VNPI Energie, transport en de Nederlandse petroleumindustrie
2
Onderscheid en gemeenschappelijkheid Sinds 1999 is de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) actief als belangenbehartiger en woordvoerder van de petroleumindustrie. De bedrijven in deze sector onderscheiden zich van elkaar in omvang en aandachtsgebieden. Maar zij delen ook gemeenschappelijke doelstellingen. Iedere organisatie is bijvoorbeeld gebaat bij een goed innovatieklimaat in Nederland – een belang van de hele Nederlandse economie. Het borgen van de werkgelegenheid en duurzaamheidcriteria zijn ook een verantwoordelijkheid voor de industrie als geheel. Leden van de VNPI > BP Nederland B.V. > Esso Nederland B.V. > Kuwait Petroleum Nederland B.V. > Shell Nederland B.V. > Texaco Nederland B.V. > TOTAL Nederland N.V. > Gulf Oliehandel Nederland B.V. > Van der Sluijs Groep > Tamoil Deze bedrijven richten zich op opslag en olieverwerking, transport en verkoop van petroleumproducten aan scheepvaart, luchtvaart en aan de pomp. De VNPI streeft ernaar om, met inachtneming van de Mededingingswet, de beschikbare gegevens over de olie-industrie in Nederland zo duidelijk mogelijk naar buiten te brengen. De VNPI maakt hiertoe gebruik van de gegevens van de leden zoals deze worden opgegeven aan de overheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Duurzaamheid Duurzaamheid is één van de meest spraakmakende maatschappelijke vraagstukken van de moderne tijd. Hoe vullen we de toenemende vraag naar energie in, met respect voor mens en milieu? Hoe werken wij mee aan een energievoorziening met lagere uitstoot van schadelijke stoffen? Het raffineren van olieproducten, het produceren van chemische stoffen en het mengen van basisoliën heeft nu eenmaal direct of indirect invloed op het milieu. Milieuzorg is daarom een vanzelfsprekendheid voor onze branche. Fabrieken springen zo zuinig mogelijk om met energie en beperken de uitstoot van mogelijk schadelijke stoffen tot een minimum. Al bij het ontwerp van fabrieksinstallaties wordt met milieueisen rekening gehouden. De branche heeft milieuvoorschriften en -procedures opgesteld, die alle medewerkers moeten toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Daarbij wordt een beroep gedaan op de persoonlijke verantwoordelijkheid van alle medewerkers. Er is verder regelmatig training on the job, waarbij gezamenlijk gekeken wordt hoe de milieuprestaties nog verder verbeterd kunnen worden.
Waar zit innovatie precies in? De olie-industrie innoveert permanent. Die innovatie is deels gedreven vanuit concurrentieoverwegingen in een wereldwijde markt. Maar ook milieueisen zorgen ervoor dat de branche continu zoekt naar mogelijkheden om processen of producten duurzamer te maken. Deze manier van denken zorgt al decennia voor een enorme innovatieve impuls door de branche in Nederland. Dit is goed voor de werkgelegenheid van hoogwaardig personeel. En dat is goed voor Nederland als kennisland. Door de goede geografische ligging en het stabiele politieke klimaat heeft Nederland een lange geschiedenis in de olieverwerking. De Nederlandse petroleumindustrie is dan ook belangrijk voor Nederland als hoogwaardig exportland. Zo is veertig procent van alle doorvoer in de haven van Rotterdam afkomstig van onze sector. Zonder de Nederlandse petroleumindustrie zou het handelsoverschot met bijna acht miljard euro dalen. Circa twintig procent van de totale productgebonden belasting voor de Nederlandse overheid is afkomstig van olieproducten en jaarlijks leveren accijnzen op olieproducten en vennootschapsbelasting ruim zeven miljard op voor de Staatskas. De VNPI werkt constructief mee aan betere regelgeving, maar plaatst daar wel een kanttekening bij. In het belang van een eerlijke concurrentie met het buitenland, vindt de VNPI dat het milieubeleid in Nederland niet strenger zou moeten zijn dan in de andere landen van de Europese Unie. Wij maken hierbij nadrukkelijk een uitzondering indien een specifiek gezondheid- dan wel milieuprobleem strengere regelgeving rechtvaardigt.
Werkgelegenheid De petroleumsector is vooral een kapitaalintensieve industrie. Toch is er voor veel mensen een baan in onze sector. De aardolieraffinage levert Nederland vierduizend fulltime (veelal hoogtechnologische) banen. Tankstations tellen tienduizend banen (Bron: CBS, VNPI). Daarnaast zijn vijfentwintigduizend tot dertigduizend personen indirect werkzaam in de industrie, bijvoorbeeld als toeleverancier (machinebouw, elektrotechniek, transport, handel, onderhoud, IT). De petroleumindustrie werkt nauw samen met hightechbedrijven en adviesbureaus. Ze participeert in onderzoeksprogramma’s op Nederlandse universiteiten. Dit draagt bij aan wetenschappelijke vooruitgang en aan groei van hoogwaardige werkgelegenheid. Innovatie is niet alleen goed voor onze branche – maar komt uiteindelijk heel Nederland ten goede. VNPI-leden ondersteunen tal van initiatieven op het gebied van kennisontwikkeling en opleiding. Het is van groot belang voor de olieindustrie dat in Nederland goed geschoolde technici worden afgeleverd, want die hebben we nodig.
3
Energievraag en voorzieningszekerheid Door wereldwijde economische groei en toename van de bevolking, wordt verwacht dat de mondiale energievraag in 2030 circa 60 procent hoger is dan in 2000. Van die groei zal 80 procent buiten de OESO-landen plaatsvinden, landen die als ontwikkelingsland veelal buiten de Kyotoafspraken vallen. Om milieuvraagstukken in de toekomst aan te kunnen, moeten we nu al nadenken hoe wij op duurzame wijze aan de stijgende vraag naar fossiele brandstoffen kunnen voldoen. Want de experts zijn het wel eens over de belangrijkste energiebronnen van de komende decennia: olie, gas en steenkool.
Maar is de beschikbare voorraad fossiele brandstoffen wel voldoende om aan de almaar stijgende vraag te voldoen? Daarover kunnen we helder zijn. Ja, dat aanbod is er. De VNPI erkent uiteraard dat de voorraden eindig zijn, maar met de huidige voorraden kan de wereld nog zo’n veertig jaar vooruit. Daarbij worden er elk jaar nieuwe voorraden gevonden, waardoor het einde van de olie steeds vooruitgeschoven wordt. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. De industrie investeert jaarlijks tientallen miljarden in exploratie en productie om voorzieningszekerheid te garanderen. Biobrandstoffen groeien snel, maar leveren nog maar een klein aandeel in de totale energiemix. Ze zijn daarom voorlopig niet relevant voor de voorzieningszekerheid, maar kunnen wellicht wel bijdragen aan duurzaam vervoer.
4
Schoner produceren In de afgelopen tien jaar is de milieuvervuiling die veroorzaakt is door Nederlandse economische activiteiten afgenomen. In dezelfde periode groeide de economie met ruim 25 procent. Ook de petroleumindustrie werkt actief mee aan het behalen van milieudoelstellingen. Zo heeft de industrie fors geïnvesteerd om de uitstoot van NOx verder te verlagen en om CO2-emissies te verminderen door het Europese Emissions Trading Systeem lokaal te implementeren. Het aandeel CO2 is slechts licht gestegen ondanks de stijgende vraag en de extra inspanningen die de industrie doet om het eindproduct nog verder te ontzwavelen. Ontzwaveling kost veel energie en zorgt daardoor voor CO2-uitstoot, maar tegelijkertijd kunnen autofabrikanten dankzij de zwavelvrije brandstoffen betere katalysatoren en roetfilters installeren.
KT/jaar
50
SO2 emissies raffinaderijen
40 30 20 10 0
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
NOx emissies raffinaderijen KT/jaar
12 10 8 6 4 2 0
KT/jaar
15000
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
CO2 emissies raffinaderijen
12000 9000 6000 3000 0
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
5
6
Schoner vervoer De olie-industrie neemt haar verantwoordelijkheid in schoner vervoer door voortdurend te streven naar schonere brandstoffen. Mede dankzij innovatieve schonere brandstoffen zijn de emissies per voertuigkilometer sterk gedaald. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de uitstoot van stikstof, vluchtige organische verbindingen, zoals koolmonoxide van personenauto’s sinds 1980 tot een vijfde is gedaald. Ook heeft de olie-industrie een belangrijke inspanning geleverd om de brandstoffen zwavelvrij te maken. Daarnaast ondersteunt de VNPI de ontwikkeling van tweede generatie biobrandstoffen, die tot minder uitstoot van CO2 leiden.
Historisch verloop emissies per voertuigkilometer 1980 – 2008 [Index 1980 = 100] Personenauto’s
Zware bedrijfsvoertuigen 100
100
CO2
(bron: CBS) N.B. de cijfers over 2008 zijn voorlopig; de definitieve cijfers worden in 2010 gepresenteerd)
NOx
CO2 is kooldioxide (broeikasgas) NOx is stikstofoxide CO is koolstofmonoxide VOS is vluchtige organische stoffenverbindingen, inclusief methaan (CH4)
CO2 80
80
60
60
40
40
NOx CO VOS
20
0
1980
1990
2000
2008
20
0
1980
CO VOS 1990
2000
2008
Een gezonde economie is gebaat bij mobiliteit. Files kosten Nederland miljarden euro’s per jaar en zorgen voor onnodige uitstoot van uitlaatgassen in de atmosfeer. Om de emissie van uitlaatgassen terug te dringen, is een krachtig mobiliteitsbeleid van de overheid noodzakelijk. Daarnaast vraagt het niet alleen een inspanning van de petroleumindustrie, maar tevens van automobilisten en de automobielindustrie.
Veiligheid Ieder ongeluk in onze sector is er één te veel. We doen er alles aan om dit steeds verder terug te dringen. De cijfers illustreren dat we gelukkig op de goede weg zitten. Het aantal ongevallen in onze branche is 0,1 procent ten opzichte van het aantal ongevallen in de gehele industriële sector en 0,01 procent van het aantal ongevallen die jaarlijks in de bouwsector voorkomen. Op het gebied van transport stellen we zeer hoge eisen aan de veiligheid. Inmenging van de wetgever is niet nodig, want ook hier hebben wetgever en industrie dezelfde belangen: veilig vervoer. Voor medewerkers op tankstations zijn er nog andere risico’s. Wat te doen bij een overval bijvoorbeeld? De VNPI heeft voor de tankstationhouders een interactieve cursus ontwikkeld, waardoor werknemers hun werk gezonder én veiliger kunnen uitvoeren.
De sector en de logistiek 5 9 24 1.000 4.000 573 55 190 65
raffinaderijen producerende maatschappijen die petroleum (of olie-) producten verkopen oliedepots tanktrucks tankstations tankschepen bunkerservicestations (scheepsbrandstof) bunkerschepen (binnenvaart) bunkerschepen (zeegaand)
7
VNPI Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Postbus 29764 2502 LT Den Haag telefoon: 070 338 2369 fax: 070 338 2363 internet: www.vnpi.nl e-mail:
[email protected]