"Voedingsarmoede onder Nederlandse kinderen" Kinderen van de Voedselbank hoeven niet ondervoed te zijn
In opdracht van Voedselbanken Nederland Door Esther van der Zeijden-Jansen
Contactgegevens Het onderzoek in uitgevoerd door Esther van der Zeijden-Jansen in opdracht van Frank van Hulst namens de Voedselbanken Nederland.
Voedselbanken Nederland: Stichting Voedselbanken Nederland Postbus 109 4750 AC Oud Gastel www.voedselbankennederland.nl KvK 30247714
Contactpersoon Voedselbanken Nederland Frank (F.W.H.L.) van Hulst RA Portefeuille: Voedselverwerving Telefoon: 06-83240079 Email:
[email protected] Auteur Esther (E.L.) van der Zeijden-Jansen (Levensmiddelentechnoloog) Telefoon: 06-22456386 Email:
[email protected]
2
Samenvatting In 2010 zijn er in Nederland volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) ruim 1.100.000 mensen die op of onder de armoedegrens leven, waarvan maar liefst 327.000 kinderen. In 2012 is het aantal kinderen dat op of onder de armoede grens leeft gestegen naar 367.000 kinderen. Dit betekent dat 1 op de 10 kinderen op of onder de armoede grens leeft. De schrijnende conclusie die op basis van het onderzoek in dit rapport gesteld kan worden is dat de armoede onder kinderen toeneemt en dat ouders met een laag inkomen hun kinderen niet van kwalitatief en kwantitatief voedsel kunnen voorzien. Dit heeft schadelijke gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen, zowel op geestelijk als lichamelijk gebied en kan leiden tot depressie, gestoorde geheugenfunctie en vermindert leervermogen. Ook hebben arme kinderen een lagere kwaliteit van leven. Door de focus te leggen op de kinderen en de gevolgen van voedselarmoede laten we zien dat wij Nederlanders gezamenlijk, een onzekere en ongezonde toekomst creëren voor onze kinderen. Dit zijn de mensen die ons later, op onze oude dag, moeten gaan verzorgen. Als zij blijven lijden onder de voedselarmoede zullen er steeds meer volwassenen komen die zorg behoeven. Dit heeft niet alleen invloed op de kwaliteit van de zorg, omdat minder werkkrachten beschikbaar zijn in de maatschappij als geheel, maar ook op de kosten. Uiteindelijk zal de samenleving de stijgende kosten die verbonden zijn met gezondheidszorg niet meer kunnen dragen. Op basis van dit rapport wordt aangetoond dat het tekort aan kwalitatief voedsel zeer schadelijk kan zijn voor de maatschappij als geheel. Het creëren van bewustzijn bij bedrijven en burgers is stap één. Het ondervangen van geschikt voedsel voor de Voedselbanken is een tweede stap waar bij voorkeur samen met de industrie over gesproken wordt om een procedure te ontwikkelen die voor beide partijen lucratief kan zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gewezen naar ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’. Om in aanmerking te komen voor een voedselpakket heeft Voedselbanken Nederland de onderstaande financiële toekenningscriteria opgesteld aan het maximaal te besteden leefgeld. De Voedselbanken Nederland hanteren een strengere norm voor armoede dan het Sociaal Cultureel Planbureau. De reden van deze scherpe criteria is dat de Voedselbanken een gebrek hebben aan voedsel. Maximaal te besteden leefgeld per huishouden per maand om in aanmerking te komen voor een voedselpakket bij de Voedselbank Voor een volwassene Voor elke volwassene (boven 18 jaar) daarbij Per kind t/m 12 jaar Per kind tot 18 jaar Voor een 3 personen gezin (1 volwassene, 2 kinderen) Voor een 4 personen gezin (2 volwassenen, 2 kinderen)
2012 € 180 € 60 € 50 € 50 € 280 € 340
Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) heeft de gemiddelde kosten voor de verschillende maaltijden per persoon berekend aan de hand van een verantwoord voedingspakket (samengesteld door het Voedingscentrum rekening houdend met de schijf van vijf). Nibud geeft aan, dat er een bedrag nodig is van € 14,90 per dag, terwijl een gezin dat in aanmerking komt voor een voedselpakket bij de Voedselbank slechts € 11,18 leefgeld per dag te besteden heeft (uitgaande van een gezin bestaande uit 4 personen met 2 volwassenen en 2 kinderen). Leefgeld houdt in dat het beschikbare budget niet alleen aangewend word voor voeding, maar ook nodig is voor kleding, persoonlijke verzorging, schoolactiviteiten, Sinterklaas, ontspanning etc. Er zit derhalve een aanzienlijk verschil tussen het bedrag dat Nibud stelt, dat nodig is om gezond te eten en het toegestane leefgeld-criterium van de Voedselbanken Nederland. Voor mensen die in aanmerking komen voor een voedselpakket van de Voedselbank is het uitgesloten om van het beschikbare budget een voedzame maaltijd te bereiden welke voldoet aan de criteria van gezond eten.
3
De Voedselbanken Nederland gaat ervan uit dat er in Nederland jaarlijks ca 9,5 miljoen ton voedsel verspild wordt. Hiervan heeft ca 50% betrekking op ondernemingen (voedselproducerende en handelsbedrijven zoals supermarktketens). Deze verspilling van de overschotten legt niet alleen een enorme druk op het milieu, maar wordt ook niet gegund aan de mensen in Nederland die in armoede leven. Het voedsel tekort probleem van mensen in armoede met betrekking tot adequaat voedsel (zowel kwalitatief als kwantitatief) kan per direct opgelost worden indien deze overschotten niet meer vernietigd worden maar aangewend worden voor humane voeding. Als maatregelen gebaseerd op solidariteit (de sterke beschermen de armen) richting de Voedselbranche niet helpen, kan door middel van sancties op Voedselverspilling een stroom richting beschikbare humane voeding gaan. Indien slechts 10% van de verspilling aangewend wordt voor humane voeding, dan hebben alle mensen die op of onder de armoede grens leven voldoende te eten conform de schijf van vijf.
4
Index 1
Het belang van het kind .................................................................................................................................. 6
2
Voedselbanken Nederland .............................................................................................................................. 8 2.1
Toelatingscriterium ................................................................................................................................ 8
3
Statistieken over kinderen en armoede in Nederland .................................................................................. 10
4
Benodigde voedselinname kinderen ............................................................................................................. 12 4.1
Gezond eten voor zwangere vrouwen ................................................................................................. 14
4.2
Voedselinname tijdens borstvoeding ................................................................................................... 14
4.3
Ontbijt .................................................................................................................................................. 17
4.4
Ondervoeding ....................................................................................................................................... 17
4.4.1
Vitaminen en Mineralen ................................................................................................................. 17
4.4.2
Vitaminen tekort ............................................................................................................................ 18
4.4.3
Mineralen/ spoorelementen tekort ............................................................................................... 19
4.5
Overgewicht ......................................................................................................................................... 22
4.6
Voedselarmoede onder kinderen in Nederland ................................................................................... 22
4.6.1
De gevolgen van voedselarmoede ................................................................................................. 22
5
Het budget voor kwalitatief voedsel ............................................................................................................. 24
6
Conclusie en aanbeveling .............................................................................................................................. 27
7
Begrippenlijst ................................................................................................................................................ 28
8
Bijlage - Leeftijdscategorieën ........................................................................................................................ 30
9
Bijlage - Vitaminen ........................................................................................................................................ 31
10
Bijlage - Mineralen ........................................................................................................................................ 33
11 Bijlage - Spoorelementen .............................................................................................................................. 36
5
1 Het belang van het kind Onze kinderen zijn onze toekomst. Hoewel Nederland nog steeds één van de meest welvarendste landen ter wereld is, waar zorg en onderwijs voor iedereen toegankelijk is, zien we een verslechtering in de gezondheid van onze kinderen. Overgewicht is één van de problemen die steeds stelselmatiger aangepakt moet worden, om maar niet te spreken van de beperkte beweging waar steeds meer kinderen onder lijden. In combinatie met de toenemende vergrijzing schapen we een onzekere toekomst met torenhoge kosten voor de zorg, toenemende werkloosheid en uitval door ziekte. Waar gaat het mis? Dit rapport is opgesteld om antwoord te geven op deze prangende vraag. We zijn het verschuldigd tegenover onze kinderen om deze vraag te onderzoeken. Of zoals het internationaal verdrag, artikel 27, inzake de rechten van het kind het opsomt: “Ieder kind heeft recht op een levensstandaard die voldoende is voor zijn of haar lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de levensomstandigheden van het kind maar de overheid moet hen hierbij helpen door bijstand en ondersteuning 1 zodat het kind op het minst voldoende eten en kleding en adequate huisvesting heeft.” Als kinderen onder de armoede grens leven, kunnen zij niet verantwoordelijk worden gehouden voor de situatie. De keuzes van anderen en de omstandigheden die van invloed zijn op het inkomen van ouders en verzorgers, kunnen tot onzekere en ongezonde situaties, buiten de schuld van het kind om. Doordat bijvoorbeeld ouders werkloos worden, schulden hebben, scheiden of om wat voor reden minder inkomsten binnenkrijgen, is er kans op armoede. Helaas is het aandeel kinderen dat in armoede leeft hoog ten opzichte van de rest van de bevolking. Al met al vormen kinderen die onder armoedegrens leven bijna een derde (32 procent) van de arme groep. Terwijl alle 2 kinderen in Nederland ruim een vijfde (21 procent) van de totale Nederlandse bevolking uitmaken. Andere cijfers laten zien dat in 2010 529 duizend huishoudens onder de lage-inkomensgrens leefden en dat van die groep veertien procent aangeeft onvoldoende geld te hebben voor om de dag een warme maaltijd met vlees of vis. Tegelijkertijd wordt in Nederland jaarlijks ca 9,5 miljoen toen voedsel verspild. Hiervan heeft ca 50% betrekking op de ondernemingen (voedselproducerende en handelsbedrijven zoals supermarktketens). Deze verspilling van de overschotten legt niet alleen een enorme druk op het milieu, maar wordt ook niet gegund aan de mensen in Nederland die in armoede leven. Hoe is dit mogelijk? Dat is een dringende vraag die leeft bij Voedselbanken Nederland. Er zitten meerdere kanten aan het voedselprobleem onder arme gezinnen. Aan de ene kant is bewezen dat een te eenzijdig voedselpatroon impact heeft op de fysieke en mentale ontwikkeling van het kind. Deze groep arme kinderen kent ook vaker problemen met school en criminaliteit. Aan de andere kant brengt de voedingsarmoede spanningen met zich mee die zijn weerslag kunnen hebben op het gezinsleven. Een opvallende aantekening hierbij is dat kinderen met ouders die allebei werkloos zijn, vijf keer vaker mishandeld 3 worden dan kinderen met ouders die wel werk hebben. Ondanks deze cijfers, zijn de gevolgen en oplossingen voor Nederlandse kinderen in armoede niet erg inzichtelijk. Dat heeft met een aantal factoren te maken. Ten eerste zijn er vele aspecten in het leven van een kind die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling en gezondheid van een kind. Ten tweede is er nog te weinig onderzoek gedaan naar deze zeer kwetsbare groep die onder de armoedegrens leeft. De problematiek is echter duidelijk: voeding speelt hoe dan ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen, zowel op het gebied van gezondheid als in de leerprestaties.
1
http://bit.ly/eU8G6j http://bit.ly/TvPXQk 3 http://bit.ly/VgfqjE 2
6
Het is duidelijk dat de maatschappij bewuster gemaakt moet worden voor het voedingsprobleem onder kinderen die onder de armoedegrens leven. Dit rapport moet bijdragen aan het inzicht in de problematiek, de gevolgen en de eventuele oplossingen. Opdat kinderen de stabiele toekomst krijgen die wij voor ogen hebben en opgroeien tot zowel geestelijk als fysiek gezonde individuen. In dit rapport worden op verzoek de volgende vragen beantwoord: Is de leeftijdsindeling van belang of hebben alle kinderen op elke leeftijd dezelfde behoefte als het de voedselinname betreft? Welk soort en hoeveelheid voedsel, gelet op de schijf van vijf, hebben kinderen minimaal nodig om adequaat op te groeien, dus met een goede geestelijke en fysieke ontwikkeling? Kunnen de ouders die aan de financiële norm van de Voedselbank voldoen voldoende kwantitatief en kwalitatief voedsel kopen voor hun kinderen? Het onderzoek zal resulteren in een samenvattende notitie welke via de Voedselbanken Nederland verspreid kan worden naar verschillende verantwoordelijken en de media. Dit kan eveneens bijdragen aan de nieuwe strategie, beleid, visie en doelen die Voedselbanken Nederland aan het opstellen is, waarin maatschappelijke bewustzijn centraal staat. Het onderzoek is uitgevoerd door Esther van der Zeijden-Jansen in opdracht van Voedselbanken Nederland. Met dank aan Anne van den Berg voor het redigeren.
7
2 Voedselbanken Nederland Voedselbanken Nederland is de landelijke koepelorganisatie waarop acht Regionale Voedselbanken zijn aangesloten. De landelijke organisatie voert geen operationele activiteiten uit. Er bestaat dus geen Landelijke Voedselbank met een centrale vestiging en hoofdkantoor. Er is meer sprake van een coördinatie- en overlegplatform. Het directe werk wordt uitgevoerd door de mensen van de Regionale Voedselbanken, die elk een vertegenwoordiger in het bestuur van de landelijke organisatie hebben. Elk bestuurslid van de landelijke organisatie heeft één of meerdere portefeuilles. De acht Regionale Voedselbanken hebben op hun beurt een bestuur dat is samengesteld uit afgevaardigden van de lokale Voedselbanken die in de betreffende regio actief zijn. Er is dus sprake van een getrapte structuur waarbij elke voedselbank via de regio mee kan praten over de landelijke ontwikkelingen. De landelijke bestuurders houden zich bezig met de activiteiten behorend tot hun portefeuille, samen met de verantwoordelijke mensen van de regio’s die zich met het betreffende onderwerp bezighouden. Op deze manier kan er vanuit de basis binnen de regio’s beleid worden ontwikkeld en kunnen eventueel afspraken worden gemaakt voor alle voedselbanken in het land.
2.1 Toelatingscriterium Het toelatingscriterium van de Voedselbanken per 1 januari 2012: indien er aan leefgeld per maand minder overblijft dan het bedrag uit de navolgende formule komt een gezin in aanmerking voor een voedselpakket. € 180,- voor één volwassene plus € 60,- voor elke extra volwassene (personen van 18 jaar of ouder) plus € 50,- per kind (ongeacht de leeftijd maar wel jonger dan 18 jaar) Leefgeld per huishouden per maand Voor één volwassene Voor elke volwassene (boven 18 jaar) daarbij Per kind t/m 12 jaar Per kind tot 18 jaar Voor een 3 personen gezin (1 volwassene, 2 kinderen) Voor een 4 personen gezin (2 volwassenen, 2 kinderen)
2011 € 175 € 60 € 25 € 50 € 250* € 310*
2012 € 180 € 60 € 50 € 50 € 280 € 340
Tabel 1: Maximaal te besteden leefgeld per huishouden per maand om in aanmerking te komen voor een voedselpakket bij de Voedselbank *Uitgaande van een gezinssamenstelling van een Volwassene met een kind onder de12 jaar en een kind in de leeftijd tussen de 12 en 18 jaar.
8
Leefgeld per huishouden per dag
2011
2012
3 persoonshuishouden (1 ouder, 2 kinderen) per dag
€ 8,22
€ 9,21
4 personen gezin (twee volwassenen, 2 kinderen per dag
€ 10,19
€ 11,18
Tabel 2 Leefgeld per dag, per huishouden om in aanmerking te komen voor een voedselpakket bij de Voedselbank
Leefgeld per maaltijd per persoon 3 persoonshuishouden (1 ouder, 2 kinderen) 4 personen gezin (twee volwassenen, 2 kinderen
2011 € 0,68 € 0,85
2012 € 1,02 € 0,93
Tabel 3: Per maaltijd per persoon om in aanmerking te komen voor een voedselpakket bij de Voedselbank
Toelichting aan de hand van een rekenvoorbeeld: Een gezin in 2012 bestaande uit een alleenstaande moeder met twee kinderen € 180 + € 50 + € 50 = € 280. € 280 * 12 maanden / 365 dagen in het jaar = € 9,20 per dag/per gezin. € 9.20 / 3 personen / 3 maaltijden = € 1,02 per persoon / per maaltijd. Een gezin bestaande uit een vader en moeder met twee kinderen: € 180 + € 60 + € 50 + € 50 = € 340. € 340 * 12 maanden / 365 dagen in het jaar = € 11,18 per dag/gezin. € 11,18 / 4 personen / 3 maaltijden = € 0,93 per persoon / per maaltijd. In principe kan één gezin maximaal drie jaar gebruik maken van de Voedselbank. Deze periode van drie jaar loopt parallel met de periode van schuldsanering. De Voedselbank werkt uitsluitend met vrijwilligers. Voor de noodzakelijke uitgaven, zoals kosten voor elektriciteit, vervoer, verzekeringen en dergelijke, is ze geheel afhankelijk van sponsors en donateurs. Zonder 4 steun van particulieren en het bedrijfsleven kan de Voedselbank niet bestaan.
4
http://bit.ly/aghz48
9
3 Statistieken over kinderen en armoede in Nederland De statistieken over armoede en de groep kinderen die hier onder lijdt, laten zien dat deze groep sinds het begin van deze eeuw groeit. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. In 2010 zijn er volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) ruim 1.100.000 mensen die op of onder de armoedegrens leven, waarvan maar liefst 327.000 kinderen. Zoals in het voorwoord duidelijk geschetst is, is het aandeel kinderen in de armoedegroep groter dan het totale percentage kinderen ten opzichte van de totale bevolking. Van alle kinderen in Nederland leefde in 2010 één op tien op of onder de armoedegrens. Deze groep is ongeveer anderhalf keer zo groot als de gehele arme groep ten opzichte van de totale bevolking (9,7 procent tegenover 6,5 procent). Bovendien laten de cijfers zien dat de kans op langdurige armoede groter is. Daarbij laat de voorspelling van het SCP zien dat kinderarmoede sneller toeneemt dan gemiddeld; in 2012 is het armoedepercentage naar verwachting 11,1 procent. Dat is een groei van 1,4 procent naar 367.000 kinderen die onder de armoedegrens leven. Als we kijken naar het aandeel gezinnen dat onder de armoedegrens leeft, dan zien we dat 7,7 procent van de 6,9 miljoen huishoudens die ons land rijk is in 2010 onder de armoedegrens leefde. Dit komt neer op maar liefst 462.000 gezinnen. De voorspelling laat zien dat ook hier het percentage zal stijgen in de komende jaren, namelijk naar 8,1 procent in 2011 en 8,5 procent in 2012. Het is belangrijk om deze cijfers over de huishoudens te noemen, vanwege het effect van werk hebben en gezondheid van ouders invloed heeft op de hoedanigheid van de kinderen. Daarom is het ook belangrijk om op te merken dat huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens vaker schulden of andere financiële problemen hadden dan huishoudens met een hoger inkomen. Daarbij geeft veertien procent van huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens aan onvoldoende geld te hebben voor om de dag een warme maaltijd met vlees of vis. Vooral voor de gezinnen met één ouder drukken financiële onzekerheid en bijkomstige problemen met het verzorgen en voeden van kinderen zwaar op de stabiliteit van het gezien. Cijfers van het SCP laten zien dat eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen in 2010 met 26 procent relatief het meest kampten met armoede. Daarbij is ook de groep minderjarige kinderen van acht tot tien jaar het grootst bij gezinnen met een laag inkomen. De belangrijkste boodschap die we uit deze cijfers kunnen destilleren is dat het armoedeprobleem een groot aantal gezinnen in Nederland treft én dat het probleem groeiende is. In de rest van het rapport wordt vooral de nadruk gelegd op de voedselarmoede onder de zeer kwetsbare groep kinderen en met deze cijfers in het 5 achterhoofd wordt een duidelijke call-to-action noodzakelijk. Voedselbanken Nederland gaat ervan uit dat er in Nederland jaarlijks ca 9,5 miljoen ton voedsel wordt verspild. Hiervan heeft ca 50% betrekking op ondernemingen (voedselproducerende en handelsbedrijven zoals 6 supermarktketens) . Deze verspilling van de overschotten legt niet alleen een enorme druk op het milieu, maar wordt ook niet gegund aan de mensen in Nederland die in armoede leven. Het voedsel tekort probleem van mensen in armoede met betrekking tot adequaat voedsel (kwantitatief als kwantitatief) kan per direct opgelost worden indien deze overschotten niet meer vernietigd worden maar aangewend worden voor humane voeding. Als maatregelen gebaseerd op solidariteit (de sterke beschermen de armen) richting de Voedselbranche niet helpen, kan door middel van sancties op Voedselverspilling een stroom richting beschikbare humane voeding gaan.
5
6
http://bit.ly/t8YGPI http://bit.ly/U8bxqc
10
Als slechts 10% van de verspilling aangewend wordt voor humane voeding, dan hebben alle mensen die op of onder de armoede grens leven voldoende te eten conform de schijf van vijf. De 10% geldt als er uitgegaan wordt van de volgende berekening: 10% x 4,75 miljoen ton = 475.000 ton. Geschat wordt dat de Voedselbanken nu 8.000 ton ontvangen, goed voor 25.000 pakketten ofwel 70.000 monden. (475.000/8.000) x 25.000 = 1.484.375 pakketten. Dit is meer dan het aantal mensen dat leeft onder de armoede grens.
11
4 Benodigde voedselinname kinderen Het is belangrijk alvorens een onderzoek te starten naar het gebrek van voedselinname qua diversiteit en hoeveelheid, te bepalen wat kinderen en moeders nodig hebben. Over de gehele linie is te zien dat gevarieerd eten belangrijk is om alle bouwstoffen binnen te krijgen die een kind nodig heeft. Vooral gebrek aan bijvoorbeeld vitamine B1 laat het belang van granen, zoals donkerbruin brood, zien. Mensen die niet genoeg van dit soort vitamine binnen krijgen hebben last van vermoeidheid, gebrek aan eetlust en voldoende prikkeloverdracht. Gebrek aan vitamine c, wat voornamelijk uit groente en fruit wordt gehaald, kan zelfs leiden tot verminderde weerstand, bloedarmoede en trage wondgenezing. Gevarieerd eten kan door te variëren uit de verschillende productgroepen van de zogenoemde “Schijf van Vijf” van het Voedingscentrum. Om goed te variëren hoeft het menu er niet elke dag compleet anders uit te zien, maar het is wel van belang dat er niet weken achtereen dezelfde producten gekozen worden. Vooral de inname van verkeerde koolhydraten uit bijvoorbeeld snoep en geraffineerde suikers uit frisdrank hebben negatief invloed op de gezondheid van mensen en zelfs op de groeiontwikkeling van kinderen. Op die manier ontstaat voedselarmoede, wat wordt gedefinieerd als het onvermogen tot het verkrijgen van voedzame voeding en het verband houdende effect op de gezondheid, cultuur en sociale deelname aan de maatschappij. Met andere woorden: voedselarmoede heeft verstrekkende gevolgen voor het leven van een kind. Hieronder vindt u de belangrijkste richtlijnen voor kinderen, zwangere vrouwen en moeders die vorstvoeding geven aangezien zij een andere inname dienen te hanteren dan een doorsnee mens. Daarbij besteden we extra aandacht aan het ontbijt, de belangrijkste maaltijd van de dag, die nog door teveel mensen wordt overgeslagen in de haast om naar school of werk te gaan. Ook wordt benadrukt wat het uitblijven van de juiste voedingsmiddelen, vitamines en mineralen tot gevolg heeft voor kinderen. Overigens is het voor de Voedselbank niet altijd mogelijk om een gevarieerd aanbod aan te bieden of voedsel te bieden wat de voorkeur heeft (zie tabel 6). De Voedselbank is afhankelijk in het voedsel dat aangeboden wordt en, hoewel de organisatie dankbaar is voor alles wat binnenkomt, dit voedsel bevat soms te veel verzadigende- en transvetten, zout, geraffineerde suikers en teveel kilojoule bevatten. Ook zijn er te vaak geen verse groenten en fruit om te bieden aan de afnemers van de Voedselbank.
12
Behoefte Vitaminen en mineralen Vezels en andere Eiwitten en andere Vitaminen en essentiële vetzuren Dranken
Leeftijd Verdeeld in a Fruit b Groente Aardappelen, rijst, pasta, b peulvruchten c Brood d Kaas e Melk (producten) Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers Bak-, braad- en frituurproducten, f olie g Halvarine e Dranken (inclusief melk)
Baby 0.5-2 gram 150 50-100
hoe 1.5 1-2
Dreumes 2-4 gram 150 50-150
hoe 1.5 1-3
Kleuter 4-6 gram 150 100-150
50-100
1-2
50-150
70-105 10
2-3 0.5 300
1-3
70-140 2-4 10 0.5 300-400
50-60 15 10-15
1 5 750
hoe 1.5 2-3
Kind 6-12 gram 150-200 100-200
100-150
2-3
100-200
105-140 10
3-4 0.5 400
50-80 15 10-15
Tabel 4 Overzicht dagelijks aanbevolen hoeveelheden per dag aan de hand van de Schijf van Vijf
15
1
5 750
20
5 750
hoe 2 3-4
2-4
150-225
3-4
105-175 3-5 10-20 0.5-1 300-600
60-80
1
hoe 1.5-2 2-4
Puber 12-18 gram 200 150-200
140-210 4-5 20 1 600
60-100 15 20- 25 1000
80-125
1
15
1
5
20-30 5 1000-1500
7
NOTE: In tabel 2 is een baby tot een half jaar niet meegenomen. Dit omdat de benodigde (soort) voedselintake van een baby tot een half jaar niet gelijk staat tot het soort voedsel van een kind van een half tot achttien. Dit komt doordat een baby tot een half jaar sowieso van de borst van de moeder drinkt of flesvoeding krijgt. De dagelijks aanbevolen hoeveelheden is uitgedrukt in de onderstaande eenheden: a. Stuks b. Opscheplepels c. Sneetjes d. Plakken e. Milliliters f. Eetlepels g. Messtrijksels
7
http://bit.ly/shkjJd
4.1 Gezond eten voor zwangere vrouwen Voor zwangere vrouwen is het extra belangrijk om goed te eten, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen voor zijn of haar geboorte. Daarom is het belangrijk om voldoende ijzerrijk voedsel binnen te krijgen. Bijvoorbeeld door het eten van volkorenbrood, vlees, broccoli of sperziebonen te eten. Ook is het van belang om bij elke maaltijd vitamine C rijke producten, zoals groente of fruit te eten. Op die manier kan het lichaam het ijzer gemakkelijk opnemen. Voldoende vis eten is belangrijk, omdat de vetzuren in vis belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de hersenen en het gezichtsvermogen bij ongeboren baby’s. Maximaal twee porties (driehonderd gram) vette vis per week is aangeraden. Voor een overzicht van de benodigde voeding per dag, zie tabel 5 onder voedselinname tijdens borstvoeding.
4.2 Voedselinname tijdens borstvoeding De samenstelling van moedermelk wordt maar voor een klein deel beïnvloed door wat de moeder eet. Als een vrouw die borstvoeding geeft, onvoldoende eet of niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt, gaat dit vooral ten koste van haar zelf en haar conditie, maar niet ten koste van de kwaliteit van de moedermelk. De aandacht voor de voeding is dus vooral belangrijk voor de moeder zelf en niet zozeer voor de kwaliteit van de moedermelk die het kind binnenkrijgt. De onderstaande tabel 5 geeft de voedingsbehoeften weer van een zwangere en borstvoeding gevende vrouw ten opzichte van een vrouw van 30 die alleen voor zichzelf eet. Een zwangere vrouw of een vrouw die borstvoeding geeft, heeft niet meer nodig dan een “gewone” vrouw van dertig jaar. Alleen is het belangrijk om meer vlees of vis te eten. Ook tijdens de borstvoeding is, net als tijdens de zwangerschap, extra ijzer nodig. Dit in verband met compensatie van de ijzerverliezen via de moedermelk. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere opname van ijzer en het uitblijven van de menstruatie.
Behoefte Vitaminen en mineralen Vezels en andere Eiwitten en andere
Vitaminen en essentiële vetzuren Dranken
Verdeeld in a Fruit b Groente Aardappelen, rijst, pasta, b peulvruchten c Brood d Kaas e Melk (producten) Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers Bak-, braad en f frituurproducten, olie g Halvarine e Dranken (inclusief melk)
Zwanger gram hoe 200 2 200 4
Borstvoeding gram hoe 300 3 200 4
30 jarige vrouw gram hoe 200 2 200 4
200
4
250
5
200
4
210 30
6 1.5 450
280 30
8 1.5 450
210 30
6 1.5 450
125-150 15 30
1 5 1500-2000
125-150 15 40
Tabel 5 Benodigde hoeveelheid voedsel voor zwangere en borstvoeding gevende
8
http://bit.ly/SvUOj0
1 5 2000-2500 8
100-125 15 30
1 5 1500-200
productsoort Groente
Voorkeur * Alle soorten verse groente, Groente (diepvries, blik, pot) zonder toevoegingen
Fruit
Alle soorten vers fruit, Fruit in blik of pot op water of eigen sap Voorkeur gaat uit naar... water? Roggebrood, Volkoren crackers, volkorenbrood
Vruchtensappen Brood
Ontbijtgranen Aardappelen en knollen
Bambix naturel, Brinta Gekookte aardappelen, Gepofte aardappel
Middagweg * Groentepuree, Zoetzure paprika, Tomatensap zonder zout
Bij uitzondering * Groente à la crème of met saus, Olijven, Augurken, Zoetzure zilveruitjes, Tomatensap met zout Fruit in blik of pot op siroop
Sinaasappelsap met vruchtvlees, Grapefruitsap Bruinbrood, Krentenbol, Meergranenbrood met zaden Havermout, Muesli met vruchten Aardaardappel-puree
Ananassap, Appelsap, Druivensap Beschuit, Croissant, Krentenbrood, Mueslibrood, Witbrood Cornflakes, Krokante muesli
Volle melk, kwark, vla en yoghurt, Alle soorten pudding, Alle soorten yoghurtdrank, vruchtenyoghurt en chocoladedrank met suiker, Halfvolle kwark, Havermoutpap of rijstepap Vettere Kazen zoals 48+, Alle soorten roomkaas, Alle soorten smeerkaas en korstloze kaas,
Pasta en noedels Melk (producten)
Volkoren pasta, Couscous Karnemelk, Magere melk, kwark en yoghurt, Magere vla met zoetstof, Magere vruchtenyoghurt met zoetstof, Yoghurtdrank met zoetstof
Chocolademelk light, Halfvolle melk en yoghurt, Magere vla en vruchtenkwark
Kaas
Kaas (20+), Kaas (30+), Camembert (30+), Hüttenkäse, Verse geitenkaas, Verse kaas light (8% vet) Biefstuk, Geitenvlees, Kip zonder vel, Runderbak- en braadlappen, Rundertartaar, Bak- of braadlap, Schenkel, Entrecote, Hamlap, Kipfilet, Rosbief, Varkensfilet, fricandeau, -haas en - lap Gemiddeld 3 eieren per week past in een gevarieerd eetpatroon
Camembert (45+), Mozzarella
Vlees, onbewerkt (rauw)
Eieren
Aardappelkroket, Frites, Gekookte cassave of yam, Gebakken aardappelen Witte pasta
Kip met vel, Varkensgehakt, Hamburger, Lamsvlees, (Magere) rookworst, Rundergehakt, schouderkarbonade
15
productsoort Vis
Vleesvervangers
Vleeswaren
Oliën en vetten
Water
Tabel 6 Keuzetabel
Voorkeur * Mosselen, Alle verse vis, vis in blik en uit de diepvries Garnalen, Zoute/zure haring, Gestoomde makreel, Gerookte zalm, Gerookte makreel Seitan, Sojabrokjes, Tahoe of Tofu (sojakaas), Tempé, Producten van Tivall, Valess, Vivera, Goodbite Beenham, Casselerrib, Gekookte lever, Magere knakworst, Kipfilet, Vegetarische paté
Middagweg * Vissticks onbereid, Gestoomde bokking
Halvarine, Halvarineproduct (35% vet) <10 g verzadigd vet, Alle soorten olie, Vloeibaar bak- en braadvet, frituurvet en margarine (Mineraal)water, Koffie en thee zonder suiker en melk
Margarine (kuipje)
Bij uitzondering * Gebakken vissticks, Kibbeling, Lekkerbekje
Quorn (bevat geen ijzer)
Achterham, Alle soorten worst, Leverkaas, Berliner leverpastei, Gebraden gehakt, Paté, Pekelvlees, Rauwe ham, Rookvlees, Schouderham, Varkensfricandeau Margarine (pakje), Roomboter, Vast bak- en braadvet
9
NOTE: De producten in de tabel zijn ingedeeld per groep van vergelijkbare producten. Ze zijn vervolgens op een aantal punten beoordeeld: -
De hoeveelheid verzadigd vetten en transvetten De hoeveelheid zout De hoeveelheid toegevoegde suiker De hoeveelheid energie (calorieën) De hoeveelheid voedingsvezels
De driedeling is gemaakt op basis van de richtlijnen van de Gezondheidsraad.
9
http://bit.ly/dF97n1
16
4.3 Ontbijt Na een hele nacht en groot deel van de avond zonder eten, is het lichaam weer toe aan wat energie door middel van eten. Dat maakt het ontbijt een belangrijke maaltijd. Een goed ontbijt zet de darmen aan het werk en levert energie om de dag goed te beginnen. Het is daarom belangrijk om het ontbijt niet over te slaan. Zeker voor kinderen is het belang overduidelijk: zonder eten is concentratie op school moeilijk op te brengen. Kinderen kunnen zich door een ontbijt te nuttigen richten op hun schoolwerk en worden niet afgeleid door het hongergevoel. Daarbij zijn ze minder geneigd om tussendoor te snoepen en snacken. Een gezond ontbijt voor kinderen bestaat bij voorkeur uit een graanproduct, zoals Brinta of bruin brood, zuivel en fruit. Vooral de inname van fruit en bruin brood levert genoeg vezels op voor een goede darmwerking en spijsvertering. Ook ontstaat er een verzadigd gevoel, waardoor wederom minder naar vluchtige snacks wordt gegrepen tijdens de momenten tussen de maaltijden. Vooral suikers en vetten worden afgeraden, aangezien deze de concentratie van het kind ten nadele beïnvloeden.
4.4 Ondervoeding Ondervoeding kan optreden bij een tekort aan essentiële proteïnes, vitamines en mineralen. Bij kinderen heeft ondervoeding niet alleen directe gevolgen voor het zich ontwikkelende kind, maar kan vooral bij jongere 10 kinderen gevolgen hebben op latere leeftijd, zoals een vermindering van het IQ en een kleinere eindlengte.
4.4.1
Vitaminen en Mineralen
Mineralen zijn net als vitamines stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en normale groei en ontwikkeling. Ook zijn ze belangrijk voor herstel na ziekte, zijn wel goed om alle lichaamsprocessen goed te laten verlopen, vormen de bouwstenen voor enzymen en hormonen, zijn een onmisbaar onderdeel bij de stofwisseling, helpen de weerstand te verhogen en helpen hart- en vaatziekten en kanker te voorkomen. Het lichaam moet mineralen binnen krijgen via het eten en drinken. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen mineralen en spoorelementen. Dat heeft te maken met de hoeveelheid die het lichaam dagelijks nodig heeft: voor mineralen gaat het om grammen, bij spoorelementen om micro- of milligrammen.
10
http://bit.ly/QORpPD
17
4.4.2
Vitaminen tekort
Tekorten aan essentiële voedingstoffen leiden tot het ontstaan van deficiëntieziekten. Bij gebrek aan vitamines verloopt het afbraak- en opbouwprocessen onvolledig. De tussenproducten van de stofwisseling die dan aanwezig blijven zijn vaak giftig voor de cel. Er treden deficiëntieziekten (gebreksziekten) op. Soms is de oorzaak van de deficiëntie duidelijk het gevolg van een vitamine tekort. Vaak wordt de deficiëntie voorafgegaan door een periode van vage klachten, die bij een meer gevarieerde voedselopname weer kunnen verwijden. Een zogenaamde hypoavitaminose (verborgen tekort) kan onopgemerkt blijven tot bij meer lichaamsinspanning of zwangerschap de behoefte hoger wordt. Dan wordt het tekort plotseling wel duidelijk. Hypovitaminose komt in Nederland meer voor dan men zou verwachten in een land met zo’n hoge levensstandaard. Voor een overzicht van de gevolgen tekorten, zie tabel 7. Zie de bijlage voor het complete overzicht. Vitamine (pro-) A
B1
Gevolg tekort - Schemerblindheid - Xeroftalmaie (Oogontsteking), - Groeistoornissen
Opmerking/ Doelgroep Mensen met een stoornis in de vetabsorptie
Mensen die veel geraffineerde koolhydraten (suiker en snoep) gebruiken
-
Vermoeidheid Gebrek aan eetlust en allerlei vage onlustgevoelens, onvoldoende prikkeloverdracht, weefselvergiftiging (door onvoldoende verbranding van pyrodruivenzuur (omzetten van/naar energie))
B2
-
Ontstekingen in mondhoeken, Haarvatwoekering in ooghoornvlies, Huidontstekingen Bloedarmoede Onvoldoende groei
Mensen die zeer weinig melkproducten gebruiken
B3
-
Gestoorde stofwisseling Ontstoken huid Darmstoornissen Afwijkingen in het functioneren van het zenuwstelstel
Bevolking van landen met maïs als hoofdvoedsel
B5
Algemene vage klachten Maagdarmstoornissen
Mensen met darmstoornissen
B6
-
Huidafwijking in het gezicht, Bloedarmoede Moeheid Depressie
Zwangeren, vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken, alcoholisten
B12
-
Pernicieuze anemie (kwaadaardige bloedarmoede), Zenuwdegeneratie
Mensen die intrinsieke factor missen, veganisten, mensen met absorptieproblemen
-
-
18
Vitamine C
Gevolg tekort - Bloedarmoede - Verminderde weerstand - Trage wondgenezing - Tandvleesbloedingen
Opmerking/ Doelgroep Bij te weinig verse groenten en fruit
D
-
Verminderde spierwerking Achterstand in groei
Kinderen die niet voldoende in de zon komen en/of met donkere huid.
B7/8, H of biotine
-
Huidafwijkingen Tongontsteking Verminder van eetlust Moeheid Spierpijn Bloedarmoede Depressie
Zuigelingen
E
Niet bekend
Mensen met stoornissen in de vetabsorptie
K
-
Vertraagde bloedstolling
Baby’s in de eerste levensdagen, baby’s die borstvoeding krijgen, mensen zonder darmflora
B11/ M (foliumzuur)
-
Macrocytaire anemie Slijmvliesontsteking Neuralebuisdefecten bij embryo
Zwangeren
Tabel 7 Overzicht vitaminen
4.4.3
11
Mineralen/ spoorelementen tekort
Een tekort aan mineralen of spoorelementen komt in de Westerse samenleving eigenlijk niet meer voor, tenzij er sprake is van eenzijdige eetgewoonte. Bij het gebruik van een voedselpakket van de Voedselbank kan er sprake zijn van eenzijdige eetgewoonte. Het tekort ontwikkelt zich geleidelijk. De eerste verschijnselen doen zich voor na enkele weken, afhankelijk van de lichaamsvoorraad. Voorbeelden zijn vermoeidheid, lusteloosheid of concentratieproblemen. Pas na enkele maanden kunnen zich meer specifieke verschijnselen voordoen. In de onderstaande tabellen staan de gevolgen van tekorten weergegeven. Voor een overzicht van de gevolgen tekorten mineralen, zie tabel 8. Voor een overzicht van de tekorten spoorelementen, zie tabel 9. Zie de bijlage voor het complete overzicht. Voor de grijs gemarkeerde gedeelten geldt, dat ze voor Nederland niet relevant zijn.
11
Hartman, E, Mens en Voeding, 5e herziene druk
19
Mineraal Calcium
Chloor
Fosfor
IJzer
Gevolgen tekort - Engelse ziekte (rachitis) optreden, waarbij de botvorming onvolledig verloopt en skeletvervorming optreedt - Last van spierkrampen.
Opmerking Deze aandoeningen zijn in veel gevallen het gevolg van te weinig vitamine D waardoor de calciumopname uit de voeding verstoord is ook als de voeding voldoende calcium bevat.
Door een overmatig gebruik van keukenzout kan het lichaam vocht vasthouden: oedeem. Hierdoor kan een hoge bloeddruk ontstaan.
Doordat veel producten van de Voedselbank veel zout bevatten, kan dit een gevolg zijn.
Pijn in spieren en botten Gebrek aan eetlust Het ontstaan van nierstenen.
(Alleen door overmatig gebruik van geneesmiddelen, waaronder maagzuurremmers, kan een tekort ontstaan)
-
-
Een ijzertekort herken je aan deze verschijnselen: - Snel vermoeid - Bleke huid - Snel buiten adem - Last van rusteloze benen, een drang om ze te bewegen Kinderen hebben voldoende ijzer nodig om hun denkvermogen en spiercoördinatie te ontwikkelen. De effecten van een ijzertekort treden al op voordat er sprake is van bloedarmoede (!!) - Gestoorde geheugenfunctie - Gestoord leergedrag - Moe en lusteloos (bij ernstig ijzergebrek) Bij vrouwen die net zwanger zijn, kan een ijzertekort leiden tot een kortere zwangerschapsduur.
Kalium
-
Spierzwakte Hartritme stoornissen.
Natrium
Evenwicht in water- en zouthuishouding. Een tekort leidt tot lusteloosheid en misselijkheid
Doordat veel producten van de Voedselbank veel zout bevatten, kan dit een gevolg zijn.
Magnesium
Magnesiumtekort is te herkennen aan: - Algehele lusteloosheid - Vermoeidheid - Spierkrampen - Hartritmestoornissen in extreme gevallen
Het is moeilijk vast te stellen of een magnesiumtekort de oorzaak is van deze verschijnselen. Stress kan bijvoorbeeld ook de oorzaak zijn.
Tabel 8 Overzicht mineralen
12
12
http://bit.ly/jSInb1
20
Spoorelment Chroom
Gevolgen tekort
Opmerking Voor zover bekend komen tekorten aan chroom in Nederland niet voor. In het algemeen wordt aangenomen dat je voldoende chroom binnenkrijgt als je gevarieerd eet.
Fluoride
-
Tandbederf
Jodium
-
Trage schildklier (struma of krop) Groeiachterstand verminderd leervermogen soms tot dwerggroei of cretinisme.
Koper
-
Bloedarmoede Verminderde huidpigmentatie Botontkalking
Koperdeficiënties komen slechts zeldzaam voor. In Nederland zijn er geen aanwijzingen voor het bestaan van kopertekorten.
Mangaan
Voor de mens zijn geen specifieke symptomen bekend van een mangaantekort.
Molybdeen
Een tekort is bij mensen nog nooit aangetroffen
Seleen
-
Zink
-
Beschermt rode bloedlichaampjes en cellen tegen beschadiging Maakt zware metalen die door verontreiniging in voeding terechtkomen minder giftig Zorgt voor een goede werking van de schildklier Beschermt mogelijk tegen het ontstaan van prostaatkanker Hartstoringen Spierpijn Spierzwakte
Er zijn aanwijzingen dat sommige groepen mogelijk minder seleen binnenkrijgen dan wordt aanbevolen, zoals jonge kinderen en zwangere vrouwen. Een langdurig ernstig tekort aan seleen is te herkennen aan: hartstoringen Spierpijn, spierzwakte
afwijkingen aan de huid, slijmvliezen en skelet anders ruiken en proeven achterblijvende groei en ontwikkeling van het geslacht verminderde afweer tegen infecties en nachtblindheid
In Nederland zijn geen gevallen bekend van mensen met symptomen van een tekort aan zink.
Tabel 9 Overzicht spoorelementen
13
13
http://bit.ly/jSInb1
21
4.5 Overgewicht Door teveel eenzijdige “slechte” of teveel voeding met teveel energie door verkeerde vetten, suikers, et cetera kan er overgewicht ontstaan. De gevolgen van kinderobesitas kunnen zowel lichamelijk (orthopedische klachten, hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, verhoogd risico op diabetes, ademhalingsproblemen tijdens de slaap, obesitas als volwassene, et cetera) als psychologisch (lage zelfwaardering, negatief zelfbeeld, depressieve symptomen, stigmatisatie, discriminatie, leerproblemen, et cetera) van aard zijn. De oorzaken van obesitas kent verschillende oorzaken, maar simpel gezegd ontstaat obesitas door een (langdurige) onevenwichtigheid tussen energie-inname en energieverbruik.
4.6 Voedselarmoede onder kinderen in Nederland Onderzoek van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in Nederland onderzoek gedaan naar de voedselinname van peuters en kleuters in Nederland. Hieruit bleek dat deze jonge groep Nederlanders te weinig groenten, fruit, vis en vezelrijk voedsel binnen kregen. Daarnaast bevatte de voeding van kleuters te veel verzadigde vetzuren. Het instituut wees daarbij op de kans dat deze generatie opgroeit met een hogere kans op overgewicht en zelfs op latere leeftijd meer kans op chronische ziekten. Het RIVM wijst daarom op beleidsontwikkeling die op deze problematiek ingaat. Een peiling onder kinderen van twee tot en met zes jaar laat zien dat het aandeel van vet, eiwitten en koolhydraten in hun voeding goed is. Alleen is het type vet in de voeding van veel jonge kinderen niet de juiste. Ze eten te weinig vis, die rijk is aan visvetzuren en daarmee belangrijk is voor de leerprestaties en concentratie van kinderen. De voeding van kleuters bevat te veel verzadigde vetzuren die niet goed verwerkt kunnen worden door ons lichaam, waardoor er teveel energie in het lichaam ontstaat (overgewicht). Daarnaast zijn er weinig jonge kinderen die voldoende groenten eten. Voor fruit is het beeld iets gunstiger, maar nog steeds schrikbarend laag: één op de vier jonge kinderen eet de geadviseerde hoeveelheid. Verder is een op de zeven kinderen in mindere of meerdere mate te dik. Het lijkt erop dat zij dus meer energie binnenkrijgen dan verbruiken. Overigens krijgen onze kinderen van de meeste vitamines en mineralen voldoende binnen. Van vitamine D en foliumzuur is de inname echter laag. Slechts drie op de vijf peuters gebruikt een supplement met vitamine D. Vervolgonderzoek is nodig om vast te stellen of daadwerkelijk sprake is van tekorten. Bovendien is nader onderzoek nodig naar de gevolgen van een hoge inname van zink, koper, retinol (een type vitamine A) en 14 synthetisch foliumzuur bij een deel van de kinderen.
4.6.1
De gevolgen van voedselarmoede
De gevolgen van voedselarmoede op de geestelijke en fysieke ontwikkeling van kinderen zijn duidelijk aanwezig, zo blijkt uit onderzoek in onder andere de Verenigde Staten en Ierland. In deze landen is de armoede onder kinderen in ernstigere mate aanwezig, maar door de sterke groei onder deze bevolkingsgroep in Nederland zal de situatie in deze landen steeds vergelijkbaarder zijn. Onderzoek naar Nederlandse kinderen onder de armoedegrens en de voedselinname zal de resultaten verder kunnen toespitsen op specifieke problematiek in de lage landen. Amerikaans onderzoek onder schoolgaande kinderen toont aan dat kinderen die soms of vaak niet genoeg te eten krijgen een significant slechtere gezondheid hebben dan kinderen die wel genoeg te eten krijgen. Het voedingstekort heeft ongunstige consequenties voor alle aspecten van het leven van een kind, namelijk de groei, cognitieve ontwikkeling, academische prestaties en lichamelijke en emotionele gezondheid. De kinderen uit het onderzoek hadden significant meer last van buikpijn, hoofdpijn, ijzertekort en verkoudheid. De aanwezigheid van de gezondheidsproblemen hield het kind af van het verrichten van de gebruikelijke activiteiten op school.
14
http://bit.ly/QssnV5
22
Ander onderzoek laat zien dat kinderen uit gezinnen waar voedselonzekerheid heerst, een lagere HRQOL (health-related quality of life, nl: Kvl gezondheid gerelateerd Kwaliteit van Leven) hebben. De jongste kinderen (leeftijd drie tot acht jaar) in voedselonzekerheid huishoudens bleken een lagere lichamelijk functioneren te 15 hebben terwijl de tieners een lagere psychosociaal functioneren hebben. Iers onderzoek onder 162.305 schoolkinderen uit 35 Europese landen laat zien dat het voedselarmoede probleem zich niet beperkt tot de lagere klasse van een samenleving. De onderzoekers laten zien dat kinderen met voedselarmoede uit alle lagen van de bevolking komen en dat al deze kinderen een aanzienlijk risico hebben voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid en welzijn van het kind. Deze resultaten worden bevestigd door eerder Amerikaans onderzoek. De genoemde onderzoeken suggereren dat de voedselarmoede onder kinderen een complexe etiologie behoeft. Onderzoek naar onder andere zaken van materieel omstandigheid, psychosociale ondersteuning, work-life balance van de ouders, familie als organisatie, alsmede persoonlijke en familiare voeding kennis en opvattingen, onafhankelijk van beroeps- of sociaaleconomische status, zal meer inzicht bieden in de 16 verschillende aspecten van voedselarmoede.
15 16
http://bit.ly/V5NY25 http://bit.ly/11j2Sb4
23
5 Het budget voor kwalitatief voedsel De vraag is welke rol de Voedingsbanken in Nederland kunnen innemen in het (deels) oplossen van het voedingsprobleem onder kinderen die onder de armoedegrens leven. Kan een gezin welke in aanmerking komt voor hulp van de Voedselbanken voldoende kwalitatief en kwantitatief voedsel kopen aan de hand van het budget dat er beschikbaar is? Zeker in acht nemende dat door Voedselbanken Nederland door een tekort aan voedsel een lagere norm hanteert dan het Sociaal Cultureel Planbureau. Om in aanmerking te komen voor een voedselpakket van de Voedselbank, mag het maximaal te besteden leefgeld dat per dag overblijft na aftrek van alle vaste lasten voor een gezin niet hoger zijn dan staat omschreven in tabellen 13. De tabel 14 geeft extra informatie met betrekking tot hoeveel dit is per maaltijd voor een persoon. Nibud heeft de gemiddelde kosten voor de verschillende maaltijden per persoon berekend aan de hand van een verantwoord voedingspakket (samengesteld door het Voedingscentrum rekening houdend met de schijf van vijf). De gecalculeerde kosten per maaltijd staan vermeld in tabel 10 en 11. De bedragen in tabel 10 gelden voor tweepersoonshuishoudens. Opgemerkt moet worden dat het Nibud bedrag alleen het bedrag weergeeft dat nodig is om gezond te eten, terwijl het bedrag van de Voedselbanken al het leefgeld inhoudt, dus ook het geld dat nodig voor kleding, persoonlijke verzorging, schoolactiviteiten, Sinterklaas, ontspanning etc. Er zit derhalve een aanzienlijk verschil tussen het bedrag dat Nibud stelt, dat nodig is om gezond te eten en het criterium leefgeld van de Voedselbanken. ontbijt kind 1-3 jaar kind 4-8 jaar kind 9-13 jaar man 14-65 jaar vrouw 14-65 jaar man en vrouw 65+ zwangere vrouw die borstvoeding geeft
2e broodmaaltijd € 0,51 € 0,80 € 1,11 € 1,34 € 1,26 € 1,18 € 1,26
€ 0,22 € 0,32 € 0,48 € 0,54 € 0,50 € 0,46 € 0,50
Tabel 10 Dagelijkse kosten voor voeding per persoon volgens het Nibud
warme maaltijd € 1,17 € 1,70 € 2,16 € 2,33 € 2,27 € 2,03 € 2,27
tussendoortjes € 0,61 € 0,85 € 1,00 € 1,87 € 1,59 € 1,70 € 1,42
totaal € 2,51 € 3,67 € 4,74 € 6,09 € 5,62 € 5,36 € 5,46
17
In de onderstaande tabel 11 staat beschreven wat de dagelijkse kosten zijn voor een gezin bij verschillende huishoudgroottes, volgens het Nibud, om gezond te kunnen eten. Vervolgens is in tabel 12 het financiële toelatingscriterium van de Voedselbanken Nederland weergegeven om in aanmerking te komen voor een voedselpakket.
kind 1-3 jaar kind 4-8 jaar kind 9-13 jaar man 14-65 jaar vrouw 14-65 jaar man en vrouw 65+
1 persoon € 2,61 € 3,82 € 4,93 € 6,33 € 5,84 € 5,57
2 personen € 2,51 € 3,67 € 4,74 € 6,09 € 5,62 € 5,36
3 personen € 2,08 € 3,05 € 3,93 € 5,05 € 4,66 € 4,45
Tabel 11: Dagelijkse kosten voor voeding per gezin volgens het Nibud
17
http://bit.ly/iRJR1Z
24
4 of meer personen € 1,86 € 2,72 € 3,51 € 4,51 € 4,16 € 3,97
Toelichting aan de hand van een rekenvoorbeeld: Een gezin bestaat uit een vader en moeder (beide jonger dan 65 jaar), een kind van 7 en een kind van 12 jaar oud. Per dag besteedt dit gezin aan voeding: € 4,51 + € 4,16 + € 2,72 + € 3,51 = € 14,90.
Leefgeld per huishouden per dag
2011
2012
3 persoonshuishouden (1 ouder, 2 kinderen) per dag
€ 8,22
€ 9,21
4 personen gezin (twee volwassenen, 2 kinderen per dag
€ 10,19
€ 11,18
Tabel 12 Leefgeld per dag, per huishouden om in aanmerking te komen voor een voedselpakket van de Voedselbank
Leefgeld per maaltijd per persoon 3 persoonshuishouden (1 ouder, 2 kinderen) 4 personen gezin (twee volwassenen, 2 kinderen
2011 € 0,68 € 0,85
2012 € 1,02 € 0,93
Tabel 13 Leefgeld per maaltijd, per persoon om in aanmerking te komen voor een voedselpakket bij de Voedselbank
Toelichting aan de hand van enkele rekenvoorbeelden: Een gezin bestaande uit een alleenstaande moeder met twee kinderen € 180 + € 50 + € 50 = € 280 (criterium Voedselbank). € 280 * 12 maanden / 365 dagen in het jaar = € 9,21 per dag/per gezin. € 9.21 / 3 personen / 3 maaltijden = € 1,02 per persoon / per maaltijd. Een gezin bestaande uit een vader en moeder met twee kinderen: € 180 + € 60 + € 50 + € 50 = € 340. € 340 * 12 maanden / 365 dagen in het jaar = € 11,18 per dag/gezin. € 11,18 / 4 personen / 3 maaltijden = € 0,93 per persoon / per maaltijd.
De € 14,90 (Nibud) per dag aan voeding staat in contrast met het bedrag van € 11,18 per dag aan leefgeld voor een gezin van 4 personen (2 volwassenen, 2 kinderen) om in aanmerking te komen voor een voedselpakket van de Voedselbank, waarvan een gezin met dezelfde samenstelling niet alleen de maaltijden moet betalen, maar ook drinken, kleding, verjaardagen, Sinterklaas, kerstmis, schoolreisjes e.d. Nibud per dag
€ 14,90
Voedselbanken Nederland € 11,80
per persoon p.p. per maaltijd
€ 3,73 € 1,24
€ 2,95 € 0,98
Tabel 14 Verschil in budgettering Nibud vs. Voedselbanken Nederland
25
Verschil criterium Nibud t.o.v. Voedselbank € 3,10 € 0,78 € 0,26
Belangrijk is om op te merken dat hoe meer personen het huishouden heeft, des te hoger het bedrag dat aan voeding wordt besteed. Maar het inkopen en bereiden van maaltijden voor meer personen is dan ook relatief goedkoper (zie tabel 16). Soort huishouden
Kosten
eenpersoonshuishoudens
4% duurder
driepersoonshuishoudens vierpersoonshuishoudens
17% goedkoper 26% goedkoper
Tabel 15 Kosten voeding per persoon ten opzichte van tweepersoonshuishoudens
Als we de norm van de Voedselbanken vergelijken met de criteria van het Nibud kunnen we constateren dat gezinnen die in aanmerking komen voor de Voedselbank niet genoeg geld hebben voor kwantitatief en kwalitatief voedsel voor hun kinderen.
26
6 Conclusie en aanbeveling Een groot deel van de kinderen in Nederland worden blootgesteld aan voedselarmoede. Geraffineerde suikers, verkeerde vetten en een te eenzijdig eetpatroon zorgen niet alleen voor een fysieke kwetsbaarheid, maar leiden ook tot depressie, gestoorde geheugenfunctie en vermindert leervermogen. Eten volgens de Schijf van Vijf is lang niet in alle gevallen standaard. De rol van Voedselbanken Nederland is daarin onzeker, aangezien de organisatie volledig afhankelijk is van giften en geschenken. De schrijnende conclusie die we op basis van het onderzoek en de vergelijkingen die besproken zijn in dit rapport kunnen stellen, is dat de armoede onder kinderen toeneemt en dat ouders met een laag inkomen hun kinderen niet van kwalitatief en kwantitatief voedsel kunnen voorzien. Dit heeft schadelijke gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen, zowel op geestelijk als lichamelijk gebied. De kans dat deze kinderen door deze beperkingen in dezelfde situatie als hun ouders terecht komen, wordt daarmee helaas vergroot. Onderzoek uit de Verenigde Staten en Europa laat zien dat voedingsarmoede niet alleen onder minderjarige kinderen uit lage inkomen gezinnen voorkomt, maar een maatschappelijk probleem aan het worden is. Deze kinderen lopen leerachterstanden op, hebben vaker overgewicht en hebben sociale aanpassingsproblemen. Aan de ene kant kunnen we concluderen dat er een informatieplicht ligt voor de overheid, maar beredeneerd vanuit Voedselbanken Nederland, ligt er ook een taak voor deze organisatie om meer bewustzijn te creëren rondom deze problematiek. Daarbij wordt aangeraden om de gezinnen die gebruik maken van de diensten van Voedselbanken Nederland beter te informeren over de keuze voor voedsel om zo voedingsarmoede in een zo vroeg mogelijk stadium te onderscheppen. Ook kan Voedselbanken Nederland welgesteldere gezinnen en organisaties op de hoogte te brengen van het tekort aan geschikt voedsel bij Voedselbanken Nederland en het gevolg hiervan voor de armste gezinnen van ons land. Hoewel onderzoek naar het daadwerkelijk effect van voedselarmoede bij de armste kinderen is aangeraden, kan op basis van dit rapport aangetoond worden dat het tekort aan kwalitatief voedsel zeer schadelijk kan zijn voor de maatschappij als geheel. Het creëren van bewustzijn bij bedrijven en burgers is stap één. Het ondervangen van geschikt voedsel voor de Voedselbanken is een tweede stap waar bij voorkeur samen met de industrie over gesproken wordt om een procedure te ontwikkelen die voor beide partijen lucratief kan zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gewezen naar ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’. Door de focus te leggen op de kinderen en de gevolgen van voedselarmoede laten we zien dat wij Nederlanders gezamenlijk, een onzekere en ongezonde toekomst creëren voor onze kinderen. Dit zijn de mensen die ons later, op onze oude dag, moeten gaan verzorgen. Als zij blijven lijden onder de voedselarmoede zullen er steeds meer volwassenen komen die zorg behoeven. Dit heeft niet alleen invloed op de kwaliteit van de zorg, omdat minder werkkrachten beschikbaar zijn in de maatschappij als geheel, maar ook op de kosten. Uiteindelijk zal de samenleving de stijgende kosten die verbonden zijn met gezondheidszorg niet meer kunnen dragen.
27
7 Begrippenlijst Begrip Armoede
Definitie De definitie van armoede welke is gebruikt in dit onderzoek is dezelfde, zoals de definitie van armoede in het Armoedesignalement. Armoede wordt besproken aan de hand van de zogeheten gegeneraliseerde budgetbenadering. Volgens die benadering is er sprake van armoede wanneer iemand gedurende een langere periode niet de middelen heeft om te kunnen beschikken over hetgeen in zijn samenleving minimaal noodzakelijk wordt geacht. De definitie stelt dat het van belang is of iemand in principe de mogelijkheid heeft om de noodzakelijke kosten te 18 betalen, niet of hij dat ook daadwerkelijk doet.
Basisbehoeftenbudget
Omvat de minimale uitgaven aan onvermijdbare, basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen. Ook uitgaven aan enkele andere moeilijke te vermijden kostenposten (bijvoorbeeld verzekeringen, niet-vergoede 19 ziektekosten en persoonlijke verzorging) zijn hierin verdisconteerd.
Health-related quality of life (HRQoL)
Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (KvL) is een multidimensionaal concept dat domeinen met betrekking tot fysieke, mentale, emotionele en sociale functioneren omvat. Het gaat verder dan de directe maatregelen van de gezondheid van de bevolking, levensverwachting en doodsoorzaken, en richt zich op de invloed gezondheidstoestand heeft op 20 kwaliteit van leven. KvL Kwaliteit van leven wordt gedefinieerd als het functioneren van 21 personen op fysiek, psychisch en sociaal gebied zoals zij dat zelf ervaren.
Kinderen
In het Verdrag inzake de rechten van het kind wordt onder een kind verstaan, ieder mens jonger dan 18 jaar, tenzij volgens het op het kind van 22 toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder bereikt wordt.
Lage inkomensgrens
De lage-inkomensgrens weerspiegelt een vast koopkrachtbedrag in de tijd. De grens is afgeleid van het bijstandsniveau voor een alleenstaande in 1979, toen dit in koopkracht het hoogst was. Doordat de lageinkomensgrens alleen voor prijsontwikkeling wordt geïndexeerd, is dit 23 criterium geschikt voor vergelijkingen in de tijd. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over financiën van 24 huishoudens.
Nibud
18
http://bit.ly/V8d1Sp http://bit.ly/uLficK 20 http://1.usa.gov/11jeKts 21 http://bit.ly/Ya2SMC 22 http://bit.ly/Kl1EAE 23 http://bit.ly/t8YGPI 24 http://www.nibud.nl/ 19
28
Begrip Niet-veel-maar-toereikend
Definitie Omvat naast de minimale uitgaven aan onvermijdbare basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen en andere moeilijke te vermijden kostenposten zoals bijvoorbeeld verzekeringen, niet-vergoede ziektekosten en persoonlijke verzorging ook de minimale kosten van ontspanning en sociale participatie. In de budgetbenadering wordt armoede afgemeten aan de hand van normbedragen die het SCP in overleg met het Nibud heeft vastgesteld. Het basisbehoeftenniveau omvat de minimale uitgaven voor voedsel, kleding en wonen en enkele andere moeilijk te vermijden kosten. Bij de centrale indicator, het niet-veel-maar-toereikendcriterium, zijn daar kosten voor 25 sociale Participatie aan toegevoegd.
Ondervoeding
Ondervoeding treedt op bij personen of dieren met een tekort aan essentiële voedingsstoffen of/en een tekort aan joules en voedingsstoffen. Voedsel is noodzakelijk voor de instandhouding van het lichaam en levert energie voor het verrichten van arbeid. Ondervoeding kan ook optreden bij een tekort aan essentiële proteïnes, vitamines en mineralen, dit kan tot 26 ernstige gezondheidsproblemen leiden.
Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf is een hulpmiddel dat in een oogopslag laat zien hoe en wat gezond eten is volgens het Voedingscentrum. De 5 “schijven” laten zien met wat voor soort producten en welke hoeveelheden het lichaam gezond 27 gehouden word.
SCP
Het Sociaal en Cultureel Planbureau, ook wel afgekort als SCP doet wetenschappelijk onderzoek op sociaal en cultureel gebied. De resultaten rapporteert het SCP aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries en andere overheidsorganisaties. Ook bestuurders en professionals uit de quartaire sector (de niet-commerciële dienstverlening), wetenschappers en burgers kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken. SCP-rapporten kunt u kopen (in boekvorm) of gratis downloaden van de 28 website.
Vitaminen en mineralen
Vitamines en mineralen hebben meer overeenkomsten dan verschillen. In het lichaam zijn beiden onmisbaar bij veel processen. Het belangrijkste verschil tussen vitamines en mineralen is een scheikundig verschil. Vitamines komen uit de levende natuur en kunnen door sommige planten of dieren zelf gemaakt worden, terwijl mineralen uit de dode natuur komen en door planten moeten worden opgenomen uit de aarde en door dieren 29 uit voeding of water.
25
http://bit.ly/UuaF3Z http://bit.ly/Sw4rOE 27 http://bit.ly/V8eAjl 28 http://bit.ly/V8d1Sp 29 http://bit.ly/8YeGKB 26
29
8 Bijlage - Leeftijdscategorieën De vraag die leeft bij Voedselbanken Nederland is in hoeverre leeftijden bepalend is voor een gewenste voedselinname. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat kinderen per leeftijdsjaar verschillende behoeften hebben in hoeveelheden en type voedsel. Dat betekent bijvoorbeeld dat baby’s tussen nul en een half jaar behoefte heeft aan moeder- of flesmelk. Peuters van een half jaar tot twee jaar hebben baat bij het voedsel dat ook door volwassenen wordt genuttigd, vooral te denken aan groentes en fruit. Daarom is het belangrijk dat bij nader onderzoek, zoals ook in dit rapport, dat de volgende leeftijdsindeling wordt aangehouden: Fase van het kind Baby Dreumes Kleuter Kinder Puber
Leeftijd 0,5 – 2 2-4 4-6 6-12 12-18
Tabel 16 Indeling naar leeftijd
30
9 Bijlage - Vitaminen30 Vitamine
Gevolg tekort
Voedingsmiddelen die het vitamine bevatten Melkproducten, vette vis, vislever, margarine, halvarine, boter, organen, eidooier Donkere broodsoorten, ongeraffineerde graanproducten, peulvruchten, aardappelen, zuivelproducten, varkensvlees
Risicogroepen
(pro-) A
Schemerblindheid, xeroftalmaie (Oogontsteking), groeistoornissen
B1
Vermoeidheid, gebrek aan eetlust en allerlei vage onlustgevoelens, onvoldoende prikkeloverdracht, weefselvergiftiging door onvoldoende verbranding van pyrodruivenzuur (omzetten van/naar energie)
B2
Ontstekingen in mondhoeken, haarvatwoekering in ooghoornvlies, huisontstekingen, bloedarmoede, onvoldoende groei
(melk)producten, eieren, groenten, vis, vlees (lever)
Mensen die zeer weinig melkproducten gebruiken
B3
Gestoorde stofwisseling, ontstoken huid, darmstoornissen, afwijkingen in het functioneren van het zenuwstelstel.
Volkerengraanproducten, vlees, vis, peulvruchten, aardappelen
Bevolking van landen met maïs als hoofdvoedsel
B5
Algemene vage klachten, maagdarmstoornissen
Vlees, lever, groenten, aardappelen, graanproducten, volkorenbrood
Mensen met darmstoornissen
B6
Huidafwijking in het gezicht, anemie, moeheid, depressie
(melk)producten, eieren, groenten, vis, vlees, bruin- en volkorenbrood, zilvervliesrijst
Zwangeren, vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken, alcoholisten
B12
pernicieuze anemie (kwaadaardige bloedarmoede), zenuwdegeneratie
Lever, vlees, vis, melk(producten), kaas, eieren
Mensen die intrinsieke factor missen, veganisten, mensen met absorptieproblemen
C
Bloedarmoede, verminderde weerstand, trage wondgenezing, tandvleesbloedingen
Groenten, (citrus) vruchten, aardappelen
Bij te weinig verse groenten en fruit
D
Bij kinderen moet de vastlegging van calcium en fosfor goed verlopen. Ook is de spierwerking verminder en blijft het kind in de groei achter, omdat te veel aminozuren onbenut via de nieren het lichaam verlaten.
Melkproducten, vette vis, vislever, margarine, halvarine, boter, eidooier.
Kinderen die niet voldoende in de zon komen en/of met donkere huid.
30
Hartman, E, Mens en Voeding, 5e herziene druk
31
Mensen met een stoornis in de vetabsorptie Mensen die veel geraffineerde koolhydraten (suiker en snoep) gebruiken
Vitamine
Gevolg tekort
Voedingsmiddelen die het vitamine bevatten Eieren, organen, peulvruchten, marmite
Risicogroepen
B7/8, H of biotine
Huidafwijkingen, tongontsteking, verminder van eetlust, moeheid, spierpijn, bloedarmoede en depressie
E
Niet bekend
Plantaardige oliën, margarine, halvarine, eidooier, volkorenproducten bruinbrood, lever
Mensen met stoornissen in de vetabsorptie
K
Bij onvoldoende vitamine K in het bloed wordt de bloedstolling vertraagd.
Groentesoorten, koolsoorten, aardappelen en plantaardige oliën, varkenslever.
Baby’s in de eerste levensdagen, baby’s die borstvoeding krijgen, mensen zonder darmflora
B11/ M (foliumzuur)
Macrocytaire anemie, slijmvliesontsteking, neuralebuisdefecten bij embryo
Bladgroenten, graanproducten, eieren, lever, volkorenbrood
Zwangeren
32
Zuigelingen
10 Bijlage - Mineralen Mineraal Calcium
31
Werking Is nodig is voor de opbouw en het onderhoud van de botten en het gebit. Als er voldoende calcium binnenkomt is er latere leeftijd minder kans op botontkalking of osteoporose. Ook is Calcium nodig voor een goede werking van zenuwen en spieren, de bloedstolling en het transport van andere mineralen in de lichaamscellen, zoals natrium, kalium en magnesium.
Tekort Bij kinderen kunnen verschijnselen van de Engelse ziekte (rachitis) optreden, waarbij de botvorming onvolledig verloopt en skeletvervorming optreedt, kunnen zich voordoen als kinderen minder dan 125 milligram calcium per dag gebruiken. Ook kunnen ze last hebben van spierkrampen. Deze aandoeningen zijn in veel gevallen het gevolg van te weinig vitamine D waardoor de calciumopname uit de voeding verstoord is ook als de voeding voldoende calcium bevat.
Waar zit het in? Calcium zit in melk, melkproducten, kaas, groente, noten en peulvruchten
Chloor
Speelt een rol bij het handhaven van de vochtbalans in het lichaam, net als natrium en kalium. Met maximaal 6 gram keukenzout of natriumchloride wordt de bloeddruk gezond gehouden en wordt het risico op hart- en vaatziekten beperkt.
Door een overmatig gebruik van keukenzout kan het lichaam vocht vasthouden: oedeem. Hierdoor kan een hoge bloeddruk ontstaan. Dit effect wordt veroorzaakt dot het aanwezige natrium. Kalium werkt juist tegengesteld effect, ook als het aanwezig is als kaliumchloride.
Chloride in de voeding komt uit zout.
Fosfor
Fosfor of fosfaat is een mineraal dat samen met calcium stevigheid geeft aan botten en tanden. Ook beïnvloedt fosfor de energiestofwisseling in het lichaam. Een tekort of overschot aan fosfor in het lichaam komt niet voor bij mensen die gezond zijn en normaal eten.
Alleen door overmatig gebruik van geneesmiddelen, waaronder maagzuurremmers, kan een tekort ontstaan. Een tekort aan fosfor uit zich in pijn in spieren en botten, gebrek aan eetlust en het ontstaan van nierstenen.
Fosfor is een mineraal dat in de vorm van fosfaat voorkomt in melk, melkproducten, kaas, vis, vlees, peulvruchten en volkoren producten.
31
http://bit.ly/jSInb1
33
Mineraal IJzer
Werking IJzer is belangrijk voor de vorming van hemoglobine, dat nodig is voor het zuurstoftransport in het bloed en de stofwisseling.
Tekort Een ijzertekort herken je aan deze verschijnselen: - snel vermoeid - bleke huid - snel buiten adem - last van rusteloze benen, een drang om ze te bewegen De kans dat iemand een ijzertekort heeft, is niet zo groot. Het lichaam zorgt zelf dat het meer ijzer uit eten haalt als er een tekort dreigt. De verschijnselen ontstaan vaak pas als er langere tijd minder ijzer actief is in het lichaam en de voorraad in de milt en de lever is geslonken. Een ijzertekort is met name schadelijk voor kinderen. Zij hebben voldoende ijzer nodig om hun denkvermogen en spiercoördinatie te ontwikkelen. De effecten van een ijzertekort treden al op voordat er sprake is van bloedarmoede. Bij jonge kinderen kan ijzergebrek een gestoorde geheugenfunctie en leergedrag veroorzaken. Bij vrouwen die net zwanger zijn, kan een ijzertekort leiden tot een kortere zwangerschapsduur. De ernstigste vorm van ijzertekort is ijzergebreksanemie. Dat komt voor wanneer er zelfs in het beenmerg nog maar weinig ijzer zit. Omdat hierdoor het hemoglobinegehalte in bloed laag wordt en daardoor minder zuurstoftransport mogelijk is, voel je je snel moe en lusteloos.
34
Waar zit het in? IJzer zit vooral in rund- en lamsvlees (heemijzer), volkorenbrood, broccoli en sperziebonen (n non-heemijzer).
Mineraal Kalium
Werking Kalium is een mineraal dat samen met chloor en natrium voor de vochtbalans en bloeddruk in het lichaam zorgt. Daarnaast zorgt kalium ervoor dat zenuwprikkels goed geleid worden en spieren zich samentrekken. Kalium heeft een positief (verlagend) effect op de bloeddruk.
Natrium
Natrium zorgt voor de vochtbalans van je lichaam, regelt je bloeddruk en de prikkeloverdracht in spieren zenuwcellen. Hierbij spelen ook kalium, magnesium, chloride en fosfaat een belangrijke rol.
Magnesium
Magnesium is een mineraal dat nodig is voor de botopbouw, opbouw van lichaamseiwit, de overdracht van prikkels in spieren en in zenuwbanen en van belang voor het goed functioneren (strekken en samentrekken) van spieren, zoals de hartspier. Magnesium is nodig voor een goede werking van een groot aantal enzymen in de lichaamscellen heeft een belangrijke rol in het metabolisme oftewel enzymreacties.
Tekort Een overschot aan kalium kan ontstaan als de nieren niet optimaal functioneren. Ook bij bepaalde medicijnen voor de bloeddruk (bepaalde plaspillen en/of ACE-remmers) kan het kaliumgehalte in het bloed te hoog worden. Te veel kalium opnemen via eten en drinken is vrijwel onmogelijk. Een acute kaliumvergiftiging kan optreden als iemand ineens 18 gram of 18.000 milligram kalium per dag inneemt en het teveel aan kalium onvoldoende uitplast. Een te hoog kaliumgehalte in het lichaam kan in het ergste geval leiden tot een hartstilstand.
Waar zit het in? Kalium zit vooral in melkproducten, groente, fruit(sappen), aardappelen, koffie en ook in brood en noten.
Natrium zit in zout
Een tekort aan magnesium komt niet snel voor. Magnesium zit namelijk in veel voedingsmiddelen. Een magnesiumtekort is te herkennen aan: algehele lusteloosheid of vermoeidheid spierkrampen hartritmestoornissen in extreme gevallen Het is moeilijk vast te stellen of een magnesiumtekort de oorzaak is van deze verschijnselen. Stress kan bijvoorbeeld ook de oorzaak zijn.
35
Magnesium zit in brood en graanproducten, groente, melk en melkproducten en vlees
11 Bijlage - Spoorelementen Spoorelement Chroom
Gezondheidseffecten Speelt een rol bij de werking van insuline in het lichaam en de koolhydraatstofwisseling. Er zijn aanwijzingen dat extra chroom in de vorm van supplementen gunstig zijn voor het bloedsuikergehalte en de insulineafgifte. Dit is nog niet bewezen en zou alleen gelden voor patiënten met diabetes type 2.
32
Te kort Voor zover bekend komen tekorten aan chroom in Nederland niet voor. In het algemeen wordt aangenomen dat je voldoende chroom binnenkrijgt als je gevarieerd eet.
Waar zit het in? Chroom zit in groenten, fruit, volkoren graanproducten en in mindere mate in vlees en zuivelproducten
Fluoride
Fluoride uit eten en drinken helpt bij de bescherming van tanden tegen tandbederf, maar bevat te weinig fluoride voor een goede bescherming. Daarom wordt extra fluoride aangeraden in de vorm van tabletten of tandpasta met fluoride. Voor zover bekend heeft het geen andere functies in het lichaam.
Jodium
Jodium is belangrijk voor de schildklierhormonen. Deze hormonen zijn nodig voor een goede groei, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de stofwisseling.
Door een jodiumtekort kan de schildklier trager gaan werken en opzwellen. Dit heet ook wel struma of krop. Een jodiumtekort kan bij kinderen leiden tot een groeiachterstand, een verminderd leervermogen en soms tot dwerggroei of cretinisme.
Jodium is een mineraal dat voorkomt in zeevis en een beetje in eieren.
Koper
Koper speelt een rol bij de vorming van bind- en botweefsel. Het zorgt ook voor de vorming van pigment van het haar en een goede werking van het afweer- en immuunsysteem. Koper maakt onderdeel uit van een aantal belangrijke enzymsystemen in het lichaam betrokken bij oxidatiereacties.
Koper deficiënties komen slechts zeldzaam voor. In Nederland zijn er geen aanwijzingen voor het bestaan van kopertekorten. Een ernstig tekort leidt tot bloedarmoede, verminderde huidpigmentatie en botontkalking.
Koper is een mineraal dat in groente, fruit, vlees, brood en andere graanproducten, en cacaoproducten zit.
32
Fluoride zit in vrijwel alle voedingsmiddele n en vooral in thee en zeevis.
http://bit.ly/jSInb1
36
Spoorelement Mangaan
Gezondheidseffecten Mangaan is een spoorelement dat onderdeel is van een aantal enzymen in het lichaam die betrokken zijn bij de energiestofwisseling.
Te kort Voor de mens zijn geen specifieke symptomen bekend van een mangaantekort. Wel zijn in een experimentele studie bij proefpersonen die een voeding kregen met weinig mangaan huidafwijkingen vastgesteld. Bij proefdieren zijn afwijkingen in de hersenen en het skelet vastgesteld.
Waar zit het in? Mangaan is een mineraal dat voorkomt in volkorenbrood en volkoren graanproducten, thee, groente en fruit.
Molybdeen
Molybdeen is een spoorelement dat onderdeel is van een beperkt aantal enzymen in het lichaam betrokken in de stofwisseling.
Een tekort is bij mensen nog nooit aangetroffen
Molybdeen komt voor in brood en graanproducten, melk en peulvruchten.
Seleen
- beschermt rode bloedlichaampjes en cellen tegen beschadiging - maakt zware metalen die door verontreiniging in voeding terechtkomen minder giftig - zorgt voor een goede werking van de schildklier beschermt mogelijk tegen het ontstaan van prostaatkanker
Er zijn aanwijzingen dat sommige groepen mogelijk minder seleen binnenkrijgen dan wordt aanbevolen, zoals jonge kinderen en zwangere vrouwen. In het Nederlands Voedingstoffenbestand (NEVO) zijn echter niet voor alle voedingsmiddelen seleniumgehaltes beschikbaar. Om vast te stellen of daadwerkelijk tekorten zijn is aanvullend status (bloed) onderzoek nodig. Een langdurig ernstig tekort aan seleen is te herkennen aan: hartstoringen Spierpijn, spierzwakte
Seleen zit in veel voedingsmiddele n, zowel dierlijke (vis en vlees) als in plantaardige producten
Zink
Zink is een spoorelement dat onderdeel is van een groot aantal enzymen in het lichaam die betrokken zijn bij de stofwisseling. Zink is ondermeer nodig bij de opbouw van eiwitten, de groei en ontwikkeling van weefsel, en een goede werking van het afweer/immuunsysteem.
In Nederland zijn geen gevallen bekend van mensen met symptomen van een tekort aan zink. Een tekort aan zink is te herkennen aan deze verschijnselen: afwijkingen aan de huid, slijmvliezen en skelet anders ruiken en proeven achterblijvende groei en ontwikkeling van het geslacht verminderde afweer tegen infecties en nachtblindheid
Zink komt in kleine hoeveelheden voor in veel verschillende voedingsmiddele n. Het zit in vlees, kaas, graanproducten, noten en schaalen schelpdieren zoals garnalen en mosselen.
37