VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
1
VLAAMSE OVERHEID AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT
Afdeling Gebouwen Boudewijn-gebouw Boudewijnlaan 30 - bus 61 1000 BRUSSEL Tel. : 02-553 74 92 Telefax : 02-553 74 55
Afdeling Gebouwen Team Technieken
Besteknummer
2009/GV/OA/T/093
Opdracht voor aanneming van
Werken
Wijze van gunning
Openbare aanbesteding
Voorwerp van de opdracht: Domein
:
Werk
:
Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid Data-, signaalbekabeling & elektriciteitswerken CPV 32421000-0 (Netwerkbekabeling)
De opening van de offerteformulieren zal plaatsvinden op 3/09/2009 om 11.00 uur, ten overstaan van de heer Vandierendonck Luc, Afdelingshoofd, Afdeling Gebouwen, Boudewijngebouw – Boudewijnlaan 30 - 5e verdieping - lokaal 05 E 01/11 - 1000 Brussel. Nadere inlichtingen kunnen bekomen worden bij : - ir. Peter Bockstaele, teamhoofd – 02/553.82.26,
[email protected] - dhr. David De Keyser, deskundige – 02/553.74.95,
[email protected] Het bestek kan digitaal gedownload worden via de website https://enot.publicprocurement.be . De exacte locatie van de files horende bij dit bestek is opgenomen in het publicatiebericht. Prijs van dit bestek met een offerteformulier met samenvattende meetstaat : 0 EUR Vooraankondiging : referentie 2008 / S210-278925
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
2
VLAAMSE OVERHEID AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT Afdeling Gebouwen Boudewijn-gebouw Boudewijnlaan 30 bus 61 1000 Brussel Tel : 02/553 7492 Fax : 02/553 7455 E-mail :
[email protected] Besteknummer : 2009/GV/OA/T/093 Opdracht voor aanneming van werken : Technieken – Data-, signaalbekabeling & elektriciteitswerken Wijze van gunning : Openbare Aanbesteding Coderingsidentificatie van de opdracht : Europese codering : 32421000-0 (Netwerkbekabeling) 32520000-4 (Telecommunicatiekabels- en uitrusting) 31224400-6 (Aansluitkabels) 31321700-9 (Signaalkabels) 32562000-0 (Glasvezelkabels) 31682510-8 (Noodstroomsystemen) 31680000-6 (Elektrische benodigdheden en toebehoren) Voorwerp van de opdracht Onderhavige opdracht heeft als voorwerp : -
de opmeting, de studie, de levering en plaatsing en/of het verplaatsen van de aansluiting en in dienst stellen van een gestructureerde data- en telefoonbekabeling in gebouwen van de Vlaamse Overheid de opmeting, de studie, de levering en plaatsing en/of het verplaatsen van de aansluiting en in dienst stellen van een gestructureerde aansluit- en signaalbekabeling in gebouwen van de Vlaamse Overheid het voorzien van een leveringsdienst voor klein materiaal gekoppeld aan ICT materiaal het voorzien van indoor coverage bekabeling voor GSM, UMTS en ASTRID binnen de gebouwen van de Vlaamse Overheid het voorzien van moduleerbare noodstroomvoorzieningen voor dataracks binnen de gebouwen van de VLAAMSE OVERHEID met inbegrip van alarmbewaking het voorzien van coax bekabeling voor iDTV binnen de gebouwen van de Vlaamse Overheid de installatie van de bekabeling dient te gebeuren met alle noodzakelijke materialen en bijhorigheden en dit volgens de regels van goed vakmanschap, certificatie en techniek
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
3
-
het opmaken van As-builtplannen in Autocad-formaat, af te leveren op papier en op elektronische drager zoals CD-rom; de plannen moeten ook in de juiste structuur worden opgeslagen in een project library van de Vlaamse Gemeenschap voor iedere installatie dient een certificaat te worden afgeleverd van minimum 15 jaar channelgarantie Deze opdracht omvat zowel werken, leveringen als diensten. Aangezien de hoofdmoot van de opdracht bestaat uit werken zijn de artikelen met betrekking tot werken van toepassing.
De offertes voor de openbare aanbesteding moeten worden ingediend tegen uiterlijk 3/09/2009 om 11u, ter attentie van de heer Vandierendonck Luc, Afdelingshoofd, of zijn gemachtigde, op volgend adres : VLAAMSE OVERHEID, Agentschap AFM, Afdeling Gebouwen, Boudewijn-gebouw, kamer 05 E 01/11, gelegen 1000 Brussel, Boudewijnlaan 30 bus 61. Nadere inlichtingen kunnen bij de Afdeling Gebouwen bekomen worden bij : -
ir. Peter Bockstaele, teamhoofd – 02/553.82.26,
[email protected] dhr. David De Keyser, deskundige – 02/553.74.95,
[email protected]
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
DEEL I: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1.1 OPDRACHTGEVEND BESTUUR 1.2 Voorwerp en classificatie van de opdracht 1.3 Gunningswijze en opening van de offertes 1.4 Toepasselijke wettelijke bepalingen 1.5 Overige algemeen toepasselijke bepalingen 1.6 Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan wordt afgeweken 2. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8.1.1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN 3. HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 Verkoop van de documenten Artikel 4 - Betalingsmodaliteiten 4. DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN - BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 Artikel 1 - Leiding en toezicht Artikel 3 - Plannen Artikel 4 - Plannen en documenten opgemaakt door de aanbestedende overheid Artikel 4 § 1, 3° Artikel 4, § 2 – Detail- en uitvoeringsplans, plannen as-built Artikel 5 - Borgtocht Artikel 10 – Onderaannemers Artikel 12 – Keuringen Artikel 13 - Prijsherziening Artikel 14, §1 – Intellectuele rechten – Aankoopprijs en Vergoedingen Verdeling van de rechten op de software Artikel 15 - Betaling van de werken Artikel 17 - Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering Artikel 18 - Rechtsvorderingen Artikel 19, §2 – Waarborgtermijn Artikel 20 § 4 – Straffen Artikel 25, § 1 – Elementen die in de prijs begrepen zijn Artikel 28, §1 - Uitvoeringstermijn Artikel 32 - Ter beschikking stellen van gronden of van lokalen Artikel 35 – Personeel van de aanneming Artikel 42 - Wijziging aan de opdracht Artikel 43, §2 – opleveringen Artikel 44 – Verrekeningen DEEL II: BESCHRIJVINGEN VAN DE WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN 1. ALGEMEENHEDEN 1.1 Omvang 1.2 Grenzen t.o.v. ruwbouw/afwerking 1.3 Grenzen t.o.v. aannemer actieve apparatuur 2. ALGEMENE BESCHRIJVING DER WERKEN 3. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE WERKEN 3.1 - Projectstudie en projectadministratie 3.2 - Gestructureerde bekabelingsystemen
4
6 6 7 7 8 10 12 13
13 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 22 22 23 23 23 24 25 25 25 25 26 26 26 26 27 27 29 30 30 30 31 31 31 32 32 35
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen 3.3 Leidingen in gebouwen 3.4 - Elektrische installatie van lokalen 3.5 - Klimatologische uitrusting serverlokalen 3.6 - Bijkomende werken 3.7 Coax bekabeling (digitale televisie) 3.8 Noodvoedingen 3.9 Verlichtingsarmaturen In lengte & breedte gemoduleerd (Mod.300) Lengte & breedte gemod. met trapsgewijs geprofil. dwarslamel (Mod300) 3.9.13 Industrieel toestel geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm met zelfdragende, diepstralende reflector 3.9.14 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, breedstralende reflector 3.9.15 Industrieel toestel geschikt voor 2 T8-lampen met diameter van 26mm met zelfdragende, breedstralende reflector 3.9.16 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, half-diepstralende reflector 3.9.17 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, extreem diepstralende reflector 3.9.18 Compact inbouw downlight armatuur voor spaarlampen 1x13W 4pins 3.9.19 Opbouw noodtoestel 1x13W T5 niet permanent 3.9.20 Op- of inbouw noodtoestel 1x8W T5 niet permanent 3.10 Draadloze indoor coverage 3.11 - Technisch bundel 3.12 – Administratieve opvolging 3.13 - Documentatie 3.14 - Studiewerken 3.15 - Bijkomende eenheidsprijzen DEEL III : OFFERTEFORMULIER A. ALGEMENE VERBINTENIS B. ALGEMENE INLICHTINGEN C. ONDERAANNEMERS D. PERSONEEL E. BETALINGEN F. RSZ - VERPLICHTINGEN G. BIJLAGEN
5
54 62 68 70 74 75 79 81 82 88 88 89 89 90 90 91 91 92 92 92 93 94 97 100 105 107 108 108 112 113 114 114 114 114 114 115
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
6
DEEL I: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1.1 OPDRACHTGEVEND BESTUUR 1. Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting van de diensten van de Vlaamse Gemeenschap. 2. De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht is belast is: VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Gebouwen – Team Technieken Boudewijnlaan 30 – bus 61 1000 BRUSSEL Alle briefwisseling met betrekking tot deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd, behoudens toepassing van punt 3 hierna. 3. Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de aanbestedende overheid moet worden betekend aan de Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, Koolstraat 35 te 1000 Brussel. Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak, overdracht van een schuldvordering of een ander exploot. Hetzelfde adres geldt ook voor de aangetekende brief waarbij een schuldvordering wordt overgedragen of in pand gegeven. Het Agentschap voor Facilitair Management treedt in deze opdracht in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest op als aankoopcentrale cfr. Artikel 2, 4° van de wet van 15 juni 2006. Dit betekent dat andere overheden die ressorteren onder de Vlaamse Overheid op basis van deze overeenkomst bestellingen kunnen plaatsen. Overheden die gebruik maken van deze overeenkomst dienen ten alle tijden de afname van de overeenkomst op te volgen en, op vraag van het Agentschap Facilitair Management, een rapportering betreffende de afname over te maken. Nadere inlichtingen via een informatievergadering kunnen bekomen worden bij volgende personen: Ir. Peter Bockstaele, teamhoofd, tel 02/553 8226, e-mail
[email protected] Dhr. David De Keyser, deskundige, tel 02/553 7495, e-mail
[email protected] Er wordt een informatievergadering voorzien op 25/08/2009 om 10u op het adres Nederkouter 28 te 9000 Gent. De vragen dienen schriftelijk, d.i. per aangetekend schrijven of per fax, ingediend te zijn tegen 20/08/2009. Nadien worden geen vragen meer aanvaard. Op deze informatievergadering worden de vragen mondeling beantwoord. De geïnteresseerde firma’s dienen tegen 20/08/2009 door te geven aan beide vermelde personen wie (naam & contactgegevens GSM en/of e-mail) deze vergadering zal bijwonen van hun firma. Per firma is maximaal 1 persoon toegelaten.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
7
1.2 Voorwerp en classificatie van de opdracht Deze opdracht heeft als voorwerp de werken, leveringen, het vervoer, de arbeidskrachten en alle uitvoeringsmiddelen met betrekking tot, alsmede het onderhoud gedurende de waarborgtermijn voor : Domein Adres Werk
: : :
Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid In Brussel en de Vlaamse provincies Data-, signaalbekabeling & elektriciteitswerken
Coderingsidentificatie van de opdracht : Europese codering : 32421000-0 (Netwerkbekabeling) 32520000-4 (Telecommunicatiekabels- en uitrusting) 31224400-6 (Aansluitkabels) 31321700-9 (Signaalkabels) 32562000-0 (Glasvezelkabels) 31682510-8 (Noodstroomsystemen) 31680000-6 (Elektrische benodigdheden en toebehoren) Dit is een gemengde opdracht. De opdracht omvat werken, leveringen en diensten. Aangezien werken het merendeel van de prestaties uitmaken wordt de opdracht beschouwd als een opdracht van werken. Prestaties tegen terugbetaling, welke het voorwerp zijn van een aparte prijsvraag, zijn eveneens mogelijk. De opdracht wordt gesloten voor een duur van vijf jaar.
1.3 Gunningswijze en opening van de offertes De gunning van deze opdracht geschiedt bij wijze van openbare aanbesteding De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting op volgende datum : 3/09/2009 De plaats van opening is: VLAAMSE OVERHEID AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT Afdeling Gebouwen Boudewijn-gebouw Boudewijnlaan 30 - bus 61 - 5e verdieping - lokaal 05 E 01/11 1000 Brussel. De inschrijvingen moeten aldus voor deze datum toegekomen zijn bij Afdeling Gebouwen op bovenvermeld adres. De offerte wordt in tweevoud in een dubbele omslag gestoken en wordt aangetekend verzonden dan wel neergelegd op het in deze paragraaf vermelde adres. Een kopij van de volmachten van de ondertekenaars wordt toegevoegd (Art. 94, Art. 95).
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
8
Op de offerte wordt duidelijk vermeld welke de originele offerte respectievelijk de kopijofferte is, door op het eerste blad de woorden “ORIGINEEL” respectievelijk “KOPIJ” aan te brengen. De offerte wordt geschoven in een "definitief gesloten omslag". Zowel de binnen- als de buitenomslag dient het volgende te vermelden: Offerte ingediend voor het bestek nr 2009/GV/OA/T/093 Met openingszitting op 3/09/2009 om 11u OMSLAG NIET OPENEN De buitenste omslag vermeld het woord OFFERTE. 1.4 Toepasselijke wettelijke bepalingen Op deze opdracht zijn onder meer van toepassing : -
-
-
-
Wet van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 22.01.1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten met inbegrip van alle van kracht zijnde wijzigingen, aanvullingen en errata tot datum aanbesteding. KB van 8 januari 1996 (Belgisch Staatsblad van 26.01.1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, met inbegrip van alle van kracht zijnde wijzigingen, aanvullingen en errata tot datum aanbesteding KB van 26 september 1996 (Belgisch Staatsblad van 18.10.1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, met inbegrip van alle van kracht zijnde wijzigingen, aanvullingen en errata tot datum aanbesteding en zijn bijlage, zijnde de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten (AAV) voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken. Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; De berichten en terechtwijzende berichten gepubliceerd in het “Bulletin der Aanbestedingen” en/of in het “Supplement op het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen” in verband met deze opdracht maken integraal deel uit van de contractuele voorwaarden. De inschrijver wordt geacht hiervan kennis te hebben genomen en er rekening mede te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte. De hierboven vermelde teksten van de reglementering op de overheidsopdrachten kunnen geraadpleegd worden via de website van de FOD Justitie: http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm
-
De Codex over het Welzijn op het werk (met inbegrip van de artikelen vervat in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, A.R.A.B.) en in het bijzonder Art. 52 van het ARAB De AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) Alle wijzigingen aan de Wet en de voormelde besluiten die van toepassing zijn op de dag van de opening van de offerten. De nieuwe CPV-verordening nr. 213/2008, vastgesteld op 28 november 2007, en gepubliceerd in het Publicatieblad van de EG op 15 maart 2008 (L74/1) en in werking getreden op 15 september 2008.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen -
9
Het Koninklijk Besluit dd 25 april 1996 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN)
De aanneming is onderworpen aan de bepalingen en voorwaarden van : -
De Wet van 4-8-1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18-9-1996) de Codex en, in voorkomend geval, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.) met alle verschenen wijzigingen, bijvoegingen en schrappingen Algemeen Reglement betreffende de Elektrische Installaties (A.R.E.I.), K.B. van 10-31981, aangevuld met latere uitvoeringsbesluiten De laatste uitgaven van de normen uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie en de Europese instellingen (NBN, EN en ISO) Aflevering 4.1. deel 2 van 1986 - Bescherming van de ferro-metalen tegen corrosie – Prestatienormen De door het WTCB gepubliceerde technische voorlichtingen (T.V.) in zoverre er in dit bijzonder bestek naar verwezen wordt De technische specificaties (S.T.S.) uitgegeven door het Nationaal Instituut voor de Huisvesting inzover er in dit bijzonder bestek naar verwezen wordt De reglementeringen van de maatschappijen aan wiens net de aansluitingen van elektriciteit, telefoon, kabeldistributie, enz. moeten gebeuren Het K.B. van 27-8-1993 betreffende het werken met beeldschermen Het K.B. van 10-11-1996 (B.S. van 8-4-1997) betreffende goedkeuringen van apparaten voor telecommunicatie in toepassing van de richtlijn 91/263/EEG – Apparaten voor telecommunicatie
Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk de volgende typebestekken en voorschriften: − Typebestek VL100 van 1998 : aannemingen van bouwwerken, algemene contractuele en administratieve bepalingen − Typebestek SB240 van 1998 : mechanische en elektrische installaties en constructies, algemene contractuele en administratieve bepalingen − Typebestek VL104 : aanneming van bouwkundige werken, technische voorschriften − Typebestek VL105 : centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling − Typebestek SB250 : wegenbouw − Typebestek VL400 : mechanische en elektrische installaties en constructies − De normen uitgegeven door het NBN − De Europese normen, de ISO normen en de Butgb-goedkeuringen indien hiernaar verwezen wordt. De brochures Technische Specificaties (STS) in verband met de bouwsector zijn gratis verkrijgbaar bij de FOD bevoegd voor Economie e-mail :
[email protected] adres : FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Vooruitgangstraat 48 te 1210 Brussel Het standaardbestek SB250 is verkrijgbaar via de link: www.wegen.vlaanderen.be/documenten/sb250 De standaardbestekken SB230 en SB240 zijn verkrijgbaar op volgend adres: Departement Mobiliteit en Openbare Werken Algemene Technische Ondersteuning Koning Albert II-laan 20 bus 6
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
10
1000 Brussel Contact (onder voorbehoud): Dhr. Wim Decoen,
[email protected] Het typebestek VL400 en andere Typebestekken VL zijn verkrijgbaar via Regie der Gebouwen (FOD), Dienst voor Publicatie en Verkoop van Bestekken, email:
[email protected] b. de wet van 20.03.1991 (B.S. 06-04-1991) betreffende de regeling van de erkenning van aannemers, het K.B. van 26-09-1991 (B.S. 18-10-1991) en het M.B. van 27-09-1991. c. alle latere aanvullingen op deze verwijzingen geldig op datum van bekendmaking. d. de bepalingen van dit bijzonder bestek. Algemene opmerking : In geval van tegenstrijdigheden tussen voornoemde documenten is de orde van voorrang de volgende : 1. Wet d.d. 24/12/1993 en zijn uitvoeringsbesluiten : het KB d.d. 08/01/1996 en het KB d.d. 26/09/1996 2. Bijzonder bestek 3. VL100 4. De bijlage bij het KB d.d. 26/09/1996 5. VLAREM I en VLAREM II, alsook alle wijzigingen welke in het Belgisch Staatsblad zijn gepubliceerd 6. Het AREI en het ARAB 7. Ruwbouw en afwerking 8. TB 104 9. STS-specificaties 10. Bestek nr 800 11. Elektriciteit 12. SB 240 13. TB 400 14. Centrale verwarming 15. TB 105 16. Normalisatiebladen over luchtkanalen 17. Wegen 18. SB 250 19. De Europese en Belgische normen 20. Afleveringen van het algemeen bestek 21. Documentatiebladen van het Ministerie van Openbare Werken en haar afdelingen 22. De technische voorlichtingsnota’s van het WTCB 1.5 Overige algemeen toepasselijke bepalingen De nummers van de artikels waarnaar hierna wordt verwezen stemmen overeen met de nummering van de artikels van het KB d.d. 08/01/1996 en het KB d.d. 26/09/1996. Overeenkomstig art. 4 van de Wet van 24/12/1993 en de desbetreffende bepalingen aansluiten bij de verschillende KB’s worden voor de toepassing van deze bepalingen de begrippen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
11
“Minister”, “Gemeenschappen”, “Gewesten”, “Opdrachtgevend Bestuur”, “Bevoegde Overheid”, “Maatschappij” e.d. vervangen door “Bestuur”. Tevens gelden volgende punten : 1. De opdracht treedt in werking tijdens de eerste maand die volgt op de datum van de betekening van de gunning van de opdracht en wordt gesloten voor de duur van vijf jaar. 2. Het Bestuur kan jaarlijks een einde aan de opdracht stellen, per aangetekende brief, ten minste drie maanden voor het verlopen van een volledig jaar van uitvoering en ten vroegste twee jaar na gunning (behoudens maatregelen van ambtswege). 3. Teneinde de overgangsperiode te dekken met een nieuwe aannemer en op voorstel van de leidend ambtenaar, kan deze overgangsperiode het voorwerp uitmaken van verlenging van het bestaande contract aan identieke condities voor een periode van zes maanden. 4. Dit is geen exclusieve opdracht. Het Bestuur heeft het recht om een andere partij aan te duiden om specifieke opdrachten uit te voeren. 5. Volgende mogelijke uitbreidingen (niet exhaustief) kunnen voorkomen: Niet opgesomde gebouwen Gebouwen die toebehoren aan IVA of EVA-instellingen In elk van deze gevallen zijn de prijzen dezelfde als de prijzen welke door de Vlaamse Overheid met de dienstverlener zijn overeengekomen. De inschrijver wordt erop attent gemaakt dat de benamingen I.V.A. (Intern Verzelfstandigd Agentschap) met/zonder rechtspersoonlijkheid en E.V.A. (Extern Verzelfstandigd Agentschap) aangewend worden binnen de huidige organisatiestructuren. Indien eventuele eigenaars of exploitanten van gebouwen waar diensten of personen van de Vlaamse Overheid gehuisvest zijn interesse hebben om beroep te doen op de diensten van de dienstverlener, zal dit aan de zelfde condities gebeuren overeenkomstig dit bestek.. Deze uitbreiding is voorzien teneinde voor de technische diensten van het Bestuur te beschikken over uniforme en gelijkaardige documenten, en te beschikken over technische vergelijkbare hulpmiddelen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
12
1.6 Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan wordt afgeweken Afwijkingen op de algemene aannemingsvoorwaarden (KB 26/9/1996 art. 3 § 1) De bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan dit bestek afwijkt, zijn de artikelen: -
Art. 5: Borgstelling (lagere borgstelling wegens duur van het contract) Art. 15: betaling werken (facturatie aan andere partijen mogelijk dan aan organiserende overheid) Art. 20: straffen (aparte strafbepaling voor intelligente noodvoedingen wegens belang voor aangesloten apparatuur)
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
13
2. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8.1.1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN
Artikel 16 tot en met artikel 20 - De kwalitatieve selectie Op grond van de inlichtingen betreffende de eigen situatie van iedere inschrijver en van de bekomen inlichtingen vermeld in de artikels 17, 18 en 19 van dit K.B. wordt overgegaan tot de kwalitatieve selectie van de inschrijver. Enkel de offertes van de inschrijvers die niet worden uitgesloten en die aan de technische, economische en financiële minimumeisen voldoen, komen in aanmerking voor verder onderzoek en evaluatie. Bij het indienen van zijn offerte dient de inschrijver de stukken te nummeren en in te dienen in de vermelde volgorde. Stuk 1 is het door de inschrijver ingediende offerteformulier en bijhorende meetstaat, met de nodige handtekeningen en met de documenten welke de bevoegdheid van de inschrijver aantonen. Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in art. 17. Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZ-attest via elektronische weg op conform art. 72, §5. De buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte een attest of een verklaring volgens de bepalingen van art. 17bis, §2 . Artikel 18 – Financiële en economische draagkracht In Stuk 2 : Teneinde de financiële en economische draagkracht van de inschrijver na te gaan moet bij de offerte een verklaring door een erkend account of bedrijfsrevisor worden gevoegd waarbij bevestigd wordt dat de totale omzet m.b.t. opdrachten voor databekabeling over de laatste 3 jaar minimum 500.000 euro bedraagt. Dit is Stuk 2a. in extenso aan artikel 70, 1° punt (gedeelte Onderhoudsdiensten): bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s voor een minimum bedrag van 1 miljoen euro (materiële schade) , 1 miljoen euro (lichamelijke schade) en 2,5 miljoen euro (dodelijke afloop). Dit is Stuk 2b. Artikel 19 – Technische bekwaamheid Om de technische bekwaamheid van de inschrijver na te gaan dient hij bij de offerte volgende documenten bij te voegen, in Stuk 3 : 1° lid : de stukken welke de beroepskwalificatie van de aannemer aantonen (Stuk 3a):
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen -
-
-
14
3a1 : de aannemer dient de nodige certificaten voor te leggen waaruit blijkt dat hij gekwalificeerd installateur van minstens 4 verschillende merken van databekabeling. Uit dit certificaat dient dus de bekwaamheid te blijken om dit materiaal op correcte wijze te installeren met de volle materiaalwaarborg (channelgarantie) vanwege de leverancier van het merk voor een periode van minimaal 15 jaar. in afwijking van art. 85 (KB 08/01/1996) : De aannemer dient minstens gecertificeerd te zijn voor volgende merken : BRANDREX, NEXANS wegens de aanwezigheid van deze beide merken in de meerderheid van de gebouwen van de Vlaamse Overheid. De motivatie voor deze vermelding van merken is gebaseerd op art. 85 van het KB van 08.01.1996 – technische exclusiviteit onontbeerlijk ten opzichte van het voorwerp van de opdracht: de weerhouden aannemer dient in staat te zijn om uitbreidingen uit te voeren op bestaande installaties met behoud van de leverancierswaarborg. 3a2 : het uitvoerend personeel dient te beschikken over de nodige bekwaamheidsattesten om de in het bestek voorziene werken uit te voeren in elektrische ruimtes. Een minimum van BA4 wordt geëist voor alle ingezette personeel 3a3 : de projectleider dient te beschikken over het VCA attest voor leidinggevenden 3a4 : de inschrijver dient te beschikken over voldoende ervaring in het behandelen van aanvragen voor indoor coverage metingen : dit toont hij aan door het voorleggen van minstens 2 referenties voor gebouwen met een minimum nuttige oppervlakte van 3.000 m² uitvoeren van coax en fiber bekabeling voor iDTV toepassingen : dit toont hij aan door het voorleggen van minstens 1 referentie voor een gebouw met een minimum oppervlakte van 3.000 m² 2° lid : een lijst met minstens 3 werken uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering voor de belangrijkste werken; deze werken dienen uitgevoerd te zijn voor een minimum bedrag van 300.000 EUR per opdracht (Stuk 3b). 3° lid : verklaring van gebruikte werktuigen, materieel en technische uitrusting (Stuk 3c) 3c1 : minstens één meettoestel met attest van jaarlijkse ijking, voor het uitmeten van kabels op basis van de normen voor UTP, Cat5E (Class D), Cat.6 (Class D en Class E)-bekabeling, Cat.6A (Class D en Class E)-bekabeling, en na normalisatie van de standaard ook op Cat.7 (Class F) 3c2 : minstens één meettoestel met attest van jaarlijkse ijking voor optische metingen (OTDR) op monomode en op multimode glasvezel (OM1, OM2, OM3 en OS1) 3c3 : minstens één meettoestel voor het uitvoeren van coverage metingen voor volgende technologieën : GSM, UMTS en TETRA standaarden voor UMTS metingen kan eventueel gebruik gemaakt worden van de GSM meettoestellen en een aangepaste hercalculatie via een door de mobiele operatoren aanvaarde formule 3c4 : minstens één meettoestel voor het uitvoeren van kwaliteitsmetingen op coax geleidingen, i.h.b. voor iDTV toepassingen, waardoor het mogelijk is controles uit te voeren op het spectrum gebruik 3c5 : de verklaring betreffende het materiaal dat per persoon of per ploeg is toegekend, waaruit dient te blijken dat de uitvoerder beschikt over de nodige
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
-
-
15
materialen voor plaatsing en bevestiging van de uitrustingen, het maken van doorboringen, … 3c6 : de inschrijver dient een attest (compliance statement of evenwaardige benaming) voor te leggen van een onafhankelijk (dus niet gebonden aan de fabrikant) keuringsorganisme van de aangeboden (U)TP-materialen m.b.t. de plugjack combinatie , volgens de-embedded testing procedure, waaruit ook de backward-compatibility blijkt met UTP-materialen van lagere categorie 3c7 : de inschrijver dient de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat de aangeboden systemen future-proof zijn naar hogere debieten toe, i.h.b. 10GbitEthernet over Cat6 en Cat6A en Cat7. 3c8 : de inschrijver dient de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat hij beschikt over gepaste meetapparatuur voor het uitvoeren van werken op elektrische installaties, en waaruit blijkt dat deze meetapparatuur geschikt is voor het uitvoeren van representatieve en betrouwbare metingen op installaties waarop ICT-apparatuur aanwezig is (netten met hogere harmonischen) 3c9 :de verklaring betreffende de nodige uitrustingen voor het tekenen van as-built plannen in Autocad formaat, minimaal versie Autocad 2008, volgens de layerstructuur vastgelegd door het Bestuur Motivatie : het Bestuur gebruikt deze software voor het intekenen van gebouwen en bewerken van deze plannen voor diverse interne toepassingen 3c10 : de verklaring betreffende de fabricatie van de geleverde en geplaatste uitrustingen waaruit dient te blijken dat de fabrikant van deze uitrustingen beschikt over een EMAS, of de nodige documenten waaruit gelijkwaardigheid (aan te tonen door gepaste verwijzing) dient te blijken 3c11 : de verklaring betreffende de fabricatie van de geleverde en geplaatste uitrustingen waaruit dient te blijken dat de milieu-relevante Europese Richtlijnen, i.h.b. de WEEE en de ROHS richtlijnen toegepast zijn. Hierbij hoort tevens een vermelding van de onafhankelijk gecontroleerde labels, onderworpen aan een lastenboek, welke vermeld worden op de producten (zoals EnergyStar, TCO, Der Blaue Engel, VIBE, Nordic Swan, …). 4° lid : verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting en de omvang van het kader, betrokken bij de uitvoering van de opdracht, gedurende de laatste drie jaren (Stuk 3d). De minima vermeld in het 5° lid zijn van toepassing. 5° lid : verklaring betreffende de technici of technische diensten (Stuk 3e): 3e1 : de aannemer toont aan te beschikken over de technici en /of technische diensten die ter beschikking zullen staan van de aannemer bij de uitvoering van de werken met minstens 10 personen van niveau installateur/storingslichter en minstens 3 personen van niveau expert voor het uitvoeringsteam 3e2 : identificatie van de netwerkdesigner, d.i. de persoon die het ontwerp van een installatie (indien meer dan 24 aansluitingen) opmaakt en ter goedkeuring voorlegt aan het Bestuur; hij zal ervoor zorgen dat het ontwerp, de gemaakte keuzes en opties en de certificatie van de installatie gevrijwaard blijven; tevens zal hij instaan voor het opmaken van een opmetingsstaat. Van de netwerkdesigner wordt de naam opgegeven alsook wordt de beroepskwalificatie, een kopie van de behaalde certificaten en attesten (voor de laatste drie jaar) i.v.m. ontwerpen van LAN-installaties wordt eveneens voorgelegd; 3e3 : middelen voor opvolgen van werkplanning via Internet conform de beschrijving van het technisch bestek.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen -
-
16
3e4 : middelen voor aannemen van oproepen voor klachten of storingen. Hierbij inbegrepen het bewijs dat de aannemer beschikt over een registratiecentrum in eigen beheer tijdens de werkuren met een gegarandeerde follow-up door minimum twee operatoren. Het oproepnummer van dit registratiecentrum is een nationaal nummer of een niet-geografisch nummer met maximaal nationale tarificatie. Dit registratiecentrum staat in voor het doorsturen van de oproepen naar een storingsdienst of –verantwoordelijke en laat follow-up toe door het Bestuur via een basis procedure toegelicht in het bestek. 3e5 : de verklaring van de inschrijver betreffende socio-economische initiatieven van maatschappelijke aard, o.a. voor integratie van minderheden of herintegratie i.s.m. penitentiaire instellingen
Artikel 20, §1 – Erkenning Vereiste erkenning Voor deze werken is er een erkenning vereist. De werken die het voorwerp uitmaken van deze opdracht zijn gerangschikt in de categorie P1. Het Bestuur is van oordeel dat zij tot klasse 6 behoren. De aandacht van de inschrijvers wordt erop gevestigd dat pagina 3 en 4 van het offerteformulier enkel moeten ingevuld worden wanneer het bedrag van de offerte hoger ligt dan de in artikel 1 van het KB van 8.1.1996 bepaalde grensbedragen. Dit is Stuk 4. Artikel 83 - Verwijzingen Zie hiervoor de vermeldingen bij Artikel 2 – KB van 26/09/1996 Artikel 86 - Wijze van prijsbepaling Deze opdracht vormt een gemengde opdracht omvattende: a) b)
een gedeelte tegen prijslijst voor de posten voorafgegaan door de vermelding “vermoedelijke hoeveelheid” (VH). een gedeelte tegen een totale prijs voor alle andere werken bepaald in deze aanbestedingsdocumenten (TP).
Aangezien het hier om een bestellingsopdracht gaat, zullen er geen exacte hoeveelheden kunnen worden opgegeven. De vermoedelijke hoeveelheden opgenomen in de meetstaat geven een aanduiding voor de te installeren materialen gedurende een periode van 5 jaar. Uiteraard zullen slechts de hoeveelheden volgens de behoeften afgenomen worden. De inschrijver zal zich in geen geval kunnen beroepen op enige schadevergoeding indien de opgegeven hoeveelheden niet worden verwerkt gedurende de opgegeven periode.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
17
Artikel 88 – Prijsonderzoek Op verzoek van het Bestuur moet de inschrijver, vóór de gunning van de opdracht, alle inlichtingen verstrekken om het Bestuur in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. Artikel 89 - Opmaken van de offerte Het offerteformulier en de meetstaat worden opgemaakt op de bij het bestek behorende formulieren. Elk offerteformulier of meetstaat, die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, op straffe van volstrekte nietigheid op ieder van de documenten moet vermelden : "Ik, ondergetekende,.................................,verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) bij het bestek verstrekte offerteformulier (1) of meetstaat (1), en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden (2), met uitzondering van de posten waarvan de hoeveelheden werden gewijzigd overeenkomstig art.96 par. 2 van het KB van 8.1.1996 en die, samen met de eventuele leemten, in een nota bij de offerte worden verantwoord." (1) schrappen wat niet van toepassing is. (2) de navolgende bijzin schrappen wanneer het afwijkend document enkel betrekking heeft op de offerte sensu stricto. De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Het origineel van de offerte wordt als dusdanig aangeduid. Er worden 2 kopieën bijgevoegd.
Artikel 90 - Bij te voegen bescheiden Alle bescheiden en nota’s die bij de offerte worden gevoegd, moeten worden gedagtekend en ondertekend onder de vermelding: “Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden”. Naast de bescheiden die volgens dit en andere artikels bij de offerte moeten worden gevoegd, dienen ook volgende bescheiden te zijn bijgevoegd : -
-
het bewijs waaruit blijkt dat de ondertekenaar van de offerte wel degelijk de bevoegdheid heeft om te ondertekenen, dit overeenkomstig de statuten van de onderneming, toe te voegen in Stuk 1. kopie van het contract in geval van een tijdelijke vereniging, toe te voegen in Stuk 1. in Stuk 5 : de technische documentatie die de kwaliteit van de materialen welke de aannemer zal aanwenden zoals beschreven in het lastenboek aantoont. een beschrijving van de kwaliteitsnormen die gevolgd worden bij de ontwikkeling en de productie van de aangeboden producten en uitvoering van de werken; een afschrift van
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
-
-
-
18
de eventuele certificaten (bv. ISO 9001) is bij te voegen. Inzake het opvolgen van de uit te voeren opdrachten dient de firma een certificaat ISO 9002 of gelijkwaardig Europees certificaat inzake kwaliteitsborging te bezitten. De gelijkwaardigheid is aan te tonen door de inschrijver. Dit is Stuk 6. in aanvulling van de stukken 3c10 en 3c11 welke betrekking hebben op de fabricatie van de materialen, een omschrijving van de milieunormen waaraan voldaan wordt. Inzake de voorbeeldrol welke de Vlaamse Overheid wenst toe te passen bij de selectie van aannemers dient de inschrijver een certificaat inzake milieuplanning zoals EMAS of gelijkwaardig (gelijkwaardigheid aan te tonen door de inschrijver) te bezitten. Dit is Stuk 7. ingeval onderaannemers aangewend worden dient de inschrijver de nodige informatie te bezorgen in Stuk 8 aangaande de identiteit van deze onderaannemer de werken waarvoor hij in onderaanneming werkt de beperking van de onderaanneming tot maximaal 20% van de opdracht, en de elementen welke aantonen dat deze voorwaarde vervuld is de overige wettelijke bepalingen inzake onderaanneming een document opgesteld conform de bepalingen van het KB van Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen waarin beschreven wordt op welke wijze, bij de uitvoering van het werk, er zal voldaan worden aan de uitvoeringsbepalingen (zie Technisch bestek) en de veiligheidsvoorschriften die opgelegd zijn in het veiligheids- en gezondheidsplan van de onderneming, en aan het milieuplan van de onderneming, met inbegrip van de prijsberekeningsnota. Het veiligheids- en gezondheidsplan, en het milieuplan, worden ondertekend bezorgd bij de inschrijving. De inschrijver dient deze stukken op verzoek tevens digitaal te kunnen aanleveren in pdf-formaat. Dit is Stuk 9.
Artikel 96 §2 – De meetstaat Het is verboden de vermoedelijke hoeveelheden te wijzigen, tenzij het gaat om een duidelijke materiële vergissing.
Artikel 100 §1 - Prijsopgave Het bedrag van de BTW maakt het voorwerp uit van een speciale post na de meetstaat. Artikel 102 - Taalgebruik De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met het Opdrachtgevend Bestuur. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan het Bestuur een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
Artikel 106 – Opening van de offerten De opening van de offerten vindt plaats op 3/09/2009 om 11 uur op volgend adres : VLAAMSE OVERHEID Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 te 1000 Brussel Vergaderzaal Afdeling Gebouwen – 5e verdieping lokaal 05 E 01/11 de
Offerten per post verstuurd worden gestoken in een 2 gesloten omslag met vermelding “Offerte” Artikel 113 - Varianten Er zijn geen “vrije” of “verplichte” varianten. Artikel 116 - Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers In afwijking van artikel 116 van het K.B. van 8.1.1996 wordt de termijn van 60 kalenderdagen gedurende dewelke de inschrijvers gebonden blijven door hun offerte, voor deze opdracht op 120 kalenderdagen gebracht.
19
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
20
3. HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 Verkoop van de documenten De documenten, waarvan sprake in dit bestek, kunnen aangekocht worden op volgende adressen : -
Het bestek kan digitaal gedownload worden via de website https://enot.publicprocurement.be De exacte locatie van de files horende bij dit bestek is opgenomen in het publicatiebericht.
-
Typebestek VL100 van 1998 is gratis te verkrijgen na aanvraag per brief of fax bij de Afdeling Overheidsopdrachten – Boudewijn-gebouw – Boudewijnlaan 30 Toren 4B, 1000 Brussel – tel.:02-553 76 03 – fax: 02-553 76 05.
-
Belgisch Instituut voor Normalisatie, Brabançonnelaan 29 – 1000 Brussel : De NBN-Normen.
Artikel 4 - Betalingsmodaliteiten a)
De leveringen worden betaald door maandelijkse betalingen op basis van een factuur van de leverancier.
b)
Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt.
c)
Er worden geen voorschotten uitgekeerd .
d)
De betalingen geschieden op één rekeningnummer.
De staten der uitgevoerde werken slaan op maandelijkse perioden, die vervallen op de datum van elke maand, die overeenstemt met de datum bepaald in het dienstbevel tot aanvang der werken. Het Agentschap AFM – afdeling Gebouwen, staat in voor de betalingen behoudens anders bepaald bij de aanvang van een opdracht.
4. DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 Artikel 1 - Leiding en toezicht Deze werken worden uitgevoerd onder leiding van de Afdeling Gebouwen van de Vlaamse Overheid - AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT – Afdeling Gebouwen . Als er in de contractuele documenten sprake is van het Bestuur, dient hieronder de voormelde administratie verstaan te worden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
21
Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit : a)
de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering ;
b)
de keuring van de werken;
c)
het nazicht en de aanvaarding van de facturen ;
d)
het opstellen van de processen-verbaal ;
e)
de opleveringen ;
f)
het instaan voor het bestendig toezicht op de werken en bijhorende prestaties; dit toezicht omvat het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de gunningsdocumenten onvolledig of onduidelijk zouden zijn
Artikel 3 - Plannen Er zijn geen plans bijgevoegd.
Artikel 4 - Plannen en documenten opgemaakt door de aanbestedende overheid De aannemer stelt op zijn kosten de detail- en werktekeningen en de eventuele berekeningsnota's op en legt deze ter goedkeuring voor aan het Bestuur. Dit geldt voor de artikelen zoals gevraagd in de beschrijving van de werken. Artikel 4 § 1, 3° In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden. De inschrijver is verplicht zich vooraf persoonlijk te vergewissen van de uitvoeringsvoorwaarden van de werken. Artikel 4, § 2 – Detail- en uitvoeringsplans, plannen as-built De plannen door het Bestuur ter beschikking gesteld, worden door de aannemer aangevuld tot uitvoeringsplans en ter goedkeuring voorgelegd. Alle as-built dossiers worden uitgevoerd als ééndraads tekeningen. Het Bestuur kan de aannemer opleggen om dit ééndraads as-builtdossier uit te voeren op bestaande Autocadplannen via een aparte layer.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
22
De aannemer zal de uitvoeringstekeningen opmaken met behoud van de conceptie, vorm, afmeting en materialen zoals beschreven in het bijzonder bestek. De aannemer dient bij het opmaken van zijn uitvoeringsplans rekening te houden met alle betrokken technieken. De aannemer houdt rekening met alle opmerkingen die gemaakt worden en wijzigt de documenten overeenkomstig de onderrichtingen die hem worden doorgegeven. Alle wijzigingen die tijdens de werfvergaderingen worden besproken, worden steeds op de plannen aangebracht of opgegeven door de aannemer, zodanig dat op elk moment het Asbuilt dossier op de werf aanwezig is of kan opgemaakt worden. Artikel 5 - Borgtocht Voor deze opdracht wordt de borgtocht door het Bestuur bepaald op 40.000 euro in toepassing van het KB (hoeveelheden in V.H.), met afronding naar de dichtstbijzijnde 10K euro. Binnen de dertig kalenderdagen die op de datum van de betekening van de gunning volgen moet de aannemer aan de aanbestedende overheid het bewijs leveren dat aan de vereisten van de borgtochtstelling werd voldaan. Het bewijs van storting van de borgtocht moet gestuurd worden ter attentie van de leidende ambtenaar, Afdeling Gebouwen – Team Technieken, Boudewijnlaan 30 bus 61 te 1000 Brussel. Artikel 10 – Onderaannemers De aannemer dient aan de leidend ambtenaar het bewijs te leveren dat op het ogenblik dat hij de uitvoering van een deel van de werken aan een onderaannemer toevertrouwt, deze voldoet aan de wetgeving houdende regeling van erkenning van de aannemers dit in verhouding tot het deel van de werken dat hij zal uitvoeren. Ook dient de onderaannemer in regel te zijn met de R.S.Z. Tevens dient de onderaannemer te voldoen aan de kwalitatieve vereisten betreffende certifiëring vanwege de leveranciers, teneinde aan de materiaalwaarborgen te voldoen. De hoofdaannemer blijft in alle gevallen alleen aansprakelijk t.o.v. het Bestuur. Onderaanneming is beperkt tot maximum 20% van de opdracht. Ingeval de inschrijver gebruik maakt van onderaannemers dient hij bij zijn inschrijving de nodige gegevens toe te voegen waaruit blijkt dat deze voorwaarde vervuld is. Zie ook de bepalingen van Stuk 9. Onderaanneming is verboden voor alle activiteiten met betrekking tot de levering, plaatsing en testen van gestructureerde bekabeling Categorie 5E, 6, 6A of 7 en Fiber Optic (bekabeling, aansluitingspunten, verdelers). Artikel 12 – Keuringen Vóór de aanvang van de werken dient de aannemer een lijst voor te leggen waarin post per post alle gebruikte materialen worden vermeld (voorgestelde merken, types, enz.) Alle keuringskosten, behalve de elektrische keuring volgens het A.R.E.I., voorafgaande kwaliteitscontroles, voorlopige en definitieve keuringen, vallen ten laste van de aannemer.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
23
De eerste elektrische keuring van elektrische installaties volgens het A.R.E.I. wordt uitgevoerd door een controleorganisme aangeduid door het Bestuur. De tweede keuring, in geval van opmerkingen of inbreuken, wordt uitgevoerd ten laste van de aannemer. Artikel 13 - Prijsherziening De prijsherziening geschiedt overeenkomstig de formule : p = P ( a s/S + b i/I + c ) waarin aan de parameters volgende waarden worden toegekend : a = 0,4 b = 0,4 c = 0,2 Hierbij wordt gebruik gemaakt van volgende Agoria-indexen welke goedgekeurd worden door de FOD bevoegd voor Economie : S = basisloon (landsgemiddelde, meer dan10 werknemers I = materiaalindex (non-ferrometalen, algemeen) Zie ook http://www.statbel.fgov.be/indicators/home_nl.asp, rubriek ‘Industrie en Bouwnijverheid’ – subrubriek ‘Technologische Industrie’
Artikel 14, §1 – Intellectuele rechten – Aankoopprijs en Vergoedingen Alle intellectuele rechten, desbetreffende aankoopprijs en vergoedingen en aanhouden van octrooien, vallen ten laste van de aannemer die alleen verantwoordelijk is voor elk verhaal dat kan voortvloeien uit het gebruik of de uitvoering van constructies of gebrevetteerde elementen, zelfs indien het bestaan van dergelijke intellectuele rechten, desbetreffende aankoopprijs en vergoedingen niet wordt vermeld in onderhavig bijzonder bestek. Verdeling van de rechten op de software Waarborg tegen eisen van derden De aannemer dient het Bestuur te vrijwaren tegen elke vordering van een derde m.b.t. de in het kader van deze overeenkomst geleverde software die het gevolg kan zijn van het miskennen door de aannemer van bepaalde rechten, welke ook de rechten zijn (eigendomsrecht, gebruiksrecht, exclusieve distributierechten , enz.) De aannemer dient op zijn kosten tussen te komen in elk, al dan niet, gefundeerd geding dat voortvloeit uit deze eisen. Programma’s ontwikkeld voor deze opdracht Alle programma’s die specifiek voor het Bestuur ontwikkeld werden alsook de specifieke aanpassingen aan standaard software worden de exclusieve eigendom van het Bestuur vanaf
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
24
de definitieve oplevering. Dit eigendomsrecht heeft betrekking op de programma’s in al zijn vormen (broncode, objectcode, documentatie, organogrammen, …). Op deze software heeft het Bestuur alle rechten m.b.t. de reproductie, de commercialisering en de aanpassing ervan. De aannemer verbindt zich ertoe om de broncode en alle documentatie te leveren. Het Bestuur beslist als enige partij over het aantal licenties van deze software alsook over de personen binnen haar eigen diensten of derden die van deze software gebruik maken. Alle programma’s die voor het Bestuur ontwikkeld worden, zijn de volledige eigendom van het Bestuur. De vergoeding hiervoor verschuldigd is opgenomen in een stelpost van de meetstaat. De aannemer heeft hierop geen enkel recht Artikel 15 - Betaling van de werken De aannemer is verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering met gedetailleerde staten van de werken over te leggen per aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs. De staten worden gericht aan: VLAAMSE OVERHEID AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT Afdeling Gebouwen - Team Technieken t.a.v. de leidend ambtenaar (naam wordt medegedeeld bij aanvang van de opdracht) Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 61 1000 Brussel De gedetailleerde vorderingsstaten der uitgevoerde werken dienen door de aannemer te worden opgesteld op de laatste dag van elke kalendermaand. De gedetailleerde staten der werken moeten maandelijks en cumulatief worden opgesteld. Tot de vorderingsstaat behoren tevens de volgende documenten : het as-built dossier de attesten waaruit de conformiteit van de bekabeling blijkt of attesten van keuringsorganismen (elektriciteit) Wat betreft de vermoedelijke hoeveelheden dient de aannemer bij iedere staat een gedetailleerde berekening te voegen die de aangegeven hoeveelheid rechtvaardigt. Alle bijwerken zullen het voorwerp uitmaken van een verrekening die na goedkeuring door het Bestuur en na de uitvoering ervan kan worden opgenomen in de eerstvolgende vorderingsstaat. De staten worden opgesteld volgens een model ter beschikking gesteld door het Bestuur. Alleen op basis van een goedgekeurde vorderingsstaat mag de aannemer een factuur opmaken. Als begindatum van de termijn binnen dewelke de betalingen geschieden, geldt de datum van ontvangstbewijs of de tweede dag na de datum van de aangetekende zending.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
25
Onderhavig bijzonder bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de intresten. Artikel 17 - Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering Elke aanvraag tot kwijtschelding van boeten moet bij een ter post aangetekend schrijven aan het Bestuur gezonden worden. De postdatum van het aangetekend schrijven geldt als datum van de aanvraag. Artikel 18 - Rechtsvorderingen Elke rechtsvordering van de aannemer wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geschil. Artikel 19, §2 – Waarborgtermijn De waarborgtermijn is vastgesteld op één jaar volgend op de datum van de voorlopige oplevering zonder opmerkingen, behoudens voor prestaties voor actieve producten (zie verder). De leveranciers garanderen een waarborgtermijn van minimaal vijftien jaar op de door hen geleverde passieve producten (channelgarantie); voor actieve producten geldt een waarborg van 2 jaar na voorlopige oplevering zonder opmerkingen. Onder actieve producten wordt verstaan : producten aangesloten op netvoeding 230V met ingebouwde intelligentie zoals (niet exhaustief) routering, switching, signaalomzetting, luchtbehandeling, … Artikel 20 § 4 – Straffen 1) De enige straf wordt bepaald op 250 EUR; de dagelijkse straf op 200 EUR per kalenderdag met een motivatie van de opgelegde straf. 2) De straf voor het niet respecteren van de clausules van een onderhoudscontract (voor de intelligente noodvoedingen – zie technisch bestek) bedraagt 1/5e van de jaarlijkse onderhoudsvergoeding per intelligente noodvoeding per overtreding, met een maximum van 15 toepassingen van deze regel per jaar. Motivatie : de goede werking van de aangesloten systemen van het Bestuur hangt in sterke mate af van het respecteren van de onderhoudscondities door de uitvoerder 3) De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de aannemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven vastgesteld.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
26
Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende aannemer mogelijk is, en gelet op het belang van een goed functionerende bekabeling en (i.h.b.) noodvoedingen voor de werking van het Bestuur. Artikel 25, § 1 – Elementen die in de prijs begrepen zijn De forfaitaire eenheidprijzen omvatten ondermeer de conceptie, de know-how, de kosten voor het opmaken van plannen, schema’s en opmetingen nodig vooraleer de goedkeuring door het Bestuur kan gegeven worden voor de uitvoering van het desbetreffende project, de prestatiekosten, de proeven, de verplaatsingskosten, de transportkosten, algemene kosten, de afvoer van puin en verpakkingsmateriaal, de kosten voor de technische documentatie en de gebruikshandleidingen, de installatiekosten en de minimaal vereiste opleiding van één systeemverantwoordelijke. Artikel 28, §1 - Uitvoeringstermijn Iedere deelopdracht moet voltooid zijn binnen een termijn die steeds volgens het uit te voeren werk bepaald wordt door het Bestuur. Telkens wordt er voor een geplaatste deelopdracht in gezamenlijk overleg met de aannemer een uitvoeringstermijn bepaald. De werken zullen worden begonnen op de dag vermeld in het aanvangsbevel dat door het Bestuur wordt gegeven voor iedere deelopdracht. Voor deelopdrachten waarvan het netto bedrag hoger ligt dan 5.000 euro zal de aanvangstermijn in principe niet lager liggen dan 10 werkdagen na aanvangsbevel Worden niet als werkdagen beschouwd, de zondagen en wettelijke feestdagen alsook de in België geldende betaalde officiële jaarlijkse verlofdagen en inhaalrustdagen. Artikel 32 - Ter beschikking stellen van gronden of van lokalen De aannemer mag tijdens de uitvoering van de werken beschikken over de lokalen die aangeduid worden door de leidende ambtenaar ter plaatse. Artikel 35 – Personeel van de aanneming Het personeel van de aannemer zal een keurig voorkomen hebben en zal herkenbaar zijn door het dragen op zijn werkkledij van een logo of de benaming van de firma. De aannemer is ertoe gehouden aan de leidend ambtenaar een lijst te bezorgen van het tewerkgestelde personeel, met inbegrip van het personeel van de onderaannemers. Deze lijst moet actueel worden gehouden. Het ingezette personeel dient het Nederlands machtig te zijn, zowel schriftelijk als mondeling, met het oog op het begrijpen en opvolgen van veiligheidsinstructies op de werf. Deze voorwaarde geldt eveneens voor de onderaannemers.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
27
De aandacht van de inschrijvers wordt erop gevestigd dat het verboden is arbeidersuitzendkrachten tewerk te stellen voor werken uitgevoerd in onderaanneming van onderhavige opdracht. Artikel 42 - Wijziging aan de opdracht De in de meetstaat voorziene hoeveelheden zijn vermoedelijke hoeveelheden die gelden voor een looptijd van 5 jaar. De aannemer heeft geen recht op enige vergoeding indien de werkelijke hoeveelheden zelfs lager liggen dan de helft van de opgegeven vermoedelijke hoeveelheden. Het Bestuur kan de opdracht uitbreiden tot 50% in meer zonder wijziging van de eenheidsprijzen. De overeen te komen eenheidsprijzen voor de bijkomende werken die niet voorzien zijn in het contract en die uitdrukkelijk door het Bestuur bevolen worden, zullen op basis van te rechtvaardigen prijzen vastgesteld worden. Er is op deze prijzen geen herziening van toepassing, in zoverre deze prijzen niet zijn afgeleid van de eenheidsprijzen van de aanbesteding. Vooraleer tot betaling van de bijkomende werken kan overgegaan worden, dient een door alle partijen ondertekend verrekeningsrapport opgemaakt te worden. Deze verrekeningen worden in een afzonderlijke rubriek in de vorderingsstaat opgenomen, dit na uitvoering van de werken. Rekening houdend met de duur van de overeenkomst ( 5 jaar) en de technologische vooruitgang in de wereld van de informatica, is de aannemer verplicht om op dit gebied steeds de producten en bijhorende diensten te leveren die op het ogenblik van de deelbestelling het best voldoen aan de technologische stand van zaken. Uiteraard moeten de nieuwe producten minstens evenwaardig zijn aan de voorgestelde producten bij de inschrijving. De nieuwe producten worden steeds door de aannemer vooraf voorgelegd aan het Bestuur. De voorstelling gebeurt schriftelijk met volgende bij te voegen elementen : de technische documentatie en de eenheidsprijs van het nieuwe product. De eenheidsprijs wordt bepaald aan de hand van de netto aankoopprijs, welke door het Bestuur gecontroleerd moet kunnen worden, en de winstmarge van de aannemer. Op het inschrijvingsbiljet zal deze winstmarge ook meegedeeld worden door de inschrijver. De aanpassingen t.g.v. de technologische evolutie zullen, in geval ze aanvaard worden door het Bestuur, geregeld worden als bijakten van de overeenkomst, en dit overeenkomstig Artikel 42 §5. De aannemer mag geen enkel werk uitvoeren dat een meerprijs kan teweegbrengen op het bedrag van de aanneming, zonder schriftelijke toestemming van het Bestuur, welke ook overeengekomen prijzen en eventuele termijnverlengingen omvat. Door zijn bieding aanvaardt de inschrijver de toepassingsmogelijkheden van de omzendbrief van 11 januari 2006 betreffende het berekenen van de uurkost van aannemersmateriaal volgens kostenschaal CMK-2003 (B.S. 29 januari, add., februari 2008) Artikel 43, §2 – opleveringen Algemeen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
28
De oplevering geschiedt per deelopdracht. Er kan slechts tot de voorlopige oplevering worden overgegaan, nadat de resultaten van de voorgeschreven keuringen en proeven, ten last van de aannemer, bekend zijn en in orde bevonden, en nadat alle vereiste attesten, veiligheidsdocumenten en het as-builtdossier zijn afgegeven en goedgekeurd. De termijn nodig voor de keuringen, proeven, attesten en opmaken van documenten is in de uitvoeringstermijn begrepen. De aannemer verstrekt aan het Bestuur, op het einde van de uitvoering en ten laatste vóór de rondgang bij de voorlopige oplevering, o.a. volgende documenten : plannen van het as-built dossier technische documentatie/gebruiksaanwijzing van alle toestellen en materiaal en nominatieve lijst van de leveranciers incl. coördinaten oplevering van de installatie door een erkend keuringsorganisme overeenkomstig het AREI alle technische fiches van de verwerkte materialen waarborgattesten alle nodige veiligheids- en conformiteitsgetuigschriften CE-markering conform de machinerichtlijn (K.B. 5-5-1995) Op het einde van de uitvoering van de opdracht en ten laatste vóór de rondgangen van de voorlopige oplevering, geeft de aannemer een volledig dossier aan het Bestuur, opgesteld in de loop van de uitvoering van de aanneming en op punt gesteld “as-built” (met andere woorden conform aan de werkelijke situatie), eventueel in verkleind formaat. Dit dossier is vergezeld van een samenvattende lijst van documenten waarvan de lay-out voorafgaandelijk ter goedkeuring dient voorgelegd te worden aan het Bestuur. De codering en nummering betreffende schetsen, plannen en grafische voorstellingen zullen op het gepaste ogenblik door het Bestuur worden meegedeeld. Voorlopige oplevering De aannemer is verplicht de voorlopige oplevering per aangetekend schrijven bij het Bestuur aan te vragen. De termijn van voorlopige oplevering wordt op 30 dagen gebracht na ontvangst van het aangetekend schrijven. De datum van het nazicht met het oog op de voorlopige oplevering wordt vastgesteld in onderling overleg. De oplevering wordt nooit vermoed en dient schriftelijk te gebeuren. Ingebruikname van materialen en toestellen leidt nooit tot een stilzwijgende oplevering. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd. De goedgekeurde eindstaat is noodzakelijk bij de voorlopige oplevering. Definitieve oplevering De aannemer dient per aangetekend schrijven een verzoek in te dienen voor een voorafgaandelijk bezoek van de uitgevoerde werken dat plaats zal vinden binnen een termijn van 15 kalenderdagen vóór de vastgestelde datum van de definitieve oplevering. De datum van het nazicht met het oog op de definitieve oplevering wordt vastgesteld in overeenkomst tussen de partijen. De oplevering wordt nooit vermoed en dient schriftelijk te gebeuren. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
Aan alle opmerkingen vermeld in het proces-verbaal van voorlopige oplevering en aan alle opmerkingen die aan het licht komen gedurende de waarborgperiode, moet voldaan zijn vooraleer kan overgegaan worden tot de definitieve oplevering. Bij de definitieve oplevering mogen er geen opmerkingen overblijven, zoniet wordt de oplevering uitgesteld tot aan alle opmerkingen is voldaan. Artikel 44 – Verrekeningen De verrekening van eventueel bijkomende werken geschiedt conform de beschikkingen van Artikel 44.
29
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
30
DEEL II: BESCHRIJVINGEN VAN DE WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN
1. ALGEMEENHEDEN Alle materialen van onderhavige beschrijving zijn nieuw en beantwoorden aan de eisen en voorschriften van dit bestek of de documenten waarnaar in dit bestek wordt verwezen. Voorafgaand aan enige bestelling of montage zal een materiaallijst aan het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd worden. De materiaallijst zal in logische volgorde alle apparatuur omvatten met aanduiding van : − − − − −
art. nummer merk type leverancier/constructeur eenheid van afname
Indien de materiaallijst onvoldoende technische gegevens bevat zal een model ter goedkeuring aan de werfleiding voorgelegd worden. De afmetingen van de voorgeschreven materialen dienen gerespecteerd te worden. Onderhavige artikels omvatten de levering, plaatsing, aansluiting en indienststelling van alle materialen, hulpapparatuur en toebehoren, zelfs indien niet uitdrukkelijk vermeld in onderhavige bijzondere beschrijving, en dit volgens de regels der kunst en goed vakmanschap en gebruikmakend van aangepast en professioneel materiaal met het oog op het realiseren van een EMC-compatibele installatie (materiaal en bekabeling). Onderhavige artikels omvatten tevens de uitvoering van metingen voor het realiseren van draadloze indoor coverage in gebouwen, de opmaak van een bindende offerte en de – na gunstige beslissing van het Bestuur – uitvoering van de werken. Tevens zullen alle instructie- en montagevoorschriften van de verscheidene leveranciers en/of constructeurs strikt nageleefd worden teneinde de hardware garantie van de geïnstalleerde materialen te waarborgen. Alle aanpassingswerken t.g.v. het niet naleven van deze voorschriften vallen ten laste en op verantwoordelijkheid van onderhavige aannemer. De aannemer dient zich bij het uitvoeren van de werken steeds te richten naar de veiligheidsvoorschriften welke toepasselijk zijn op de plaats van uitvoering. In geval de uitvoering van de werken mede het bijhouden van planningsvergaderingen inhoudt, dient de aannemer rekening te houden met de bemerkingen van de bevoegde veiligheidscoördinator. 1.1 Omvang Het ontwerp en de installatie van de data- en telefoonbekabeling, alsook voor indoor coverage en coax bekabeling voor iDTV in bestaande gebouwen van de Vlaamse Overheid zal in opdracht van het Bestuur gebeuren naargelang de behoeften. Hiervoor werd de meting van de verschillende posten uitgedrukt in vermoedelijke hoeveelheid.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
31
Slechts de hoeveelheden nodig om deze behoeften te dekken, zullen besteld worden in afzonderlijke opdrachten. Uiteraard houdt de toewijzing van dit bestek niet in dat de aannemer het alleenrecht bekomt op het installeren van netwerken in alle gebouwen van de Vlaamse Overheid. Daar waar op voorgaande tekst wordt afgeweken wordt dit uitdrukkelijk vermeld. Geen enkele meerprijs of extra prestatie zal aanvaard worden indien blijkt dat zekere onderdelen of toebehoren noodzakelijk zijn voor de goede werking van het geheel, zelfs indien deze onderdelen niet uitdrukkelijk zijn vermeld in de documenten van het dossier. 1.2 Grenzen t.o.v. ruwbouw/afwerking Aangezien de meeste installatiewerken uitgevoerd zullen worden in bestaande gebouwen van de Vlaamse Overheid, zullen alle openingen en sleuven t.b.v. de uitvoering van onderhavige werken uitgevoerd worden door de aannemer Tevens zal de aannemer ook alle gemaakte openingen opnieuw afdichten met een cementspecie en indien noodzakelijk brandwerend afdichten. 1.3 Grenzen t.o.v. aannemer actieve apparatuur Gezien de aannemer van de actieve apparatuur moet instaan voor het realiseren van netwerkaansluitingen binnen een vooropgestelde termijn, is het noodzakelijk dat de vastgestelde uitvoeringstermijnen van de deelbestellingen gerespecteerd worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat onderhavige inschrijver de nodige gegevens van bekabelde aansluitpunten in een bestaand gebouw, in het kabelbeheersprogramma tijdig ingeeft, m.a.w. uiterlijk 2 dagen na de uitvoering van de werken zodat het voor het opdrachtgevend bestuur mogelijk is de noodzakelijke pat-chingen uit te voeren. Alle outlets dienen bij oplevering uitgerust te zijn met een consistent opgesteld label dat toelaat om op éénduidige wijze het rack, de verdieping en de outlet te identificeren aan weerszijden van het bekabelingstraject. Deze codering wordt door het Bestuur bepaald. Uiteraard zal onderhavige inschrijver gecoördineerd moeten werken met de aannemer van de installatie van de actieve apparatuur.
2. ALGEMENE BESCHRIJVING DER WERKEN De aannemer zal er zich niet kunnen op beroepen dat sommige onderdelen of prestaties niet of niet uitdrukkelijk zijn vermeld in onderhavig bestek, zo deze onderdelen of prestaties noodzakelijk zijn voor de goede werking of het beoogde doel. Daarom omvat de aanneming eveneens het afbreken en verwijderen van bestaande bekabeling en/of apparatuur welke in het kader van de uit te voeren werken niet meer kan gebruikt worden. (werken in regie) De aannemer moet maatregelen treffen om, desnoods met een voorlopige installatie, de installaties ten gepaste tijde - volgens de planning - in dienst te stellen en de inhuizing, zoals voorzien, toe te laten.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
32
De hiernavolgende beschrijving omvat alle technische specificaties waaraan de installaties moeten voldoen. De aannemer van onderhavig perceel zal de installatie volledig aanleggen naar alle verbruikspunten en bedieningsapparatuur, met inbegrip van de verdelers. De gehele installatie moet uitgevoerd worden zoals hierna beschreven en er wordt geen enkele afwijking toegestaan, noch in te gebruiken materiaal, noch in plaatsings- of aansluitingswijze. Tenzij hierna in onderhavig bestek uitdrukkelijk anders vermeld, worden uitsluitend materialen gebruikt die voldoen aan de vigerende Belgische normen en worden alle materialen aangelegd volgens één der werkwijzen vermeld in het typebestek 400, in het bijzonder Deel 400.B.01 dd. 1972 11-25, 400.B.02 dd. 1986 05-29 en 400.B.03 dd. 1986 05.29, volgens de bijzondere aanduidingen van onderhavig bestek. Wanneer in onderhavig bestek verwezen wordt naar één post of deel van het typebestek 400, zijn ook nog de beschrijvingen en bepalingen van andere posten of delen van het typebestek 400 toepasselijk, voor zover niet tegenstrijdig met de bepalingen van de eerste gespecificeerde post of deel en met de bepalingen van onderhavig bestek. Onderhavige beschrijvingen zijn dus verklarend en niet uitsluitend. Onderhavige aannemer of zijn afgevaardigde zal bijgevolg tijdig de nodige richtlijnen opvragen aan de werfleiding.
3. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE WERKEN 3.1 - Projectstudie en projectadministratie 3.1.1 Algemeen Aangezien de opdracht zich zal uitsplitsen over verschillende bestaande gebouwen en over diverse technologieën (= project), zullen er verschillende bestellingen, aanvangsbevelen, uitvoeringstermijnen, etc… vastgelegd worden. Niettegenstaande deze werkwijze zal er vanaf toewijzing van de opdracht door onderhavige aannemer een projectteam samengesteld worden. Dit team (werknemers van de aannemer) staat onder leiding van een projectleider (= werknemer van de aannemer) die in zal staan voor alle contacten met het opdrachtgevend bestuur. De taken van het projectteam (inclusief projectleider) omvatten voor deze opdracht : - opmaken van een ramingstaat met bijhorende kostprijs voor elke deelopdracht (ook deelproject genoemd); - gedetailleerde technische studie per gebouw met inbegrip van opmaken planning, in overleg met opdrachtgevend bestuur; - uitvoering van de werken met inbegrip van begeleiden van coördinatie- en werfvergaderingen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
33
Aan de kant van het Bestuur kan voor grote projecten (budget excl. BTW vanaf 100.000 euro), waarbij interactie dient te gebeuren tussen meerdere aannemers, een technisch team samengesteld worden met o.a.: - de leidend ambtenaar behorende tot het agentschap AFM, Afdeling Gebouwen, Team Technieken; - het teamhoofd van het Team Technieken - de architect verantwoordelijk voor de werken in het vermelde gebouw, indien toepasselijk - occasioneel : afgevaardigde van de bevoegde ICT-dienst(en). - afgevaardigde van het desbetreffende gebouw (= gebouwverantwoordelijke of gebouwenbeheerder); - projectleider (= werknemer van de aannemer). Alle contacten en relaties tussen aannemer en opdrachtgevend bestuur verlopen via de leidend ambtenaar, bij afwezigheid het teamhoofd Technieken. Alle stappen in de uitvoering van een (deel)opdracht zullen worden opgenomen in een beheerprogramma van de afdeling Gebouwen dat zowel door het Bestuur als door de aannemer wordt bijgehouden en aangevuld. Dit programma wordt via internet ter beschikking gesteld van de aannemer. Diverse gegevens zoals de aanvraag van een opdracht, de omschrijving van de uit te voeren werken, de prospectie ter plaatse, het doorsturen van de ramingstaat, het goedkeuren van de ramingstaat door het Bestuur, het einde van de werken en de oplevering zullen in het beheersysteem worden bijgehouden. Het Bestuur zal de aannemer een paswoord ter beschikking stellen om zich toegang te verschaffen tot het systeem. Hij blijft verantwoordelijk voor het toegekende paswoord en de beveiligingsprocedure. 3.1.2 Opmaken van ramingstaat en bijhorende kostprijs Vooraleer te starten aan de studie en de uitvoering van een project (= netwerk opzetten of uitbreiden in één bestaand gebouw) zal door het projectteam onder leiding van de leidend ambtenaar of zijn gemachtigde de opmeting aangevat worden en de kostprijs vastgelegd worden. Voor deze werken kan er geen supplementaire vergoeding gevraagd worden, behalve indien het Bestuur, na het laten opmaken van een opmeting, beslist om voor het desbetreffende gebouw geen werken door de aannemer in de loop van de aanneming te laten uitvoeren. In dit laatste geval heeft de aannemer recht op een vergoeding van 1 % van het bedrag van de goedgekeurde opmeting, met een minimum van 125 EUR. De aannemer wordt geacht met deze bepalingen rekening te hebben gehouden bij het bepalen van de eenheidsprijzen van elke post van onderhavige samenvattende opmeting. Volgende werkzaamheden moeten minimaal gebeuren : - ter plaatse, in overleg met het Bestuur, nagaan welke werken en leveringen er dienen te gebeuren om aan de behoeften te voldoen; dit alles wordt samengevat in een document (“omschrijving”) dat door de aannemer samen met het Bestuur wordt opgemaakt en wordt ingegeven in het beheersysteem.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
34
- op basis van de besprekingen een gedetailleerde opmeting met bijhorende totale kostprijs voor de desbetreffende werken; ook deze ramingstaat wordt in het beheersysteem ingegeven Pas na goedkeuring van deze opmeting met bijhorende kostprijs zal de bestelling volgen van het Bestuur met een voorgestelde aanvangsdatum, uitvoeringstermijn en dergelijke. De goedkeuring en de bestelling gebeurt eveneens via het beheersysteem eventueel bevestigd per brief. 3.1.3 Gedetailleerde technische studie per deelproject Na ontvangst van de bestelling, met goedkeuring van de totale kostprijs, start onderhavige aannemer met de studie. Deze studie behelst minimum : - het opmaken van volledig gedetailleerde plannen met definitieve afmetingen per uitrustingstechniek; - het opmaken van een planning voor de uitvoering van de werken; - voortdurend bijhouden van een gecoördineerd plan. 3.1.4 Uitvoering van de werken Wanneer, ten behoeve van de installatiewerken, meubilair verplaatst dient te worden, zal dit, evenals het terugplaatsen gedaan worden door onderhavige inschrijver. Het ledigen en terugplaatsen van de inhoud van het meubilair wordt verzorgd door het personeel van de VLAAMSE OVERHEID. Deze prestaties dienen voorzien te worden in de eenheidsprijzen van de verschillende posten van de meetstaat. Op het gepaste tijdstip zal onderhavige inschrijver hierover afspraken maken met het Bestuur. Tijdens de uitvoering van de werken van één project, zullen op regelmatige tijdstippen werfen coördinatievergaderingen belegd worden. Uiteraard dient de projectleider op deze vergaderingen aanwezig te zijn. Hij wordt eveneens belast met het opmaken van de verslagen en aangepaste planningen, na goedkeuring van het opdrachtgevend bestuur. Deze verslagen worden opgemaakt en verdeeld binnen de 5 dagen. De planningen vermelden steeds de geplande data van nog uit te voeren werken, als de actuele data van reeds uitgevoerde werken. Hierdoor is het mogelijk om de evolutie van de werken op te volgen. In geval er werken buiten de normale werkuren moeten uitgevoerd worden, d.i. van maandag t/m vrijdag van 7 uur t/m 18 uur, zal een supplement van 50% op de normale uurprijs worden toegestaan. Dit supplement bedraagt 100% voor werken op zon- en feestdagen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
35
3.2 - Gestructureerde bekabelingsystemen 3.2.1 Algemeen Onderhavig artikel heeft tot doel het realiseren van een volledige installatie van een bekabelingsysteem voor telefonie en data volgens de concepten van gestructureerde bekabeling. De bedrading zelf, de contactdozen, de verdelers, de aansluiting, de aarding en alle specifieke bijhorigheden betreffende de bekabeling behoren tot dit artikel. Het betreft hier een universeel bekabelingsysteem dat voor alle onderdelen voldoet aan de meest recente voorschriften van categorie 5E Class D bekabeling volgens de norm ISO/IEC de 11801/2002 (EN 50173:2002), 2 ed. incl. eventuele aanvullingen, of Categorie 6 Class E e bekabeling volgens de norm ISO/IEC 11801/2002 (EN 50173:2002), 2 ed. incl. aanvullingen, of Categorie 6A Class E bekabeling volgens de norm ISO/IEC 11801/2002 (EN 50173:2002) – Amendment 1.1, 2de ed. incl. eventuele aanvullingen. Gelet op de mogelijke verwarring bij leveranciers bij het toepassen van de verschillende internationale standaarden geldt voor Class 6A bekabeling de volgende hiërarchie : ISO/IEC 11801:2002 Amendment 1 Class EA ; TIA 568B.2-10 ; IEEE 10GBASE-T Voor de keuze van de fabrikant voor de bekabeling categorie 6 dienen een aantal performantie karakteristieken gerespecteerd te worden, i.h.b. voor parameters welke kritisch zijn voor de robuustheid van het systeem : • ACR : de waarde van de ACR dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de waarde opgegeven in de norm • Powersum ACR : de waarde van de PSACR dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de waarde opgegeven in de norm • Insertion Loss (maximum attenuation) : de waarde van deze parameter dient bij elke frequentie (MHz) lager te liggen dan de norm • Minimum NEXT en Minimum Powersum NEXT : de waarde van deze parameters dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de norm Voor de keuze van de fabrikant voor de bekabeling categorie 6a, geschikt voor 10Gbitverbindingen, dienen een aantal performantie karakteristieken gerespecteerd te worden, i.h.b. voor de parameters welke kritisch zijn voor de robuustheid vanhet systeem : • ACR : de waarde van de ACR dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de waarde opgegeven in de norm • Powersum ACR : de waarde van de PSACR dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de waarde opgegeven in de norm • Insertion Loss (maximum attenuation) : de waarde van deze parameter dient bij elke frequentie (MHz) lager te liggen dan de norm • Minimum NEXT en Minimum Powersum NEXT : de waarde van deze parameters dient bij elke frequentie (MHz) minimum 3dB hoger te liggen dan de norm In afwachting van de definitieve normering van de Categorie 7 Class F bekabeling worden fabrikant specifieke uitvoeringen aanvaard, in zoverre deze gepaard gaan van een verklaring
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
36
van de fabrikant waaruit blijkt dat deze uitvoeringen optimaal overeenstemmen met de reeds genormaliseerde deelaspecten van deze bekabeling. De GG45-plug (conform de IEC 606037-7 norm) wordt aanvaard in zoverre backward compatibility met de RJ45 plug van patchsnoeren gegarandeerd is. Voor de testfrequenties dient afgestemd te worden op minimum 800MHz. De kabel dient van het type PIMF te zijn, Pair In Metal Foil (S/FTP type). Categorie 7 bekabeling bestaat uit 4 getwiste paren waarbij rond elk paar een aluminium folie longitudinaal gewikkeld is. Rond de 4 getwiste paren samen is nog een metalen vlechtwerk aangebracht. De geleiders hebben een koperen kern met een diameter van AWG23. De kabel zelf is van het type LS0H. Voor elk onderdeel van de “channel” dient een certificaat van minimum 15 jaar te worden afgeleverd door de fabrikant van de materialen (verdelers, kabels, connectoren, patchsnoeren) Tevens dient voor het geheel van de installatie een garantieattest van minimum 15 jaar afgeleverd te worden die het vermogen van het geïnstalleerde bekabelingsysteem, om te voldoen aan de prestatiecriteria, garandeert. Indien de onderhavige inschrijver zelf deze attesten en certificaten niet kan afleveren is hij genoodzaakt een door de leverancier erkende installateur in onderaanneming in te schakelen. De volgende protocollen zijn van toepassing : - modemsignalen - fast ethernet - ethernet IEEE 802.3 - gigabit ethernet 1000baseT en 1000baseTx - gigabit Ethernet 10GbaseT en 10GbaseTx - RS 232 - IBM 3270 - FDDI 100 MbpS - ATM - ISDN ITU - ITU G.703 - Video (RGB, Baseband, Broadband) : MPEG1-2-4-7-21 (voorzover de specificatie afgewerkt is), M-JPEG, ... - signalen in het digitale televisiespectrum - IEEE 802.11 a/b/g standaard voor wireless communicatie - UWB standaard voor wireless communicatie - GSM (alle door het BIPT weerhouden frequentiebanden) - UMTS (alle door het BIPT weerhouden frequentiebanden) - TETRA – voor het ASTRID-netwerk (alle door het BIPT weerhouden frequentiebanden, status 2009 : 380 – 400MHz) De geïnstalleerde bekabeling en toebehoren dienen verder te voldoen aan de volgende normen (recentste editie): 1.
De IEEE-publicaties in verband met : IEEE802.3 (Ethernet ICSMA-CD)
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen 2.
De ISO-publicaties in verband met : ISO/IEC DIS 11801 Generic cabling standard dd. 1995 ISO 8877 met betrekking tot de RJ45-connector
3.
EN 50173:2002
4.
De IEC-publicaties in verband met : IEC 68 (omgevingstesten) IEC(CD) 1000-5-2 (aarden van kabelafscherming)
5.
De publicaties : EN 55022 (EMC): Electromagnetic interference for information technology equipment EN 50081 (EMC): Generic emission standard EN 50082 (EMC): Generic immunity standard
6.
De publicatie : UL object 444 EIA/TIA 568-B versie mei 2001 (finale TIA-standaard Categorie 5 E) EIA/TIA 568-B.2-1 versie juni 2002 incl alle addenda
7.
Het typebestek 400 (laatste uitgave).
8.
De ganse installatie voldoet aan de EEG-richtlijn betreffende de Elektromagnetische compa-tibiliteit (EMC) zoals die van kracht is in Richtlijn 89/336/EEG.
37
3.2.2 Bekabeling Het plaatsen van de kabels dient te gebeuren overeenkomstig de laatste voorschriften van de hierboven opgesomde normen en artikels - Leidingen in gebouwen van onderhavig bijzonder bestek. Alle secundaire kabelgoten, TTh- of TAL-buizen (zie specifieke gegevens van post kabelgoten), bevestigingsmiddelen, ophangingen, aansluitingen, enz., zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de kabels. De lengte van de kabels wordt voorzien met voldoende speling om het monteren en demonteren eenvoudig te houden en om een duidelijke schikking van de kabels toe te laten. Iedere kabel dient continu te worden geplaatst, dus zonder verbindingen, tussen : - de verdelingskasten - de verdelingspanelen - het verdelingspaneel en het stopcontact van de "terminal". Alle aardingen gebeuren conform de vereisten van de fabrikant. 3.2.2.1 Verticale bekabeling Voor de verticale bekabeling zal de buitenmantel steeds van het type “LS0H” (low smoke zero halogen) zijn. Ten behoeve van de telefonie en data wordt :
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
38
ofwel multipairkabel - UTP categorie 5E, categorie 6, categorie 6A, categorie 7 (§3.2.1) of categorie 3 voorzien tussen de bestaande verdeler van de telefooncentrale en de patchpanelen in het rack van de gestructureerde bekabeling; ofwel Fiber Optic kabel (12 vezels) monomode 9/125 micrometer voorzien ofwel multimode OM2 of OM3, 50/125; deze FO-kabel wordt langs beide zijden voorzien van een eindafsluiting met SC-stekkers – PC voor multimode of APC 9° voor monomode (hoek bepaald door de aannemer actieve componenten). Hiertoe behoort ook het voorzien van DUCT buis voor het blazen van optische vezel naar behoefte. Er dient steeds 5 meter kabel op rol als reserve te worden voorzien. Voor telefonietoepassingen wordt er in deze aanneming ook voorzien in zogenaamde “pope”kabel met 16 paar. Deze kabel heeft volgende karakteristieken : - overdracht van signalen tot 2Mbps (E1-circuit, ITU G.703) en conform de Belgacom specificatie TR-SP121 - de afscherming is per paar via bv. geleidende aluminiumtape met een overlapping van min. 30% - met bijkomstige afscherming via tin-koper geleiders om aldus een scherm met een bedekking van 80% te vormen, geplaatst rond de 16 paren van de kabel en de polyvinylchlorideisolerende coating - de 16 paar zitten in één enkel omhulsel met inbegrip van van een metalen geleider welke contact maakt met de afschermende folie van elk paar over de volle lengte van de kabel - op de kabel is een vermelding van de fabrikant, de fabriekscode en het aantal paren - de kabel heeft een vuurweerstand conform de norm IEC 332-1 Ten behoeve van de datacommunicatie wordt een optische vezelkabel voorzien tussen de verschillende serverlokalen. Deze Fibre Optic kabel kan zijn : - monomode FO-kabel met 12 vezels 9/125 micrometer, verder ook aangeduid als SM-kabel (single mode) - multimode FO-kabel met 12 vezels 62,5/125 micrometer, bandbreedte ten minste 200 MHz km 850 nm, verder ook aangeduid als OM1-kabel - multimode FO-kabel met 12 vezels 50/125 micrometer, bandbreedte ten minste 500 MHz km 850 nm, verder ook aangeduid als OM2-kabel - multimode FO-kabel met 12 vezels 50/125 micrometer, bandbreedte minstens 2000 MHz km bij 850 nm, restricted mode launch (RLM), verder ook aangeduid als OM3-kabel, voor gegarandeerde overdracht van 10Gbit/s op 300m Alle vezels van de FO-kabels worden steeds langs beide zijden volledig afgewerkt op connectoren. De aansluiting zal uitsluitend gebeuren d.m.v. pigtail-fusielassen in FO-schuiven van het type 19” die in een datarack geplaatst worden. Per toepassing wordt bepaald welke type connectoren er wordt gebruikt (ST – SC – SC APC – FC - LC) * Het Bestuur heeft uitzonderlijk specifieke gevallen in het verleden 90% van de installaties uitgevoerd in SC/PC uitvoering. Daarnaast wordt voor de verticale bekabeling eventueel ook voorzien :
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
39
DUCT, d.i. een kabel met 4 tot 7 lege tubes, Ø 5 mm, waarin later vezels kunnen geblazen worden; de kabel evenals de individuele tubes hebben een LSOH-mantel; de tubes zijn intern met een koolstoflaag voorzien om het blazen van vezels te vergemakkelijken; DUCT buis wordt voorzien per type FO-kabel Meting : Leveren, plaatsen en aansluiten van : 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.26 1.27 1.28 1.29 1.30 1.31 1.32
VERTICALE UTP BEKABELING Verticale bekabeling : kabel multipair, UPT cat.3, 25 paar Verticale bekabeling : kabel multipair, UTP cat.3, 50 paar Verticale bekabeling : kabel mutlipair, UTP cat.3, 100 paar Verticale bekabeling : kabel multipair, UTP cat.5E, 25 paar Verticale bekabeling : kabel multipair, UTP cat.6, 25 paar Verticale bekabeling : kabel multipair, UTP cat.6a, 25 paar Verticale bekabeling : kabel multipair, S/FTP cat.7, 25 paar Verticale bekabeling :-pope kabel, 16 paar Verticale bekabeling : FO - kabel, monomode - 12 vezels - 9 / 125 - distributie Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 62,5 / 125 - distributie Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 (OM2) - distributie Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 (OM3) - distributie Verticale bekabeling : FO -tube, 4 X 5 mm OS1 Verticale bekabeling : FO -tube, 7 X 5 mm OS1 Verticale bekabeling : FO -tube, 4 X 5 mm OM1 Verticale bekabeling : FO -tube, 7 X 5 mm OM1 Verticale bekabeling : FO -tube, 4 X 5 mm OM2 / OM3 Verticale bekabeling : FO -tube, 7 X 5 mm OM2 / OM3 Verticale bekabeling : OUTDOOR FO -tube, 8 X 5 mm OM2 / OM3 Verticale bekabeling : OUTDOOR FO -tube, 12 X 5 mm OM2 / OM3 Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - blauw (OM2) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - geel (OM2) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - rood (OM2) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - groen (OM2) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - blauw (OM3) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - geel (OM3) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - rood (OM3) Verticale bekabeling : FO - kabel, multimode - 12 vezels - 50 / 125 - groen (OM3) Verticale bekabeling : FO - kabel, monomode - 12 vezels - 9 / 125 - oranje Verticale bekabeling : FO - kabel, monomode - 12 vezels - 9 / 125 - bruin Verticale bekabeling : FO - kabel, monomode - 12 vezels - 9 / 125 - violet Verticale bekabeling : FO - kabel, monomode - 12 vezels - 9 / 125 - grijs
3.2.2.2
VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH
5.000 10.000 5.000 250 1.000 2.000 200 250 500 500 2.500 500 500 250 500 250 4.000 3.000 2.500 1.500 5.000 5.000 1.000 1.000 500 500 500 500 500 500 500 500
m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m
Horizontale bekabeling
De horizontale bekabeling zal bestaan uit kabels met 4 paren getwijnde draden, overeenkomstig de AWG 24-norm, zonder afscherming (UTP-kabel, categorie 6, categorie 6A, categorie 7 of eventueel 5 E; met afscherming S/FTP Categorie 7) en de overeenkomstige nietafgeschermde RJ45-connectoren. De buitenmantel zal steeds van het type “LS0H” zijn conform NBN C33-134. * opmerking : lagere AWG waarde is toegestaan. De UTP-kabel zal ook van het type 200 MHz zijn, d.w.z. na de installatie zullen alle links een positieve “ACR”waarde opleveren van ten minste 3 dB bij 200 MHz. De meting dient te
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
40
gebeuren zoals verder beschreven in “De testen”. Vooraleer met de eigenlijke installaties van start te gaan, zal een proefinstallatie van een 10-tal kabels deze waarde aantonen. Deze 10 kabels worden nadien als referentiemodel in bewaring gehouden door het Bestuur. Met het oog op de verwachte normalisering van S/FTP-kabel van Categorie 7 wordt in dit bestek eveneens een hoeveelheid kabelwerken voorzien voor dit type. De inschrijver dient te specifiëren welke leveranciers hij weerhoudt voor deze bekabeling. Bij uitvoering van bekabelingswerken dient steeds backward compatibility mogelijk te zijn waardoor het mogelijk is om Categorie 7 materialen gemengd te gebruiken met materialen van lagere categorie. Dit houdt in dat de terminatie op RJ45 aansluiting (jack – plug – patchpaneel) verplicht is. Bij inschrijving dienen ook de attesten toegevoegd te worden waaruit blijkt dat de inschrijver gemachtigd is om dit type kabel te plaatsen met fabrikantwaarborg van minimaal dezelfde duurtijd als voor lagere categorie bekabeling. Technische kenmerken: normen: 4p categorie 6, categorie 6A of eventueel 5 E volgens overeenkomstige ETA/TIA 568B standaard, uitzonderlijk categorie 7 kabelmantel: vrij van halogenen en zelfdovend impedantie: 100 ohms nominaal, tolerantie maximaal 15%. Voor bekabeling van sturingsinstallaties, zoals voor aansluiting van sensoren en sturingsapparatuur op gebouwenbeheersystemen, dient LiYCY bekabeling gebruikt te worden. Deze bekabeling is tevens geschikt voor aansluiting van beweegbare toestellen zoals liften. De specificaties van LiYCY bekabeling zijn : vlamvertragende PVC buitenmantel aderisolatie : PVC bedrijfsspanning : < 0,25 qmm 250V temperatuursbereik -5 tot +70°C in bewegende omstandigheden buigradius minimum 10x diameter Voor bekabeling van alarminstallaties of andere installaties welke dienen langdurig te functioneren wordt bekabeling type F2 of F3 voorzien in het bestek. De specificaties van de bekabeling zijn conform NBN C30-004. De kabels zijn getest conform de norm NBN EN 50289-4-11, alsook de andere relevante NBN EN normen voor brandgedrag van bekabeling voor diverse doeleinden (zie ook www.fireforum.be) .
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
41
Meting : 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15
HORIZONTALE UTP BEKABELING Horizontale bekabeling : UTP kabel, 4P, cat.3, LSOH Horizontale bekabeling : UTP kabel, 4P, cat.5E, LSOH Horizontale bekabeling : UTP kabel, 4P, cat.6, LSOH Horizontale bekabeling : UTP kabel, 4P, cat.6A, LSOH Horizontale bekabeling : S/FTP kabel, 4P, cat.7, LSOH Horizontale bekabeling : VVT-F2 1 x 2 x 0,6 kabel NBN C30-004 F2 Horizontale bekabeling : VVT-F2 1 x 4 x 0,6 kabel NBN C30-004 F2 Horizontale bekabeling : Telecom-F2 1 x 2 x 0,8 Rf 1h kabel NBN C30-004 F2 LS0H Horizontale bekabeling : Telecom-F2 2 x 2 x 0,8 Rf 1h kabel NBN C30-004 F2 LS0H Horizontale bekabeling : Telecom-F3 2 x 1,5 Rf 90 kabel NBN C30-004 F3 LS0H Horizontale bekabeling : Telecom-F3 2 x 2,5 Rf 90 kabel NBN C30-004 F3 LS0H Horizontale bekabeling : LiYCY kabel 4 x 1 x 0,5 Horizontale bekabeling : LiYCY kabel 4 x 2 x 0,5 Horizontale bekabeling : LiYCY kabel 8 x 2 x 0,5 Horizontale bekabeling : LiYCY kabel 12 x 2 x 0,5
VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH
100.000 100.000 500.000 750.000 50.000 4.000 4.000 7.000 2.000 1.000 1.000 10.000 6.000 2.500 1.000
m m m m m m m m m m m m m m m
3.2.3 Verdelers Algemene gegevens Dit artikel omvat zowel de verdelingskasten als de modulaire patching panelen overeenkomstig de gebruikte kabeltypes en alle toebehoren. Voor verdelingskasten wordt onderscheid gemaakt tussen kasten voor het afmonteren van gestructureerde bekabeling, en kasten geschikt voor housing van servers. Voor de grote administratieve gebouwen past het Bestuur een methodiek toe van ‘actieve racks’ (voor housing van actieve componenten zoals servers, switchen, routers) en ‘passieve racks’ (voor afmonteren van horizontale en verticale bekabeling). Dit principe houdt in dat beide racks naast elkaar worden geplaatst, met verwijdering van de tussenwand, zodat een functionele scheiding ontstaat van actieve en passieve componenten en waarbij de nodige patchings, mits ordentelijk toegepast, kunnen gebeuren via kortere kabels dan via passage langs valse vloeren of plafonds. De verdelers worden zodanig opgesteld dat de bedrading steeds gemakkelijk gemonteerd en gecontroleerd kan worden, dit door een persoon op de begane grond. Er zal eveneens veel aandacht besteed worden aan de invoer van de bekabeling en desbetreffende aansluitingen om geen of zo weinig mogelijk kruisingen te maken. Er dient ten allen tijde bekabeling kunnen bijgelegd of verwijderd te worden. Een bijkomende reserve van minstens 25 % per kast in hoogte-eenheid gerekend aan de voorzijde van de kast wordt standaard voorzien binnen het Bestuur bij initiële montage.
3.2.3.1 De kasten 3.2.3.1.a. De verdelingskasten Configuratie De verdelingskasten moeten aan de IP54-kwaliteitsnormen voldoen. Ze bevatten: * het chassis van aankomst en vertrek van de horizontale en verticale kabels;
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
42
* de nodige ruimte voor de actieve elementen van het netwerk; * de nodige ruimte voor de verdere lijnen. Uitzonderlijk gelden andere IP-vereisten in geval de verdeelkast dient opgesteld te worden in een lokaal waarin extreme omstandigheden heersen naar temperatuur, vocht en stof. Indien mogelijk wordt er bij een nieuw te plaatsen rack steeds de versie met afmetingen 80 x 80 cm (breedte x diepte) voorzien of 80 x 110 cm voorzien. Bestaande racks moeten echter met hetzelfde type en materialen worden aangepast of uitgebreid. Indien mogelijk wordt ook het merk van het nieuwe rack afgestemd op het reeds aanwezige rack-type en merk. Het Bestuur wenst de inschrijver erop te wijzen dat volgende merken frequent voorkomen : SAREL, RITTAL, MINKELS. Deze vermelding houdt geen exclusiviteit in t.o.v. deze merken.
Algemene beschrijving van een kast De kast bestaat uit een zelfdragend geheel en wordt ter plaatse met bouten in mekaar gezet (geen gelaste of geklonken versie), aan de voorzijde is er een deur met ruit met veiligheidsglas van 4 mm dik. De achterzijde van de kast heeft een volle deur. De deuren zijn voorzien van een grendel met slot en sleutel. De zijpanelen zijn afneembaar, doch hebben binnenin de mogelijkheid om te vergrendelen. Per kast worden er 3 sleutels geleverd. Alle kasten moeten bovendien kunnen geopend worden met dezelfde sleutel. Alle sloten zijn minimum 2-punts sloten. De instructies voor het openen van de kast worden door de aannemer aan het Bestuur bezorgd. Het dient mogelijk te zijn om, bij opstelling van meerdere kasten in een gebouw of een lokaal, bepaalde kasten uit te rusten met een niet-standaard vergrendeling. Dit houdt in dat de sleutels voor het openen van de kasten niet enkel afwijken van de standaard sleutelset van de leverancier, maar dat elke hiermee uitgeruste kast in het gebouw enkel kan geopend worden met een aparte sleutelset. Voor de levering aan de Vlaamse Overheid wordt gesteld dat bij e bestelling van deze optie de kans dat een 2 kast kan geopend worden met dezelfde sleutelset lager is dan 1 / 15. De kast heeft ook een gesloten dak. Er is geen bodemplaat. Onder de kast is er een sokkel voorzien van min. 100 mm hoog. De sokkel kan eventueel vervangen worden door stelvoetjes indien de kast geplaatst is op een ongelijke vloer. In de kast zijn er 19” profielen geplaatst voor- en achteraan. De profielen zijn in de diepte verstelbaar. Standaard wordt een afstand van 8cm tot de deur toegepast teneinde op actieve apparatuur modules te kunnen plaatsen, en voldoende afstand te laten voor een normale doorbuiging van de aansluitkabels. De kast is ook voorzien van een aardingskit conform de geldende normen. Verder heeft de 19”-kast ook nog rangeerbeugels in vernikkeld staal, links en rechts om de 15 cm. Achteraan is de kast ook nog links en rechts voorzien van een draadgoot van minstens 5cm breed en 3cm hoog over de volledige hoogte. De 19”-kast is standaard rondom voorzien van ventilatiesleuven maar heeft ook nog de mogelijkheid om later ventilatoren in te bouwen. Men onderscheidt twee soorten kasten, de muurkasten en de staankasten. De muurkasten moeten in staat zijn om ong. 30 kg aan materiaal te kunnen bevatten. Het volume van de kasten is minimaal 50 cm (hoog) x 60 cm (diep) x 60 cm (breed)
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
43
De afmetingen van de staankasten zijn: * hoogte: afhankelijk van het aantal hoogte-eenheden * breedte: 800 mm * diepte: 600, 800, 1000, 1100 of 1200 mm
3.2.3.1.b. De serverkasten Configuratie De serverkasten moeten aan de IP54-kwaliteitsnormen voldoen. Ze bevatten: * het chassis van aankomst en vertrek van de horizontale en verticale kabels; * de nodige ruimte voor de actieve elementen van het netwerk; * de nodige ruimte voor de installatie van rackmountable servers. Uitzonderlijk gelden andere IP-vereisten in geval de verdeelkast dient opgesteld te worden in een lokaal waarin extreme omstandigheden heersen naar temperatuur, vocht en stof. Indien mogelijk wordt er bij een nieuw te plaatsen rack steeds de versie met afmetingen 80 x 80 cm (breedte x diepte) voorzien. Bestaande racks moeten echter met hetzelfde type en materialen worden aangepast of uitgebreid. Indien mogelijk wordt ook het merk van het nieuwe rack afgestemd op het reeds aanwezige rack-type en merk. Algemene beschrijving van een kast De kast bestaat uit een zelfdragend geheel en wordt ter plaatse met bouten in mekaar gezet (geen gelaste of geklonken versie). De kast is uitgerust met geperforeerde voor- en achterdeuren, met een ventilatievoud van minimaal 65%. De deuren zijn voorzien van een grendel met slot en sleutel. De zijpanelen zijn afneembaar, doch hebben binnenin de mogelijkheid om te vergrendelen. Het dient mogelijk te zijn om de kasten te koppelen door een specifieke koppelset, met verwijdering van de zijpanelen. Per kast worden er 3 sleutels geleverd. Alle sloten zijn minimum 2-punts sloten. Alle kasten moeten bovendien kunnen geopend worden met dezelfde sleutel. De instructies voor het openen van de kast worden door de aannemer aan het Bestuur bezorgd. De kast heeft ook een dak met minimum 2 ventilatiesleuven, uitgerust met borstels. Er is een bodemplaat welke kan voorzien worden van ventilatiesleuven. Onder de kast is er een sokkel voorzien van min. 100 mm hoog. De sokkel kan eventueel vervangen worden door stelvoetjes indien de kast geplaatst is op een ongelijke vloer. In de kast zijn er 19” profielen geplaatst voor- en achteraan. De profielen zijn in de diepte verstelbaar. De kast is ook voorzien van een aardingskit conform de geldende normen. Verder heeft de 19”-kast ook nog rangeerbeugels in vernikkeld staal, links en rechts om de 15 cm. Achteraan is de kast ook nog links en rechts voorzien van een draadgoot over de volledige hoogte.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
44
De 19”-kast is standaard uitgerust met geperforeerde deuren maar heeft ook nog de mogelijkheid om later ventilatoren in te bouwen. Deze ventilatie-unit is uitgerust met 3 ventilatoren, geschikt voor onbelaste doorstroming van minimum 400m³/h, met normale belasting minimum 250m³/h. Meerdere ventilatie-units kunnen gekoppeld worden via IEC-320 (C13 / C14) connectoren. De co-locatie serverkast is een kast geschikt voor de housing van server apparatuur van 2 verschillende ICT-dienstverleners, waarbij de deuren opgesplitst zijn in 2 afzonderlijk afsluitbare delen, met bijpassende sleutels. Deze sleutels zijn niet verwisselbaar. De 2 compartimenten in deze kast zijn elk minstens 21 HE groot en voorzien van eigen data- en voedingskabelgoten. De scheiding van de compartimenten gebeurt door een vast plateau. Het koppelstuk laat toe om 2 kasten aan elkaar te koppelen. Idealiter gaat het hierbij om kasten met gelijke hoogte en diepte zodat deze koppeling annex vergrendeling toegepast kan worden aan voor- en achterzijde. Onder koppelstuk wordt in dit bestek een set van minimaal 2 stukken verstaan welke deze koppeling voor- en achter toelaat. Bij afwijkende diepte dient de koppeling vooraan te geschieden, bovenaan en indien mogelijk onderaan. De afmetingen van de serverkasten zijn: * hoogte: afhankelijk van het aantal hoogte-eenheden * breedte: 800 mm * diepte: 800, 1100 of 1200 mm * draagkracht : 1000 kg minimum Opties : - vast legbord 19”, met diepte van 250 mm – 20 kg (geschikt voor zowel server als verdeelkast) - vast legbord 19”, over volledige diepte voor kast van 800 mm diep – 40 kg (geschikt voor zowel server als verdeelkast) - vast legbord 19”, over volledige diepte voor kast van 600 mm diep – 40 kg (geschikt voor zowel server als verdeelkast) - telescopisch legbord 19” voor kast van 800 mm diep – 30 kg (geschikt voor zowel server als verdeelkast) - telescopisch legbord 19” voor kast van 600 mm diep – 30 kg (geschikt voor zowel server als verdeelkast) - dak met drie ventilatoren, 150 m³/h (normale belasting) + thermostaat voor verdelingskasten - dak met drie ventilatoren, 300 m³/h (normale belasting) + thermostaat voor server kasten - stopcontactenstrook met 8 posities, 2p + A / 250 V - verlichtingsset TL-lamp met stopcontact 16A / 250 V en aansluitsnoer van 2,50 m - meerprijs voor kast uitgerust met niet-standaard sleutel (geschikt voor zowel server als verdeelkast). 3.2.3.1.c. De Rackombouw Onder rackombouw wordt verstaan : de prestaties vereist om de voedingen, uitrustingen en bekabelingen van een bepaald (ouder of kleiner type) rack om te bouwen naar een nieuw rack, zonder de terminatie van de bekabeling te beschadigen (met nood aan hertesten). De duurtijd van een rackombouw, voorbereiding inbegrepen, wordt door het Bestuur geraamd op 1 dag voor een ploeg bestaande uit 2 personen. De aannemer dient rekening te houden
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
45
met de eventuele noodzaak voor een bezoek daags voordien voor finale afstemming met de ICT-verantwoordelijken binnen het gebouw. Tijdens de dag van ombouw zullen de gehuisveste diensten van het Bestuur tijdelijk hinder ondervinden wegens onmogelijkheid tot koppeling op netwerk en telefonie infrastructuren. Deze prestatie omvat tevens coördinatie met de bevoegde ICT-dienstverlener. 3.2.3.2. De patchingpanelen De panelen worden gemonteerd op een rek van 19" en zijn van het modulaire type. a. voor de UTP-bekabeling Voor Cat5 E, Cat 6 en Cat 6a : de panelen zijn geschikt voor RJ45-connectoren overeenkomstig het gebruikte kabeltype. De panelen zijn opgebouwd uit de nodige modules om tot 24 of 48 aansluitingen te komen. Voor telefonie worden patch-panelen van 50 aansluitingen gebruikt. De toegang tot de kabels moet gemakkelijk zijn; tussen-komst moet mogelijk zijn per module. Voor Cat 7 (S/FTP) : de patchpanelen worden gemonteerd in een 19” frame. Het modulair patchpaneel bestaat uit een gesloten chassis waarin 24 afgeschermde Cat 7 connectoren van het Snap-in type op 1 HE kunnen gemonteerd worden, en waarin een clip-on cable guide is geïntegreerd. Deze cable guide zorgt voor een snelle bevestiging van de kabels op het patchpaneel, voor een gemakkelijke bevestiging van de aluminium folie van de kabels aan de massa en voor een trekontlasting op de connectoren. Het patchpaneel is uitgerust met een uitschuifbaar sledemechanisme waardoor het geheel bereikbaar blijft na installatie in de kast. De patchpanelen zijn voorzien van afneembare shutters (antistofkapjes). b. voor de optische vezels De panelen zijn geschikt voor de gevraagde connectoren. De voorkant zal voorzien worden voor 2 tot 12 posities. De doos van de optische vezel wordt uitgerust met twee kabelgeleiders die aan de voorkant worden geïnstalleerd.
3.2.3.3. Kabelgeleidende panelen Zowel boven als onder een patchpaneel worden er kabelgeleidende panelen voorzien van één hoogte-eenheid. Deze kabelgeleidende panelen kunnen patchsnoeren bevatten voor zowel de horizontale als de verticale bekabeling. Er wordt minimum één kabelgeleidend paneel voorzien per patchpaneel. Tot deze categorie van uitrustingstukken behoren ook de Krone blokken voor afmontage van 10 of 100 paar kabel. Deze merknaam wordt hier expliciet vermeld wegens veelvuldig voorkomen in de gebouwen van de Vlaamse Overheid. Specifieke gegevens Alle hierna opgesomde verdelers worden geplaatst in de 19’’ racks. Het aantal opgegeven panelen houdt reeds rekening met een reserve van minstens 10 % t.o.v. de aansluitpunten. De horizontale bekabeling (UTP - 4 paar per aansluitpunt) wordt per 4 paar afgemonteerd op een patchpaneel van 24 of 48 posities RJ45.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
46
De Fibre Optic kabels worden op de beschreven connectorpanelen afgemonteerd en de multipair kabel voor telefonie wordt per 2 paar afgemonteerd. Blindplaten kunnen besteld worden voor 1 HE, 2 HE of 3 HE. Deze platen worden gemonteerd in een 19” chassis om ruimte vrij te houden voor later in te voegen toepassingen of om verplicht ruimte voor vrije ventilatie te creëren. De blindplaten zijn in staal gemaakt, RAL9002 (andere kleurkeuze voor te leggen aan het Bestuur). Meting : 1. Kasten : Leveren, plaatsen en nummeren met inbegrip van alle hulp- en montageapparatuur : 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16
DATA VERDEELKASTEN Verdeelkasten'- wandkast 19" - 9 HE Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 24 HE, 800 x 800 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 24 HE, 800 x 600 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 33 HE, 800 x 800 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 33 HE, 800 x 600 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 42 HE, 800 x 800 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 42 HE, 800 x 600 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 42 HE, 800 x 1000 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 42 HE, 800 x 1100 mm (BxD) Verdeelkasten'- staande verdeelkast 19" - 42 HE, 800 x 1200 mm (BxD) Serverkasten'- staande serverkast 19" - 42 HE, 800 x 800 mm (BxD) Serverkasten'- staande serverkast 19" - 42 HE, 800 x 1100 mm (BxD) Serverkasten'- staande serverkast 19" - 42 HE, 800 x 1200 mm (BxD) Co-locatie serverkast'- staande serverkast 19" - 46HE, 600 x 1000 mm (BxD) Koppelstuk Rackombouw (alle types)
VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH
20 10 10 5 5 75 5 15 50 50 50 25 50 5 50 50
st st st st st st st st st st st st st st st st
2. Hulpstukken 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
DATA VERDEELKASTEN TOEBEHOREN Uitrusting verdeelkasten'- vast legbord 19", 250 mm - 20 kg Uitrusting verdeelkasten'- vast legbord 19", volledige diepte kast 800 mm - 40 kg Uitrusting verdeelkasten'- vast legbord 19", volledige diepte kast 600 mm - 40 kg Uitrusting verdeelkasten'- telescopisch legbord 19", kast 800 mm - 30 kg Uitrusting verdeelkasten'- telescopisch legbord 19", kast 600 mm - 30 kg Uitrusting verdeelkasten-dak met drie ventilatoren, 150m³/h +thermostaat Uitrusting verdeelkasten'- stopcontactenstrook met 8 pos., 2p + A / 250V Uitrusting verdeelkasten'- verlichtingsset met stopcontact 16A / 250V + aansluitsnoer Uitrusting serverkasten-dak met drie ventilatoren, 300m³/h normal load +thermostaat
VH VH VH VH VH VH VH VH VH
100 50 20 10 5 5 100 50 5
st st st st st st st st st
3. Verdelers Leveren, plaatsen en nummeren met inbegrip van alle hulp- en montageapparatuur : ** voor de verdelers wordt de categorie bepaald per bestelling, overeenkomstig de specificaties voor de installatie
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 5.16 5.17 5.18 5.19 5.20 5.21 5.22 5.23 5.24
KABELTERMINATIE Patchpanelen en FO-eindstukken-patchpaneel -UTP, 24 X RJ45 Patchpanelen en FO-eindstukken-patchpaneel -UTP, 48 X RJ45 Patchpanelen en FO-eindstukken'- verdeler - UTP, 50 x RJ45 (telefonie) Patchpanelen en FO-eindstukken-kabelgeleidende panelen Patchpanelen en FO-eindstukken-FO-schuif 19" voorzien van lascassette, 12 vezels Patchpanelen en FO-eindstukken-coupler ST/ST Patchpanelen en FO-eindstukken-coupler SC/SC duplex multimode (OM2) Patchpanelen en FO-eindstukken-coupler SC/SC duplex multimode (OM3) Patchpanelen en FO-eindstukken-coupler SC/SC duplex monomode Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-ST pigtail - 1,5 m - 62,5 / 125 Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SC pigtail - 1,5 m - 62,5 / 125 Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SC pigtail - 1,5 m - 50 / 125 (OM2) Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SC pigtail - 1,5 m - 50 / 125 (OM3) Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SC pigtail - 1,5 m - 9 / 125 Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SCAPC 9° pigtail - 1,5 m - 9 / 125 Patchpanelen en FO-eindstukken'- FO-SCPC 9° pigtail - 1,5 m - 9 / 125 Blindplaat 1 HE Blindplaat 2 HE Blindplaat 3 HE Krone verdeelbox 100 paar Krone verdeelstrook 10 paar Halvemaanvormige kabeldeklat, lengte 2 meter Levering in België - 25 stuks halvemaanvormige kabeldeklat, lengte 2 meter Levering in België - 25 stuks spiraal flexibel voor diverse bureelbekabeling, lengte 1 meter
47
VH 750 st VH 150 st VH 200 st VH 900 st VH 100 st VH 100 st VH 300 st VH 100 st VH 125 st VH 50 st VH 125 st VH 1.000 st VH 200 st VH 125 st VH 65 st VH 60 st VH 150 st VH 150 st VH 100 st VH 100 st VH 50 st VH 1.000 st VH 150 st VH 30 st
3.2.4. De patchingsnoeren Algemene gegevens De patchkabels, die zorgen voor een verbinding tussen de binnenkomende verticale bekabeling of actieve componenten enerzijds en de uitgaande horizontale of verticale bekabeling anderzijds, moeten van dezelfde fabrikant zijn als het type patchpaneel en het type van de horizontale bekabeling. De patchkabels moeten voor dezelfde periode vervat zijn in de garantie van het systeem. Specifieke gegevens Voor telefonie en data zijn de snoeren van het type UTP-kabel, cat.5E of 6 of 6A, 4 paar, met aan beide uiteinden niet afgeschermde RJ45-connectoren. Deze patchcords worden voorzien in verschillende lengtes van 2, 3, 5 of 10 m. De patchingsnoeren voor optische vezels hebben volgende kenmerken : - de snoeren zijn van het "bivezel"-type. - de 2 vezels zijn herkenbaar aan hun verschillende kleuren. - elk uiteinde is voorzien van de aangepaste ST/ST-connector, SC/SC-connector, SC/APCconnector of SC/PC-connector naargelang de opgave van het Bestuur (multimode: beige en monomode: blauw). De duurzaamheid van de connectors is lager dan 0,2 dB na 2 000 cycli (ref. EIA RS455 FOTP 21). - type : multimode - dimensie : 62,5/125 micrometer of 50/125 micrometer
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
48
- type : monomode - dimensie: 9/125 micrometer - het geheel ondersteund de volgende trekkracht :
* lineaire trekkracht: 0,5 dB voor 2,2 N * laterale trekkracht: 0,5 dB voor 2 kg. - deze patchcords worden voorzien in lengtes van 2, 3, 5 of 10 m. Onder spiraal flexibels wordt verstaan: spiraalvormige flexibele omvatting van diverse types kabels gaande van een bureel naar zowel data-outlets als elektrische stopcontacten. Levering per 25 stuks van 1 meter; levering van 1 rol van 25 meter, te versnijden op maat door het Bestuur, is eveneens toegestaan. Onder halvemaanvormige deklat wordt verstaan : een deklat welke geplaatst wordt over de bekabeling die over de vloer loopt naar een outlet of stopcontact. Het is aldus mogelijk om te stappen op de bekabeling of met een verrijdbare stoel te passeren over deze bekabeling zonder schade te veroorzaken. Het bestek voorziet in 2 mogelijke wijzen van levering : de techniekers van de installateur nemen de snoeren, deklatten of spiraal flexibels mee, op basis van opgegeven hoeveelheid en type de installateur staat in voor verzending naar een door het Bestuur opgegeven plaats & contactpersoon. Verpakking en transport (verzending of levering ter plekke) is in de prijs inbegrepen. De eenheidsprijs in de meetstaat geldt per pak van 25 kabels conform omschreven type.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
49
Meting : 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.15 6.16 6.17 6.18 6.19 6.20 6.21 6.22 6.23 6.24 6.25 6.26 6.27 6.28 6.29 6.30 6.31 6.32 6.33 6.34 6.35 6.36 6.37 6.38 6.39 6.40 6.41 6.42 6.43 6.44
PATCHSNOEREN Patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 2 m Patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 3 m Patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 2 m Patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 3 m Patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 2 m Patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 3 m Patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 2 m Patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 3 m Patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 2 m Patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 3 m Patchsnoer FO-multimode, ST/ST 62,5 / 125 - 2 m Patchsnoer FO-multimode, ST/ST 62,5 / 125 - 3 m Patchsnoer FO-multimode, SC/SC 50 / 125 - 2 m (OM2) Patchsnoer FO-multimode, SC/SC 50 / 125 - 3 m (OM2) Patchsnoer FO-multimode, SC/SC 50 / 125 - 2 m (OM3) Patchsnoer FO-multimode, SC/SC 50 / 125 - 3 m (OM3) Patchsnoer FO-monomode, SCAPC - 9 / 125 - 2 m Patchsnoer FO-monomode, SCAPC - 9 / 125 - 3 m Patchsnoer FO-monomode, SC/PC - 9 / 125 - 2 m Patchsnoer FO-monomode, SC/PC - 9 / 125 - 3 m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 2m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 3m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 5m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat5E, 4 paar - 10m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 2m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 3m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 5m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6, 4 paar - 10m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 2m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 3m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 5m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Brandrex, 4 paar - 10m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 2m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 3m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 5m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6 Nexans, 4 paar - 10m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 2m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 3m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 5m Levering in België - 25 stuks patchsnoer UTP Cat6A, 4 paar - 10m
VH 500 st VH 500 st VH 5.000 st VH 5.000 st VH 150 st VH 150 st VH 50 st VH 50 st VH 300 st VH 300 st VH 10 st VH 5 st VH 200 st VH 200 st VH 50 st VH 50 st VH 10 st VH 10 st VH 10 st VH 10 st VH 10 pak VH 15 pak VH 50 pak VH 30 pak VH 20 pak VH 30 pak VH 125 pak VH 50 pak VH 10 pak VH 15 pak VH 30 pak VH 20 pak VH 10 pak VH 15 pak VH 50 pak VH 30 pak VH 20 pak VH 20 pak VH 30 pak VH 30 pak
3.2.5. Aansluitingen (outlets) Algemene gegevens De voorgestelde stopcontacten of outlets moeten beveiligd zijn tegen stof door één van de volgende systemen : - schuin geplaatste stopcontacten - stopcontacten met een stofafschermende veiligheidsklep.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
50
De montage van de stopcontacten dient dermate te gebeuren dat de lamellen van de RJstekker naar de grond toe gericht zijn. Alle stopcontacten of outlets van de lokale aansluitpunten zijn van het type RJ45 - UTP. De levering en plaatsing van de inbouw- of de opbouwdozen voor de RJ45-stopcontacten en afdekplaten wordt verre-kend in dit artikel. Alle stopcontacten van de lokale aansluitpunten in de vloerdozen of zuilen zijn even-eens van het type RJ45 - UTP en worden eveneens verrekend in dit artikel. Op alle plaatsen wordt er steeds een dubbel stopcontact of dubbele outlet geplaatst, dubbel afgemonteerd op een UTP-kabel. De bekabeling wordt volgens T586B afgemonteerd op de connectoren. In principe zal het Bestuur, voor uitbreiding van bestaande bekabeling in een gebouw, steeds de bestaande standaard toepassen. Het bijplaatsen van outlets zal derhalve maximaal gebeuren met gebruikmaken van vrije posities op de aanwezige patchpanelen. Alle RJ45-stopcontacten of outlets zijn geschikt voor een aansluiting van een cat. 6(a) of 5 E – patchkabel naargelang bestelling. Iedere outlet laat minstens 4000 invoeren toe van een RJ45-stekker. Meting : Levering, plaatsing, aansluiten, nummeren en testen met inbegrip van alle hulp- en montageapparatuur. 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
AANSLUITINGEN Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.5E, met dubbele aansluiting - inbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.6, met dubbele aansluiting - inbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.6a, met dubbele aansluiting - inbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.7, met dubbele aansluiting - inbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.5E, met dubbele aansluiting - opbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.6, met dubbele aansluiting - opbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.6a, met dubbele aansluiting - opbouw Aansluitingen'- dubbele outlet, cat.7, met dubbele aansluiting - opbouw
VH VH VH VH VH VH VH VH
250 8.000 8.000 300 250 2.500 2.500 300
st st st st st st st st
3.2.6. Nummering kabels en patchpanelen Algemene gegevens De labeling van de kabels, outlets en patchpanelen gebeurt volgens de instructies van het Bestuur. De identificatie gebeurt d.m.v. erkenbare kunststofbanden met nummering die aangebracht worden op beide kabeluiteinden en op de dekplaat van de connector in de lokalen. De nummering stemt ook overeen met de connector op het desbetreffend patchpaneel, dit om het mogelijk te maken achteraf een welbepaalde connector terug te vinden op het patchpaneel. De labeling dient op onuitwisbare wijze te worden aangebracht en dient te blijven bestaan zelfs na bevochtiging. Tevens dient het contrast tussen alfanumerieke informatie en de achtergrond een vlotte aflezing toe te laten. De nummeringcode is conform de EIA/TIA 606 en gebeurt als volgt :
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen bv. 7A 5 215 met
51
7 : verdieping van het rack A : volgnummer van het rack 5 : verdieping waar de outlet staat 215 : volgnummer van de outlet
De merkbanden, tekens en nummercode worden vooraf ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd. Specifieke gegevens Nummering van kabels, patchpanelen en aansluitpunten maakt deel uit van de aansluiting van de kabels.
3.2.7. De testen Bij het testen van de bekabeling wordt de gelijkvormige verbinding van de passieve elementen gecontroleerd (patchpanelen, stopcontacten, patchkabels, verticale en horizontale kabels) ten opzichte van de indicaties en planning van de voorziene bekabeling. Ook wordt het vermogen van het geïnstalleerde bekabelingsysteem gecontroleerd om te voldoen aan de prestatiecriteria vereist volgens de verschillende protocollen (gelijkvormig aan de overeenkomstige standaarden). 3.2.7.1 Kopertesten a. UTP-bekabeling De testen moeten worden uitgevoerd met een geijkt meettoestel conform de testvereisten voor het type bekabeling en de instructies van de leverancier. De software van de meter zal de meest recente software zijn die werd vrijgegeven door de fabrikant van het toestel. Met de verkregen meetresultaten dient een garantiecertificaat aangevraagd te worden bij de leverancier van het bekabelingconcept. Daarnaast zullen de meetresultaten zowel op CDROM als op papier aangeleverd worden voor de administratie van het bekabelingsysteem. De vereiste testen zijn conform de ingestelde ISO-norm van de database ( lengte, delay, delay skew, weerstand, impedantie, attenuation, returnloss, next, psnext, elext, pselext, psacr, …) Alle meetwaarden dienen opgeslagen te worden zodat enerzijds een grafiek van deze waarden kan gevraagd worden en later eventueel een “hercertificatie” kan gebeuren. Specifiek voor de Class-E testen voor cat. 6A bekabeling) geldt : De testen worden uitgevoerd voor 100% van de geïnstalleerde links volgens de procedure omschreven in ISO TR24750 voor Class F, volgens de procedure Permanent Link, met level 4 testapparatuur welke gecalibreerd is conform de vereisten van de fabrikant. De testen gebeuren aan de hand van de meest recente vrijgegeven software. De testen gebeuren op dezelfde wijze en voor dezelfde parameters als voor cat6 bekabeling maar op een testfrequentie van 500MHz - pin connectie (wiremap) - paar lengte - DC-loop weerstand per paar - verzwakking per paar
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
52
- pair-to-pair NEXT en Powersum NEXT per paar combinatie - ACR en Powersum ACR per paar - ELFEXT en Powersum ELFEXT - Return Loss - Propagation Delay en Delay Skew Specifiek voor de Class-F testen (cat 7 bekabeling) geldt : De testen worden uitgevoerd voor 100% van de geïnstalleerde links volgens de procedure omschreven in ISO/IEC:2002 voor Class F, volgens de procedure Permanent Link, met level 4 testapparatuur welke gecalibreerd is conform de vereisten van de fabrikant. De testen gebeuren aan de hand van de meest recente vrijgegeven software. De testen gebeuren op - pin connectie (wiremap) - paar lengte - DC-loop weerstand per paar - verzwakking per paar - NEXT en Powersum NEXT per paar combinatie - ACR en Powersum ACR per paar - ELFEXT en Powersum ELFEXT - Return Loss b. backbone subsysteem De vereiste testen (100% van de paren) zijn : - de lengte van elke kabel - de juiste aansluiting van de verschillende geleiders
3.2.7.2 Glasvezelbekabeling Algemeen De meting dient uit te wijzen of de glasvezel voldoet aan de vereisten bepaald door ISO11801-2002 (of latere versies van deze norm indien toepasselijk). Vooraleer de metingen aan te vangen dient de uitvoerder zich te vergewissen van volgende elementen - het meettoestel dient gecalibreerd te zijn door de leverancier of door een erkend meetinstituut overeenkomstig de instructies van de norm of van de leverancier (ingeval betwisting is de strengste instructie van toepassing) - de connectoren zijn gereinigd - de meetsnoeren en naspankabels zijn bij voorkeur van dezelfde fabrikant als het meettoestel - de meetsnoeren en naspankabels zijn steeds van hogere kwaliteit dan de te meten glasvezel - de omgevingssituatie is conform de vereisten van de leverancier; teneinde de invloed van de temperatuur te minimaliseren is het aanbevolen om de apparatuur een zelfcalibratie-test te laten ondergaan tijdens de metingen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
53
Soorten metingen a. Dempingsmetingen Deze meting laat toe om het powerbudget te controleren, dus het maximale vermogensverlies te bepalen dat in een glasvezel mag optreden. Doelstelling hierbij is dat Gigabit-Ethernet moet mogelijk zijn en dat dient voldaan te zijn aan de vereisten opgesteld door de IEEE qua maximale channel dempingsvereisten. De maximale demping van een glasvezeltraject dient dus te worden bepaald. De toegelaten demping is bepaald door : - de golflengte waarop de meting plaatsvindt - de soort vezel (OM1, OM2- OM3) Deze meting gebeurt op 850nm voor alle multimode vezels; een deel (minimum 20%) van de vezels, mits langer dan 50m, wordt tevens bemeten aan 1300nm en moet een tweezijdige dempingstest ondergaan. Bij een verschil > 0.2dB dienen alle vezels van het traject de tweezijdige dempingstest te ondergaan. Deze meting gebeurt op 1300nm en op 1550nm voor monomode vezels. De meting dient te worden uitgevoerd met een dempingsmeetset bestaande uit een optische zender en een optische ontvanger. Voorafgaandelijk aan de test wordt een meting uitgevoerd met behulp van de meetsnoeren, om de referentiewaarde te bepalen. Deze referentiemeting dient te worden herhaald bij minimum volgende situaties : -
bij het gebruik van een nieuwe set meetsnoeren na een temperatuurscalibratie aan het begin en einde van een werkdag, of na een afgeronde serie metingen (dwz opeenvolgende metingen voor hetzelfde fysieke traject)
b. OTDR-metingen Deze meting laat toe een goed beeld te verkrijgen van de lengte en het dempingsverloop van de gemeten glasvezelkabels. Tevens is het mogelijk om een gedetailleerde karakteristiek te bemeten, waardoor discontinuïteiten in de vezels gedetecteerd worden. De reflectiekarakteristiek van de te meten kabel dient beeldvullend in beeld te worden gebracht, met inbegrip van de connectoren. Hieruit moet het mogelijk zijn de lengte van de glasvezelkabel af te lezen; voor vezels korter dan 50m dient de exacte lengte niet te worden bepaald aangezien korte lengtes met een OTDR-meting niet zijn in te schatten. Op alle vezels worden dempingsmetingen uitgevoerd. OTDR-metingen worden standaard uitgevoerd op monomode vezels en op multimode vezels type OM3. Op multimode vezels type OM1 of OM2 worden OTDR-metingen toegepast op 25% van de geïnstalleerde vezelparen, met een minimum van 1 te bemeten vezelpaar bij elk segment.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
54
c. Meetrapport Het meetrapport wordt zowel op papier als op elektronische drager geleverd. De versie op elektronische drager omvat zowel de meetresultaten alsook de software om deze resultaten – zowel tekstueel als grafisch (OTDR) - uit te lezen en af te printen. Het meetrapport omvat tevens alle algemene informatie vereist voor identificatie van de gemeten vezel, zoals (niet exhaustief) : fabrikant type vezel (multimode – monomode, core/cladding (µm), …) labeling informatie identificatie van het meettoestel (merk, type, serienummer), met inbegrip van de calibratiedatum meetfrequentie (in nanometer) datum & tijdstip van de meting de meetresultaten overeenkomstig het type meting, met o PASS/FAIL indicatie o Voor deze resultaten waar de PASS binnen een marge van 5% van de FAILcondities vallen, dient een asterisk of andere ondubbelzinnige identificatie geplaatst te worden. Tevens dient, indien mogelijk en indien vastgesteld, een verklaring van het ‘bijna-PASS’-resultaat toegevoegd te worden Specifieke gegevens Testen van kabels, patchpanelen en aansluitpunten wordt verrekend per aansluiting. Alle testen dienen te gebeuren overeenkomstig de relevante kabelnorm. Meting : 9 9.1 9.2 9.3 9.4
TESTEN Testen -UTP bekabeling cat.5E, cat.6, 6a of cat.7 Testen-FO -powermeting per vezel, multimode (OM1 OM2 OM3) Testen-FO -powermeting per vezel, monomode Testen'-FO -OTDR meting per vezel, monomode
VH VH VH VH
44.200 1.000 250 25
st st st st
3.3 Leidingen in gebouwen 3.3.1 Verdeelkringen Algemene gegevens De bekabeling vanaf de secundaire borden naar de verschillende apparaten (lichtapparaten, schakelaars, stopcontacten) is uit te voeren in XVB-kabel, te leggen in een kabelgoot (met tussenschot voor het gelijktijdig plaatsen van sterkstroom en zwakstroom) of te trekken in een TTh-buis. De TTh-buizen in opbouwmontage zijn te bevestigen met gepaste klemmen in kunststof om de 40 en 60 cm, resp. horizontaal en verticaal. Zij zijn van het stijve type. De bevestigingsbeugels zijn vervaardigd uit isolerende persstof. De kunststofbeugels bestaan uit een basisele-
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
55
ment en een klemstuk. Het klemstuk wordt op de basis bevestigd b.m.v. 2 schroeven, eveneens uit kunststof. De sectie der geleiders is minimum 1,5 mm² voor licht, bekrachtigingsketens van teleruptoren, contactoren en signalisatie. Voor stopcontacten bedraagt de minimum sectie 2,5 mm². De aardgeleider die overal is mede te voorzien, maakt deel uit van de voedingskabels. De sectie van de aardgeleider is gelijk aan deze van de voedingsgeleiders. De isolatie ervan is geel-groen. Als algemene regel geldt dat zo weinig mogelijk kabels op de betonnen plafonds zullen gemonteerd worden. Daar waar meerdere kabels gegroepeerd zijn (of kunnen gegroepeerd worden) moeten zij verplichtend in kabelgoten gelegd worden. Breedte volgens het aantal kabels. De kabelgoten uit gegalvaniseerd staal vervaardigd, worden op circa 10 cm onder het bouwkundig plafond gemonteerd en zijn hieraan om de meter te bevestigen met gegalvaniseerde beugels. Vanaf deze kabelgoten gebeurt de aansluiting der diverse apparaten door middel van aftakdozen (met wartel) te bevestigen op de kabelgoot of rechtstreeks op het beton. Onbenut gebleven spruitstukken zijn te dichten. Vanaf deze verdeeldozen naar de lichtapparaten, stopcontacten, enz. gebeurt de bekabeling eveneens in XVB-kabel, getrokken in TTh-buis. Alle vergetelheden en/of beschadigingen aan zichtmetselwerk en/of zichtbeton zijn volledig op de verantwoordelijkheid van de aannemer. Alle nodige herstellingswerken zijn te zijnen laste. Leidingen voor voeding van wandstopcontacten en verlichtingsarmaturen mogen niet door vloerkanalisatie worden getrokken. De kringen voor verlichting en stopcontacten moeten volledig gescheiden blijven (tenzij dit uitdrukkelijk anders wordt vermeld). Openingen in het beton, met een diameter groter dan 2 cm worden verplichtend met een watergekoelde diamantboor verwezenlijkt. De nodige voorzorgsmaatregelen zijn hierbij te treffen zodat het koelwater geen schade kan aanrichten. Alle beschadigingen die door nalatigheid zouden worden verwezenlijkt vallen volledig onder de aansprakelijkheid van de aannemer. In zicht gelegde buizen Versterkte TTh-buizen (5/8”, ¾”, 1”, 2”) worden geplaatst met kunststof beugels. De einden van de buizen zijn afgewerkt met speciale eindmoffen (tullen). De beugels bestaan uit een basiselement en een klemstuk dat met 2 kunststofschroeven op het basiselement wordt bevestigd. De bochten mogen onderbroken worden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
56
Meting : 11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8 11.9 11.10 11.11 11.12 11.13 11.14 11.15 11.16 11.17 11.18 11.19
ELEKTRISCHE BEKABELING Stroomkringen-XVB-kabel 2 X 1,5 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 2 X 2,5 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 4 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 10 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 16 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 25 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 35 mm² +A Stroomkringen-XVB-kabel 4 X 50 mm² +A Stroomkringen-Brandwerende kabel XVB-F2 Rf 1h 2 x 1,5 mm² + A Stroomkringen-Brandwerende kabel XVB-F2 Rf 1h 2 x 2,5 mm² + A Stroomkringen-Brandwerende kabel XVB-F2 Rf 1h 2 x 4 mm² + A Stroomkringen-Brandwerende kabel XVB-F2 Rf 1h 2 x 6 mm² + A VOB-ST (geel-groen) 16mm² Aardklem + onderbreking Stroomkringen-buis PVC versterkt, 1" Stroomkringen'- buis PVC versterkt - 1 1/2" Stroomkringen- buis PVC versterkt, 2" Stroomkringen- buis PVC flexibel, 1¼" Stroomkringen-buis TAL, 1"
VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH
10.000 30.000 5.000 1.500 200 150 150 100 1.000 2.000 500 500 500 200 1.500 100 1.250 500 25
lm lm lm lm lm lm lm lm lm lm lm lm lm st lm lm lm lm lm
3.3.2 Kabelgoten en kabelladders Algemene gegevens Zie ook TB.400.B.01.h.10. Open kabelgoten vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal volgens Sendzimir-procédé. (DIN 17162) De hoofdkabelgoten zijn dubbele goten met centrale ophanging. De ophangprofielen zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal met een minimum dikte van 3 mm. Het profiel heeft een "I"-vorm. Het wordt aan het plafond bevestigd d.m.v. speciale plafondvoet die met conische stalen bouten in het beton wordt bevestigd. De kabelgoten worden ondersteund door spievormige steunen uit gegalvaniseerd staal. De doorbuiging bedraagt maximaal 1/300 m zowel in de langse als in de dwarse richting voor de volledig belaste kabelgoot (voor een gewicht van 100 kg/m). De berekeningsnota dienaangaande moet door de inschrijver aan het Bestuur voorgelegd worden en wordt gebaseerd op de gegevens van de fabrikant. Een gelijkaardige berekening is voor te leggen voor de bevestiging van de ophangingen aan het gebouw. De hoogteregeling moet vrij eenvoudig kunnen geschieden en de verankering op het "I"-profiel moet gewaarborgd zijn. Afstand der steunpunten: ca 1,5 m. De lengte van de ophangprofielen is volgens de situatie ter plaatse aan te passen. De kabelgoten worden volstrekt rechtlijnig gemonteerd. De hoekstukken, kruisstukken, verbindingsstukken, enz. zijn speciaal daarvoor voorziene stukken. De onderlinge verbinding van de kanalen gebeurt met elektrolytisch verzinkte bouten en moeren.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
57
Het uittreden van de kabels gebeurt met speciale hiertoe geprefabriceerde wartels. Diameter van de wartel(s) aangepast aan de bekabeling. De kabels dienen ordelijk en aaneensluitend op de kabelgoten bevestigd te worden d.m.v. PVC kabelbanden. In principe geldt dat overal waar meer dan 5 kabels samen gemonteerd worden deze in kabelgoten worden gelegd. Signalisatiekabels, datakabels, telefoonleidingen (in vakterminologie gekend als zwakstroomkabels) en sterkstroomkabels zullen steeds van elkaar geïsoleerd geplaatst worden d.m.v. gegalvaniseerde metalen tussenschotten. Kabelladders voldoen aan hogere beschrijving met als uitzondering : - volgens NBN C63-439 - de kabelladders en alle toebehoren zijn vervaardigd uit staalplaat, warm verzinkt door onderdompeling volgens NBN 657 - gemiddelde verzinking van spanten en onderdelen: 100 à 135 micron - bouten en moeren zijn eveneens verzinkt door onderdompeling - alle assemblagegaten en uitsnijdingen zijn uit te voeren voor verzinking - uitsnijdingen en eventuele aanpassingen ter plaatse worden nadien behandeld om corrosie te voorkomen. De afwerkingslaag zal een identiek uitzicht hebben als de geprefabriceerde onderdelen. Aanpassingen ter plaatse aan het kabelgootsysteem mogen enkel uitgevoerd worden indien er geen geprefabriceerde hulpstukken bestaan en mits uitzonderlijk toelating van de leidend ambtenaar. - de ladderbomen zijn gevormd uit stevige gesloten zeshoekige buisprofielen waarin de sporten dubbelwandig bevestigd zijn. Specifieke gegevens Kabelgoten en kabelladders zijn te voorzien waar meer dan 5 kabels samenlopen. In gangen worden volgende kabelgoten voorzien : - geperforeerde kabelgoten: sterkstroominstallatie - niet-geperforeerde kabelgoot met deksel en tussenschot: zwakstroominstallatie.
Meting : 12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8
KABELDRAGENDE INFRASTRUCTUUR Kabelgoten en kabelladders, kabelgoot geperforeerd, 100 X 50 mm, dikte 1mm Kabelgoten en kabelladders -kabelgoot, geperforeerd, 200 X 50 mm, dikte 1mm Kabelgoten en kabelladders -kabelgoot, niet geperforeerd, 100 X 50 mm, dikte 1mm Kabelgoten en kabelladders -kabelgoot, niet geperforeerd, 200 X 50 mm, dikte 1mm Kabelgoten en kabelladders, kabelgoot geperforeerd, 100 X 50 mm, dikte 1,5mm Kabelgoten en kabelladders -kabelgoot, geperforeerd, 200 X 50 mm, dikte 1,5mm Kabelgoten en kabelladders - kabelladder, 200 X 60 mm Kabelgoten en kabelladders -kabelladder, 300 X 60 mm
VH VH VH VH VH VH VH VH
900 1.100 2.500 1.000 700 1.100 800 500
m m m m m m m m
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
58
3.3.3. Wandgoten en vloergoten 3.3.3.1 uit aluminium De gemonteerde wand- en vloergoot beantwoordt aan de laatste voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Elektrische installaties. De levering omvat het wand- en vloergootsysteem met alle bijhorigheden voor de koppeling en afsluiting van het systeem. Algemene gegevens De wand- en/of vloergootelementen zijn vervaardigd uit geanodiseerd aluminium. De standaardlengte is 3 m. De afmetingen zijn ±160 mm x ± 60 mm. Het deksel is eveneens vervaardigd uit geanodiseerd aluminium en wordt eveneens geleverd in de standaardlengte van 3 m. De achterwand van de goot is over de hele lengte voorzien van boorkepen. De buitenzijde van de wandgoot is voorzien van sleuven passend voor slotbouten M6 voor bevestiging op afstand van de muur. De wand/vloergoot kan in 3 compartimenten verdeeld worden door middel van tussenschotten, die zonder behulp van gereedschap geplaatst worden. De sterkstroom- en zwakstroomleidingen worden aldus van elkaar gescheiden door middel van een scheidingsschot in plaatstaal dat op een DIN-profiel in de bodem van de goot geklikt wordt. Door middel van een scheidingsschot uit plaatstaal, dat met behulp van clips bevestigd wordt, kan een derde compartiment gevormd worden dat bestemd is voor de plaatsing van datatransmissiekabels. De wand/vloergootonderdelen worden zonder storende overgang aan elkaar gekoppeld door middel van koppelstiften uit sterke kunststof die in gaten geschoven worden die over de ganse lengte in het profiel van de goot voorzien zijn. Het wand/vloergootsysteem is dusdanig opgebouwd dat bij gebruik van kabels in het sterkstroomcompartiment en van totaal isolerende inbouwdozen voor het installatiemateriaal, het systeem beantwoordt aan het principe van de dubbele isolatie. Aarding is in dit geval overbodig. In de voorwand van het profiel passen bijgeleverde steunstrippen die het deksel ondersteunen en tevens de scheidingsschotten positioneren en de kabels op hun plaats houden, zowel bij horizontale als bij verticale plaatsing. De standaardlengten van het deksel worden op esthetische wijze aan elkaar gekoppeld met behulp van bijgeleverde dekselkoppelingsstrippen uit geanodiseerd aluminium. Voor de afdichting van wanddoorvoeropeningen zijn aangepaste eindafwerkplaten voorzien. De levering omvat de benodigde binnenhoekstukken, buitenhoekstukken, aansluitstukken inclusief kabelbruggen, verticale hoekstukken, T-stukken inclusief kabelbruggen, eindplaten en inslagnagels. Deze hulpstukken zijn inbegrepen in de prijs.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
59
3.3.3.2 uit kunststof De gemonteerde wandgoot beantwoordt aan de laatste voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Elektrische installaties. De levering omvat het wandgootsysteem en alle bijhorigheden voor de koppeling en afsluiting van het systeem. Algemene gegevens Esthetisch kunststof wandkanalen uit wit PVC voor opbouwmontage. De wandkanalen vormen een systeem van verschillende dieptes (± 35 mm, ± 50 mm en ± 65 mm) en hoogtes (± 60 mm, ± 100 mm, ± 130 mm, ± 160 mm en ± 200 mm). Voor elke combinatie van hoogte en dikte bestaan minstens volgende hulpstukken : variabele binnenhoek, variabele buitenhoek, T-aftakking, variabele platte hoek. Het profiel van het wandkanaal bestaat in basis uit een U-vormige basis met teruggeplooide lippen aan de voorzijde van 15 mm breedte. Hierop wordt het deksel geclipst. In de rug van de basis zijn profielgroeven getrokken waarop apparaten kunnen gemonteerd worden of een scheidingstussenschot voor de verschillende spanningen. Zodra de hoogte van één compartiment voldoende is voor het monteren van apparaten wordt het deksel opgedeeld per compartiment. Dit verhoogt eveneens de stabiliteit van het wandkanaal. Alle afwerkings- en bekabelingstoebehoren (hoekstukken, aftakkingen, einddeksels, scheidingsschotten, e.d….) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het wandkanaal. De bekabeling, de apparaten en de aansluiting ervan worden afzonderlijk gemeten. Specifieke gegevens voor wandkanalen De inplanting van de stijggoten wordt vakkundig gekozen en in samenspraak met het Bestuur (bv. t.h.v. deuren volgt deze de deuromlijsting). Alle kabelgoten worden voorzien van scheidingsschotten. Inbouwdozen Voor de inbouw van installatiemateriaal (wandcontactdozen, schakelaars) evenals voor de verbindingen tussen de kabels worden universele inbouwdozen geleverd uit thermoplastische isoleerstof. De dozen zijn geschikt voor alle standaard ringmontage materialen, voorzien van een afdekplaat van 81 mm. De dozen zijn voorzien van een klikbevestiging, passend op het DIN-profiel in de achterwand van de goot. Door middel van een zwaluwstaartverbinding kunnen de dozen aan elkaar gekoppeld worden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
60
Meting : 13 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8
WANDGOTEN Wandgoot, aluminium, 160 X 60 mm Wandgoot uit kunststof, 16 X 12,5 mm Wandgoot uit kunststof, 16 X 16 mm Wandgoot uit kunststof, 32 X 12,5 mm Wandgoot uit kunststof, 60 X 35 mm Wandgoot uit kunststof, 100 X 50 mm Wandgoot uit kunststof, 130 X 50 mm Wandgoot uit kunststof, 160 X 65 mm
VH 500 m VH 500 m VH 500 m VH 1.500 m VH 500 m VH 1.000 m VH 250 m VH 100 m
3.3.4. Vloerdozen voor verhoogde vloeren Algemene gegevens In verhoogde vloeren worden verzonken vloerdozen voorzien met stopcontacten en dataaansluitingen. Het geheel wordt gevoed via standaard kabelgootsystemen voor sterkstroom en zwakstroom, te plaatsen op het beton onder de verhoogde vloer. Vloerdozen verzonken type met rechthoekige, vierkante of ronde vorm; vervaardigd uit kunststof met beschermrand voor vloerbekleding (tapijt of linoleum) en bevestigingsdispositief met schroeven en tegenprofielen. − afgedekt met een scharnierend kunststofdeksel, verstevigd met een vuurverzinkte staalplaat 4 mm dikte; in het deksel is een stofvrije snoeruitlaat ingebouwd met schuimstofdichting; het deksel is met het oog op de situatie van de snoeruitlaat over 180° verdraaibaar. − uitvoering in verschillende RAL-kleuren; de keuze geschiedt later en zonder prijsconsequenties. − −
De prijsbieding omvat het leveren en plaatsen van deze dozen, met inbegrip van het realiseren van de nodige uitsnijdingen in de tegels van de verhoogde vloer. Eveneens inbegrepen zijn alle werken en leveringen voor het bevestigen van de kaders met het door de leverancier voorgeschreven bevestigingsysteem. Het opvullen van het deksel met hetzelfde materiaal als de vloerbekleding valt eveneens onder de aanneming en dit op een wijze die volledige voldoening schenkt aan het Bestuur. De werkzaamheden vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van de aannemer die zich geenszins zal kunnen beroepen op een gebrek aan vakmanschap. Uitgeruste vloerdoos voor inbouw van de eigenlijke toestellen in de vloeruitgangen; de doos is afgedicht met een passende afdekplaat die slechts de bovenkant van de toestellen vrijlaat; − vervaardigd uit kunststof en voorzien van kabelinvoer met trekontlasting; hoogteregeling 5 tot 20 mm; − in basisuitvoering zijn deze dozen volledig uitgerust; de uitrusting van een doos heeft combinatiemogelijkheden voor sterk- en zwakstroom; − elke groep van sterkstroomstopcontacten is uitgerust met een soepele kabel die wordt aangesloten op verdeeldozen voor sterkstroom geplaatst onder de verhoogde vloer; −
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
61
Elke uitgeruste vloerdoos bevat min. 2 stopcontacten en 4 aansluitingen RJ45. Meting : 14 VLOERDOZEN 14.1 Vloerdoos (280 mm x 280 mm, h = 38, uitgerust) 14.2 Vloerdoos (280 mm x 280 mm, h = 38, niet uitgerust)
VH 150 st VH 100 st
3.3.5. Verticale zuilen (Energiezuilen) Zie ook punt 3.3.3.1 van onderhavige bijzondere beschrijving. Specifieke gegevens De verticale zuilen zijn distributie-eenheden, zelfdragend gemonteerd tussen vloer en plafond. Zij beantwoorden aan de voorschriften van het AREI. Zij worden geleverd in gepaste lengte (hoogte van betonnen plafond tot afgewerkte vloer tot max. 3,60 m), of in een bureauzuil variante. De vertikale zuilen zijn vervaardigd uit geanodiseerd aluminium, afmetingen ± 110 x 60 mm. Ze worden uitgerust met geanodiseerde aluminiumdeksels, breedte ± 80 mm, hoogte i.f.v. de uitrusting van de zuil. De bureauzuilen zijn eveneens vervaardigd uit geanodiseerd aluminium, afmetingen ± 110 x 60 mm. Zij zijn eveneens uitgerust met geanodiseerde aluminiumdeksels, breedte ± 80 mm. De hoogte van de bureauzuilen is dusdanig gekozen dat zij in bijna alle gevallen onder het bureaubladniveau blijven; de hoogte bedraagt maximum 70cm. De bureauzuil wordt gevoed vanuit de vloer en kan desgewenst op een in de vloer verzonken vloerdoos worden gemonteerd. De bureauzuil is tweezijdig uitgevoerd, d.w.z. het is mogelijk om elektrische en dataaansluitingen te voorzien aan twee zijden van de zuil.. De zuilen worden eveneens uitgerust met een tussenschot zodat minimaal 2 gescheiden compartimenten bekomen worden (zwakstroom / sterkstroom). De vertikale zuilen worden aan de plafonddoorgangen afgewerkt met een aangepaste plafondafwerking (rosace). De pop-up unit is een ronde aluminium unit geschikt voor montage van 4 modules welke resp. 2 RJ45-outlets of 2 elektrische stopcontacten bevatten. De pop-up unit is verzonken in het bureaublad maar kan door een druk op het aluminium bovendeksel boven het bureaublad uitsteken. Het opkomen en terugzakken verloopt soepel door een ingebouwde gasveer. Verder zijn in de eenheidsprijs per zuil / pop-up unit te voorzien : − plafondplaat – plafondbeugel − voetplaat − klemstuk voor bevestiging op bureel − dekselkoppelingen − inbouwdozen (PVC) − ronde boring (pop-up unit) − enz.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
62
Meting : 15 15.1 15.2 15.3 15.4
ZUILEN Verticale zuil, 110 X 60 mm X 2500 mm Verticale zuil, 110 X 60 mm X 3600 mm Bureauzuil, 110 x 60 x 700mm, dubbelzijdig Pop-up unit voor bureelmontage
VH VH VH VH
150 150 100 100
st st st st
3.3.6. Vloerlijsten Om kabels en draden die los over de vloer liggen te beschermen worden (grijze) vloerlijsten gebruikt. Ze bestaan uit een basis met 2 of 3 compartimenten en een bijgeleverd ovaal deksel. De afmetingen (B x H) zijn : ± 41 mm x 10 mm (2 compartimenten) ±75 mm x 18 mm (3 compartimenten) Meting : 16 VLOERLIJSTEN 16.1 Vloerlijst, 41 X 10 mm 16.2 Vloerlijst, 75 X 18 mm
VH 100 st VH 100 st
3.4 - Elektrische installatie van lokalen Ingeval het lokaal nog ingericht moet worden kan aan onderhavige inschrijver gevraagd worden in te staan voor de elektrische uitrusting. Indien de uitrusting ontoereikend is zal deze worden aangevuld en uitgebreid.
3.4.1. Uitbreiding elektrische borden a. Algemene gegevens verdeelborden Zie TB.400.B.03.f. en NBN C63-439. Al de bijkomende apparatuur is te bevestigen op een montageframe, bevestigd voor automaten, zekeringen, enz. Het montageframe is met de aardingsrail te verbinden. De fase-indeling zoals aangeduid op de schema’s is ten strengste te volgen. De vertrekkringen zonder faseaanduiding worden beurtelings over de 3 fasen verdeeld. (Geen groepering op 1 fase van naastgelegen automaten). Al de nodige apparatuur is logisch en regelmatig te monteren. Stopcontactkringen en lichtkringen moeten duidelijk afgezonderd zijn. Apparaten met dezelfde functie worden in lijnen gegroepeerd. Daarenboven worden de apparaten die eenzelfde installatiedeel bedienen zoveel mogelijk gegroepeerd. Rond elk apparaat blijft voldoende plaats om het onderhoud, de kabelaansluiting, het demonteren, enz. toe te laten.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
63
Alle aansluitingen gebeuren met éénfasige geïsoleerde kabel. Alle kabels hebben dezelfde sectie als de kabels die zij verlengen. Kleur volgens de conventionele kleuren. De uiteinden van meeraderige kabels zijn steeds te voorzien van kabelschoenen, onder grote mechanische druk aan te brengen. Alle apparaten zijn te voorzien van duurzame duidelijke kenplaatjes uit plastische stof vervaardigd (zwarte letters op witte achtergrond) en bevestigd b.m.v. 2 schroeven. Alle vertrekken met een sectie < of = 10 mm² worden aangesloten via klemmenrij, onder- of bovenaan in het verdeelbord gerangschikt overeenkomstig de vertrekleiding. − −
alle aansluitklemmen zijn te voorzien van een nummer, op onuitwisbare en duurzame wijze aangebracht. Leesbaar vanuit iedere hoek. de nummering van apparaten en aansluitklemmen moet ook op de uitvoeringsplannen terug te vinden zijn.
b. Materiaal 1. - Kleine automatische schakelaars (installatie-automaten) Automatische schakelaars overeenkomstig TB.400.B.02.d.10. IEC 898 en IEC 947-2. Afschakelkarakteristiek type C overeenkomstig NBN.C.61.898 tenzij op de schema's anders vermeld. Tweepolig . Bestand tegen omgevingstemperaturen van minimum 50°C, en een relatieve vochtigheid van 95%. De contacten van de automaten zijn uitgevoerd in een legering die geen risico van "solderen" biedt. Elke pool is afzonderlijk beschermd. Uitschakeling gebeurt ook als handvat in stand "in" wordt gehouden. Alle polen worden gelijktijdig onderbroken en gelijktijdig ingeschakeld. Levensduur : minimum 20.000 schakelingen onder stroomsterkte = 1,4 In. 2. Gecombineerde differentieelschakelaar De gecombineerde automatische differentieelschakelaar voldoet aan het TB.400.D.02.d.12.4. Het toestel is samenklikbaar en samengesteld uit : kleine automatische schakelaars overeenkomstig B.5. automatische differentieelinrichting overeenkomstig B.6.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
64
Meting : 17 17.1 17.2 17.3 17.4 17.5 17.6 17.7 17.8 17.9 17.10 17.11 17.12
ELEKTRISCHE APPARATUUR - BEVEILIGING Uitbreiding elektrische borden serverlokaal- automaat, 2p - 16A (6 KVA) Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 2p - 20A (6 KVA) Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 2p - 32A (6 KVA) Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 2p - 50A (6 KVA) Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 2p - 63A (6 KVA) Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 3 fasen + N - 16A Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 3 fasen + N - 20A Uitbreiding elektrische borden serverlokaal - automaat, 3 fasen + N - 32A Uitbreiding elektrische borden serverlokaal'- differentieelautomaat, 2p - 20A/300mA Uitbreiding elektrische borden serverlokaal'- differentieelautomaat, 2p - 40A/300mA Uitbreiding elektrische borden serverlokaal'- differentieelautomaat, 4p -40A/300mA Uitbreiding elektrische borden serverlokaal'- differentieelautomaat, 4p - 40A/30mA
VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH VH
200 50 10 10 10 10 10 10 40 20 5 5
st st st st st st st st st st st st
3. Elektrische verdeelkast De elektrische verdeelkast voldoet aan volgende eigenschappen : - klasse II - IP40 - IK 07 - zelfdovend volgens EN60695-2-1 - conform de norm EN60439-3 - kleur : o RAL 9010 (wit) voor verdeelkasten tot 72 modules o Metaalkleur voor verdeelkasten groter dan 72 modules; deze zijn van het industrieel model, in metaal uitgevoerd - standaard geleverd met aardingsklemmenblok met automatische klemmen - montageraam is uitneembaar, met DIN rails (hartafstand 150mm) - in hoogte regelbare rails, via hoogte regelingskit - koppelbaar horizontaal of verticaal - afmetingen breedte – dikte : 430 x 120 +/- 5mm - omkeerbare deur - deur : o voor kasten tot 72 modules : keuze mogelijk tussen doorzichtige (gefumeerde) deur en witte deur o voor kasten groter dan 72 modules : metalen deur - levering met afdekstrip (min. 1 per rij) - mogelijke koppeling met tellerkast via voorgesneden kabelingangen - toebehoren worden voorzien door de fabrikant (hoogteregeling, railverhoging, …) Meting : 10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7
ELEKTRISCHE VERDEELKAST Verdeelkast (18modules/rij) Verdeelkast (36modules/2 rijen) Verdeelkast (54modules/3 rijen) Verdeelkast (72modules/4 rijen) Verdeelkast (96modules/4 rijen) Verdeelkast (120modules/5 rijen) Verdeelbord (16 modules)
VH VH VH VH VH VH VH
50 75 25 25 10 10 25
st st st st st st st
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
65
3.4.2. Bedieningstoestellen in lokalen 3.4.2.1 - Algemene gegevens Alle schakelapparatuur dient te voldoen aan het TB.400.D.02.a. Alle verwerkte materialen moeten een aanvaard kwaliteitsmerk volgens MB van 05-03-1992 bijlage 1 dragen. De montage van de schakelaars, contactdozen, enz. zal uitgevoerd worden overeenkomstig de bepalingen van het TB.400.D.02 en de hieronder specifieke bijzonder beschrijving. Op al de plaatsen waar de kabels worden ingebouwd zijn de stopcontacten en de schakelaars van het inbouwtype. Daar waar de leidingen in opbouw geplaatst zijn wordt het opbouwtype geplaatst. De bij elkaar geplaatste schakelaars en stopcontacten zijn van hetzelfde type en dienen een esthetische groepering te vormen. Alle stopcontacten zijn van het veiligheidstype en van een aardingspin voorzien. Ze zijn reglementair met de aarde te verbinden via op elk verdeelbord aanwezige aardrail. Het is niet toegelaten meer dan 8 groepen van stopcontacten op één circuit aan te sluiten. Aftakdozen in kunststof met wartelaansluiting en ingebouwde metalen klemmen mogen gebruikt worden, doch enkel bij zichtbare montage en in de valse plafonds. De schakelaars en stopcontacten zijn in volstrekt horizontale en/of verticale lijnen te monteren. Eventueel voorziene getuiglampjes zijn neonlampjes. Alle ingewerkte schakelapparatuur is te bevestigen b.m.v. schroeven. Klauwen zijn niet toegelaten. De inbouwdozen in metselwerk, lichte wanden, enz. zijn allen van het type voor schroefbevestiging. In geval de inbouwdozen te diep zijn ingewerkt worden aangepaste verhogingsringen gebruikt zodat de wand en de inbouwdoos gelijkliggend zijn. Bijkomende bepalingen i.v.m. schakelaars : Alle schakelaars dragen het CEBEC goedkeuringsmerk. Zij moeten nieuw zijn, van eenzelfde oorsprong, wat betreft merk en type. Van alle schakelmateriaal en contactdozen wordt vooraf een staal ter goedkeuring voorgelegd. In vochtige ruimten en voor opbouwmateriaal, wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden volgens NBN C 20-529 en zoals gereglementeerd in het A.R.E.I. Bij gegroepeerde montage moeten de apparaten, zowel schakelaars als stopcontacten, onder eenzelfde afdekplaat kunnen gemonteerd worden. Kleur : voor te leggen ter goedkeuring van de leidende ambtenaar Opbouw - Opbouwtype volgens de voorschriften van het TB 400 D.02 § a.2, § a.4 en § a.5.1 en IP 55. - De pakkingdrukkers zullen na de plaatsen opgespoten worden met siliconen. - De dubbelpolige schakelaars moeten van het hermetische type zijn (min IP 55) en worden afgewerkt met een afwerkingsrand.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
66
- Plaatsing : op een hoogte van 1,10 m boven de afgewerkte vloerpas. Inbouw De schakelaars zijn van het type 10 A bij 250 V en zijn spatwaterdicht. - Plaatsing : 1.10 meter boven de afgewerkte vloerpas volgens plan; Bijkomende bepalingen i.v.m. drukknoppen en relaisschakelaars Het betreft afstandsschakelaars aangewend voor de ontsteking van verlichting vanuit meerdere bedieningspunten. De bijhorende schakelpunten zijn elektronische enkel of dubbel drukknoppen of impulsschakelaars, bediend d.m.v. één enkel druk op de knop; zij voldoen aan de voorschriften van NBN C 61-141 en NBN EN 60-669 - Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - elektronische schakelaars (2001). De bijhorende teleruptoren (relais) volgens NBN EN 60669-2-2(1998) worden opgesteld in de verdeelkast. Ze zijn van het modulaire type, bestemd voor bevestiging op DIN-rail. Ze zijn geschikt voor 230 V-16A en/of 32A en afhankelijk van het te schakelen vermogen bijkomend voorzien van o.a. contactoren. Studie en bedieningsschema ter goedkeuring voor te leggen aan de leidend ambtenaar. Specificaties Type teleruptor : modulair voor bevestiging op DIN-rail Inbouw enkele drukknop, voorzien met of zonder oriëntatielampje Inbouw dubbele drukknop, voorzien met of zonder oriëntatielampje Kleur : voor te leggen ter goedkeuring van de leidende ambtenaar Elektrische dienstverlening Hierbij worden 2 vormen van dienstverlening onderscheiden : - opmaak van as-built dossier van elektrische installatie : de inschrijver stelt het ééndraadsschema op van de aangeduide elektrische borden, met vermelding van de beveiligingen, de toegelaten stroomsterkte van de draden, de indeling van de circuits en de bijhorende stopcontacten in de lokalen (identificatie van kring & lokaal, ingeval van meerdere kringen in een lokaal eveneens lokalisatie van de stopcontacten) - controle van elektrische installatie voorafgaand aan keuring : de inschrijver stelt een rapport op met betrekking tot de conformiteit van de elektrische installaties voorafgaand aan het bezoek van een keuringsorganisme. Deze vorm van dienstverlening wordt o.m. voorzien ingeval elektrische werkzaamheden worden uitgevoerd met mogelijke impact op het keuringsverslag van de HS of LS installaties Beiden dienen in het as-built gevoegd te worden. 3.4.2.2 - Karakteristieken a. Schakelaars - nominale spanning 250 V - nominale stroom 10 A voor de kringen verlichting
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
67
- nominale stroom 16 A voor de bediening van een contactdoos. b. Eenfasige stopcontacten - nominale spanning 250 V - nominale stroom 16 / 20 A c. Driefasige stopcontacten -
nominale spanning 415V nominale stroom 16 / 32 A
d. IP klassen Voor de stopcontacten wordt tevens een IP 44 en een IP66/67 klasse versie voorzien IP44 : - Polyamide 6 - Zelfdovend 850°C - Werkingstemperatuur -50°C - +80°C - EN 60309-1 en -2 conform IP66/67 : - Polyamide 6 - Zelfdovend 850°C - Werkingstemperatuur -50°C - +80°C - EN 60309-1 en -2 conform
Plaatsing Alle schakelmateriaal in gyprocwanden, wandkanalen, zuilen en dergelijke wordt ingebouwd. Enkel in de andere gevallen wordt opbouwmateriaal gebruikt. De plaatsing gebeurt volgens aanduidingen op de plannen en volgens de instructies van het Bestuur.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
68
Meting : In de prijs is te voorzien: levering, plaatsing, inbouw- of opbouwdoos, aansluitingen, bekabeling, boor-, kap- en breekwerken, herstellingswerken, enz. 18 18.1 18.2 18.3 18.4 18.5 18.6 18.7 18.8 18.9 18.10 18.11 18.12 18.13 18.14 18.15 18.16 18.17 18.18 18.19 18.20 18.21 18.22 18.23 18.24 18.25 18.26 18.27 18.28 18.29
ELEKTRISCHE APPARATUUR - GEBRUIK Bedieningstoestellen in serverlokalen-eenpolige schakelaars, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen-eenpolige schakelaars, opbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - Tweepolige schakelaar, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - Wisselschakelaars (enkelpolig), inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - Dubbele ontstekingschakelaar, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - Tweepolige schakelaar met verklikkerlamp, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - Relaisschakelaar , inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - enkele drukknop met oriëntatielampje, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - dubbele drukknop met oriëntatielampje, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - enkele drukknop zonder oriëntatielampje, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen - dubbele drukknop zonder oriëntatielampje, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, opbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, inbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, opbouw Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 16A, opbouw (N + A) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 32A, opbouw (N + A) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, inbouw, IP44 (CE Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, opbouw, IP44 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, inbouw, IP44 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, opbouw, IP44 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 16A, opbouw (N + A), IP44 (CE - industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 32A, opbouw, IP44 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, inbouw, IP66/67 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 16A, opbouw, IP66/67 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, inbouw, IP66/67 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, 2p + A / 20A, opbouw, IP66/67 (CE industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 16A, opbouw (N + A), IP66/67 (CE - industrieel, waterdicht) Bedieningstoestellen in serverlokalen'- stopcontact, driefasig 32A, opbouw (N + A), IP66/67 (CE - industrieel, waterdicht)
VH 50 st VH 50 st VH 10 st VH 5 st VH 5 st VH 5 st VH 5 st VH 10 st VH 10 st VH 40 st VH 40 st VH 50 st VH 250 st VH 30 st VH 100 st VH 10 st VH 10 st VH 10 st VH
10 st
VH
10 st
VH
10 st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
VH
5
st
3.5 - Klimatologische uitrusting serverlokalen De temperatuur in het serverlokaal dient minimaal 18 °C en maximaal 22 °C te bedragen, gemeten op 1,5 m boven het vloeroppervlak. De luchtvochtigheid dient tussen 30 % en 70 % te liggen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
69
Als warmtelast dient onderhavige inschrijver rekening te houden met een gemiddelde warmtelast van 1000 W per 19 inch verdeelkast. In het serverlokaal gelden volgende akoestische eisen: NR 40.
3.5.1 Warmtepomp van het type SPLIT UNIT met inbegrip van toebehoren. Algemene gegevens Volgens typebestek 105. Specifieke gegevens Koelvermogen bedraagt 2 kW tot 4 kW bij de volgende condities: - aanvoertemperatuur lucht over de condensor: 30 °C / RV 50 % - aanvoertemperatuur lucht over de verdamper: 22 °C / RV 50 % Capaciteitstrappen: 1 Kringloopfluïdum: R 407 C of R 410 C Indien er geen vals plafond aanwezig is in het serverlokaal zal een wandmodel geplaatst worden. In de serverlokalen waar een vals plafond aanwezig is wordt, indien mogelijk, een plafondmodel geplaatst. Toestel moet geschikt zijn voor winterwerking (bescherming ingeval van te lage buitentemperaturen). Deze post omvat eveneens de plaatsing van de leidingen en toebehoren voor de koelkringloop. Er wordt voorzien in een automatische regeling. Het periodiek (jaarlijks) onderhoud op de splitunits wordt tevens voorzien ten belope van het contract. Indien de splitunit zich in een stoffige omgeving (aantoonbaar adh van filter) bevindt of op vraag van het Bestuur, wordt 6-maandelijks onderhoud voorzien. Het onderhoud op de splitunit omvat: De elektrische aansluitingen nazien; Een lektest uitvoeren op het koelcircuit. Het onderhoud op de verdampereenheid omvat: Het reinigen of vervangen van de luchtfilters; Het nazien of de afvoer van het condenswater goed verloopt; Het controleren van de werking van de ventilator en de ventilator reinigen. De lagers controleren. Het onderhoud op de verdampereenheid omvat: De afzuigroosters reinigen; De ventilatoren dienen om de 2 jaar schoongemaakt te worden. Hiervoor worden, indien het mogelijk is, de ventilator of schoepen gedemonteerd. De lagers controleren. Het onderhoud op de regeling omvat: Het nazien van de correcte werking en het eventuele bijregeling. Defecten: Voor defecten met waarde > 300 Euro wordt een offerte gemaakt, de beslissing voor uitvoering wordt genomen door de verantwoordelijke vermeld op het OH-contract. Voor defecten < 300 Euro dient de technieker de herstelling uit te voeren na akkoord van de gebouwverantwoordelijke of zijn vervanger. Interventietijd bij storingsmelding: Interventie door gekwalificeerd personeel binnen de 4 (vier) uur na oproep/melding. Prestaties worden uitgevoerd tijdens de kantooruren (8u-17u).
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
70
Meting: 19 19.1 19.2 19.3 19.4 19.5 19.6
KOELING Split unit (wandmodel) - 2kW Split unit (plafondmodel) - 2kW Split unit (wandmodel) - 4kW Split unit (plafondmodel) - 4kW Onderhoud per splitunit (jaarlijks) Onderhoud per splitunit (halfjaarlijks)
VH VH VH VH VH VH
10 10 10 10 150 50
st st st st st st
3.6 - Bijkomende werken 3.6.1 Doorboringen en herstellingen Kap-, breek-, boor- en herstellingswerken De aanneming voorziet alle bijkomende werken zoals metselwerken, kap-, boor- en breekwerken. Alle cilindervormige doorvoeringen vanaf diameter 20 mm door vloerplaten en wanden zijn verplicht uit te voeren met een speciale cilindervormige diamantboor. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat het nodige koelwater geen overlast en/of schade mag veroorzaken (tijdig uit te voeren). Het maken van boorgaten tot en met diameter 19 mm is in het plaatsen van de kabels inbegrepen. Voor het maken van openingen dient voorafgaandelijk toelating gevraagd te worden aan het Bestuur. De aannemer is verplicht alle nodige afschermingen en beschermingen te voorzien. Zijn o.a. te voorzien : - Unalit platen of gelijkwaardig op de vloeren. - Zware PVC folie aan te brengen rond toestellen en meubels. Alle beschadigde materialen zullen ter zijner laste vervangen worden of zullen voor zijn rekening worden hersteld door andere aannemers. Alle herstellingswerken, voegwerken, aanwerkingen, reinigingswerken, enz... dienen inbegrepen te zijn. Tevens wordt geëist de ganse installatie grondig te reinigen voor de voorlopige aanvaarding. De opkuiswerken omvatten o.a. : - het wegnemen van al de beschermings- en afdekmiddelen. - het verwijderen van alle spatten en vlekken (verf, lijmen, etiketten, vet, enz...). - het verwijderen van alle merkingsmiddelen (lijnen in krijt, potlood, enz...). - het grondig ontstoffen en opkuisen met water en zeep.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
71
- het aanwerken van de openingen dient in hetzelfde materiaal te gebeuren als de wand waarin de openingen werden gevraagd, of dient met materiaal te gebeuren dat minimaal dezelfde Rf-karakteristieken garandeert, met behoud van het oorspronkelijke uitzicht - waar de akoestische isolatie of de waterdichtheid belangrijk is wordt de voeg tussen leidingen, kanalen en wand gedicht met een elastisch materiaal (Thyocol of gelijkwaardig). Vasthechtingen Alle vasthechtingen zullen uiterst verzorgd worden zodat loskomen ervan absoluut uitgesloten is. De aannemer dient voorafgaandelijk alle vasthechtingsystemen ter goedkeuring voor te leggen, eventueel gestaafd met de nodige berekeningen. De bevestigingen dienen te gebeuren met roestvrije metalen conische ankerbouten, te plaatsen in een geboorde opening en met gepaste diameter. Meting : Doorboringen van minder dan diameter 19 mm en de herstellingen van het metselwerk met een dikte tot 18 cm zijn begrepen in het leggen van de leidingen. 20 20.1 20.2 20.3 20.4
DOORBORINGEN Doorboringen van Ø20 mm en herstellingen Rf 1 uur Doorvoer van kabelbanen en herstellingen RF 1 uur Doorvoer van kabelbanen en herstellingen RF 1 uur Doorboringen tot Ø50 mm en herstellingen Rf 1 uur
in metselwerk tot 30 cm in metselwerk tot 30 cm in beton tot 30 cm in beton tot 30 cm (kernboringen)
VH VH VH VH
500 50 50 50
st st st st
3.6.2 Brandwerende afdichtingen Algemene gegevens Al de openingen in brandwerende muren of vloerplaten die gemaakt zijn voor het doorvoeren van kabels, hydraulische- en aëraulische leidingen moeten afgedicht worden volgens dit artikel. Gaten in wanden die geen brandwerende functie hebben dienen te worden dichtgemaakt met mortelspecie. Als basis voor één of andere brandwerende doorvoering zal het technische dossier nr. 53, uitgegeven door de N.V.B.B., worden gehanteerd. Elke doorvoering zal een weerstand tegen brand hebben van minimaal 1h. Voor met de uitvoering te beginnen legt de aannemer een voorstel ter goedkeuring voor. 3.6.2.1 - Afdichten leidingdoorvoeringen Specifieke gegevens De opening in de beton of metselwerk wordt afgedicht door een rotswol-sandwich (dikte + 150 mm.). Deze sandwich wordt ofwel in de dikte van de muur ingewerkt ofwel geplaatst als oplegsel op een enkele zijde. De sandwich wordt gevat in een metalen profielkader die op de muren bevestigd wordt met stalen keilbouten.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
72
De dichting rondom de kabels of buizen wordt uitgevoerd d.m.v. een kragensysteem met opgieten of inspuiten van een brandwerend product. Het afdichten van de spleten gebeurt met speciale brandwerende bezetting volkomen ongevoelig aan de weersgesteldheden, aan water, aan oliën en aan de belangrijkste bijtende stoffen en ze zal de gehele sandwich bedekken. Voordat de sandwich om buizen of kabels geplaatst wordt, worden deze laatste over de ganse omtrek met het brandwerend product bestreken zodat een goede dichting bekomen wordt. De brandweerstand bedraagt minimum : Rf 1h 3.6.2.2 Afdichten kabeldoorvoeringen Specifieke gegevens Kabeldoorvoeringen tot maximaal 5 kabels, 4 x 2,5 mm² worden afgedicht d.m.v. het eenvoudig dichtsmeren met mortelspecie. Waar meerdere kabels samen doorheen een brandmuur gaan, zijn ze verplicht aangelegd in kabelgoten. Ter hoogte van de doorvoering wordt de kabelgoot uitgerust met een deksel. De vrije opening in de kabelgoot wordt volgestopt met glaswolvlokken. De goot wordt daarna omkleed met een 15 cm dik halfstijve sandwich, ongevoelig aan de weersgesteldheden, water, olie en de belangrijkste bijtende stoffen. Nadien wordt het geheel bestreken met een speciale vuurbestendige specie welke bij brand opschuimt en de opening hermetisch afsluit. Brandwerende doorvoeringen worden uitgevoerd met alle leveringen en werken tot volledige plaatsing met inbegrip van de nodige goedkeuringsverslagen. Meting : Alle kosten voor de brandwerende afdichtingen zitten vervat in artikel 3.6.1 – Doorboringen
3.6.3 Openen en dichtleggen van gemoduleerde verlaagde plafonds Onderhavige aanneming voorziet in zijn inschrijving alle kosten en/of onkosten m.b.t. het openen en dichtleggen van de gemoduleerde verlaagde plafonds. Hij voorziet in zijn prijsaanbieding alle kosten voor het opkuisen, herstellen en of vervangen van de uitgenomen plafondplaten (modulus 300 en plaatselijk modulus 100) welke door hem bevuild en/of beschadigd werden. Hij voorziet in zijn prijsaanbieding tevens alle kosten voor het herstellen van de plafondophangstructuur welke door hem worden beschadigd t.g.v. het bijtrekken van de nieuwe kabels of t.g.v. het terugtrekken en/of afbreken van bestaande kabels.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
73
Onderhavige aannemer houdt er eveneens rekening mee dat bepaalde werken moeten uitgevoerd worden in bestaande gebouwen waar de diensten minimaal zoniet NIET mogen gestoord worden. De aannemer zal voorafgaand aan de uitvoering van de werken, de exacte hoeveelheid m² plafonds meedelen. Alleen deze hoeveelheden komen in aanmerking voor betaling. Openen en dichten van gemoduleerde verlaagde plafonds met inbegrip van : - het uitnemen van de plafondplaten; - eventuele demontage van verlichtingsarmaturen; - het tijdelijk stockeren van de panelen; - de eventuele herstellingen aan ophangstructuur en/of panelen; - het eventueel opkuisen van de bevuilde panelen; - montage en heraansluiten van de eventueel uitgenomen verlichtingsarmaturen; - indienststelling, enz… Meting : 20 DOORBORINGEN 20.5 Openen en dichten gemoduleerde verlaagde plafonds
VH 2.500 m²
3.6.4. Graafwerken buiten gebouwen Onderhavig artikel omvat het uitvoeren van graafwerken buiten gebouwen, typisch voor aansluiting van bijgebouwen op een site. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen graafwerken in losse grond en graafwerken met inbegrip van herstel van het wegdek. De graafwerken worden steeds uitgevoerd volgens de regels van de kunst, welke in voege zijn bij graafwerken op openbaar terrein. Het plaatsen van een waarschuwingslint op een hoogte van 20cm boven de leidingen bij het dichten van de sleuf behoort tot de last van de aanneming. De aannemer dient bij het uitvoeren van de graafwerken rekening te houden met de standaarddieptes die toegepast worden voor nutsleidingen. Op door met het Bestuur overeen te komen plaatsen worden trekputten (betonputten met 40T deksel, geschikt voor invoering van trekbuizen mits diamantboring) voorzien. Meting : 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
GRAAFWERKEN Graven van sleuf 100 cm diep 50 cm breed (losse grond) Openen en herstellen van beton en asfalt Openen en herstellen van dallen en klinkers Leveren en plaatsen van betonputten met 40T deksel Diamant boring diameter 102mm Leveren en plaatsen van geribde buis (trekbuis) 100mm
VH 2.000 lm VH 300 lm VH 300 lm VH 25 st VH 100 st VH 3.000 m
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
74
3.7 Coax bekabeling (digitale televisie) 3.7.1. Algemeen Onderhavig artikel heeft tot doel het realiseren van een volledige installatie geschikt voor het transport van signalen voor digitale televisie, ongeacht de aanbieder - dienstenverlener (Telenet, Belgacom, …) via een coax bekabeling, met verdeelpunten over diverse kantoren. De lengte van een dergelijk kabelsysteem kan ettelijke honderden meters bedragen. De aansluiting op het netwerk van een dienstenverlener kan gebeuren op twee wijzen : - koppeling op een gebruikers interface van de operator, met coax uitgang - koppeling op een node van een operator, welke via glasvezel is geplaatst in één van de gebouwen van het Bestuur en van waaraf de signalen vertrekken, vergelijkbaar met transmissie van signalen naar residentiële abonnees. Het afregelen van de signaalsterkte in de node valt niet ten laste van de aannemer bekabeling. Voor deze installaties wordt de bekabeling steeds afgewerkt op aangepaste connectoren en geplaatst in een wandcontactdoos of in een vloerdoos. Elk aansluitingspunt wordt gelabeld, met een label dat indicatief is voor het lokaal en voor de volgorde in het lokaal (vb in lokaal 621, met 2 connectoren, wordt gelabeld 621/1 en 621/2 of gelijkaardig) De kabels zijn van het type LSF, d.i. Low Smoke, Fire retardant (halogen free compound). De karakteristieke impedantie van de coax kabels is 75 ohm. 3.7.2. Materialen Meting : 22 22.1 22.2 22.3 22.4 22.5 22.6
COAX BEKABELING coax tv RG59 kabel versterker.breedband. aftakelement.enkel wandcontactdoos voor vloerdoos voor TV connector voor RG59
VH 40.000 m VH 200 st VH 150 st VH 500 st VH 300 st VH 1.000 st
3.7.3. Testen De testen gebeuren op alle aansluitingspunten. De installateur zal aan het begin van de bekabeling, d.i. op het punt waar aansluiting op de infrastructuur van de kabeloperator geschiedt, een zender plaatsen welke de omstandigheden van de kabeloperator simuleert qua zendvermogen en spectrum. Per aansluitingspunt wordt minimaal getest : - galvanische controle tussen zender en ontvanger (d.i. kortsluiting, open lijn, .) - spectrumanalyse en verzwakkingsanalyse voor alle TV-signalen, d.i. zowel voor analoge televisie als voor digitale televisie Deze testen worden vermeld in een eindrapport waarin per connector een meetresultaat wordt weergegeven. Dit meetresultaat is zowel beschikbaar op papier als digitaal. Het papieren resultaat is een eenvoudige GO/NOGO analyse per aansluitingspunt, met speciale vermelding van meetwaarden welke binnen de 5% grens van NOGO vallen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
75
De digitale rapportering omvat alle meetresultaten, met grafische weergave van het spectrumbeeld en de toepasselijke verzwakkingen. Ingeval deze resultaten slechts kunnen gelezen worden met een specifieke software dient deze meegeleverd te worden per testrapport, met inbegrip van een kleine digitale gebruikshandleiding indien nodig. Het meetrapport omvat tevens alle algemene informatie vereist voor identificatie van de gemeten coax, zoals (niet exhaustief) : fabrikant type coax labeling informatie identificatie van het meettoestel (merk, type, serienummer), met inbegrip van de calibratiedatum meetfrequenties (in MHz) datum & tijdstip van de meting de meetresultaten overeenkomstig het type meting, met o PASS/FAIL indicatie o Voor deze resultaten waar de PASS binnen een marge van 5% van de FAILcondities vallen, dient een asterisk of andere ondubbelzinnige identificatie geplaatst te worden. Tevens dient, indien mogelijk en indien vastgesteld, een verklaring van het ‘bijna-PASS’-resultaat toegevoegd te worden Meting : 22 COAX BEKABELING 22.7 testen coax VH 1.000 st
3.8 Noodvoedingen 3.8.1. Algemeen Onderhavig artikel heeft tot doel - het leveren en installeren van intelligente noodvoedingen (UPS) op basis van batterijpakketten in de racks van de Vlaamse Overheid, alsook het onderhouden in totale waarborg van deze UPS-systemen en het verzorgen van een dienstverlening vanop afstand. - het leveren en installeren van noodvoedingen (UPS) zonder bijgevoegde intelligentie & zonder onderhoudscontract, voor basis installaties voor ICT diensten Alle uitrustingen (netwerk apparatuur, servers, consoles, …) welke horen bij deze dienstverlening op afstand zijn ten laste van de inschrijver. Hij dient met deze kosten rekening te houden bij zijn inschrijving. Deze dienstverlening omvat : - melding van activatie van indiensttreden van de UPS installaties op basis van SNMP traps en IP-koppeling - rapportering (realtime, overzicht) van basisparameters welke via deze UPS installaties verzameld worden
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
76
3.8.2. Omschrijving De backup UPS 2000 VA heeft volgende karakteristieken: - aansluitmogelijkheid voor minimaal 7 stroom outlets (elk 10A) - rack-mountable, maximum 2U (HE) hoogte - mogelijkheid voor invoer van Ethernet netwerkaansluiting of voor installatie van vaste netwerkkaart van minimum 100 Mbps Ethernet, de Ethernet connectiviteit (hardware en mogelijkheid tot configuratie) zijn standaard inbegrepen in de uitrusting; de registratie van de UPS in de centrale server (zie verder) behoort tevens tot de last van de aanneming - uitgerust met status indicatoren ( minimaal : on line status, on battery status, overload en replace battery) - ingangsvoltage 230 V +/- 20%, 50 Hz, minimum 10A - uitgangsvoltage bij batterijwerking: stapsgewijze sinusgolf - oplaadtijd (90% van zijn capaciteit) typisch 3 uur vanaf nulstand of quasi nulstand (5% of lager) - Runtime (+/- 15%) van de noodvoeding o bij 70% vermogenconsumptie: typisch 7 minuten o bij halve vermogenconsumptie: typisch 14 minuten - ruisfiltering inbegrepen (IEEE surge let-through beperkt tot max 5%) - USB slot met kabel voor koppeling op PC voor beheerstaken, met paswoordcontrole voor beperking van toegang tot onbevoegden. Het documenteren van de paswoorden en de bijhorende installaties t.a.v. de leidend ambtenaar behoort tot de last van de aanneming - vermogen 2000VA – 1600W - Automatische periodieke test van de noodvoeding (wekelijks) met automatische melding van problemen naar de centrale beheersconsole - vervangbare batterijen o hot swap mogelijk o levensduur van de batterijen in normale omstandigheden (opgave fabrikant) van 6 jaar o lead-acid met geboden elektrolyt (lek-proof) - Uitbreidbaar met externe batterijpakketten (automatische herkenning) - Optioneel : omgevingsinformatie (temperatuur, relatieve vochtigheid) De backup UPS 3000 VA heeft volgende karakteristieken: - aansluitmogelijkheid voor minimaal 7 stroom outlets (elk 10A) - rack-mountable, maximum 2U (HE) hoogte - mogelijkheid voor invoer van Ethernet netwerkaansluiting of voor installatie van vaste netwerkkaart van minimum 100 Mbps Ethernet, de Ethernet connectiviteit (hardware en mogelijkheid tot configuratie) zijn standaard inbegrepen in de uitrusting; de registratie van de UPS in de centrale server (zie verder) behoort tevens tot de last van de aanneming - uitgerust met status indicatoren ( minimaal : on line status, on battery status, overload en replace battery) - ingangsvoltage 230 V +/- 20%, 50 Hz, 10A - uitgangsvoltage bij batterijwerking: stapsgewijze sinusgolf - oplaadtijd (90% van zijn capaciteit) typisch 3 uur vanaf nulstand of quasi nulstand (5% of lager) - Runtime (+/- 15%) van de noodvoeding o bij 70% vermogenconsumptie: typisch 10 minuten
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
-
-
-
77
o bij halve vermogenconsumptie: typisch 15 minuten ruisfiltering inbegrepen (IEEE surge let-through beperkt tot max 5%) USB slot met kabel voor koppeling op PC voor beheerstaken, met paswoordcontrole voor beperking van toegang tot onbevoegden. Het documenteren van de paswoorden en de bijhorende installaties t.a.v. de leidend ambtenaar behoort tot de last van de aanneming vermogen 3000VA – 2700W Automatische periodieke test van de noodvoeding (wekelijks) met automatische melding van problemen naar de centrale beheersconsole vervangbare batterijen o hot swap mogelijk o lead-acid met geboden elektrolyt (lek-proof) Uitbreidbaar met externe batterijpakketten (automatische herkenning) Optioneel : omgevingsinformatie (temperatuur, relatieve vochtigheid)
De batterij vervangingskit laat toe om, met inbegrip van alle nodige hulp- en controle middelen, de batterijen van een UPS te vervangen. Deze kit zorgt voor een verlenging van de duur van noodstroom voorziening. De gegevens (ID, spanning, vermogen, stroom,…) van de noodvoedingen van 2 en 3 kVA dienen via http(S) overzichtelijk gemaakt te worden. Hiervoor worden standaard bij aanvang van het contract 20 licenties voorzien om toegang te verkrijgen tot deze noodvoedingen. Bijkomende licenties kunnen nadien nog actief worden gezet (per 5 licenties). Het aantal toegangen in de remote-software is minimum 2. Indien een login 30 minuten inactief, wordt deze login afgesloten. Een bericht dat alle logins in gebruik zijn; wordt weergegeven indien bij e 2 simultane logins een 3 login wenst toegang te krijgen. Een server (functioneel (eventueel ook hardwarematig) gesplitst in 2 blokken nl. processing & beheer enerzijds, en opslag voor rapportering & logging anderzijds), geplaatst of ingeval van externe hosting in beheer bij de dienstverlener van de noodvoedingen, zorgt voor het verwerken van deze data alsook de verwerking van de SNMP-traps. De SNMP-traps die dienen doorgestuurd te worden zijn: − Noodvoeding actief na 30 seconden − Noodvoeding actief na 5 minuten − Noodvoeding terug in normale mode na activatie noodvoeding en SNMP-trap based alarmmelding (30 seconden en 5 minuten) De SNMP-traps van de noodvoedingen dienen ook via SMS en Mail verzonden te worden met de bijhorende informatie over de desbetreffende noodvoeding naar door het Bestuur opgegeven mailadressen en GSM-nummers. Per overwaakte noodvoeding installatie heeft het Bestuur het recht om minstens vijf bestemmelingen te definiëren. Het netwerk waaraan de noodvoedingen worden gekoppeld is voorzien door de grootste ICTdienstverlener binnen de Vlaamse Overheid op de installatieplaats. De aannemer dient er rekening mee te houden dat op 1 installatieplaats (in 1 datarack) actieve componenten van meer dan 1 ICT-dienstverlener kunnen aanwezig zijn. De last van het voorzien van een netwerk aansluiting is toegewezen aan de ICT-dienstverlener die de meeste aansluitingen verzorgt. De SNMP-traps worden verstuurd vanuit de server naar de ICT-dienstverleners. Rapporten worden uit de server gehaald door de ICT-dienstverleners.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
78
Op de noodvoeding is een sticker voorzien met nader te bepalen tekst (minimum 100 karakters, typisch 4 x 25 tekens grootte Arial10). Vanop de server infrastructuur is het mogelijk om rapporten te laten genereren. Het genereren van automatische rapporten is optioneel. Rapporten dienen volgende informatie te kunnen aanleveren : - identificatie van de overwaakte systemen (naam, plaats van opstelling inclusief rackidentificatie) - identificatie van de systemen die zich in actieve status bevinden, plus de laatst ontvangen SNMP trap voor deze systemen - historische informatie : listing met informatie betreffende de systemen die gedurende de laatste zestig dagen in alarm zijn getreden, met alle bijhorende SNMP traps (30sec, 5min, aftrap alarm) - lokale informatie verzameld betreffende de omgevingsomstandigheden Onder onderhoud in totale waarborg wordt verstaan : - vervanging van de batterijen na vijf jaar - bij melding van defect : vervanging van de defecte stukken (incl. batterijen) binnen een termijn van 1 werkdag na melding, inclusief verplaatsing en manuren. Ingeval het defect te wijten is aan een situatie van overmacht welke kan geduid worden ten laste van een bepaalde partij, dient de uitvoerder een rapport voor te leggen met inbegrip van de nodige analyses. Hij staat in voor het bewaren van de vervangen materialen voor expertise onderzoek. o Bij het niet respecteren van de interventie- en oplossingstermijn geldt de dagelijkse straf per kalenderdag vertraging. Motivatie : de bediende apparatuur is 24/24 7/7 in gebruik. Meting : 23
NOODVOEDING Levering en plaatsing modulaire UPS 2 kVA met afstandsbewaking in bestaand rack / tijdens VH 23.1 rackombouw 150 st Levering en plaatsing modulaire UPS 3 kVA met afstandsbewaking in bestaand rack / tijdens VH 23.2 rackombouw 75 st 23.3 Uitbreidingspakket 2 kVA VH 20 st 23.4 Uitbreidingspakket 3 kVA VH 20 st 23.5 Licentie voor uitlezing beheerplatform, per 5, inclusief administratiekosten VH 5 per 5 Onderhoudscontract totale waarborg server/verdeelkast met modulaire UPS 2 kVA VH 23.6 (afstandsbewaking), per jaar 600 st Onderhoudscontract totale waarborg server/verdeelkast met modulaire UPS 3 kVA VH 23.7 (afstandsbewaking), per jaar 300 st 23.8 Alarmbewaking server/verdeelkast met modulaire UPS 2 kVA, per kast, per jaar VH 600 st 23.9 Alarmbewaking server/verdeelkast met modulaire UPS 3 kVA, per kast, per jaar VH 300 st 23.10 Onderhoudscontract uitbreidingspakket 2kVA, per jaar VH 100 st 23.11 Onderhoudscontract uitbreidingspakket 3kVA, per jaar VH 100 st
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
79
3.9 Verlichtingsarmaturen 3.9.1 Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) - in de lengte gemoduleerd (Mod.300) Algemene beschrijving Hoogwaardig inbouwarmatuur met een beperkte armatuurhoogte uitgerust voor 1 T16fluorescentielamp. Behuizing. De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. De armatuur kan eventueel uitgerust worden met ventilatiesleuven. De armatuur wordt uitgerust met montagebeugels specifiek voor inbouwarmaturen. De armatuur heeft rondom een zichtbare afwerkte rand. De hoogte-instelling kan gebeuren vanaf binnen- en/of buitenzijde van de behuizing. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Afmetingen behuizing:
Lengte Breedte Hoogte
ca 1.196mm ca 106mm min 54mm
Optiek. De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een minimum dikte van 0,4mm. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 74% (Light output ratio) De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden. Elektrische uitrusting en bedrading. De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen •
80
EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en is zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.2 Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) Lengte gemoduleerd met trapsgewijs geprofileerde dwarslamellen (Mod.300) Algemene beschrijving Hoogwaardig inbouwarmatuur met een beperkte armatuurhoogte uitgerust voor 1 T16fluorescentielamp. Behuizing. De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. De armatuur kan eventueel uitgerust worden met ventilatiesleuven. De armatuur wordt uitgerust met montagebeugels specifiek voor inbouwarmaturen. De armatuur heeft rondom een zichtbare afwerkte rand. De hoogte-instelling kan gebeuren vanaf binnen- en/of buitenzijde van de behuizing. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Afmetingen behuizing:
Lengte Breedte Hoogte
ca 1.196mm ca 106mm min 54mm
Optiek. De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een minimum dikte van 0,4mm. De dwarslamellen zijn trapsgewijs geprofileerd. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 71% (Light output ratio) De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden. Elektrische uitrusting en bedrading. De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
81
Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1 • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en is zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.3 Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) In lengte & breedte gemoduleerd (Mod.300) Algemene beschrijving Hoogwaardig inbouwarmatuur met een beperkte armatuurhoogte uitgerust voor 1 T16fluorescentielamp. Behuizing. De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. De armatuur kan eventueel uitgerust worden met ventilatiesleuven geschikt voor luchtafzuiging. De inbouw armatuur wordt uitgerust met montagebeugels specifiek voor inbouwarmaturen. De armatuur heeft rondom een zichtbare afwerkte rand. De hoogte-instelling kan gebeuren vanaf binnen- en/of buitenzijde van de behuizing. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Afmetingen behuizing:
Lengte Breedte Hoogte
ca 1.196mm ca 296mm min 54mm
Optiek. De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een minimum dikte van 0,5mm. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 74% (Light output ratio) De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden. Elektrische uitrusting en bedrading. De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
82
De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1 • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en is zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.4 Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) Lengte & breedte gemod. met trapsgewijs geprofil. dwarslamel (Mod300) Algemene beschrijving Hoogwaardig inbouwarmatuur met een beperkte armatuurhoogte uitgerust voor 1 T16fluorescentielamp. Behuizing. De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. De armatuur kan eventueel uitgerust worden met ventilatiesleuven geschikt voor luchtafzuiging. De inbouw armatuur wordt uitgerust met montagebeugels specifiek voor inbouwarmaturen. De armatuur heeft rondom een zichtbare afwerkte rand. De hoogte-instelling kan gebeuren vanaf binnen- en/of buitenzijde van de behuizing. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Afmetingen behuizing:
Lengte Breedte Hoogte
ca 1.196mm ca 296mm min 54mm
Optiek. De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een minimum dikte van 0,5mm. De dwarslamellen zijn trapsgewijs geprofileerd. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 71% (Light output ratio) De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
83
Elektrische uitrusting en bedrading. De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1 • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en is zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.5 Opbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) Algemene beschrijving Slank opbouwarmatuur voor 1 T16-fluorescentielamp. De armatuur beschikt over de mogelijkheid om als opbouw gemonteerd te worden. Armatuurbehuizing De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Het armatuurconcept moet de mogelijkheid hebben om met de armaturen doorlopende en/of ononderbroken lichtlijnen te creëren. Afmetingen behuizing: Lengte ca 1.200mm Breedte ca 170mm Hoogte min 70mm Optiek De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een minimum dikte van 0,5mm. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 75% (Light output ratio) De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
84
Elektrische uitrusting en bedrading De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1 • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en is zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.6 Opbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) Met trapsgewijs geprofileerde dwarslamellen Algemene beschrijving Slank opbouwarmatuur voor 1 T16-fluorescentielamp. De armatuur beschikt over de mogelijkheid om als opbouw gemonteerd te worden. Armatuurbehuizing De armatuur bestaat uit een behuizing in wit gelakt plaatstaal met een minimum dikte van 0,6 mm. Bij onderhoudswerken blijft het optisch gedeelte aan een zijde van de armatuur hangen (zijde naar keuze). Het armatuurconcept moet de mogelijkheid hebben om met de armaturen doorlopende en/of ononderbroken lichtlijnen te creëren. Afmetingen behuizing: Lengte > 1.200mm Breedte > 170mm Hoogte > 70mm Optiek De langs- en dwarsreflectoren van het optiek zijn vervaardigd van 99,9 zuiver gesatineerd hoogreflectie-aluminium met een min. dikte van 0,5mm mat geanodiseerd. De dwarslamellen zijn trapsgewijs geprofileerd. Het optiek voldoet aan onderstaande lichttechnische kenmerken (1x28W uitvoering): • EN12464-1 : gemiddelde luminantie < 200 cd/m² bij stralingshoek 65° in de vlakken C0, C30, C60 en C90. UGR: < 19 Rendement: LOR > 80% (Light output ratio)
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
85
De lamp(en) en de optiek zijn voor gemonteerd in de behuizing en het geheel van het optiekcompartiment is beschermd door een doorzichtig kunststoffolie dat op het eind van de installatie verwijderd dient te worden. Elektrische uitrusting en bedrading De bevestiging en de aansluiting wordt uitgevoerd buiten het optische compartiment. De elektrische aansluiting omvat een 3 polige insteek contactblok (5 polig voor een dimbare uitvoering). Na verwijderen van optiek moet de mogelijkheid tot aansluiting in het midden van de armatuurbehuizing eveneens mogelijk zijn. Hiertoe is een uitsparing gemaakt voor eveneens een insteek contactblok te monteren. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequent ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequent voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Optioneel kan de armatuur uitgerust worden met separate lichtregelsystemen Specificaties en normen. De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • IP 20 • F- klasse • Klasse 1 • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.7 Hermetisch opbouwarmatuur voor 1 T16-lamp met diameter 16mm (49W) 3.9.8 Hermetisch opbouwarmatuur voor 2 T16-lampen met diameter 16mm (49W) Beschrijving van de armatuur. Functionele stof- en waterdichte armatuur voor 1 of 2 T16-fluorescentielamp(en). Behuizing De armatuur is opgebouwd uit een basis vervaardigd uit glasvezel versterkte polyester of polycarbonaat. De basis wordt met 2 bijgeleverde RVS-bevestigingsbeugels eenvoudig aan het plafond en/of de wanden gemonteerd. Hierdoor hoeft men in de basis geen bevestigingsgaten meer te maken en wordt de IP-dichtingsgraad gewaarborgd. De zelfcentrerende afschermkap is vervaardig uit schokbestendig, helder polycarbonaat die voorzien is van een interne lijnstructuur voor een optimale lichtverspreiding. Het bevestiging van de afschermkap aan de basisbehuizing gebeurt dmv geïntegreerde bevestigingspunten waardoor geen uitwendige dichtingsclipsen nodig zijn. Tijdens onderhoudswerken kan men de afschermkap aan de armatuur laten hangen. De lamphouders en de elektronische voorschakelapparatuur zijn gemonteerd op een wit gelakte metalen drager die tevens de reflector vormt van de armatuur. Deze drager klikt zonder gereedschap, noch schroeven in de basisbehuizing. Afmetingen behuizing: Lengte > 1.570mm Breedte > 100mm Hoogte > 92mm Rendement: LOR > 75% (Light output ratio)
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
86
Elektrische- en mechanische aansluiting. De armatuur is voorzien van een membraam kabelingang. Deze kan verwijderd worden en vervangen worden door een wartelaansluiting. De elektrische aansluiting gebeurt via insteekcontacten. Optioneel kan de armatuur ook uitgerust worden van waterdichte externe wartelinvoeren type PG 13,5. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen. • • • •
> IP 66 Hoge schokbestendigheid > 5 Joule klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.9 Hermetisch opbouwarmatuur voor 1 T8-lamp met diameter 26mm (58W) 3.9.10 Hermetisch opbouwarmatuur voor 2 T8-lampen met diameter 26mm (58W) Beschrijving van de armatuur. Functionele stof- en waterdichte armatuur voor 1 of 2 T8-fluorescentielamp(en). Behuizing De armatuur is opgebouwd uit een basis vervaardigd uit glasvezel versterkte polyester of polycarbonaat. De kap is vervaardig uit schokbestendige helder polycarbonaat. Deze is eventueel interne voorzien van een lijnstructuur voor een optimale lichtverdeling. De bevestiging van de kap aan de behuizing gebeurt ofwel door middel van geïntegreerde bevestigingspunten, waardoor er geen uitwendige klemmen nodig zijn ofwel door roestvrije, onverliesbare sluitklemmen. Tijdens onderhoudswerken kan men de kap aan het armatuur laten hangen. De lamphouders, de voorschakelapparatuur en de eventueel starters en condensators zijn gemonteerd op een witgelakte metalen drager die tevens de reflector vormt van de armatuur. Deze drager klikt zonder gereedschap, noch schroeven in de basisbehuizing. Afmetingen behuizing: Lengte > 1.570mm Breedte > 100mm Hoogte > 92mm Rendement: LOR > 60% (Light output ratio) Elektrische- en mechanische aansluiting. De armatuur is voorzien van een membraam kabelingang. Deze kan verwijderd worden en vervangen worden door een wartelaansluiting. De elektrische aansluiting gebeurt via insteekcontacten.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
87
Optioneel kan de armatuur eveneens ook uitgerust worden van een waterdichte externe wartelinvoer(en) type PG 13,5. De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • verliesarme magnetische ballast (+ condensator ind/cap of duo), • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen. Dichtingsgraad > IP 66 Hoge schokbestendigheid > 5 Joule Klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming.
3.9.11 Industrieel toestel geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm met zelfdragende en breedstralende reflector Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 90% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen •
Dichtingsgraad > IP 20
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen • •
88
Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.12 Industrieel toestel geschikt voor 2 T16-lampen met diameter van 16mm met zelfdragende en breedstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 80% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen • • •
Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.13 Industrieel toestel geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm met zelfdragende, diepstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
89
De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 90% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden.
Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen • • •
Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.14 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, breedstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
90
De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 90% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: hoogfrequente ballast van het type warmstart of dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.15 Industrieel toestel geschikt voor 2 T8-lampen met diameter van 26mm met zelfdragende, breedstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 80% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
91
Specificaties en normen Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.16 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, half-diepstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 90% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
92
3.9.17 Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm met zelfdragende, extreem diepstralende reflector
Beschrijving van de armatuur Industrieel armatuur voor individuele montage met een zelfdragende reflector. De armatuur kan rechtstreeks aan het plafond gemonteerd worden of met behulp van beugels gecombineerd met ketting, staaldraad of draadstang. De basis wordt in de beugel geklikt. De reflectoren worden behulp van werktuigen op de basis geplaatst. De Basis De basis bestaat uit witgeschilderd gegalvaniseerde staalplaat van > 0,8mm. De basis functioneert eveneens als rail en is standaard bedraad. De optiek De zelfdragende spiegelreflector bestaat uit een parabolische langsreflector uit hoogrendement geanodiseerd zuiver aluminium 99,9% met dikte > 4mm. De reflector kan te allen tijde uitgewisseld worden met een reflector met andere uitstralingshoeken en lichttechnische karakteristieken. Rendement: LOR > 85% (Light output ratio) Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische- en mechanische aansluiting De armatuur kan uitgerust worden met onderstaande voorschakelapparatuur: • hoogfrequente ballast van het type warmstart of • dimbare hoogfrequente voorschakelapparatuur met analoge 1-10V sturing Specificaties en normen • • •
Dichtingsgraad > IP 20 Isolatie klasse I EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.18 Compact inbouw downlight armatuur voor spaarlampen 1x13W 4pins
Algemene beschrijving Compacte lage inbouw downlighter voor compacte fluoverlichting. De armatuur maakt deel uit van een gamma downlighters voor accent- en algemene verlichting, waarbij verschillende diameters, verschillende inbouwhoogte, en meerdere lamptypes in gelijkogende afwerking beschikbaar zijn. Behuizing
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
93
De behuizing is opgebouwd uit een basishouder uit polycarbonaat, uit verzinkte plaatstaal of uit aluminium waarin de optiek bevestigd wordt. In de basishouder zijn de lamphouders gemonteerd. De armatuur is uitgerust met verstelbare, regelbare bevestigingsbeugels. De inbouwdiameter bedraagt > 175 mm De inbouwdiepte bedraagt > 100mm. Optiek Het optisch gedeelte bestaat uit hoogwaardig recycleerbaar zelfdovend polycarbonaat, glanzend of gesatineerd geanodiseerd aluminium. De optiek afwerking is glad of met optische facetten. De optiek is afgewerkt met een witte afdekring die de inbouwring verbergt en is voorzien van een lichtdichte lampvoet behuizing. De lamp staat horizontaal gepositioneerd in de armatuur. UGR: 16/19 Rendement: LOR > 62% (Light output ratio) voor een 1 x 13W PL-C HF Ter technische controle van de fotometrische gegevens en rendementen dient een volledig technisch meetrapport bij de offerte ingediend te worden. Elektrische uitrusting en aansluiting De HF-voorschakelapparatuur is in een aparte behuizing gemonteerd. De verbinding tussen deze EVSA en de armatuur is een vaste bekabeling. De armatuur is aansluitklaar en voorzien van een 5-polige verbindings- en aardklem. Specificaties en normen De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • Dichtingsgraad > IP 20 • Gloeidraadtest 850° (5 seconden) • Isolatie klasse I • EN61000-3-2 (Limit for harmonic currents emissions) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.19 Opbouw noodtoestel 1x13W T5 niet permanent
Algemene beschrijving Opbouwarmatuur uit glasvezel versterkt polyester voorzien van zelftester, een Hoogglans reflector en heldere kap Behuizing De behuizing van de armatuur bestaat uit polyester versterkt met glasvezel en is voorzien van een heldere kap, die met vaste klemmen in roestvrij staal aan de basis is bevestigd. Afmetingen: min 650mm x 140mm x 115mm Optiek De geïntegreerde reflector en de heldere kap zorgen voor een optimaal rendement
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
94
Rendement: min 80% voor een 1x13W T5 Lumenoutput: min 410 lm Elektrische uitrusting en aansluiting Niet permanente veiligheidsverlichting waarbij de verlichting pas gaat branden als de netspanning uitvalt. De autonomie wordt bepaald door de energie van de ingebouwde batterij. Voor de meeste toepassingen is een autonomie van 1 uur voldoende. Wanneer de evacuatie meer tijd vraagt is een autonomie van 3 uur nuttig. Elk armatuur is voorzien van een automatische zelftester voor een eenvoudige en regelmatige controle. Specificaties en normen De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • Dichtingsgraad > IP 66 • Gloeidraadtest 850° (5 seconden) • Isolatie klasse II • NBN EN 60 589-2.22 (bijzondere vereisten noodverlichtingsarmaturen) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming.
3.9.20 Op- of inbouw noodtoestel 1x8W T5 niet permanent
Algemene beschrijving Op- of inbouwarmatuur uit glasvezel versterkt polyester voorzien van zelftester en een kristalheldere polycarbonaat kap met fresnel lenzen. Behuizing De behuizing van de armatuur bestaat uit polyester versterkt met glasvezel en is voorzien van een kristalheldere kap met fresnellenzen. Afmetingen: min 350mm x 150mm x 85mm Optiek De zeer nauwkeurig uitgevoerde Fresnellenzen in de kap zorgen voor een uitzonderlijk breed lichtuitstralingspatroon en een verlaagde luminantie van de lamp in de kijkrichting. Rendement: min 79% voor een 1x8W T5 Lumenoutput: min 370 lm Elektrische uitrusting en aansluiting Niet permanente veiligheidsverlichting waarbij de verlichting pas gaat branden als de netspanning uitvalt. De autonomie wordt bepaald door de energie van de ingebouwde batterij. Voor de meeste toepassingen is een autonomie van 1 uur voldoende. Wanneer de evacuatie meer tijd vraagt is een autonomie van 3 uur nuttig. Elk armatuur is voorzien van een automatische zelftester voor een eenvoudige en
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
95
regelmatige controle. Specificaties en normen De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • Dichtingsgraad > IP 40 • Gloeidraadtest 850° (5 seconden) • Isolatie klasse II • NBN EN 60 589-2.22 (bijzondere vereisten noodverlichtingsarmaturen) Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.21 Inbouw noodtoestel 1x8W T5 niet permanent
Algemene beschrijving Witgeschilderd inbouwarmatuur voorzien van zelftester en aluminium reflector met witte dwarsschotjes.
Behuizing De behuizing bestaat in witgelakte uitvoering. De armatuur sluit discreet aan bij het plafond dankzij een vlakke rand. De reflector scharniert open zodat onderhoud vergemakkelijkt wordt. Er bestaan passende inbouwsets naargelang het type plafond. Afmetingen: min 400mm x 140mm x 100mm Optiek De aluminium reflector is speciaal ontworpen om de armaturen zo ver mogelijk uit elkaar te plaatsen. Naast de vereiste horizontale verlichtingssterkte levert de armatuur een hoge verticale verlichtingssterkte. Rendement: min 69% voor een 1x8W T5 Lumenoutput: min 190 lm Elektrische uitrusting en aansluiting Niet permanente veiligheidsverlichting waarbij de verlichting pas gaat branden als de netspanning uitvalt. De autonomie wordt bepaald door de energie van de ingebouwde batterij. Voor de meeste toepassingen is een autonomie van 1 uur voldoende. Wanneer de evacuatie meer tijd vraagt is een autonomie van 3 uur nuttig. Elk armatuur is voorzien van een automatische zelftester voor een eenvoudige en regelmatige controle. Specificaties en normen De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • Dichtingsgraad > IP 20 • Gloeidraadtest 850° (5 seconden) • Isolatie klasse I
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen •
96
NBN EN 60 589-2.22 (bijzondere vereisten noodverlichtingsarmaturen)
Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.22 Asymmetrische schijnwerper CDM-T 150W Algemene beschrijving Middelgrote, hoogwaardige asymmetrische schijnwerper. Behuizing Behuizing, frame en achterzijde van hogedruk-spuitgietaluminium Reflector van hoogwaardig geanodiseerd aluminium Min. 4mm gehard frontglas Montagebeugel van verzinkt aluminium Afdichting van siliconenrubber Optiek Reflector met asymmetrische bundel (45°/60°) Rendement: min 70% Elektrische uitrusting en aansluiting Geschikt voor montage op horizontale vlakken, muren en plafonds en voor paalmontages en dit alles met behulp van een geschikte beugel. Snelle toegang tot de lamp en aansluitblok via voorzijde, frontglas met klikbevestiging. Voorzien van mogelijkheden voor doorvoerbedrading. Kabelinvoer via PG 13,5 Kabelwartel. Specificaties en normen De armatuur en zijn componenten voldoen aan onderstaande kwalificaties : • Dichtingsgraad > IP 65 • Gloeidraadtest 850° (5 seconden) • Isolatie klasse I • NBN EN 60598 Het armatuurgeheel dient over een ENEC en CE kenmerk te beschikken en werd zowel ontwikkeld als geproduceerd in een ISO 9001 gecertificeerde onderneming. 3.9.23 Dimmer voor fluorescentie-verlichting De dimmer is geschikt voor het schakelen en regelen van de fluorescentie-verlichting. Bediening via drukknop N.O. spanningsloos, 1-10V sturing of rechtstreeks op het toestel. • Spanning : 230 V AC ±10% • Frequentie : 50Hz±1Hz • max. schakelvermogen: 6A • max. dimvermogen: 50mA • min. dimvermogen: 0mA • combinatie met alle EVSA volgens EN 60929-standaard
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
97
• regelbereik afhankelijk van de aangesloten EVSA Meting: 24 24.1 24.2 24.3 24.4 24.5 24.6 24.7 24.8 24.9 24.10 24.11 24.12 24.13 24.14 24.15 24.16 24.17 24.18 24.19 24.20 24.21 24.22 24.23
VERLICHTINGSARMATUREN Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) - in de lengte gemoduleerd (Mod.300) Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) - Lengte gemoduleerd met trapsgewijs geprofileerde dwarslamellen (Mod.300) Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) - In lengte & breedte gemoduleerd (Mod.300) Inbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) - Lengte & breedte gemod. met trapsgewijs geprofil. dwarslamel (Mod300) Opbouwarmatuur geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm (28W) Opbouwarmatuur geschikt voor 1 T16 lamp met diameter van 16mm (28W) - Met trapsgewijs geprofileerde dwarslamellen Hermetisch opbouwarmatuur voor 1 T16-lamp met diameter 16mm (49W) Hermetisch opbouwarmatuur voor 2 T16-lampen met diameter 16mm (49W) Hermetisch opbouwarmatuur voor 1 T8-lamp met diameter 26mm (58W) Hermetisch opbouwarmatuur voor 2 T8-lampen met diameter 26mm (58W) Industrieel toestel geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm - met zelfdragende en breedstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 2 T16-lamp met diameter van 16mm - met zelfdragende en breedstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 1 T16-lamp met diameter van 16mm - met zelfdragende, diepstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm - met zelfdragende, breedstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 2 T8-lamp met diameter van 26mm - met zelfdragende, breedstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm - met zelfdragende, halfdiepstralende reflector Industrieel toestel geschikt voor 1 T8-lamp met diameter van 26mm - met zelfdragende, extreem diepstralende reflector Compact inbouw downlight armatuur voor spaarlampen 1x13W 4pins Opbouw noodtoestel 1x13W T5 niet permanent Op- of inbouw noodtoestel 1x8W T5 niet permanent Inbouw noodtoestel 1x8W T5 niet permanent Asymmetrische schijnwerper CDM-T 150W Dimmer voor fluorescentie-verlichting
VH 50 st VH 50 st VH 50 st VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 20 VH 20 VH 20 VH 20 VH 20 VH 20 VH 20 VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 50 VH 100
3.10 Draadloze indoor coverage 3.10.1. Algemeen Onderhavig artikel heeft tot doel het realiseren van draadloze dekking in gebouwen, door het plaatsen van bekabeling welke toelaat om inkomend en uitgaand verkeer te voeren op volgende publieke netwerken: - GSM netwerken aangeboden door gelicensieerde mobiele operatoren - UMTS netwerk, aan te bieden door de gelicensieerde operatoren met UMTS licentie - ASTRID netwerk Het Bestuur onderscheidt hierbij volgende fasen : - bepaling van de dekking
st st st st st st st st st st st st st st st st st st st st
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
98
- uitvoering van installatie (deel bekabeling) voor verzekering van indoor coverage 3.10.2. Uitvoering van metingen De uitvoering van metingen omvat een dB-meting waarbij de actuele status van dekking wordt in kaart gebracht. Deze meting geeft ook een indicatief beeld van de kwaliteit van de dekking weer, op een plan van de bemeten verdiepingen / het bemeten gebouw. In het dossier horend bij de meting wordt de betekenis van de gebruikte symbolen of kleuren, alsook de relevante dB-waarden, in legende vermeld. In principe geschiedt een meting steeds voor een heel gebouw met inbegrip van kelder, zolder, parking, en alle andere secundaire ruimtes, behoudens anders gespecificeerd door het Bestuur. Ingeval er zich technische lokalen bevinden met moeilijk bereikbare lokaties, dienen ook deze lokaties benaderend in kaart te worden gebracht. Ingeval meerdere gebouwen gekoppeld zijn aan eenzelfde adres wordt het principe ‘site’ gebruikt. In dergelijk geval dient ook de situatie voor dekking tussen de gebouwen in kaart gebracht te worden. 3.10.3. Resultaat van meetsessie Het in kaart brengen van de actuele status van dekking geschiedt voor alle gelicensieerde operatoren en voor alle actieve technologieën op het moment van opname. De aannemer brengt op plan aan welke dekking aanwezig is in alle lokalen van de onderzochte site. Tevens worden, ingeval de site bestaat uit meer dan 1 gebouw, ook indicaties gegeven met betrekking tot de dekking tussen gebouwen en op de parkeergelegenheden. Deze indicaties bestaan minimaal uit de quotaties - heel goede dekking - goede dekking - middelmatige dekking - zwakke dekking - geen dekking (of nauwelijks dekking) In het rapport gevoegd bij de meetsessie zal de aannemer de corresponderende veldsterkte vermelden in dB die bij elke categorie van dekkingsgraad hoort. De aannemer brengt op plan, in verschillende kleuren, de dekkingsgraad visueel aan, per bestelde technologie. 3.10.4. Bestelling vanwege het Bestuur 3.10.4.1. Bestelling van metingen Het Bestuur geeft in zijn bestelling steeds de volgende gegevens weer : - adres (straat – nr – postcode – gemeente) - contactpersoon ter plekke, voor begeleiding van het meet-team - gegevens betreffende oppervlakte van het gebouw - gewenste periode van uitvoering van de meting - de te bemeten technologie (GSM - UMTS, ASTRID) De meeteenheid voor het uitvoeren van een dekkingsmeting (in kaart brengen of bepalen van zendstations) gebeurt per eenheid van 1000m² nuttige oppervlakte of per mandag, per technologie. Ingeval de meting wordt besteld voor meerdere technologieën gaat het Bestuur uit van een lagere eenheidsprijs voor de tweede en de derde technologie gezien de mogelijkheid tot bundeling van een aantal lasten, en ingeval in de loop van de uitvoering van het contract nieuwe draadloze technologieën toegepast worden binnen dit raamcontract (IEEE
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
99
802.11 – alle varianten, Zigbee, UWB, ..) zal dezelfde systematiek toegepast worden bij uitbreiding.. Een offerte gebaseerd op de eenheid van 1000m² geldt als standaard voor de opmaak van de bindende offerte, op een offerte op basis van mandagen kan enkel teruggevallen worden ingeval van een complex gebouw of complexe omgeving, of een symmetrisch opgebouwde omgeving zoals een kantooromgeving met gelijkaardig ingerichte verdiepingen – de definitie hiervan alsook de toepassing van deze rekenmodaliteit is overeen te komen per project (aanvraag) tussen beide partijen. Voorafgaand aan de uitvoering van de metingen brengt de aannemer een bezoek aan de site, teneinde een bindende offerte op te stellen voor uitvoering van de metingen in functie van de hierboven beschreven eenheid. Ingeval het Bestuur deze offerte niet weerhoudt heeft de aannemer op een vergoeding ten belope van 2000m² (1 technologie). Het in kaart brengen van de behoeften voor volledige draadloze dekking geschiedt voor de technologieën welke het Bestuur in zijn bestelling aangeeft. Hierbij wordt GSM/UMTS als 1 technologie beschouwd voor de meetstaat. Tevens dient het Bestuur te bepalen in hoeverre dekking vereist is op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals een ondergrondse parking, technische lokalen in de kelder, … Hierbij kan het Bestuur besluiten om voor de ene technologie 100% dekkingsmeting te bestellen met inbegrip van alle moeilijk bereikbare plaatsen, en voor de andere technologie om dit beperkt te houden tot de bovengrondse verdiepingen In zijn resultaat geeft de aannemer aan : - de grafische indicatie van de te plaatsen zendstations, per technologie - de meetstaat met betrekking tot alle passieve (bekabeling) en actieve (zendstations) elementen welke vereist zijn voor het realiseren van volledige dekking. Deze meetstaat is bindend ingeval het Bestuur besluit over te gaan tot bestelling van de draadloze dekking - de prijs voor uitvoering, op basis van de artikelen van de meetstaat en eventuele OP posten In gebouwen met geklasseerd interieur of gevel, en in gebouwen met een specifieke functie, dient bij de bepaling van de positie van de zendstations rekening gehouden te worden met esthetische eisen waardoor het nodig kan blijken om de zendstations niet op de optimale plaats te bevestigen, maar waarbij dus geopteerd wordt voor een meer discrete opstelling 3.10.5. Bekabeling voor draadloze dekking Indien het Bestuur besluit tot bestelling van de draadloze dekking voor een bepaalde technologie, worden volgende gegevens in de bestelling vermeld : - adres - de weerhouden technologie(ën) - gewenste periode van uitvoering van installatie Draadloze dekking wordt steeds gerealiseerd in samenwerking met de gelicensieerde operatoren, welke instaan voor plaatsing van BTS apparatuur binnen het gebouw. In regel staan deze operatoren ook in voor de plaatsbepaling van zendstations, en voor de levering, plaatsing en aansluiting op de coax bekabeling van deze stations. De coax kabels en de aardingskits zijn cfr. vermelding in de meetstaat. Het gaat hier om gestandaardiseerde uitrustingen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
100
Meting : 25 25.1 25.2 25.3 25.4 25.5 25.6 25.7 25.8 25.9 25.10 25.11 25.12 25.13 25.14 25.15 25.16 25.17 25.18 25.19 25.20 25.21 25.22 25.23 25.24 25.25
INDOOR COVERAGE Meting 1e technologie, per 1000 m² Meting 2e en volgende technologie, per 1000 m² Meting complexe of symmetrische omgeving Coax kabel type RG6 Coax kabel type RG11 Coax kabel type 7/8” cellulair Coax kabel type ½” cellulair Coax kabel 1”1/4 cellulair Coax kabel type 1”5/8 cellulair Aardingskit Coax kabel type RG6 Aardingskit Coax kabel type RG11 Aardingskit Coax kabel type 7/8” cellulair Aardingskit Coax kabel type ½” cellulair Aardingskit Coax kabel 1”1/4 cellulair Aardingskit Coax kabel type 1”5/8 cellulair Coaxiale connector type ½” cellulair - 7/16 mannelijk Coaxiale connector type ½” cellulair – N vrouwelijk Conaxiale connector ½” cellulair – 7/16 vrouwelijk Coaxiale connector type ½” cellulair – N mannelijk Coaxiale connector type 7/8” cellulair - 7/16 mannelijk Coaxiale connector type 7/8” cellulair – N vrouwelijk Coaxiale connector type 7/8” cellulair – 7/16 vrouwelijk Coaxiale connector type 7/8” cellulair – N mannelijk Plaatsing en aansluiting van duplexer met inbegrip van alle toebehoren Plaatsing en aansluiting van splitter met inbegrip van alle toebehoren
1000 m² VH 70 VH 100 1000 m² mandag VH 50 lm VH 500 lm VH 500 lm VH 1.000 lm VH 2.000 lm VH 500 lm VH 500 5 st VH 5 st VH st VH 20 st VH 20 5 st VH 5 st VH st VH 50 st VH 50 st VH 50 st VH 50 50 st VH st VH 50 st VH 50 st VH 50 st VH 15 st VH 15
3.11 - Technisch bundel Hetgeen volgt is het voorlopige minimum programma van eisen dat moet aangevuld worden met de eisen gesteld in de afzonderlijke artikels of met eisen gesteld in de beschrijvingen dienaangaande. Het as-built dossier dient verplicht gevoegd te worden bij de vorderingsstaat.
3.11.1 - Uitvoeringstekeningen De aannemer maakt al de detail- en werktekeningen die hij nodig heeft om de uitvoering van de werken tot een goed einde te brengen, alsmede de tekeningen en de plannen die door het Bestuur gevraagd worden. Alle tekeningen, details, schema's en grondplans worden opgesteld conform de Belgische Normen terzake. Van elk gebouw waar werkzaamheden worden uitgevoerd wordt een principeschema (1-draads) van de installatie opgesteld. Al de uitvoeringsdocumenten, hetzij uitvoeringsplans, materiaallijsten, technische documentatie van de gebruikte apparatuur zijn ten laatste binnen de 15 werkdagen, geteld vanaf de deelbestelling der werken, voor goedkeuring in te dienen in 3 exemplaren. De aannemer kan zich op het feit dat de goedkeuring werd gegeven, niet beroepen om te beweren dat hij van zijn verantwoordelijkheid is ontslagen.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
101
De plannen worden getekend in Autocad2008 en volgens de layerstructuur opgelegd door het Bestuur. Er zal dienaangaande een Autocad-prototypetekening ter beschikking worden gesteld. Voor het opmaken van de plannen kan de aannemer al dan niet beschikken over documenten en/of plannen aangereikt door het Bestuur. Volgende mogelijkheden kunnen zich voordoen : - plannen beschikbaar op Autocad en in de juiste layerstructuur en al of niet met de juiste maten - plannen beschikbaar op Autocad maar niet in de juiste layerstructuur - architectonische plannen beschikbaar op de juiste schaal - architectonische plannen of schetsen beschikbaar - geen plannen beschikbaar De uitwisseling van de Autocad-plannen gebeurt via Internet, met name via het speciaal daarvoor bestemde computerprogramma dat door een plannenbeheerder waarmee de Vlaamse Gemeenschap samenwerkt, wordt geleverd. De tekenaar krijgt daartoe speciale rechten die hem toelaten wijzigingen aan te brengen. Uitvoeringstekeningen, die tengevolge aanwijzingen van het opdrachtgevend Bestuur dienen gewijzigd te worden zijn ten laatste binnen de 15 kalenderdagen aangepast terug te bezorgen. Zowel de aannemer als het Bestuur zullen na het aanbrengen van wijzigingen de aangepaste versie van plannen en tekeningen inbrengen in het programma van de plannenbeheerder. Telkens de aannemer een nieuwe versie inbrengt, zal het Bestuur deze versie controleren. De uitvoeringsplannen bevatten alle details (afmetingen, kanalen, ophangingen, bevestigingspunten, gebruikte materialen, type en merk van de toestellen, enz...). Het bestuur eigent zich het recht toe wijzigingen aan te brengen aan het ontwerp. Het aanpassen van de plannen door de aannemer gebeurt zonder meerkost. Alleen materialen in min of meer worden verrekend. Na de voltooiing der werken levert de installateur in drie (3) exemplaren alle definitieve plannen. Deze definitieve plannen worden opgemaakt in Autocad volgens de instructies van de plannenbeheerder, teneinde te kunnen geïntegreerd te worden in het globale Archibussysteem van het opdrachtgevend Bestuur. Tekeningen in hogere versies dienen te worden geconverteerd naar Autocad 2002 tenzij het Bestuur de toestemming geeft om de gebruikte versie te behouden. Daarenboven levert hij alle beschikbare plannen DWG-formaat op elektronisch bestand. De aannemer garandeert dat de elektronische bestanden zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van virussen – de gebruikte virusscanner beschikt over de recentste updates. De aannemer verbindt zich ertoe de vergaderingen met het Bestuur en de plannenbeheerder bij te wonen teneinde de aanpassingen aan de diverse plannen op te volgen. De tijdstippen van deze vergaderingen worden in overleg met het Bestuur bepaald en dit volgens de heersende noodwendigheden.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
102
3.11.2 Elektronische grondplannen en schema's Alle grondplannen, schema's, blokschema's en principeschema's worden geleverd in de vorm van een elektronisch bestand samen met een afdruk in drie (3) exemplaren. Het formaat van de bestanden is in broncode Autocad. Als bestandsdrager wordt een CD-rom toegelaten. Grondplannen worden altijd getekend in reële maten. De technieken worden daarbij in afzonderlijke la(a)g(en) bovenop de bouwkundige laag getekend. Indien de bouwkundige laag niet beschikbaar is, dient deze zelf te worden ingevoerd of wordt een gescand plan gebruikt als onderlaag. Men dient zich vooraf te vergewissen van de beschikbaarheid. Gescande grondplannen moeten in ieder geval eerst worden omgerekend naar reële maten en worden afzonderlijk geleverd in broncode Autocad of in een standaard TIF-formaat. De grondplannen moeten volgens de richtlijnen van de Vlaamse Overheid en van de plannenbeheerder opgesteld worden. Er dient rekening gehouden te worden met volgende afspraken : De Template voor Autocad wordt ter beschikking gesteld door het Bestuur. Plattegrond van iedere verdieping bestaande uit : - de vaste structuur zijnde kolommen en wanden in metselwerk en/of beton met hun afwerking inbegrepen. - de wanden van gipskartonplaten en/of systeemwanden. - het buitenschrijnwerk met ramen, buitendeuren, poorten, draaideuren, gordijngevels, ... met inbegrip van buiten- en binnendorpels. - het binnenschrijnwerk met de binnendeuren, binnenramen, beglaasde wanden, ... - de assen van de dakspanten (dashdot). - de trappen met aanduiding van de stijgrichting met een pijl. - de liften (liftkooi, tegengewicht en liftdeur). - de sanitaire toestellen zoals closetpot, urinoir, lavabo, bidet, bad, douchekuip, uitgietbak, e.d. - de doorlopende ventilo-convectoren. - het vast meubilair zoals onthaaldesk, ingemaakte kasten, keukenkasten en werkbladen, draaipoortjes, zitjes in auditorium, ... - de lager gelegen gedeelten van het gebouw (dak en/of dakrand). - aanduiding van de verticale kokers. - de lokaalnummers en nummering van de liften, trapzalen, vertikale kokers (HVAC, elektriciteit, data,). - de uitstekende balken en poutrellen aangeduid met stippellijn. - de inplanting van brandhaspels en brandblustoestellen. - de assen van het gebouw indien toepasselijk. - het buiten en binnenkader met de titelhoek. - de polylines voor de contouren van de afzonderlijke lokalen en/of ruimten. - de polylines voor de buiten- en binnencontour van elke verdieping. Layergebruik (volgens de afspraken met de plannenbeheerder) Layer
Inhoud
Lijntype
Kleur
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen 0 Assen Balken Binnenschrijnwerk Brand Buitenschrijnwerk Convectoren Dak Gros Kader Kokers Liften Lokaalnummers
Meubilair Muren Rm Sanitair Titel Trappen Wanden
103
Buitenkader Hoofdassen van het gebouw balken en poutrellen deuren, ramen, beglaasde wanden
continuous dashdot hidden x 2 continuous
white red 254 white
haspels en blustoestellen ramen, deuren, poorten
continuous continuous
210 white
ventilo-convectoren dak en dakrand lager gedeelte, spanten polylines verdieping gebouw Binnenkader vertikale kokeraanduiding kooi, tegengewicht, deur Nummering lokalen, trapzalen, kokers, ... (incl. keuken) vast meubilair vaste structuur polylines lokalen en ruimtes sanitaire toestellen Titelhoek trappen met stijgrichting Gipskarton- of structuurwand
continuous continuous
white white
continuous continuous continuous continuous continuous
magenta 10 white 120 11
continuous continuous continuous continuous continuous continuous continuous
11 yellow cyan white white 130 green
Eenheid 1 AutoCAD-eenheid = 1 cm Schaal De tekeningen worden op schaal 1/1 gemaakt maar moeten afhangend van de grootte ofwel op 1/50 ofwel op 1/100 kunnen afgedrukt worden. Instellingen tekst Titelhoek: TITEL Sans Serif
Regular Width Factor 1
Oblique angle 0
hoogte aan te passen
Lokaalnummers: VLG Technic
Regular width Factor 1
Oblique angle 20
hoogte aan te passen
De bijkomende apparatuur van de gestructureerde bekabeling dient op volgende wijze op de tekening aangebracht te worden :
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
104
- de tekening moet alle informatie over de aansluitpunten op een gestructureerde manier bevatten, zodat in een latere fase deze informatie op een geautomatiseerde manier kan overgebracht worden naar het ARCHIBUS-pakket van de plannenbeheerder. - de standaard lagenstructuur van het Ministerie wordt uitgebreid met enkele extra lagen voor het tekenen van de bekabeling : JK (red, continous) voor de aansluitpunten. PN (yellow, continuous) voor patchpanelen. RACK (cyan, continuous) voor de racks. WY (magenta, continuous) voor de kabelgoten. Aansluitpunten : De connectoren in de lokalen worden uitsluitend als blocks getekend, met het block dat geleverd wordt door het Bestuur. Dit block bevat de volgende attributen : - ID: nummer van de connector. - patch-positie: nummer van de positie op het patchpaneel waarmee de connector verbonden is (dit attribuut wordt niet ingevuld indien de nummer van de connector gelijk is aan deze op het patchpaneel). - kabel : nummer van de kabel tussen de connector en het patchpaneel. - soort : soort connector: RJ45 data, RJ11, RJ45 ISDN/telefonie (de lijst van mogelijkheden wordt op voorhand overeengekomen met het Bestuur). - lokaal: nummer van het lokaal; dit nummer komt overeen met het lokaalnummer dat op de tekening werd getekend. Patchpanelen en racks : De borden en kasten worden eveneens uitsluitend met blocks getekend. Deze blocks zijn vierkanten met een eenheid als zijde, die verschaald worden om het gewenste resultaat op de tekening op te leveren. De racks worden fysisch op de juiste plaats met de juiste afmetingen getekend. De panelen die er in voorko-men worden als losse elementen in het rack getekend. Een fysisch juist bovenaanzicht is niet vereist en ook niet handig voor de inhoud van de racks. Dit block bevat de volgende attributen : - ID: nummer van het patchpaneel of rack - lokaal : nummer van het lokaal Voor de patchpanelen ook : - pos : totaal aantal posities - ID van het rack waarin het zich bevindt Kabelgoten : De kabelgoten worden getekend als doorlopende polyline, met als ‘width’-parameter de fysische breedte van de kabelgoot. Bij de polyline wordt op eenduidige wijze het nummer van de polyline bijgetekend (fontgrootte 10). Van de kabelgoten wordt ook een lijst opgemaakt in MS Excel. Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van het sjabloon van het Bestuur. De gegevens die in dit bestand worden opgeno-
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
105
men zijn: de afmetingen (in dwarsdoorsnede) van de kabelgoot en de nummers van alle kabels die in de kabelgoot liggen. Kabels : De kabels worden niet op de tekeningen ingetekend. Er wordt wel een lijst in MS Excel bijgehouden (volgens de overeenkomsten van de plannenbeheerder) met van elke kabel de lengte, de nummers van de connector en de aansluiting op het patchpaneel. De methodiek voor het maken van een correcte as-built tekening zal toegelicht worden door de plannen-beheerder en het Bestuur. De uitleg is bestemd voor tekenaars die reeds ervaring hebben met Autocad. Er zal worden ingegaan op de specifieke eisen die in dit project gesteld worden. Ook het correct invullen van de sjablonen in MS Excel zal worden uitgelegd. Actieve elementen : Actieve elementen zoals switches of luidspreker-installaties worden op de tekening aangebracht op dezelfde wijze als racks. Oplevering van de tekeningen : De intelligente as-built tekeningen zullen opgeleverd worden in de daartoe bestemde elektronische bibliotheek van de plannenbeheerder, en worden eveneens digitaal opgeslagen op een door het Bestuur ter beschikking gestelde database (Archibus). Voor deze laatste opdracht zal het Bestuur een login en paswoord ter beschikking stellen. De filenaam verwijst naar de gebouwcode en de specifieke opdracht. Dit systeem laat toe documenten via het Internet op te sturen en te raadplegen. Het laat tevens toe van een tekening verschillende versies te beheren en regelt met toegangsrechten wie bestanden kan opsturen, raadplegen of aanpassen. Gecomprimeerde bestanden worden altijd geleverd samen met het "decomprimeerprogramma" (zip en win-zip). De uitvoering van de verschillende werken zal niet starten vooraleer het opdrachtgevend bestuur zijn akkoord heeft gegeven over de uitvoeringstekeningen en over de te gebruiken materialen. Deze laatste zijn allen ter goedkeuring voor te leggen.
3.12 – Administratieve opvolging De administratieve opvolging van de werken en de opdrachten gebeurt via twee verschillende mechanismen : 1) een speciaal daartoe bestemd computerprogramma, met name de Helpdesk van de afdeling Gebouwen. Alle gegevens die van belang zijn bij een werkorder of project van het begin tot het einde zullen worden opgenomen in de Helpdesk. Zoals bij de uitwisseling van plannen, gebeurt de uitwisseling van de gegevens tussen het Bestuur, de aannemer en andere belanghebbende partijen eveneens via Internet. Het beheerssysteem verwerkt de gegevens en stelt ze ter beschikking van alle actoren betrokken bij deze aanneming. Het geeft ten allen tijde de status aan van een project (bv. goedgekeurd, voltooid, e.d.m.) zodat de verschillende partijen steeds kunnen zien welke
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
106
acties zij moeten ondernemen, overeenstemmend met hun respectievelijke plaats in het project. Documenten zoals aanvangsbevelen en processen-verbaal van oplevering, zullen eveneens door het systeem worden gegenereerd. Thans volgt een lijst van elementen en gegevens die bij het verloop van een werkorder of opdracht aan bod zullen komen : -
projectnummer (volgnummer) datum van de aanvraag naam van de aanvrager en/of van de dienst universele code van het gebouw gegevens over het gebouw gegevens over plannen korte inhoud van de werkaanvraag alsook een gedetailleerde beschrijving verantwoordelijke voor het project bij de afdeling Gebouwen verantwoordelijke (projectleider) bij de aannemer verschillende data, zoals bezoek ter plaatse, begin- en einddatum werken, enz. eventuele opmerkingen bij de oplevering
Het gebruik van de Helpdesk zal bij de toewijzing van de opdracht aan de aannemer worden uitgelegd en toegelicht. 2) een webgebaseerde interface waardoor het Bestuur inzage krijgt in de werkplanning van de aannemer. Deze planning dient door de installateur minstens om de drie dagen bijgewerkt te worden, zodat - voor prestaties welke binnen de 10 werkdagen gepland zijn, het duidelijk is op welke dag de uitvoering zal geschieden - voor prestaties waarvoor de uitvoering voorzien is binnen meer dan 10 werkdagen, het duidelijk is rond welke periode de uitvoering zal geschieden Tevens dient het mogelijk te zijn om, na uitvoering, te zien welke personeelsleden van de aannemer verantwoordelijk zijn geweest voor werken in een bepaald gebouw of voor een bepaald project. Deze tool laat ook toe om partiële uitvoering van een opdracht te controleren, en bevat ook de bindende of de richting gevende data met betrekking tot de volgende fasen van een opdracht. De bedoeling van deze tool is het verschaffen van een plaats- en tijdsgebonden overzicht van de prestaties van de aannemer naar de diensten van het Bestuur. Voor het uitvragen van deze tool kan het Bestuur minimaal selecteren op basis van de volgende criteria : - identificatie van een gebouw (gebouwcode, adres) - projectnaam indien toepasselijk - datum 4) werken en diensten met betrekking tot storingslichting op niet-actieve apparatuur. De inschrijver beschikt over een dienst waarvan de minimale specificaties zijn bepaald in de selectiecriteria. De aannemer beschikt over de nodige infrastructuur en middelen om binnen de 2 werkdagen na melding een interventieploeg ter plaatse te sturen, welke op dezelfde werkdag als bij aankomst, of ten hoogste de werkdag erna, de storing oplost of een tijdelijke oplossing voorziet.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
107
De prestaties voor deze tussenkomsten worden verrekend via de regietarieven welke de inschrijver heeft opgegeven in het bestek, behoudens de tussenkomst te wijten is aan een materiaalfout welke binnen de materiaalgarantie valt. In voorkomend geval dient de aannemer de interventie kosteloos uit te voeren en valt de verdere afwikkeling t.a.v. de fabrikant ten zijnen laste. Bij het niet respecteren van deze bepalingen wordt de dagelijkse straf toegepast, zowel voor de interventietijd als voor de oplossingstermijn. De inschrijver dient per 6 maanden een lijst van de interventies te bezorgen t.a.v. de leidend ambtenaar. Deze lijst omvat : - tijdstip van de storingsmelding - identificatie van de melder - betrokken gebouw (adres of gebouwcode) - tijdstip van interventie - tijdstip van definitieve oplossing - oorzaak en foutlokalisatie – beknopte omschrijving van de fout, de oorzaak en de toewijzing van de fout (materiaal, Bestuur, …) Indien deze lijst niet wordt ingediend geldt de eenmalige straf.
3.13 - Documentatie De documentatie over het geïnstalleerde bekabelingsysteem wordt voorzien in 2 exemplaren en omvat : 1. de lijst van documenten 2. de beschrijvingen - de algemene beschrijving van het gestructureerde bekabelingsysteem - de gebruiksaanwijzing bij de passieve elementen van het bekabelingsysteem (het lezen van de schema's, gebruiksscenario's) 3. de plannen (intelligente tekeningen opgesteld in AutoCad 2008) - blok- en principeschema’s met inbegrip van de legende van de gebruikte symbolen - topologie van de apparaten (benamingslijsten) - verbindingsschema's - detailschema's (rekken) - schema's van de kabelwegen 4. de technische fiches en certificaten - per type van voorgesteld apparaat : • Stopcontacten • vezel (1 fiche per type van vezel) • horizontale kabels • verticale kabels • connectors • passieve elementen van de verdelers • adapters • patchkabels • verbindingskasten
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen •
108
enz.
- inhoud van de technische fiches : • apparaten: identificatie • kenmerken: merk, type, fabrikant, uitvoerder, ... • technische beschrijving: karakteristieken, prestaties, • belangrijkste voordelen voor de toepassing - de technische documentatie van de apparaten, kabels en benodigdheden - het principe van de afmetingen bij de elementen: berekeningen
3.14 - Studiewerken Al de nodige studiewerken om selecties te maken uit de in de handel beschikbare apparatuur zijn ten laste van de installateur. Tevens zijn ten laste van de installateur alle studiewerken die voortvloeien uit de specifieke keuze van de apparatuur, of uit de juiste gegevens van uitvoeringstekeningen. De installateur overhandigt aan het Bestuur alle vermelde berekeningsnota's ter controle. Indien achteraf zou blijken dat niettegenstaande alle genomen voorzorgsmaatregelen, niet aan de gestel-de comforteisen wordt voldaan, dient de installateur op zijn kosten, al de nodige bijkomende werken uit te voeren - in gemeenschappelijk overleg met het Bestuur.
3.15 - Bijkomende eenheidsprijzen Onderhavige inschrijver zal in bijlage aan zijn inschrijving volgende bijkomende eenheidsprijzen toevoegen : 3.15.1 Uurloon voor installateur, bekabelaar, alles inbegrepen (zoals verplaatsingskosten, werkkledij,...) Dit omvat tevens de prestaties met betrekking tot het oplossen van defecten welke niet vallen onder de waarborg op de materialen of de garantie op de werken. Het betreft hier vooral het herstellen van defecten aan outlets of het herstellen van bekabeling tengevolge van acties van derden. 3.15.2 Dagloon voor netwerkdesigner, alles inbegrepen (zoals alle verplaatsingskosten in Vlaanderen en Brussel, draagbare PC,...) De netwerk designer is een persoon, aangewezen door de aannemer, welke in samenspraak met het Bestuur een locatie bezoekt voor identificatie van de noden en welke aan de hand van deze noden een voorstel uitwerkt voor de gestructureerde bekabeling en toebehoren. De prestaties voor netwerk design worden niet in rekening gebracht ingeval het Bestuur zelf bij het plaatsbezoek de behoeften aangeeft : design prestaties houden in dat het Bestuur het volledige initiatief voor de opmaak van een offerte overlaat aan de aannemer. Deze persoon beschikt over de nodige praktische en theoretische kennis met betrekking tot de aanleg van data netwerken, en beschikt ook over de nodige achtergrond van actieve
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
109
apparatuur (werking en voeding, types aansluitingen, HE, …) en de problematiek van het werken in racks. Deze persoon stelt op basis van de behoeften van het Bestuur volgende documenten op : - Bindend voorstel van offerte met vermelding van materialen, manuren en hoeveelheden, op basis van de inschrijving - Voorstel van materialen welke nodig zijn voor uitvoering en welke niet in het bestek zijn vermeld; deze materialen worden eveneens opgenomen in de in vorig punt vermelde offerte. Deze materialen worden naderhand geregulariseerd als OPposten. De designer voegt tevens de eenheidsprijzen bij in zijn offerte. - Eéndraadsschema van de uit te voeren werken met identificatie van de verschillende onderdelen, alsook met aangeven van de plaatsen waar de elementen worden geplaatst - Indien het Bestuur de plannen ter beschikking heeft gesteld dient de designer eveneens op plan aan te geven waar de diverse elementen worden geplaatst - Belangrijke opmerking : o indien het Bestuur niet ingaat op de offerte van de inschrijver heeft deze recht op een schadevergoeding ten belope van anderhalve mandag. Dit wordt in rekening gebracht via de vorderingsstaat welke de aannemer indient, en dient te blijken uit de hierbij gevoegde details o indien het Bestuur wel ingaat op de offerte van de inschrijver worden de prestaties van de designer in rekening gebracht ten belope van 2 mandagen. Hierbij inbegrepen zijn alle verdere prestaties voor kleine aanpassingen aan schema’s en plannen in de loop van de uitvoering. Deze prestaties van de designer worden in rekening gebracht via de vorderingsstaat van de aannemer, en dienen te blijken uit de hierbij gevoegde details 3.15.3 Prijs per maand voor het ter beschikking stellen van een opmeter-tekenaar (zoals alle verplaatsingskosten, apparatuur,...) 3.15.4 Vergoeding kleine werken Ingeval onderhavige inschrijver in een bestaand gebouw een klein werk moet uitvoeren (kostprijs < 750 EUR), welke extra kosten dienen er dan in rekening gebracht te worden per werk. Ingeval het totale bedrag van de werken, vermeerderd met de bijkomende vergoeding, hoger ligt dan 750 euro wordt dit totale bedrag verminderd tot 750 euro 3.15.5 Dagloon voor elektrisch designer, alles inbegrepen (zoals alle verplaatsingskosten in Vlaanderen en Brussel, draagbare PC,...) De elektrische designer is een persoon, aangewezen door de aannemer, welke in samenspraak met het Bestuur een locatie bezoekt voor identificatie van de noden voor elektrische werken voor een minimum van 5000 euro welke binnen dit bestek kunnen gerealiseerd worden; de prestaties gekoppeld aan de uitvoer van elektrische werken worden beneden dit bedrag worden niet beschouwd als design prestaties, en de prestaties van de elektrisch designer zijn evenmin van toepassing indien het Bestuur tijdens het plaatsbezoek met de aannemer opgeeft welke de elektrische behoeften zijn : design prestaties houden in dat het Bestuur het volledige initiatief voor de opmaak van een offerte overlaat aan de aannemer. Deze persoon beschikt over de nodige theoretische en praktische kennis met betrekking tot het uitvoeren van kleine elektrische werken, zoals het bijplaatsen van kringen, het plaatsen
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
110
van een verdeelbord op een ALSB, principes van voeding en compensatie van apparatuur, veiligheidsvoorschriften (AREI), … Deze persoon stelt op basis van de behoeften van het Bestuur volgende documenten op : - Bindend voorstel van offerte met vermelding van materialen, manuren en hoeveelheden, op basis van de inschrijving - Voorstel van materialen welke nodig zijn voor uitvoering en welke niet in het bestek zijn vermeld; deze materialen worden eveneens opgenomen in de in vorig punt vermelde offerte. Deze materialen worden naderhand geregulariseerd als OPposten. De designer voegt tevens de eenheidsprijzen bij in zijn offerte. - Eéndraadsschema van de uit te voeren werken met identificatie van de verschillende onderdelen, alsook met aangeven van de plaatsen waar de elementen worden geplaatst - Indien het Bestuur de plannen ter beschikking heeft gesteld dient de designer eveneens op plan aan te geven waar de diverse elementen worden geplaatst - Belangrijke opmerking : o indien het Bestuur niet ingaat op de offerte van de inschrijver heeft deze recht op een schadevergoeding ten belope van anderhalve mandag. Dit wordt in rekening gebracht via de vorderingsstaat welke de aannemer indient, en dient te blijken uit de hierbij gevoegde details o indien het Bestuur wel ingaat op de offerte van de inschrijver worden de prestaties van de designer in rekening gebracht ten belope van 2 mandagen. Hierbij inbegrepen zijn alle verdere prestaties voor kleine aanpassingen aan schema’s en plannen in de loop van de uitvoering. Deze prestaties van de designer worden in rekening gebracht via de vorderingsstaat van de aannemer, en dienen te blijken uit de hierbij gevoegde details 3.15.6 Prestaties buiten de normale werkuren Zie meetstaat. 3.15.7 Verplaatsingsvergoeding voor reparatie interventies Deze vergoeding is enkel van toepassing voor interventies voor herstellingen. Deze vergoeding wordt slechts éénmaal toegekend ingeval van meerdere herstellingsinterventies in eenzelfde gebouw of binnen een straal van 1km. Deze vergoeding wordt niet toegekend ingeval hetzelfde team dat de storing licht bijkomende installaties uitvoert op het adres van de storing of in een gebouw binnen een straal van 1km.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
111
Meting : 21 21.1 21.2 21.3 21.4 21.5 21.6 21.7 21.8 21.9 21.10 21.11
EENHEIDSPRIJZEN Uurloon voor installateur, bekabelaar, alles inbegrepen Dagloon voor netdesigner, alles inbegepen Dagloon voor het ter beschikking stellen van een netwerkbeheerder, alles inbegrepen Dagloon voor het ter beschikking stellen van een opmeter-tekenaar, alles inbegrepen Dagloon voor het ter beschikking stellen van een elektrisch designer, alles inbegrepen Uurloon voor installateur, bekabelaar, alles inbegrepen buiten de normale werkuren Uurloon voor netwerkbeheerder, alles inbegrepen' buiten de normale werkuren Uurloon voor installateur, bekabelaar, alles inbegrepen' op zon- en feestdagen Uurloon voor netwerkbeheerder, alles inbegrepen op zon- en feestdagen Meerkost voor kleinere werken (<= 750 EUR) Verplaatsingskost interventie herstelling
Opgemaakt te Brussel, 1 juni 2009 ir. Peter Bockstaele ingenieur
David De Keyser deskundige
VH 1.000 uur VH 40 mandag VH 100 mandag VH 60 mandag VH 50 mandag VH 50 uur VH 20 uur VH 20 uur VH 10 uur VH 150 st VH 200 st
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
VLAAMSE OVERHEID AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT
Afdeling Gebouwen Boudewijn-gebouw Boudewijnlaan 30 - bus 61 1000 BRUSSEL Tel. : 02-553 74 92 Telefax : 02-553 74 55
Afdeling Gebouwen Team Technieken
DEEL III : OFFERTEFORMULIER
Domein
: Gebouwen Vlaamse Overheid
Adres
: Verschillende gebouwen in Vlaanderen
Werk
: Data-, signaalbekabeling & elektriciteitswerken
Besteknummer
: 2009/GV/AO/T/093
Aanbesteding
: opening d.d. 3/09/2009
112
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
113
A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL
1
De ondergetekende (naam en voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit, adres):
OFWEL De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):
vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)
OFWEL De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer dezelfde gegevens als hierboven):
vereniging die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name: verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van: (in cijfers, inclusief BTW, in euro): (in letters, inclusief BTW, in euro):
1
Doorhalen wat niet van toepassing is.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
114
B. ALGEMENE INLICHTINGEN (in geval van vereniging zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer:) - Ondernemingsnummer: - BTW-nummer: - RSZ-nummer:
C. ONDERAANNEMERS OFWEL 2 Er zullen geen onderaannemers worden aangewend. OFWEL De onderaannemers die zullen worden aangewend, hebben als nationaliteit:
D. PERSONEEL Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit:
E. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnr. ......................................... van de financiële instelling ................................... geopend op naam van ....................................................
F. RSZ - VERPLICHTINGEN Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZ-attest via elektronische weg op conform art. 72, §5. De buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte een attest of een verklaring volgens de bepalingen van art. 17bis, §2 .
2
Doorhalen wat niet van toepassing is.
VLAAMSE OVERHEID Team Technieken – Afdeling Gebouwen
115
G. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: - de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht over te leggen; - de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht over te leggen.
Gedaan te .................................................. op ....................................... De inschrijver(s), ___________________________________________________________________
H. VAK BESTEMD VOOR GOEDKEURING DOOR OVERHEID
Goedgekeurd:
Voor de Vlaamse Minister
Door zijn inschrijving verklaart de ondergetekende dat hij afziet van zijn Algemene Verkoopsvoorwaarden