Wegwijs in
Vlaamse registratierechten de
Wat moet u wanneer betalen?
Vlaamse registratierechten fors verminderd / 3 Voor welke transacties betaalt u registratierechten? / 4 Hoeveel moet u betalen? / 5 Basisbedrag: 10 % op de verkoopsom / 5 ‘Klein beschrijf’: 5 % / 6 Aankoop enige woning: geen registratierechten op de eerste 12 500 euro / 7 Deze brochure behandelt de registratierechten op de overdracht van onroerende goederen die in het Vlaamse Gewest
Latere aankopen: meeneembare rechten / 8
liggen. Ze is met de grootste zorg samengesteld, maar niet alle bijzonderheden en uitzonderingsgevallen worden ver-
Hoe gebeurt de betaling in de praktijk? / 11
meld. Alleen het Wetboek der Registratie-, Hypotheeken Griffierechten, zoals gewijzigd door de decreten van
Meer info? / 13
1 februari 2002, 5 juli 2002, 20 december 2002, 24 december
Bijlage / 14
2004 en 23 december 2005 heeft rechtskracht.
WEGWUJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
2
Vlaamse registratierechten fors verminderd De aankoop van een huis of stuk grond is één van de handelingen waarop u registratierechten moet betalen. Hoeveel bedragen die registratierechten in het Vlaamse Gewest, welke verminderingen kunt u ontvangen en hoe gaat dat alles in zijn werk? Dat zijn de vragen waar deze brochure een antwoord op biedt.
Sinds 2002 Vlaamse registratierechten.Sedert 1 januari 2002 is de Vlaamse overheid volledig bevoegd voor onder meer de registratierechten op de verkoop van onroerende goederen die in het Vlaams Gewest liggen. Wie een huis of grond koopt in het Vlaamse Gewest, valt dus onder de Vlaamse regeling, die duidelijk verschilt van de Waalse en Brusselse. Verminderingen. Waar zit het verschil tussen de Vlaamse registratierechten en de Waalse en Brusselse registratierechten? De tarieven zijn om te beginnen verlaagd: het ‘algemeen’ tarief bedraagt nog 10 % in plaats van 12,5 % en het tarief voor een ‘klein beschrijf’ is gedaald van 6 % naar 5 %. In bepaalde gevallen zijn de registratierechten ook ‘meeneembaar’: als u al een huis heeft gekocht en een paar jaar later verhuist, hoeft u niet noodzakelijk meer de volle pot te betalen. En wie een woning koopt en geen andere woning of bouwgrond heeft, moet geen registratierechten betalen op de eerste 12 500 euro van de aankoopsom. Met andere woorden: een huis of grond kopen, wordt vanaf nu een stuk goedkoper en verhuizen wordt gemakkelijker. Wilt u dichter bij uw werk gaan wonen om de dagelijkse files te vermijden? Dan geven de verminderde registratierechten u een steuntje in de rug!
Dirk Van Mechelen Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
3
Voor welke transacties betaalt u registratierechten? Voor elke koop van een onroerend goed dat in het Vlaamse Gewest ligt, moet u Vlaamse registratierechten betalen. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest hebben hun eigen regelgeving en tarieven.
Ook voor een ‘compromis’. Meestal betaalt u registratierechten bij de opmaak van de notariële akte. Maar de registratierechten zijn eigenlijk al verschuldigd zodra u een mondelinge overeenkomst hebt gesloten of een ‘compromis’ hebt getekend (een bindende overeenkomst tussen koper en verkoper vóór het opstellen van de notariële akte). Niet voor schenkingen. U moet alleen registratierechten betalen op overdrachtsovereenkomsten ‘onder bezwarende titel’. Dat wil zeggen dat elke partij zich ertoe verbindt om iets te geven of te doen. Bij een schenking is dat niet het geval, en dus moeten op een schenking geen registratierechten voor een verkoop, maar wel schenkingsrechten worden betaald. Uw notaris kan u daar meer informatie over geven. ‘Overdracht’? De overdracht van een onroerend goed is meestal de verkoop van een huis of een stuk grond, maar kan ook een ruilovereenkomst zijn waarbij een eigendomsrecht wordt overgedragen, of de overdracht of vestiging van een ander zakelijk recht, zoals een vruchtgebruik of een erfdienstbaarheid. Voor de overdracht of vestiging van een recht van opstal of een recht van erfpacht betaalt u dezelfde registratierechten als op huurovereenkomsten. Twijfelt u of de overeenkomst die u hebt gesloten onderworpen is aan registratierechten? Neem dan even contact op met een notaris. Die kan u meteen uitsluitsel geven.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
4
Hoeveel moet u betalen?
(Prijs + lasten – voordelen) X 10 %
Normaal betaalt u 10 % registratierechten op de verkoopsom van het onroerend goed. Er zijn echter belangrijke verminderingen. De bekendste daarvan is het ‘klein beschrijf’ voor bescheiden woningen. Maar ook wie een enige woning koopt, geniet voortaan van een forse vermindering. En wie een nieuw huis koopt en het oude verkoopt of al zijn rechten in het oude huis afstaat bij verdeling, kan de registratierechten die hij op het vorige huis heeft betaald in mindering brengen.
Basisbedrag: 10 % op de verkoopsom Normaal zijn 10 % registratierechten verschuldigd op de prijs die koper en verkoper zijn overeengekomen. Aan de koper kunnen naast die prijs ook bijkomende lasten worden opgelegd. Die lasten moeten worden geraamd en voor de berekening van de registratierechten aan de prijs worden toegevoegd. Als de verkoper zich bijvoorbeeld het recht voorbehoudt om nog drie maanden na de verkoop in het verkochte huis te wonen, vormt dat een voordeel voor de verkoper en een last voor de koper. Die last wordt aan de overeengekomen prijs toegevoegd.Omgekeerd: als de koper extra voordelen krijgt die een last voor de verkoper vormen (bijvoorbeeld: de verkoper betaalt de notarislonen of registratierechten), worden die voordelen van de overeengekomen prijs afgetrokken.
Overheid kan verkoopwaarde vaststellen. Ligt de verkoopsom die u bent overeengekomen beduidend lager dan de eigenlijke verkoopwaarde van het onroerend goed, dan moet u in de akte de normale verkoopwaarde vermelden zoals u ze zelf inschat. Doet u dat niet, dan kan de overheid zelf een heffing doen op basis van de verkoopwaarde, eventueel vermeerderd met een boete. Het is de plaatselijke ontvanger die in dat laatste geval de verkoopwaarde bepaalt, op basis van de verkoopsom van gelijkaardige woningen of gronden in dezelfde buurt. Die schatting kunt u eventueel betwisten. Als u niet tot een vergelijk kunt komen met de ontvanger, vraagt hij of zij in bepaalde gevallen een controleschatting aan. Die gebeurt door één of drie deskundigen. BTW-stelsel: alleen registratierechten op de grondprijs. Als u van een BTW-plichtige een ‘nieuw gebouw’ koopt, moet u alleen registratierechten op de prijs van de grond betalen. Op de waarde van het gebouw zelf betaalt u 21 % BTW. De BTW-belastingsdiensten beschouwen een gebouw als ‘nieuw’ tot 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikneming of inbezitneming. Als een gebouw dus voor de eerste keer wordt bewoond op 14 mei 2004, wordt het tot 31 december 2006 beschouwd als nieuw. Drie vijfden terug als u binnen twee jaar opnieuw verkoopt. Als u (of bijvoorbeeld uw kinderen) het onroerend goed geheel of gedeeltelijk binnen 2 jaar opnieuw verkoopt, kunt u drie vijfden van de oorspronkelijk betaalde registratierechten terugvorderen. Meestal is het de notaris die op uw verzoek een dergelijk ‘verzoekschrift tot teruggave’ opstelt.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
5
Eventueel terugstorting
‘Klein beschrijf’: 5 % Op het algemene tarief van 10 % gelden verschillende reducties. De belangrijkste daarvan is het ‘klein beschrijf’: wie een bescheiden woning koopt en aan een aantal andere voorwaarden voldoet, betaalt maar 5 % registratierechten. Bescheiden? Een woning is bescheiden als het nietgeïndexeerd kadastraal inkomen van de woning en de erbij aangekochte gebouwen en gronden die er één geheel mee vormen (bijvoorbeeld de garage of de schuur) maximum 745 euro bedraagt. Het kadastraal inkomen van de samen met de woning aangekochte gronden (bijvoorbeeld een aangrenzende tuin) mag bovendien niet meer dan 323 euro bedragen. Voor gezinnen met minimum drie kinderen ten laste wordt het bedrag van 745 euro opgetrokken met: • 100 euro voor drie of vier kinderen ten laste, • 200 euro voor vijf of zes kinderen ten laste, • 300 euro voor zeven of meer kinderen ten laste. Opgelet: voor de berekening van deze bedragen worden ook de onroerende goederen meegerekend waarvan u, of uw man of vrouw, al eigenaar bent op het moment van de aankoop, tenzij u: • die goederen geërfd hebt van bloedverwanten in opgaande lijn (bijvoorbeeld een ouder of grootouder), • én hun kadastraal inkomen maximum 25 % bedraagt van de bovenstaande grenswaarden (dus, als u geen kinderen ten laste hebt: 80,75 euro voor bouwgrond en 186,25 euro voor een woning). Voor een bouwgrond moet u altijd het groot beschrijf betalen. Maar u kunt wel een teruggave krijgen als u later op die grond een bescheiden woning bouwt (zie kaderstukje). Welk kadastraal inkomen ? Het kadastraal inkomen komt niet altijd meer overeen met de werkelijkheid op het ogenblik van uw aankoop, bijvoorbeeld als de verkoper verbeteringswerken heeft uitgevoerd. Om te vermijden dat u op basis van dat te lage kadastraal inkomen een klein beschrijf zou verkrijgen dat later zou worden teruggevorderd, komt een ambtenaar van het kadaster langs als u een klein beschrijf aanvraagt. Als de ambtenaar meent dat het kadastraal inkomen nog altijd beantwoordt aan de huidige situatie, levert hij of zij een attest in die zin af. In het andere geval betekent de ambtenaar het herziene kadastraal inkomen aan de verkoper, die twee maanden de tijd heeft om tegen
Het kan gebeuren dat u eerst 10 % registratierechten moet betalen omdat het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van uw onroerend goed nog niet bekend is. Bijvoorbeeld: u koopt een nieuwbouwwoning waarvan nog geen definitief kadastraal inkomen is vastgesteld. Of u koopt een bouwgrond waarop u achteraf een woning bouwt die onder het klein beschrijf valt. In dat geval kunt u 5 % terugvorderen als u expliciet in de akte hebt laten vermelden dat u aan de voorwaarden voor het klein beschrijf voldoet. U doet dat via een ‘verzoekschrift tot teruggave’ met als bijlage een uittreksel uit het kadaster met het definitieve kadastraal inkomen. U kunt dat verzoekschrift door uw notaris laten opstellen.
de herschatting beroep aan te tekenen. Bedraagt het herziene kadastraal inkomen niet meer dan 745 euro, dan kunt u nog altijd van het klein beschrijf genieten.
Andere voorwaarden. Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen is de basisvoorwaarde om van een klein beschrijf te genieten, maar het is niet de enige. • Alleen natuurlijke personen kunnen van een klein beschrijf gebruikmaken. Rechtspersonen, zoals vennootschappen of vzw’s, kunnen dat niet. • U moet het volledige goed verwerven. • Geen vruchtgebruik. U moet de volle of blote eigendom verwerven. Als u alleen het vruchtgebruik verwerft, kunt u niet van het klein beschrijf genieten. • Geen andere woning. U (of uw man of vrouw) mag geen andere woning voor de geheelheid in bezit hebben tenzij u die geërfd hebt van een bloedverwant in opgaande lijn. • Drie jaar lang bewonen. U (of uw man of vrouw) moet maximum 3 jaar na het verlijden van de akte op het adres van de woning ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, en er ook minstens 3 jaar zonder onderbreking ingeschreven blijven. • Als u het goed met verschillende mensen samen verwerft, kan elke koper die aan de voorwaarden voldoet, van de vermindering genieten - zelfs als de andere kopers niet aan de voorwaarden voldoen.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
6
Aankoop enige woning: geen registratierechten op de eerste 12 500 euro Wie een huis of bouwgrond aankoopt en op dat moment geen ander tot bewoning bestemd onroerend goed bezit, moet geen registratierechten betalen op de eerste 12 500 euro van de aankoopsom. Het gaat dus niet alleen om de eerste woning: deze vermindering geldt ook voor de aankoop van een nieuwe woning nadat u de vorige hebt vervreemd. Voorwaarden. • Alleen natuurlijke personen kunnen van deze maatregel gebruikmaken. Rechtspersonen, zoals vennootschappen of vzw’s, kunnen dat niet. • Hoofdverblijfplaats binnen 2 of 5 jaar. Een woning moet u als hoofdverblijfplaats in gebruik nemen binnen twee jaar na de registratie van het document waarop de aankooprechten worden geheven. Normaal is dat de aankoopakte, maar bij een aankoop onder opschortende voorwaarde geldt de registratie van de fiscale verklaring als begindatum. Voor een bouwgrond geldt een periode van 5 jaar. Een gebouw dat op het ogenblik van de aankoop nog niet bewoonbaar is (bijvoorbeeld een loods die u met de nodige vergunningen tot loft wilt omvormen) wordt beschouwd als bouwgrond. • Alleen volle eigendom. Deze regeling geldt niet voor vruchtgebruik of blote eigendom. • Het volledige goed. De koper(s) moet(en) het volledige goed verwerven. • Zuivere aankoop. De aankoop moet zuiver zijn. Dat betekent dat de vermindering niet geldt voor bijvoorbeeld een ruil. • Geen andere woning of bouwgrond. De kopers mogen noch apart, noch samen de volle en volledige eigendom van een woning of bouwgrond hebben op de datum van de aankoop – ook niet door een erfenis. • Vormvoorwaarde. Omdat de vormvoorwaarden op verschillende wijzen kunnen worden vervuld, raden we u aan steeds uw notaris te raadplegen. • Alle kopers samen. Als u het goed met verschillende mensen samen verwerft, moet elke koper aan alle voorwaarden voldoen.
Indien, de vermindering niet werd gevraagd of niet werd bekomen op het moment van de registratie, kunnen de teveel geheven rechten nog worden teruggevraagd door het indienen van een verzoekschrift binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van de registratie. Niet combineerbaar met meeneembaarheid. U kunt deze korting niet combineren met de meeneembaarheid van uw registratierechten (zie p.8). Naargelang van wat in uw geval het voordeligst is, kiest u voor één van beide systemen. Als u van dit voordeel heeft genoten, kunt u achteraf wel nog de teruggave verkrijgen van drie vijfden van de betaalde registratierechten als u het goed binnen de twee jaar opnieuw verkoopt (zie p. 5).
In de praktijk U koopt een woning van 100 000 euro. Daarop moet u 10 % registratierechten betalen, dus 10 000 euro. Maar omdat het om uw enige woning gaat, moet u maar registratierechten betalen op 87 500 euro (namelijk 100 000 – 12 500 euro). U betaalt dus 8750 euro in plaats van 10 000 euro.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
7
Latere aankopen: meeneembare rechten U hebt in het Vlaamse Gewest een woninghoofdverblijfplaats gekocht en besluit die woning later te verkopen en een andere woning-hoofdverblijfplaats in het Vlaamse Gewest te kopen. Dan kunt u de registratierechten in mindering brengen die u voor die eerste woning hebt betaald, tot maximum 12 500 euro. U kan eveneens van deze vermindering genieten indien u al uw rechten in die eerste woning afstaat. Opgelet: deze meeneembaarheid is niet combineerbaar met de gedeeltelijke vrijstelling van registratierechten bij de aankoop van een enige woning (zie p.7). Naargelang van wat in uw geval het voordeligst is, kiest u voor één van beide systemen. Bijvoorbeeld: u verkoopt een woning van 70.000 euro en koopt een woning van 100.000 euro. Op de aankoop van die tweede woning moet u normaal 10% registratierechten (10.000 euro) betalen. • de vrijstelling van registratierechten zou u 1.250 euro opleveren: u betaalt 10% x (100.000 euro – 12.500 euro) = 8.750 euro. • de meeneembaarheid zou u 7.000 euro opleveren: u hebt 7.000 euro (10% x 70.000 euro) registratierechten betaald op woning 1 en u mag die volledig in mindering brengen want u blijft onder het plafond van 12.500 euro. U betaalt dus nog (10% x 100.000 euro) – 7.000 euro = 3.000 euro. In dit geval kiest u dus het best voor de meeneembaarheid en betaalt u maar 3.000 euro registratierechten. Woning 1 is verkocht of verdeeld vóór woning 2 is aangekocht. Als u uw oorspronkelijke hoofdverblijfplaats al hebt verkocht of verdeeld vóór u uw tweede woning aankoopt, worden de betaalde registratierechten op woning 1 met maximum 12.500 euro direct in mindering gebracht. De voorwaarden:
• Alleen natuurlijke personen kunnen van deze maatregel gebruikmaken. Rechtspersonen, zoals vennootschappen of vzw’s, kunnen dat niet. Maar u mag het goed wel samen met een rechtspersoon verwerven. Als u het goed met verschillende mensen samen verwerft, kan elke koper die aan de voorwaarden voldoet, van de vermindering genieten voor het gedeelte van de registratierechten die hij of zij wettelijk gezien verschuldigd is – zelfs als de andere kopers niet aan de voorwaarden voldoen. • Woning 1 is hoofdverblijfplaats. Woning 1 moet uw hoofdverblijfplaats zijn op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de verkoop of verdeling. Als u dus een bouwgrond hebt gekocht, moet er een woning op zijn gebouwd die uw hoofdverblijfplaats was op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de verkoop of verdeling. • Woning 2 is hoofdverblijfplaats. Woning 2 moet uw hoofdverblijfplaats worden binnen twee jaar na de registratie van het document waarop de aankooprechten worden geheven. Normaal is dat de aankoopakte, maar bij een aankoop onder opschortende voorwaarden geldt de registratie van de fiscale verklaring als begindatum. Als u een bouwgrond koopt, moet u daar binnen 5 jaar uw hoofdverblijfplaats vestigen. Een gebouw dat op het ogenblik van de aankoop nog niet bewoonbaar is (bijvoorbeeld een loods die u tot loft wilt omvormen met de nodige vergunningen) wordt beschouwd als bouwgrond. • Zuivere verkoop of verdeling en zuivere aankoop. Woning 1 moet zuiver worden verkocht of worden verdeeld. Woning 2 moet zuiver worden aangekocht. Dit betekent dat de meeneembaarheid niet geldt voor bijvoorbeeld een ruil. • Twee jaar tussen verkoop of verdeling en aankoop. U moet woning 2 maximum 2 jaar na de verkoop of verdeling van woning 1 hebben aangekocht. U mag intussen wel een andere woning huren. U kunt deze maatregel eventueel combineren met de teruggave van drie vijfden van de registratierechten als u het goed binnen de twee jaar opnieuw verkoopt (zie p. 5). Combineren is niet hetzelfde als cumuleren! Als u dus 5.000 euro registratierechten hebt betaald voor woning 1, kunt u 3.000 euro terugkrijgen als u ze binnen twee jaar verkoopt (drievijfden-maatregel). U kunt dan nog de resterende 2.000 euro registratierechten in mindering brengen als u een tweede woning aankoopt. Indien de op woning 1 betaalde rechten niet werden in mindering gebracht van de op woning 2 verschuldigde rechten op het moment van de registratie, kunnen deze rechten nog worden teruggegeven door het indienen van een verzoekschrift binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van de registratie.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
8
Woning 2 is aangekocht vóór woning 1 is verkocht of verdeeld. Als u uw oorspronkelijke hoofdverblijfplaats verkoopt of verdeelt nadat u uw tweede woning hebt aangekocht, kunt u in de verkoopakte of verdelingsakte van woning 1 verzoeken om de oorspronkelijk betaalde registratierechten op woning 1 teruggestort te krijgen, met een maximum van 12 500 euro. Wordt die vraag niet in de akte vermeld, dan kunt u de terugstorting ook achteraf aanvragen via een verzoekschrift. De voorwaarden: • Alleen natuurlijke personen kunnen van deze maatregel gebruikmaken. Rechtspersonen, zoals vennootschappen of vzw’s, kunnen dat niet. Maar u mag het goed wel samen met een rechtspersoon verwerven. Als u het goed met verschillende mensen samen verwerft, kan elke koper die aan de voorwaarden voldoet, van de vermindering genieten – zelfs als de andere kopers niet aan de voorwaarden voldoen. • Woning 1 is hoofdverblijfplaats. Woning 1 moet uw hoofdverblijfplaats zijn op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan het ogenblik dat u het aankoopcompromis voor woning 2 afsluit. Als u dus een bouwgrond hebt gekocht, moet er een woning op zijn gebouwd die uw hoofdverblijfplaats was op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de aankoop van woning 2 (of bouwgrond 2). • Verkoop binnen 2 of 5 jaar. U moet woning 1 verkopen of verdelen binnen 2 jaar na de aankoop van woning 2. Als u een bouwgrond koopt, geldt een termijn van 5 jaar. Een gebouw dat op het ogenblik van de aankoop nog niet bewoonbaar is (bijvoorbeeld een loods die u tot loft wilt omvormen met de nodige vergunningen) wordt beschouwd als bouwgrond. • Woning 2 is hoofdverblijfplaats. woning 2 moet uw hoofdverblijfplaats worden binnen twee jaar na de registratie van het document waarop de aankooprechten worden geheven. Normaal is dat de aankoopakte, maar bij een aankoop onder opschortende voorwaarden geldt de registratie van de fiscale verklaring als begindatum. Als u een bouwgrond koopt, moet u daar uw hoofdverblijfplaats vestigen binnen 5 jaar na de registratie. • Zuivere aankoop en zuiver verkoop of verdeling. Woning 2 moet zuiver worden aangekocht. Woning 1 moet zuiver worden verkocht of worden verdeeld. Dit betekent dat de meeneembaarheid niet geldt voor bijvoorbeeld een ruil. U kunt deze maatregel eventueel combineren met de teruggave van drie vijfden van de registratierechten als u uw oude woning-hoofdverblijfplaats heeft verkocht binnen de twee jaar na de aankoop. Combineren is niet hetzelfde als cumuleren! Als u dus 5.000 euro hebt betaald voor woning 1, kunt u 3.000 euro terugkrijgen als
u ze binnen twee jaar verkoopt (drievijfdenmaatregel). U kan dan nog de resterende 2.000 euro terugkrijgen ingevolge de meeneembaarheid.
Aanvullende rechten zijn niet meeneembaar. De rechten die na de registratie van de aankoop van woning 1 worden geheven (bijvoorbeeld omdat de koper niet voldoet aan de voorwaarden van het klein beschrijf) kunnen niet in mindering worden gebracht van de rechten verschuldigd op de aankoop van woning 2.
In de praktijk Voorbeeld 1: 1. Jan koopt samen met Katrien, ieder voor de helft, een woning met een waarde van 100.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 10.000 euro (100.000 x 10 %). Ze betalen dus elk 5.000 euro registratierechten. Een paar jaar later verkopen ze die woning en kopen ze een woning met een waarde van 140.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 14 000 euro (140.000 x 10 %). Dankzij de regel van de meeneembaarheid kunnen ze de eerder betaalde registratierechten nu in mindering brengen en betalen ze nog 4.000 euro registratierechten betalen: elk 2.000 euro. Woning 1: € 10.000 Woning 2: € 14.000 – € 10.000 = € 4.000. Te betalen: elk € 2.000 2. Jan en Katrien gaan uit elkaar. Ze verkopen hun woning en Jan koopt op zijn eentje een nieuwe woning met een waarde van 160.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 16.000 euro (160.000 x 10 %). Jan mag nu 7.000 euro registratierechten in mindering brengen. Dat is zijn aandeel in de registratierechten die verschuldigd waren voor de vorige woning (woning 2) die hij samen met Katrien heeft aangekocht. Woning 2: € 14.000 : 2 = € 7.000 Woning 3: € 16.000 – € 7.000 = € 9.000 Te betalen: € 9.000
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
9
3. Jan koopt een aantal jaren later nogmaals een nieuwe woning, nadat hij zijn vorige woning heeft verkocht. Woning 4 heeft een waarde van 180.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 18.000 euro (180.000 x 10 %). Hij kan de verschuldigde registratierechten voor zijn vorige woning (16.000 euro) in mindering brengen, maar er is een plafond van 12.500 euro. Hij betaalt dus 5.500 euro registratierechten (18.000 – 12.500). Woning 3: € 16.000. Plafondbedrag: € 12.500 Woning 4: € 18.000 – € 12.500 = € 5.500 Te betalen: € 5.500 Voorbeeld 2: Jan koopt samen met Katrien, ieder voor de helft, een woning met een waarde van 100.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 10.000 euro (100.000 x 10%). Ze betalen dus elk 5.000 euro registratierechten. Woning 1: € 10.000 Te betalen: elk € 5.000
Jan en Katrien gaan uit elkaar. Jan staat zijn al zijn rechten in woning 1 af aan Katrien. Op deze afstand van onverdeelde rechten wordt het verdelingsrecht (1%) geheven. De verkoopwaarde van de woning vormt hierbij de heffingsgrondslag. De woning heeft op het moment van de verdeling een waarde van 125.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 1.250 euro (125.000 euro x 1%). Katrien betaalt 1.250 euro registratierechten. Jan koopt op zijn eentje een nieuwe woning met een waarde van 160.000 euro. De verschuldigde registratierechten bedragen 16.000 euro (160.000 x 10%). Jan mag nu 5.000 euro registratierechten in mindering brengen. Dat is zijn aandeel in de registratierechten die verschuldigd waren bij de aankoop van woning 1 die hij samen met Katrien had aangekocht. Woning 1: € 10.000 : 2 = € 5.000 Woning 2: € 16.000 – € 5.000 = € 11.000 Te betalen: € 11.000
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
10
Hoe gebeurt de betaling in de praktijk? Normaal betaalt de koper de registratierechten aan de notaris, bij het verlijden van de akte. De notaris laat de akte dan tegen contante betaling registreren bij het registratiekantoor van zijn standplaats.
De registratierechten kunnen ook door de verkoper worden betaald. Het is normaal de koper die betaalt, maar koper en verkoper kunnen wel een contract opstellen waarin ze zich er bijvoorbeeld toe verbinden om elk de helft te betalen. Die overeenkomst blijft echter tussen de partijen onderling. De ontvanger eist de registratierechten altijd van diegene die de verkoopovereenkomst ter registratie aanbiedt. Maximum vier maand na het ‘compromis’. Als de authentieke akte na vier maand nog steeds niet kan worden getekend, dan moet u binnen die vier maand zelf de overeenkomst laten registreren bij het registratiekantoor van het ambtsgebied waarbinnen het onroerend goed ligt. U brengt dan 3 originele exemplaren van de overeenkomst mee, ondertekend door alle partijen. U betaalt de registratierechten ter plaatse in het registratiekantoor. De registratiekantoren zijn open van 8 tot 12 uur. In het telefoonboek staan ze onder de rubriek ‘Ministeries’. Twijfelt u in welk registratiekantoor u de overeenkomst moet laten registreren, dan kunt u altijd terecht bij uw notaris. Het bevoegde registratiekantoor kan ook worden gezocht op volgende website: http://annuaire. fiscus.fgov.be/qw/index.php?lang=nl. Boeten Zoals voor de meeste fiscale bepalingen zijn ook voor de niet-naleving van de regels betreffende de registratierechten fiscale boeten voorzien. Voor zover de overtreding niet werd begaan met de bedoeling de belasting te ontduiken of dit mogelijk te maken, worden deze boeten verminderd volgens een schaal bepaald in de bijlage en de tweede bijlage gevoegd bij het Koninklijk Besluit van 11 januari 1940 (zie de tabel in bijlage onder 2.2).
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
11
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
12
Meer info? Infolijn. Als u meer inlichtingen wilt over de registratierechten, kunt u op weekdagen tussen 9 en 19 uur contact opnemen met de Vlaamse Infolijn: • telefoon (gratis): 0800 3 02 01 • e-mail:
[email protected] Een notaris geeft u graag gratis inlichtingen over alles wat met registratierechten te maken heeft. Registratie. Voor praktische inlichtingen kunt u terecht bij een registratiekantoor van uw kanton of bij Guy Frippiat, informatieambtenaar bij de Centrale Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen: North Galaxy bus 50 Koning AlbertII-laan 33 1030 Brussel telefoon: 02 336 28 53 fax: 02 336 17 52 e-mail: info.acedakred@minfin.fed.be
BTW. Voor meer inlichtingen over de aankoop van een gebouw onder het BTW-stelsel kunt u terecht bij uw BTW-controlekantoor of bij Hans Secelle, informatieambtenaar bij de Centrale Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit: North Galaxy bus 25 Koning AlbertII-laan 33 1030 Brussel telefoon: 02 336 27 17 fax: 02 336 17 66 e-mail: johannes.secelle@minfin.fed.be
Frequently Asked Questions (FAQ). De lijst van meest gestelde vragen over registratierechten is raadpleegbaar op: www2.vlaanderen.be/infolijn/u_vraagt/ registratierechten.htm.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
13
Bijlage
I. W.REG. 1.1 Het tarief Artikel 44 Het recht bedraagt 10 ten honderd voor de verkoop, de ruiling en iedere overeenkomst tot overdracht onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen. 1.2 Het abattement Artikel 46bis De heffingsgrondslag ten aanzien van de verkopingen, zoals bepaald in de artikelen 45 en 46, wordt verminderd met 12.500 euro in geval van zuivere aankoop van de geheelheid volle eigendom van een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed door een of meer natuurlijke personen om er hun hoofdverblijfplaats te vestigen. Het voordeel van de vermindering van de heffingsgrondslag overeenkomstig dit artikel kan niet gecombineerd worden met het voordeel van de verrekening bedoeld in § 4bis van deze afdeling of met het voordeel van de teruggave bedoeld in artikel 212bis. Aan de vermindering van de heffingsgrondslag zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1° geen van de verkrijgers mag op de datum van de overeenkomst tot koop voor de geheelheid volle eigenaar zijn van een ander onroerend goed, dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd; indien de aankoop geschiedt door meerdere personen mogen zij bovendien op vermelde datum gezamenlijk niet voor de geheelheid volle eigenaar zijn van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd. Een perceel grond, stedenbouwkundig bestemd tot woningbouw wordt beschouwd als een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd; 2° in of onderaan op het document, dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft, moeten de verkrijgers: a) uitdrukkelijk vermelden dat zij de toepassing van dit artikel vragen; b) verklaren dat zij voldoen aan de voorwaarde vermeld in 1° van dit lid; c) zich verbinden hun hoofdverblijfplaats te vestigen op de plaats van het aangekochte goed: - indien het een woning betreft, binnen twee jaar na: - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt aangeboden; - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft wordt aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn; - indien het een bouwgrond betreft, binnen vijf jaar na dezelfde datum.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
14
In geval de verklaring bedoeld in 2°, b), van het derde lid onjuist wordt bevonden, zijn de verkrijgers ondeelbaar gehouden tot betaling van de aanvullende rechten over het bedrag waarmee de heffingsgrondslag werd verminderd, en van een boete gelijk aan die aanvullende rechten. Dezelfde aanvullende rechten en boete zijn ondeelbaar verschuldigd door de verkrijgers indien geen van hen de in 2° c) van het derde lid bedoelde verbintenis naleeft. Komen sommige verkrijgers die verbintenis niet na dan worden de aanvullende rechten en de boete, waartoe zij ondeelbaar gehouden zijn, bepaald naar verhouding van hun wettelijk aandeel in de aankoop. Evenwel is de boete niet verschuldigd indien de niet-naleving van de bedoelde verbintenis het gevolg is van overmacht. 1.3 Het verlaagd tarief voor bescheiden woningen Artikel 53 Het bij artikel 44 vastgestelde recht wordt tot 5 ten honderd verminderd in geval van verkoop van de eigendom: 1° van onroerende landgoederen waarvan het kadastraal inkomen een bij koninklijk besluit vast te stellen maximum niet te boven gaat. Wordt als landgoed aangezien, het onroerend goed dat hetzij uit voor landbouwbedrijf aangewende of bestemde gebouwen en gronden, hetzij uit dergelijke gronden alleen bestaat; 2° van woningen waarvan het gebouwd of ongebouwd kadastraal inkomen een bij koninklijk besluit vast te stellen maximum niet overschrijdt. Als woning wordt aangemerkt het huis of het geheel of gedeelte van een verdieping van een gebouw, dat dient of zal dienen tot huisvesting van een gezin of één persoon, met in voorkomend geval de aanhorigheden die tegelijk met het huis, het geheel of gedeelte van een verdieping worden verkregen. De Koning stelt de regels vast voor het bepalen van de aanhorigheden waarop deze bepaling van toepassing is. Artikel 54 De in voorgaand artikel voorziene verlaging is niet toepasselijk op de verkoop van een onverdeeld deel, tenzij dit deel verbonden is aan een verdieping of aan een gedeelte van verdieping van een gebouw. Zij is evenmin van toepassing, zo de verkrijger of zijn echtgenoot de algeheelheid of een onverdeeld deel, in volle of blote eigendom, bezit van één of meer onroerende goederen, waarvan het kadastraal inkomen voor de geheelheid of het onverdeeld deel, met dit van het verkregen onroerend goed, meer bedraagt dan het krachtens het vorig artikel vast te stellen maximum. In afwijking van deze bepaling, wordt evenwel geen rekening gehouden met hetgeen door de verkrijger of door zijn echtgenoot werd verkregen uit de nalatenschap van hun bloedverwanten in de opgaande lijn, mits het desbetreffende kadastraal inkomen 25 pct. van evenbedoeld maximum niet overschrijdt. De onder 2° van het voorgaande artikel bepaalde vermindering is eveneens niet toepasselijk indien de verkrijger of zijn echtgenoot reeds, voor het geheel in volle of in blote eigendom, een onroerend goed bezitten dat geheel of gedeeltelijk
tot bewoning is bestemd en dat door hen of door een van hen anders dan uit de nalatenschap van hun bloedverwanten in de opgaande lijn is verkregen. Artikel 55 De in artikel 53 voorziene verlaging is bovendien aan volgende voorwaarden verbonden: 1° Een uittreksel uit de kadastrale legger betreffende het verkregen onroerend goed moet aan de akte gehecht worden. 2° De akte, of een door de verkrijger gewaarmerkte en ondertekende verklaring onderaan op de akte, moet uitdrukkelijk vermelden: a) dat de verkrijger en zijn echtgenoot geen andere onroerende goederen bezitten of dat zij, voor het geheel of in onverdeeldheid niet één of meer onroerende goederen bezitten waarvan het kadastraal inkomen, voor het geheel of voor het onverdeeld deel, samen met dat van het verkregen onroerend goed, meer dan het krachtens artikel 53 vastgestelde maximum bedraagt, afgezien van hetgeen zij uit de nalatenschap van hun bloedverwanten in de opgaande lijn hebben verkregen wanneer het desbetreffende kadastraal inkomen 25 pct. van evenbedoeld maximum niet overschrijdt; b) in geval van toepassing van artikel 53, l°, dat de landeigendom uitgebaat zal worden door de verkrijger, zijn echtgenoot of zijn afstammelingen; c) in geval van toepassing van artikel 53, 2°, dat de verkrijger of zijn echtgenoot voor het geheel in volle of in blote eigendom geen onroerend goed bezitten dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd en door hen of door één van hen anders dan uit de nalatenschap van hun bloedverwanten in opgaande lijn werd verkregen; d) in geval van toepassing van artikel 53, 2°, dat de verkrijger of zijn echtgenoot inschrijving in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed zal bekomen. In geval van niet-nakoming van een van bovenstaande voorwaarden uiterlijk wanneer de akte ter formaliteit wordt aangeboden, wordt deze akte tegen het gewoon recht geregistreerd; hetgeen boven het verlaagd recht geheven werd is vatbaar voor teruggaaf ten beloop van acht tienden, mits overlegging van een uittreksel uit de kadastrale legger en verklaring ondertekend door de verkrijger, waarin de door voorgaand 2° beoogde vermeldingen voorkomen. Artikel 56 Wanneer het kadastraal inkomen van het verkregen onroerend goed nog niet is vastgesteld, wordt het sub 1° van vorenstaand artikel bedoeld uittreksel uit de kadastrale legger vervangen door een attest van de controleur van het kadaster houdende dat het kadastraal inkomen van bewust onroerend goed nog moet vastgesteld worden. In dit geval, wordt de akte, behoudens de in artikel 58 voorziene teruggaaf, tegen het gewoon recht geregistreerd.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
15
Artikel 57
1.4 Meeneembaarheid ingevolge verrekening
Behoudens toepassing van artikel 54 wordt het in artikel 44 vastgestelde recht verminderd tot 5 ten honderd in geval van verkoop van de eigendom van een stuk grond bestemd om er een woning op te bouwen, op voorwaarde: 1° dat het verkregen goed en het gebouwd onroerend goed aan de bij artikel 53, 2° gestelde voorwaarden beantwoorden; 2° dat de akte van verkrijging de bij artikel 55, 2°, geëiste vermeldingen vervat. In dit geval, wordt de akte tegen het gewoon recht geregistreerd, behoudens de bij artikel 58 voorziene teruggaaf, na voltooiing van het gebouw.
Artikel 61/3
Artikel 58 In de bij artikelen 56 en 57 voorziene gevallen, wordt hetgeen boven het verlaagd recht werd geheven, teruggegeven op overlegging van een na de vaststelling van het kadastraal inkomen afgeleverd uittreksel uit de kadastrale legger. Het ter uitvoering van artikel 53, 2° toepasselijk maximum is datgene dat van kracht was op de datum van de akte van verkrijging. Zo, tussen de datum van de akte en 2 januari die volgt op het betrekken der gebouwde woning, nieuwe kadastrale inkomens, vastgesteld ingevolge een algemene perekwatie of een buitengewone herziening voor de heffing der grondbelasting in toepassing worden gebracht, dan moet het voor de gebouwde woning in acht te nemen kadastraal inkomen bepaald worden volgens de regeling die op datum van de akte van toepassing was. Het aldus bepaalde kadastraal inkomen wordt de verkrijger ter kennis gebracht; deze kan bezwaar indienen volgens de procedure betreffende de vaststelling van de nieuwe kadastrale inkomens. Artikel 59 In geval van onjuistheid in de vermeldingen waarvan sprake in artikel 55, eerste lid, 2°, a en c verbeurt de verkrijger een aan het ontdoken recht gelijke geldboete. Artikel 60 Het voordeel van de in artikel 53, 1° bedoelde vermindering blijft alleen dan behouden zo de verkrijger, zijn echtgenoot of zijn afstammelingen zelf de landeigendom uitbaten. Die uitbating dient aangevangen binnen een termijn van vijf jaar ingaande op datum van de akte van verkrijging en tenminste drie jaar zonder onderbreking voortgezet. Het voordeel van de in artikel 53, 2° bedoelde vermindering blijft alleen dan behouden zo de verkrijger of zijn echtgenoot ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed. Deze inschrijving moet geschieden binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de datum van de authentieke akte van verkrijging en ten minste drie jaar zonder onderbreking behouden blijven. Evenwel blijft de verlaging verkregen zo niet-nakoming van die voorwaarden het gevolg is van overmacht.
In geval van zuivere aankoop van een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed door een natuurlijke persoon om er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen, wordt zijn wettelijk aandeel in de rechten die overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigd waren op de aankoop van de woning die hem voorheen tot hoofdverblijfplaats heeft gediend of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht, verrekend met zijn wettelijk aandeel in de rechten verschuldigd op de nieuwe aankoop, mits de nieuwe aankoop vaste datum heeft gekregen binnen twee jaar te rekenen van de datum van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredige recht op hetzij de zuivere wederverkoop van de woning die hem voorheen tot hoofdverblijfplaats heeft gediend, hetzij de verdeling van die woning waarbij de natuurlijke persoon al zijn rechten erin heeft afgestaan. Van de verrekening overeenkomstig de bepalingen van dit artikel zijn uitgesloten de rechten betaald voor de verkrijging van een onroerend goed dat niet in het Vlaamse Gewest is gelegen. Aanvullende rechten die voor om het even welke reden op een aankoop werden geheven zijn eveneens van de verrekening uitgesloten. De verrekening overeenkomstig de bepalingen van dit artikel levert in geen geval grond voor een teruggave op. In geval een verrichting als bedoeld in het eerste lid is voorafgegaan door een of meer zulke verrichtingen en/of door een of meer verrichtingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 212bis, worden, in voorkomend geval, de bij die voorgaande verrichtingen ingevolge de toepassing van het derde of het vijfde lid van dit artikel nog niet verrekende rechten en/of de ingevolge de toepassing van het derde of het vijfde lid van artikel 212bis nog niet teruggegeven rechten, gevoegd bij het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigde rechten op de voorlaatste aankoop, om het verrekenbaar bedrag bij de laatste aankoop te bepalen. Het te verrekenen bedrag, bekomen met toepassing van het eerste of het vierde lid kan nooit meer bedragen dan 12.500 euro. Dit maximum te verrekenen bedrag wordt bepaald in verhouding tot de fractie die de natuurlijke persoon bekomt in het nieuw aangekochte goed. Artikel 61/4 Aan de in artikel 61/3 bepaalde verrekening zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1° de toepassing van artikel 61/3 wordt uitdrukkelijk gevraagd in of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot de heffing van het evenredig recht op de nieuwe aankoop; 2° het in 1° bedoelde document bevat een afschrift van het registratierelaas dat is aangebracht op het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop van de verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht, en vermeldt het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op die vorige aankoop.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
16
Indien de verrekening wordt gevraagd met toepassing van het vierde lid van artikel 61/3 dan moet het in 1° bedoelde document bovendien de afschriften bevatten van de relazen aangebracht op de documenten die betreffende de in aanmerking te nemen voorafgaande verrichtingen aanleiding hebben gegeven tot het heffen van de evenredige rechten en bij ieder relaas het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de verrekende of teruggegeven rechten vermelden; 3° in het in 1° bedoelde document of in een ondertekende en waar en oprecht verklaarde vermelding onderaan op dat document, vermeldt de natuurlijke persoon uitdrukkelijk: a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de verkoop of verdeling, zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de verkochte of verdeelde woning; b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats op de plaats van het nieuw aangekochte goed zal vestigen: - indien het een woning betreft, binnen twee jaar na: - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt aangeboden; - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft wordt aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn; - indien het een bouwgrond betreft, binnen vijf jaar na dezelfde datum. Aan de voorwaarden van het eerste lid wordt ook geacht voldaan te zijn als het verzoek en de vermeldingen het voorwerp uitmaken van een door de natuurlijke persoon ondertekend verzoek, dat het ter registratie aangeboden en tot de heffing van het evenredig registratierecht aanleiding gevend document, vergezelt. Indien één van de voorwaarden bepaald in het eerste lid niet is vervuld, wordt het tot de heffing van het evenredig recht aanleiding gevend document betreffende de nieuwe aankoop geregistreerd zonder toepassing van artikel 61/3. Artikel 61/5 In geval van onjuistheid of niet-nakoming van de vermeldingen voorgeschreven bij artikel 61/4, is de natuurlijke persoon gehouden tot betaling van het verschil tussen het gewone recht en het geïnde recht, alsook van een boete ten bedrage van dat verschil. De boete is evenwel niet verschuldigd wanneer de niet-nakoming van de verbintenis die wordt opgelegd door artikel 61/4, eerste lid, 3°, b, het gevolg is van overmacht.
1.5. Meeneembaarheid door teruggave Artikel 212bis In geval van zuivere verkoop door een natuurlijke persoon van een woning waarin hij op enig ogenblik zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de zuivere aankoop van het onroerend goed dat hij als zijn nieuwe hoofdverblijfplaats aanwendt of bestemt, en in geval van verdeling van een dergelijke woning waarbij de natuurlijke persoon al zijn rechten erin heeft afgestaan, wordt zijn wettelijk aandeel in de rechten die overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigd waren op de aankoop van de verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht, teruggegeven mits de verkoop of de verdeling vaste datum heeft gekregen uiterlijk twee jaar, of vijf jaar in geval van aankoop van een bouwgrond, na de datum van de authentieke akte van de nieuwe aankoop. Van de teruggave overeenkomstig de bepalingen van dit artikel zijn uitgesloten de rechten betaald voor de verkrijging van een onroerend goed dat niet in het Vlaamse Gewest is gelegen. Aanvullende rechten die voor om het even welke reden op een aankoop werden geheven zijn eveneens van de teruggave uitgesloten. De teruggave overeenkomstig de bepalingen van dit artikel kan in geen geval meer bedragen dan het bedrag van het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op de nieuwe aankoop. In geval een verrichting als bedoeld in het eerste lid is voorafgegaan door een of meer zulke verrichtingen en/of door een of meer verrichtingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 61/3, worden, in voorkomend geval, de bij die voorgaande verrichtingen ingevolge de toepassing van het derde of het vijfde lid van dit artikel nog niet teruggegeven rechten en/of de ingevolge de toepassing van het derde of het vijfde lid van artikel 61/3 nog niet verrekende rechten, gevoegd bij het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigde rechten op de voorlaatste aankoop, om het teruggeefbaar bedrag bij de wederverkoop ervan te bepalen. Het terug te geven bedrag, bekomen met toepassing van het eerste of het vierde lid kan nooit meer bedragen dan 12.500 euro. Dit maximum terug te geven bedrag wordt bepaald in verhouding tot de fractie die de natuurlijke persoon bekomt in het nieuw aangekochte goed. Aan de teruggave zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1° het verzoek tot teruggave, ondertekend door de natuurlijke persoon, wordt gedaan in of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot de heffing van het evenredig recht op de verkoop of de verdeling; 2° het in 1° bedoelde document bevat: a) een afschrift van het registratierelaas dat is aangebracht op het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop van de verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht en vermeldt het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op die aankoop; b) een afschrift van het registratierelaas dat is aangebracht op het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop van de nieuwe hoofdverblijfplaats en vermeldt het wettelijk aandeel van de
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
17
natuurlijke persoon in de rechten geheven op die aankoop; Indien de teruggave wordt gevraagd met toepassing van het vierde lid van dit artikel dan moet het in 1° bedoelde document bovendien de afschriften bevatten van de relazen aangebracht op de documenten die betreffende de in aanmerking te nemen voorafgaande verrichtingen aanleiding hebben gegeven tot het heffen van de evenredige rechten en bij ieder relaas het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de verrekende of teruggegeven rechten vermelden; 3° in het in 1° bedoelde document of in een ondertekende en waar en oprecht verklaarde vermelding onderaan op dat document, verklaart de natuurlijke persoon uitdrukkelijk: a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de aankoop van de woning die hij tot zijn nieuwe hoofdverblijfplaats aanwendt of bestemt, zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de wederverkochte of verdeelde woning; b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats op de plaats van het nieuw aangekochte goed heeft gevestigd of zal vestigen: - indien het een woning betreft, binnen twee jaar na: - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt aangeboden; - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding geeft wordt aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn; - indien het een bouwgrond betreft, binnen vijf jaar na dezelfde datum. Aan de voorwaarden van het zesde lid wordt ook geacht voldaan te zijn als het verzoek en de vermeldingen het voorwerp uitmaken van een door de natuurlijke persoon ondertekend verzoek tot teruggave dat het ter registratie aangeboden en tot de heffing van het evenredig registratierecht aanleiding gevend document vergezelt. In geval van onjuistheid of niet-nakoming van de vermeldingen voorgeschreven bij het zesde lid, is de natuurlijke persoon gehouden tot betaling van de onrechtmatig teruggegeven rechten en van een boete gelijk aan die rechten. De boete is evenwel niet verschuldigd indien de niet-nakoming van de verplichting opgelegd door het zesde lid, 3°, b, het gevolg is van overmacht. Het verzoek tot teruggave heeft dezelfde gevolgen als het met redenen omkleed verzoek ingevolge artikel 217/2. Het verzoek vermeldt in voorkomend geval het rekeningnummer waarop het bedrag van de terug te geven rechten kan worden gestort.
teruggegeven op een verzoek in te dienen overeenkomstig de bepalingen van artikel 217/2 binnen zes maanden te rekenen van de datum van de registratie van dat document. Ingeval het voordeel van de meeneembaarheid van voorheen betaalde registratierechten als bedoeld in de artikelen 61/3 en 212bis niet werd gevraagd of niet werd bekomen naar aanleiding van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredige recht op de aankoop, de verkoop, of de verdeling kunnen de meeneembare rechten nog worden teruggegeven op een verzoek in te dienen overeenkomstig de bepalingen van artikel 217/2 binnen zes maanden te rekenen van de datum van de registratie van dat document. Het verzoek tot teruggave bedoeld in het eerste of tweede lid bevat, naar gelang van het geval, de vermeldingen en verklaringen vereist bij het artikel 46bis , derde lid, 2°, b en c; bij het artikel 61/4, eerste lid, 2° en 3°; of bij het artikel 212bis , zesde lid, 2° en 3 °. Het verzoek vermeldt in voorkomend geval ook het rekeningnummer waarop het bedrag van de terug te geven rechten kan worden gestort. 1.6 Teruggave Artikel 212 In geval van wederverkoop van een onroerend goed, door de verkoper of zijn rechtsvoorgangers verkregen bij een akte waarop het bij artikel 44 vastgestelde recht is voldaan, wordt drie vijfde van dat recht aan de wederverkoper teruggegeven indien de wederverkoop bij authentieke akte vastgesteld is binnen twee jaar na de datum van de authentieke akte van verkrijging. Wanneer de verkrijging of de wederverkoop heeft plaatsgehad onder een opschortende voorwaarde, wordt de termijn van wederverkoop berekend op basis van de datum waarop deze voorwaarde is vervuld. Niet teruggegeven wordt het recht dat betrekking heeft op het gedeelte van de prijs en de lasten van de verkrijging, dat hoger is dan de overeenkomstig de artikelen 45 en 46 bepaalde heffingsgrondslag van de akte van wederverkoop. In geval van gedeeltelijke wederverkoop wordt in het verzoek tot teruggave het deel van de aanschaffingsprijs dat betrekking heeft op het wederverkochte gedeelte nader aangegeven onder controle van het bestuur.
Artikel 212ter Ingeval de in artikel 46bis bepaalde vermindering van de heffingsgrondslag niet werd gevraagd of niet werd bekomen naar aanleiding van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht op de overeenkomst tot koop, kunnen de teveel geheven rechten nog worden
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
18
Een door de wederverkoper en de instrumenterende notaris ondertekend verzoek tot teruggave, onderaan op de akte gesteld voor de registratie, heeft dezelfde gevolgen als het met redenen omkleed verzoek ingevolge artikel 217/2. Dit verzoek moet een afschrift van het registratierelaas van de authentieke akte van verkrijging bevatten, alsook de naam van de begunstigde van de teruggave en, in voorkomend geval, het rekeningnummer waarop het bedrag van de terug te geven rechten moeten worden gestort. Artikel 217/2 De verjaringen voor de teruggaaf van rechten, interesten en boeten worden gestuit door een met redenen omklede aanvraag genotificeerd bij ter post aangetekend schrijven aan de ontvanger die de ontvangst heeft gedaan of aan de gewestelijke directeur van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen; ze worden eveneens gestuit op de wijze en onder de voorwaarden voorzien door artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Zo de verjaring gestuit werd door de aan de ontvanger of directeur genotificeerde aanvraag, is er een nieuwe verjaring van twee jaar, die slechts op de wijze en onder de voorwaarden voorzien bij artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek kan worden gestuit, verworven twee jaar na de datum waarop de beslissing, waarbij de aanvraag werd verworpen, aan belanghebbende bij ter post aangetekend schrijven genotificeerd werd. De afgifte van de brieven ter post geldt als notificatie van de volgende dag af. II. Koninklijk Besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.
Artikel 4 Wanneer de verkrijging tot voorwerp heeft hetzij een gebouwd onroerend goed, hetzij tegelijk een gebouwd onroerend goed en gronden, wordt het maximum kadastraal inkomen, dat bedoeld is in voormeld artikel 53, op 745 EUR vastgesteld. Wanneer de verkrijging een onroerend goed tot voorwerp heeft dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd, wordt het door voorgaande lid vastgestelde bedrag verhoogd, met 100 EUR indien de verkrijger of zijn echtgenoot drie of vier kinderen ten laste hebben, met 200 EUR indien zij er vijf of zes ten laste hebben en met 300 EUR indien zij er zeven of meer ten laste hebben, op de datum van de akte van verkrijging. De kinderen ten laste die voor tenminste 66 % getroffen zijn door ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen, worden voor twee kinderen ten laste geteld. Worden beschouwd als kinderen ten laste, in de zin van het tweede lid, de kinderen die deel uitmaken van het gezin van de verkrijger op de datum van de akte van verkrijging en die, gedurende het kalenderjaar dat deze datum voorafgaat, persoonlijk geen bestaansmiddelen hebben genoten waarvan het nettobedrag, bepaald overeenkomstig de artikelen 83 en 85 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, hoger is dan in artikel 82, § 1 van hetzelfde wetboek beoogde netto-bedrag. De in voormeld artikel 53 voorziene verlaging van registratierecht is slechts van toepassing op de in de verkrijging begrepen gronden, indien het totaal van de kadastrale inkomens van deze gronden niet meer bedraagt dan 323 EUR. Artikel 5
2.1 Het verlaagd tarief voor bescheiden woningen Artikel 3 Het maximum kadastraal inkomen, dat bedoeld wordt in artikel 53 van het Wetboek der Registratierechten, wordt vastgesteld op 323 EUR, wanneer de verkrijging slechts gronden bevat.
Als aanhorigheid voor de toepassing van de artikelen 53, 2° en 57 van het Wetboek der registratierechten wordt beschouwd, elk gebouwd of ongebouwd onroerend goed dat volgens zijn aard, zijn ligging, zijn oppervlakte en zijn waarde een normale bijhorigheid vormt, al naar het geval, hetzij van het huis of de verdieping of het gedeelte van verdieping verkregen onder het stelsel van artikel 53, 2°, hetzij van de woning op te richten op de onder het stelsel van artikel 57 aangekochte grond.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
19
Artikel 7
De verhoging is evenwel niet van toepassing wanneer de rechter de vordering van de staat gedeeltelijk vermindert.
Indien de verkrijger of zijn echtgenoot reeds de geheelheid of een onverdeeld deel van één of meer onroerende goederen in volle of in blote eigendom bezitten en deze goederen of de verkregen goederen een gebouwd eigendom bevatten, dan mag, voor de toepassing van artikel 54 van het Wetboek der registratierechten, het gecumuleerd kadastraal inkomen van deze laatste en van de eerste niet meer bedragen dan het maximum kadastraal inkomen vastgesteld overeenkomstig lid 1 of lid 2 van artikel 4 van dit besluit en volgens het aldaar gemaakte onderscheid. In geen geval, is de in artikel 53 van voormeld wetboek voorziene verlaging van registratierecht toepasselijk op de gronden die begrepen zijn in de nieuwe verkrijging, indien hun kadastraal inkomen gevoegd bij dit van de gronden welke de verkrijger of zijn echtgenoot reeds bezaten, meer bedraagt dan 323 EUR. De vorige leden zijn toepasselijk onverminderd de in artikel 54, tweede lid, tweede zin, van voormeld wetboek voorziene afwijking.
Artikel 14 Wanneer de boete of de vermeerdering wordt verminderd tot het bedrag van de wettelijke interest, wordt die interest berekend op het bedrag van de verschuldigde rechten, afgerond op het lagere tiental euro. Iedere begonnen maand wordt voor een volle maand aangerekend. Artikel 15 Het bedrag van de verminderde boete of vermeerdering wordt afgerond op de lagere euro of het tiental euro naargelang het bedrag lager of hoger is dan 250 EUR. Wanneer de verminderde boete of vermeerdering verhoogd wordt bij toepassing van artikel 13 van dit besluit, wordt het resultaat niet meer afgerond.
Artikel 8 In het geval dat voorzien wordt door artikel 57 van het Wetboek der registratierechten, wordt het maximum inkomen van het gebouwd onroerend goed en van zijn aanhorigheden vastgesteld overeenkomstig het eerste of het tweede lid van artikel 4 van dit besluit en volgens het aldaar gemaakte onderscheid, waarbij echter de datum waarop het kadastraal inkomen is vastgesteld na voltooiing van het gebouw in de plaats treedt van de datum van de akte van verkrijging. 2.2 De verminderde boeten Artikel 11 De vermindering van de proportionele fiscale boeten en van de vermeerderingen bedoeld in artikel 219 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten geschiedt volgens het barema dat als bijlage of als tweede bijlage bij dit besluit is gevoegd. Dit barema is evenwel niet van toepassing op overtredingen die gepleegd werden met de bedoeling de belasting te ontduiken of dit mogelijk te maken. Artikel 12 De verminderde boete of vermeerdering wordt niet ingevorderd wanneer zij het bedrag van 5 EUR niet bereikt. Artikel 13 Wanneer de rechten, boeten, vermeerderingen en toebehoren bij dwangbevel worden ingevorderd, wordt de verminderde boete of de vermeerdering verhoogd met 50 % zonder dat het in te vorderen bedrag lager mag zijn dan 10 % van de verschuldigde rechten.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
20
Bijlage van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Uittreksel
Aard van de overtreding
Bedrag van de verminderde boete of vermeerdering
III. Kleine landeigendommen en bescheiden woningen: A. Onjuiste vermeldingen (art. 59 van het Wetboek): 1. inzake het bezit van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd (art. 55, 1e lid, 2°, c) 2. inzake de reeds bezeten onroerende goederen (art. 55, 1e lid, 2°,a) a) de onjuiste vermelding heeft betrekking op onverdeelde delen in blote eigendom b) in alle andere gevallen B. Niet-naleving van de verplichting tot uitbating(vermeerdering bedoeld in art. 61/1 van het Wetboek):
1/5 van de aanvullende rechten
1/10 van de aanvullende rechten 1/5 van de aanvullende rechten vermeerdering teruggebracht op het bedrag van de wettelijke intrest, berekend op de aanvullende rechten vanaf de datum van registratie van de akte van verkrijging, met maximum 1/2 van die rechten
VII. Verkoop onder het BTW-stelsel: Onjuiste verklaringen (art. 159, 8°, van het Wetboek):
1/5 van de aanvullende rechten
VIII. Tekort in de waardering: A. Aan de controleschatting onderworpen goederen (art. 201 van het Wetboek): 1. Registratierechten andere dan het schenkingsrecht: a) tekort niet hoger dan _ van de prijs of de aangegeven waarde b) tekort hoger dan _ van de prijs of de aangegeven waarde zonder _ daarvan te overschrijden c) tekort hoger dan _ van de prijs of de aangegeven waarde zonder de geheelheid daarvan te overschrijden d) tekort hoger dan de prijs of de aangegeven waarde
1/10 van de bijkomende rechten 1/5 van de bijkomende rechten 1/4 van de bijkomende rechten 1/3 van de bijkomende rechten
X. Prijsbewimpeling – Veinzing. Vermindering van de boete in de uitzonderingsgevallen bepaald in art. 205 in fine van het Wetboek:
bedrag van de wettelijke intrest, berekend op de ontdoken rechten vanaf de datum waarop de rechtsvordering van de Staat is ontstaan met maximum 1/2 van die rechten
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
21
Tweede Bijlage van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Uittreksel Aard van de overtreding
Bedrag van de verminderde boete of vermeerdering
I. Vermindering van de heffingsgrondslag (abattement): A. Onjuiste vermelding inzake het bezit van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd (art. 46bis, vierde lid W.Reg.) B. Niet-naleving van de verplichting tot vestiging van de hoofdverblijfplaats (art. 46bis, vijfde lid W.Reg.): 1. Ingeval van vermindering van de heffingsgrondslag bij de registratie van het document dat tot de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding heeft gegeven 2. ingeval van vermindering van de heffingsgrondslag achteraf ingevolge toepassing van artikel 212ter W.Reg.
1/2 van de aanvullende rechten
1/2 van de aanvullende rechten 1/2 van de aanvullende rechten
II. Meeneembaarheid: A. Onjuiste vermelding van de registratierelazen en/of van het wettelijk aandeel in de rechten (art. 61/5 en art. 61/4, eerste lid, 2°/art. 212bis, zesde lid, 2 ° en achtste lid W.Reg.)
1/3 van de aanvullende rechten
B. Onjuiste verklaring betreffende de hoofdverblijfplaats ten tijde van de verkoop (art. 61/5 en art. 61/4, eerste lid, 3°,a) W.Reg.) / ten tijde van de nieuwe aankoop (art. 212bis, zesde lid, 3°, a), en achtste lid W.Reg).
1/5 van de aanvullende rechten
C. Niet-naleving van de verplichting tot vestiging van de hoofdverblijfplaats: 1. Primaire vorm van meeneembaarheid: a) Boete van art. 61/5 en art. 61/4, eerste lid, 3°, b) W.Reg.
Bedrag van de wettelijke intrest berekend op de aanvullende rechten vanaf de datum van registratie van het document dat tot heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding heeft gegeven, met maximum 1/2 van die rechten.
b) boete van art. 212bis, achtste lid en zesde lid, 3°, b) W.Reg.
Bedrag van de wettelijke intrest berekend op de ten onrechte teruggegeven rechten vanaf de datum van de ordonnancering van de teruggave van deze rechten, met maximum 1/2 van die rechten.
2. secundaire vorm van meeneembaarheid (ingevolge toepassing van artikel 212ter W.Reg.).
Bedrag van de wettelijke intrest berekend op de onrechtmatige teruggegeven rechten vanaf de datum van de ordonnancering van de teruggave van deze rechten, met maximum 1/2 van die rechten.
III. Verlaagd tarief van artikel 53, eerste lid, 2°, W.Reg. Gebrek aan inschrijving binnen de termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, tweede lid (artikel 61/1, tweede lid) W.Reg.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
22
1/3 van de aanvullende rechten
Meer info? Hebt u na lezing van deze brochure nog vragen over de registratierechten? Dan kunt u altijd contact opnemen met een notaris, die u graag verder helpt. Of u belt de Vlaamse Infolijn, op het gratis nummer 0800 3 02 01.
WEGWIJS IN DE VLAAMSE REGISTRATIERECHTEN
23
Colofon Samenstelling Beleidsdomein Financiën en Begroting Verantwoordelijke uitgever Hedwig Van der Borght Depotnummer D/2006/3241/025 Redactie en realisatie Jansen & Janssen Drukwerk De Bie - Duffel