VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
PLANTENKENNIS EN -VERWERKING Tuinbouw Tweede graad BSO
Licap - Brussel D/2001/0279/041 - september 2001
Het leerplan in deze brochure is bestemdd voor: PV Praktijk Tuinbouw Plantenkennis en -verwerking TV Tuinbouw Plantenkennis en -verwerking voor de studierichting: Tuinbouw - 2de graad BSO 1ste leerjaar: 2 of 4 uur PV + 3 uur TV/week 2de leerjaar: 2 of 4 uur PV + 3 uur TV/week
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
3
Tuinbouw 2de graad BSO
INHOUD
LESSENTABEL 'TUINBOUW' . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2 2.1 2.2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Op het vlak van vaardigheden, kennis en inzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Op het vlak van attitudevorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . 10
4 4.1 4.2 4.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . Plantenkennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanleg en verzorgen van groene ruimten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verwerken en verkoop van snijbloemen en sierplanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
8
NUTTIGE ADRESSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
9
PLANTENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
5
14 14 18 25
Tuinbouw 2de graad BSO
LESSENTABEL TUINBOUW 1
1ste lj.
Basisvorming AV Godsdienst AV Lichamelijke opvoeding AV Maatschappelijke vorming AV Nederlands AV Wiskunde OF AV Project algemene vakken
2 2 2
2 2 2
6
6
2de lj.
10
10
2 2
2 2
6
6
2
Studierichting (fundamenteel gedeelte)
22
22
PV
Praktijk Bouw/Elektriciteit/Landbouw/Mechanica/Tuinbouw Algemene techniek (1) Praktijk Landbouw/Tuinbouw Plant- en groeimilieu (2) Praktijk Tuinbouw Plantenkennis en -verwerking (3) (x) Bouw/Elektriciteit/Landbouw/Mechanica/Tuinbouw Algemene techniek (1) Landbouw/Tuinbouw Plant- en groeimilieu (2) Tuinbouw Plantenkennis en -verwerking (3) (x) Landbouw/Toegepaste economie/Tuinbouw Toegepaste economie Landbouw/Toegepaste natuurwetenschappen/Tuinbouw Toegepaste natuurwetenschappen Landbouw/Toegepaste informatica/Tuinbouw Toegepaste informatica
2/4 (4)
2/4 (4)
4/6 (4)
4/6 (4)
2/4 (4)
2/4 (4)
PV PV TV TV TV TV TV TV
1
1
2
2
3
3
1
1
2
2
1
1
4
4
3
Complementair gedeelte: maximum
-
Te kiezen uit de vakken en/of de specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan, voor zover het vakken of specialiteiten betreft waarvan het Besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989, zoals gewijzigd, bekwaamheidsbewijzen vastlegt in de tweede graad. Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de basisvorming of in het fundamenteel gedeelte, dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming of in het keuzegedeelte. Pedagogische aanbeveling: TV Landbouw/Tuinbouw 1 1 Plant- en groeimilieu (2)
-
(x) (1) (2) (3) (4)
Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen. Geïntegreerd leerplan Algemene techniek. Geïntegreerd leerplan Plant- en groeimilieu. Geïntegreerd leerplan Plantenkennis en -verwerking. Het aantal uur Praktijk binnen het fundamenteel gedeelte is 12 uur/week
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
7
Tuinbouw 2de graad BSO
1
BEGINSITUATIE
In de eerste graad van de B-stroom, beroepenveld 'Land- en tuinbouw', maken leerlingen kennis met het productieproces van planten en dieren. Daarnaast leren ze ook dat een mens behoefte heeft aan groen en verfraaiing en een gezond leefmilieu. De pedagogisch-didactische aanpak richt zich vooral op de exploratie van alle deelgebieden van de agrarische en biotechnische sector. Een hoofddoel is de leerlingen voldoende kennis, inzichten en attitudes te laten verwerven om na het beroepsvoorbereidend leerjaar van de eerste graad BSO een verantwoorde keuze inzake studierichting in de tweede graad BSO te maken. In het eerste leerjaar van de tweede graad BSO stromen ook leerlingen in die andere basisopties in de eerste graad van de A-stroom of andere beroepenvelden van de B-stroom hebben gevolgd. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
2.1
Op het vlak van vaardigheden, kennis en inzichten
-
Basiskennis, basisvaardigheden en inzichten verwerven om: @ planten op uiterlijke kenmerken te herkennen en de Nederlandse naam te noemen; @ bij het zien van de wetenschappelijke naam van een plant de relatie te leggen met de plantensoort; @ beplantingen in tuinen en openbaar groen uit te voeren; @ de gebruiksmogelijkheden van planten in tuinen en openbaar groen te ontdekken; @ tuintekeningen te maken; @ de juiste verzorging van planten toe te passen; @ het belang van openbaar groen in te schatten; @ planten of onderdelen ervan op een efficiënte wijze te verwerken; @ praktijkgerichte informatie omtrent planten en hun gebruik op te zoeken en te verwerken.
-
Bij het uitvoeren van praktische oefeningen basistechnieken verwerven om: @ werkzaamheden op een efficiënte wijze uit te voeren, voor te bereiden en te verzorgen; @ op een ergonomische en veilige manier met tuingereedschap te werken; @ materialen deskundig te verwerken en bewerken; @ juiste tuingereedschappen te kiezen, correct te gebruiken en te onderhouden; @ de veiligheidsvoorschriften, hygiënische en milieuafspraken na te leven; @ een voorgestelde werkvolgorde te volgen.
-
Voldoende kritisch staan ten opzichte van eigen realisaties (product) en ten opzichte van eigen werkzaamheden (proces) en eigen handelen bijsturen tot kwaliteitsverbetering.
2.2
Op het vlak van attitudevorming
Het is enorm belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten als doelstelling na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn: -
Erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien. Voor zijn mening en gevoelens durven uitkomen en deze op een beleefde manier formuleren en argumenteren.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
9
Tuinbouw 2de graad BSO
3
Spontaan handelen volgens de regels en afspraken. Erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden, verder te werken om het einddoel te bereiken. In staat zijn om op systematische wijze te beslissen welke stappen men bij de uitvoering van een taak zal zetten. Zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan. Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten). Handelen met het oog op de tevredenheid voor zichzelf en voor de anderen: klantgerichtheid. Handelen met het oog op het vermijden van verspilling en respect voor het milieu. Bereid zijn om informatie op te zoeken. Aandacht hebben voor de impact die het eigen gedrag en voorkomen op anderen hebben. Bijdragen tot een leef- en werkomgeving als een gemeenschap van mensen die iets voor elkaar betekenen. Handelen met de bekommernis om zichzelf, de anderen en het milieu optimaal te vrijwaren. Bereid zijn om in team te werken. ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Geïntegreerde aanpak -
Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke samenhang tot stand te brengen tussen praktijk en theorie. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken, is te vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. Dit betekent dus dat er geen afzonderlijk leerplan theorie en praktijk wordt gemaakt. Het onderscheid tussen TV en PV in de lessentabel is louter omwille van administratieve redenen.
-
De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat de praktijk en de theorie als één geheel worden ervaren. Het is in deze optiek ook wenselijk om de praktijk en de theorie door één en leerkracht te laten geven. Indien de school toch opteert om de uren over verschillende leraren en verschillende vakken te verdelen, zullen de leraren de leerplandoelstellingen en leerinhouden in gezamenlijk overleg opnemen in een gezamenlijk jaarplan. Overleg via de vakwerkgroep is gewenst.
Plantenlijst Bij dit leerplan wordt een plantenlijst toegevoegd in verband met het herkennen van planten in de tweede graad BSO 'Tuinbouw'. Deze lijst is oriënterend en zal op geregelde tijdstippen door de leden van de vakgroep worden aangepast. Ze bevat 100 namen van courant gebruikte planten die op het einde van de tweede graad 'Tuinbouw' het onderwerp uitmaken van toetsen. Het is een omschrijving van de minimum doelstellingen op het gebied van plantenkennis in de tweede graad. De leraren zijn vrij aan deze lijst namen toe te voegen en de lijst uit te breiden. De 100 te herkennen planten worden verdeeld over volgende plantenrubrieken:
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
10
Tuinbouw 2de graad BSO
Minimum aantal te kennen plantensoorten per rubriek Eenjarige zaaibloemen
12
Tweejarige zaaibloemen
3
Vaste planten
12
Bol- en knolgewassen
8
Loofbomen
15
Bladverliezende sierheesters
8
Bladhoudende sierheesters
8
Coniferen
4
Haagplanten
4
Lei- en klimplanten
2
Kamerplanten (bloeiende)
7
Kamerplanten (bladplanten)
7
Snijbloemen
10
Totaal
100
Plantenboek Om het zelfstandig werk aan te moedigen, beschikken de leerlingen over een plantenboek waarin informatie omtrent de vermelde planten wordt neergeschreven. Het bevat een afbeelding van iedere plant voorkomend op de plantenlijst. Door het gebruik van dit plantenboek krijgen leerlingen een beeld van de meest verkochte planten in de bloemenwinkels, tuincentra en andere distributiekanalen. Plantencollectie op school Om de doelstellingen van het leerplan Plantenkennis te realiseren, is het gewenst dat zoveel mogelijk exemplaren die vermeld worden op de plantenlijst in de school of in de nabijheid, aanwezig zijn. Het is gewenst de leerlingen in contact te brengen met de “levende plant“ en de omgeving waarin deze groeit en ontwikkelt. Zodoende krijgen ze een idee van de omvang die planten kunnen innemen op oudere leeftijd. Graadleerplan De leerplannen zijn uitgeschreven als graadleerplannen. De leerplandoelstellingen dienen binnen de graad gerealiseerd te worden. De leraar dient er naar te streven de verschillende leerinhouden zo geïntegreerd mogelijk aan te bieden.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
11
Tuinbouw 2de graad BSO
Verticale samenhang -
-
De tweede graad heeft een schakelfunctie tussen eerste en derde graad. Om de verticale opbouw optimaal te verzekeren, is het noodzakelijk om naast de eigen doelstellingen ook deze van de andere graden te kennen. Enerzijds moet men nauw aansluiten bij hetgeen voorafging in de eerste graad en anderzijds moet men een duidelijk zicht hebben op bij de te bereiken einddoelen in de derde graad. Eerste graad beroepenveld 'Land- en tuinbouw': exploratie en oriëntatie van de agrarische en biotechnische sector. Tweede graad: verwerven van de noodzakelijke transfereerbare basiskennis, inzichten en attitudes in het herkennen en verwerken van planten. Het inoefenen van de vaardigheden gebeurt in de tweede graad onder begeleiding. Derde graad: het toepassen van de verworven transfereerbare basiskennis (voorkennis), inzichten in concrete productrealisaties (tuinaanleg en onderhoud en bloemsierkunst). Met andere woorden in de derde graad worden door middel van productrealisaties de verworven basiskennis en inzichten toegepast en verder uitgediept (concentrische opbouw). Het inoefenen van vaardigheden in de derde graad gebeurt zoveel mogelijk zelfstandig.
Horizontale samenhang -
Bij het uitschrijven van dit leerplan werd rekening gehouden met het tijdstip waarop bepaalde leerinhouden in de andere vakken van het fundamenteel gedeelte aan bod komen. Per thema wordt via de pedagogisch-didactische wenken aangegeven welke voorkennis en inzichten de leerlingen moeten verworven hebben in andere vakken. Sommige onderwerpen dienen vakoverschrijdend te worden aangepakt. De realisatie van alle geformuleerde doelstellingen van vakoverschrijdende thema’s zal een zaak worden voor de hele school en vraagt een coördinatie van de jaarplannen door de vakwerkgroep. De kennis en kenmerken van de eetbare cultuurgewassen en onkruiden worden behandeld in het vak Plant- en groeimilieu. In dit leerplan wordt de plantenkennis beperkt tot de sierplanten.
Projectmatige aanpak -
Dit vak leent zich tot projectmatig werken. Met een project wordt bedoeld: een geïntegreerde oefening of thema door één of meer leerlingen uit te voeren. Dit kan deels onder begeleiding, deels zelfstandig gebeuren. Bij het uitvoeren van een project kunnen veel vakoverschrijdende basisvaardigheden worden uitgevoerd. Het project is geen doel op zich, maar een middel om verschillende vakoverschrijdende basisvaardigheden te integreren.
Aanschouwelijk aspect -
Er wordt tijdens de lessen Plantenkennis en -verwerking veel aandacht besteed aan het aanschouwelijk aspect. Breng de leerlingen regelmatig in contact met reële praktijkomstandigheden.
Aantal lestijden Om de leraar behulpzaam te zijn bij het opstellen van de jaarplanning stellen wij volgende raming voor in verband met de urenverdeling per thema. Deze raming is indicatief: de leraar is niet verplicht zich hier strikt aan te houden. Bovendien is de leraar niet verplicht alle doelstellingen van één hoofdstuk chronologisch na elkaar te behandelen.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
12
Tuinbouw 2de graad BSO
TV PLANTENKENNIS EN -VERWERKING 3 lestijden per week = 75 lestijden per jaar = 150 lestijden per graad Aantal lesuren 1 Plantenkennis
50
De planten hebben ook een naam Kennis van de kruidachtige sierplanten Kennis van de houtachtige sierplanten 2 Aanleg en onderhoud van groene ruimten
50
Soorten tuinen Kennis en gebruik van de dode materialen in de tuin Techniek van het tuintekenen Border aanleggen en onderhouden Grasvelden onderhouden Wandelpaden in de tuin verharden Aanplanten en onderhouden van hagen Beplanten en onderhouden van plantvakken Aanplanten en onderhouden van houtachtige gewassen 3 Verwerken en verkoop van snijbloemen en sierplanten
50
Kennis van snijbloemen en snijgroen Verzorgen van snijbloemen Kennis van kamerplanten Verzorgen van kamerplanten Materialen bloemschikken Basisprincipes bloemschikken Inpakken van bloemen en planten Opbindtechnieken bloemen Praktische oefeningen Totaal aantal lestijden
150
PV PLANTENKENNIS EN -VERWERKING 2 of 4 uur = 50 of 100 uur/schooljaar = 100 of 200 uur/graad 4 Aanleg en onderhoud van groene ruimten
50 of 100
Bij voorkeur gekoppeld aan TV Aanleg en onderhoud van groene ruimten 5 Verwerken en verkoop van snijbloemen en sierplanten
50 of 100
Bij voorkeur gekoppeld aan TV Verwerken en verkoop van snijbloemen en sierplanten
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
13
Tuinbouw 2de graad BSO
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
4.1
Plantenkennis
De doelstellingen en leerinhouden worden eerst naast elkaar weergegeven. Deze worden gevolgd door de pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen. Een (U) staat voor uitbreiding. 4.1.1
De planten hebben ook een naam LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
Het nut van de juiste plantenbenaming verwoorden. Wetenschappelijke namen van familie, geslacht en soort herkennen. Wetenschappelijke naam van Nederlandse naam onderscheiden. Namen van cultuurvariëteiten en variëteiten onderscheiden. Verwoorden wat synoniemen zijn.
- Delen van de wetenschappelijke naam - Het belang van wetenschappelijke namen voor de praktijk - Nomenclatuurregels voor gecultiveerde planten - Synoniemen (U) - Schrijfwijze van een geslachts- en soortkruising (U) - Schrijfwijze van een groep (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
-
Het is belangrijk de link te leggen tussen bovengenoemde leerinhouden en de lessen Toegepaste natuurwetenschappen. De indeling van het plantenrijk wordt behandeld in het leerplan Toegepaste natuurwetenschappen van het tweede leerjaar van de tweede graad BSO. Bij het aanleren van de juiste schrijfwijze maken de leerlingen gebruik van voorbeelden uit recente catalogi uitgegeven door een plantenkwekerij. Het is ook interessant foutief geschreven wetenschappelijke namen door de leerlingen te laten opsporen en deze te corrigeren. Het is een must dat de namen van de planten die voorkomen in de schoolcollectie correct worden geschreven. Als richtlijn wordt de naamlijst van vaste planten en houtige gewassen, uitgegeven door het proefstation voor boomkwekerij te Boskoop aanbevolen (zie adressenlijst). De plantenlijst die bij dit leerplan is, is richtinggevend.
4.1.2
Kennis van de kruidachtige sierplanten LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
Kruidachtige en houtachtige gewassen onderscheiden. Kruidachtige planten indelen in rubrieken.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
Indeling van de kruidachtige sierplanten - Definitie kruidachtige planten - Indeling van de kruidachtige sierplanten in rubrieken: @ eenjarigen @ tweejarigen @ vaste planten @ bollen en knollen
14
Tuinbouw 2de graad BSO
-
-
Eenjarige zaaibloemen herkennen. De ontwikkelingscyclus van eenjarige zaaibloemen schematisch weergeven en uitleggen. De belangrijkste eenjarige zaaibloemen herkennen. Aan de hand van een concreet voorbeeld de verschillende stappen in het teeltverloop weergeven. (U) De gebruiksdoelen van eenjarige zaaibloemen opsommen. Een voorbeeldteelt opvolgen en/of opzetten. (U)
Eenjarige zaaibloemen hebben een rijke zomerbloei - Definitie van eenjarige zaaibloemen - Kenmerken van eenjarige zaaibloemen - Ontwikkelingscyclus eenjarige zaaibloemen - Gebruiksmogelijkheden - Algemene teeltcyclus (U) - De belangrijkste eenjarige zaaibloemen
Tweejarige zaaibloemen herkennen. De ontwikkelingscyclus van tweejarige zaaibloemen schematisch weergeven en uitleggen. De belangrijkste tweejarige zaaibloemen herkennen. Aan de hand van een concreet voorbeeld de verschillende stappen in het teeltverloop weergeven. (U) De gebruiksdoelen van tweejarige zaaibloemen opsommen. Een voorbeeldteelt opvolgen en/of opzetten (U)
Tweejarige zaaibloemen - Definitie van tweejarige zaaibloemen - Kenmerken van tweejarige zaaibloemen - Ontwikkelingscyclus - Gebruiksmogelijkheden - Algemene teeltcyclus - De belangrijkste tweejarige zaaibloemen
Aan de hand van een concreet voorbeeld de ontwikkelingscyclus van een bol- en/of knolgewas schematisch weergeven en uitleggen wat er in iedere fase gebeurt. Bollen van knollen onderscheiden. Lentebloeiende en zomerbloeiende bol- en knolgewassen van elkaar onderscheiden. Bol- en knolgewassen herkennen. De gebruiksdoelen van bol- en knolgewassen opsommen. Aan de hand van de bol of knol, de belangrijkste bol- en knolgewassen herkennen. Een voorbeeldteelt opvolgen en/of opzetten.
Lente in de tuin met bol- en knolgewassen Indeling volgens bloeitijdstip: - Lentebloeiende - Zomerbloeiende Indeling volgens leeftijd van de bol of knol: - Ontwikkelingscyclus - Gebruiksmogelijkheden - Algemene teeltcyclus - De belangrijkste bol- en knolgewassen
Vaste planten van andere kruidachtige planten onderscheiden. De ontwikkelingscyclus van vaste planten schematisch weergeven en uitleggen. Vaste planten herkennen. Aan de hand van een concreet voorbeeld de verschillende stappen in het teeltverloop weergeven. (U)
Vaste planten zijn vaste waarden in onze tuinen! - Definitie van vaste planten - Kenmerken van vaste planten - Ontwikkelingscyclus van vaste planten - Indeling van vaste planten: @ volgens bloeitijdstip @ volgens planthoogte
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
15
Tuinbouw 2de graad BSO
-
De gebruiksdoelen van vaste planten herkennen en opsommen. Een voorbeeldteelt opvolgen en/of opzetten. (U)
- Gebruiksmogelijkheden - Algemene teeltcyclus - De belangrijkste vaste planten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
-
Bovenvermelde leerinhouden bieden de mogelijkheden om samen te werken met de leraar Toegepaste natuurwetenschappen. Deze thema’s sluiten aan bij de leerinhouden in verband met het classificeren van planten (zie leerplan Toegepaste natuurwetenschappen – tweede graad BSO). Laat de leerlingen informatie opzoeken in recente plantencatalogi. De band met de praktijk wordt hierdoor sterker en de motivatie wordt gestimuleerd. Via het werken en bezig zijn met bovenvermelde planten wordt theoretisch inzicht en kennis opgebouwd. Bezoeken aan bedrijven die bovenvermelde planten produceren en verkopen wordt aanbevolen. Het bloembollencentrum te Lisse (Nederland) biedt een gamma interessant didactisch materiaal aan voor de lessen in verband met bol- en knolgewassen (zie nuttige adressen). U kunt ook een catalogus met een overzicht van het beschikbaar materiaal aanvragen. Bij het opstellen van het jaarplan houdt u het best rekening met de seizoenen en het tijdstip waarop praktische oefeningen in verband met bovengenoemde lesthema’s kunnen uitgevoerd worden. Het is aan te raden de leerinhouden van sommige bovenvermelde thema’s op te splitsen. Hieronder vindt u een voorbeeld voor het thema “bol -en knolgewassen“. Tijdens de maanden september-oktober: planten van bol- en knolgewassen en het herkennen van bollen en knollen. Tijdens de winterperiode: forceren van bol- en knolgewassen. Tijdens de lente: herkennen van bloeiende bol- en knolgewassen. Een klasbibliotheek met enkele standaardboeken omtrent kennis en gebruik van kruidachtige sierplanten is gewenst. De vermeerdering en opkweek van bovengenoemde plantenrubrieken komen aan bod in het vak Plant- en groeimilieu.
4.1.3
Kennis van de houtige tuinplanten LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
De houtachtige sierplanten indelen in plantenrubrieken. De verschillende boomvormen onderscheiden.
Indeling van de houtachtige sierplanten Begrippen boom, struik, hoogstam, halfstam, heester, conifeer
De voornaamste delen van een boom onderscheiden. De functie van bomen in ons leefmilieu herkennen. De gebruiksmogelijkheden van loofbomen opnoemen. Loofbomen op basis van uitwendige kenmerken herkennen. Het volume inschatten dat een loofboom zal innemen op oudere leeftijd.
Een loofboom kent men aan … - Delen van een boom - Indeling van de boom naar de groeivorm - Functie van bomen - Sierwaarde van loofbomen - Gebruiksmogelijkheden van bomen - Kennis van de belangrijkste boomsoorten
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
16
Tuinbouw 2de graad BSO
-
-
Bladhoudend van bladverliezend onderscheiden. De gebruiksmogelijkheden van sierheesters opnoemen. Sierheesters indelen volgens bloeitijdstip. Sierheesters op basis van uitwendige kenmerken herkennen. Het volume inschatten dat een sierheester zal innemen op oudere leeftijd.
Sierheesters zijn niet weg te denken bij het creëren van een tuin - Indeling van de sierheesters: @ Bladhoudende @ Bladverliezende - Indeling van de sierheesters volgens bloeitijdstip - Gebruiksmogelijkheden en sierwaarde van sierheesters in de tuin - Sierwaarde van sierheesters - Identificeren van sierheesters
Coniferen van andere houtachtige gewassen onderscheiden. Aan de hand van een determinatietabel de belangrijkste geslachten die behoren tot de coniferen onderscheiden. (U) De verschillende gebruiksmogelijkheden van coniferen opsommen en illustreren met een voor beeld. Coniferen herkennen tot op het niveau van het geslacht.
Coniferen zorgen voor eeuwig groen - Definitie conifeer - Indeling van de coniferen - Gebruiksmogelijkheden en sierwaarde van de coniferen - De belangrijkste geslachten van coniferen
De functie van een haag opsommen. Haagplanten op basis van uitwendige kenmerken herkennen. Plantensoorten herkennen die kunnen als haagplant fungeren. Het volume inschatten dat een haagplant zal innemen op oudere leeftijd.
Levende hagen - Het begrip haag - Kenmerken van een haagplant - Functie van hagen - Plantensoorten waarmee men hagen kan vormen - Identificatie van haagplanten
Klimplanten voor het juiste doel gebruiken. Klimplanten op basis van uitwendige kenmerken herkennen. Het volume inschatten dat een klimplant zal innemen op oudere leeftijd.
Klimplanten - Het begrip klimplant - Functie van klimplanten - Plantensoorten die als klimplant worden gebruikt - Herkennen van klimplanten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Bovenvermelde leerinhouden bieden de mogelijkheid om samen te werken met de leraren Toegepaste natuurwetenschappen. Deze thema’s sluiten aan bij de leerinhouden in verband met het classificeren van planten (zie leerplan Toegepaste natuurwetenschappen – tweede graad BSO). De leerlingen kunnen informatie opzoeken in recente plantencatalogi. De band met de praktijk wordt hierdoor sterker en de motivatie wordt gestimuleerd. Via het werken en bezig zijn met bovenvermelde planten wordt theoretisch inzicht en kennis opgebouwd. Bedrijven bezoeken die bovenvermelde planten produceren en verkopen, wordt aanbevolen. Bij het opstellen van het jaarplan houdt u best rekening met de seizoenen en het tijdstip waarop praktische oefeningen in verband met bovengenoemde lesthema’s kunnen uitgevoerd worden.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
17
Tuinbouw 2de graad BSO
-
-
Het is aan te raden sommige van bovenvermelde thema’s op te splitsen. Hieronder vindt u een voorbeeld voor het thema "loofbomen". Tijdens het najaar: herkennen van bomen aan de hand van bladeren, herfstverkleuring en vruchten. Tijdens de winterperiode: herkennen van bomen op basis van winterkenmerken. Tijdens de lente: herkennen van bomen aan de hand van de bloei en bladeren (zomerkenmerken). Een klasbibliotheek met enkele standaardboeken en recente catalogi omtrent kennis en gebruik van kruidachtige sierplanten is gewenst.
4.2
4.2.1
Aanleg en verzorgen van groene ruimten
Soorten tuinen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
-
De verschillende elementen die deel uitmaken van tuinen herkennen en noemen.
De tuinelementen
-
Op basis van enkele kenmerken de verschillende soorten tuinen onderscheiden en noemen.
Soorten tuinen - Gazontuin met borders - Heidetuin - Rotstuin - Kindertuin - Kruidentuin - Geveltuin - Balkon of daktuin en andere
-
Aan de hand van concrete voorbeelden de verschillende functies van de tuinen herkennen.
Belangrijkste functies van tuinen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Bezoek met de leerlingen verschillende soorten tuinen en laat hen de verschillende tuinelementen en functies ontdekken. Laat de verschillen tussen de tuinen vaststellen. Ook beeldmateriaal met opnames uit gekende tuinen kan didactisch aangewend worden. De leerlingen kunnen een documentatiemap samenstellen met informatie omtrent de verschillende tuinelementen .
4.2.2
Kennis en gebruik van dode materialen in de tuin LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
Het verschil tussen levende en levenloze materialen in een tuin herkennen en verwoorden.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
- Steenachtige materialen: @ beton @ baksteen @ natuursteen
18
Tuinbouw 2de graad BSO
-
Toepassingen van vaste en losse dode materialen herkennen en noemen. De voornaamste functies van dode materialen bij het gebruik in tuinen herkennen en noemen. Belangrijkste eigenschappen van elk dood materiaal in verband met het gebruik in tuinen herkennen en noemen.
- Metalen: @ ijzer @ staal @ aluminium @ koper - Kunststoffen - Hout - Recyclagemateriaal - Nuttige voorzieningen in tuinen: @ tuinmeubilair @ hekken en schuttingen @ plantenbakken @ tuinverlichting @ verhardingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Bovenvermelde leerinhouden bieden de mogelijkheid om vakoverschrijdend samen te werken met de leraren Algemene techniek. Algemene techniek schenkt aandacht aan de verwerking van de diverse materialen. Het is een must dat de leraren beeldmateriaal en de materialen zelf tonen aan de leerlingen. Het is interessant dat deze materialen in de klas aanwezig zijn op het moment dat ze ter sprake komen. Laat de leerlingen informatie in verband met dode materialen, die verwerkt worden in een tuin, opzoeken in recente catalogi. De band met de praktijk wordt hierdoor sterker en de motivatie wordt gestimuleerd.
4.2.3
Techniek van het tuintekenen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
-
De materialen die nodig zijn voor het maken van een tuintekening herkennen en hanteren.
De tekenmaterialen
-
Onder begeleiding een bestaande tuin en/of tuinontwerp op schaal tekenen.
Tekenen op schaal - Schaallineaal - Oppervlakteberekeningen. - Schaalindelingen
-
Tuinmotieven tekenen. De noordpijl op een tekening aanbrengen.
Tuinmotieven tekenen Bovenaanzicht van bomen, heesters, borders, coniferen en bouwkundige constructies Noordpijl
-
Normschrift toepassen op tekeningen.
Normschrift
-
De verschillende soorten tekeningen die bij het creëren van tuinen gebruikt worden herkennen.
Soorten tekeningen
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
19
Tuinbouw 2de graad BSO
-
De verschillende manieren om een tuin grafisch voor te stellen, herkennen en toepassen.
Een tuintekening grafisch opmaken
-
Een ontwerp- en beplantingsplan interpreteren.
Plannen van tuinen interpreteren
-
Tuinonderdelen schetsen. (U)
Schetsen (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
-
Bij het ontwerpen van tuinen worden allerlei soorten plannen gemaakt. Volgende tekeningen worden courant gebruikt: plattegrond, schetstekening, ontwerptekening, werktekening, detailtekening beplantingsplan, perspectieftekening en eventueel maquette. Het is de bedoeling dat de leerlingen de verschillende soorten tekeningen onderscheiden en benoemen. Laat vooral de leerlingen de verschillende fasen bij het tekenen van tuinen zien en onderscheiden. Een gesprek organiseren met een tuinarchitect of een bezoek brengen aan een ontwerpbureau worden aangeraden. Ontwerpen van tuinen en borders behoort tot de leerinhouden van de derde graad. Ook de tuinkunstgeschiedenis en de verschillende tuinstijlen zijn thema’s die behoren tot de derde graad. Tijdens de tweede graad wordt de nadruk gelegd op het ontwikkelen van handmatige tekenvaardigheden. Tuintekenen met behulp van de computer wordt voorzien in de nieuwe leerplannen voor derde graad. Voor het tekenen op schaal kan vakoverschrijdend samengewerkt worden met de leraar wiskunde. Laat de leerlingen een bestaande interessante tuintekening volgens een opgegeven schaal vergroten of verkleinen.
4.2.4
Border aanleggen en verzorgen LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
-
LEERINHOUDEN
Basisregels voor het samenstellen van borders herkennen en noemen. De factoren die de plantenkeuze bepalen opsommen en motiveren. Informatie omtrent groeivoorwaarden, functionaliteit, decoratieve waarde en onderhoud van planten opzoeken en interpreteren. Aan de hand van voorgestelde selectiecriteria plantensoorten via informatiebronnen selecteren.
Basisregels voor het samenstellen van een border De factoren die de keuze van een plantensoort bepalen: - Groeivoorwaarden - Functionaliteit - Decoratieve waarde - Onderhoud - Persoonlijke smaak
Aan de hand van een concreet beplantingsplan een border aanleggen.
Aanleggen van een border
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
20
Tuinbouw 2de graad BSO
-
Onderhoudszorgen aan borders uitvoeren. De belangrijkste gereedschappen en materialen die worden gebruikt bij het onderhouden van tuinen herkennen en op een veilige en ergonomische manier gebruiken.
Onderhoud van borders Gereedschappen Onderhoudszorgen: - Grondverzorging - Onkruidbeheersing - Verplanten en verjongen vaste planten - Steunen van vaste planten - Snoeien van heesters - Uitgebloeide bloei verwijderen - Bemesten - Andere
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
-
Laat de leerlingen op regelmatige tijdstippen planten selecteren aan de hand van vooropgestelde criteria. Ze kunnen daarvoor allerlei informatiebronnen gebruiken. Er zijn goed bruikbare cd’s met informatie omtrent planten op de markt. Selecteren van planten via de computer biedt mogelijkheden om ICT te integreren. Het is aan te raden de leerlingen aan de hand van een uitvoeringsplan een border te laten uitvoeren en deze, onder begeleiding, te laten onderhouden.
4.2.5
Grasvelden onderhouden LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
De verschillende soorten grasvelden opsommen en herkennen. De verschillende functies van grasvelden verwoorden. Het groeiverloop van een grasveld tijdens een jaar grafisch voorstellen.
Kennis van de grasvelden - Soorten grasvelden - Bouw en kenmerken van de grasplant - Functie van grasvelden - Belangrijkste grassoorten herkennen - Groeiverloop grasvelden
-
Onder begeleiding een grasveld aanleggen (grondbewerkingen, egaliseren, zaaien en rollen) .
Aanleg van grasvelden - Grondvoorbereidingen - Egaliseren - Zaaien van grasvelden - Uitleggen graszoden
-
Onder begeleiding een grasveld onderhouden (bemesten, maaien, sproeien, grasharken, kantsteken en graskanten knippen en andere). Een kantsteker, grashark, grasmachines en kantenschaar herkennen, gebruiken en onderhouden. De verschillende typen grasmaaiers herkennen en op de juiste wijze gebruiken. De werkzaamheden uitvoeren met de juiste gereedschappen, werktuigen of machines.
Project grasvelden onderhouden - Het maaien - Soorten maaiers - Schoonmaken grasmachine - Onderhoud grasmaaiers - Sproeien - Bemesten - Grasharken - Kantsteken - Graskanten knippen - Verluchten van grasvelden - Mos uitkammen
-
-
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
21
Tuinbouw 2de graad BSO
- Mos bestrijden - Onkruidbestrijding - Waterbeheersing PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Het is aangewezen dat de school over grasvelden beschikt in verband met het realiseren van het leerplan. De leerlingen kunnen documentatie verzamelen omtrent de aanleg en onderhoud van de verschillende grasvelden. De leraar kan ieder schooljaar opnieuw een grasveld met de leerlingen aanleggen. Het is belangrijk dat de school beschikt over verschillende typen van grasmaaiers. Een aantal belangrijke grassoorten uitzaaien op demonstratievelden kan heel leerrijk zijn. Bij het uitvoeren van de onderhoudszorgen aan grasvelden moet veel aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden.
4.2.6
Wandelpaden in de tuin verharden LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
De soorten verhardingen voor tuinen onderscheiden. De functie van verhardingen in de tuin opsommen. Materialen waarmee verhardingen worden aangebracht in de tuin herkennen. De verbanden bij het gebruik van betontegels, tekenen en herkennen. Een doorsnede van een klinkerbed tekenen en de onderdelen benoemen.
Materiaalkeuze voor verhardingen - Soorten verhardingen - Functie van verhardingen in de tuin - Materialen voor het aanbrengen van verhardingen - Verbanden en patronen - Onderhoud verhardingen
Onder begeleiding verhardingen uitvoeren.
Project: aanleggen van verhardingen - De meetinstrumenten - Uitzetten van lengten - Metingen met darmwaterpas - Gereedschappen nodig voor de aanleg van verhardingen - Voorbereidingen van de aanleg - Uitvoeren verhardingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Het is aangewezen dat de voornaamste materialen die gebruikt worden om verhardingen aan te leggen ter beschikking zijn op school. In de schooltuin(en) kan men de verschillende soorten van verhardingen demonstratief aanleggen. Verhardingen realiseren kan ook in combinatie gebeuren met het realiseren van metselwerk in de tuin (zie Algemene techniek). De aanwezigheid van een zandbed, voor het uitvoeren van verhardingen met betonstenen op school, is aan te raden.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
22
Tuinbouw 2de graad BSO
-
-
Laat de leerlingen documentatie en informatie opzoeken omtrent verhardingen in tuinen. Een bezoek met de leerlingen aan een bedrijf dat bouwmaterialen verkoopt wordt aangeraden. Het uitwerken van een verharding op school kan gerealiseerd worden volgens de basisregels van het technologisch proces: @ er is een behoefte (eisen aan de uitvoering); @ wat zijn de middelen om aan die behoefte te voldoen? @ analyse van het proces (stappenplan voor de uitvoering - werktekening opmaken); @ de uitvoering; @ evaluatie van de uitgevoerde werken. Het gebruik van waterpasinstrumenten, lasers en prisma’s behoren tot de leerinhouden van de derde graad. Voor hoogtemetingen beperkt men zich in de tweede graad tot het darmwaterpas.
4.2.7
Aanplanten en onderhoud van hagen (houtachtige gewassen) LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
In een concrete situatie een haag aanplanten. Aantal planten bepalen voor het aanplanten van een haag. Aan de hand van een cataloog de kostprijs van een haag bepalen.
Hagen aanplanten - Planttijdstippen - Aantal planten per strekkende meter - Planten van hagen
Hagen op een veilige en correcte wijze snoeien met een haagschaar. In een concrete situatie het juiste snoeitijdstip bepalen. Planten in bepaalde vormen scheren.
Hagen onderhouden - Basisprincipes in verband met scheren van hagen - Snoeitijdstip van een haag - Eenvoudige vormsnoei - Oefeningen in het scheren van een haag
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Bovengenoemde leerinhouden worden het best samen behandeld met de leerinhouden omtrent de kennis en het herkennen van haagplanten. Voor het inoefenen van bovenvermelde basisvaardigheden dienen in de school, of in de omgeving, verschillende typen hagen aanwezig te zijn. Zorg voor voldoende aantal, opdat iedere leerling(e) de kans kan krijgen te oefenen. Laat de leerlingen informatie opzoeken omtrent de verschillende soorten haagplanten en toepassingsmogelijkheden.
4.2.8
Beplanten en onderhouden van plantenvakken LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
Uitvoeringstekeningen maken van het te beplanten plantvak. De verschillende voorbereidingen op beplanten van plantvakken uitvoeren.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
- Uitvoeringstekening plantvakken - Voorbereidingen van plantvakken op het planten
23
Tuinbouw 2de graad BSO
-
De verschillende mogelijkheden bij het beplanten van plantvakken met kruidachtige planten opsommen.
- Mogelijkheden tot het beplanten van plantvakken met kruidachtige planten: @ eenjarige zaaibloemen @ tweejarige als lentebloeiers @ bol- en knolgewassen
-
Het planttijdstip, de plantdiepte en plantafstand van een bepaald bol- en knolgewas bepalen. De verschillende plantverbanden toepassen. Aantal planten voor een opgegeven plantvak berekenen en kostprijs berekenen. Het planttijdstip, de plantdiepte en plantafstand van bepaalde een- of tweejarige zaaibloemen bepalen. De verschillende onderhoudszorgen na het beplanten van plantvakken uitvoeren.
- Planten van bol- en knolgewassen: @ tijdstip @ plantdiepte en plantafstand @ plantverbanden. - Planten van eenjarige en tweejarige zaaibloemen: @ tijdstip @ plantdiepte en plantafstand @ plantverbanden - Zorgen na het beplanten van plantvakken
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
-
Voor het realiseren van bovengenoemde doelstellingen dienen in de school of in de omgeving enkele plantvakken gereserveerd te worden. Dit met het oog op het uitvoeren van oefeningen in verband met het beplanten en onderhouden van bloemperken. Het is aangewezen bloemperken, aangelegd door de groendiensten, te bestuderen en op te volgen. Maak met de leerlingen eerst een uitvoeringstekening en een stappenplan voor de uitvoering. Bereken met hen het aantal planten of bollen die nodig zijn om dergelijk bloemperk te beplanten. Tenslotte maak je met de leerlingen een raming van de kostprijs op. Deze geïntegreerde vorm van werken slaat aan bij de leerlingen, omdat ze praktijkgericht is. Beeldmateriaal in verband met het beplanten van bloemperken is aangewezen. De leraar kan de leerlingen zelf combinaties van bloemperken laten uitwerken.
4.2.9
Aanplanten en onderhouden van houtige gewassen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
-
Houtachtige gewassen planten.
Planten van houtachtige gewassen - Voorbereiding van het planten - Inkuilen/opkuilen - Planten van bomen - Zorgen na de planting van houtige gewassen - Uitplanten containerplanten
-
Houtachtige gewassen snoeien. Snoeigereedschappen herkennen en op een veilige en ergonomische manier gebruiken.
Snoeien van houtachtige gewassen - Snoeigereedschappen - Snoeien van heesters - Snoeien van rozen - Snoeien van bomen (U) - Snoeien leilinden - Verwijderen wortelopslag
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
24
Tuinbouw 2de graad BSO
-
Houtachtige gewassen aanbinden.
Aanbindtechnieken - Steunen en opbinden van houtachtige gewassen - Aanbinden leilinden
-
Gevaren herkennen bij het uitvoeren van onderhoudswerken aan beplantingen langs openbare wegen. Maatregelen nemen om ongevallen bij het uitvoeren van onderhoudswerken aan beplantingen langs openbare werken te voorkomen.
Veiligheid bij het werken in openbaar groen - Gevaren - Maatregelen om ongevallen te voorkomen @ veiligheidskledij @ signalisatie
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
Bovenvermelde leerinhouden vragen een permanente begeleiding van de leraar. Vooraleer de leerlingen het hout wegsnoeien moeten ze met behulp van gekleurde markeringen de snoeiplaatsen aanduiden. Deze aanpak biedt de gelegenheid om met de leerlingen te overleggen vooraleer zij tot snoeien overgaan. Dit thema biedt de mogelijkheid om de leerlingen onder begeleiding een beplantingsplan te laten uitvoeren.
4.3
Verwerken en verkoop van snijbloemen en sierplanten LEERPLANDOELSTELLINGEN
-
LEERINHOUDEN
De belangrijkste snijbloemen herkennen. De belangrijkste soorten snijgroen herkennen. De verschillende stappen van snijbloemen in de distributieketen schematisch herkennen. Het belang van een voorbehandeling van pas geoogste snijbloemen verwoorden. (U)
Kennis van de snijbloemen en snijgroen - Definities snijbloemen en snijgroen - Indeling van de snijbloemen - Gebruiksmogelijkheden - De voornaamste soorten snijbloemen - Herkomst van snijbloemen - De distributieketen snijbloemen van kweker tot consument - Voorbehandeling van pas geoogste snijbloemen (U)
-
De algemene verzorging van snijbloemen uitvoeren.
Verzorgen van snijbloemen - De houdbaarheid van snijbloemen - Uitpakken snijbloemen - Schoonmaken van snijbloemen - Vazen schoonmaken - Snijbloemen bewaren - Houdbaarheidsmiddelen
-
De belangrijkste kamerplanten die in de handel voorkomen herkennen.
Kennis van kamerplanten - Het begrip “kamerplant”
-
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
25
Tuinbouw 2de graad BSO
-
Vertellen welke twee groepen kamerplanten er voorkomen in de handel. De gebruiksmogelijkheden van kamerplanten herkennen en noemen.
- Indeling van de kamerplanten: @ bladplanten @ bloeiende potplanten - Kennis van de voornaamste kamerplanten - Gebruiksmogelijkheden kamerplanten
Uitvoeren en aangeven waarom, hoe en wanneer men kamerplanten verpot. Vertellen hoe je aan een plant kunt zien hoe deze verzorgd moet worden. Dagelijkse verzorging van kamerplanten toepassen.
Verzorging kamerplanten - Verpotten van kamerplanten - Controle en onderhoud in verkoopruimte - Onderhoudstips voor kamerplanten
-
De belangrijkste materialen en gereedschappen die aangewend worden bij het verwerken van bloemen herkennen, benoemen en oordeelkundig toepassen.
Materialen die worden gebruikt bij het verwerken van bloemen - Gereedschappen - Materialen
-
Basisprincipes bij het creëren van een bloemwerk herkennen en toepassen. Uitleggen wat de volgende vaktermen betekenen: symmetrisch, asymmetrisch, eenzijdig en alzijdig. Kleuren en bloemvormen op de goede manier aanwenden bij het creëren van bloemwerk.
Basisprincipes bij het creëren van een bloemwerk - Vormgeving bloemwerk - Het goed gebruik van kleuren: @ de kleurencirkel @ warme en koude kleuren @ kleurenharmonie @ contrasterende kleuren @ kleurensymboliek - Het goed aanwenden van verschillende types van bloemvormen
Vertellen op welke verschillende manieren snijbloemen en kamerplanten ingepakt kunnen worden. Het doel van inpakken verwoorden. Snijbloemen en kamerplanten inpakken.
Inpakken van bloemen en planten - Doel van het inpakken van snijbloemen en planten - Inpakmaterialen - Grondregels bij het inpakken van snijbloemen en kamerplanten - Oefeningen op het inpakken
Voor iedere toepassing bij het binden van bloemen of bladeren de juiste draaddikte kiezen en de juiste bindtechniek toepassen. Snijbloemen uitpakken en op water zetten. Snijbloemen op de correcte manier aansnijden. Eenvoudig corsage samenstellen.
Basistechnieken in verband met het schikken van bloemen Opbindtechnieken: - Soorten draden - Bloemen op draad binden - Bladeren op draad binden - Hulpmiddelen op draad binden - Eenvoudig corsage maken Bloemen op water plaatsen Techniek om bloemen aan te snijden Snijbloemen schoonmaken
-
-
-
-
-
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
26
Tuinbouw 2de graad BSO
-
-
Plantenbakje onder begeleiding opmaken met planten van verschillende soorten die goed bij elkaar passen, ook wat verzorging betreft. Uitleggen wat het verschil is tussen een vaas– en schaalschikking. Onder begeleiding bloemwerk voor bijzondere gelegenheden samenstellen. Onder begeleiding een vaas- en/of schaalschikking samenstellen. Onder begeleiding bloembakken samenstellen.
Projecten: praktische oefeningen - Vaas- en schaalschikking - Opmaken plantenschalen - Bloemwerk voor bijzondere gelegenheden - Tafelstukjes: eenzijdig en alzijdig - Bloembakken samenstellen
Een plantenetiket interpreteren en informatie verstrekken aan de klant. Gebruikstips en onderhoudstips omtrent planten, aangeboden in tuincentra, opzoeken en verwoorden. Planten uitpakken en presenteren. Planten in een tuincentrum onder begeleiding onderhouden.
Verkoop van sierplanten - Onderhoud van sierplanten en snijbloemen in een tuincentrum - Informatie op plantenetiketten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN -
5
Tijdens de tweede graad maken de leerlingen, onder begeleiding van de leraar, vooropstelde bloemencreaties. In de derde graad maken ze zelfstandig vooropgestelde werken of eigen creaties. De verschillende stijlen en de geschiedenis van de bloemsierkunst komen pas aan bod in de derde graad. Het is niet de bedoeling alle materialen en gereedschappen die gebruikt worden bij het bloemschikken chronologisch na elkaar te behandelen. Bij iedere oefening worden de materialen die nodig zijn voor de uitvoering ervan besproken. Handgebonden boeketten kunnen omwille van de vereiste technische vaardigheden pas in de derde graad aan bod komen. In de tweede graad beperkt men zich tot het leren inpakken van kamerplanten en snijbloemen. Inpakken van bloemstukken en plantenschalen zijn leerinhouden voor de derde graad. Laat leerlingen documentatie en informatie omtrent de verschillende aspecten van de bloemsierkunst opzoeken en verwerken. EVALUATIE
Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en niet-bereikte leerdoelen. Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces, want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen en remediëren.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
27
Tuinbouw 2de graad BSO
Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan: - Cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen). - Psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, juistheid, ritme, snelheid van uitvoering, nauwkeurigheid, beheersingsniveau). - Attitudes (doorzetting, efficiëntie, ordentelijk werken, motivatie, sociale gerichtheid). De einddoelstelling is dat de leerling(e) door zelfevaluatie zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwaliteitsverbetering. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling(e). Het lerend bezig zijn van leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten bij de realisatie van een product. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen worden permanent getoetst. Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek, aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven opdrachten, bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben. Evalueren helpt het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingselement. Daardoor worden het leerproces van de leerling en de leraar geoptimaliseerd. Het is belangrijk bij iedere opdracht op voorhand aan te duiden welke items het voorwerp van een evaluatie uitmaken en hoe de beoordeling zal worden opgevat. Hoe evalueren? Toetsen van cognitieve elementen via schriftelijke opdrachten als ‘Verklaar ...’, ‘Omschrijf …’ ‘Leg uit met je eigen woorden ...’, ‘Leg het verband tussen ...’ brengen heel veel BSO-leerlingen, ook al kennen ze het antwoord, niet tot een goed einde. Ze leveren dus vaak een foutieve beoordeling van de leerling op. BSO-leerlingen hebben het ook heel moeilijk met het memoriseren, het verwoorden of het afleiden van conclusies. Ander vormen van schriftelijke evaluatie zijn wel bruikbaar: - meerkeuzevragen; - aanvullen van een tekening of schema (geen louter invuloefening); - opdrachten als ‘ verbind de elementen die samenhoren met een pijl’, ‘plaats in de juiste volgorde’, ‘rangschik volgende elementen’; - uit een reeks voorbeelden de juiste oplossingen halen. 6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
Om projectmatig te kunnen werken, dient de school voor de studierichting 'Tuinbouw' voor het vak Plantenkennis en -verwerking te beschikken over aangepaste infrastructuur. Daarnaast zijn volgende lokalen, liefst aangrenzend, wenselijk: één klaslokaal met documentatiecentrum, een wasplaats, een kleedkamer en een bergruimte voor gereedschappen. Er moet ook een ruimte, al dan niet overdekt, voorzien worden voor het stapelen van materialen en het bergen van zwaar materieel.
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
28
Tuinbouw 2de graad BSO
De werkruimten, de loodsen, het gereedschap, de machines en werktuigen, de uitrusting, de ladders moeten beantwoorden aan alle voorschriften in verband met preventie. Er moet gestreefd worden naar de best mogelijke benadering van de reële werkomstandigheden. Richtlijnen in verband met de inrichting van de werkruimten De werkplaats(en) moeten voldoende ruim zijn om een degelijke opleiding te kunnen realiseren. De werkplaatsen moeten uiteraard beantwoorden aan de bepalingen van het ARAB. Vaklokaal Om projectmatig en geïntegreerd te kunnen werken (= voortdurende interactie tussen theorie en praktijk) is een klaslokaal, voorzien van documentatiekasten, met projectiemogelijkheid nodig. ICTuitrusting is wenselijk. Klasbibliotheek: met enkele standaardwerken en catalogi nodig bij het opzoeken van gegevens omtrent planten. Een kleedkamer voor de leerlingen Hierin moeten sanitaire installaties worden voorzien in functie van het aantal leerlingen. Werkkledij Voor de praktische oefeningen dient iedere leerling(e) over aangepaste kledij te beschikken. Gereedschappen en uitrustingen Iedere leerling(e) dient over het noodzakelijke gereedschap, materialen en uitrustingen te beschikken om de vooropgestelde doelstellingen van het leerplan te realiseren. De uitrusting en de inrichting van de lokalen, inzonderheid de werkplaatsen, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften inzake arbeidsveiligheid van de Codex over het welzijn op het werk, van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) en van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). 7
BIBLIOGRAFIE
-
VAN DE LAAR, H.J., DE JONG, P.C., HOFFMAN, M.H.A., FORTGENS, G., Naamlijst van de houtachtige gewassen, Proefstation voor boomkwekerij, Boskoop,1995, ISBN 90-802-469-2-1.
-
VAN DEN OEVER, T., Grote Groengids, Boomkwekerij Ton van den Oever, Rijksweg 13, postbus 15, NL-5076 ZG Haaren, Nederland.
-
Ontwerp je eigen tuin – groene ruimte – specifiek kerndeel 1, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen, Nederland.
-
Recreatieplas de viersprong, groene ruimte – basisdeel 1, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen.
-
Ontwerp je eigen tuin – groene ruimte - specifiek kerndeel 1, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen.
-
Ontwerp je eigen tuin – groene ruimte - specifiek kerndeel 2, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen.
-
Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en -schikken, basisdeel 1, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen.
-
Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en -schikken, specifiek kerndeel 1, Ontwikkelcen-
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
29
Tuinbouw 2de graad BSO
trum Ede, Wageningen. -
Verkopen in de bloemenwinkel, bloembinden en -schikken, specifiek kerndeel 2, Ontwikkelcentrum Ede, Wageningen.
-
LABIRINT: Via de website www.vlit.be kan je informatie zoeken omtrent leerinhouden van dit leerplan. Labirint is een database die 175 land- en tuinbouwtijdschriften ontsluit. Deze centrale database groeit jaarlijks aan met ongeveer 20 000 records per jaar. Voortaan kan u vanachter uw pc-scherm op het werk, op school of thuis land-en tuinbouwartikels bestellen. Na ontvangst van de bestelling worden de gewenste artikels voor u gekopieerd en netjes thuis bezorgd.
-
Website Diocesane Begeleidingsdienst Brugge. Op de website http://dpb.sip.be kunt u up-to-date informatie raadplegen omtrent de studierichtingen land- en tuinbouw. U vindt er ook een overzicht van het beschikbaar cursusmateriaal uitgegeven door de sectorcommissie land- en tuinbouw van het VVKSO.
8
NUTTIGE ADRESSEN
Vlaams Informatiecentrum over Land- en tuinbouw VZW (VILT) Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel. (02)510 63 91 e-mail:
[email protected] Internet: www.vilt.be Afdeling Land- en tuinbouwvorming (ALT) Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel. (02)553 63 56 fax (02)553 63 56 STOAS Wageningen: “De Schans” Agro business Park 10 Postbus 78 6700 AB Wageningen Nederland tel. (0317) 47 27 11 fax (0317) 42 47 70 Proefstation voor de sierteelt (PCS) Schaessestraat 18 9070 Destelbergen tel. (09)353 94 77 fax (09)353 94 78 Internet: www.spv.be
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
30
Tuinbouw 2de graad BSO
Ontwikkelcentrum Educatieve uitgaven en dienstverlening. Willy Brandtlaan 81 Postbus 451 6710 BL Ede tel. (0138) 642 992 fax (0138) 642 866 e-mail:
[email protected] Internet: www.ontwikkelcentrum.nl Het KLEINE LOO Postbus 91430 NL- 2509 EA Den Haag Nederland Vlaams promotiecentrum voor Agro-visserijmarketing (VLAM) Leuvenseplein 4 1000 Brussel tel. (02)510 62 50 fax (02)510 62 15 e-mail: www.vlam.be Internet:
[email protected] Ministerie van Landbouw en Middenstand Manhattan Office Tower 15e verdieping Bolwerklaan 21 1210 Brussel tel. (02)206 72 11 fax (02)206 72 09 VRV Vlaamse Rundvee Vereniging Van Thorenburglaan 14 9860 Oosterzele tel. (09)363 92 11 fax (09)363 92 06 e-mail
[email protected] Internet www.vrv.be Proefstation Voor Boomkwekerij Postbus 118 Rijneveld 153 2770 AC Boskoop Charter Zuid-West-Vlaanderen Kasteel ‘Hooghe’ Doorniksesteenweg 218 8500 Kortrijk tel. (056)25 47 81 Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
31
Tuinbouw 2de graad BSO
fax (056)22 79 56 Internationaal Bloembollencentrum Parklaan 5 Postbus 172 2180 AD Hillegom Nederland tel. (0252) 515254 fax (0252) 522692 Uitgeverij Misset – uitgever van land- en tuinbouwboeken en tijdschriften Hanzestraat 1 Postbus 4 NL – 700 BA Doetinchem Bodemkundige dienst van België Willem de Croylaan 48 3001 Leuven (Heverlee) tel. (016)31 09 22 fax (016)22 42 06 e-mail:
[email protected] Internet: www.bdb.be 9
PLANTENLIJST
Eenjarige zaaibloemen
Bol- en knolgewassen
1 2 3
Leverbalsem Sneeuwkleed Waterbegonia
1 2 3
Crocus Tulpia hybriden Narcissus hybriden
Crocus Tulp Narcis
Eenjarige dahlia Vlijtig liesje Lobelia
4 5 6 7
Galanthus nivalis Fritillaria imperalis Muscari armericanum Hyacinthus orientalis
Sneeuwklokje Keizerskroon Blauwe druifjes Hyacint
8 9 10 11 12
Begonia tuberhybrida Gladiolus Lilium Dahlia Iris
Knolbegonia Zwaardlelie Lelie Dahlia Iris
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Ageratum houstonianum Lobularia maritima Begonia Semperflorens Cultorum Groep Bidens ferulifolia Dahlia variabilis Impatiens wallerina Lobelia erinus Compacta groep Petunia hybrida Salvia splendens Senecio Cineraria Tagetes erecta Tagetes patula Verbena hybriden Gazania rigens ( Pelargonium zonale )
Petunia Vuursalie Wit askruid Tagetes Tagetes IJzerhard Gazania Geranium
Loofbomen
Bloeiende Kamerplanten
1
Fagus sylvatica
Beuk
1
2 3
Platanus orientalis Quercus robur
Plataan Zomereik
2 3
4
Qeurcus rubra
Amerikaanse eik
4
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
32
Rhododendron Simsii groep Begonia elatior Kalanchoe Blossfeldiana groep Cyclamen Persicum
Indische Azalea Grootbl.Begonia Kalanchoe Cyclamen Tuinbouw 2de graad BSO
5 6 7 8 9 10 11 12
Castanea sativa Betula pendula Alnus glutinosa Catalpa bignonioides Salix alba ‘ Tristis’ Salix x caprea Populus spp Tilia platyphyllos
Tamme kastanje Ruwe berk Zwarte Els
13 14 15
Sorbus aucuparia Crataegus monogyna Crataegus laevigata
1 2 3
Ficus benjamina Nephrolepis exaltata Philodendron scandens
16 17 18 19 20
Prunus serrulata Robinia pseudoacacia Fraxinus excelsior Acer pseudoplatanus Aesculus Hippocanstanum Juglans nigra
Lijsterbes Eenstijlige meidoorn Tweestijlige meidoorn Sierkers Acacia Gewone es Esdoorn Paardekastanje
4 5 6 7 8
Monstera deliciosa Howeia forsteriana Hedera canariensis Fatshedera lizei Dieffenbachia cultivars
Okkernoot
9 10
Dracaena fragans Yucca aloifolia
31
5 6 7 8 9 10
Treurwilg Waterwilg Populier Grootbladige linde
Euphorbia pulcherrima Hydrangea macrophylla Saintpaulia Ionantha Primula vulgaris Campanula isophylla Guzmania- cultivars
Kerster Hortensia Kaaps viooltje Primula Ster van Bethelem
Bladkamerplanten Krulvaren Philodendron Kentiapalm Grootbladige klimop
drakenbloedboom Palmlelie
Groenblijvende sierheesters
Bladverliezende sierheesters
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Rhododendron Buxus sempervirens Ilex aquifolia Prunus laurocerasus Mahonia aquifolia Mahonia aquifolia Cotoneaster dammeri Lavandula augustifolia Erica carnea Elaegnus pungens ‘ Maculata’
Rododendron Palm Hulst Paplaurier Schijnhulst Dwergmispel Lavendel Winterheide- voor-
Buddleja davidii Cornus alba Ribes sanguineum Syringa vulgaris Forsythia intermedia Spirea arguta Kerria japonica Weigela cultivars Symphoricarpus cheCytissus Praecox Groep
Vlinderstruik Kornoelje Ribes Sering Chinees klokje Spierstruik Ranonkelstruik Weigela Sneeuwbal Sier brem
Vaste planten
Snijbloemen en snijgroen
1
Pachysandra terminalis
1
2 3
Vinca minor Doronicum caucasicum
4
Salvia superba ‘Superba’ Alchemilla mollis
5
Maagdenpalm Voorjaars zonnebloem
2 3 4
Vrouwenmantel
5
Achillea filipendulina Nepeta faassenii Leucanthemum superbum
Duizendblad Kattekruid Margriet
6 7 8
9 10 11
Aster novi-belgii Hypericum
Herfstaster Hersthooi
12 13 14 15 16 17
Sedum spectabile ? ? ? ? ?
6 7 8
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
Gerbera Jamesonii groep Rosa cultivars Dendranthemum indicum groep Freesia cultivars Dianthus Caryophyllus groep Gypsophylla paniculata Orchideën -
Gerbera Snijrozen Snijchrijsant Freesia Anjer Gipskruid
9 10
Tweejarige zaaibloemen 1 2 3 4
33
Bellis perennis cultivars Viola wittrockiana groep Myosotis alprestris Dianthus barbatus
Madeliefje Viooltje Vergeet- me - nietje Duizendsqchone
Tuinbouw 2de graad BSO
Coniferen 1 2 3 4
Picea abies Abies Cedrus atlantica ( Glau ca’ Pinus mugo mughus
5 6 7 8 9 10
Haagplanten Kerstster Ceder
1 2 3
Ligustrum ovalifolium Buxus sempervirens Lonicera nitida
Haagliguster Palm Geitebaard
Pijnboom
4
Hulst
Pinus nigra Taxus baccata Larix kaempferi
Zwarte den Venijnboom Japanse Lork
5 6.
Ilex aquifolia ‘ J.C. van Tol’ Carpinus betulus Berberis thunbergii
Juniperus Thuya plicata Chamaecyparis lawsoniana
Jeneverbes Levensboom
1 2 3
Klim- en Leiplanten
4 5 6
Plantenkennis en -verwerking D/2001/0279/041
Hagebeuk Zuurbes
34
Hedera Helix Rosa soorten Parthenocissus tricuspidata Clematis soorten Hydrangea petiolaris Wisteria floribunda
Klimop Klimroos Wilde wingerd Clematis Klimhortensia Blauwe regen
Tuinbouw 2de graad BSO