Vitamine D tekort. D-ficiënt? Gezondheidsrisico’s die je moet kennen
Als het gaat om de familie van vitaminen, staat vitamine D alleen. Het is de enige vitamine die het lichaam uit zichzelf kan produceren. Dat is omdat het eigenlijk een hormoon is. Door zijn unieke status overtreft vitamine D alle andere vitaminen in zijn veelheid aan gezondheidsvoordelen die het biedt. Bijna elke week komt er nieuw onderzoek bij op de lijst.
Vitamine D werd in het begin van de 20e eeuw ontdekt. Veel kinderen begonnen rachitis te ontwikkelen, waarbij de botten verweekten en verzwakten wat vaak aanzienlijke misvormingen en meerdere breuken veroorzaakte. Toen een onderzoeker ontdekte dat levertraan rachitis kon voorkomen, noemde hij de nutritionele factor naar wat calcium afzetting promootte, vitamine D. Aangezien van rachitis gedacht werd een andere ziekte door vitaminetekort te zijn, zoals scheurbuik of beriberi, werd de behandeling de volgende letter in het vitamine alfabet gegeven, volgend op de reeds bestaande A, B en C. We weten nu dat vitamine D waarschijnlijk nooit als een vitamine moest gelabeld zijn.
Bronnen van Vitamine D Vitamine D is allang bekend als de “zonneschijn vitamine” omdat het van nature geproduceerd wordt wanneer de huid blootgesteld wordt aan de UVB zonlichtstralen. Eigenlijk is blootstelling aan zonlicht de enige natuurlijke bron van aanzienlijke hoeveelheden vitamine D. Genoeg blootstelling aan zonlicht om voldoende hoeveelheden vitamine D te produceren kan echter moeilijk zijn. Het kan sterk variëren afhankelijk van het tijdstip van de dag, seizoen, breedtegraad, leeftijd, huidpigmentatie en de hoeveelheid huid die niet bedekt is met kleding of zonnebrandcrème. Inname via de voeding is geen goede optie voor vitamine D omdat, met uitzondering van visolie en vis-levertraan, vitamine D van nature niet voorkomt in voedsel. Melk en andere zuivelproducten, sinaasappelsap en ontbijtgranen zijn verrijkt met kleine hoeveelheden vitamine D, maar het is vrijwel onmogelijk om voldoende hoeveelheden binnen te krijgen via je voeding. U zou 5 blikken tonijn, 10 eieren, 10 glazen melk of tot 17 koppen ontbijtgranen moeten eten om 1000IE vitamine D binnen te krijgen. Omdat het zo moeilijk is om adequate hoeveelheden vitamine D uit natuurlijke bronnen te halen, is suppletie meestal de meest praktische oplossing.
Gevaren van een D-ficiëntie Vele jaren geleden werd gedacht dat het enige noemenswaardige gevaar voor een vitamine D-tekort de ontwikkeling van rachitis bij kinderen was. Dat is waarom men melk en andere levensmiddelen begon te verrijken met vitamine D al van in de jaren 1930. Zo blijkt dat rachitis slechts het topje van de ijsberg was. Vervolgens bleek dat vitamine D-tekort een belangrijke factor was in andere botziekten zoals osteopenie (verminderde botmassa), osteoporose (poreuze, broze botten), en osteomalacie (een verzachting van de botten bij volwassenen, vaak beginnend met verraderlijke spierzwakte en pijn, en pijn in de lage rug en dijen, later uitspreidend naar armen en ribben).
In recentere jaren hebben wetenschappers ontdekt dat vitamine D-tekort kan bijdragen een zelfs nog een bredere waaier aan gezondheidsproblemen. Michael F. Holick, PhD, MD, verklaarde in een rapport uit 2006 in het tijdschrift Mayo Clinic Proceedings, “Veel sporen in het onderzoek ondersteunen het concept dat onvoldoende vitamine D betrokken kan zijn in de pathogenese en/of progressie van verschillende aandoeningen, waaronder kanker, hypertensie (hoge bloeddruk), hart- en vaatziekten, neuromusculaire ziekten, osteoartritis (artrose), diabetes, en andere auto-immuunziekten.” (1)
Wie loopt risico op Vitamine D-tekort? Zoals blijkt, loopt bijna iedereen risico op een vitamine D deficiëntie. Uit een epidemiologische studie uit 2009 bleek dat een verbazingwekkende 77% van de Amerikanen onvoldoende hoeveelheden vitamine D hebben. Die aantallen zijn nog hoger in Europa en hoger nog in het Midden Oosten, waar vrouwen veelal bedekt lopen wanneer ze buitenkomen. (2) Hoewel bijna iedereen enig risico loopt, hebben volgende specifieke groepen een bijzonder hoog risico voor vitamine D-deficiëntie:
• •
• •
• • •
Volwassenen boven de 50 – Naarmate we ouder worden kan de huid vitamine D niet meer zo efficiënt synthetiseren en zijn de nieren minder in staat om het om te zetten in zijn actieve hormonale vorm. Mensen met een beperkte blootstelling aan de zon – Als je huisgebonden bent, kledij draagt die de meeste delen van je huid bedekt of in noordelijke streken leeft die deels in het jaar minder zonlicht krijgen, is het onwaarschijnlijk dat je voldoende hoeveelheden vitamine D binnenkrijgt. Mensen met een donkere huid – Het pigment melanine, die in een donkere huid resulteert, vermindert ook het vermogen van de huid om vitamine D te produceren uit blootstelling aan zonlicht. Mensen die problemen hebben met vet malabsorptie – Vitamine D is in vet oplosbaar en vereist dus enig vet (uit voedsel) in de darm voor absorptie. Sommige medische aandoeningen geassocieerd met vet malabsorptie zijn sommige vormen van leverziekte, cystische fibrose en de ziekte van Crohn. Rokers – Het roken van tabak is geassocieerd met significant gereduceerde vitamine D gehaltes. Mensen die zwaarlijvig zijn – Grotere hoeveelheden onderhuids vet sekwestreren meer vitamine D en veranderen de afgifte in de bloedcirculatie. Mensen die een maag-bypass operatie gehad hebben – Een deel van de bovenste dunne darm waar vitamine D wordt geabsorbeerd is overgeslagen (door de bypass), wat kan leiden tot onvoldoende hoeveelheden.
Vitamine D gehaltes meten De enige manier om zeker te weten of je een vitamine D-tekort hebt is door een bloedtest die serum 25(OH)D concentraties meet. 25(OH)D of 25-hydroxivitamine D is een metaboliet van vitamine D. Er bestaat grote onenigheid tussen experts over hoeveel exact de 25(OH)D gehaltes zouden moeten zijn. Normen zullen variëren tussen labo’s maar volgende tabel zal u een algemeen idee geven naar wat te kijken: (3) 25(OH)D Concentraties Ernstig tekort Tekort Onvoldoende Voldoende
< 8 ng/ml 8 – 19 ng/ml 20 – 29 ng/ml 30 – 49 ng/ml
Optimaal Buitensporig Potentieel toxisch
50 – 99 ng/ml 100 – 150 ng/ml > 150 ng/ml
De rol van vitamine D bij chronisch pijn, fibromyalgie en ME/cvs Een belangrijke vitamine D connectie die pas onlangs begon herkend en benadrukt te worden is het verband tussen lage vitamine D en chronische pijn. Hoewel een aantal deskundigen aanbevolen hebben dat vitamine D beschouwd dient te worden in de differentiaal diagnose van patiënten met musculoskeletale pijn, fibromyalgie en ME/CVS; is dit nog niet steeds niet bekend – of wordt ontkend – door professionals in de gezondheidszorg. (4) Hieronder volgen slechts een paar voorbeelden van onderzoek die de rol van vitamine D bestudeert in een waaier aan pijnaandoeningen: Fibromyalgie: Een studie uit 2009 keek naar 139 patiënten met fibromyalgie en/of nietspecifieke musculoskeletale pijn. Driekwart van hen vertoonde een vitamine D-tekort. Na behandeling met vitamine D supplementen, werden klinische verbeteringen geobserveerd bij 90% van de patiënten. (5) Neuropathie (Zenuwpijn/schade): Een studie uit 2008 bestudeerde 51 patiënten met diabetische neuropathie. Na suppletie met ongeveer 2000IE vitamine D elke dag gedurende drie maanden, was er afname van 50% in pijnscores. (6) Migraine: Case studies hebben aangetoond dat twee maanden suppletie met vitamine D in combinatie met calcium zowel de frequentie als de intensiteit van migraine bij post- en premenopauzale vrouwen drastisch reduceerde. (7-8) Chronische rugpijn: In 2003 bestudeerden onderzoekers 360 patiënten met chronische rugpijn. Na drie maanden vitamine D supplementen, werd er een verbetering van de symptomen gezien bij 95% van alle patiënten en bij 100% van deze die een ernstig vitamine D-tekort vertoonden aan het begin van de studie. (9)
Vitamine D heeft een impact op een brede waaier van ziekten Naast chronische pijnaandoeningen werd een vitamine D-deficiëntie in verband gebracht met veel andere aandoeningen zoals:
Auto-immuunziekten en kanker Onderzoekers hebben onlangs gevonden dat onvoldoende vitamine D een significante risicofactor kan zijn voor een brede waaier aan ziektes – in het bijzonder autoimmuunziektes zoals multiple sclerose, type 1 diabetes, reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn; en kankers zoals leukemie of colorectale kanker (kanker van de dikke darm). Met behulp van nieuwe DNA sequencing technologie, hebben wetenschappers aan de Universiteit van Oxford 229 genen geïdentificeerd die rechtstreeks beïnvloed worden door vitamine D. Ze hebben ook de 2.776 vitamine D receptor sites ontdekt en in kaart gebracht langs de lengte van het genoom. Deze sites zijn waar vitamine D zichzelf aan DNA bindt en genenexpressie beïnvloedt (de conversie van de gecodeerde informatie in een gen eerst naar messenger RNA en vervolgens in een eiwit). (10)
Een van de meest verrassende zaken die onderzoekers ontdekt hebben was dat de vitamine D receptoren voornamelijk geconcentreerd zijn rond de genen geassocieerd met autoimmuunziekten en bepaalde types kanker.
Botziekten (osteopenie, osteoporose en osteomalacie): Het is algemeen bekend dat een combinatie van vitamine D en calciumsupplementen kunnen helpen in de afname van postmenopauzaal botverlies en osteoporose helpen voorkomen. Een belangrijke functie van vitamine D is om de serumconcentraties calcium te handhaven. Wanneer vitamine D gehaltes laag zijn, zijn calciumconcentraties ontoereikend, wat resulteert in botverlies. Een meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde trials uit 2005 vond terug dat orale vitamine D-suppletie in een range van 700 tot 800 IE/d het risico op heupfractuur of een andere nietvertebrale fractuur met ongeveer 25% zou doen afnemen. (11)
Verkoudheid, griep en andere luchtweginfecties Omdat er minder zon is in de herfst en wintermaanden, werd er bepalen of lage vitamine D-gehaltes verband houden met de luchtweginfecties. De onderzoekers vonden dat individuen concentratie van minder 38 mg/ml drie keer meer kans hadden acute luchtweginfectie. (12)
een studie uitgevoerd om te incidentie van acute virale met een serum 25(OH)D om ziek te worden met een
Astma Bij toetsing van 60 jaar onderzoek met betrekking tot astma en vitamine D hebben wetenschappers aan de Creighton Universiteit in Nebraska gevonden dat vitamine Ddeficiëntie geassocieerd is met epidemiologische waargenomen patronen in de astma epidemie. Ze merkten op dat onvoldoende vitamine D in relatie stond met:
• • • •
Verhoogde luchtweg hyperreactiviteit Lagere pulmonaire functies Slechtere astmacontrole Mogelijke steroïden resistentie
De onderzoekers concludeerden, “We stellen de hypothese dat vitamine D-suppletie kan leiden tot een betere astmacontrole door het remmen van de instroom van inflammatoire cytokines in de longen en secretieverhoging van interleukine 10 door T-regulerende cellen en dendritische cellen.” (13)
Type 2 diabetes Volgens een nieuwe studie komt vitamine D-deficiëntie vaak voor bij patiënten met Type 2 diabetes en kan eventueel in verband staan met slecht gecontroleerde bloedsuiker controle. De studie die naar 124 patiënten met Type 2 diabetes keek, vond terug dat 91% een vitamine D-tekort of onvoldoende had. Onderzoekers ontdekten ook een omgekeerd verband tussen vitamine D-gehaltes en hemoglobine A1c waarden – deze met lagere vitamine D gehaltes hadden hogere A1c gehaltes. Co-auteur Esther Krug, MD, concludeerde, “Deze bevinding ondersteunt een actieve rol van vitamine D bij de ontwikkeling van Type 2 diabetes.” (14)
Reumatische aandoeningen (reumatoïde artritis, osteoporose, osteoartritis, etc.) Twee nieuwe studies hebben aangetoond dat vitamine D-tekort vaak voorkomt bij patiënten bij een brede waaier aan reumatische ziekten.
• • •
Een Britse studie toonde aan dat 58% van de reumatische patiënten met een reumatische aandoening lage vitamine D-gehaltes had. Een Italiaanse studie rapporteerde dat 85% van de reumatische patiënten die geen vitamine D supplementen namen onvoldoende gehaltes hadden – net als 60% van degenen die de aanbevolen dosis vitamine D innamen. Een derde studie die de respons op vitamine D suppletie bepaalde, vond terug dat inname van de traditioneel aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) de vitamine D gehaltes niet normaliseerde bij reumatische patiënten, wat aangeeft dat er waarschijnlijk hogere doses noodzakelijk zijn. (15)
Hart- en vaatziekten Te merken dat mensen in zonarme regio’s meer aan hartaanvallen lijden dan deze in zonniger locaties, begonnen wetenschappers te vermoeden dat vitamine D in verband kon staan met cardiovasculaire gezondheid. Door deze theorie te onderzoeken, vonden Nieuw-Zeelandse onderzoekers dat mensen die hartaanvallen hadden significant lagere vitamine D-gehaltes hadden dan controles die geen hartaanvallen hadden. (16) Enkele jaren later voerden Britse onderzoekers een uitgebreide wereldwijde studie uit die aantoonde dat er een consistente relatie bestond tussen blootstelling aan zonlicht en hart- en vaatziekten. (17)
Hartfalen mortaliteit In een studie uit 2010 hebben onderzoekers gegevens onderzocht van 13.131 volwassen van 35 jaar en ouder, verzameld over een periode van acht jaar, waarbij ze de verbanden bestudeerden tussen vitamine D en mortaliteit. Ze vonden terug dat dood door hartfalen twee tot drie keer meer voorkwam bij mensen die een vitamine D onvoldoende of tekort hadden vergeleken met deze die normale vitamine D niveaus hadden.
• •
Vitamine D onvoldoende verdubbelde het risico op overlijden door hartfalen. Vitamine D tekort verhoogde de kansen om te sterven aan hartfalen met 3,4 keer.
De onderzoekers maakten de aanbeveling om een suppletie studie te doen waarbij de causaliteit en potentiële omkeerbaarheid van deze risico’s onderzocht wordt. (18)
Multiple sclerose Verschillende epidemiologische studies hebben aangetoond dat blootstelling aan zonlicht tijdens de vroege jaren een beschermend effect kan hebben ten aanzien van de ontwikkeling van multiple sclerose in de latere jaren. En een recente longitudonale studie bevestigde dat vitamine D suppletie de lifetime prevalentie van MS bij vrouwen reduceerde. Er wordt aangenomen dat de witte stof van de hersenen die aangetast is door MS, vitamine D receptoren bevat, en dat onvoldoende vitamine D in de vroege jaren deze cellen vatbaar kan maken voor een vroege dood. (19)
Een nieuwe retrospectieve studie van 2010 vond ook terug dat lagere vitamine D gehaltes in verband staan met het relatief vaker voorkomen van een relapse bij MS die begonnen is in de kindertijd (pediatrie-onset).
Wat soort vitamine D zou ik moeten nemen? Er zijn twee hoofdtypes van vitamine D – D2 (ergocalciferol) en D3 (cholecalciferol). Het beste supplement om in te nemen is vitamine D3 omdat het een vorm is dat ook van nature in de huid geproduceerd wordt door blootstelling aan zonlicht. Vitamine D2 wordt geproduceerd door het bestralen van schimmels, en is minder efficiënt als een voorloper van de actieve vitamine D metaboliet calcitriol. (21)
Hoeveel vitamine D is genoeg? …Te veel? De aanbevolen doses vitamine D zijn op dit moment in voortdurende verandering omwille van de overvloed van nieuw en lopend onderzoek over het onderwerp. Altijd bewust van hun ethisch concept, “Ten eerste geen kwaad doen”, steunen clinici vaak op de aanbeveling van lagere dosissen supplementen. Het Amerikaanse Institute of Medicine’s Food and Nutrition Board herziet momenteel zijn aanbevelingen over de vitamine D dosis. Er wordt algemeen gedacht dat de nieuw aanbevolen dosis 1000 IE/dag zal zijn voor gezonde volwassenen. Als je een vitamine D-tekort geassocieerde ziekte hebt, zal je echter aanzienlijk meer nodig hebben. In zijn dosis en test suggesties, citeert Dr. Stewart B. Leavitt van Pain-Topics.org de vitamine D aanbevelingen van twee beoefenaars aan het Canadian Centre for Integrative Medicine: “Ko en Arseneau merken op dat de aanbevolen vitamine D3 dosis voor gezonde volwassenen, door verschillende autoriteiten zoals de Canadese Cancer Society, 2000 IE/dag bedraagt. Andere vooraanstaande autoriteiten, zoals Reinhold Veith, PhD, suggereert dat orale suppletie veilig is voor baby’s aan 1000 IE/dag, voor kinderen aan 2000 IE/dag, en voor volwassen aan 4000 IE/dag. Meer agressieve dosering (tot 10.000 IE/dag) kan nuttig zijn maar zou gecontroleerd moeten worden aan de hand van frequente labotesten (elke drie maanden).” (21) Er blijft ook nog steeds grote onenigheid bestaan tussen medische professionals met betrekking tot de maximum veilige dosis. De huidige “officiële” limiet is 2000 IE/dag, maar de vitamine D Raad houdt vol dat dosissen tot 10.000 IE/dag niet toxisch zijn. Een protocol dat door veel artsen succesvol gebruikt wordt wanneer je een vitamine Ddeficiëntie hebt, is de inname van 50.000 IE/week voor ongeveer drie maanden of totdat uw 25(OH)D niveaus zich in de optimale zone bevinden – en dan overschakelen op een onderhoudsdosis van 2000 IE/dag. Natuurlijk is het regelmatig laten controleren van uw 25(OH)D serumgehaltes de beste manier om u ervan te verzekeren dat u de juiste hoeveelheid vitamine D inneemt.
Referenties: 1. Holick MF. High Prevalence of Vitamin D Inadequacy and Implications for Health. March 2006, vol. 81 no. 3 353-373. 2. Ginde AA, et al. Demographic Differences and Trends of Vitamin D Insufficiency in the US Population, 1988– 2004. Arch Intern Med. 2009;169(6):626-632. 3.
Miller
DW.
Vitamin
D
in
a
New
Light.
LewRockwell.com.
September
10,
2007.
4. Shinchuk L, Holick MF. Vitamin D and rehabilitation: improving functional outcomes. Nutr Clin Prac.
2007;22(3):297-304. 5. Badsha H, et al. Myalgias or non-specific muscle pain in Arab or Indo-Pakistani patients may indicate vitamin D deficiency. Clin Rheumatol. 2009;28(8):971-973. 6. Lee P, Chen R. Vitamin D as an analgesic for patients with type 2 diabetes and neuropathic pain. Arch Intern Med. 2008;168(7):771-772. 7. Thys-Jacobs S. Alleviation of migraine with therapeutic vitamin D and calcium. 1994a;34(10)590-592. 8. Thys-Jacobs S. Vitamin D and calcium in menstrual migraine. Headache. 1994b;34(9)544-546. 9. Al Faraj S, Al Mutairi K. Vitamin D deficiency and chronic low back pain in Saudi Arabia. Spine 2003;28:177-179. 10. Ramagopalan SV, et al. Fracture prevention with vitamin D supplementation: a meta-analysis of randomized controlled trials. JAMA. 2005 May 11;293(18):2257-64. 12. Sandhu MS, Casale TB. The role of vitamin D in asthma. Ann Allergy Asthma Immunol. 2010 Sep;105(3):191-9. 13. Savetta JR, et al. Serum 25-Hydroxyvitamin D and the Incidence of Acute Viral Respiratory Tract Infections PloS One, Jun 14, 2010. doi:10.1371/journal.pone.0011088. in Healthy Adults. 14. Endocrine Society News Release, June 21, 2010. (Study details to be presented June 26, 2010 at The Endocrine Society’s Annual Meeting in San Diego.) 15. Vitamin D deficiency confirmed as common across a range of rheumatic conditions: Recommended supplementation is not sufficient to normalize vitamin D levels in RA and osteoporosis patients. (Studies presented June 18 at EULAR 2010, the Annual Congress of the European League Against Rheumatism in Rome, Italy.) 16. Scragg R, et al. Myocardial infarction is inversely associated with plasma 25-hydroxyvitamin D3 levels: a community-based study. Int J Epidemiol. 1990 Sep;19(3):559-63. 17. Grimes DS, Hindle E, Dyer T. PDF: Sunlight, cholesterol and coronary heart disease. QJM. 1996 Aug;89(8):579-89. 18. Liu L, et al Serum 25-hydroxyvitamin D concentraton: Heart failure mortality and premature death from all cause in U.S. adults: An eight-year follow-up study. HFSA 2010. Presented at the Heart Failure Society of America's Annual Scientific Meeting, Sept. 2010. 19. Chaudhuri A. Why we should offer routine vitamin D supplementation in pregnancy and childhood to prevent multiple sclerosis. Med Hypotheses. 2005;64(3):608-18. 20. Mowry EM, et al. Vitamin D status is associated with relapse rate in pediatric-onset multiple sclerosis. Annals of Neurology, May 2010; 67(5):618-24. 21. Leavitt SB. Vitamin D for Pain: Dosing and Testing Suggestions. Pain-Topics.org. June 4, 2010.
Door Karen Lee Richards. Zij is Lead Expert gespecialiseerd in Fibromyalgie en ME/CVS, voor de ChronicPainConnection HealthCentral (www.chronicpainconnection.com). Karen is medeoprichter van de Nationale Vereniging Fibromyalgie (NFA) en was hoofdredacteur van fibromyalgie AWARE magazine voor vier jaar. Opm.: Deze informatie werd niet gecontroleerd door de FDA. Het is universeel en is niet bedoeld voor de preventie, diagnose of behandeling van een ziekte of aandoening. Het is heel
belangrijk dat u geen veranderingen aanbrengt in uw behandelplan zonder dit te onderzoeken of bespreken in samenspraak met uw arts of specialist. © Vertaling door ME/cvs.Net van "D-ficient? Health Risks You Need to Know About" (ProHealth, 29 september 2010)