden dat de persoon zich nog meer in zichzelf keert en toevlucht zoekt in de eetstoornis.
2 6 > Food in action.com - maart 2013
Sociaal-culturele context
Uitlokkende factoren
De vooroordelen over overgewicht en de culturele waardering van diëten en slankheid vormen een vruchtbare basis voor eetstoornissen. Gewichtsbeheersing wordt geassocieerd met persoonlijke en professionele vaardigheden, een sterk karakter, verleiding,… Een slanke lijn belooft een goede gezondheid en maatschappelijk succes. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat personen met een laag gevoel van eigenwaarde en weinig zelfvertrouwen in de verleiding komen om te vermageren, zelfbevestiging te zoeken en zich waardevol te voelen zonder hiervoor interpersoonlijke conflicten mee te maken. Personen met de grootste kwetsbaarheid voor de ontwikkeling van anorexie worden gekenmerkt door een opvallend perfectionisme en zijn pas tevreden als ze hun streefgewicht volledig hebben bereikt. Ze willen slanker zijn dan anderen om hun waarde te bewijzen.
Vaak zijn er gebeurtenissen in het leven van anorexiepatiënten die de ontwikkeling van de aandoening versnellen, zoals de druppel water die de emmer doet overlopen. Een van die factoren is de puberteit: de snelle lichamelijke veranderingen markeren de overgang naar volwassenheid. De adolescent kan om verschillende redenen moeite hebben met dit moment: angst voor lichamelijke verleidingskracht, het ongemak van een hechte vader die zijn dochter ziet opgroeien tot een vrouw en afstand neemt van haar, het symbolische moment waarop ze zelfstandig wordt en haar eigen keuzes maakt, haar weigering om iets te doen wat haar familie vraagt of het feit dat ze iets doet wat haar familie haar verbiedt,… Magerheid vermindert de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. De non-stopobsessie met gewicht helpt anorexiepatiënten te ontsnappen aan hun gevoelens en interne conflicten die bij deze periode horen. Jonge vrouwelijke anorexiepatiënten werden als kind vaak seksueel misbruikt. In die gevallen houdt de aandoening waarschijnlijk verband met het vermijden van verleiding en de angst voor intimiteit.
De vooroordelen over overgewicht en de culturele waardering van diëten en slankheid vormen een vruchtbare basis voor eetstoornissen Persoonlijke aanleg Sommige persoonlijkheidskenmerken vormen een risico op het ontstaan van een eetstoornis. Overgewicht of obesitas in de kindertijd en pestervaringen kunnen leiden tot een verlies van zelfvertrouwen dat de anorexiepatiënt probeert terug te winnen door zijn of haar gewicht onder controle te houden. Elk gebrek aan eigenwaarde of een gevoel van minderwaardigheid kan een kind kwetsbaar en vatbaar maken voor de ontwikkeling van een eetstoornis, zeker als referentievolwassenen, zoals ouders of naaste familieleden, deze negatieve gevoelens in stand houden. Bepaalde karaktertrekken worden ook in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontstaan van dit soort aandoeningen. Anorexiepatiënten zijn bijvoorbeeld erg vaak perfectionistisch en hebben een extreme drang om alles te controleren, ook hun emoties. De emotionele controle is dus een onbewust doel van de gewichtscontrole. Anorexiepatiënten zijn zo gefocust op hun gewicht dat de emoties die ze zouden kunnen voelen naar de achtergrond verdwijnen. Ze hebben een sterke behoefte aan de goedkeuring van anderen en vermijden conflicten, omdat die tot afwijzing door hun naasten kunnen leiden. Extreme vermagering wordt zo een indirect middel om afkeuring of woede tot uiting te brengen.
Gezinssituatie Hoewel het geen zin heeft om de schuld in de schoenen van de familie van een jonge anorexiepatiënte te schuiven, zijn er duidelijk gezinnen waar de stoornis vaker voorkomt. Soms zijn de ouders erg controlerend, houden ze weinig rekening met de wensen van hun kinderen en verzetten ze zich tegen hun onafhankelijkheid. Soms zijn het gezinnen waarin de rollen slecht zijn gedefinieerd, waardoor de kinderen te snel volwassen verantwoordelijkheden op zich nemen. In sommige gezinnen zijn er verborgen conflicten en wordt het uiten van emoties ontmoedigd. Nog andere gezinnen zijn erg streng en hechten veel belang aan waarden als uitmuntendheid, competitie en lichaamsbeheersing. Gezien de vele mogelijke oorzaken van anorexie en hun mogelijke diepe onderlinge verstrengeling, is het duidelijk dat de aandoening niet gereduceerd kan worden tot een puberteitscrisis die zichzelf wel zal oplossen. Anorexie moet daarentegen zo snel mogelijk worden behandeld om de kansen op genezing te vergroten. En gezien de impact van de gezinsdynamiek, kan gezinstherapie noodzakelijk zijn. Magali Jacobs, Psycholoog en Diëtist
Referenties: Berg K.M., Hurley D.J., McSherryJ.A., Strange N.E., Les troubles du comportement alimentaire, 2005, 2de editie., Brussel, De Boeck. * G edefinieerd in de DSM-IV, 4de editie van de “Diagnostic and Statisical Manual” van de American Psychiatric Association.
Food in action.com - maart 2013 > 2 7
Nutri
trends
Dierlijke & plantaardige eiwitten: het belang van een harmonieus evenwicht
Een beter evenwicht tussen dierlijke en plantaardige eiwitten heeft vele voedingsvoordelen. Toch is enige nuancering aan de orde wat de verhouding tussen beide soorten betreft…
2 8 > Food in action.com - maart 2013
E
en hoge consumptie van dierlijke eiwitten lijkt op lange termijn de ontwikkeling van diverse ziekten te bevorderen. Het bekende verband tussen colorectale kanker en een hoge consumptie van rood vlees en charcuterie is daar het best gedocumenteerde voorbeeld van1. In haar aanbevelingen2 onderstreept de Stichting Wereld Kanker Onderzoek Fonds terecht dat studies over dit onderwerp uitwijzen dat wie veel rood vlees eet doorgaans minder plantaardige voedingsmiddelen eet, en zo dus minder profiteert van de beschermende eigenschappen van plantaardige eiwitten tegen deze vorm van kanker. Maar moeten we dan alle heil bij plantaardige eiwitbronnen zoeken?
Welke eiwitten op ons bord? In februari 2012 heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) de belangrijkste eiwitbronnen in de voeding van de Europeanen geïdentificeerd. Volgens die observaties nemen vlees en vleesproducten de eerste plaats in, gevolgd door granen en graanproducten en zuivel. Uit de Belgische voedselconsumptiepeiling (2004) blijkt dat vlees en vleesproducten 36,5% van de eiwitinname vertegenwoordigen. Daarnaast halen we onze eiwitten vooral uit granen en graanproducten (19%), zuivelproducten (17,9%), vis, schaal- en schelpdieren (6%) en aardappelen (3,7%). De consumptie van peulvruchten is nagenoeg verwaarloosbaar, want die vertegenwoordigt slechts 0,19% van de totale inname – iets minder dan sojaproducten (0,24%). De Belg is dus weinig geneigd om dierlijke eiwitbronnen te combineren met plantaardige, aangezien die eerste ongeveer 65% van de totale inname uitmaken (inclusief eieren).
Treft vlees- en zuivelproducten dan schuld? Hoewel het zeker wenselijk is om plantaardige en dierlijke eiwitten te combineren, toont geen enkele studie het belang aan van het ‘perfecte’ evenwicht tussen beide bronnen3. Een andere, waarschijnlijk iets genuanceerdere en positievere benadering is het stimuleren van de consumptie van gewassen zoals granen en peulvruchten. Een goed voorbeeld van dit dieet is het eetpatroon in het noordwesten van het Iberische schiereiland, in Galicië en Portugal. De traditionele keuken in deze regio, het Southern European Atlantic Diet (SEAD)4 genoemd, wijkt enigszins af van het mediterrane model. Door de geografische ligging en het klimaat consumeren de inwoners er grote hoeveelheden vis (vooral verse of gezouten en gedroogde kabeljauw), vlees (rood vlees en varkensvlees) en zuivelproducten. Olijfolie is er niet de meest gebruikte vetstof en vruchten en noten zijn er relatief afwezig. Net als in de mediterrane eetcultuur is de consumptie van rode wijn en groenten (verse groenten, peulvruchten, aardappelen
De Belg is weinig geneigd om eiwitbronnen te combineren: dierlijke eiwitten vertegenwoordigen ongeveer 65% van de totale inname. en graanproducten) er aanzienlijk. Elk hoofdgerecht wordt voorafgegaan door soep, en er hoort ook volkorenbrood bij. Verschillende studies benadrukken de gunstige effecten van dit dieet, vooral voor het hart.
Minder infarcten in Portugal De sterftecijfers voor ischemische hartziekten in Portugal en Galicië, respectievelijk 30,6/100.000 en 69/100.000, behoren tot de laagste in Europa4. Het SEAD-model was al het onderwerp van verschillende onderzoeken en een recente studie5 legt de hartbeschermende mechanismen van het dieet gedeeltelijk bloot. Het onderzoek werd tussen 2008 en 2010 gevoerd bij 10.231 personen ouder dan 18 jaar. De naleving van het SEAD-model werd gemeten met een score van 0 tot 9 (9 = toepassing van de negen hoofdprincipes van het dieet). Door de vergelijking te maken met mensen die het dieet het minst goed volgden, werd de beste naleving van het SEAD geassocieerd met aanzienlijk lagere concentraties van bepaalde inflammatoire markers zoals CRP, lagere concentraties triglyceriden in het plasma, lagere insulinegehaltes, lagere insulineresistentie en een lagere systolische bloeddruk. Hoewel deze resultaten nog vragen oproepen over de aard van de mechanismen en de betrokken voedingsstoffen, vormen ze een bevestiging voor al wie ervoor kiest om geen vlees te eten en zijn medemens probeert te overtuigen om hetzelfde te doen! Anderzijds zijn sommige argumenten niet opgewassen tegen een nuchtere beschouwing. Nicolas Rousseau, Diëtist en voedingsdeskundige
Referenties: 1. S tudie op basis van de resultaten van het onderzoek European Prospective Investigation on Cancer and Nutrition (EPIC), Journal of the National Cancer Institute, Vol. 97, nr. 12, 15 juni 2005. 2. A anbevelingen van het WCRF (Stichting Wereld Kanker Onderzoek Fonds). 3. “ Apport en protéines: consommation, qualité, besoins et recommandations”, ANSES, 2007. 4. Oliveira A. et al., Am J Clin Nutr, juli 2010, vol. 92, nr. 1, 211-217. 5. Guallar-Castillón P., Atherosclerosis, februari 2013; 226(2): 502-9.
Food in action.com - maart 2013 > 2 9
Nutri
web
Lightdranken met de vinger gewezen als oorzaak van diabetes Een Franse studie associeert de consumptie van suikerhoudende dranken en lightdranken met diabetes type 2. Hoewel er geen causaal verband werd aangetoond, verspreidt de informatie dat lightdranken diabetes zouden uitlokken zich razendsnel.
H
et verhaal is sappig genoeg om de geruchtenmolen op gang te brengen: dranken met intensieve zoetstoffen, ontwikkeld om de inname van suiker en calorieën te beperken, zijn nog gevaarlijker dan hun gesuikerde tegenhangers en veroorzaken type 2-diabetes. Althans, dat staat hier en daar te lezen sinds de publicatie van een studie van het INSERM (Nationaal instituut voor gezondheid en medisch onderzoek) in Frankrijk. Een team van onderzoekers verdiepte zich in de relatie tussen enerzijds de consumptie van suikerhoudende dranken, dranken met kunstmatige zoetstoffen
en vruchtensap en anderzijds de incidentie van diabetes type 2 in de Étude Epidémiologique auprès des femmes de la Mutuelle Générale de l’Education nationale-European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition cohorte, waarbij een groep van 66.118 vrouwen sinds 1993 gevolgd werd. Verschillende media hebben deze informatie opgepikt en voorgesteld alsof de consumptie van suikerhoudende dranken en vooral lightdranken diabetes veroorzaakt. [...] Fagherazzi G. et al., Am J Clin Nutr, March 2013, First published online January 30, 2013.
Acrylamide op het bord van de Europeanen Het Internationaal agentschap voor kankeronderzoek (IARC) heeft via het EPIC-cohort een overzicht gemaakt van de blootstelling aan acrylamide in Europa. Brood, geroosterd brood, beschuit en koffie staan bovenaan de ranglijst van de voedingsmiddelen die dit potentieel kankerverwekkende bestanddeel bevatten.
A
crylamide is bij dieren ‘zeker’ en bij de mens ‘waarschijnlijk’ carcinogeen. Bovendien is het een neurotoxische stof. Acrylamide is al lang bekend in de kunststoffensector, maar werd pas een tiental jaar geleden ontdekt in de voedselketen. De stof zou vrijkomen bij kookprocessen boven de 120°C, zoals braden, grillen of frituren. Acrylamide is nauw betrokken bij de niet-enzymatische bruinkleuring of
Lees verder op 3 0 > Food in action.com - maart 2013
Maillardreactie, die voedingsmiddelen kleur, smaak en aroma’s geeft. De onderzoekers aan het IARC in Lyon hebben besloten dat meer dan 5% van de ingenomen acrylamide uit twee voedingsgroepen komt: brood, geroosterd brood en beschuit enerzijds, en koffie anderzijds. [...] Freisling H. et al., Eur J Nutr, 2012 Dec 13.
www.foodinaction.com
Geboorte via keizersnede ? bifidus
Adviseer een melk verrijkt met Bifidus BL een probioticum dat de immuniteit van baby’s geboren via keizersnede verbetert.1
Voor prematuren
Zonder familiale antecedenten van allergie
bifidus
Happy Baby, Happy Generation
bifidus
Met familiale antecedenten van allergie
bifidus
Opmerking: moedermelk is de ideale voeding voor zuigelingen. Dit document is uitsluitend bestemd voor gezondheidsprofessionals.
1 Holscher et al. Bifidobacterium lactis Bb12 Enhances Intestinal Antibody Response in Formula-Fed Infants: A randomized, Double-Blind, Controlled Trial. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition-January 2012 – 33 (1) : 106S-117S
Nutri
actions
microbiota pasgeborene:
De van de
de sleutel tot een evenwichtige immuniteit later
De bacteriële kolonisatie van de darm vlak na de geboorte is een belangrijke stap in het ontstaan van een evenwichtige immuunrespons, en zou de latere ontwikkeling van allerlei aandoeningen kunnen beïnvloeden. Wij spraken met Dr. Jean-Paul Langhendries, kinderarts-neonataloog in het CHC Saint-Vincent in Rocourt.
3 2 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel De microbiota in de darm speelt een belangrijke rol in de immuniteit van pasgeborenen. Een kinderarts-neonatoloog geeft deskundige toelichting.
Expert
aan het woord
Dr. Jean-Paul Langhendries Kinderarts-neonatoloog in het CHC Saint-Vincent in Rocourt
E
r wordt aangenomen dat de darmmicrobiota al vanaf jonge leeftijd een sleutelrol speelt in de immuniteit. Recente ontdekkingen tonen nu zelfs aan dat de grondslag van de immuunfunctie al in de baarmoeder ligt, vóór de kolonisatie van het darmslijmvlies, in een dus nog steriele omgeving. Tijdens de zwangerschap is de immuunomgeving van de moeder humoraal. Die wordt al vroeg beïnvloed wanneer de foeto-placentaire eenheid Th2-cytokines (IL-4, Il-5, Il-13, enz.) en andere specifiek tolerantiegerichte cytokines (TGF-ß en IL-10) begint af te scheiden. Die laatste leren de foetus een onderscheid maken tussen wat lichaamseigen en lichaamsvreemd is. De immunoglobulines van de moeder die in de loop van het derde trimester worden doorgegeven, zullen zorgen voor een passieve bescherming van de pasgeboren baby. Daarnaast wordt de foetus blootgesteld aan, en gevoelig voor, bepaalde epitopen die door de placentabarrière heen kunnen. Deze antigenen interageren met het darmslijmvlies na het inslikken van vruchtwater. Dit specifieke cytokinerijke klimaat tijdens de zwangerschap en de prenatale blootstelling aan antigenen bevorderen het vermogen van de pasgeborene om tolerantie te ontwikkelen voor antigenen in de omgeving. Er is dus geen enkele reden om de blootstelling aan antigenen tijdens de zwangerschap te vermijden in de hoop postnatale immuunstoornissen te voorkomen.
Bacteriën om de tolerantie te memoriseren Het humorale klimaat (Th2) tijdens de zwangerschap leidt niet tot permanente tolerantie voor antigenen uit de omgeving. Daarvoor is een gecontroleerde celrespons (type Th1) nodig, die slechts mogelijk is kort voor de geboorte, tijdens het binnendringen van de decidua, en na de geboorte, tijdens de bacteriële kolonisatie van het spijsverteringskanaal van de pasgeborene. We weten dat dieren zonder darmflora geen voedseltolerantie kunnen verwerven, zelfs niet na een later herstel van die darmflora. De neonatale flora is dus van kapitaal
belang. De bacteriën zijn betrokken bij de ontwikkeling van het GALT (Gut-Associated Lymphoid Tissue) en brengen geleidelijk aan een echte ‘dialoog’ met de epitheelcellen op gang, die het hele leven lang in stand zal blijven.
De neonatale darmflora is van het grootste belang, aangezien de bacteriën betrokken zijn bij de ontwikkeling van het Gut-Associated Lymphoid Tissue. Dankzij de permanente bacteriële druk op het darm- slijmvlies kan tolerantie voor de commensale flora ontwikkeld worden, die ook de tolerantie voor voedsel antigenen bevordert. De bacteriën spelen inderdaad een fundamentele rol in de geleidelijke totstandkoming van een evenwicht tussen: • enerzijds de humorale effector-immuunactiviteit, zowel van het cellulaire type als gekoppeld aan een nieuwe subgroep van lymfocyten (Th17), allemaal voortkomend uit de CD4-naïeve lymfocyt, • e n anderzijds de geleidelijke ontwikkeling in het submucosale chorion van geïnduceerde regulatorlymfocyten (iTregs), die ontstaan uit diezelfde CD4-naïeve lymfocyt. De realisatie van dit evenwicht hangt aan beide kanten af van de invloed van de paracriene activiteit van verschillende (effector- of regulator-)cytokines, uitgeoefend op het door de dendritische cel en de CD4-lymfocyt gevormde paar. Dit paar wordt via een groot aantal membraanreceptoren blootgesteld aan verschillende stimuli.
Food in action.com - maart 2013 > 3 3
Nutri
actions
De geleidelijke memorisatie van geïnduceerde en regulerende functies is de garantie voor de latere stabiliteit van het immuunsysteem in het hele lichaam. Als de initiële totstandkoming van dit evenwicht tijdens de eerste twee levensjaren wordt verstoord, kunnen later allergieën of auto-immuunstoornissen ontstaan.
Vroegtijdige programmering Bepaalde bacteriën, zoals lactobacillen en bifidobacteriën, lijken gunstiger voor de evenwichtige stimulatie van de immuunrespons dan andere. De eerste bacteriën die het spijsverteringskanaal van de pasgeborene koloniseren komen uit de rectovaginale en cutane flora van de moeder. Een dieet rijk aan verschillende vezels en zelfs probiotica tijdens de zwangerschap zou deze kolonisatie dus al vroeg kunnen beïnvloeden, en zelfs het distale darmbacteriënreservoir van de moeder kunnen bepalen.
Bepaalde voedingsmiddelen vermijden tijdens de zwangerschap of de borstvoeding kan het risico op overgevoeligheid bij de pasgeborene verhogen. Ongeveer een week na de geboorte wordt de groeiende microbiota van de pasgeborene beïnvloed door zijn eigen voeding. Zoals nu al enkele jaren is geweten, is borstvoeding niet alleen optimaal vanwege allerlei prebiotische, maar ook probiotische factoren in de moedermelk. De essentiële bifidogene ‘drie-eenheid’ van moedermelk is het resultaat van een laag eiwitgehalte in combinatie met een hoog lactosegehalte en een laag fosforgehalte. Deze drie elementen zijn verantwoordelijk voor de lage buffercapaciteit van de moedermelk, die de relatief zure pH van het spijsverteringskanaal, in de hand gewerkt door de anaerobe ontwikkeling van de gistende flora, in stand houdt. Een lagere en minder gediversifieerde bacteriële druk kan bij jonge kinderen geassocieerd zijn met epigenetische veranderingen (aanpassingen aan de genfunctie, zonder wijziging van de DNA-sequentie) en bijdragen
3 4 > Food in action.com - maart 2013
tot een onstabiel evenwicht van de immuniteit van het submucosale chorion in de darm. Dit verstoorde evenwicht kan leiden tot de ‘programmering’ van een verhoogde gevoeligheid van het individu voor de ontwikkeling van ziekten die gekenmerkt zijn door allerlei immuunafwijkingen, zoals auto-immuunziekten, ontstekingsziekten, kankers, ...
De keizersnede: een mogelijke aantasting van de immuniteit Er zijn steeds meer argumenten die een ontoereikende bacteriële invasie in de vroege kindertijd koppelen aan het risico op — vooral allergische — immuunafwijkingen op latere leeftijd. Bij kinderen met atopisch eczeem wordt in de vroege kindertijd bijvoorbeeld een verminderde microbiële diversiteit vastgesteld. De manier waarop de baby geboren wordt blijft ontzettend belangrijk. Kinderen die via een keizersnede ter wereld komen, hebben niet dezelfde kolonisatie als kinderen die langs de vaginale weg worden geboren. Bij die laatsten wordt de aanvankelijke kolonisatie gevormd door de rectovaginale flora van de moeder. Zo zijn er in de eerste twee levensmaanden minder lactobacillen en bifidobacteriën aanwezig in de microbiota van baby’s die via een keizersnede werden geboren. Deze verschillen in het vroege bacteriële milieu in de darm lijken in verband te staan met hogere ziektecijfers, vooral met betrekking tot de verwerving van mechanismen die de voedseltolerantie reguleren.
Niet te lang wachten met gevarieerde voeding Vroeger werd de introductie van voedingsmiddelen die overgevoeligheidsreacties kunnen veroorzaken, zoals gluten, uitgesteld in de hoop om de tolerantie te verbeteren... ten onrechte! Het is tegenwoordig best verantwoord om op de leeftijd van vijf à zes maanden al te beginnen met brood, eerst in heel kleine hoeveelheden en telkens een beetje meer. Uit experimenten blijkt immers dat de herhaalde en geleidelijk aan verhoogde orale toediening van lage dosissen voedingsantigenen de wisselwerking tussen de dendritische cel en de CD4-naïeve lymfocyt van het submucosale chorion in de darm optimaliseert, zodat een beter immunitair evenwicht tussen effector- en regulator-lymfocyten kan worden bereikt. Omgekeerd kunnen grote enkelvoudige dosissen de Th1-effectorrespons onderdrukken ten voordele van een Th2-respons en zo de totstandkoming van het hierboven beschreven evenwicht van de immuunrespons verstoren.
Ook overmatig gebruik van breedspectrumantibiotica kan leiden tot verstoringen die verband houden met een wijziging van de bacteriële druk op de slijmvliezen en kan latere immuunstoornissen in de hand werken.
Geen voedingsmiddelen mijden! Bepaalde voedingsmiddelen zoals koemelk of glutenrijk voedsel vermijden tijdens de zwangerschap of de borstvoeding kan het risico op overgevoeligheid voor die voedingsmiddelen bij de pasgeborene verhogen. Tolerantie ontstaat immers door de blootstelling aan epitopen in het voedsel, in lage en herhaalde dosissen, eerst via het vruchtwater in de baarmoeder en later via de moedermelk. Die laatste bevat bovendien een groot aantal immunologische biofactoren die complementair werken en de ontwikkeling van de tolerantie voor deze antigene fracties kunnen verbeteren. In een tijd waarin melk- en glutenvrije diëten erg populair zijn, kunnen we ons dus afvragen of deze nieuwe klopjacht op antigenen tijdens de zwangerschap en de borstvoeding overgevoeligheid bij de volgende generaties niet in de hand zal werken… Het beste advies dat zwangere en borstvoeding gevende vrouwen nu kunnen krijgen is ongetwijfeld om evenwichtig en gevarieerd te eten, zonder overdaad aan bepaalde voedingsmiddelen. Nicolas Guggenbühl, Diëtist en voedingsdeskundige
Food in action.com - maart 2013 > 3 5
Echo
congres
Screening
na plotse dood bij jonge sporters Een systematische screening naar het risico op plotse dood is omstreden: trend of noodzaak? Want zelfs als dat in ons land wordt ingevoerd, kan dat het risico niet volledig uitsluiten. In deze context en rekening houdende met het feit dat geneeskunde een kunst is en geen wetenschap, heeft de Hoge Gezondheidsraad een gunstig advies gegeven voor een tweejaarlijkse screening (klinisch onderzoek met anamnese) bij alle sporters onder de 35 jaar, met ook een ECG om de vier jaar. Moet dit advies doorgetrokken worden naar alle adolescenten? Samenvatting van een debat georganiseerd door de Belgische Vereniging voor Cardiologie ter gelegenheid van haar 32ste jaarlijkse bijeenkomst*.
D
e screening heeft voor- en tegenstanders. Een uitgesproken voorstander is Pedro Brugada, cardioloog in het UZ-VUB. Het andere kamp wordt vertegenwoordigd door Hans Van Brabandt van het KCE (Kennis Centrum/Centre d’Excellence) en het CEBAM (Belgisch centrum voor Evidence-Based Medicine). De argumenten van beide partijen zijn gebaseerd op onweerlegbare statistische gegevens, wat de besluitvorming niet makkelijker maakt.
3 6 > Food in action.com - maart 2013
Individuele verantwoordelijkheid De incidentie van plotse dood voor 35 jaar bedraagt 2,3 tot 26/100.000 persoonsjaren1, “wat tegelijk niet veel én te veel is,” aldus Pedro Brugada. “Vooral omdat de overlevingskans bij een cardiopulmonaire resuscitatie, als die kans zich al voordoet, slechts 27% bedraagt.” De verantwoordelijkheid kan slechts gedeeltelijk bij een grote inspanning worden gelegd, in gemiddeld 1 op 3 gevallen. Meestal gaat het daarbij trouwens
om personen ouder dan 25 jaar, een leeftijd waarop de meeste gevallen van plotse dood te wijten zijn aan een hartaandoening. “Dat het probleem niet vaak voorkomt bij adolescenten, wil niet zeggen dat we het terzijde moeten schuiven… Bijna 40% van de overlevenden houdt er significante neurologische schade aan over, zelfs wanneer de hartstilstand in de beste medische omstandigheden optreedt, zoals in een ziekenhuis.”
In België wordt de screening enkel opgelegd door sommige sportfederaties. De belangrijkste vragen zijn dan ook of we de risicopatiënten effectief kunnen opsporen, en of een screening praktisch haalbaar is. Een eerste antwoord hierop wordt gegeven door de medisch-economische analyses die aantonen dat de kostprijs van een levensjaar gered door een systematische ECG-screening lager ligt dan de door economen aanvaarde limiet, wat allesbehalve het geval is bij afwezigheid van ECG-screening. Tegen deze achtergrond hebben veel landen de systematische screening bij kinderen (Griekenland, Duitsland) en adolescenten of jongvolwassenen (Italië) ingevoerd, in overeenstemming met de richtlijnen van de European Society of Cardiology. In België wordt de screening enkel opgelegd door sommige sportfederaties, zoals de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond.
Het sop is de kool waard “En toch is het de moeite waard,” vindt Pedro Brugada. Hij verwijst naar een studie bij 256 voetballers onder de twaalf jaar. “Na zorgvuldig lichamelijk onderzoek en een grondige anamnese, werden bij elf van hen potentieel dodelijke afwijkingen opgespoord.” De vraag of een screening bij alle adolescenten nodig is, gezien twee op de drie gevallen bij niet-sporters voorkomt, staat nog ter discussie. Nochtans is bekend dat een uitgebreide vragenlijst, in combinatie met een zorgvuldig lichamelijk onderzoek en een geautomatiseerde interpretatie van de ECG, een groot aantal gevallen kan opsporen. “Eventuele vals-positieven zijn nog altijd te verkiezen boven vals-negatieven, punt!” Deze systematisering is echter pas zinvol als ze wordt opgenomen in een breder preventieprogramma dat ook het herkennen van waarschuwingstekens, het aanleren van hart-longreanimatie en het naleven van elementaire hygiëne-dieet regels omvat.
Rekening houden met Evidence-Based Medicine Hoewel deze argumenten afdoend lijken, zijn ze weinig overtuigend voor Hans Van Brabandt. Hij baseert zich op andere epidemiologische studies en stigmatiseert het risico van onnodige, bijkomende onderzoeken (naast de angst die het mogelijke risico veroorzaakt), allemaal om ‘slechts’ twee overlijdens per jaar in ons land te voorkomen2. Deze argumenten hebben de American Heart Association er onlangs toe gebracht de aanbeveling van een systematische ECG te veranderen van klasse IIb (kan aanbevolen worden) naar klasse III (is niet verboden). Naast de economische argumenten wordt deze aanbeveling ook gestaafd door statistische argumenten. Uit een recente meta-analyse blijkt inderdaad dat er op de 399 vals-positieve gevallen slechts 1 bewezen geval is, terwijl er slechts 7 vals-negatieven per 1.000.000 gescreende kinderen zijn3. “Anders gezegd: om 1 geval op te sporen moeten we 2624 kinderen screenen”, zegt Hans Van Brabandt. Tot slot is er volgens hem nog geen bewijs dat de systematische screening de incidentie van plotse dood bij jonge sporters vermindert… De overheid, opgejut door de media, moet nu beslissingen nemen in de wetenschap dat niet alle oorzaken van hartstilstand voorkomen kunnen worden. Wat moet ze dan beslissen? Om deze vraag te beantwoorden, kan het interessant zijn te verwijzen naar een reeks van recente publicaties die werden opgesteld door een groep van deskundigen, de zogenaamde ‘Seattle Criteria’4. Deze benadrukken de noodzaak van een uniform protocol om het voordeel correct te bestuderen, met als voorwaarde dat de screening collectief en prospectief wordt uitgevoerd. Om af te sluiten met de woorden van de voorzitter van de bijeenkomst, professor Heinz Heidbuchel (KULeuven): “Voorlopig kunnen we alleen maar instemmen met beslissingen die gebaseerd zijn op het voorzorgsprincipe. Het is immers beter om te veel te doen, dan te weinig en een leven te verliezen, zeker als het gaat om een kind, een adolescent of een jongvolwassene.” Dr. Dominique-Jean Bouilliez
Referenties: * 32nd annual scientific meeting of the Belgian Society of Cardiology, Brussels, 31 january - 1st february 2013. 1. Meyer L. et al., Circulation, 2012 Sep 11; 126(11): 1363-72. 2. Marijon E. et al., Circulation, 2011 Aug 9; 124(6): 672-81. 3. Rodday A. et al., Pediatrics, 2012 Apr; 129(4): e999-1010. 4. Drezner J. et al., Br J Sports Med., 2013 Feb; 47(3): 122-4.
Food in action.com - maart 2013 > 3 7
Keep
on movin’
Efficiënt dagelijks
n e g e bew
Consultaties, bureau- en computerwerk, met de wagen rijden: onze dagelijkse houdingen en bewegingspatronen brengen ons lichaam vaak uit balans. Welke bewegingen zijn aan te bevelen voor jezelf en de patiënt om spanningen in de nek en terugkerende rugklachten tegen te gaan?
I
n plaats van ons af te vragen hoe het lichaam in elkaar zit, zouden we het meer semantisch kunnen bekijken en ons afvragen waarom het zo gemaakt is. Feit is dat het menselijk lichaam ontworpen is om – efficiënt – te bewegen. We leven in een wereld met zwaartekracht en ons lichaam is aangepast aan de neerwaartse druk die deze kracht uitoefent. Een versnelling gaat gepaard met een zekere massa, maar daarom storten we nog niet ineen! De structuur van ons lichaam is altijd naar boven gericht. Maar wat ‘tilt’ het lichaam omhoog? Niet alleen de spieren! Als enkel de spieren – zowel de oppervlakkige als de dieper gelegen spieren – ons lichaam recht moesten houden, zouden we veel te veel energie verbruiken. Het lichaam wordt in werkelijkheid omhoog getrokken door de spieren, maar ook door de weefsels, de bindweefsels, de fasciën, de pezen enz. Al deze weefsels vormen een netwerk rond het lichaam. Het organisme moet dus een harmonie vinden tussen de spanning in de spieren en de weefsels, om de drukkrachten in evenwicht te brengen. En daarom zijn we gemaakt om te bewegen.
3 8 > Food in action.com - maart 2013
in dit artikel We zitten veel meer (fout) dan we bewegen. Ons lichaam is nochtans gemaakt om te bewegen, maar hoe doe je dat op een efficiënte manier?
Een lichaam in harmonie? Dankzij dit harmonieuze systeem kunnen we met bewegingen van de gewrichten onze neutrale positie verlaten, om te wandelen, te bewegen, te draaien en te heffen, op een efficiënte en energiezuinige manier. Als een gewricht niet beweeglijk genoeg is, worden de spieren automatisch meer belast, wat spanningen veroorzaakt in het hele lichaam. De harmonie zit in het systeem van de tensegrity (zie kader), dat gekenmerkt wordt door het vermogen van een structuur om zich te stabiliseren door een krachtenspel van spanning en druk, die onderling verdeeld zijn en elkaar in evenwicht houden. Bij turners zien we bijvoorbeeld bijzondere lichamelijke capaciteiten als gevolg van de oefening van hun systeem van tensegrity. Maar de onophoudelijke herhaling van dagelijkse handelingen kan enerzijds grotere spanningen veroorzaken en anderzijds minder sterke samendrukkingen.
Verstoord evenwicht als bron van problemen Een sedentaire levensstijl zal ons geleidelijk aan minder goed laten reageren op de krachten die ons omringen, ons beperken in onze bewegingen en het harmonieuze evenwicht van de weefsels verstoren. Wanneer we bijvoorbeeld met gebogen rug voor het computerscherm
Het lichaam is echt ontworpen om beweeglijk te zijn. zitten, wordt de spankracht van de borstkas weggenomen. Dag na dag leidt de herhaling van deze houdingen tot aanpassingen van het lichaam, die spier- en gewrichtsproblemen kunnen veroorzaken, zoals een stijve nek of een gespannen hals. Rugpijn wijst niet noodzakelijk op een slechte rug. In werkelijkheid krijgen we rugpijn omdat we onze krachten niet goed beheren en slecht verdelen. Het komt er dus op aan ons lichaam voldoende mobiliteit te bieden en het evenwicht van ons spanningssysteem in stand te houden.
Tensegrity: ‘tension’ en ‘gravity’ ‘Tensegrity’ verwijst naar een structuur waarbij spanning en druk elkaar in evenwicht houden. Dit wiskundige model van tensegrity, een architectuurterm die in 1949 werd uitgevonden, wordt ook gebruikt in het kader van een biomechanische, globale visie op het lichaam. Het principe van tensegrity is bijvoorbeeld van toepassing op de Skwish®, de scharnierende module ontworpen door designer Tom Flemons.
Flexie, extensie De terugkerende zitpositie wordt gekenmerkt door een ‘triple flexion’ van de weefsels van de enkels, de heupen en de thoracale wervelkolom. Deze houding belast: • de buigspieren van de heup • de voorste spieren, zoals de borstbeensleutelbeen-tepelspier • de borstspieren, terwijl de geronde schouders naar voren hellen • de achterste spieren, zoals de monnikskapspieren en de ruitvormige spieren • de weefsels rond de schouderbladen en de wervelkolom De met elkaar verstrengelde weefsels, enerzijds uitgerekt en anderzijds gesloten, krijgen een vorm van stijfheid die we moeten tegengaan door weer meer mobiel te worden… maar niet op gelijk welke manier!
Guest of Gravity® De methode van Guest of Gravity® wil het lichaam weer in zijn geheel beweeglijk maken, om dit spanningssysteem te onderhouden en het evenwicht van het lichaam te herstellen, met behulp van eenvoudige oefeningen voor
Food in action.com - maart 2013 > 3 9
Keep
on movin’
Dagelijkse oefening
Bewegen in een kleine ruimte
Zet een stap vooruit met je rechtervoet en houd je voeten op heupbreedte uit elkaar. Buig je voorste knie, terwijl je achterste hiel stevig op de grond blijft. Duw je linkerhand naar buiten om je heupen los te maken. Doe hetzelfde met je linkervoet vooruit*.
Houd je handen achter je hoofd en zet je voeten iets breder dan je heupen uit elkaar. Beweeg je ellebogen van links naar rechts. Draai vervolgens ook je bovenlichaam van links naar rechts.*.
de mobiliteit van de heupen, het bovenlichaam en de enkels (de zones die het meest op de proef worden gesteld). We tonen 2 voorbeelden voor thuis of op kantoor. Ze worden best gecombineerd met klassieke, regelmatige lichaamsbeweging: zwemmen, wandelen, fietsen enz. Deze oefeningen maken de weefsels, die een tijdlang verzwakt waren, geleidelijk aan weer beweeglijk. Dat is beter dan activiteiten uit te voeren op een onevenwichtige basis, wat bijvoorbeeld pijn achter en rondom de knieschijf zou kunnen veroorzaken. Het lichaam moet zijn functionele capaciteiten beetje bij beetje terugvinden. Het herstellen van het evenwicht van het lichaam hangt ook samen met een evenwichtige voeding en een evenwichtige geest. Omdat de hersenen via de zenuwen en de hormonen verbonden zijn met het lichaam en de weefsels, zal stress een impact hebben op defensieve, angstige (samentrekking, geronde schouders) maar ook agressieve houdingen
(spanning op de schouders). Chronische stress brengt de circulatie van cortisol op gang, dat de weefsels aanvalt en het spanningssysteem zo ondermijnt. Een voeding met weinig antioxidanten heeft, net als roken, invloed op de weefsels, de gewrichten en de bindweefsels, vanwege de circulatie van vrije radicalen. Laten we niet vergeten dat de weefsels water opnemen wanneer het lichaam in beweging is. Drinken alleen is dus niet genoeg, we moeten drinken én bewegen.
4 0 > Food in action.com - maart 2013
Annabelle Boffa en Jean Sadouni, Master Trainer
Referentie: * Specifieke oefeningen voor rugpijn aan het bureau, op basis van de Guest of Gravity®-methode ontwikkeld door Jean Sadouni. Meer info op www.guestofgravity.com
Zap
agenda
Diabetes vandaag 25 april 2013 Leuven
Thema’s van deze workshop die aan bod zullen komen: nieuwe diabetesmedicatie, diabetes in de geriatrie, diabetes tijdens de Ramadan, invloed op gewicht, specifieke thema’s zoals sport, alcohol... Georganiseerd door VBVD Vlaams Brabant & Brussel. Meer info op www.vbvd.org
46th Annual Meeting of the ESPGHAN 8 tot 10 mei 2013 International Conference Centre London ExCeL One Western Gateway Royal Victoria Dock E16 1XL
Annual Conference of the International Society for Behavioral Nutrition and Physical Activity (ISBNPA) 22 tot 25 mei 2013 Gent Universiteit (De Aula en Het Pand) 9000 Gent
De jaarlijkse conferentie van de ISBNPA maakt in 2013 van de gelegenheid gebruik om experts en onderzoekers t e l a t e n s a m e n w e r ke n rond voedingsgedrag en lichaamsbeweging. Deze meeting biedt een forum voor discussie en debat over deze thematiek. Een reeks van zes verschillende workshops wordt georganiseerd, met onderwerpen gaande van de planning van programma’s voor gezondheidsbevordering tot de dynamiek van motivatie en het voedingsbeleid. Het volledige programma van dit internationale evenement is beschikbaar op www.isbnpa2013.org
Sustainable Diet & Food Security 28 en 29 mei 2013 Le Nouveau Siècle Rijsel (Frankrijk) De 46e jaarlijkse bijeenkomst van de European Society of Paediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition (ESPGHAN) wordt in 2013 in Londen gehouden, in samenwerking met de British Society of Pediatric Gastroenterology and Nutrition en de London Pediatric Gastroenterologists. Alle informatie is beschikbaar op www.espghan2013.org
Deze joint conference is georganiseerd door de Belgian Nutrition Society (BNS), The Nutrition Society en de Société Française de Nutrition, rond het thema «Sustainable diet and food security». Meer info op www.sustainable-diet2013.fr
Food in action.com - maart 2013 > 4 1
Kookpannen
en proefglaasjes
Vriesdrogen: water onttrekken zonder warmte
We kennen deze techniek vooral van voeding in zakjes waar je water aan moet toevoegen, veelal bestemd voor inspanningen in extreme omstandigheden. Deze droogmethode wordt ook gebruikt voor de productie van oploskoffie en instantsoep. Minder bekend is dat vriesdrogen de voedingswaarde van het product zeer goed behoudt.
4 2 > Food in action.com - maart 2013
V
riesdrogen of lyofiliseren is een van de weinige methoden voor de verwerking van levensmiddelen die bij lage temperatuur plaatsvinden. Vreemd ook, want meestal droog je iets door het te verwarmen. In dit procedé wordt het voedingsmiddel heel snel bevroren, zodat enkel heel kleine ijskristallen worden gevormd, waarbij de celstructuur bewaard blijft. Dat gevormde ijs sublimeert (gaat rechtstreeks over van vaste stof naar gas) vervolgens met behulp van een gedeeltelijk vacuüm: het droogproces gebeurt dus zonder warmtebron of verdamping. Het voedsel wordt daarna nog eens gevriesdroogd en bij deze tweede droging breken de watermoleculen door middel van desorptie los van het oppervlak van de gedroogde producten.
Een zeer lage wateractiviteit In levensmiddelen is water het ingrediënt dat de bewaring het meest bemoeilijkt. Aangezien het water via deze methode bijna volledig (97%) aan het voedingsmiddel wordt onttrokken, ontstaat een zeer ongunstige omgeving voor bacteriën en schimmels. Enzymen kunnen bovendien geen reacties meer in gang zetten die het product zouden aantasten. In een hermetisch afgesloten verpakking blijven gevriesdroogde producten dan ook zeer lang houdbaar, meestal enkele jaren. En omdat de temperatuur tijdens de sublimatie onder het vriespunt blijft, worden de aromatische en organoleptische eigenschappen ook relatief goed behouden. Bovendien vermindert deze techniek het waarneembare volume van de moleculaire structuur niet. De rehydratatie gebeurt dan ook ogenblikkelijk, met een meer dan bevredigend resultaat. En ook wat de voedingswaarde betreft zijn de resultaten verrassend goed. Bij een vergankelijke vitamine zoals vitamine C is er bijvoorbeeld amper een verlies van ongeveer 0,5%. Van bètacaroteen gaat ongeveer 10% verloren.
Extreme indicaties Toch heeft deze techniek ook nadelen. Ten eerste is de kostprijs hoog door de toepassing zelf, maar ook omdat er veel koelwater, stikstof en energie verbruikt wordt. Bovendien kan het lage vochtgehalte van de producten oxidatieve ranzigheid veroorzaken, waardoor soms zelfs antioxidanten moeten worden toegevoegd aan bepaalde producten, zoals vlees. Het proces is onderbroken en het product ondergaat veel bewerkingen.
Bij vriesdrogen blijft de voedingswaarde verrassend goed behouden. Daarom wordt de methode vooral gebruikt voor weinig bederfelijke voedingsmiddelen zoals oploskoffie, sommige soorten instantsoep, stukjes fruit in ontbijtgranen, champignons, kruiden en aromaten, levensmiddelen en bereidingen voor extreme omstandigheden (voeding voor astronauten, zeelui, roeiers, bergbeklimmers, trekkers,…) en producten met een hoge toegevoegde waarde, zoals bepaalde farmaceutische producten (bijv. vaccins).
Niet te verwarren met dehydratatie Vriesdrogen heeft niets te maken met dehydratatie. Bij dehydratatie gebeurt het droogproces met warme lucht. Dit is minder duur, maar heeft meer organoleptische, nutritionele en zelfs functionele nadelen. Het proces gaat gepaard met de verdamping van aromatische stoffen, de oxidatie van bepaalde carotenoïde pigmenten, de denaturatie van eiwitten of de verstijfseling van zetmeel. Resultaat: bij dehydratatie gaat een aanzienlijke hoeveelheid vitaminen (A, B1, C) verloren en oxideren de vetstoffen. De producten blijven tot slot ook minder lang houdbaar (gemiddeld tien tot twaalf maanden) en ze zijn minder lekker… Nicolas Rousseau, Diëtist en voedingsdeskundige
Food in action.com - maart 2013 > 4 3
Zap
nieuws
‘Wonder drinks’ op basis van kombucha Kombucha Wonder Drink, het nieuwe assortiment biodranken op basis van gefermenteerde thee, komt recht uit de Verenigde Staten. Deze licht sprankelende ‘pop drinks’ zijn geïnspireerd op een traditioneel stimulerend elixir uit de Himalaya op basis van kombucha. De drank zou lichaam en geest opnieuw in evenwicht brengen, dankzij de aanwezigheid van azijnzuur, gluconzuur, melkzuur en natuurlijke antioxidanten, voornamelijk polyfenolen. Ze zijn alcoholvrij, gecertificeerd biologisch en combineren oolongthee met verschillende vruchtensmaken. Het assortiment van Kombucha Wonder Drink bestaat in twee formaten (blikjes van 250 ml en glazen flessen van 417 ml) en in vier smaken: traditioneel, Aziatische peer en gember, citroenextract en Niagaradruif. Verkrijgbaar bij biokruideniers en biolunchzaken.
Voedingswaarden Kombucha Wonder drink Traditional Energie Koolhydraten waarvan suikers Natrium
Per 100 ml
Per blikje van 250 ml
24 kcal
60 kcal
6,4 g
16 g
3,2 g
8g
0 mg
0 mg
Ingrediënten Kombucha Wonder drink traditional Gefilterd water, biologische oolongthee (gefilterd water, biologische oolongtheebladeren), biokombucha (gefilterd water, biologisch suikerrietsap, biologische oolongtheebladeren, gist en bacteriën), biologisch suikerrietsap, koolzuurgas.
Aardbei en rabarber in een plantaardig alternatief voor yoghurt Na de introductie van de eerste drie versies van Mild & Creamy in 2012 (Natuur, Vanille en Bosbes), lanceert Alpro deze plantaardige yoghurtvariatie nu ook in aardbeismaak met een toets van rabarber. Deze plantaardige variatie op basis van sojabonen bevat geen lactose of cholesterol, en is een bron van calcium en vitamine B12 en D2. Bij het ontbijt of als tussendoortje? De praktische verpakking van 750 g laat zich makkelijk uitschenken en hersluit zonder probleem.
Voedingswaarden Alpro Mild & Creamy Naturel
Voor 125 g
Energie
50 kcal
Eiwitten
4,0 g
Koolhydraten
2,1 g
waarvan suikers lactose Vetten waarvan verzadigde enkelvoudig onverzadigde meervoudig onverzadigde
2,1 g 0g 2,3 g 0,4 g 0,5 g 1,4 g
Cholesterol
0 mg
Ingrediënten Alpro Mild & Creamy Naturel
Vezels
1,0 g
Water, gepelde sojabonen 7,9%, suiker, tricalciumcitraat, stabilisator: pectine, zuurteregelaars (natriumcitraat, citroenzuur), zeezout, antioxidant (tocoferolrijke extracten, ascorbylpalmitaat), yoghurtculturen (S. thermophilus, L. bulgaricus), vitaminen (B12, D2).
Natrium
0,1 g
Calcium
120 mg
Vitamine D2
0,75 µg
Vitamine B12
0,38 µg
4 4 > Food in action.com - maart 2013
Gehoord
op consultatie
Krokante muesli als bron van omega-3 Het merk Delhaize lanceert een nieuw assortiment krokante muesli in vijf verschillende smaken: Muesli Crunchy Apple met stevia, Muesli Crunchy Choco met stevia, Muesli Dry Fruits, Muesli Super Fruit en Muesli Crunchy Omega 3. Muesli Crunchy Omega 3 is rijk aan omega-3 vetzuren dankzij de toevoeging van lijnzaad. Daarnaast is deze versie ook bijzonder rijk aan vezels (7,5 g per 100 g). Naast lijnzaad bevat deze muesli van krokante havervlokken ook amandelschilfers, zwarte bessen en een oxidatieremmend extract rijk aan tocoferolen.
Ingrediënten Delhaize Muesli Crunchy Omega 3 Havervlokken 47%, suikerriet, rijstcrisp (rijstgriesmeel, tarwemeel, suiker, gerstemoutextract, zout), zonnebloemolie, lijnzaad 5,6%, tarwemeel, stukjes amandel 4%, zwarte bes 3% (zwarte bes, geconcentreerd vruchtensap (appel, citroen), druivenpitolie), glucosesiroop, honing, kleurstof: karamel, natuurlijke aroma’s, antioxidant (tocoferolrijk extract), kaneel. Bevat: gluten, schaalvruchten. Gemaakt in een bedrijf waar ook melk, soja, sesamzaad en lupine worden verwerkt. oedingswaarden V Muesli Crunchy Omega 3
Voor 100 g
Energie
425 kcal
Eiwitten
10,9 g
Koolhydraten
62,7 g
waarvan suikers Vetten
21,0 g 12,8 g
waarvan verzadigde
1,4 g
enkelvoudig onverzadigde
8,0 g
meervoudig onverzadigde
3,4 g
Vezels
7,5 g
Zout
0,1 g
Omega 3
0,9 g
waarvan alfa-linoleenzuur
0,9 g
Almachtige Jeffrey Al een jaar heb ik niets meer van haar gehoord. Gedurende de twee jaar dat ze op consultatie kwam was de sleutel naar een blijvend gewichtsverlies niet echt gevonden. Hooguit was ze een paar kilo’s kwijtgeraakt, maar als je er twintig te veel hebt, gaan we hierover niet direct victorie kraaien. Ik verwachte me dus ook aan een ‘terug naar af’ bij het weerzien van deze patiënte. Niets is minder waar. Een slanker silhouet dan ik me kan herinneren zit vanochtend in de wachtkamer en begroet me met een brede glimlach. Weg depressie, weg al tien kilo’s, weg de ontmoediging. Welke formule heeft hier gespeeld: een nieuwe vriend, net terug van een vastenkuur, een maagring? Niets van dit alles, zo blijkt. Haar dokter en een week later een specialist vertelden haar onverbloemd dat ze moest vermageren, punt uit. Met de moed in de schoenen is ze dan maar ingegaan op een proefaanbod in een gym. Bij het introductiegesprek stelt ze dadelijk dat ze een ‘hopeloos geval’ is en dat haar motivatie onder het absolute nulpunt ligt. Voor de hopeloze gevallen is de logische oplossing blijkbaar “coach Jeffrey” (fictieve naam, waar gebeurd). Na drie maanden proefabonnement en eindeloos geduld van coach Jeffrey is ze een ander persoon. Waar de ommezwaai precies gebeurd is, weet ze zelf niet meer. Wel is er een positieve wind door haar leven gewaaid en gaat het diëten plots als vanzelf. Van mij wil ze graag uitleg over reeksen cijfers die haar nieuwe weegschaal spuit bij elke weegbeurt. Vermageren zit dus blijkbaar toch tussen je oren. Lut Van Lierde, Diëtiste
Ontdek de nieuwe producten op
www.foodinaction.com
Food in action.com - maart 2013 > 4 5
APAQ-W INFORMEERT U
Meer groenten tijdens maaltijden met het hele gezin Volgens een Brits onderzoek bij 2.389 kinderen van gemiddeld acht jaar speelt de voorbeeldfunctie van de ouders een belangrijke rol in de consumptie van groenten door hun kinderen. De studie benadrukt het belang van de gezamenlijke gezinsmaaltijd aan tafel: kinderen die minstens één maaltijd per dag met hun ouders eten, consumeren dagelijks gemiddeld 125 g fruit en groenten meer dan kinderen die dat nooit doen. Kinderen van wie de ouders zelf dagelijks fruit en groenten eten, consumeren gemiddeld meer groenten en fruit (+ 88 g) dan kinderen van wie de ouders zelf nooit groenten en fruit eten. Verrassender is dat kinderen bij wie het fruit en de groenten in stukjes worden gesneden door de ouders er 44 g meer van eten dan kinderen bij wie dat niet wordt gedaan. Deze studie onderstreept dus dat het goede voorbeeld van de ouders van cruciaal belang is om de consumptie van fruit en groenten te stimuleren, want kinderen imiteren het eetgedrag van hun ouders. Meaghan S. C. et al., J Epidemiol Community Health, Published online first 19 Dec 2012.
Cholesterol en appels: de hele vrucht is beter dan het sap Een kleinschalig gerandomiseerd onderzoek bij 23 volwassenen gedurende vier weken heeft interessante inzichten opgeleverd over de invloed van appels op de cholesterol. De vrijwilligers consumeerden volgens de ‘cross-overmethode’ dagelijks 550 g hele appel (het equivalent van 3 stuks), 500 ml helder appelsap, 500 ml troebel appelsap, 22 g appelpulp (met de schil, de pitjes,…), of niets. De auteurs maten de bloeddruk en de lipoproteïnen. Het resultaat: enkel de hele appels en de pulp hadden een significant effect op de totale cholesterol en de LDL-cholesterol in vergelijking met de controlegroep. Beide gehaltes waren respectievelijk gedaald met -5,6% en -6,7% voor de hele appels, en met -3,7% en -7,9% voor de pulp. De studie toont echter bij geen enkele groep een effect op de bloeddruk. Uit dit onderzoek blijkt in ieder geval eens te meer dat een hele vrucht een hogere voedingswaarde heeft dan vruchtensap. Ravn-Haren G., European Journal of Nutrition (ISSN: 1436-6207), December 2012.
Agence Wallonne pour la promotion d’une Agriculture de Qualité
4 6 > Food in action.com - maart 2013
Kool en bladgroenten geven de neuronen een boost Een recent overzicht van de wetenschappelijke literatuur, gemaakt door een onderzoeksteam van de Tufts University in Boston, vestigt de aandacht op de risico’s van luteïne- en zeaxanthinetekorten bij bejaarden. Het literatuuroverzicht suggereert dat een significante afname van deze twee carotenoïden in het dieet kan bijdragen tot een achteruitgang van de cognitieve functies. De auteurs baseren zich onder meer op een studie uit 2010 bij honderdjarige Georgiërs. Uit deze studie bleek duidelijk een positieve correlatie tussen de concentraties luteïne en zeaxanthine in verschillende hersengebieden van bejaarden en hun prestaties op geheugentests, IQ-tests en algemene cognitieve tests. Andere klinische studies benadrukken ook dat het positieve effect van luteïne en zeaxanthine nog groter zou zijn als de bejaarde veel van het omega 3-vetzuur DHA inneemt. Volgens de auteurs zou het dan ook opportuun zijn om longitudinale epidemiologische studies en klinische proeven met supplementen uit te voeren, gezien de lage kostprijs van dergelijke preventieve interventies. Johnson J. E. et al., Am J Clin Nutr., 2012 Nov; 96(5): 1161S-5S.
Melk: de beste voedingsbron van vitamine D bij kinderen
Een Canadese studie, die van 2008 tot 2011 door kinderartsen werd gevoerd bij 1.898 kinderen tussen 1 en 5 jaar oud, heeft de belangrijkste bronnen van vitamine D in deze leeftijdsgroep bepaald. De studie onderzocht het effect van verschillende voedingsfactoren, de blootstelling aan zonlicht en de huidpigmentatie op de vitamine D-reserves. De twee factoren die het sterkst geassocieerd werden met hoge vitamine D-reserves waren de dagelijkse inname van een voedingssupplement met vitamine D en… dagelijks 2 glazen koemelk drinken. Deze twee elementen verhoogden het gehalte aan 25-hydroxyvitamine D respectievelijk met 3,4 ng/ml en 1,6 ng/ml per dag. Ook de huidpigmentatie en het seizoen zijn in verband gebracht met de vitamine D-reserves, maar in mindere mate dan koemelk en supplementen. Bovendien lijkt het effect van die twee laatste gelijk, ongeacht de huidpigmentatie of het seizoen. Jonathon L. M. et al., JAMA Pediatr., 14 Jan 2013;1-6.
Food in action.com - maart 2013 > 4 7
Op het à la
menu
Koken voor kinderen
met allergieën
Hoe stel je een evenwichtig eetpatroon samen voor kinderen die kampen met allergieën? Hoe zorg je ervoor dat ze geen gevaar lopen en hoe ga je om met de frustraties van een beperkte voeding? Welke gerechtjes kun je klaarmaken zonder de meest courante allergenen? Hoe kun je een strikt dieet rijmen met plezier?
P
atricia Barreau-Yu, professor in de Letteren en mama van een kind met allergieën, geeft je in haar boek ‘La cuisine joyeuse des enfants allergiques’ (Leuke kookideeën voor allergische kinderen) praktische antwoorden op de vele vragen uit het dagelijkse leven van wie kampt met voedselallergieën. Met de hulp van een allergoloog en een diëtiste heeft ze leuke en lekkere alternatieven bedacht om toch evenwichtig en met plezier te eten. Een boek met recepten die getest en goedgekeurd zijn, ideaal voor het hele gezin. Het boek bevat ook een verklarende woordenlijst over voedselallergieën, en de auteur herinnert de lezers eraan dat het belangrijk is om altijd de ingrediëntenlijst van levensmiddelen door te nemen, en uiteraard bij twijfel deskundigen om raad te vragen. Geïnteresseerd? Hieronder vind je twee recepten uit het boek van Patricia Barreau-Yu om volop van te smullen… afhankelijk van je allergieën natuurlijk.
4 8 > Food in action.com - maart 2013
Boekweitpannenkoeken Bereiding: 10 min.
Ingrediënten voor 4 personen 250 g (glutenvrije) boekweitbloem 2 eetlepels zonnebloemolie ¾ liter water 1 snuifje zout
Bereiding Doe de boekweitbloem, het zout en de olie in een slakom en klop op met een garde of een elektrische klopper. Voeg het water toe en klop op tot een glad mengsel. Laat twee uur rusten. Doe wat olie in een pan en zet op een hoog vuur. Bak de pannenkoek langs beide zijden. Garneer met: - Gesauteerde ui en champignon met tomatencoulis (100% tomaten) - Gesauteerde aardappelen, ui, koriander en sla - Verse champignons met kokossaus
Because nutrition is a fast-moving science
Een gevarieerde voeding en een ontdekkingsreis aan tafel, ondanks allergieën: het kan!
Madeleines Bereiding: 10 min. Kooktijd: 9 à 10 min.
Food in Action is een publicatie van Karott’ NV, Health Media Partners Waterloosesteenweg, 1336 - 1180 Brussel Tel. 02/374.44.24 - Fax 02/374.07.24 www.karott.be -
[email protected]
Ingrediënten voor 20 madeleines 75 g bloem (van volkorenrijst of tarwe, behalve in geval van allergieën) 70 g blonde kandijsuiker 50 g amandelpuree of zonnebloemolie 50 g kokoscrème ¼ theelepel guargom of 2 eieren 1 theelepel bicarbonaat of ½ zakje glutenvrije gist 1 theelepel poedervanille of oranjebloesem 50 ml rijst-, soja-, amandel- of koemelk
Bereiding Verwarm de oven voor op 200 °C. Meng de bloem, de suiker en het bicarbonaat in een slakom. Voeg de amandelpuree, kokoscrème en guargom toe, en meng. Voeg de melk en de vanille toe en meng opnieuw. Doe wat olie in de madeleinevormpjes, giet er het mengsel in en zet 9 à 10 minuten in de oven.
Hoofdredacteur
Nicolas Guggenbühl, voedingsdeskundige-diëtist
Verantwoordelijke uitgever
Nathalie Dumont, apotheker
Redactie
Nicolas Guggenbühl [
[email protected]] Nathalie Dumont [
[email protected]] Nicolas Rousseau [
[email protected]] Annabelle Boffa [
[email protected]]
Coordinatie en redactiesecretaresse
Annabelle Boffa [
[email protected]]
Hebben aan dit nummer meegewerkt
Nathalie Ameloot, Dr. Dominique-Jean Bouillez, Magali Jacobs, Jean Sadouni, Lut Van Lierde
Office manager
Pascale Denis [
[email protected]]
Foto’s
Shutterstock
Druk
Structure Production
Lay-out
Géraldine Bacquaert [
[email protected]]
Oplage
11.200 exemplaren
Verschijning
Food in Action verschijnt 4 maal per jaar (december, maart, juni, september).
Vertaling Blue Lines Barreau-Yu P., La cuisine joyeuse des enfants allergiques, Carrément Jouvence, 2012,14,90e. Voor meer informatie kun je terecht op www.aubonheurdesenfantsallergiques.fr Franse editie, niet beschikbaar in het Nederlands.
Food in Action paraît également en français. Voor meer informatie betreffende de verdeling:
[email protected] ou 02/374.44.24
? LOG IN OP WWW.FOODINACTION.COM Voor je consultaties, allerlei nuttige info in 1 klik! DOWNLOAD de hulpmiddelen Thematische infografieken, de voedingspiramide, de drankendruppel, ...
SHARE
op sociale netwerken
ARTIKELS Geef je commentaar Post een vraag