Depressie en angst
De symptomen voorbij Van harte welkom op het symposium Depressie en angst: de symptomen voorbij. Dit symposium wordt u aangeboden door VU medisch centrum en GGZ Buitenamstel ter gelegenheid van het emeritaat van prof. dr. Richard van Dyck en de oratie van prof. dr. Brenda Penninx. Angst en depressie zijn veelvoorkomende stoornissen. Ze zijn vaak chronisch en het lijkt erop dat deze aandoeningen onderling sterk verwant zijn. Om kennis te vergaren over angst en depressie én om de behandelpraktijk voor deze aandoeningen te verbeteren, ging in augustus 2004 de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) van start met Brenda Penninx als hoofdonderzoeker en Richard van Dyck als initiator en penvoerder. Gedurende tien jaar verzamelt NESDA gegevens over ongeveer 3.000 angstige en depressieve mensen. Op het symposium Depressie en angst: de symptomen voorbij worden de eerste resultaten van de studie in drie blokken gepresenteerd door senior onderzoekers van NESDA. De invalshoek van de presentaties is de betekenis van de wetenschappelijke bevindingen voor de praktijk. Zo wordt er stilgestaan bij de overlap en gevolgen van angst en depressie, het belang van de neurobiologie zoals genetica en neuro-imaging, en de klinische behandelstrategieën. Aansluitend op dit symposium zal Brenda Penninx haar ambt als hoogleraar Epidemiologie van psychiatrische aandoeningen aanvaarden met het uitspreken van haar rede Psychiatrische epidemiologie: de symptomen voorbij. Hierna houdt Richard van Dyck zijn afscheidsrede, getiteld Ggz in eerste en tweede lijn: gaan de symptomen voorbij? Marian Nijsen, voorzitter raad van bestuur Stichting Buitenamstel Geestgronden Elmer Mulder, voorzitter raad van bestuur VU medisch centrum
2
Programma VU medisch centrum - Amstelzaal 9.30
Registratie en ontvangst
10.00
Wat kunnen we verwachten van NESDA? Welkom en opening door prof. dr. Aartjan Beekman, dagvoorzitter
Blok 1: Public health impact van depressie en angst 10.10
Geen gezondheid zonder geestelijke gezondheid prof. dr. Hans Ormel
10.30
Depressies en angststoornissen: net zo vaak samen als apart prof. dr. Willem Nolen
10.50
Referent: Behoefte van de werkvloer prof. dr. Sako Visser
11.05
Pauze
Blok 2 : Neurobiologie van depressie en angst 11.35
De symptomen voorbij. Een blik op het brein dr. Nic van der Wee
11.55
Genoomanalyse: de genen voorbij prof. dr. Witte Hoogendijk
12.15
Referent: Neurobiologie: het laboratorium voorbij? prof. dr. Frans Zitman
12.30
Lunch
Blok 3 : Angst en depressie in de praktijk 13.20
Psychologische behandeling van angst en depressie: de mode voorbij prof. dr. Willem van der Does
13:40
Stepped care bij angst en depressie prof. dr. Ton van Balkom
14.00
Zijn depressie en angst minder erg in de eerste lijn? dr. Harm van Marwijk
14:20
Referent: Is er vooruitgang in de psychiatrie? prof. dr. Harry Rooijmans
14:35
Samenvatting en afsluiting prof. dr. Aartjan Beekman, dagvoorzitter
14.45
Borrel in de foyer van de Amstelzaal, vertrek naar aula (VU)
Vrije Universiteit - Aula 15.30
Oratie Psychiatrische epidemiologie: de symptomen voorbij prof. dr. Brenda Penninx
16:10
Afscheidsrede Ggz in eerste en tweede lijn: gaan de symptomen voorbij? prof. dr. Richard van Dyck
17:00
Receptie in de foyer van de aula
3
Richard van Dyck
Impuls behandelmethoden angst en depressie
Prof. dr. Richard van Dyck werd in 1942 geboren in Kapellen, België. Hij studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Gent en volgde zijn specialisatie tot psychiater in Leiden. Na zijn studie is hij in Nederland gebleven en werd hij in de jaren zeventig een van de wegbereiders van de directieve therapie. Omdat hij gaandeweg steeds meer behoefte kreeg aan empirische onderbouwing is Richard van Dyck interventiestudies en effectonderzoek gaan opzetten, met name gericht op angststoornissen. In 1987 werd hij hoogleraar Psychiatrie aan de Vrije Universiteit en zette een angstpolikliniek op, de eerste in zijn soort in Nederland. Een belangrijke doelstelling van deze polikliniek was om gedragstherapie systematisch te vergelijken met farmacotherapie en ook de combinatie daarvan uit te proberen (“Pillen, praten of allebei”). Ruim twintig jaar heeft Richard van Dyck samen met prof. dr. Willem van Tilburg leidinggegeven aan de afdeling Psychiatrie van VU medisch centrum en aan de gemeenschappelijke academische werkplaats met GGZ Buitenamstel. Hij heeft in deze periode een krachtige impuls gegeven aan de wetenschappelijke onderbouwing en evidence-based behandelmethoden van angst en depressie. Het NESDA-project is hiervan een uitgesproken voorbeeld. Na zijn emeritaat blijft Richard van Dyck als penvoerder aan NESDA verbonden.
4
Brenda Penninx
Gevolgen van depressie en angst
Prof. dr. Brenda Penninx (1970) is epidemioloog en sinds vijftien jaar betrokken bij diverse Nederlandse en internationale longitudinale cohortstudies. Centrale thema’s in haar onderzoek zijn risicofactoren en gevolgen van depressie en angst en de interactie van deze stoornissen met somatische gezondheid. Over deze onderwerpen heeft zij inmiddels meer dan honderdvijftig internationale publicaties op haar naam staan. Brenda Penninx promoveerde in 1996 aan de Vrije Universiteit. Hierna volgde enkele Amerikaanse onderzoeksjaren met aanstellingen als Visiting Fellow bij het Amerikaanse National Institute on Aging in Bethesda, MD en als Assistant/ Associate Professor aan Wake Forest University in North Carolina. In 2004 keerde zij terug naar het VU medisch centrum om wetenschappelijk leiding te geven aan het NESDA-onderzoek. Zij is aangesteld bij de vakgroep Psychiatrie en het EMGO Instituut van VUmc en is tevens geaffilieerd met de vakgroepen Psychiatrie van het Leids Universitair Medisch Centrum en het Universitair Medisch Centrum Groningen. Vandaag, 5 oktober 2007, houdt zij haar oratie ter aanvaarding van de Strategische Leerstoel in de epidemiologie van psychiatrische aandoeningen.
5
NESDA Nederlandse Studie naar Depressie en Angst Ongeveer één op de drie mensen krijgt gedurende zijn leven te maken met een stemmings- of angststoornis, zoals een depressie, een paniekstoornis of een fobie. Dat heeft grote gevolgen voor de gezondheid en het functioneren van mensen. Het is nog steeds onduidelijk wat mensen gevoelig maakt voor angststoornissen en depressies en wat bepaalt of deze klachten snel overgaan of juist lang duren. Om goed antwoord te kunnen geven op deze vragen is het nodig om een grote groep mensen te volgen door middel van longitudinaal onderzoek. Daarom is de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) in 2004 van start gegaan. Een totaal van 2.981 mensen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar mét en zónder depressie- of angstklachten worden gedurende acht jaar gevolgd. Deze respondenten zijn vooral geworven uit huisartspraktijken en ggz-instellingen in verschillende regio’s in Nederland. Er wordt niet alleen gekeken naar het psychisch functioneren, maar ook worden lichamelijke, sociale en economische omstandigheden in dit onderzoek bestudeerd. Het hoofddoel van het NESDAproject is het bestuderen van het langetermijnbeloop van angst en depressiestoornissen ten einde bij te dragen aan het verbeteren van de gezondheidszorg en de preventie van chroniciteit. De NESDA-studie wordt gefinancierd door het GeestKracht programma van ZonMw. De vakgroepen Psychiatrie, Huisartsgeneeskunde en Klinische psychologie van het VU Medisch Centrum, het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Leids Universitair Medisch Centrum werken samen met het Trimbos Instituut, Werkgroep Onderzoek Kwaliteit (Radboud Universiteit Nijmegen) en NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg). Ook ggzinstellingen (GGZ Buitenamstel, GGZ Drenthe, GGZ Groningen, De Geestgronden, Mentrum, GGZ Friesland en Rivierduinen) en patiëntenorganisaties (Angst Dwang en Fobie stichting, het Depressie Centrum en de Cliëntenbond) doen mee aan de NESDA-studie. Voor meer informatie zie www.nesda.nl
6
Dagvoorzitter & symposiumcommissie Dagvoorzitter Prof. dr. Aartjan Beekman Aartjan Beekman (1958) is als psychiater en A-opleider verbonden aan GGZ Buitenamstel en als hoogleraar en hoofd van afdeling Psychiatrie aan het VU Medisch Centrum. Hij is programmaleider van het onderzoeksprogramma Common Mental Disorders van het instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) aan het VUmc.
Symposiumcommissie • • • • • •
Marian Nijsen, voorzitter raad van bestuur Stichting Buitenamstel Geestgronden Witte Hoogendijk, hoogleraar Biologische psychiatrie VU medisch centrum/VU en psychiater GGZ Buitenamstel Aartjan Beekman, hoofd afdeling Psychiatrie VU medisch centrum en A-opleider GGZ Buitenamstel Ton van Balkom, hoogleraar Evidence-based psychiatrie VU medisch centrum en psychiater GGZ Buitenamstel Richard van Dyck, hoogleraar Psychiatrie VU medisch centrum Brenda Penninx, hoogleraar Epidemiologie van de psychiatrische aandoeningen VU medisch centrum
Abstracts Hans Ormel (MA Sociologie; Epidemiologie B, PhD) is hoogleraar aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, eerst in Sociale Epidemiologie en sinds 1996 als houder van de leerstoel Sociale Psychiatrie, in het bijzonder Psychiatrische Epidemiologie. Daarvoor werkte hij onder meer enkele jaren bij de centrale overheid in Den Haag. Hij was visiting professor aan de Universiteit van Washington en het Center for Health Studies in Seattle, het Institute of Psychiatry in Londen, en was fellowin-residence aan het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS) in the Humanities en Social Sciences van de KNAW.
Geen gezondheid zonder geestelijke gezondheid
Prof. dr. Hans Ormel, hoogleraar Sociale psychiatrie en psychiatrische epidemiologie Rijksuniversiteit Groningen De enorme persoonlijke en sociale consequenties van psychische stoornissen zijn sinds de introductie van de concepten Quality Adjusted Life Years (QALY’s) en Disability Adjusted Life Years (DALY’s) steeds duidelijker geworden. Hans Ormel presenteert een selectief overzicht van dit onderzoek - vooral recente hoogtepunten - en beargumenteert dat er geen gezondheid zonder geestelijke gezondheid kan bestaan. Hans Ormel verdedigt dit standpunt met behulp van: 1. recent verzamelde cross nationale data die fascinerende consistenties tussen landen laten zien; 2. onderzoeken die keken naar de impact van psychische stoornissen in de context van lichamelijke ziekte; 3. onderzoek dat de impact van psychische en lichamelijke stoornissen vergeleek. Tot slot bespreekt Hans Ormel enkele onopgeloste problemen, zoals hoe psychische stoornissen de deelname aan het maatschappelijk leven beperken en de grote individuele verschillen in de gevolgen van dezelfde stoornis.
8
Abstracts Depressie en angststoornissen: net zo vaak samen als apart
Prof. dr. Willem Nolen, hoogleraar Psychiatrie, in het bijzonder emotionele stoornissen Universitair Medisch Centrum Groningen Onder de respondenten van NESDA zijn net zoveel respondenten met alleen een depressie of alleen een angststoornis als met zowel een depressie als een angststoornis. Zijn depressies en angststoornissen aparte, als zodanig te diagnosticeren aandoeningen die vaak tegelijkertijd samen voorkomen? Of zijn het aandoeningen die meer op elkaar lijken dan dat ze van elkaar verschillen? Er zijn verschillende verklaringen voor de hoge co-morbiditeit: 1. De symptomen van een depressie en een angststoornis gaan niet alleen vaak samen, maar verschillen ook weinig van elkaar. 2. Met dezelfde klachten en symptomen kan iemand aan de diagnostische criteria van zowel een depressie als van een angststoornis voldoen. 3. Depressies en angststoornissen hebben (deels) dezelfde oorzaken. Waarschijnlijk is er een grote overlap in genetische kwetsbaar heid, zeker is er een grote overlap in luxerende psycho sociale stressfactoren. 4. Beide stoornissen zijn expressies van dezelfde aandoening. Is het eigenlijk wel relevant om een onderscheid te maken tussen depressies en angststoornissen? Als toch iedereen kan profiteren van een SSRI of van CGT, waarom zou een huisarts dan verder moeten gaan dan te concluderen dat er sprake is van een ‘affectieve stoornis’? En in hoeverre is de opsplitsing in de ggz in aparte zorgprogramma’s voor depressies en voor angststoornissen eigenlijk reëel? Hoewel niet het hoofddoel van het onderzoek, zal NESDA in de komende jaren over deze vragen zeker meer duidelijkheid verschaffen.
Willem Nolen deed de opleiding psychiatrie in Den Haag. Daarna werkte hij als psychiater en A-opleider in Bloemendaal (tegenwoordig Parnassia) in Den Haag en Altrecht in Utrecht. Van 1999 tot 2004 was hij hoogleraar Psychiatrie in het bijzonder de farmacotherapie bij het UMC Utrecht. Sinds 2003 is hij als hoogleraar Psychiatrie in het bijzonder de emotionele stoornissen en hoofd behandelzaken van de afdeling Emotionele stoornissen verbonden aan het UMC Groningen. Tevens is hij voor Noord-Nederland hoofdonderzoeker van NESDA.
9
Abstracts Nic van der Wee werd in 1999 als psychiater/psychotherapeut geregistreerd. Tot juli 2002 was hij als psychiater/onderzoeker werkzaam binnen de Zorglijn Angst- en Dwangstoornissen van het UMC Utrecht. Hij promoveerde in 2005 op een proefschrift over beeldvormend onderzoek bij de dwangstoornis. Sinds augustus 2002 is hij werkzaam op de afdeling Psychiatrie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij is betrokken bij diverse neurobiologische, klinische en implementatie en outcome onderzoeksprojecten en is de lokale coördinator voor NESDA
De symptomen voorbij. Een blik op het brein
Dr. Nic van der Wee, psychiater Stemmings- en angststoornissen Leids Universitair Medisch Centrum en Leiden Institute for Brain and Cognition NESDA is uniek door de combinatie van een uitgebreide verzameling van zowel epidemiologische als biologische gegevens, met als doel uiteindelijk determinanten van het beloop van angst en depressie te kunnen identificeren. Een groep van ruim 320 patiënten en gezonde controles neemt in het kader van de verzameling van biologische gegevens ook aan een uitgebreide MRI-studie deel. In tegenstelling tot veel andere MRI-studies zijn bij NESDA ook patiënten met comorbiditeit geïncludeerd. In de MRI-studie worden na twee, vier en acht jaar gedetailleerde structurele en taak- en rustgerelateerde functionele scans gemaakt. De gebruikte taken belasten cognitieve en emotionele hersencircuits die betrokken zijn bij (kwetsbaarheid voor) depressie en angst, met daarin bijvoorbeeld structuren zoals de prefrontale cortex, de hippocampus en de amygdala. Een tweetal onderzoeksmethoden is nog niet of nauwelijks bij patiënten met angst en depressie toegepast. In deze voordracht zal Nic van der Wee aandacht besteden aan een selectie van resultaten van de eerste analyses van de baselinescans. Met name resultaten die opvallend zijn in het licht van de bestaande literatuur of die van betekenis kunnen zijn voor de kliniek zal hij bespreken. Tot slot schetst hij ook nog kort toekomstige analyses.
10
Abstracts Genoomanalyse: de genen voorbij
Prof. dr. Witte Hoogendijk, hoogleraar Biologische psychiatrie VU medisch centrum /VU en psychiater GGZ Buitenamstel NESDA hoopt met een combinatie van omgevingfactoren en genetische codes beter te kunnen voorspellen wie een verhoogd risico heeft op het ontstaan of terugkeer van een depressie of angststoornis, teneinde betere preventieve maatregelen te kunnen ontwikkelen. Voor het welslagen van deze strategie lijkt het de laatste tijd steeds belangrijker om niet alleen naar de code van genen te kijken, maar ook naar hun functioneren.
Witte Hoogendijk combineerde zijn opleiding tot psychiater aan de Vrije Universiteit in Amsterdam met een PhD project aan het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen. In 2002 werd hij benoemd als lid van de Gezondheidsraad. In 2003 werd hij benoemd als hoogleraar in Biologische Psychiatrie bij VUmc en bij de faculteit ALW, afdeling Neurobiologie. Momenteel is hij ZONmw/NWO-Klinische Fellow bij VUmc, co-directeur van het Center for neurogenomics and cognitive research, en bestuurslid van NESDA.
11
Abstracts Prof. dr. Willem van der Does studeerde klinische psychologie in Leiden en studeerde af op een onderzoek naar hypnose onder begeleiding van Richard van Dyck. Hij werkte op het AMC (promotieonderzoek naar schizofrenie) en op het Brandwondencentrum Beverwijk. In 1990 werd hij universitair docent bij Psychiatrie in Leiden, in 1998 was hij visiting scholar op Harvard en sinds 1999 werkt hij als universitair hoofddocent bij klinische psychologie in Leiden, sinds 2004 als bijzonder hoogleraar experimentele psychopathologie. Onlangs kreeg hij een NWO-VICI subsidie voor onderzoek naar depressie
Psychologische behandeling van angst en depressie: de mode voorbij. Prof. dr. Willem van der Does, hoogleraar Experimentele psychopathologie Leids Universitair Medisch Centrum
Er is de laatste decennia veel veranderd in de psychologische behandeling van angst en depressie. Veertig jaar geleden begon de gedragstherapie, en iets later de cognitieve therapie, aan een opmars die inmiddels andere benaderingen min of meer heeft gemarginaliseerd. De laatste jaren is er echter sterke belangstelling van clinici en wetenschappers voor twee nieuwe ontwikkelingen. De eerste ontwikkeling betreft een aantal nieuwe therapievormen die minder probleemgericht zijn maar focussen op acceptatie en zingeving, en die inmiddels de ‘third wave’ worden genoemd (Mindfulness Based Cognitive Therapy en Acceptance and Commitment Therapy). De tweede ontwikkeling betreft de vertaling van bevindingen uit de experimentele psychopathologie in therapeutische interventies (Cognitive Bias Modification). Willem van der Does behandelt in hoeverre deze nieuwe ontwikkelingen werkelijk vernieuwingen zijn, en in hoeverre de enorme aandacht voor deze ontwikkelingen in verhouding is met de empirische ondersteuning. Hij stipt ook een complicerende factor aan, namelijk de bevinding dat vrij eenvoudige gedragsmatige interventies in effect niet onder lijken te doen voor cognitieve therapie
12
Abstracts Stepped care bij angst en depressie
Prof. dr. Ton van Balkom, hoogleraar Evidence-based psychiatrie VU medisch centrum en psychiater GGZ Buitenamstel Het stepped care zorgmodel staat de laatste jaren toenemend in de belangstelling als mogelijkheid om zowel de kwaliteit als de efficiëntie in de zorg te verbeteren. In deze studie werd de effectiviteit van een stepped care zorgprogramma voor patiënten met angst, spannings-, en/of depressieve klachten in de eerste en tweede lijn onderzocht. Daartoe werden twintig huisartsen gerandomiseerd over twee condities: stepped care en gebruikelijke zorg. Patiënten met ernstige klachten werden verwezen naar de tweede lijn. Patiënten met milde of matig-ernstige klachten startten hun behandeling in de eerste lijn met een zelfhulpcursus en begeleidende gesprekken. Patiënten met matigernstige klachten kregen hiernaast medicatie. Na vier en acht maanden werd de vooruitgang geëvalueerd. In totaal werden 158 patiënten geïncludeerd. Na vier maanden voldeden significant meer patiënten in de stepped care conditie vergeleken met de gebruikelijke zorg conditie aan de criteria voor respons (75% vs. 51%, P=.002) respectievelijk remissie (58% vs. 32%, P=.002). Na acht maanden was ook in de gebruikelijke zorg verdere verbetering opgetreden en werden geen significante verschillen meer gevonden (respons 80% vs. 69%, P=.152; remissie 57% vs. 53%, P=.629). Uit deze studie blijkt dat stepped care zorgprogramma’s op korte termijn significant betere resultaten opleveren vergeleken met gebruikelijke zorg.
Anton van Balkom is als hoogleraar Psychiatrie en psychiater verbonden aan de afdeling psychiatrie en het Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) van VUmc. Hij is daarnaast werkzaam op de polikliniek Angst van GGZ Buitenamstel. Zijn leerstoel betreft de evidence-based psychiatrie. Zijn wetenschappelijk onderzoek betreft diagnostiek, comorbiditeit, behandeling, richtlijnontwikkeling en implementatie van deze richtlijnen op het gebied van de angststoornissen. Hij zit in de redactie van het Tijdschrift voor Psychiatrie en zit in de Raad van Toezicht van de Angst, Dwang en Fobie Stichting, de patiëntenvereniging voor mensen met angststoornissen.
13
Abstracts Harm van Marwijk is lijncoördinator ggz van de onderzoeksgroep Huisartsgeneeskunde van het EMGO-Instituut van het VU medisch centrum en parttime huisarts. Hij begeleidt een groot aantal onderzoeks- en onderwijsprojecten op het eerstelijns ggz-terrein, wat al tot een flink aantal proefschriften heeft geleid. Zijn doel is bij te dragen aan verbetering van de ‘psychische’ eerstelijnszorg. Hij was vanaf de start bij NESDA betrokken. Verder geeft hij onderwijs aan huisartsen (in opleiding) over de aanpak van psychische problemen, vooral over problem solving treatment.
Zijn depressie en angst minder erg in de eerste lijn?
Dr. Harm van Marwijk, huisarts, lijncoördinator GGZ onderzoeksgroep huisartsgeneeskunde Zijn depressies en angststoornissen minder ernstig in de eerste dan in de tweede lijn? De huisarts kiest nu meestal voor een afwachtende, vraaggerichte benadering zodat de ernst vanzelf duidelijk wordt en de patiënt wordt ondersteund in zijn eigen keuzes. Is dat terecht? Zou de huisarts meer stoornisgericht moeten zijn? De diagnostiek is bovendien complex en tijdrovend bij deze mensen: door hun somberheid hebben mensen te negatieve verwachtingen of ze vermijden door hun angst om op tijd om hulp te roepen. Als huisarts hanteer je daarom een vraaggerichte benadering waarbij de aard van het verzoek en niet de stoornis centraal staat. Aan de hand van de baseline NESDA-data laat Harm van Marwijk zien of patiënten echt lichtere stoornissen hebben in de eerste lijn en de huisarts het natuurlijk herstel kan afwachten. Hoe vergelijkbaar zijn patiënten in de echelons wat betreft ernst en voorgeschiedenis? Worden ze inderdaad anders benaderd, bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van antidepressiva? Welke behoefte(n) hebben patiënten aan zorg, willen ze überhaupt behandeld worden? Deze en andere vragen, zoals hoe lang patiënten met een eerste depressieve episode antidepressiva slikken en hoe nuttig antidepressiva zijn bij lichte depressie, beantwoordt Van Marwijk aan de hand van de NESDA-resultaten en die van andere studies.
14
Referenten Prof. dr. Sako Visser Sako Visser is werkzaam als klinisch psycholoog en psychotherapeut bij GGZ Buitenamstel. Hij is daar ook werkzaam als manager Zorg bij het cluster Poliklinische psychiatrie. Daarnaast is Sako Visser bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam voor de postdoctorale Beroepsopleiding Gezondheidszorg Psycholoog. Als hoofdopleider is hij verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van de opleiding. Sako Visser is gepromoveerd op de diagnostiek en behandeling van hypochondrie. Hij was tevens jarenlang het hoofd van de Polikliniek Angst van GGZ Buitenamstel/VUmc.
Prof. dr. Frans Zitman Frans Zitman, psychiater, is hoofd van de afdeling Psychiatrie van het LUMC en directeur bij GGZ Leiden (onderdeel Rivierduinen). Tevens is hij A-opleider van de opleiding Psychiatrie die LUMC en Rivierduinen gezamenlijk hebben. Hij heeft diverse bestuurlijke functie waaronder lid van het dagelijks bestuur van NESDA. Frans Zitman is opgeleid in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Daarna was hij chef de policlinique Psychiatrie in het Academisch Ziekenhuis Leiden. Vervolgens werd hij hoogleraar biologische psychiatrie in
Nijmegen. Sinds 2000 werkt hij weer in Leiden.
Prof. dr. Harry Rooijmans Harry Rooijmans studeerde geneeskunde aan de UvA en werd opgeleid tot zenuwarts in Groningen. Hij promoveerde in 1969. Van 1970 tot 1976 was hij wetenschappelijk hoofdmedewerker in Groningen en psychiatrisch consulent in het Academisch Ziekenhuis Groningen. Van 1976 tot 1999 werkte Harry Rooijmans als hoogleraar Klinische psychiatrie in Leiden. Van 1992 tot 2002 was hij waarnemend voorzitter van de hoofdredactie van het NTvG en van 1999 tot 2006 voorzitter van de Raad voor Gezondheidsonderzoek. Vanaf 1 januari 2007 is Harry Rooijmans voorzitter van de commissie Geestkracht van ZonMw.
15