Vlissingen Middengebied herstructurering fase 3, gedeelte zuidzijde President Rooseveltlaan
Ruimtelijke onderbouwing
Middengebied herstructurering fase 3, gedeelte zuidzijde President Rooseveltlaan
Vlissingen
ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning
identificatie
planstatus
projectnummer
datum:
status:
130183.009413.00
19-09-2013
ontwerp
opdrachtleider:
ir. C.A. Louws opdrachtgever:
Vlissingen.com
3
Inhoudsopgave Ruimtelijke onderbouwing
5
Hoofdstuk 1
Projectbeschrijving en conclusie
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Leeswijzer
9
1.3
Projectbeschrijving
9
1.4
Conclusies ruimtelijke onderbouwing
14
Hoofdstuk 2
Ruimtelijke onderbouwing
17
2.1
Inleiding
2.2
17
Toetsing aan beleid
17
2.3
Omgevingsaspecten
20
2.4
Financiële aspecten
36
Bijlagen bij de ruimtelijke onderbouwing
39
Bijlage 1
Rekenbladen akoestisch onderzoek
41
Bijlage 2
Ecologisch onderzoek
43
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
4
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
ruimtelijke onderbouwing
7
Hoofdstuk 1 Projectbeschrijving en conclusie
1.1 Aanleiding De gemeente Vlissingen wil planologisch medewerking verlenen aan het bij haar ingediende initiatief voor de herontwikkeling van de locatie in het middengebied ter hoogte van de President Rooseveltlaan en de Vincent van Goghlaan. De beoogde herontwikkeling voorziet in de bouw van 12 rijwoningen en de aanleg van een groenzone. De locatie was tot voor kort bebouwd met verouderde portiekflats en rijwoningen. De ligging van de projectlocatie is globaal weergegeven in figuur 1.1. De nieuwbouw is gesplitst in twee deelgebieden. Deelgebied 2a past niet in het geldende bestemmingsplan Middengebied omdat de nieuwe woningen deels buiten de bestemming 'Wonen' geprojecteerd zijn en een groenzone voorzien is binnen de bestemming 'Verkeer' (zie figuur 1.2). De nieuwbouw van fase 2b past wel in het geldende bestemmingsplan en wordt dan ook zijdelings behandeld in voorliggende ruimtelijke onderbouwing.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
8
Figuur 1.1. Ligging plangebied en deelgebieden 2a en 2b De gemeente Vlissingen wil medewerking verlenen aan de beoogde ontwikkeling door middel van het instrument omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor afwijken van het geldende bestemmingsplan. Hiervoor moet in het kader van een goede ruimtelijke ordening een ruimtelijke onderbouwing (hierna RO) worden opgesteld. Voorliggende rapportage bevat deze RO.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
9
Figuur 1.2. Fragment verbeelding geldend bestemmingsplan Middengebied
1.2 Leeswijzer Een ruimtelijke onderbouwing moet bestaan uit: Wettelijke vereisten Waar in dit document? Een beschrijving van het initiatief/project Paragraaf 1.3 Een conclusie, waarin aan de hand van de belangenafweging en de Paragraaf 1.4 afstemming van het project op zijn omgeving wordt aangegeven dat het project voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening, met vermelding van de maatregelen (voorschriften of beperkingen). De conclusies van het onderzoek naar het beleid en de Paragraaf 2.2 en 2.3 omgevingsaspecten. De economische uitvoerbaarheid, inclusief het kostenverhaal. Paragraaf 2.4
1.3 Projectbeschrijving 1.3.1 Huidige situatie Het plangebied ligt in het middengebied in Vlissingen en wordt globaal begrensd door de President Rooseveltlaan (noordzijde), Vincent van Goghlaan (zuidzijde), Irislaan (westzijde) en de Willem Witsenlaan (oostzijde). De ligging is weergegeven in figuur 1.1. Sociale Wijkvisie Middengebied De stedenbouwkundige structuur in de wijk is van een zakelijke typologie met voornamelijk strokenbebouwing die wisselend in noord‐zuid‐ en oost‐westrichting gepositioneerd is. De stroken zijn veelal opgebouwd uit etagewoningen. In 2003 is er de Sociale Wijkvisie Middengebied vastgesteld door de gemeenteraad. Aan de hand hiervan vindt op planmatige wijze fysieke en sociale herstructurering plaats. Huidige situatie en analyse plangebied Op locatie 2a en 2b stonden tot voor kort portiekflats aan de Rooseveltlaan en rijwoningen aan de Jongkindlaan en de Vincent van Goghlaan. De portieketageflats waren door de positionering en gevelwand kenmerkend voor het straatbeeld van de President Rooseveltlaan. De schaal van het bouwblok en de gevel ritmiek geeft een eenzijdig en monotoon straatbeeld (zie figuur 1.3).
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
10
De verkaveling van de voormalige eengezinswoningen aan de Jongkindlaan en de Vincent van Goghlaan zijn een kwartslag gedraaid ten opzichte van de portiekflats aan de President Rooseveltlaan. De verkaveling is meer intiem. Dit beeld ontstaat onder meer door de schaal van de bebouwing en de private tuinen. Daarnaast fungeren de Jongkindlaan en de Vincent van Goghlaan niet als doorgaande wegen. In figuur 1.4 is het voormalige straatbeeld van de Vincent van Goghlaan weergegeven. In totaal stonden er 108 eengezins‐ en meergezins woningen in beide deelgebieden.
Figuur 1.3. Voormalig straatbeeld President Rooseveltlaan (de bebouwing is reeds gesloopt)
Figuur 1.4. Voormalig straatbeeld Vincent van Goghlaan (de bebouwing is reeds gesloopt)
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
11
1.3.2 Beoogde ontwikkeling De beoogde ontwikkeling voorziet in de herstructurering van deelgebied 2a en 2b. De bestaande bebouwing is reeds gesloopt. Voor de locatie is een stedenbouwkundig plan opgesteld en later op ondergeschikte onderdelen gewijzigd dat aansluit bij de uitgangspunten uit de wijkvisie om de fysieke en sociale structuur te verbeteren. Het plan voorziet in de realisatie van 12 woningen in deelgebied 2a. Stedenbouwkundig plan In het stedenbouwkundig plan is aansluiting gezocht bij de specifieke kenmerken van het middengebied en de oorspronkelijke structuur van de wijk. Uitvoerbaarheid Het stedenbouwkundig plan zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2012, is gepresenteerd aan omwonenden op 14 mei 2012. Op 25 juni 2013 zijn de schetsplannen alsmede enkele ondergeschikte afwijkingen van het stedenbouwkundig plan gepresenteerd aan de omwonenden. De gemeenteraad is hierover eveneens geïnformeerd in juni 2013. Stedenbouwkundige randvoorwaarden De kenmerkende bouwvolumes aan de President Rooseveltlaan zijn een belangrijk element van het plan, evenals het inbrengen van 'groene' openbare ruimte. Om een kwalitatief goede invulling aan herontwikkeling te geven zijn op stedenbouwkundig niveau uitgangspunten opgesteld. 1. verbijzondering van de kopgevels/bij voorkeur voordeur aan de zijkant; 2. duurzame erfafscheiding (groen of gemetseld) ‐ maximaal 1 m dicht; 3. informeel langsparkeren in het hofje (1 parkeerplaats per woning), bezoekersparkeren informeel langs de straat; 4. bestaande bomen handhaven; 5. speel‐/ontmoetingsplaatsen toevoegen. De bovenstaande nummers corresponderen met de nummers op figuur 1.5. Het plan sluit aan bij de hiervoor omschreven stedenbouwkundige randvoorwaarden. De voorgestane verkaveling is weergegeven in figuur 1.5. Hierin komen de elementen uit de stedenbouwkundige randvoorwaarden terug. parkeerhof tussen beide bouwblokken; oriëntatie bouwblokken op Rooseveltlaan; parkruimte ten westen van beide bouwblokken; Door de open ruimte tussen de bouwblokken aan de President Rooseveltlaan ontstaat een groene as die een verbinding vormt tussen beide deelgebieden en de bestaande groene ruimte aan de Albert Cuijplaan ten noorden deelgebied 2b.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
12
Figuur 1.5. Situering beoogde woningen Invulling openbare ruimte De openbare ruimte wordt gedragen door de lange, brede groene noord‐zuid as en de groene parkzone ten westen van de bouwblokken 2a1 en 2a2 (bouwblok 2a1 ligt ten de President Rooseveltlaan en bouwblok 2a2 is het meest zuidelijk gelegen). In de groenelementen is ruimte voor bestaande en nieuwe bomen. Er ontstaat een parkachtige omgeving rondom de bouwblokken, met doorkijk naar een bijzondere kopgevel en een speelplek. Hierna volgden de specifieke kenmerken van de openbare ruimte waarbij de nummering correspondeert met de nummers op figuur 1.6. 1. bloesembomen; 2. bestaande bomen; 3. gras; 4. vakken met lage bloeiende heesters; 5. 0,75 m hoog dijkje begroeid met lage bloeiende heesters; 6. bloemrijk grasmengsel; 7. hofje met roodbruine gebakken klinkers; 8. trottoir 30 x 30 tegels grijs; 9. parkpaden asfalt afgestrooid met parelgrind 10. dubbelzijdige bank.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
13
Figuur 1.6. Invulling openbare ruimte Bouwplan: architectuur en programma In deelgebied 2a worden 12 rijwoningen gebouwd. Aan het architectonisch beeld van de woningen liggen een aantal uitgangspunten ten grondslag. aansluiting bestaande jaren 50 architectuur; verhouding horizontaal <> verticaal; gelijke kozijnen (1,5 m x 1,5 m + 0,75 m x 1,5 m); verbijzondering van de hoekoplossing (kopgevels) en tuinafscheiding. De architectuur sluit aan bij de hiervoor omschreven randvoorwaarden. In figuur 1.7 zijn beide bouwblokken weergegeven. Hieruit blijkt de duidelijke ritmiek van de vlakverdeling in de gevels. Daarnaast zijn in de kopgevels voorzien van gevelopeningen waarmee zicht is op naastgelegen openbare ruimte. Tevens zijn de tuinafscheidingen opgenomen in het architectonisch ontwerp. Het bouwblok dat georiënteerd is op de President Rooseveltlaan heeft een extra bouwlaag ten opzichte van het bouwblok aan de zijde van de Jongkindlaan. Hierdoor ontstaat aan de President Rooseveltlaan een straatwand met voldoende bouwmassa die past bij de uitstraling van deze laan. Ter hoogte van de van Goghlaan/Jongkindlaan is gekozen voor een bouwmassa die goed aansluit bij de omringde lagere bebouwing en het openbaar groen.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
14
bouwblok 2a1
bouwblok 2a2 A
1.4 Conclusies ruimtelijke onderbouwing De beoogde ontwikkeling is ruimtelijk aanvaardbaar en past in de omgeving. De ontwikkeling maakt onderdeel uit van de herstructureringsopgave van het middengebied Vlissingen. De nieuwbouw vervangt verouderde en niet aan de huidige eisen toereikende bebouwing. De nieuwbouw voorziet in een kwalitatieve verbetering van openbare ruimte. Uitbreiding is ook op basis van het functionele beeld aanvaardbaar. Het project wordt gerealiseerd in een bestaande woonomgeving. De percelen zijn momenteel ook grotendeels in gebruik ten behoeve van de woonbestemming. Ook uit de toetsing aan beleid en planologische‐ en milieuaspecten (zie hoofdstuk 2) blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de beoogde ontwikkeling. Zowel ruimtelijk, stedenbouwkundig als vanuit
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
15
volkshuisvesting is het bouwplan een wenselijke ontwikkeling. Er zijn vanuit het beleid en sectorale wetgeving geen belemmeringen voor het uitvoeren van de beoogde ontwikkeling. Daarnaast is de ontwikkeling financieel uitvoerbaar.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
16
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
17
Hoofdstuk 2 Ruimtelijke onderbouwing
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de voorgenomen ontwikkeling beoordeeld op basis van het geldende beleidskader en de sectorale aspecten.
2.2 Toetsing aan beleid Beleidskader
Beoordelingsaspect/Onderwerp Afweging en conclusie SVIR Bij kleine ontwikkelingen is het Er is sprake van een relatief kleinschalige rijksbeleid niet relevant. ontwikkeling in een bestaand bebouwd gebied dat door de functie wonen wordt gekenmerkt. Er zijn geen specifieke onderwerpen van de SVIR waarmee voor dit project rekening moet worden gehouden. Conclusie De SVIR vormt geen belemmering. Provincie Zeeland Door sloop en vervanging van bestaande Omgevingsplan Het bundelingsbeleid van de 2012‐2018 provincie wordt voortgezet in de 4 bebouwing wordt uitleg aan de stad elders voorkomen. grote steden. Er wordt op een duurzame wijze invulling De duurzaamheidsladder wordt gegeven aan het benutten van ruimte binnen ingezet als stuurmiddel. bestaand stedelijk gebied. Er dienen regionale woningmarkt De nieuwe woningen sluiten qua type aan bij afspraken te worden gemaakt de bestaande bebouwing in het middengebied. Bovendien is sprake van een forse afname van het aantal woningen binnen het plangebied. Ingezet wordt op het verbeteren van de bestaande woningvoorraad De ontwikkeling sluit prima aan bij dit door verbeteren, veranderen, uitgangspunt. De bestaande woningen vervangen en verminderen. De worden vervangen door kwalitatief beter Zeeuwse corporaties kunnen woningen. Daarnaast is sprake van verdunning waardoor de woonomgeving verbeterd. daarbij helpen. Acties vanuit de provincie zijn: stimuleren en afstemmen regionale
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
18
samenwerking; ondersteunen transformatieprojecten;
Er komen minder woningen terug dan er gesloopt worden. Conclusie Het omgevingsplan van de provincie vormt geen belemmering voor de ontwikkeling. De beleidsvisie stimuleert een duurzame invulling van stedelijk gebied. Verordening ruimte Van toepassing is artikel 2. Er zijn (2012) geen overige specifieke onderwerpen aan de orde. Er is sprake van een ontwikkeling van nieuwe In de toelichting bij een woningen op de locatie van bestaande bestemmingsplan voor nieuwe bedrijventerreinen, verouderde woningen. haventerreinen, kantoren, Er wordt invulling gegeven aan de verordening detailhandel, met uitzondering van door de kwaliteit van woningen en kleinschalige detailhandel, woonomgeving te verbeteren. woningbouwlocaties en andere Voorts wordt ingezet op een duurzamer stedelijke voorzieningen alsmede gebruik van de ruimte. de uitbreiding daarvan, wordt aannemelijk gemaakt dat het plan Conclusie voorziet in een aantoonbare De ontwikkeling past binnen de verordening. regionale behoefte waarbij in die behoefte primair wordt voorzien binnen een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van bedrijvigheid, haventerrein, kantoren en wonen alsmede daarbij behorende voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur, met uitzondering van lineaire bebouwing langs wegen, waterwegen of dijken, door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten. Eerst indien in die behoefte aantoonbaar niet kan worden voorzien binnen een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing wordt een locatie benut die passend, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, ontsloten is of als zodanig wordt ontwikkeld.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
19
Stadsgewest Middelburg‐ Vlissingen Samenwerkingsvisie Bij het samenwerken in de sector De herstructurering voorziet in afname van 2010‐2020 wonen gaat het met name om de het aantal woningen in Vlissingen. Middelburg ‐ beleidsafstemming tussen beide Over de woningen die ten gevolge van deze Vlissingen gemeenten. ontwikkeling aan de woningvoorraad Vlissingen en Middelburg bedienen onttrokken worden afspraken gemaakt tussen 1 woningmarkt en beide beide gemeenten. gemeenten willen zoveel als mogelijk de aantallen woningen, de Conclusie fasering en de typologieën De beoogde ontwikkeling past binnen de afstemmen. gemeentelijke woningbouwplanning. Gemeente Vlissingen structuurvisie De visie geeft concreet aan dat een De herontwikkeling past hiermee uitstekend Vlissingen stad aan verdere herstructurering van het binnen de visie van de gemeente. zee ‐ een zee aan Middengebied wordt voorgestaan. In het stedenbouwkundige plan en de het plan ruimte (2009) en de geactualiseerde Voor de President Rooseveltlaan voor de openbare ruimte is veel ruimte voor structuurvisie van geldt: versterken groen raamwerk. groen opgenomen. Het gebied krijgt ten 30 mei 2013 Vlissingen verkiest kwaliteit boven gevolge van de ontwikkeling een groene kwantiteit, de focus ligt op de uitstraling. bestaande woningvoorraad en de De herstructurering voorziet in de sloop van woonomgeving. de verouderde bebouwing die vervangen Het vooruitzicht van bevolkingskrimp en de verouderde wordt door nieuwe eigentijdse woningen. woningvoorraad wordt ingezet als Hiermee sluit de ontwikkeling prima aan op kans om kwaliteit toe te voegen de visie. aan de bestaande woningvoorraad en woonomgeving. De prioriteit ligt op (herstructurering) van de bestaande voorraad. Sociale wijkvisie oor het gehele Middengebied is de De ontwikkeling voorziet in de uitvoering van Middengebied wijkvisie opgesteld die voorziet in de herstructureringsopgave uit de wijkvisie. een planmatige herstructurering van middengebied.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
20
Figuur 2.1. Structuurvisie Vlissingen 2020 (bron: structuurvisie Vlissingen stad aan zee ‐ een zee aan ruimte
2.3 Omgevingsaspecten 2.3.1 Archeologie In het kader van het geldende bestemmingsplan Middengebied is archeologisch onderzoek uitgevoerd door SOB Research. Het onderzoek is vertaald naar de bestemmingsplanregeling. Het plangebied is op basis van de onderzoeksresultaten niet niet aangewezen als aandachtsgebied voor bescherming van archeologische waarden. Op basis van het bestemmingsplan is het uitvoeren van archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Het bestemmingsplan geldt het beoordelingskader voor de omgevingsvergunning. Daarom zijn alle voorgenomen grondwerkzaamheden in het bewuste plangebied vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Conclusie Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
21
2.3.2 Cultuurhistorie Toetsingskader In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen en bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor afwijken van het bestemmingsplan rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden. Cultuurhistorie omvat archeologische, landschappelijke en bouwhistorische aspecten. Analyse en afweging landschap en bouwhistorie De locatie en directe omgeving daarvan maken geen onderdeel uit van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur en van bijzondere landschappelijke waarden. Conclusie Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 2.3.3 Verkeer, vervoer en infrastructuur Toetsingskader Voor de beoordeling van het aspect verkeer zijn de volgende criteria van belang: de bereikbaarheid voor het autoverkeer; het effect van de ontwikkelingen op het functioneren van de nabij gelegen (hoofd)verkeersstructuur. de bereikbaarheid voor het langzaam verkeer; voldoende parkeren; de verkeersveiligheid. Analyse en afweging Bereikbaarheid De locatie is goed bereikbaar voor het (langzaam) verkeer via de Rooseveltlaan, Irislaan en de Beatrixlaan. Ook via het openbaar vervoer is de locatie prima bereikbaar. Bushaltes Bloemenlaan en Sporthal liggen op circa 250 meter afstand. Parkeren Tussen beide bouwblokken is een parkeerhofje met twaalf parkeerplaatsen. De overige benodigde parkeerplaatsen kunnen in de omgeving van het plangebied worden opgelost. Door de daling van het aantal woningen neemt de parkeerdruk in de omgeving af. Ontsluiting De ontsluiting van de woningen vindt plaats via het bestaande wegennet. Naar verwachting zal dit geen belemmeringen opleveren ten aanzien van de verkeersveiligheid. Conclusie Vanuit verkeerskundig opzicht zijn er geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. 2.3.4 Milieuzonering Toetsingskader In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de realisatie van woningen nabij bedrijven of visa versa: een goed woon‐ en leefmilieu kan worden gegarandeerd ter plaatse van de woningen; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de eventueel in de omgeving aanwezige bedrijven/inrichtingen. Om in deze ruimtelijke onderbouwing de belangenafweging tussen een goed woon‐ en leefklimaat en de bedrijfsvoering goed mee te nemen wordt voor dit plan gebruik gemaakt van de VNG‐publicatie
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
22
Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze uitgave is een lijst opgenomen met allerhande activiteiten en bijbehorende richtafstanden die gehanteerd worden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Naarmate de milieubelasting van de activiteiten groter is, wordt uitgegaan van een grotere richtafstand. In geval van een omgevingstype 'gemengd gebied' mag worden uitgegaan van een kleinere richtafstand. De richtafstanden vormen een eerste indicatie van de aanvaardbaarheid in de situatie dat gevoelige functies in de nabijheid van milieubelastende activiteiten worden gesitueerd. Bouwen binnen de richtafstanden is eveneens aanvaardbaar, indien uit onderzoek blijkt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening waarbij milieuhinder voorkomen wordt. Onderzoek Bekeken dient te worden of de bouw van 12 rijwoningen gevolgen heeft voor/vanwege omliggende bedrijven/inrichtingen. Ten oosten van het projectgebied zijn meerdere bedrijven aanwezig. Tankstation Ten oosten van het projectgebied aan de President Rooseveltlaan is een Esso Servicestation gelegen. Dit servicestation verkoopt motorbrandstoffen waaronder LPG. Ten gevolge van deze activiteiten geldt voor een richtafstand van 50 meter. De afstand van de inrichting tot de ontwikkeling bedraagt circa 100 meter. Aan de richtafstand van 50 meter wordt derhalve ruimschoots voldaan. Overige bedrijven De overige bedrijven bevinden zich op meer dan 300 meter van de ontwikkeling. Ter plaatse van deze bedrijven is het planologisch toegestaan bedrijven tot en met categorie 3.1 te realiseren. Voor bedrijven met een milieucategorie 3.1 geldt een richtafstand van 50 meter. Gezien de grote afstand tot de ontwikkeling wordt ruimschoots voldaan aan deze richtafstand. Ter plaatse van de te realiseren woningen is gezien de aard van de bedrijfsactiviteiten in relatie tot de afstand dan ook sprake van een aanvaardbaar woon‐ en leefklimaat. De bedrijven worden door de beoogde ontwikkeling niet in hun functioneren belemmerd. Conclusie Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat ter plaatse van de te realiseren woningen sprake is van een aanvaardbaar woon‐ en leefklimaat en dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Tevens wordt geconcludeerd dat het aspect bedrijven en omliggende functies geen belemmering vormt voor de ontwikkeling. 2.3.5 Geluid Woningen zijn volgens de Wet geluidhinder geluidsgevoelige functies waarvoor, indien deze gelegen zijn binnen de geluidszone van een gezoneerde weg, akoestisch onderzoek uitgevoerd moet worden. De ontwikkeling ligt binnen de geluidszone van de President Rooseveltlaan. Toetsingskader Normstelling Langs alle wegen ‐ met uitzondering van 30 km/h‐wegen en woonerven ‐ bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg moet worden getoetst. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen‐ of buitenstedelijke ligging. De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day‐evening‐night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
23
Nieuwe situaties Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. De uiterste grenswaarde is op grond van artikel 83 Wgh afhankelijk van de ligging van de woningen (binnen‐ of buitenstedelijk). Voor de beoogde binnenstedelijke ontwikkeling geldt een maximaal toelaatbare hogere waarde van 63 dB voor wegverkeerslawaai. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB. 30 km/h‐wegen Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet‐gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt worden de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde. In dit kader is rekening gehouden met de ligging van de woningen ten opzichte van de Vincent van Goghlaan en de Irislaan. Op deze wegen geldt een maximumsnelheid van 30 km/h. Aftrek ex artikel 3.4 RMG 2012 Krachtens artikel 3.4 van het Reken‐ en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG) 2012 mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een representatief te achten snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een representatief te achten snelheid van 70 km/h of hoger geldt een aftrek van 2 dB. Op de voor de ontwikkeling relevante wegen (President Rooseveltlaan, Vincent van Goghlaan en Irislaan), gelden maximumsnelheden van 50 km/h en 30 km/h. Hiervoor vindt dus een aftrek plaats van 5 dB. Uitgangspunten De onderzoeken zijn uitgevoerd conform de Standaard Rekenmethode I (SRM I) uit het Reken‐ en Meetvoorschrift geluidhinder 2012 (RMG 2012). De woningen zijn gelegen binnen de wettelijke geluidszone van de President Rooseveltlaan. Deze weg heeft een geluidszone van 200 m uitgaande van twee rijstroken en een binnenstedelijke ligging. Tevens liggen de woningen direct aan de Vincent van Goghlaan en de Irislaan. Deze wegen zijn niet gezoneerd (maximumsnelheid 30 km/h). Voor deze wegen is in het kader van een goede ruimtelijke ordening beoordeeld of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. De woningen die liggen aan de President Rooseveltlaan (bouwblok 2a1) worden uitgevoerd in drie bouwlagen. Zodoende is een berekening uitgevoerd voor de waarneemhoogten 1,5 meter, 4,5 meter en 7,5 meter. De woningen aan de Vincent van Goghlaan (bouwblok 2a2) worden uitgevoerd in twee bouwlagen. Voor deze woningen is een berekening uitgevoerd voor de waarneemhoogten 1,5 meter en 4,5 meter.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
24
Intensiteiten Voor het akoestisch onderzoek dienen de verkeersintensiteiten voor het jaar 2024 gehanteerd te worden, voor een gemiddelde weekdag. Voor de President Rooseveltlaan is gebruik gemaakt van de meest recente verkeerstellingen (augustus 2010) uit het Gemeentelijk Verkeer‐ en Vervoersplan van de gemeente Vlissingen (2012). De resultaten van deze verkeerstelling geven inzicht in de huidige verkeersintensiteiten. Voor de Irislaan en de Vincent van Goghlaan zijn geen recente intensiteitsgegevens bekend. Voor de Irislaan is aangesloten bij de verkeersintensiteit op de Bloemenlaan, een soortgelijke weg met eenzelfde functie binnen de verkeersstructuur. Deze intensiteiten zijn met een jaarlijkse autonome groei van 1% doorgerekend naar het prognosejaar 2024. Voor de Vincent van Goghlaan is, op basis van de functie van de weg (erftoegangsweg ter ontsluiting langsliggende woningen) en de aanwezige functies langs de weg een aanname gedaan van circa 300 mvt/etmaal in het prognosejaar. In de toekomstige situatie neemt het aantal woningen door de herstructurering af ten opzichte van de bestaande situatie. De verkeersgeneratie binnen het plangebied zal daardoor in werkelijkheid beperkt afnemen. Binnen dit onderzoek is deze afname niet gekwantificeerd. Zodoende is uitgegaan van een 'worst‐case' situatie. Tabel 2.1. Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal) intensiteit basisjaar (2011) intensiteit 2024 President Rooseveltlaan 6.500 7.470 Irislaan 2.120 2.440 Vincent van Goghlaan ‐ 300 Voor de verschillende wegen is geen etmaal‐ en voertuigverdeling bekend. Daarom is aangesloten bij standaardverdelingen die gelden voor een stedelijke hoofdweg (President Rooseveltlaan), een wijkverzamelweg (Irislaan) en een buurtverzamelweg (Vincent van Goghlaan). De gehanteerde voertuig‐ en etmaalverdelingen zijn opgenomen in tabel 2.2. Tabel 2.2. Voertuig‐ en etmaalverdelingen wegen avond nacht dag President Rooseveltlaan Lichte motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 Middelzware 5,08 5,08 5,08 motorvoertuigen Zware motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 Etmaalverdeling 6,70 2,70 1,10 Irislaan lichte motorvoertuigen 93,46% 93,46% 93,46% middelzware 5,08% 5,08% 5,08% motorvoertuigen zware motorvoertuigen 1,46% 1,46% 1,46% etmaalverdeling 6,54% 3,76% 0,81% Vincent van Goghlaan lichte motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 middelzware 4,76 4,76 4,76 motorvoertuigen zware motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 etmaalverdeling 6,54% 3,76% 0,81% Maximum snelheid en wegverharding Op de President Rooseveltlaan geldt een snelheidslimiet van 50 km/h. De weg is uitgevoerd in dicht asfaltbeton (referentiewegdek). Op de beide andere wegen geldt een maximum snelheid van 30
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
25
km/uur. Deze zijn uitgevoerd in elementverharding. Resultaten Voor de twee bouwblokken is, omwille van de ligging ten opzichte van de verschillende wegen, een aparte berekening gemaakt. De rekenbladen zijn terug te vinden in bijlage 1. Bouwblok 2a1 In tabel 2.3 zijn de berekende geluidsbelastingen op de gevels van het bouwblok 2a1 opgenomen. Steeds is onderscheid gemaakt naar bron (verschillende wegen) en waarneemhoogte. Tevens is de, binnen de berekening aangehouden kortste afstand tussen de gevel en de wegas opgenomen. Tabel 2.3. Overzicht geluidsbelasting gevel bouwblok 2a1 (incl. aftrek ex artikel 3.4 RMG 2012) bron afstand tot wegas waarneemhoogte geluidsbelasting President Rooseveltlaan 12,5 meter 1,5 meter 59 dB 4,5 meter 59 dB 7,5 meter 59 dB Irislaan 72,0 meter 1,5 meter 42 dB 4,5 meter 44 dB 7,5 meter 45 dB Vincent van 56,5 meter 1,5 meter 34 dB Goghlaan 4,5 meter 36 dB 7,5 meter 37 dB Uit deze gegevens blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor de woningen in bouwblok 2a1 wordt overschreden ten aanzien van wegverkeer op de gezoneerde President Rooseveltlaan. De maximale geluidsbelasting bedraagt 59 dB (op alle waarneemhoogten). Verder blijk dat de uiterste grenswaarde van 63 dB niet wordt overschreden. Bouwblok 2a2 In tabel 2.4 zijn de berekende geluidsbelastingen op de gevels van het bouwblok 2a2 opgenomen. Steeds is onderscheid gemaakt naar bron (verschillende wegen) en waarneemhoogte. Tevens is de, binnen de berekening aangehouden kortste afstand tussen de gevel en de wegas opgenomen. Ten aanzien van de ligging van het bouwblok is met betrekking tot de President Rooseveltlaan rekening gehouden met de afschermende werking door het bouwblok 2a1. Hiertoe is binnen de berekening een afwijkende zichthoek ingesteld.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
26
Tabel 2.4. Overzicht geluidsbelasting gevel bouwblok 2a2 (incl. aftrek ex artikel 3.4 RMG 2012) bron afstand tot wegas waarneemhoogte geluidsbelasting President Rooseveltlaan 50,0 meter 1,5 meter 45 dB 4,5 meter 47 dB Irislaan 66,0 meter 1,5 meter 42 dB 4,5 meter 45 dB Vincent van 8,5 meter 1,5 meter 48 dB Goghlaan 4,5 meter 48 dB Uit deze gegevens blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt niet overschreden. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting Voor het bouwblok 2a1 wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ten gevolge van wegverkeerslawaai op de President Rooseveltlaan. Bezien is of met maatregelen de geluidsbelasting doelmatig kan worden teruggedrongen. Er is een aantal maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting denkbaar. Maatregelen aan de bron In geval van wegverkeerslawaai vallen hieronder bijvoorbeeld het verlagen van de maximum snelheid, het terugdringen van het verkeersaanbod en aanpassen van het wegdektype. De President Rooseveltlaan behoort tot de hoofdverkeersstructuur van de gemeente Vlissingen. De weg heeft een ontsluitende functie voor verschillende woonwijken. Derhalve zijn aanpassingen als het wijzigen van de functie van de weg waarmee het gebruik teruggedrongen kan worden of het verlagen van de maximum snelheid geen reële maatregelen. Aanpassen van het type wegdek kan de geluidsbelasting verlagen. De geluidsreductie is echter niet dusdanig dat aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB kan worden voldaan. Voor de woningen in bouwblok 2a1 zijn voor de President Rooseveltlaan alsnog hogere waarden noodzakelijk. De maatregel is hierdoor niet doelmatig en zal door de relatief beperkte omvang van de ontwikkeling op bezwaren van financiële aard stuiten. Maatregelen aan het overdrachtsgebied Hieronder vallen maatregelen zoals het toepassen van geluidsschermen of het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de gevel van de woning. Aan dit type maatregelen zijn hoge kosten verbonden en deze zijn ook uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk. Gezien de beperkte omvang van de ontwikkeling zijn dergelijke maatregelen niet reëel. Conclusie Uit het onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op bouwblok 2a1 door wegverkeerslawaai op de President Rooseveltlaan hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximaal toelaatbare hogere waarde van 63 dB wordt echter niet overschreden. Verder wordt geconcludeerd dat redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting door wegverkeer op President Rooseveltlaan voldoende te reduceren of dat maatregelen daartoe op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige, vervoerskundige of financiële aard stuiten. Om de bouw van de zes woningen binnen het bouwblok 2a1 mogelijk te maken, zal daarom voor deze zes woningen een besluit hogere waarde vastgesteld te worden. In onderstaande tabel is weergegeven welke en hoeveel hogere waarden aangevraagd dienen te worden.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
27
Tabel 2.5. Overzicht benodigde hogere waarden bouwblok 2a1 bron aantal woningen hogere waarden President Rooseveltlaan 6 59 dB Ten aanzien van de woningen binnen bouwblok 2a2 wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschreden. Een verdere procedure in het kader van de Wgh kan voor deze woningen achterwege blijven. 2.3.6 Bodemkwaliteit Normstelling en beleid Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Onderzoek De gronden waren tot voor kort in zijn gebruikt voor wonen, groen en verkeer. Vanuit dit historisch gebruik is het aannemelijk dat de gronden niet of niet zodanig vervuild zijn dat zij ongeschikt zijn voor het toekomstig beoogde gebruik (wonen en parkzone). Momenteel wordt op een groot deel van de locatie een bodemonderzoek uitgevoerd naar de bodemkwaliteit In december 2013 na de sloop van de flat zal het resterend deel worden onderzocht. De onderzoekresultaten voor het momenteel uitgevoerde bodemonderzoek worden medio oktober 2013 verwacht. Bij het indienen van de Omgevingsvergunning voor het bouwen zal de bodemgeschiktheid aangetoond moeten worden en kan het uitgevoerde bodemonderzoek hiervoor gebruikt worden. Conclusie Naar verwachting vormt de bodemkwaliteit geen belemmering voor de toekomstige ontwikkeling. Definitieve conclusies worden getrokken aan de hand van de resultaten van het bodemonderzoek en zullen de basis vormen bij de toetsing van de in te dienen Omgevingsvergunning. 2.3.7 Water Beleid Voor ruimtelijke plannen dient met de watertoets aangetoond te worden dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor de waterkwaliteit. De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het waterschap Scheldestromen, waar het plangebied binnen valt maakt gebruik van de watertoetstabel. Hieruit moet blijken of de beoogde functiewijziging strijdig is met waterdoelstellingen c.q. noodzaakt tot waterhuishoudkundige maatregelen.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
28
Thema Veiligheid/ Waterkering Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater)
Riolering/ RWZI (incl. water op straat/ overlast)
Water‐voorziening /‐aanvoer
Volksgezondheid (water gerelateerd)
Bodemdaling
Grondwateroverla st Oppervlakte‐ waterkwaliteit
Grondwater‐ kwaliteit
Waterdoelstelling Uitwerking Waarborgen veiligheidsniveau Er liggen geen primaire of regionale en daarvoor benodigde waterkeringen in en/of grenzend aan het ruimte. plangebied. Voldoende hoog gebouwd om Het verhard oppervlak zal gelijk blijven aan de instroming van huidige situatie. Hemelwater wordt afgekoppeld oppervlaktewater in naar de Schuitvaartgracht. maatgevende situatie(s) te voorkomen. Voldoende ruimte voor vasthouden/bergen/ afvoeren van water. Afkoppelen van (schone) Er wordt een gescheiden stelsel aangelegd, verharde oppervlakken i.v.m. waarbij al het hemelwater naar het oppervlaktewater wordt geleid. De uitbreiding reductie hydraulische belasting RWZI en wat betreft het afvalwater is reeds voorzien in transportsysteem met het vGRP. beperken overstorten. Rekening houden met (eventuele benodigde filter)ruimte daarvoor. Het voorzien van de bestaande De watervoorziening is niet in het geding. functie van (grond‐ en/of oppervlakte‐)water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water. Minimaliseren risico De bergbezinkvoorzieningen aan de Singel lozen water‐gerelateerde ziekten en op het oppervlaktewater in het plangebied. Op plagen. termijn zal een deel van het afgekoppelde Voorkomen van hemelwater van het Scheldekwartier hier ook op verdrinkingsgevaar/‐risico's via lozen. o.a. de daarvoor benodigde ruimte. Voorkómen van maatregelen De polderpeilen worden niet aangepast. die (extra) maaiveldsdalingen Bodemdaling zal niet optreden. met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken. Tegengaan/Verhelpen van In het gebied zijn geen meldingen bekend over grondwateroverlast. grondwateroverlast Behoud/Realisatie van goede Het hemelwater wordt afgekoppeld/niet oppervlaktewaterkwaliteit aangesloten. Er zijn (daardoor) geen nadelige voor mens en natuur. gevolgen voor de waterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Behoud/Realisatie van een Er wordt niet gebouwd in een natuurgebied, goede grondwaterkwaliteit infiltratiegebied en/of gebied voor
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
29
voor mens en natuur. drinkwatervoorziening. Verdroging Bescherming karakteristieke Verdroging is niet aan de orde. grondwaterafhankelijke ecologische waarden; m.n. van belang in/rond natuurgebieden (voor hydrologische beïnvloedings‐zone zie prov. OmgevingsPlan) Natte natuur Ontwikkeling/Bescherming Het plangebied grenst niet aan natte van een rijke gevarieerde en natuurgebieden. Er zijn daarom geen bijzondere natuurlijk karakteristieke maatregelen te treffen. aquatische natuur. Onderhoud Oppervlaktewater dient De nieuwe en bestaande situatie zijn identiek. (smogelijkheden) adequaat onderhouden te Daarom zal het onderhoud op dezelfde manier waterlopen kunnen worden. kunnen worden voortgezet. Ruimte voor De onderhoudsstrook is niet breed genoeg om Bagger bagger te storten. Bagger zal moeten worden afgevoerd. Waterschaps‐ M.b.t. de aanwezigheid Niet van toepassing wegen waterschapswegen binnen/nabij het plangebied. Conclusie Het aspect water vormt geen belemmering voor de herontwikkeling. 2.3.8 Luchtkwaliteit Beleid en Normstelling In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar‐ en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 2.3.8 weergegeven. Tabel 2.6. Grenswaarden maatgevende stoffen Wm stof
toetsing van
grenswaarde
geldig
stikstofdioxide (NO2) 1)
jaargemiddelde concentratie
60 µg/m³
2010 tot en met 2014
jaargemiddelde concentratie
40 µg/m³
vanaf 2015
jaargemiddelde concentratie
40 µg/m³
vanaf 11 juni 2011
24‐uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. meer vanaf 11 juni 2011 dan 50 µg/m³
fijn stof (PM10)
2)
De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m³ overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
30
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden, die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals het verlenen van een omgevingsvergunning), uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd in of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). NIBM In het Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden: een project heeft een toename van minder dan 3% van de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10 (= 1,2 µg/m³); een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg of kantoorlocaties met maximaal 100.000 m2 bvo bij één ontsluitingsweg. Onderzoek Wet milieubeheer De ontwikkeling bestaat uit de realisatie van 12 rijwoningen. De ontwikkeling wordt daarmee aangemerkt als een project wat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. De realisatie van 12 woningen past immers binnen de 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg. Derhalve is nader onderzoek niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (http://www.nsl‐monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat zowel in 2011 als in 2020 voldaan wordt aan de voor dit jaar geldende normen uit de Wet Milieubeheer zoals weergegeven in Tabel 2.3.8. Met behulp van deze monitoringstool kunnen de rekenpunten per weg worden geselecteerd voor de exacte rekenresultaten. De maategevende weg voor wat betreft luchtkwaliteit in de omgeving blijkt de Paul Krugerstraat. Het maximale gehalte stikstofdioxide in het jaar 2011 bedraagt hier 36,1 µg/m³ en voor fijnstof bedraagt dit maximaal 27,1 µg/m³, het maximaal aantal overschrijdingsdagen van het 24‐uurs gemiddelde voor fijnstof bedraagt 22 dagen In afbeelding 2.3.9 tot en met 2.3.11 zijn de rekenpunten voor het plangebied in 2011 weergegeven.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
31
Gehalte NO2 in het peiljaar 2011 o.b.v. NSL‐monitoringstool.
Gehalte PM10 in het peiljaar 2011 o.b.v. NSL‐monitoringstool.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
32
Aantal overschrijdingsdagen 24‐uursgemiddelden PM10 in het peiljaar 2011 o.b.v. NSL‐monitoringstool. Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling. 2.3.9 Explosieven Op basis van de (concept) Conventionele Explosieven Beleidskaart van de gemeente Vlissingen wordt geconcludeerd dat in het Middengebied weliswaar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden maar dat het gebied tevens na‐oorlogse bebouwing bevat waardoor de grond één of meerdere malen is geroerd. Bij de onderhavige locatie komen de nieuw te bouwen woningen nagenoeg op dezelfde locatie te staan ten opzichte van de bestaande appartementen en eengezinswoningen. Nader onderzoek kan om vorenstaande reden achterwege blijven. 2.3.10 Externe veiligheid Toetsingskader Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het GR geldt een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Risicorelevante inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
33
objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10‐6 per jaar. Bij de vaststelling van een ruimtelijk plan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied van de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Vervoer van gevaarlijke stoffen In de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10‐5 per jaar en de streefwaarde 10‐6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10‐6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire RVGS per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden uit het Basisnet Weg en het Basisnet Water opgenomen in de circulaire. In het BTEV worden tevens plasbrandaandachtsgebieden benoemd voor transportroutes. Vooruitlopend op de vaststelling van het BTEV wordt, aan de hand van de Basisnetten, al geanticipeerd op de beperkingen voor ruimtelijke ontwikkelingen die samenhangen met deze plasbrandaandachtsgebieden. Buisleidingen Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. In dat Besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering. Op grond van het Bevb dient zowel bij consoliderende plannen als bij ontwikkelingen inzicht te worden gegeven in de afstand tot het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Onderzoek Inrichtingen Ten oosten van het projectgebied op circa 100 meter is een benzineservicestation gelegen. Dit servicestation voorziet tevens in de verkoop van LPG. De doorzet van de verkoop van LPG is gelimiteerd tot 1000 m3 per jaar. Omdat de inrichting LPG verkoopt betreft deze inrichting een Bevi‐inrichting. Het projectgebied is gelegen binnen het invloedsgebied van het LPG‐reservoir. Voor deze inrichting is in 2010 de externe veiligheidssituatie in beeld gebracht door AVIV. Hieruit blijkt dat het groepsrisico de oriëntatiewaarde niet overschrijdt. De ontwikkeling voorziet in de realisatie van 12 rijtjeswoningen. Deze woningen worden gerealiseerd ter vervanging van 68 woningen en 2 commerciële ruimten. De personendichtheid zal dan ook afnemen ten gevolge van deze ontwikkeling. Daarmee zal tevens het groepsrisico dalen. Ook in de toekomstige situatie zal het groepsrisico de oriëntatiewaarde daarmee niet overschrijden. Omdat de ontwikkeling binnen het invloedsgebied van een Bevi‐inrichting is gelegen is een verantwoording van het groepsrisico echter wel noodzakelijk. Deze is verderop in deze paragraaf opgenomen. Transport gevaarlijke stoffen In en rondom het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor het water of door buisleidingen.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
34
Verantwoording Groepsrisico Op grond van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen dient de toename van het groepsrisico als gevolg van een ruimtelijk besluit te worden verantwoord. Bij de verantwoording komen aan bod: de verwachte dichtheid van personen in het invloedsgebied als gevolg van het besluit; de hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde; indien mogelijk, maatregelen ter beperking van het groepsrisico van degene die de inrichting drijft, die in het ruimtelijk besluit zijn opgenomen of die mogelijk in de nabije toekomst worden genomen; de voor‐ en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico; de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval; de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Effectscenario BLEVE‐scenario Met betrekking tot het vervoer en/of de opslag van brandbare gassen zoals LPG of propaan is een incident mogelijk met een tank(wagen) geladen met een van deze stoffen met als gevolg het voltrekken van een BLEVE (Boiling liquid expanding vapour explosion). In het meest geloofwaardige scenario scheurt de tank waardoor het tot vloeistof verdichte gas (LPG) expandeert en een overdrukscenario veroorzaakt (koude BLEVE). Dit kan worden gevolgd door een wolkbrand of een explosiescenario waarvan de effecten overeenkomen met de drukgolf van de koude BLEVE. In de onderstaande tabel staan de effectafstanden van het scenario weergegeven. Dit scenario wordt gezien als het maatgevend scenario voor een ongeval met een LPG‐ tank(wagen). Het scenario waarbij een zogenaamde warme BLEVE ontstaat is na uitvoering van de maatregelen uit het LPG convenant (aanbrengen van hittewerende coating op tankwagens) niet meer maatgevend. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het beschouwen van effecten bij het verladen van LPG bij LPG tankstations. Tabel 2.7. Effectafstanden koude BLEVE scenario Koude BLEVE‐scenario met een tankwagen Effect schadebeeld effectafstand 100% letaal (0,3 bar) verwoestende schade 30 m 1% letaal ( 0,1 bar) middelmatige schade 70 m (= invloedsgebied) Glasbreuk (0,03 bar) lichte schade 180 m Bij het ontstaan van een koude BLEVE is er sprake een overdrukscenario waarbij er geen tijd is voor ontvluchting van het gebied. De mate van zelfredding is afhankelijk van de situatie ter plaatse en van de gebouwen. Op het moment dat de hulpverlening ter plaatse komt kan er worden begonnen met het redden van slachtoffers. Maatregelen ter beperking van risico's Het LPG‐tankstation beschikt reeds over een geldige milieuvergunning. Daarmee is vastgelegd hoeveel LPG verhandeld mag worden gedurende een jaar. Dit betekent dat er geen mogelijkheden zijn om bronmaatregelen te treffen. Maatregelen ter beperking van effecten Los van de risico's kunnen aan de kant van de ontvanger maatregelen worden getroffen om de effecten ingeval van een calamiteit te beperken. De gebouwen en de directe omgeving moeten geschikt zijn om
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
35
het gebied te kunnen ontvluchten waarbij de aanwezige personen tijdig moeten kunnen worden geïnstrueerd. Maatregel met betrekking tot de omgeving: voorkomen van obstakels in vluchtroute (doodlopende straat, hekwerk, sloot en dergelijke); vluchtroute van de risicobron af situeren. Maatregelen op gebouwniveau: verminderen aantal (te openen) ramen aan de zijde risicobron; verminderen hoeveelheid glas aan de zijde risicobron. De uitvoering van bovengenoemde, aanvullende, bouwkundige maatregelen kan niet zeker worden gesteld in het ruimtelijk plan. Deze maatregelen komen aan de orde ten tijde van de bouwvergunning en moeten in overleg tussen gemeente en initiatiefnemer worden verwerkt in het ontwerp van de gebouwen en de vergunningaanvraag. Mogelijkheden voor bestrijdbaarheid van calamiteiten Aangenomen wordt dat het plangebied voldoende toegankelijk is voor hulpdiensten. Over de beschikbaarheid van primaire, secundaire en tertiaire bluswatervoorziening wordt overlegd met de regionale brandweer. Beschouwing van zelfredzaamheid In het plangebied is geen sprake van de aanwezigheid van groepen personen met een verminderde zelfredzaamheid zodat er geen bijzondere maatregelen nodig zijn. In het algemeen wordt gesteld dat de zelfredzaamheid van de aanwezige personen kan worden verhoogd door het bieden van handelingsperspectief. Voor het plangebied geldt, dat er wordt gezorgd voor een dekking van het Waarschuwings‐ en alarmeringssysteem (WAS). Na uitvoering van bovenstaande maatregelen is sprake van een restrisico. Dit restrisico wordt, gelet op de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot bestrijding van calamiteiten, aanvaardbaar geacht. Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. 2.3.11 Ecologie Beleid en normstelling De beoogde ontwikkeling mag vanuit ecologisch oogpunt niet tot een onevenredige afbreuk de naaste omgeving, de opbouw van het landschap, de flora en de fauna leiden. Om dit op juiste wijze te kunnen beoordelen is dit onderzoek verricht in het kader van de soortenbescherming: Flora‐ en faunawet, Vogel‐ en Habitatrichtlijn. Naast de soortenbescherming dient tevens onderzocht te worden of gebiedsbescherming van toepassing is. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van rijk, provincie en gemeente. Onderzoek In het kader van de beoogde ontwikkeling is door Jaap Woets ecologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen als bijlage 2 bij deze ruimtelijke onderbouwing. De resultaten zijn hierna weergegeven.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
36
Resultaten ecologisch onderzoek Soortenbescherming Voor de beoogde ontwikkeling is geen ontheffing in het kader van de Flora‐ en faunawet vereist. Gezien de omgeving, begroeiing en menselijke activiteiten, is niet uit te sluiten dat er enkele individuen voorkomen van soorten als de bosmuis, de gewone spitsmuis, de egel en de mol. Gebiedsbescherming Wat de gebiedsbescherming betreft vormen zowel de Natuurbeschermingswet 1998 als de Ecologische hoofdstructuur geen beletsel voor de ontwikkeling. Op het betrokken begroeide gedeelte bij het flatgebouw zijn veel soorten planten aan te treffen. Aangetroffen zijn akkerdistel, akkerkool, bastaardwederik, brede weegbree, bijvoet, canadese fijnstraal, canadese guldenroede, chinese kamperfoelie (Lonicera nitida elegantissima), fiorien, gewone esdoorn, gewone melkdistel, gewone raket, groot kaasjeskruid, kruipertje, haagliguster, haagwinde, kleine klaver, klein kruiskruid, kroontjeskruid, paardenbloem, perzikkruid, smalle weegbree, sneeuwbes, varkensgras, witte klaver, zwaluwtong en zwarte nachtschade. Er staat een zestal kersenbomen (Prunus) achter de flat en in de tuinen staat opslag van de gewone esdoorn (tot 3 m hoog). Werkzaamheden (rooien van beplanting) dienen hierbij uitgevoerd te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en broedvogels mogen niet verstoord worden. Conclusie Wat de gebiedsbescherming betreft vormen zowel de Natuurbeschermingswet 1998 als de Ecologische hoofdstructuur geen beletsel voor de ontwikkeling. Voor de beoogde ontwikkeling is geen ontheffing in het kader van de Flora‐ en faunawet vereist is. Voor het rooien van beplanting dient wel gewerkt te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en mogen broedvogels niet verstoord worden. 2.3.12 Kabels en leidingen Er liggen geen planologisch relevante kabels en leidingen in het plangebied.
2.4 Financiële aspecten 2.4.1 Financiële uitvoerbaarheid De initiatiefnemer (Vlissingen.com) heeft gegevens overlegd aan de gemeente waaruit blijkt dat deze investeringen financieel kan dragen. Op basis daarvan is de gemeente tot de conclusie gekomen dat de ontwikkelingen financieel uitvoerbaar zijn. Gelet op het vertrouwelijke karakter zijn de financiële gegevens niet in deze paragraaf opgenomen. bij besluit van 21 maart 2012 is door gedeputeerde staten een I.S.V. bijdrage verleend voor de realisering van de herstructurering van middengebied fase 3. 2.4.2 Grondexploitatie In de Wet ruimtelijke ordening zijn regels opgenomen over de grondexploitatie. Deze regels verplichten tot kostenverhaal door de gemeente. Doel hiervan is om bij de ontwikkeling van bouwlocaties een eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten voor publieke voorzieningen af te dwingen. Er is sprake van kostenverhaal (6.2.3 tot en met 6.2.5 Besluit ruimtelijke ordening (Bro)) als een bouwplan zoals aangegeven in 6.2.1 Bro wordt mogelijk gemaakt. De bouw van de nieuwe woningen wordt aangemerkt als een dergelijk bouwplan.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
37
Voor de beoogde ontwikkeling is tussen initiatiefnemer en de gemeente op 2 februari 2012 een privaatrechtelijk samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin de afspraken over het plan zijn vastgelegd, inclusief het kostenverhaal. Dat betekent dat geen exploitatieplan behoeft te worden vastgesteld. De verrekening van de gemeentelijke kosten voor de planologische procedure vindt plaats via de heffing van leges.
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
38
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
bijlagen
41
Bijlage 1 Rekenbladen akoestisch onderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
42
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
Ontvanger
: Blok 2a1 1.5
Rijlijn
: Pr. Rooseveltlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 : 3,50 : 0,52 : 0,80 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 50 0,00 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 50 0,00 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 50 0,00 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 10,98 0,10 1,85 0,70
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
1,5
12,50 12,52 0,00 0,00
: : : :
7470,00 6,70 2,70 1,10
E_dag E_avond 0,00 0,00 73,63 69,68 67,49 63,54 65,03 61,08 0,00 0,00 75,03 71,08 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 65,78 59,64 57,19 0,00 67,18 --
62,61 58,67 54,77 5 64 59
30-8-2013 8:47:52, blz. 1
Rijlijn
: Irislaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 0,00 Afstand schuin [m] : 1,00 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek
Rijlijn
: Vin. v. Goghlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,00 Afstand schuin [m] : 0,90 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 4,76 4,76 4,76 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 17,52 0,38 4,98 2,22
2440,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 69,14 66,73 66,36 63,95 64,15 61,74 0,00 0,00 71,79 69,39 ---
: : : : : :
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
72,00 72,00 0,00 0,00
: : : :
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
1,20 0,00 18,57 0,47 5,74 2,53
: : : :
: : : : : :
: : : :
E_nacht 0,00 60,06 57,29 55,08 0,00 62,72 --
45,68 43,28 36,61 5 47 42
56,50 56,50 0,00 0,00
: : : :
300,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 60,09 57,68 56,97 54,57 51,53 49,13 0,00 0,00 62,20 59,80 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 51,01 47,90 42,46 0,00 53,13 --
38,31 35,90 29,24 5 39 34
30-8-2013 8:47:52, blz. 2
Ontvanger
: Blok 2a1 4.5
Rijlijn
: Pr. Rooseveltlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 : 3,50 : 0,52 : 0,80 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 50 0,00 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 50 0,00 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 50 0,00 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 11,16 0,10 1,60 0,33
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
4,5
12,50 13,05 0,00 0,00
: : : :
7470,00 6,70 2,70 1,10
E_dag E_avond 0,00 0,00 73,63 69,68 67,49 63,54 65,03 61,08 0,00 0,00 75,03 71,08 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 65,78 59,64 57,19 0,00 67,18 --
63,04 59,10 55,20 5 64 59
30-8-2013 8:47:52, blz. 3
Rijlijn
: Irislaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,50 Afstand schuin [m] : 0,91 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek
Rijlijn
: Vin. v. Goghlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,00 Afstand schuin [m] : 0,90 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 4,76 4,76 4,76 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 17,53 0,38 3,94 1,23
2440,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 69,14 66,73 66,36 63,95 64,15 61,74 0,00 0,00 71,79 69,39 ---
: : : : : :
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
72,00 72,10 0,00 0,00
: : : :
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
1,20 0,00 18,58 0,47 4,09 1,48
: : : :
: : : : : :
: : : :
E_nacht 0,00 60,06 57,29 55,08 0,00 62,72 --
48,37 45,97 39,30 5 49 44
56,50 56,62 0,00 0,00
: : : :
300,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 60,09 57,68 56,97 54,57 51,53 49,13 0,00 0,00 62,20 59,80 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 51,01 47,90 42,46 0,00 53,13 --
40,33 37,92 31,26 5 41 36
30-8-2013 8:47:52, blz. 4
Ontvanger
: Blok 2a1 7.5
Rijlijn
: Pr. Rooseveltlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 : 3,50 : 0,52 : 0,80 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 50 0,00 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 50 0,00 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 50 0,00 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 11,53 0,11 1,60 0,23
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
7,5
12,50 14,21 0,00 0,00
: : : :
7470,00 6,70 2,70 1,10
E_dag E_avond 0,00 0,00 73,63 69,68 67,49 63,54 65,03 61,08 0,00 0,00 75,03 71,08 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 65,78 59,64 57,19 0,00 67,18 --
62,77 58,82 54,92 5 64 59
30-8-2013 8:47:52, blz. 5
Rijlijn
: Irislaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,50 Afstand schuin [m] : 0,91 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek
Rijlijn
: Vin. v. Goghlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,00 Afstand schuin [m] : 0,90 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 4,76 4,76 4,76 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 17,55 0,38 3,79 0,84
2440,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 69,14 66,73 66,36 63,95 64,15 61,74 0,00 0,00 71,79 69,39 ---
: : : : : :
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
73,00 73,31 0,00 0,00
: : : :
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
1,20 0,00 18,65 0,48 3,95 1,05
: : : :
: : : : : :
: : : :
E_nacht 0,00 60,06 57,29 55,08 0,00 62,72 --
48,87 46,47 39,80 5 50 45
56,50 56,90 0,00 0,00
: : : :
300,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 60,09 57,68 56,97 54,57 51,53 49,13 0,00 0,00 62,20 59,80 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 51,01 47,90 42,46 0,00 53,13 --
40,83 38,43 31,76 5 42 37
30-8-2013 8:47:52, blz. 6
Ontvanger
: Blok 2a2 1.5
Rijlijn
: Pr. Rooseveltlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 : 3,50 : 0,86 : 0,80 : 64 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 50 0,00 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 50 0,00 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 50 0,00 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 -2,98 16,99 0,34 4,70 2,06
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
1,5
50,00 50,01 0,00 0,00
: : : :
7470,00 6,70 2,70 1,10
E_dag E_avond 0,00 0,00 73,63 69,68 67,49 63,54 65,03 61,08 0,00 0,00 75,03 71,08 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 65,78 59,64 57,19 0,00 67,18 --
49,17 45,22 41,32 5 50 45
30-8-2013 9:14:40, blz. 1
Rijlijn
: Irislaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 0,00 Afstand schuin [m] : 1,00 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek
Rijlijn
: Vin. v. Goghlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,00 Afstand schuin [m] : 0,42 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 4,76 4,76 4,76 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 9,31 0,07 1,32 0,49
2440,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 69,14 66,73 66,36 63,95 64,15 61,74 0,00 0,00 71,79 69,39 ---
: : : : : :
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
66,00 66,00 0,00 0,00
: : : :
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
1,20 0,00 18,20 0,43 5,68 2,42
: : : :
: : : : : :
: : : :
E_nacht 0,00 60,06 57,29 55,08 0,00 62,72 --
46,27 43,86 37,19 5 47 42
8,50 8,53 0,00 0,00
: : : :
300,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 60,09 57,68 56,97 54,57 51,53 49,13 0,00 0,00 62,20 59,80 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 51,01 47,90 42,46 0,00 53,13 --
52,21 49,81 43,14 5 53 48
30-8-2013 9:14:40, blz. 2
Ontvanger
: Blok 2a2 4.5
Rijlijn
: Pr. Rooseveltlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 : 3,50 : 0,86 : 0,80 : 64 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 50 0,00 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 50 0,00 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 50 0,00 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 50 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 -2,98 17,00 0,34 3,73 1,11
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
4,5
50,00 50,14 0,00 0,00
: : : :
7470,00 6,70 2,70 1,10
E_dag E_avond 0,00 0,00 73,63 69,68 67,49 63,54 65,03 61,08 0,00 0,00 75,03 71,08 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 65,78 59,64 57,19 0,00 67,18 --
51,07 47,13 43,23 5 52 47
30-8-2013 9:14:40, blz. 3
Rijlijn
: Irislaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,50 Afstand schuin [m] : 0,90 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 93,46 93,46 93,46 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 5,08 5,08 5,08 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 1,46 1,46 1,46 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek
Rijlijn
: Vin. v. Goghlaan
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0,00 Afstand horizontaal [m] : 3,00 Afstand schuin [m] : 0,42 Afstand kruispunt [m] : 0,80 Afstand obstakel [m] : 127 : 9b - Elementenverharding niet in keperverband
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 2 Lichte Motorvoertuigen 94,59 94,59 94,59 30 4,86 3 Middelzware Motorvoert... 4,76 4,76 4,76 30 5,83 4 Zware Motorvoertuigen 0,65 0,65 0,65 30 5,83 5 Bromfietsen 0,00 0,00 0,00 30 0,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
1,20 0,00 9,68 0,07 1,18 0,24
2440,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 69,14 66,73 66,36 63,95 64,15 61,74 0,00 0,00 71,79 69,39 ---
: : : : : :
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
66,00 66,11 0,00 0,00
: : : :
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
1,20 0,00 18,20 0,43 4,02 1,38
: : : :
: : : : : :
: : : :
E_nacht 0,00 60,06 57,29 55,08 0,00 62,72 --
48,95 46,55 39,88 5 50 45
8,50 9,29 0,00 0,00
: : : :
300,00 6,54 3,76 0,81
E_dag E_avond 0,00 0,00 60,09 57,68 56,97 54,57 51,53 49,13 0,00 0,00 62,20 59,80 ---
: : : : : :
E_nacht 0,00 51,01 47,90 42,46 0,00 53,13 --
52,22 49,82 43,15 5 53 48
30-8-2013 9:14:40, blz. 4
43
Bijlage 2 Ecologisch onderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
44
Rho adviseurs voor leefruimte
130183.009413.00
Flora- en faunarapport voor een terrein met te slopen opstallen tussen Rooseveltlaan en Jongkindlaan in Vlissingen ______________________________________________
Bureau Woets’ Insecten _____________________ ir. J. Woets Oranjepad 32, 4461 TP Goes 0113-23.24.65 [email protected] 2 september 2013 Dit rapport beslaat 1 bladzijde
1
Flora- en faunarapport voor een terrein met te slopen opstallen tussen Rooseveltlaan en Jongkindlaan in Vlissingen Inleiding Het is de bedoeling van de woningbouwcoöperatie L’escaut om het flatgebouw Rooseveltlaan 650 - 742 en het belendende huizenblok aan de Breitnerlaan af te breken. Daar zijn als nieuw gedacht een twaalftal woningen en groen. Er is een vrijstellingsprocedure nodig omdat de nieuwe opzet niet past in het vigerende bestemmingsplan. Bevindingen Het gebied is bekeken op 30 augustus. Direct achter het flatgebouw ligt een open terrein tot op 30 m afstand. Aan de westkant daarvan staat het af te breken blok huizen langs de Breitnerlaan met verwaarloosde tuinen. Het terrein dat momenteel omrasterd is vanwege de sloopactiviteiten, bestaat uit een stuk met recent bewerkte grond (geen begroeiing), een begroeid gedeelte met kruiden en de verlaten tuinen aan de Breitnerlaan. Plantensoorten Op het betrokken begroeide gedeelte bij het flatgebouw zijn veel soorten planten aan te treffen. Aangetroffen zijn akkerdistel, akkerkool, bastaardwederik, brede weegbree, bijvoet, canadese fijnstraal, canadese guldenroede, chinese kamperfoelie (Lonicera nitida elegantissima), fiorien, gewone esdoorn, gewone melkdistel, gewone raket, groot kaasjekruid, kruipertje, haagliguster, haagwinde, kleine klaver, klein kruiskruid, kroontjeskruid, paardenbloem, perzikkruid, smalle weegbree, sneeuwbes, varkensgras, witte klaver, zwaluwtong en zwarte nachtschade. Er staat een zestal kersenbomen (Prunus) achter de flat en in de tuinen staat opslag van de gewone esdoorn (tot 3 m hoog). Diersoorten Gezien de omgeving, begroeiing en menselijke activiteiten, is niet uit te sluiten dat er enkele individuen voorkomen van soorten als de bosmuis, de gewone spitsmuis, de egel en de mol. Conclusie Wettelijk beschermde soorten planten en sporen van wettelijk beschermde diersoorten zijn niet vastgesteld tijdens het onderzoek van het terrein. Het gebied is ongeschikt voor de kwetsbare soorten planten en dieren die de bescherming verdienen van de flora- en faunawet. De mogelijk aanwezige kleine soorten zoogdieren mogen worden verjaagd, een aantal zelfs per ongeluk doodgemaakt. Gezien het seizoen en de aanstaande sloop hoeft geen rekening te worden gehouden met de broedtijd van vogels.
Goes, 2 september 2013
_________________________