Vlooien Algemeen Besmetting van huisdieren en hun omgeving door vlooien is een veel voorkomend probleem waarvoor de oplossing niet altijd even eenvoudig is. Er zijn in de wereld ruim 2200 soorten vlooien bekend, die als bloedzuigende parasieten leven op zoogdieren en vogels. De zgn. kattenvlo (Ctenocephalides felis) is bij
Dit gedrag veroorzaakt jeuk, en afhankelijk van o.a. de besmettingsdruk ontstaan bij de gastheer lichte tot matige veranderingen aan de huid. Schilfering, roodheid, korstjes en kaalheid zijn daarbij de meest voorkomende verschijnselen. Bijkomende, secundaire infecties van de huid met bacteriën, schimmels of gisten kunnen het beeld verergeren. Daarnaast kunnen vooral jonge dieren t.g.v. uitgebreide vlooienbesmettingen bloedarmoede oplopen die in extreme gevallen tot de dood kan leiden. kattenvlo
➜ Vlooienallergie: honden en katten veruit de belangrijkste vlooiensoort. Ook mensen en andere zoogdiersoorten kunnen als gastheer fungeren voor deze vlo.
Symptomen In het algemeen kunnen drie groepen van symptomen worden onderscheiden: ➜ Directe symptomen: vlooien zijn bloedzuigende parasieten, en moeten bijten om een bloedmaal te kunnen nemen.
www.pfizerah.nl
FAD (Flea Allergy Dermatitis) is een hardnekkige aandoening waarbij het afweersysteem overgevoelig reageert op stofjes, afkomstig uit het speeksel van de vlo. Bij honden leidt FAD tot een uitgebreide dermatitis (huidontsteking), vaak gecompliceerd door bijkomende infecties die in de hand gewerkt worden dermatitis
kaalheid
door het feit dat honden zichzelf intensief gaan krabben en bijten. Bij katten is het beeld vaak wat vager, en zien we vooral overdreven wasgedrag en een zich geleidelijk ontwikkelende kaalheid. Dieren met FAD blijven levenslang overgevoelig voor vlooienbeten, de mate waarin hangt echter wel samen met het aantal vlooienbeten waaraan ze worden blootgesteld. Naarmate het langer geleden is dat ze door vlooien zijn gebeten gaat de prikkeldrempel omhoog. ➜ Overdracht van ziektes: vlooien hebben naast bovengenoemde gevolgen ook een zgn. vectorfunctie. Zij kunnen allerlei besmettelijke aandoeningen overbrengen van gastheer op gastheer. Meest bekende voorbeeld
www.pfizerah.nl
lintworm
is de lintworm Dipylidium caninum, die zich in de vlo ontwikkelt en als larve het maagdarmkanaal binnenkomt wanneer een besmette vlo door hond of kat wordt opgelikt. Ook de sporen van huidschimmels (“ringworm”) worden regelmatig via vlooien op hun gastheer overgebracht. Daarnaast zijn diverse virussen en bacteriën via vlooien overdraagbaar, met soms ook gevolgen voor de mens. Voorbeeld hiervan is de rol die de kattenvlo speelt bij de overdracht van de bacterie Bartonella henselae, de veroorzaker van kattenkrabziekte. Zo’n 2000 mensen per jaar worden in ons land ziek na te zijn gekrabd door een met Bartonella henselae besmette kat. Katten worden drager van deze bacterie omdat zij vaak al in het nest via vlooien worden besmet.
EITJES KOMEN UIT
LARVALE PERIODE MET
NA 2 - 12 DAGEN
TWEE VERVELLINGEN DUURT 5 - 11 DAGEN
EITJES VALLEN IN DE LEEFOMGEVING
LARVEN LEVEN OOK IN DE OMGEVING
Levenscyclus De vlo is een zgn. tijdelijke parasiet: slechts een gedeelte van de levenscyclus speelt zich af op de gastheer (volwassen vlooien), de rest van de ontwikkeling vindt plaats in de omgeving (eitjes, larven en poppen). De levenscyclus van de kattenvlo duurt minimaal 2 weken, maar kan in voor de vlo minder gunstige omstandigheden worden opgerekt tot vele maanden. Volwassen vlooien hebben een levensduur van maximaal 3 maanden, en verlaten gedurende die periode hun gastheer niet. VLOOIENEITJES EN VLOOIENPOEP IN TAPIJT
onmisbare en noodzakelijke voedingsbron voor de vlooienlarven die zich in de omgeving bevinden. Na de eerste bloedmaaltijd vindt paring plaats, en vanaf zo’n 24 uur na besmetting kunnen de vrouwelijke vlooien beginnen met de eiproductie. Ze produceren gemiddeld ca. 27 eitjes per dag, met een maximum van 50, en kunnen dat tot 3 maanden volhouden. De eitjes vallen van de gastheer af en komen, net als de feces, in de omgeving terecht. Na 2 tot 12 dagen komen de eitjes uit, en begint het larvenstadium. De larven vervellen 2 keer en na maximaal een dag of 12 spint de larve zich in en wordt een cocon. De met organisch materiaal beklede cocon heet pop, en de vlo is in die vorm uitstekend bestand tegen omgevingsinvloeden. In de pop ontwikkelt zich een nieuwe jongvolwassen vlo, die als de omstandigheden ongunstig zijn (temperatuur, beschikbaarheid gastheren etc.) vele maanden kan wachten alvorens te voorschijn te komen. HET TOPJE VAN DE IJSBERG…
Zodra een jongvolwassen, uit de pop gekomen vlo op de gastheer gesprongen is begint het bloedzuigen: reeds binnen enkele minuten heeft de vlo gebeten, en is de jeukprikkel uitgedeeld. Bij vrouwelijke vlooien duurt een bloedmaaltijd tot maximaal 3 uur, bij mannelijke vlooien is dat veel korter. Een kleine 10 minuten na aanvang van het bloedmaal wordt de eerste feces geproduceerd. Deze zeer bloedrijke uitwerpselen vallen van de gastheer af en vormen een
www.pfizerah.nl
DUS 95% BEVINDT ZICH IN DE OMGEVING !
Behandeling Voor een succesvolle aanpak van vlooienproblemen in een huishouden (dus eliminatie van de infectie) moet goed rekening worden gehouden met de levenscyclus van de kattenvlo. Het is onvoldoende om de behandeling alleen te richten op de volwassen vlooien: die vormen slechts 5% van het totale probleem. De overige 95% van het probleem bestaat uit de eitjes, larven en poppen die te vinden zijn in de omgeving, en niet op de hond of de kat. Gebruik van een product dat alleen werkt tegen volwassen vlooien zal zeker de hoeveelheid op het dier zichtbare vlooien reduceren. Maar er wordt dan niets gedaan aan de nieuwe generaties vlooien (eitjes, larven en poppen) die in de omgeving al klaarliggen. Daarnaast werkt geen van de beschikbare middelen zo snel dat productie van nieuwe eitjes geheel kan worden voorkomen. Het is voor volledige eliminatie van de vlooienbevolking dus essentieel om een gecombineerde strategie te kiezen, gericht op meerdere levensstadia van de vlo. Ook uit oogpunt van mogelijke resistentieontwikkeling is het verstandig zich op meerdere levensstadia te richten.
DUS NIET ALLEEN HET TOPJE VAN DE IJSBERG…
www.pfizerah.nl
Vroeger was daar altijd een combinatie van diverse producten voor nodig, maar tegenwoordig zijn er producten die meerdere levensstadia tegelijk aanpakken. Dergelijke middelen werken tegen volwassen vlooien op het dier, en via huidschilfers, haren en vlooienfeces die van het huisdier vallen tevens tegen eitjes en larven in de omgeving. Met slechts één middel worden zo drie van de vier levensstadia bestreden: een geïntegreerde aanpak van de levenscyclus van de vlo.
Veel van de moderne vlooienbestrijdingsmiddelen hebben een werkingsduur van een maand. Met welke frequentie de behandeling herhaald zal moeten worden is afhankelijk van de omstandigheden; het volgende overzicht kan daarbij een richtlijn geven: Dieren met FAD (vlooienallergie)
Om het aantal vlooienbeten waaraan de patiënt wordt blootgesteld beneden de prikkeldrempel te houden verdient het aanbeveling het product het gehele jaar door te gebruiken met intervallen van een maand. Insleep van vlooienbesmettingen bijv. door contact met andere honden of katten is altijd mogelijk, ook in de winter.
Vlooienpreventie
➜ Wanneer het gaat om het voorkómen van periodieke vlooienplagen kan ca. een maand voordat het vlooienseizoen aanvangt met behandelen worden begonnen ➜ Herhalingsbehandelingen kunnen daarna elke maand plaatsvinden zolang als het vlooienseizoen duurt, maar als de besmettingsdruk relatief laag is (bijv. bij een binnenkat) kunnen langere intervallen ook een bevredigend resultaat geven
Bestaande zware besmettingen
➜ Consequente maandelijkse toepassing van een middel dat werkt tegen meerdere levensstadia is essentieel ➜ Om in het begin een extra snelle reductie te bereiken van de hoeveelheid op het dier aanwezige volwassen vlooien kan de behandeling worden gecombineerd met een snel werkende spray of tablet. Daarnaast kan het gebruik van een omgevingsspray bijdragen aan de vermindering van de besmettingsdruk
Veel gestelde vragen Ik heb drie katten en een hond, maar alleen de oudste kat heeft zichtbaar vlooien; moeten nu toch alle dieren worden behandeld? Ja, om volledig profijt te hebben van de werking op volwassen vlooien, eitjes en larven is het niet verstandig om sommige dieren onbehandeld te laten. Vlooien die op de niet behandelde dieren zijn gesprongen zullen weken in leven blijven en volop nieuwe eitjes produceren. Mijn kat is een paar weken geleden voor het eerst behandeld met een spot-on en ik zie toch nog vlooien in de vacht lopen; de behandeling heeft dus niet gewerkt? Jawel, zo’n behandeling is gemiddeld gedurende 30 dagen effectief, maar 1 behandeling is niet voldoende om de gehele vlooienbevolking al volledig uit het huishouden te elimineren. Volwassen vlooien op het dier worden gedood, en wanneer gekozen is voor een spot-on die tegen meerdere levensstadia werkt worden ook larven en eitjes aangepakt Maar larven en eitjes (en poppen!) die al aanwezig waren voor de start van de behandeling kunnen zich nog tot nieuwe volwassen vlooien ontwikkelen. Deze nieuwe vlooien kunnen dan tijdelijk zichtbaar zijn op de kat, maar zijn in feite al aan het doodgaan. Het is dus belangrijk om gewoon door te gaan met behandelen.
www.pfizerah.nl
Bij dieren met vlooienallergie werkt een spot-on of een tablet waarvan de werkzame stof via het bloed wordt verspreid volgens mij niet goed, omdat de vlo eerst moet bijten; dan kan ik toch beter een spray of zo gebruiken waarmee ik voorkom dat de vlo zal bijten? Dat is een wijd verbreid misverstand: iedere vlo bijt! Een vlo die op een hond of kat is gesprongen zal binnen enkele minuten gebeten hebben om bloed te zuigen, waarmee de jeukprikkel al is uitgedeeld. Geen enkel middel werkt snel genoeg om dat voldoende te voorkomen. De enige juiste strategie bij de behandeling van een dier met vlooienallergie is het opruimen van de vlooien uit de omgeving zodat het dier niet meer door nieuwe vlooien zal worden besprongen; aanbodreductie dus. Dat kan worden bereikt door gebruik te maken van middelen die meerdere levensstadia van de vlo aanpakken. Mijn hond zwemt altijd: blijft de werking van een vlooienmiddel dan wel gegarandeerd? De mate waarin zwemmen en nat worden van invloed kunnen zijn is afhankelijk van de snelheid waarmee de werkzame stof wordt opgenomen en de manier waarop deze door het lichaam wordt verspreid. Uw dierenarts is op de hoogte van de eigenschappen van de vele beschikbare middelen en kan in overleg met u een keuze maken die past bij de leefomstandigheden van uw dier(en).
www.pfizerah.nl