Visual Thinking Strategies voor mensen met executieve functiestoornissen na hersenletsel René ter Horst & Suzanne Kruiper
Hoe? De vragen: “Wat gebeurt hier?” “Wat maakt dat je …. zegt?” “Wat kunnen we nog meer ontdekken?”
De groeps-setting: In aanraking komen met verschillende interpretaties Ervaren dat meningen herzien kunnen worden
Kunst als medium om te oefenen Toegankelijk: geen voorkennis noodzakelijk Geen vastgestelde betekenis (dus geen foute antwoorden) Verschillende interpretaties mogelijk
Kritisch Denken
stellingen worden onderbouwd met redenen gebaseerd op juiste bronnen bezwaren kunnen weerlegd worden mogelijkheid dat de stelling onjuist kan zijn na nieuwe informatie de stelling zo nodig veranderen
juist oordeel over wat men moet doen of geloven, problemen op een adequate manier oplossen Facione (1990)
Executieve functies
“The functies die cognitieve processen reguleren en controleren.” Vooral van belang wanneer gedrag niet automatisch en routinematig is, in nieuwe complexe situaties (Shallice 1988)
Executieve functie stoornissen: voorbeelden
Impulsief Gebrek aan overzicht Moeite ideeën of oplossingen te genereren Vast zitten in een denkpatroon Weinig flexibel
In sociale communicatie: Niet luisteren Overhaaste conclusies trekken Ongepaste opmerkingen
Revalidatie executieve functiestoornissen protocol voor het disexecutieve syndroom, Spikman (2010) Goal Management training Problem Solving training Algemene Plannings Aanpak
PCR (Poliklinische Cognitieve Revalidatie) INR (Intensieve Neuro Revalidatie)
Inclusie Criteria Geen actuele cognitieve revalidatie Executieve functiestoornissen (DEX > 27) Verworven hersenletsel, tenminste 1 jaar na onset Leeftijd 18-65 Informed consent
Design
Groep A
T1
VTS 2x per week voor 4 weken
T2
geen interventie
Randomisatie
Groep B
geen interventie
VTS 2x per week voor 4 weken
T3
ADI en MOI Aesthetic Development Interview (ADI) (Housen, 1983) 2 schilderijen (3 parallel versies) Geen hulp van gespreksleider of groepsleden Material Object Interview (MOI) (Housen, 2002) 2 objecten: generalisatie naar andere context Geen hulp van gespreksleider of groepsleden
ADI
MOI
MOI
Baseline karakteristieken Groep A (n=7)
Groep B (n=6)
Leeftijd
46.14 (14.29)
46.83 (14.00)
Sexe
man: 4 vrouw: 3
man: 5 vrouw: 1
Tijd sinds onset (jaren)
6.89 (3.83)
9.53 (7.32)
Opleiding
5.57 (0.98)
5.00 (1.27)
Baseline (cognitieve screening) Group A
Group B
TMT-A
50.57 (6.48)
42.50 (17.82)
TMT-B / A
54.29 (7.80)
49.67 (7.39)
Stroop I
35.29 (9.96)
28.17 (13.57)
Stroop II
43.00 (9.61)
25.67 (12.77)*
Stroop III / II
57.14 (8.95)
49.17 (8.31)
RBMT immediate
47.71 (12.42)
32.83 (4.36)*
RBMT delayed
47.00 (12.56)
34.50 (6.78)
Resultaten groep A
VTS
T1
T2
T3
Picture Arrangement
9.43 (3.8)
11.57 (4.4)
12.83 (4.22)
Comprehension
13.00 (2.3)
14.71 (2.8)
15.67 (2.34)
DEX
37.67 (18.0)
32.14 (12.0)
27.67 (16.4)
SCSQ self
91.00 (9.90)
96.71 (10.3)
99.00 (14.38)
SCSQ proxy
97.00 (11.3)
99.50 (12.4)
100.50 (10.29)
RAPS % constraint q.
88.98 (7.3)
92.52 (8.4)
89.37 (9.4)
RAPS efficiency q.1
48.81 (10.2)
53.87 (23.8)
50.70 (13.6)
RAPS efficiency q.2
59.35 (11.2)
58.45 (9.5)
64.67 (13.8)
Resultaten groep A VTS
T1
T2
T3
ADI Divergent th 2.00 (1.61) 4.21 (3.88)
4.42 (3.64)
MOI Divergent th 3.57 (2.88) 5.21 (4.11)
4.17 (2.44)
ADI Revision
0.79 (1.47) 1.36 (1.89)
0.92 (1.56)
MOI Revision
1.43 (2.73) 2.21 (1.63)
2.00 (2.12)
ADI Explanation
2.71 (2.63) 14.00 (8.36)
14.25 (11.07)
MOI Explanation
2.21 (2.06) 6.29 (3.97)
6.58 (5.32)
Resultaten groep B VTS
T1
T2
T3
Picture Arrangement
7.67 (2.25)
9.33 (4.13)
10.67 (4.27)
Comprehension
9.50 (2.88)
9.83 (2.64)
10.83 (2.48)
DEX
35.50 (8.12)
28.17 (13.7)
28.33 (8.29)
SCSQ self
93.33 (7.17)
92.17 (11.27) 96.00 (5.44)
SCSQ proxy
93.67 (13.03) 93.33 (9.71)
RAPS % constraint q.
77.88 (21.35) 82.59 (18.01) 82.14 (12.82)
RAPS efficiency q.1
38.94 (18.33) 51.04 (24.21) 60.76 (30.97)
RAPS efficiency q.2
46.77 (14.7)
50.53 (15.9)
96.00 (11.31)
51.71 (18.6)
Resultaten groep B VTS
T1
T2
T3
ADI Divergent th 0.50 (0.63) 0.58 (1.02)
1.42 (1.50)
ADI Explanation
2.25 (2.66) 3.17 (3.80)
5.42 (4.41)
ADI Revision
0.17 (0.26) 0.42 (0.49)
0.33 (0.41)
MOI Divergent th 2.25 (2.56) 2.08 (2.40)
1.17 (1.75)
MOI Explanation
0.58 (0.38) 1.58 (1.59)
1.00 (1.76)
MOI Revision
0.75 (0.99) 0.42 (0.49)
0.58 (0.80)
Evaluatie: wat heb je geleerd? Bewuster observeren, breder kijken, attenter (n=8) Makkelijker mening kunnen herzien, daardoor beter kiezen (n=5) Minder direct reageren, oordeel vellen, conclusies trekken (n= 5) Meer geneigd te luisteren naar de mening van anderen (n= 4) Meer inzicht in eigen functioneren (n= 3)
Samenvatting Groep A verbeterde na VTS: ADI Ondersteunende observatie, MOI Ondersteunende observatie, WAIS-III Begrijpen Groep B verbeterde niet na VTS: cognitieve stoornissen? Geen verbetering op vragenlijsten (DEX, SCSQ) : meer inzicht / niet alle vragen van toepassing
Toekomstig onderzoek Effect van aandachts- en geheugenstoornissen op de effectiviteit van VTS MOI en ADI als geschikte uitkomstmaten Goal Attainment Scaling in plaats van vragenlijsten
Conclusie VTS lijkt het kritisch denken van patiënten met executieve functiestoornissen te verbeteren. Top down & bottom up Compensatie en/of nieuwe routines