Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel Een adviesprotocol voor het activiteitencentrum van woonzorgcentrum Nieuw Berkendael
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel Een adviesprotocol voor het activiteitencentrum van woonzorgcentrum Nieuw Berkendael
Gertruud Schalen
Studentnummer: 20051557 Den Haag Afstudeerscriptie juni 2010
Bewegingstechnologie Haagse Hogeschool Begeleider: Hester van der Sloot WZH Nieuw Berkendael
Begeleider: Jouke Krabbenborg
Voorwoord Lekker in je vel zitten. Alles eruit rennen. Ontspanning door inspanning. Dit zijn allemaal kreten
waarbij het denken of het gevoel verbonden zijn met het lichaam. Kreten die in mijn leven niet meer dan normaal zijn. Voor mij is sporten, dansen, lopen, bewegen en niet stil kunnen zitten dagelijkse
kost. Heb ik stress, dan voel ik me verkrampt en los ik dit op door te bewegen. Wanneer ik me gelukkig
voel ga ik dansend door het leven. In de oosterse filosofie wordt het lichaam als de tempel van de ziel gezien. Maar wat als je op één van die twee of op allebei niet meer zo veel grip hebt? Doordat je
bijvoorbeeld hersenletsel hebt. In mijn ogen is het voor elk mens van belang dat bewegen in hun
dagelijks leven aanwezig is.
Met deze motivatie heb ik dit rapport geschreven. Het is in eerste instantie bedoeld voor de
medewerkers van WZH Nieuw Berkendael: de activiteitenbegeleiders, therapeuten, zorgpersoneel en anderen die werken met mensen met hersenletsel. Daarnaast is het bedoeld voor docenten en
studenten van de opleiding Bewegingstechnologie die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp. Ik hoop een ieder die dit leest aan te kunnen zetten tot nadenken over de rol van bewegen in hun eigen leven en de rol van bewegen in het leven van anderen in zijn omgeving.
Via deze weg wil ik graag iedereen bedanken die mij heeft geholpen bij dit project. In het bijzonder Jouke Krabbenborg, Jolanda Smits, Hester van der Sloot en Aad Lagerberg.
Gertruud Schalen Juni 2010, Den Haag
Samenvatting Lezen, praten, werken, koken en sporten zijn voor veel mensen een hele normale bezigheid. Echter door hersenletsel ten gevolge van een ongeluk, een beroerte of een degeneratieve ziekte zoals
Parkinson of Multiple Sclerose kunnen de mensen die in Woonzorgcentrum Nieuw Berkendeal te Den
Haag wonen, hun leven niet meer invullen zoals ze dat vroeger deden. Zij zijn door hun lichamelijke en cognitieve beperkingen afhankelijk van hun omgeving. Sinds februari 2010 is er een
dagactiviteitencentrum opgericht, waarbij elke cliënt een aantal dagdelen per week invulling kan geven aan zijn dag met activiteiten zoals koken, creatieve inloop, spellen, muziek, praatgroepen en sport en
spel. Vanuit het management is de vraag ontstaan naar het onderbouwen en adviseren van meer sporten beweegactiviteiten die passen bij de mogelijkheden en interesses van de individuele cliënt. In het onderzoek wordt aandacht besteed aan de wetenschappelijke aanbevelingen voor bewegen bij
mensen met hersenletsel. Hieruit komt naar voren dat beweging stimulerend is voor het behoud en de verbetering van lichamelijke functies. Het heeft een positieve invloed op de cognitie en het gedrag en
verhoogt de kwaliteit van leven. Bewegen vermindert de kans op de lichamelijke problematiek die kan ontstaan ten gevolge van de beperkingen door het hersenletsel. Er moet wel gezocht worden naar een evenwicht tussen de belasting en de belastbaarheid van de cliënt gedurende de dag.
De huidige activiteiten voldoen niet aan de vraag. Er zijn onvoldoende activiteiten en het niveau sluit niet bij elke cliënt aan. De begeleiders kunnen nog niet de mogelijkheden per cliënt zien en hier een
activiteit bij vinden. Er is meer kennis vereist op het gebied van het menselijk lichaam, aanpassingen
en sporten. Er wordt aanbevolen dit te zoeken bij sportinstructeurs en bewegingsagogen.
Er is een computerapplicatie ontworpen, de Sportwijzer. Hierin worden de lichamelijke en cognitieve mogelijkheden van de cliënt ingevuld, waarna er voor de cliënt een sportadvies volgt. De
activiteitenbegeleider moet zelf actief invulling geven aan dit advies, bijvoorbeeld de activiteit op locatie aanbieden, of zoeken naar een vereniging. De Sportwijzer nodigt uit om te kijken naar de mogelijkheden van de cliënt en verschillende aanpassingen voor sporten of activiteiten.
Aangezien bij sommige cliënten agitatie een probleem in de omgang vormt, wordt aanbevolen boksen
als activiteit aan te bieden, zodat de cliënt kan leren omgaan met emoties en agressie. Verder wordt er aanbevolen de huidige activiteiten Sportclub Wii, sjoelen en fietsen uit te breiden en de sporten Yoga/ Tai Chi, zwemmen, balsporten, bewegen op muziek en fitness aan het programma toe te voegen. De cliënten hebben aangegeven deze sporten in het activiteitenaanbod terug te willen zien. Als externe
activiteiten Nieuw Berkendael worden sporten bij Vereniging Haag 88 of De Kameleon en paardrijden bij Manege Madurodam aanbevolen. De inhoud van de activiteiten en de randvoorwaarden zoals materiaal, cursussen en begeleiding worden beschreven in de activiteitenkaarten en het implementatieplan. Met het nieuwe sport- en beweegplan kunnen alle cliënten, die momenteel aan beweegactiviteiten mee
kunnen doen, in ieder geval twee keer per week bewegen. Door het aanbod van verschillende sporten en het differentiëren van cliëntengroepen op verschillende niveaus sluit het activiteitenaanbod beter
aan bij de wensen van de individuele cliënt.
Inhoud Verklarende woordenlijst....................................................................................................................... 6 Inleiding 1.
1.1.
..................................................................................................................................... 8
Analyse ..................................................................................................................................... 9 Mogelijkheden en beperkingen voor bewegen met hersenletsel........................................... 9
1.1.1. 1.1.2. 1.1.3.
1.2.
1.2.1.
1.3.
Algemeen Niet Aangeboren Hersenletsel ....................................................................... 9 Multiple Sclerose.......................................................................................................... 11
De ziekte van Parkinson............................................................................................... 12
Activiteitencentrum............................................................................................................ 14 Situatie op niveau van activiteitencentrum ................................................................... 14
Oriëntatie op de markt....................................................................................................... 15
1.3.1.
Dagactiviteitencentra ................................................................................................... 15
1.3.3.
Gehandicaptensporten ................................................................................................. 16
1.3.2. 1.4.
1.4.1. 1.4.2. 2.
Verenigingen en stichtingen Den Haag ........................................................................ 16 De cliënt ............................................................................................................................ 16 Situatie op niveau van cliënt ........................................................................................ 16 Wensen van de client ................................................................................................... 17
Eisen voor het advies .............................................................................................................. 18
3.
Advies ................................................................................................................................... 19
3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.3.
3.3.1.
Sportwijzer ........................................................................................................................ 19 Nieuwe Beweegactiviteiten bij Nieuw Berkendael................................................................ 20 Aanbevolen sporten ..................................................................................................... 20
Uitleg van de activiteitenkaarten .................................................................................. 22 Implementatieplan ............................................................................................................. 22 Begeleiding van de activiteiten..................................................................................... 23
3.3.2.
Communicatie tussen disciplines ................................................................................. 24
3.3.4.
Implementatie extern................................................................................................... 29
Conclusie
................................................................................................................................... 31
3.3.3.
Implementatie intern ................................................................................................... 25
Discussie en evaluatie ......................................................................................................................... 30 Aanbevelingen ................................................................................................................................... 31 Bronnen
................................................................................................................................... 32
Bijlage I.
Fases bij Parkinson en Multiple Sclerose...................................................................... 34
Bijlage II.
Vragenlijst beweegactiviteiten ..................................................................................... 35
Bijlage IV.
Dagactiviteitencentra................................................................................................... 40
Bijlage VI.
Activiteitenkaart Zwemmen ......................................................................................... 43
Bijlage VIII.
Activiteitenkaart Bewegen op muziek .......................................................................... 45
Bijlage X.
Activiteitenkaart Boksen .............................................................................................. 47
Bijlage XII.
Activiteitenkaart Balsport Geel..................................................................................... 49
Bijlage XIV.
Logboek Fitness .......................................................................................................... 51
Bijlage III. Bijlage V.
Bijlage VII. Bijlage IX. Bijlage XI. Bijlage XIII.
Resultaten vragenlijst .................................................................................................. 37 Schema Sportwijzer ..................................................................................................... 42
Activiteitenkaart Yoga / Tai Chi................................................................................... 44 Activiteitenkaart Fitness .............................................................................................. 46
Activiteitenkaart Balsport Groen .................................................................................. 48 Rapportage formulier Sport en bewegen ..................................................................... 50
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Verklarende woordenlijst Agitatie: Opwinding, zenuwachtige gemoedstoestand.
Apraxie/ Dyspraxie: Stoornis in het verwerken van informatie
en
het
komen
tot
doelgerichte
handelingen, waarbij dit niet veroorzaakt wordt door
een stoornis in de spieren of zenuwen. Problemen in
de organisatie en uitvoeren van de handeling. Bijvoorbeeld de buschauffeur een hand geven in
plaats van te betalen (van Cranenburgh, 2002). Vaak voeren
personen
met
onhandig uit.
apraxie
een
handeling
Basale ganglia: Ook wel basale kernen, zenuwknopen
in het onderste deel van de hersenen die van belang
Grote Hersenen Basale ganglia Thalamus Substantia Nigra Cerrebellum Hersenstam
Figuur 1 Vereenvoudigde weergave van de hersenen.
zijn voor de motoriek. Basale kernen werken samen met de kleine hersenen, de hersenschors en de thalamus. Zie figuur 1. Cognitie: Kennis.
Cerebellaire ataxie: Coördinatiestoornis van de motoriek, veroorzaakt door een stoornis in de kleine hersenen. De spieren worden minder goed aangestuurd waardoor de controle over de kracht en de richting van het lichaamsdeel minder is. Bijvoorbeeld het puntje van je neus aan willen raken, maar dit missen.
Cerebellum:
De
kleine
hersenen.
Deze hebben een belangrijke functie bij
het
regelen
en
sturen
bewegingen. Zie figuur 1. Cueingstrategieën: kunnen
worden
Strategieën
ingezet
om
van
die
het
bewegen bij een cliënt met de ziekte
van Parkinson te vergemakkelijken. Cues bestaan uit interne of externe prikkels waardoor de cliënt kan gaan bewegen.
Cognitive brain reserve: De reserve aan actieve verbinding die in de
Myelineschede Beschadigde myelineschede Impuls
hersenen opgebouwd is, afhankelijk van de verrijking waar men in het leven aan blootgesteld is. Met een groot reserve is de kans op herstel na letsel groter.
Dopamine: Een chemische stof die
Neurotransmitter
Receptoren
werkt. Een neurotransmitter zorgt voor de overdracht van de prikkel
Figuur 2 Schematische weergave van impuls overdracht via neuronen
tussen twee zenuwcellen of tussen zenuwcel en spiervezel. Zie figuur 2.
Freezing: Het tijdelijk niet kunnen bewegen van mensen met de ziekte van Parkinson. Dit duurt meestal
een paar seconden.
Verklarende woordenlijst
als neurotransmitter in de hersenen
6
Gertruud Schalen
Hemianopsie:
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Uitval
van
de
helft
van
het
gezichtsveld. Dus niet van één oog, maar de linkerof
rechterkant
van
het
gezichtsveld.
Dit
is
weergegeven in figuur 3.
Myelinescheden: Vetachtige elektrisch isolerende substantie die rond de zenuwvezel zit. Deze zorgt
voor een snelle geleiding van zenuwprikkels. Zie figuur 2. MS:
Multiple
Sclerose,
een
progressieve
hersenziekte waarbij ontstekingsreacties ontstaan rondom de zenuwuiteinden. NAH:
Niet
Aangeboren
hersenletsel verworven na het
Hersenletsel. 1e
Alle
levensjaar, zowel
door oorzaken buiten het lichaam als in het lichaam zelf.
Neglect: Benaming van het fenomeen dat een persoon geen aandacht heeft voor de prikkels die
binnenkomen aan één zijde van het lichaam. Personen botsen met deze zijde vaak tegen de deur
Figuur 3 Hemianopsie: de rechterkant van het
gezichtsveld wordt niet doorgegeven aan de hersenen
aan of weten niet wat ze met hun 2e schoen moeten doen, ze hebben immers maar besef van één been. Neglect komt vaak voor bij een hersenbeschadiging in de rechter hersenhelft, de linker lichaamshelft wordt dan ‘verwaarloosd’.
Neurocognitief herstel: Herstel van actieve verbindingen in de hersenen tussen verschillende neuronen die verantwoordelijk zijn voor de cognitie.
Onderste extremiteiten: ‘De extremiteiten’ is de medische term voor de ledematen van het lichaam, de onderste zijn dus de benen en het bekken.
Prefrontale cortex: Gebied in de hersenen in de voorzijde van de frontale lob. Dit gebied is actief bij
hoogcognitieve functies zoals plannen en sturen van gedrag. Hieronder valt ook de inpassing van het gedrag in de context. Adequaat en gepast reageren. Een storing kan leiden tot ontremdheid van het
gedrag of sociaal ongepast gedrag. Bijvoorbeeld het applaudisseren in de kerk of het nafluiten van elke vrouw die voorbijloopt.
Propiocepsis: Waarnemen van prikkels vanuit sensoren in het lichaam die informatie geven over de positie en beweging van dit lichaamsdeel. Bijvoorbeeld het weten waar je hand is als je je ogen dicht
hebt.
Spasticiteit: Snelheidsafhankelijke weerstand bij passief bewegen.
Subacute fase: De 2e tot en met 4e week na het ontstaan van het CVA (R. van Peppen et al, 2006). Substantia nigra: Grijze stof in de lage hersenen dat functioneel gezien bij de basale kernen wordt gerekend. De substantia nigra produceren dopamine. Zie figuur 1.
Tremor: Beving, onwillekeurige ritmische beweging die veroorzaakt wordt door afwisselende
Verklarende woordenlijst
samentrekkingen van tegenovergestelde spiergroepen.
7
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Inleiding Tegenwoordig zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bewegen en het nut en de noodzaak daarvan. Al enige tijd, sinds 1998, is er de Nederlandse Norm Gezond Bewegen welke voorschrijft minimaal vijf dagen in de week dertig minuten matig intensief te bewegen. De vraag rijst alleen nog steeds hoe deze norm door verschillende doelgroepen gehaald moet worden. Uit onderzoek
blijkt dat onder andere jongeren, ouderen en mensen met een beperking te weinig bewegen(TNO Monitor Bewegen en Gezondheid).
Producenten van computerspelletjes spelen er slim op in. Zo is er na de Sony Eyetoy en de Sony DanceDanceRevolution, nu de Nintendo Wii, waarbij men moet bewegen om het computerspel te
kunnen spelen. Ook is er vanuit de Haagse Hogeschool een aantal lectoraten welke zich bezighoudt met
beweging.
Zo
zijn
er
de
lectoraten
‘Leefstijlverandering
beweegstimulering en sport’ en het lectoraat ‘Revalidatie’.
bij
jongeren’,
‘Innovatieve
Bewegen heeft niet alleen effect op het lichaam maar blijkt ook effect te hebben op sociaal welzijn en cognitie. Studies tonen aan dat er een positieve associatie is tussen bewegen en de kwaliteit van leven (R. Bize et al, 2007). Ook bij ouderen is deze relatie gevonden. De heer Scherder, hoogleraar klinische
psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en hoogleraar Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, houdt zich bezig met bewegen. Uit zijn studies blijkt dat bewegen niet
alleen een lichamelijke, maar ook een cognitieve training is. Na een half uur intensief bewegen blijkt de activiteit tussen het cerebellum en de prefrontale cortex hoger te zijn. Het cerebellum doet mee in de
hoog cognitieve functies, en dit is juist het aspect waarop cliënten met de ziekte van Parkinson zo kwetsbaar zijn. Bewegen blijkt de remming in de hersenen te vergroten. Hierdoor kunnen de prikkels in
de hersenen gefilterd worden, zowel op motorisch, sensorisch, cognitief en gedragsniveau. Bij veel
mensen met een hersenaandoening is door schade in de prefrontale cortex het nemen van initiatief om
te bewegen afgenomen. De zorgverlenenden rondom deze mensen moeten de prefrontale cortex van
deze mensen zijn, door hen te stimuleren te gaan bewegen. Helaas zijn er nog nauwelijks onderzoeken gedaan naar het effect van bewegen op de cognitieve functies van mensen met hersenletsel, de verwachting is dat er heel veel goeds te bereiken is met bewegen (L. Eggermonta et al, 2006). WZH Nieuw Berkendael te Den Haag biedt verpleeghuiszorg voor in het bijzonder volwassen cliënten
met Niet Aangeboren Hersenletsel. Sinds 1 februari 2010 is er een intern dagactiviteitencentrum opgezet met een vraaggericht aanbod van dagbesteding voor de cliënten. Het doel van dit centrum is
het welbevinden van de cliënt te vergroten. Naar aanleiding hiervan is er behoefte aan onderzoek en aanbevelingen voor het realiseren van sport- en beweegactiviteiten binnen het activiteitencentrum. Het
doel van deze scriptie is het formuleren van minimaal vijf aanbevelingen voor beweegactiviteiten op locatie Nieuw Berkendael en minimaal één aanbeveling buiten de locatie. Deze aanbevelingen worden
zo omschreven dat duidelijk is wat de voorwaarden hiervoor zijn en moeten minimaal de volgende punten bevatten: ruimte, begeleiding, materialen, kosten, doel, doelgroep, aantal deelnemers, duur van de activiteit. Indien van toepassing wordt beschreven bij welke vereniging de activiteit plaatsvindt.
Onder de doelgroep van dit project vallen cliënten met Niet Aangeboren Hersenletsel. Zowel cliënten
die op Nieuw Berkendael wonen als cliënten die voor dagbehandeling op de locatie zijn. In eerste instantie is het de bedoeling dat vooral de jongere groep (tot 65 jaar) aangesproken wordt, daarna
eventueel ook de oudere groep cliënten. Het hierboven beschreven doel en de doelgroep vormen de
Inleiding
probleemstelling en de randvoorwaarden voor dit project.
8
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
1. Analyse
Het vinden van geschikte beweegactiviteiten voor mensen met hersenletsel is een veelzijdig project.
Enerzijds rijst de vraag wat de mogelijkheden van de cliënten zijn. In welke mate zijn zij beperkt? Is er in de literatuur iets te vinden over het doel, het effect of de gevolgen van bewegen voor deze doelgroep? Anderzijds is er de zoektocht naar de reeds beschikbare mogelijkheden van sport- en
beweegactiviteiten. Wat is er al op de markt, hoe wordt het bij andere centra aangepakt en wat voor sporten zijn geschikt? Op bovenstaande vragen wordt in de eerste twee delen van dit hoofdstuk antwoord gegeven, respectievelijk de paragrafen 1.1 en 1.2. Als derde is gekeken naar de huidige
situatie bij Nieuw Berkendael. Wat is het huidige activiteitenaanbod en welke conclusies kunnen er getrokken worden op basis van gesprekken en observaties? Dit is terug te vinden in paragraaf 1.3. Er is in gesprek gegaan met de cliënt om de kwaliteit van leven van de cliënt centraal te stellen. In de laatste paragraaf 1.4. wordt hierop ingegaan.
1.1.
Mogelijkheden en beperkingen voor bewegen met hersenletsel
Om een inzicht te krijgen in de mogelijkheden van bewegen bij mensen met hersenletsel is onderzoek gedaan naar verschillende interventies. Aangezien WZH Nieuw Berkendael de zorg voor cliënten met
Niet Aangeboren Hersenletsel als specialisme heeft, wonen en revalideren hier veel cliënten met deze aandoening. Niet Aangeboren Hersenletsel, afgekort NAH, is een verzamelnaam voor alle hersenletsel. De meeste voorkomende oorzaken zijn een CVA, een ongeval of een hersenziekte. Er is een driedeling
gemaakt in de doelgroep van Nieuw Berkendael vanwege de verschillen in de gevolgen en het verloop. De drie groepen die hierdoor zijn ontstaan zijn mensen met Multiple Sclerose, mensen met de ziekte
van Parkinson en mensen met NAH die niet onder de eerste twee groepen vallen. De laatstgenoemde is
verreweg de grootste groep cliënten van Nieuw Berkendael en wordt daarom als eerste besproken. Om verwarring tussen de overkoepelende term en deze cliëntengroep te voorkomen wordt een tweede
term gebruikt: Algemeen Niet Aangeboren Hersenletsel, kort gezegd Algemeen NAH. Hiermee worden de cliënten met hersenletsel bedoeld die geen MS of de ziekte van Parkinson hebben. Dit zijn voornamelijk cliënten die door een CVA of een ongeval hersenletsel hebben opgelopen.
1.1.1.
Algemeen Niet Aangeboren Hersenletsel
Er wonen en revalideren veel cliënten met Algemeen NAH ten gevolge van een beroerte of een ongeval binnen Nieuw Berkendael. Door het letsel zijn er delen in de hersenen kapot, de functies die bij deze
delen horen zijn daardoor weg of verminderd. Bij sommige mensen is het letsel zo licht dat zij er nauwelijks gevolgen aan overhouden, anderen komen door het trauma te overlijden. De cliënten die
binnen Nieuw Berkendael revalideren vallen onder de groep met ernstige gevolgen van het hersenletsel. Hieronder in tabel 1.1-a. worden de gevolgen weergegeven die invloed hebben op de mogelijkheid om deel te nemen aan beweegactiviteiten.
Gevolgen van Algemeen Niet Aangeboren Hersenletsel Motorisch
Meestal: halfzijdige verlamming. Spierzwakte, spierstijfheid, spierspasmes, dyspraxie, problemen met beweging: coördinatie, kracht en balans
Sensorisch
Sensibiliteitsverandering, hoofdpijn
Overig lichamelijk
Moeheid, epilepsie, verminderd zicht door hemianopsie
Cognitief
Geheugenverlies, geen twee dingen tegelijk kunnen, problemen met verwerken van zintuiglijke informatie, gebrek aan inzicht (plaats, tijd, ziekte) aandacht en Rusteloosheid, agressiviteit en irritaties, egocentrisme, apathie en gebrek aan
gedrag
motivatie, depressie, prikkelbaar, stemmingswisselingen
Tabel 1.1-a Gevolgen van Algemeen NAH met betrekking op bewegen
Analyse
concentratie), neglect (geen aandacht voor één zijde ) Emotioneel en
9
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bij een CVA of een trauma is er vaak sprake van hersenletsel op neoniveau. In de figuur 4.is te zien dat hierdoor dit niveau niet meer (geheel) werkt en dat de remming op de onderliggende niveaus gestoord
is. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in spasmen van het bewegingsapparaat, maar er is vaak ook sprake van ontremming in de emotie. Volgens het fylogenetische model van de hersenen van Piet Vroon zijn
de hersenen en hun functies hiërarchisch in te delen. Het archiniveau staat voor het bewustzijn en reflexen, paleoniveau voor emotie en automatismen, het neoniveau staat voor cognitie. Zoals in figuur
4 te zien is staat het neoniveau bovenaan en heeft deze een remming op het paleoniveau, welke op zijn beurt het archiniveau remt. Wanneer er zich een laesie in een niveau bevindt zal deze functie gestoord zijn en zullen de onderliggende niveaus ontremd zijn.
Figuur 5 Fylogenetisch model van de hersenen. Links de indeling in het brein, midden de hiërarchie tussen archi-, paleo- en neoniveau, rechts een laesie in de hoge hersenen
Er zijn weinig wetenschappelijke onderzoeken naar het effect van bewegen op het welbevinden en de kwaliteit van leven van mensen met ernstig hersenletsel. Hierbij is geprobeerd vooral te kijken naar het
effect op het sociale, emotionele en cognitieve functioneren bij mensen die rolstoelgebonden zijn. De
meeste onderzoeken, beschrijven de invloed van sporten, bewegen en verrijking van de omgeving van vóór het letsel. Wanneer men een groot cognitief reserve opbouwt, is de kans op herstel na hersenletsel groter. Dit wordt het cognitive brain reserve genoemd (P. De Bartolo et al, 2008).
Uit onderzoek blijkt dat ook lang na het hersenletsel verbetering mogelijk is door middel van ritmisch
trainen. Dit effect van Rhytmic Training wordt weergegeven in een casestudy van een 24-jarige vrouw, 9 jaar na hersenletsel. Het ritme wordt aangegeven met een metronoom die ingesteld wordt op het natuurlijke ritme van de cliënt. De casestudie beschrijft verbetering van sensibiliteit en een vermindering van spasticiteit. Het IQ van de vrouw is gestegen van 78 naar 94. Ouders rapporteerden een verbetering op het niveau van agitatie. (Y. Goldshtrom et al, 2009).
Er is bewijs dat fysieke training bij dieren met hersenletsel het neurocognitieve herstel ondersteunt. In
onderzoek bij muizen komt naar voren dat wanneer te snel na het verwerven van het letsel begonnen wordt met training dit ervoor kan zorgen dat het herstel juist vertraagd wordt (G.S. Griesbach et al,
2004). Interventies met fysieke oefeningen zijn veilig in de subacute en revalidatiefase bij mensen met hersenletsel (J.M. Devine et al 2009).
Op basis van de hiervoor genoemde onderzoeken is het aannemelijk dat goede lichaamsbeweging en oefening voor deze doelgroep veel goed kan doen. Ook lange tijd na het letsel zou er nog geoefend moeten worden. Met de kans op herstel van functie en zeker als doel om nog aanwezige functies te
beperkingen door het letsel, waaronder hart- en vaatziekten, contracturen en overgewicht. Zowel voor lichamelijke functies als cognitieve functies geldt de stelregel: “If you don’t use it, you lose it”.
Analyse
behouden. Bovendien verkleint lichaamsbeweging de kans op fysieke problemen ten gevolge van de
10
Gertruud Schalen
1.1.2.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Multiple Sclerose
Onder NAH valt ook verworven hersenletsel ten gevolge van een ziekte, zoals Multiple Sclerose of
Parkinson. Omdat het verloop van Multiple Sclerose anders is dan bij Algemeen NAH, wordt hieronder ook een korte samenvatting gegeven.
Bij Multiple Sclerose, MS, is er een ontstekingsreactie in het centrale zenuwstelsel, waardoor dit ontstaat is nog niet bekend. Tijdens deze reactie breken afweercellen de myelinescheden rond de
zenuwuitlopers af. Dit zorgt voor een vertraagde of beperkte informatie overdracht vanuit de aangetaste gebieden. Doordat dit overal in het centrale zenuwstelsel kan ontstaan, is er een grote variatie in de gevolgen van MS. De
ontsteking neemt een grotere plaats in dan het litteken dat later op
die plek komt. Hierdoor ontstaat een patroon van verergering en verbetering wat te zien is in figuur 6. Vaak verdwijnen in de loop van de tijd de aanvallen helemaal, maar gaat de persoon alsnog
geleidelijk achteruit (B. Reipert, 2004). Het precieze verloop van MS hangt af van de vorm en is ook per persoon verschillend. De cliënten
op Nieuw Berkendael zijn allemaal in een laat stadium van de ziekte. In dit late stadium zijn de mensen vrijwel geheel afhankelijk van
anderen, omdat ze alleen nog met het hoofd kunnen bewegen. MS is geen dodelijke ziekte, toch komt het voor dat mensen in een laat stadium komen te overlijden aan de indirecte gevolgen van MS.
Figuur 5 Grafische weergave van verergering van verbetering bij
MS. Hoe hoger de lijn, hoe groter de gevolgen van de ziekte.
De klachten van MS kunnen door vermoeidheid, stress, emoties en warmte verergeren. Bovendien kan
erge vermoeidheid een aanval uitlokken. De tabel 1.1-b geeft de verschillende gevolgen van MS weer.
Gevolgen Multiple Sclerose Motorisch
Krachtverlies, spasticiteit, krampen, stijfheid
Sensorisch
Tintelingen, sensibiliteitsverlies, pijn, gestoorde propiocepsis
Coördinatie
Cerebellaire ataxie, tremor
Overig lichamelijk
Duizeligheid, beperkt gezichtsvermogen, moeheid in rust, snel vermoeibaar
Cognitief
Geheugen stoornis, concentratiestoornis
Emotie en gedrag
Depressiviteit
Tabel 1.1-b Gevolgen van Multiple Sclerose (Steman, 2001)
Er is literatuuronderzoek gedaan naar MS en fysieke activiteiten. Inmiddels wordt over het algemeen gezegd dat fysieke activiteiten bij MS helpen de vermoeidheid en depressie te verminderen en de
kwaliteit van leven te vergroten. Mensen met MS die in de EDSS (Kurtzke Expanded Disability Status Scale) 6 of lager scoren, blijken vergelijkbare effecten van training te vertonen als gezonde mensen
(Gallien et al, 2007). Echter valt het op dat alle onderzoeken gedaan zijn bij personen die een EDSS score van 6,5 of lager hebben. In Bijlage I is een tabel van de EDSS te vinden. De doelgroep binnen
Nieuw Berkendael valt hier helaas niet meer onder. Alle cliënten zijn rolstoelgebonden, sommigen hebben nog wel enige armfunctie. Uit een onderzoek van Ponichtera-Mulcare et al uit 1997, blijkt dat
mensen met EDSS 1-4,5 na training hun VO2-max met 20% verhoogd hebben. En mensen met EDSS 56,5 slechts met 5%. Dit is aanleiding om voorzichtig te zijn met uitspraken over de aanbevolen
hoeveelheid beweging bij een participantengroep met MS die rolstoelgebonden is (EDSS 7 of hoger).
Uit longitudinaal onderzoek van Alexa et al uit 2006 blijkt dat over een periode van 5 jaar te zien is wat het effect van bewegen kan zijn bij mensen met MS. Er blijkt een negatieve relatie te zijn tussen oefengedrag en verandering in functionele beperkingen. Dat suggereert dat hogere oefenniveaus remmend effect heeft op de achteruitgang van mensen met MS (A.K. Stuifbergen, 2006).
Analyse
gerelateerd zijn aan een langzamere achteruitgang. Dit zou onderbouwen dat bewegen een (enigszins)
11
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Een verklaring voor het feit dat er weinig onderzoeken zijn gedaan bij mensen met MS die in een hogere EDSS schaal vallen, is te zoeken in de praktische kant van het onderzoeken. Mensen met een
EDSS lager dan 6,5 zijn nog mobiel en het is daardoor makkelijker om te trainen met de onderste
extremiteiten. Hierdoor worden grote spiergroepen aangesproken, welke geschikt zijn om conditie mee te trainen. Ook tests gericht op conditie en uithoudingsvermogen worden veelal gedaan door bewegingen van de onderste extremiteiten, lopen of fietsen. Bij deze groep is het dus eenvoudiger om
een wetenschappelijk onderzoek op te zetten en objectief te kunnen meten. Bij de cliëntengroep van Nieuw Berkendael is het ook moeilijk om verbetering of verslechtering objectief te kunnen meten.
Uit onderzoeken blijkt geen contra-indicatie voor bewegen te komen, echter is het wel belangrijk de verhouding tussen belasting en belastbaarheid van de cliënt in de gaten te houden. Onder belasting
valt niet alleen de beweegactiviteit van de cliënt, maar ook de belasting van de ADL en andere
activiteiten. De ziekteactiviteit, de aanwezigheid van ontstekingsreacties in de hersenen, is van invloed op de belastbaarheid van de cliënt. Structurele disbalans tussen de belasting en de belastbaarheid is
niet goed en draagt niet bij aan eventuele verbetering van de conditie. Voorgaande is door Drs. Marc Rietberg, hoofd secties fysiotherapie en ergotherapie, revalidatiegeneeskunde van het VU medisch centrum beaamd en is een leidraad voor het aanbieden van beweegactiviteiten bij mensen met MS.
1.1.3.
De ziekte van Parkinson
Ook de ziekte van Parkinson valt onder NAH. Echter zijn de gevolgen van deze ziekte anders dan de
hierboven genoemde. De ziekte van Parkinson, genoemd naar de arts James Parkinson, ontwikkelt zich vooral in de leeftijd vanaf 50 jaar. De oorzaak van de ziekte is niet bekend, men vermoedt dat het
ziektebeeld zich ontwikkelt ten gevolge van een combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren (Wolters & van Laar, 2002). De ziekte van Parkinson is een hersenziekte waarbij de zenuwcellen van de substantia nigra, de zwarte stof, langzaam afsterven. De substantia nigra produceren dopamine, er
ontstaat dus een dopaminetekort. De basale ganglia vormen een regelsysteem dat er voor zorgt dat bepaalde bewegingen makkelijker verlopen en anderen worden onderdrukt. De basale ganglia hebben dopamine nodig om te functioneren, door het tekort gaat bewegen dus niet meer goed. In tabel 1.1-c zijn gevolgen van de ziekte van Parkinson met betrekking op bewegen weergegeven.
Gevolgen ziekte van Parkinson Motorisch
Rigiditeit (stijfheid van de ledematen), gestoorde (voorovergebogen) houding en houdingsreflexen, bewegingsarmoede, moeite met starten of stoppen van
beweging, verminderde opvangreflexen, freezing, afwijkend looppatroon, moeite
met
obstakels,
orthostatische
hypotensie
(duizeligheid
bij
overeindkomen). Weinig spontane bewegingen, moeite met routines, geen toepassing van aangeleerde handelingen in een andere omgeving, geen flexibiliteit in motorisch handelen (bijvoorbeeld opstaan uit een andere stoel) Coördinatie
Balansproblemen, rusttremor eerst aan één hand, arm of been, later aan beide
Overig lichamelijk
Vermoeidheid
Cognitief
Concentratieproblemen, dementie, psychose, initiatiefverlies
Emotie en gedrag
'Parkinson-depressie': perioden van somberheid, doodmoe, geen plezier aan bezigheden, slechte concentratie. Verminderde expressie van de emotie.
Tabel 1.1-c Gevolgen van de ziekte van Parkinson met betrekking op bewegen
Hoewel de ziekte altijd progressief is, is het beloop variabel. Meestal is drie jaar nadat de eerste eenzijdige symptomen zichtbaar zijn, sprake van een tweezijdige aandoening. Balansproblemen ontwikkelen zich circa twee tot drie jaar later. Herhaaldelijk vallen begint gemiddeld tien jaar na de
eerste symptomen. Uiteindelijk krijgen vrijwel alle personen balansproblemen en kunnen hierdoor zoals dementie (S. Keus, 2006).
Analyse
permanent rolstoelafhankelijk raken. In latere stadia kunnen niet-motorische symptomen ontstaan,
12
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Zoals beschreven in paragraaf 1.1.1 is een manier om naar de hersenen te
kijken die van het fylogenetisch model. Bij de ziekte van Parkinson is er sprake van een laesie op paleoniveau. Het archiniveau is hierdoor ontremt en
het neoniveau neemt de regie over van het paleoniveau. Dat heeft als gevolg dat de persoon moet nadenken bij alle bewegingen, hij kan geen
automatismen uitvoeren. Hierdoor zijn dubbeltaken niet mogelijk. Het neoniveau is ecologisch georiënteerd: het staat ten dienste van informatie
uitwisseling met de omgeving. Daarom heeft iemand met de ziekte van Parkinson door middel van externe prikkels veel minder moeite met
bewegingen (van Cranenburg, 2002). Voorbeelden van externe prikkelingen of cues zijn weergegeven in tabel 1.1-d.
Figuur 6 Fylogenetisch model bij de ziekte van Parkinson.
Bij literatuuronderzoek naar de toepassing van verschillende activiteiten bij mensen met de ziekte van Parkinson komt een soortgelijk probleem naar boven als bij MS. Alle studies zijn gericht op een participantengroep die zich bij de Hoehn en Yahr classificatie in schaal I tot III bevinden. Bij schaal III
heeft de persoon last van tweezijdige symptomen en enige houdingsinstabiliteit. De persoon is fysiek onafhankelijk. De cliënten van Nieuw Berkendael zijn allemaal in stadium IV of hoger. In Bijlage I is de
Hoehn en Yahr Scale te vinden. Uit onderzoek van L. Gobbi et al 2009 is gebleken dat oefenprogramma’s, waarin één keer per week een uur getraind werd, de balans en mobiliteit van de
participanten verbeterden. Volgens onderzoek van M. Hackney et al 2009 heeft de Tango een positief effect op mensen van de ziekte van Parkinson omdat het de balans en loopbeperking verbetert in de
context van sociale interactie, waarin nauw samengewerkt moet worden met een partner. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de interventies van de andere groepen namelijk Tai Chi, Foxtrot/ Walz en de controlegroep zonder oefenprogramma. In eerder onderzoek van M. Hackney et al
in 2008 blijkt dat Tai Chi wel een geschikte, veilige en effectieve manier is van oefenen voor personen
met lichte tot milde Parkinson. Onderzoek naar het effect van verschillende oefentherapieën voor mensen met de ziekte van Parkinson die reeds rolstoelgebonden zijn, ontbreekt. Echter is hier geen
sprake van een eventuele contra-indicatie en lijkt het aannemelijk dat deze doelgroep mag oefenen op het niveau dat zij kunnen en willen.
In de richtlijn Parkinson van het KNGF (S. Keus, 2006) wordt aanbevolen om dubbeltaken te vermijden en
gebruik
te
maken
van
cognitieve
bewegingsstrategieën
en
cueingstrategieën.
Bij
bewegingsstrategieën worden complexe (automatische) activiteiten omgevormd tot losse, in vaste
volgorde uit te voeren delen. Hiermee kan de activiteit bewust worden uitgevoerd. Cueingstrategieën zijn het toepassen van externe prikkels, cues, om een activiteit uit te lokken. In tabel 1.1-d staan
voorbeelden van veelgebruikte cues. Volgens de werkgroep van de richtlijn Parkinson is het aannemelijk dat actieve oefenprogramma’s ter verbetering van conditie, spierkracht en mobiliteit van
gewrichten en spieren of het behoud daarvan, achteruitgang van de fysieke conditie voorkomen en
daarmee het algemeen functioneren bevorderen. Auditief Visueel
Ritmisch herhaalde cues
Eenmalige cues
Muziek, ritmisch tikken, zang, tellen
Bewegingsinitiatie, bijvoorbeeld op de 3e tel
Volgen van ander persoon. Stappen over
Bewegingsinitiatie
strepen
voorwerp. Houdingshandhaving door spiegel
op
de
vloer,
strepen
laserpen, handvat van de wandelstok Tactiel
van
door
stappen
over
of oprichten naar voorwerp
Aantikken van been
Cognitief
Aandacht richten op het einddoel, niet op het obstakel
Analyse
Tabel 1.1-d Verschillende soorten cues (S. Keus, 2006)
13
Gertruud Schalen
1.2.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Activiteitencentrum
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige situatie van de beweegactiviteiten in Nieuw Berkendael.
Op de volgende tijdstippen is het niet mogelijk een activiteit te organiseren: tijdens de eetmomenten ‘s middags en ‘s avonds. In de Oase, de kantine en eetruimte op de begane grond, wordt er om 12.30uur
geluncht, cliënten die op de afdelingen lunchen doen dit om 13.00uur. Diner wordt om 17.00 geserveerd. (Woonzorgcentrum Haaglanden, 2010)
1.2.1.
Situatie op niveau van activiteitencentrum
Momenteel wordt er een aantal beweegactiviteiten op Nieuw Berkendael aangeboden. Deze worden weergegeven in figuur 1.2-a. Er zijn ook andere activiteiten waarbij de cliënten bewegen, onder andere
de bakactiviteit en spelletjes. Het doel van deze activiteiten is echter niet beweging en deze zijn daarom niet in de tabel opgenomen.
Activiteit
Inhoud activiteit
Frequentie, deelnemers en begeleiding
Locatie
Bewegen
Opwarmen door het bewegen van lichaamsdelen.
3x/week;
De
Wandelen
Met een groepje ‘wandelen’ in de buurt van Nieuw
1x/week
worden geduwd door vrijwilligers en een
Afhankelijk van het
actief.
1 op 1 begeleiding
Spelen van bowlen, vissen, tennis en braintraining
3 x/ week 90 min
Spelelement: verschillende ballen, hoepels etc.
15-25 cliënten
Oase
2 activiteitenbegeleiders Berkendael. De cliënten zitten in een rolstoel en
activiteitenbegeleider. De cliënten zijn dus niet zelf Wii
Fietsen
aantal vrijwilligers
op de Nintendo Wii met de Wii console. De cliënt
± 10 cliënten
beweegt de console met de hand, drukt knoppen
1 vrijwilliger, stagiair of
in en moet soms snel reageren.
activiteitenbegeleider
Binnen
Er is een duo fiets aanwezig op Nieuw Berkendael.
In de zomer ±1x/ week
Deze kan door de cliënten gebruikt en
1 familielid of vrijwilliger
gereserveerd worden. Dit is geen georganiseerde
per cliënt
Individueel sjoelen. Enige begrip en armfunctie zijn
1x/week
De
noodzakelijk. Het sociale aspect is belangrijk,
15 cliënten
Oase
activiteit. Sjoelen
± 10 peer keer.
Buiten
onder andere het contact met vrijwilligers. Door de
± 6 Vrijwilligers
Buiten
geleide armbeweging is het voor veel cliënten mogelijk om mee te doen.
Tabel 1.2-a Huidige sport- en beweegactiviteiten op Nieuw Berkendael
Er zijn momenteel op Nieuw Berkendael 108 cliënten inwonend. Van wie er 95 lichamelijk gezien, de mogelijkheid hebben om te bewegen. Echter is het van deze 95 cliënten voor een aantal door cognitieve of gedragsmatige reden momenteel moeilijk om aan groepsactiviteiten mee te doen. Bij
deze cliënten is het waarschijnlijk noodzakelijk eerst een individuele vorm van een beweegactiviteit aan te bieden. Het aantal inwonende cliënten dat aan beweegactiviteiten in een groep mee kan doen is
momenteel daardoor 80. De cliëntengroep van de dagbehandeling bestaat uit 19 cliënten, van wie er 17 kunnen bewegen. De totale cliëntengroep is dus 97. Zoals te zien in tabel 1.2-a zijn er in totaal 115
‘beweegplekken’ per week. Er kunnen 115 mensen per week meedoen aan een beweegactiviteit,
Analyse
aangezien er 97 cliënten zijn, kunnen sommigen dus vaker dan één keer mee doen.
14
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Het onderstaande is naar voren gekomen tijdens de observaties en gesprekken: • Cliënten -
Er zijn nu geen in-/ exclusie criteria gesteld voor de cliëntengroep van activiteiten. Er zijn geen verschillende groepen gebaseerd op niveau of prikkelgevoeligheid. De groep is groot, maar de opkomst is niet constant.
• Ruimte -
De temperatuur in de Oase is soms te hoog voor de beweegactiviteit. Ook zijn de wand en tafelversieringen storend. Tijdens de beweegactiviteit zijn er nog andere cliënten aanwezig in de ruimte, aan tafels of achter de computer.
• Begeleiding -
De communicatie tussen activiteitenbegeleiders en medewerkers van de zorg, vice versa, is nihil.
De activiteitenbegeleiders geven zelf aan de groep te groot te vinden en daardoor weinig aandacht aan de cliënten individueel te kunnen besteden. De activiteitenbegeleider is veel bezig
met het organiseren van de activiteit: tafels en stoelen aan de kant zetten, cliënten ophalen, materiaal klaarleggen. De activiteitenbegeleiding heeft geen sportachtergrond en is weinig gericht op lichamelijke aspecten van het bewegen. De mogelijkheden en beperkingen van de +
rolstoel worden nauwelijks gezien. Voetensteunen en rolstoelbladen kunnen belemmerend zijn.
Begeleiders willen graag individuele aandacht aan de cliënt besteden. Begeleiders proberen de cliënt zoveel mogelijk individueel te benaderen en uit te nodigen tot bewegen.
• Activiteit -
De beweegactiviteit is statisch, men beweegt niet met zijn rolstoel en mensen met stafunctie
+
Aandacht en gezelligheid zijn belangrijke punten voor, tijdens en na de beweegactiviteit. Er
kunnen deze tijdens de activiteit niet benutten.
wordt gebruik gemaakt van verschillende materialen. Er is afwisseling in de activiteit. Er is een opbouw en een afbouw in de activiteit. Er is behoefte aan lesmateriaal zodat er een groter aanbod aan spelletjes en bewegingen kan komen.
1.3.
Oriëntatie op de markt
Voor het ontwerpen van een beweegprogramma is het handig als er wordt gekeken naar wat er
momenteel al mogelijk is. De mogelijkheden zijn onder te verdelen in drie groepen, te weten: dagactiviteitencentra, verenigingen en gehandicaptensporten.
1.3.1.
Dagactiviteitencentra
Er is gekeken naar drie dagactiviteitencentra. Dit zijn Werkplaats & Atelier Waldeck van Steinmetz | de Compaan in Den Haag,
Werkplaats de Kade van Steinmetz | de Compaan in Rotterdam en
Dagactiviteitencentrum Sparring van Gemiva SVG in Den Haag. In Bijlage IV wordt een tabel weergegeven welke activiteiten deze centra aanbieden en hoe deze georganiseerd zijn. Het onderstaande kwam naar voren tijdens de observaties en gesprekken:
• De manier van bewegen en hoe dit ervaren wordt hangt nauw samen met de begeleider. Bewegen onder begeleiding van een fysiotherapeut wordt snel als therapie gezien. Bewegen onder begeleiding van een persoon met een sportgerelateerde opleiding geeft het gevoel aan het sporten te zijn.
• Fitness in groepsverband kan stimulerend werken en kan onder begeleiding van één begeleider. Het
opstellen van een oefenschema per cliënt is handig als men in een groep oefent. Hierbij kan worden
bijgehouden hoe de oefeningen gaan, zodat vorderingen of achteruitgang te signaleren zijn. Fitnessapparaten kunnen zó worden opgesteld dat de cliënten niet te snel overprikkeld raken, bijvoorbeeld met het gezicht naar de muur gericht.
beoefent en daardoor geschikt is voor mensen met een beperking.
Analyse
• Yoga is een sport/ ontspanningsmethode die erop gericht is dat iedereen het op zijn eigen niveau
15
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
• Zwemmen is een sport waarbij cliënten actief kunnen sporten of kunnen ontspannen door het water. Zwemmen kan onder begeleiding van een sportbegeleider en eventueel met hulp van vrijwilligers.
• Een rustruimte in de nabije omgeving kan gebruikt worden door de cliënten om tot rust te komen wanneer zij dat willen, of op een vast tijdstip als dat voor de cliënt geschikt is.
1.3.2.
Verenigingen en stichtingen Den Haag
Er is geïnformeerd naar de mogelijkheden om te sporten bij verschillende verenigingen en stichtingen in Den Haag en omgeving. Ook is er gekeken naar de mogelijkheid tot bijscholing van begeleiders. Onder de mogelijkheden vallen de volgende verenigingen: Haag 88, De Kameleon, Paardrijden Manege
Madurodam. Daarnaast is er scholing mogelijk bij Yin Yang Balance voor begeleiding bij Rolstoel-Tai Chi. Tot slot zijn er rolstoeldansdocenten en yogadocenten in Den Haag en omstreken bekend.
1.3.3.
Gehandicaptensporten
Er is een groot verschil aan mogelijkheden tussen de cliënten in Nieuw Berkendael, daardoor zijn niet alle sporten mogelijk voor elke cliënt. Hieronder wordt een lijst weergegeven van aangepaste sporten.
Balspellen:
(Semi) Individueel:
Actieve spellen:
Buiten Nieuw Berkendael:
□ Badminton
□ Dansen
□ Bowlen / kegelen
□ Roeien
□ Basketbal
□ Aerobics
□ Biljart
□ Golfen
□ Yoga
□ Computergames
□ Jeu de boules
□ Fitness
□ Dammen
□ Hockey
□ Fietsen
□ Tafeltennis □ Tennis
□ Verdedigingsport (judo, boksen, karate)
□ Voetbal
□ Tai Chi
met beweging (Wii)
□ Paardrijden □ Wandelen
□ Zwemsporten
□ Darten
□ Schaken □ Sjoelen
□ Volleybal
1.4.
De cliënt
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de situatie van de cliënt in Nieuw Berkendeal is. In paragraaf 1.4.2. wordt de wens van de cliënt in kaart gebracht.
1.4.1.
Situatie op niveau van cliënt
De situatie op het niveau van de cliënt is gebaseerd op het zorgleefplan. De kwaliteit van leven die de
cliënt ervaart staat hierbij centraal. In het zorgleefplan staan afspraken beschreven die worden vastgelegd met als uitgangspunt dat de cliënt zijn leven kan leiden zoals hij dat gewend is of wenst.
Er worden concrete acties beschreven die gericht zijn op het vervullen van doelen op het gebied van
wonen, welzijn en zorg. Het zorgleefplan is een dynamisch plan dat tot stand komt met instemming van de cliënt of diens vertegenwoordiger. Uitgangspunt bij het maken van een zorgleefplan zijn de vier domeinen van kwaliteit van leven:
1. Woon en leefomstandigheden (zich thuis voelen)
2. Participatie (sociaal welbevinden)
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden en gezondheid Binnen domein 2 valt onder anderen dagbesteding, contacten, hobby’s en interesses en mantelzorg.
Binnen domein 4 valt onder andere mobiliteit en transfers, houding en conditie. Een beweegactiviteit zou voor een cliënt binnen domein 2 of 4 kunnen vallen.
Evaluatie van het zorgleefplan gebeurt minimaal twee keer per jaar tijdens een zorgleefplanoverleg, de gemaakt. De inhoudsverantwoordelijke voor het formulier is de (senior)woonzorgbegeleider, de
Analyse
gemaakte afspraken worden geëvalueerd en mogelijk bijgesteld en er worden nieuwe afspraken
16
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
teamleider is procesverantwoordelijke. Ook is er één keer per drie maanden een multidisciplinair overleg, hier wordt de actuele situatie van de cliënt besproken en komen vragen en aandachtsgebieden van de betrokken disciplines aan de orde. De cliënt en/of diens vertegenwoordiger is hierbij niet aanwezig. Indien nodig worden de verschillende overleggen vaker dan aangegeven gehouden.
Afhankelijk van de wens van de cliënt en de mogelijkheden binnen de zorg wordt dus per cliënt afgesproken hoe de zorg zal zijn. Bijvoorbeeld het tijdstip waarop de cliënt uit bed gehaald wordt. Dit
is per cliënt verschillend. Ook tijdstippen van therapie zijn per cliënt verschillend en kunnen in de loop van de tijd veranderen.
In het zorgleefplan staat ook welke therapieën de cliënt heeft. Er wordt vanuit veel kanten aangegeven dat wanneer een cliënt nu uitbehandeld is bij de fysiotherapie hij in een ‘gat’ valt. Fysiotherapeuten
geven aan dat cliënten ‘oneindig’ behandeld willen worden terwijl er soms niet veel verandering meer
te boeken is. Doordat de cliënten niet zelfstandig kunnen bewegen is fysiotherapie ook hun enige vorm van beweging. Sportactiviteiten binnen het activiteitencentrum kunnen dit gat opvullen. Daarbij is het noodzakelijke dat fysiotherapeuten en activiteitenbegeleiders samen gaan werken zodat het geheel op elkaar aansluit.
1.4.2.
Wensen van de cliënt
Er is een vragenlijst opgesteld aan de hand van het Basisboek methoden en technieken (Baarda & de Goede, 2001). Het doel is het inventariseren van de wens van de cliënt met betrekking tot sport en
beweegmogelijkheden. Er is voor gekozen om geen bestaande vragenlijst te gebruiken, omdat
vergelijking met andere onderzoeken in dit geval niet van belang is en de mening met betrekking op
situatiespecifieke onderwerpen wel. Gezien de complexe problematiek van de doelgroep is ervoor
gekozen de vragenlijst zelf mondeling af te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat de mening van een eventuele derde weergegeven wordt, bijvoorbeeld van de verpleging of van familie. Daarnaast biedt het mondeling afnemen van de vragenlijst de mogelijkheid om bij onduidelijkheden door te vragen. Aan de inventarisatie hebben 17 cliënten meegedaan. 11 cliënten met Algemeen NAH, 2 cliënten met MS, 3 cliënten met de ziekte van Parkinson en 1 cliënt met een andere aandoening. 12 van de 17
cliënten doen nu al mee met de beweegactiviteit in De Oase. De persoonlijk begeleiders van de cliënten hebben aangegeven welke cliënten in aanmerking komen voor de inventarisatie. De participanten
moesten bij bewustzijn zijn, zelf actief kunnen bewegen en zelf verbaal of non-verbaal antwoord kunnen geven op de vragen. De vragenlijst is te vinden in Bijlage II.
12 van de 17 participanten doen mee met de gymactiviteit. De meerderheid geeft aan momenteel minder te bewegen dan hij of zij graag zou willen. De meesten willen 7 dagen per week een uur bewegen. Zij willen dit graag doen in een groep van ongeveer 10 personen op een vast tijdstip in de
ochtend of in de middag. Zij willen graag bij Nieuw Berkendael bewegen en bij mooi weer willen zij
buiten bewegen. De meesten geven aan met muziek te willen bewegen, sommigen ervaren dit als motiverend.
De cliënten geven aan vele sporten leuk te vinden. Er is dan ook niet één sport die niemand leuk zou vinden. Sporten die aanspreken zijn balsporten en met name volleybal; aerobics; rolstoeldansen;
fietsen; fitness; dammen; sjoelen; computergames en zwemsporten. Een volledig overzicht van alle
Analyse
resultaten van de vragenlijst zijn te vinden in Bijlage III.
17
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
2. Eisen voor het advies
Alle eisen die voortkomen uit hoofdstuk 1 worden hieronder weergegeven. De lijst is ingedeeld met
dezelfde indeling als de analyse.
Mogelijkheden en beperkingen voor bewegen met hersenletsel 1.
2.
Er dienen actieve oefenprogramma’s ter bevordering van cognitieve ontwikkelingen, algemeen
welbevinden en het behoudt van lichamelijke functies aangeboden te worden aan cliënten met zowel Algemeen NAH als MS en de ziekte van Parkinson.
De begeleider van de beweegactiviteit dient kennis te hebben van de mogelijkheden en beperkingen van mensen met Algemeen NAH, MS en de ziekte van Parkinson. Zoals weergegeven in de tabellen 1.1-a, 1.1-b. en 1.1-c.
3.
Het effect van sporten dient per cliënt te worden bijgehouden zodat er inzicht wordt verkregen in
4.
Er dient rekening te worden gehouden met de individuele mogelijkheden van de cliënt.
5. 6.
7.
de verhouding tussen belasting en belastbaarheid van de cliënt.
De intensiteit van de activiteiten moet per dag, per cliënt te bepalen zijn. Binnen de activiteit moeten rustmomenten kunnen worden ingelast.
Er wordt aanbevolen om bij mensen met de ziekte van Parkinson dubbeltaken te vermijden en
gebruik te maken van cognitieve bewegingsstrategieën en cueingstrategieën. Er kunnen activiteiten worden aangeboden waarbij de beweging een middel is en een doel heeft, zodat de cliënt de aandacht op het doel(bijvoorbeeld een stok of een bal) kan richten.
Huidige situatie 8.
9.
Een beweegactiviteit valt voor een cliënt binnen domein 2 of 4 van het zorgleefplan.
De activiteit wordt minimaal twee keer per jaar tijdens een zorgleefplanoverleg geëvalueerd en één keer per drie maanden ook tijdens het multidisciplinair overleg besproken.
10. De inhoudsverantwoordelijke voor het zorgleefplan is de (senior)woonzorgbegeleider. 11. Activiteiten vinden niet plaats tussen 12.30uur en 13.30uur of tussen 17.00 en 18.30 uur. 12. De individuele aandacht die er aan de cliënten besteed wordt moet mogelijk blijven.
13. De ruimte waarin een beweegactiviteit georganiseerd wordt moet vrij zijn van obstakels, goed geventileerd en geschikt voor rolstoelen.
14. De begeleider van de beweegactiviteit moet voldoende kennis hebben van het organiseren en begeleiden van verschillende sporten.
Orientatie op de markt 15. Er moet een rustruimte in te buurt van de activiteit zijn.
16. De activiteit moet een sportief karakter krijgen en geen therapeutisch karakter. 17. Fitness, Yoga en zwemmen zijn sporten die aangeboden moeten worden.
18. Er dient een oefenschema/ trainingslogboek gebruikt te worden bij een eventuele fitnessactiviteit. Wens van de cliënt 19. Zo mogelijk worden er elke dag activiteiten aangeboden.
20. De activiteiten dienen in de ochtend of in de middag aangeboden te worden. 22. De activiteiten mogen plaatsvinden met muziek erbij, indien dit past bij de activiteit.
23. Aerobics; rolstoeldansen; fietsen; fitness; dammen; sjoelen; computergames; zwemsporten en balsporten, met name volleybal moeten worden aangeboden in het activiteitencentrum.
24. De activiteiten dienen met mooi weer zoveel mogelijk buiten plaats te vinden.
Eisen voor het advies
21. De activiteiten mogen een uur duren (met de mogelijkheid voor cliënten eerder te stoppen).
18
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
3. Advies
Op basis van de voorgaande analyse is er een driedelig advies gemaakt voor de invulling van de sport-
en beweegactiviteiten van het dagactiviteitencentrum in Nieuw Berkendael. Een belangrijke vraag voor het opstarten van beweegactiviteiten bij de doelgroep is de volgende: welke activiteit past bij welke
cliënt? Elke cliënt is verschillend en ook zijn of haar mogelijkheden variëren. Hiervoor is de Sportwijzer ontworpen. Met behulp van dit computerprogramma kan de activiteitenbegeleider gemakkelijk bepalen
welke cliënt aan welke sport mee kan doen. Een uitleg over de Sportwijzer wordt gegeven in paragraaf 3.1. Wanneer bekend is welke sport bij de cliënt past, komt de volgende vraag aan bod: hoe kan deze
sport aangeboden worden? Paragraaf 3.2. gaat verder in op de aanbevolen sporten voor het dagactiviteitencentrum. In paragraaf 3.3. wordt nader uitgelegd wat de randvoorwaarden voor de
implementatie van deze activiteit zullen zijn. Bijvoorbeeld informatie over locaties waar cursussen
aangeboden worden, of materialen aangeschaft kunnen worden. Wanneer dit gehele advies doorgelopen is zal men vanaf de wens en de mogelijkheden van de cliënten tot een uiteindelijke beweegactiviteit voor de cliënten kunnen komen.
3.1.
Sportwijzer
Vanwege de grote verscheidenheid aan mogelijkheden en beperkingen bij de gekozen doelgroep is het niet makkelijk te zeggen welke sport geschikt is voor welk ziektebeeld. Mensen met Algemeen NAH, de
ziekte van Parkinson of MS hebben weliswaar overeenkomsten met betrekking tot hun mogelijkheden, maar ook niet elke persoon met hersenletsel is gelijk. Sterker nog: geen enkel persoon is gelijk. Dit is
het eerste punt waar rekening mee gehouden moet worden bij het indelen van een persoon bij een activiteit. Elk individu is verschillend en heeft andere mogelijkheden en beperkingen.
Gelukkig is in grote lijnen wel te bekijken wat iemand kan en niet kan. Ook is het mogelijk om per sport te bekijken wat nodig is om deze sport te kunnen beoefenen. Wanneer deze twee onderdelen gecombineerd worden, ontstaat de Sportwijzer. Door het invullen van de vragenlijst geeft de activiteitenbegeleider aan wat de mogelijkheden van de cliënt zijn. De Sportwijzer zoekt hier de
sporten bij die het meest geschikt zijn. Zo kan de cliënt gemakkelijk ingedeeld worden bij een sport die bij zijn of haar mogelijkheden past. Daarnaast wordt de begeleider uitgenodigd om na te denken over de lichamelijke en cognitieve mogelijkheden van de cliënt. Samen met de cliënt gaat de
activiteitenbegeleider dan op zoek naar een sport op de locatie of buiten locatie die bij de cliënt past en die de cliënt met plezier zal doen. Want uiteraard staat de wens van de cliënt ook hier weer centraal. In figuur 8 is een screenshot van de Sportwijzer te zien. De sportwijzer is als volgt te gebruiken: • Het programma is te vinden op de bijgeleverde
cd-rom
en
maakt
gebruik van Java ondersteuning.
• Per onderdeel kan worden aangeklikt
of de cliënt deze mogelijkheid heeft of
niet.
Wanneer
de
cliënt
bijvoorbeeld iets kan vasthouden in zijn
hand,
‘handfunctie’
kan
het
aangevinkt
hokje
bij
worden.
Hokjes dienen alleen aangevinkt te worden
als
de
stelling
van
toepassing is op de cliënt, als dit niet zo is, wordt het hokje wit gelaten. Wanneer men de muis op de stelling
plaatst verschijnt er een ballon met eventueel een voorbeeld.
Figuur 7 Screenshot van de Sportwijzer
Advies
een korte uitleg over de stelling met
19
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
• Rechts onderin moet de naam van de cliënt ingevuld worden.
• Als bovenstaande gedaan is, wordt met de knop ‘informatie verwerken’ opgevraagd welke sporten geschikt zijn voor de betreffende cliënt. Dit wordt in een tweede scherm zichtbaar.
• Daarna kan het bestand worden opgeslagen of uitgeprint. Het bestand moet worden opgeslagen als een .txt bestand.
• Het opgeslagen tekstbestand is te openen in Microsoft Word. Na de eerste keer openen kan
aangevinkt worden dat dit type bestanden altijd met Microsoft Word geopend dienen te worden, dan zal dat de volgende keer automatisch gebeuren op de betreffende computer.
Een voorbeeld van een uitkomst is te zien in figuur 9. In Bijlage V is het schema te vinden waar de sportwijzer op gebaseerd is.
3.2.
Figuur 8 Screenshot van een voorbeeld resultaat uit de Sportwijzer
Nieuwe Beweegactiviteiten bij Nieuw Berkendael
In paragraaf 3.2.1. wordt beschreven welke sporten er binnen het nieuwe activiteitenprogramma horen.
Van alle activiteiten die momenteel plaatsvinden in Nieuw Berkendael is al een bondige omschrijving gegeven in het Activiteitenhandboek. Deze omschrijving wordt activiteitenkaart genoemd en bevat
onder andere de doelgroep van de activiteit, het doel, de begeleiding en de benodigde materialen. Ook
de nieuwe beweegactiviteiten zijn weergegeven als activiteitenkaart, zodat dit goed aansluit bij het huidige aanbod van het activiteitencentrum. Vanaf Bijlage VI worden deze activiteitenkaarten van alle nieuwe activiteiten weergegeven. In paragraaf 3.2.2. wordt een activiteitenkaart uitgelegd.
3.2.1.
Aanbevolen sporten
Uit de analyse in paragraaf 1.3.1. en 1.4.2. blijkt dat de volgende sporten een goede invulling zouden
zijn voor het aanbod van beweegactiviteiten op Nieuw Berkendael: Yoga, zwemmen, balsporten, rolstoeldansen, fitness, aerobics, fietsen, dammen, sjoelen en computergames. Aanbevolen wordt om de huidige sjoelactiviteit of de sport- en spelactiviteit uit te breiden met andere spellen zoals kegelen,
biljarten, dammen, schaken of darten. Daarnaast wordt aanbevolen om de Wii sportclub verder uit te
breiden met verschillende spellen, meer controllers en dit vaker per week aan te bieden. Door de
aanschaf van een extra hometrainer, theratrainer of een tandem kan het fietsen meer mogelijk gemaakt worden. Omdat deze activiteiten momenteel goed verlopen, worden deze niet verder toegelicht in dit adviesprotocol. Daarnaast wordt er geadviseerd de sporten aerobics en rolstoeldansen
onder één noemer te laten vallen, namelijk bewegen op muziek. Bewegen op muziek kan een goede activiteit zijn voor mensen met de ziekte van Parkinson, doordat bewegen op het ritme van de muziek
makkelijker kan gaan.
Naast de eerder genoemde activiteiten zijn er nog twee activiteiten die aangeraden worden in te
voegen in de beweegactiviteiten, te weten: boksen en Tai Chi. Boksen is een vechtsport waarbij zowel aanval- als verdedigingstechnieken geleerd kunnen worden. Trainen in een vechtsport kan als doel hebben het leren omgaan met agressie en het uiten van emoties. Om deze reden kan de activiteit
Boksen een waardevolle bijdrage leveren voor de cliëntengroep van Nieuw Berkendael. Tai Chi komt aangepast en verzacht door oudere oosterse meesters om hun lichaam en geest in conditie te houden. Langzame dansende bewegingen zorgen voor opwarming van het lichaam, concentratie, balans en
Advies
voort uit traditioneel oosterse vechtkunsten. De bewegingen van het aanvallen en verdedigen zijn
20
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
innerlijke rust. Men kan op zijn eigen niveau oefenen waardoor het geschikt is voor iedereen. Tai Chi kan gebruikt worden ter verbetering van balans bij ouderen en mensen met de ziekte van Parkinson. Er wordt geadviseerd Tai Chi met Yoga te combineren als één beweegactiviteit. Voor de sporten
zwemmen, Yoga/ Tai Chi, bewegen op muziek, fitness, boksen, Balsport Groen en Balsport Geel zijn de activiteitenkaarten te vinden in Bijlage VI, VII, VII, IX, X, XI en XII.
De huidige beweegactiviteit in de Oase zal veranderen in Balsport Groen en Balsport Geel. De kleuren
geven aan hoe hoog de intensiteit van de sport is. Groen straalt rust uit. Balsport Groen is er met name op gericht dat men met verschillende balspellen bezig is, maar met minder spelregels en spelelementen. De activiteit bevat de sporten badminton, golf, hockey, jeu de boules en tafeltennis,
deze zijn geschikt voor mensen met grote lichamelijke beperkingen. De kleur geel staat voor activiteit
en energie. Deze balsport is een dynamische sport met veel spelelementen. Hieronder vallen volleybal,
voetbal, tennis, basketbal en de sporten uit Balsport Groen. Er is niet gekozen voor een aanduiding als 1en 2 want dat suggereert een mogelijkheid tot doorstromen naar het volgende niveau en dit zal niet voor alle cliënten mogelijk zijn. Ook balsporten kunnen vanwege de externe prikkels een geschikte activiteit voor cliënten met de ziekte van Parkinson zijn.
10
1
Cliënten
Begeleiding
10
1
Sjoelen
15
0** Fitness
Fitness
5
1
Wandelen
10
1
Begeleiding
Fitness
Bewegen op
Balsport Geel
Cliënten
10 1
Geel
Middag
1
Activiteit
Balsport
10
Wii
Vrijdag
Activiteit
3* Sportclub
Begeleiding
8
Donderdag
Cliënten
Begeleiding
Zwemmen
Groen
Activiteit
Cliënten
Begeleiding
10 1
Woensdag
Activiteit
Ochtend Balsport
Dinsdag
Cliënten
Activiteit
Maandag
Sportclub
10
1
Zwemmen
8
3*
Bewegen
10
1
Wii 5
1
10
1
muziek
5
1
Balsport
10
1
Groen Sportclub 10 1
Balsport
Wii
Geel
Sportclub Wii
10
1
Fitness
5
1
Yoga/
op muziek 10
1
Boksen
5
1
10
1
Fitness
5
1
Tai Chi Balsport Groen
Tabel 3.2-a Weekschema beweegactiviteiten. * Zwemmen wordt begeleidt door minimaal twee bevoegde zweminstructeurs en iemand die bevoegd is voor het verlenen van noodzakelijke ADL- of medische hulp. De begeleiders worden ondersteund door vrijwilligers. ** Sjoelen wordt geheel gerund door vrijwilligers.
In tabel 3.2-a staat een suggestie voor het weekschema van de sport- en beweegactiviteiten binnen het activiteitencentrum. In de tabel is te zien hoe vaak de verschillende activiteiten aangeboden
worden, hoeveel deelnemers hieraan mee kunnen doen en hoeveel begeleiding erbij nodig is. In de tabel wordt onder de begeleiding, de minimale professionele begeleiding bedoeld. Alle activiteiten
kunnen ondersteund worden door familie, vrijwilligers en maatschappelijke stagiaires. De activiteiten sjoelen, yoga en bewegen op muziek wordt door externe docenten of vrijwilligers begeleid. Met
uitzondering van het zwemmen zijn er dus per dagdeel twee sportbegeleiders nodig. Volgens dit schema zijn er naar schatting 201 ‘beweegplekken’, welke ingevuld kunnen worden door de 98
mensen die deel kunnen nemen aan de beweegactiviteiten. Dat betekent dat iedereen twee keer per week kan sporten.
Er zijn ook sporten die cliënten eventueel buiten de locatie Nieuw Berkendael zouden kunnen Advies
beoefenen. Deze sporten zijn opgenomen in het implementatieplan en worden in paragraaf 3.3.
besproken.
21
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Één van de doelen van de sport- en beweegactiviteiten is het vergroten van de eigenwaarde van de
cliënt. Daarnaast is het de bedoeling dat de cliënten uitgedaagd worden actief te zijn op hun eigen niveau en op een leuke manier. Om de cliënten de mogelijkheid te bieden te kunnen bewegen op zijn of haar niveau wordt aangeraden om de groepsgrootte te verkleinen. Tien cliënten per groep is het
maximum. Bij het indelen van de groepen kan ervoor gekozen worden cliënten met hetzelfde niveau samen te laten gaan. Of er kan voor een indeling gekozen worden waarbij de karakters van de verschillende cliënten goed samengaan en er hierdoor een teamspirit kan ontstaan die de cliënten stimuleert tot sporten. Deze keuze is dus afhankelijk van de sport, het niveau van de cliënten en de
verschillende karakters van de cliënten. Er wordt van de activiteitenbegeleider verwacht dit in te
schatten en de cliënten hierop in te delen. Keulen en Aken zijn ook niet in één dag gebouwd, het
zoeken van de juiste formule voor de beweegactiviteiten zal ook tijd en moeite in beslag nemen. Echter door de groepen kleiner te maken is er meer individuele aandacht voor de cliënt mogelijk en kan de cliënt bij bijvoorbeeld balsporten vaker aan de beurt komen.
3.2.2.
Uitleg van de activiteitenkaarten
In figuur 9 wordt een voorbeeld van een activiteitenkaart weergegeven. Bovenaan staat de naam van
de activiteit waar het om gaat. De kopjes doelgroep, doel, materiaal en groepsgrootte spreken voor zich. De opstelling is een suggestie voor een opstelling van de activiteit. Hierbij is het witte rondje een cliënt en het blauwe rondje een begeleider. et doel van de activiteit geeft de globale doelstelling van de activiteit weer. De cliënt kan bij de activiteit ook een individueel doel hebben. Onder frequentie staat
het aantal keren dat de cliënt per week mee kan doen aan de activiteit. Als er meer cliënten zijn voor de activiteit dan er in de groep passen, zal de activiteit dus
vaker
gedaan
worden,
echter
met
andere
deelnemers. In principe moet een cliënt elke dag mee kunnen doen aan een beweegactiviteit. In de suggestie
voor het weekschema is dit nog niet mogelijk, een uitbreiding
hiervan
in
de
toekomst
is
gewenst.
Overigens zijn activiteiten onder begeleiding van een
vrijwilliger of familie zoals fietsen of zelf oefenen met de Wii niet opgenomen in dit schema.
Tot slot staan er eisen waaraan de ruimte moet voldoen en onder welke begeleiding de activiteit in ieder geval
plaats moet vinden. Voor de ruimtes is een ruime
inschatting gemaakt, uitgaande van grote elektrische rolstoelen. Wanneer een activiteitengroep uit personen
bestaat met kleinere rolstoelen of zelf zonder rolstoelen kan er gebruik worden gemaakt van een kleinere
ruimte. Er wordt aanbevolen in het activiteitencentrum één ruimte in te richten als rustruimte waar de cliënten van de verschillende activiteiten in een prikkelarme
omgeving een paar minuten tot rust kunnen komen als zij dit nodig hebben.
3.3.
Figuur 9 Voorbeeld van een activiteitenkaart
Implementatieplan
Niet alleen de sporten op zich zijn belangrijk om een sport- of beweegactiviteit op te zetten. Alle aspecten achter de schermen zijn minstens zo belangrijk: wie gaat de activiteit leiden en hoe komt
deze vragen worden in deze paragraaf beschreven. Allereerst wordt in paragraaf 4.3.1. uitgelegd welke
Advies
deze persoon aan kennis en kunde daarvoor? Waar worden materialen vandaan gehaald? Hoe wordt een goede verhouding tussen belasting en belastbaarheid van de cliënt gewaarborgd? De antwoorden op
22
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
verschillende soorten begeleiding er bij de activiteiten ingezet kan worden. In paragraaf 4.3.2. wordt beschreven wat het nut en de noodzaak is van een goede communicatie met betrekking tot de
beweegactiviteiten. Hierna wordt in paragraaf 4.3.3. besproken welke voorwaarden er nog meer nodig zijn om de activiteiten binnen Nieuw Berkendael op te zetten. De voorwaarden voor de activiteiten die
buiten Nieuw Berkendael georganiseerd kunnen worden zijn te vinden in paragraaf 4.3.4.
3.3.1.
Begeleiding van de activiteiten
Bij een aantal activiteiten is het noodzakelijk dat de activiteitenbegeleider ook kennis heeft van de betreffende sport. De activiteitenbegeleider kan een cursus doen om deze kennis op te doen. Wellicht is er een activiteitenbegeleider met persoonlijke interesse in een bepaalde sport, hier kan dan op
ingespeeld worden. Er wordt aanbevolen een lesprogramma te ontwikkelen voor de inhoudelijke
invulling van de beweegactiviteiten. Dit zou gedaan kunnen worden door een (stagiair) sportinstructeur of bewegingsagogiek.
Deze kan dan samen met een fysiotherapeut inhoudelijk het sport- en spelprogramma inrichten. Mboopleidingen voor Bewegingsagoog aan deze kant van het land zijn bij de volgende scholen te vinden: • Alphen ad Rijn, Gouda, Zoetermeer - ID College • Amsterdam - ROC van Amsterdam
• Amsterdam - ROC ASA - Amsterdam • Delft - ROC Mondriaan
• Goes, Breda - ROC Zeeland • Haarlem - ROC Nova College
• Hilversum - ROC van Amsterdam - Gooi en Vechtstreek • Leiden - ROC Leiden
• Rotterdam, Spijkenisse - Zadkine • Rotterdam, Albeda College
• Terneuzen - ROC Westerschelde • Utrecht - ROC ASA - Utrecht
• Utrecht, Amersfoort - ROC Midden Nederland (Stichting ROC.nl, april 2010).
Naast begeleiding op professioneel niveau is het bij sommige activiteiten prettig om wat extra handen te hebben. Hierbij is te denken aan het aanreiken van sportmateriaal, samen oefenen of
iemand aanmoedigen. Voor deze taak is een invulling door middel van een maatschappelijke stage mogelijk. Hierbij zal de stagiair onder supervisie van de activiteitenbegeleider assisterende taken uitvoeren, waarbij het doel is dat de cliënt zoveel mogelijk zelf actief is. De stagiair past de omgeving zo aan dat de cliënt uitgedaagd wordt zelf te sporten.
Ook voor vrijwilligers of familie en vrienden is het mogelijk samen met de cliënt te sporten. Dit biedt de mogelijkheid om samen met de cliënt een leuke, stimulerende tijd door te brengen.
Sporten verhoogt de kwaliteit van leven mede door het sociale aspect ervan. Wanneer dit sociale aspect ingevuld wordt door familie of vrienden zal dit waarschijnlijk een extra effect hebben.
Activiteitenbegeleiders kunnen een sport uitzoeken die geschikt is voor de cliënt en hierbij zoeken naar een mogelijkheid om deze sport samen met familie te doen.
De begeleiding van de verschillende sport- en beweegactiviteiten van het activiteitencentrum in Nieuw Berkendael kan dus ingevuld worden door een combinatie van de volgende personen: • Sportactiviteitenbegeleider/ bewegingsagoog • Stagiair bewegingsagogiek of CIOS • Maatschappelijke stagiaires • Familie en vrienden
Advies
• Vrijwilligers
23
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
3.3.2.
Communicatie tussen disciplines
In domein 2 of 4 van het zorgleefplan wordt ruimte gemaakt en aandacht besteed aan de invulling
van één of meerdere beweegactiviteiten voor elke cliënt. Dit wordt gedaan door de persoonlijke begeleider van de cliënt.
In de analyse is naar voren gekomen dat het belangrijk is per cliënt bij te kunnen houden wat de verhouding tussen belasting en belastbaarheid is. Op deze manier krijgt men inzicht in de geschikte
intensiteit van sporten voor de individuele cliënt. Wellicht is de intensiteit meteen goed gekozen, maar misschien is het ook wel iets te veel of kan de cliënt juist veel meer aan.
Goede communicatie en goede rapportage zijn hierbij de sleutelwoorden. Goede rapportage houdt in dat per cliënt, per dag wordt bijgehouden wat deze aan belastende activiteiten heeft gedaan.
Hieronder vallen zowel activiteiten binnen het activiteitencentrum als dingen daarbuiten. Op één dag heeft een cliënt bijvoorbeeld een kookactiviteit gehad, een beweegactiviteit, ’s ochtends actief
meegeholpen met de ADL en ’s avonds bezoek gehad van familie. Al deze activiteiten vragen energie en aandacht van de cliënt. Omdat de meeste cliënten door hun beperkingen zelf niet
kunnen inschatten wat voor hen een geschikte belasting is, zal de omgeving dit over moeten nemen. Aangezien de personen in deze omgeving nogal wisselen per dag(deel) is een goede rapportage noodzakelijk. In Bijlage XIII staat een voorbeeld van een rapportageformulier voor een
cliënt. Zowel de zorgverlenende als de activiteitenbegeleider dienen toegang te hebben tot dit formulier. De cliënt kan bijvoorbeeld altijd een map bij zich hebben waar deze formulieren in zitten
zodat deze elke keer na de activiteit en na de zorg ingevuld kunnen worden. Hierbij wordt indien mogelijk ook de cliënt zelf gevraagd wat hij of zij ervaart. In Bijlage VIII wordt een voorbeeld van een trainingslogboek gegeven. Hier kan van bijvoorbeeld fitness of zwemmen bijgehouden worden welke training voor de cliënt opgesteld is en hoe deze ging. Wanneer de training niet goed ging wordt er ook bij vermeld waardoor dit veroorzaakt werd, zoals in het voorbeeld te zien is.
Onder goede communicatie valt de communicatie tussen alle mensen die een rol spelen in het dagelijks leven van de cliënt. Dit kan dus zijn: de activiteitenbegeleider, de zorgverlener, de fysiotherapeut, de ergotherapeut, de psycholoog, de arts, de vrijwilliger en de familie. Tijdens het
multidisciplinair overleg en het zorgleefplan overleg zal de gang van zaken rondom de sportactiviteiten van de cliënt besproken worden. Is de activiteit genoeg uitdaging? Hoe is de
verhouding tussen belasting en belastbaarheid? Deze verhouding is terug te vinden door de hiervoor
genoemde
rapportageformulieren
te
bekijken.
Wellicht
is
de
cliënt
altijd
op
woensdagavond uitgelaten en vrolijk terwijl deze op donderdagmiddag moe of agressief kan zijn. Dit kan een samenhang hebben met de activiteit van die dag. Is de afstemming van activiteiten op de behoeftes van de cliënt (nog) niet goed, wat zijn dan de acties die ondernomen gaan worden?
Deze cyclus wordt elke drie maanden in het multidisciplinair overleg doorlopen en twee keer per
jaar in het zorgleefplan overleg. Wanneer de zorgverlening of activiteitenbegeleiding voor die tijd constateert dat iets niet goed loopt, wordt dit natuurlijk meteen gecommuniceerd en aangepakt. Soms is een briefje in een postvak of een e-mail genoeg, andere keren zal er een kort overleg plaats moeten vinden.
Samenvattend: Er wordt tussen de activiteitenbegeleiding en zorgverlening overgedragen hoe de activiteit is gegaan en hoe het met de cliënt gaat, dit gaat door middel van rapportageformulieren
of
een
communicatieschrift.
Indien
nodig
wordt
er
direct
contact
opgenomen
met
de
activiteitenbegeleider of persoonlijk begeleider van de cliënt. De situatie van de cliënt rondom de sport-
en
beweegactiviteit
wordt
geëvalueerd
tijdens
het
zorgleefplan
overleg
en
het
Advies
multidisciplinair overleg.
24
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
3.3.3.
Implementatie intern
Activiteit
Bewegen op muziek
Doelgroep
Cliënten
Begeleiding
Rolstoeldansdocenten:
Zoetermeer: Greet van Baar 0172 – 494912 Wassenaar: Patricia Blad 070 - 514 12 70
Meer informatie: Stichting rolstoeldansen Nederland, www.rolstoeldansen.nl Contact:
[email protected]
Secretariaat: Corrie van Hugten,
[email protected], tel./fax: 020 - 643 64 10 Materialen
Rolstoelstokken. Hierdoor kan een staande partner de rolstoel bewegen en toch de zittende danspartner aan kan kijken. De persoon in de
rolstoel kan meedansen met de armen, de romp,
het hoofd en oogcontact maken. De stokken zijn zelf te maken of aan te schaffen bij leveranciers zoals Welzorg en Hartingbank.
Figuur 10 Rolstoeldansen met stokken
Activiteit
Yoga
Doelgroep
Cliënten
Begeleiding
Yogadocenten met ervaring in het lesgeven aan met mensen met een beperking: • •
Rotterdam: Lennie Ouwens. Yogadocent en student massagetherapie
Voorwaarden: minimaal 2 en maximaal 8 personen. In een ruimte waar de
mensen in rust kunnen zijn, ergens achteraf. Lesduur is 1,5 uur, deze tijdsindicatie
is exclusief thee drinken vooraf en achteraf. Kosten zijn in overleg tussen €35,- en €/40,- plus €10,- reiskosten.
Lesmateriaal
•
Contact:
[email protected], www.massageyoga.nl
•
Den Haag: Ilone van der Toolen.
[email protected] 070-3452914
Aanvullend lesmateriaal kan zijn het lesboek Eigenwijze Yoga, door Rik Verbeek
inclusief een CD met gesproken yogaoefeningen. Het boek is niet meer te koop, wel in de bibliotheek te vinden.
•
Yogamatten, tussen €16,00 en €60,00
•
Oogkussens tussen €7,00 en €15,00
•
Wierook vanaf €1,- per pakje
•
Fleecedekens
Verkrijgbaar bij onder andere http://www.yogashop.nl/
http://www.yogawebstore.nl http://zenzmoment.blogspot.com/
Figuur 11 Oogkussentjes om te ontspannen
Advies
Materialen
25
Gertruud Schalen
Activiteit
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Fitness
Doelgroep
Cliënten
Lesmateriaal
Oefenschema’s of trainingslogboek. De activiteitenbegeleider stelt samen met de
Materialen
Fitnessapparatuur
fysiotherapeut een oefenschema per cliënt op. In Bijlage XIII staat een voorbeeld. Thera Bewegingstrainer. Dit is een
trainingsapparaat waarbij de gebruiker in de rolstoel kan blijven zitten en zijn voeten in de
voetschaal zet. De cliënt kan zelf een trapbeweging maken, of hierbij geholpen worden door de
motorische aandrijving. Sommige apparaten beschikken over biofeedback waardoor de
gebruiker feedback krijgt over de kracht die met het linker en rechterbeen gezet wordt. Door dit
zichtbaar te maken kan de gebruiker gestimuleerd worden het aangedane been indien mogelijk meer te trainen.
Figuur 12 Thera trainingsfiets
Crosstrainer. Dit is een fitnessapparaat dat door de geleide beweging en de ‘hulp’ die de armen en de benen van elkaar krijgen een geschikt
fitnessapparaat is in de revalidatie. Er moet bij de aanschaf gelet worden op een lage instap en
eventuele mogelijkheden tot het fixeren van een aangedane hand of voet. Crosstrainers zijn in
verschillende kwaliteitsklassen, verkrijgbaar vanaf €150,-.
Een pulley is een geschikt fitnessapparaat om
Figuur 13 Crosstrainer
verschillende spiergroepen te trainen. Een pulley met een wand- of plafondbevestiging is het meest ideaal. Hierbij zijn er geen poten die in de weg kunnen zitten en kan de cliënt in zijn rolstoel
blijven zitten. Er zijn verschillende bars, handvatten en ringen waar de cliënt het gewicht mee op kan
trekken. Voor cliënten met beperkte handfunctie is het mogelijk om een soort armband te gebruiken waardoor toch de armspieren getraind kunnen
worden. Pulleys zijn verkrijgbaar in verschillende versies, vanaf €650,-.
Verder kunnen er diverse fitnessaccessoires
gebruikt worden. Zoals dumbells, oefenbanden en handknijpers Activiteit
Boksen
Doelgroep
Cliënten
Lesmateriaal
Oefenschema’s en trainingslogboek.
Figuur 13 Rolstoelgebruiker met fitnesspulley
Eventueel kan bij Associatie Wing – Chun Kung-Fu geïnformeerd worden naar
omgaan met emotie en agressie in vechtsporten. Robert Vogel sr. 06 53241445, Zandzakhandschoenen om op de bokszak te slaan. Deze handschoenen zijn steviger
Advies
[email protected]. www.wing-chun.nl Materialen
26
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
voor het beschermen van je handen tegen de harde vulling van de boksbal. Voor sparren (oefenen met een tegenstander) worden andere bokshandschoenen gebruikt. Tussen €16,50 en €49,00 Stootpads: €39.00 tot €140,00
Bokzakken of boksballen. In verschillende maten verkrijgbaar. Vanaf €22,00 Bevestigingskabels voor bokszakken. De prijs is afhankelijk van de bokszak die er aan moet komen te hangen.
Verkrijgbaar bij onder andere:
http://www.boxing-gear.nl/index.php http://www.sportiefbv.nl/ http://www.asahi.nl/
Aanpassing
Balsporten Wanneer een speler de hockeystick niet goed vast kan houden, of snel moe is kan gebruik gemaakt worden van een T-stick. Deze wordt met een beugel aan de
elektrische rolstoel bevestigt. De voeten en schenen worden meteen ook door deze beugel beschermd. Momenteel leveren de firma's Harting Bank en Welzorg de sticks als WMO-bijdrage uit het Sportbudget in Den Haag e.o. In de spelregels van rolstoelhockey staan de afmetingen van de T-stick beschreven en weergegeven in een tekening.
Bij jeu de boules kan gebruik gemaakt worden van een geleiding waarover de bal rolt. De begeleider legt de bal klaar en de speler laat de bal rollen. Er zijn allerlei verschillende geleidingen, welke veelal zelfgemaakt kunnen worden. Bij de
paralympische spelen wordt ook gebruik gemaakt van speciale hoofdbanden zoals te zien in figuur 17.
Figuur 16 Gebruik van een geleider bij Boccia
Figuur 16 Elektrisch rolstoelhockey met Tstick
Figuur 16 Hoofdband bij Boccia
Advies
Activiteit
27
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Activiteit
Zwemmen
Locatie
In Den Haag zijn er drie geschikte zwembaden. Te weten de Escamphof, Overbosch en de Houtzagerij. Meer informatie over zwembaden: http://www.denhaag.nl/zwemmen
Bij de Escamphof is het meest beschikbaar, hier kosten de inhuur van zwemwater voor
een groep mindervaliden €25,50 per uur. De zweminstructeur dient in het bezit te zijn van minimaal één van onderstaande diploma's:
- clubtrainer A van o.a. wedstrijdzwemmen, waterpolo, of schoonspringen. - zwemleider A en B of modules I en II beroepsopleiding zwo. - CIOS met aantekening zwemmen.
- KNZB zwemonderwijzer oude stijl. - HALO.
Wanneer er geen zweminstructeur is, kan een zwemonderwijzer ingehuurd worden,
kosten: €47,- per uur. Verdere voorwaarden zijn te vinden in de algemene huurvoorwaarden welke op internet te vinden zijn bij
http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Zwembad-huren.htm Voor advies, informatie en reserveringen kan men contact opnemen met de afdeling
Sportverhuur van de gemeente Den Haag, Thorbeckelaan 360, 2564 BZ Den Haag Telefoon: (070) 353 72 52, Fax: (070) 353 32 82, E-mail:
[email protected] Kosten
Afhankelijk van het zwembad
Lesmateriaal
Oefenschema’s en trainingslogboek
Materialen:
Drijfmaterialen voor volwassenen tussen de €12,00 en €65,00. Verkrijgbaar bij onder andere: http://www.zwembadmaterialen.nl/
Figuur 17 Drijfmateriaal voor volwassenen
Activiteit
Rolstoel Tai Chi-Qi Gong instructies
Doelgroep
Activiteitenbegeleiders
Datum
Tai Chi–Qi Gong lessen voor geïnteresseerde ergotherapeuten en
activiteitenbegeleiders die Rolstoel Tai Chi zouden willen geven aan hun cliënten. 3-daagse workshop van 10 – 17u. 23 t/m 25 juli.
Kosten
€180 p.p.
Docent
Ludwig Schutte
Locatie
Yin Yang Balance, Jan van Riebeekstraat 45, Den Haag. 070- 3825230, www.yinyangbalance.nl
Advies
Inhoud
28
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
3.3.4.
Implementatie extern
Hieronder staan drie implementatieplannen van andere sportverenigingen. Activiteit Doelgroep
Sporten bij Haag 88 Voor lichamelijke gehandicapten in Den Haag. Hier is onder andere LG hockey,
tafeltennis, fitness, badminton, goalbal, showdown, sjoelen en zwemmen. Er is een CVA beweeggroep, echter het niveau van de sporters bij deze groep is vrij hoog. De
sporters moeten op eigen gelegenheid naar de locatie kunnen komen en zelfstandig mee kunnen doen aan de activiteiten. Extra begeleiding voor ADL of andere ondersteuning is niet aanwezig. Data
Wekelijks verschillende aangeboden sporten.
Kosten
De contributie is € 20.50 per kwartaal, met een Ooievaarspas, 50% korting.
Locatie
De sporten worden op verschillende locaties aangeboden door verschillende
docenten. Om de veertien dagen (op donderdagavond) worden er clubavonden gehouden in het Parkoer, Marie Heinenweg 3 (Ingang Loevesteinlaan) Postbus 53393
2505 AJ Den Haag (06) 17076893
e-mail:
[email protected] Activiteit
Sporten bij De Kameleon
Doelgroep
Lichamelijke gehandicapten in Den Haag. Er is onder andere basketbal, koersbal, boccia, badminton, darten, fitness, gymnastiek, rolstoelrugby, sjoelen, voetbal,
tafeltennis en zwemmen. Sporters moeten op eigen gelegenheid naar de locatie kunnen komen en zelfstandig mee kunnen doen aan de activiteiten. Data
Wekelijks verschillende aangeboden sporten.
Kosten
De contributie is €33,50 per kwartaal, met Ooievaarspas 50%.
Locatie
De Kameleon Veldzicht 20
2543 RT Den Haag Correspondentieadres: Postbus 33838
2503 BC Den Haag
http://www.isvkameleon.nl/ Contact hoofdgebouw: 070 3290453 kantoor: 070 3667199.
Eventueel is er een mogelijkheid voor het opzetten van een beweeggroep vanuit Nieuw Berkendael, begeleid en gefaciliteerd door de Kameleon. Hiervoor contact opnemen met Theo van Oppen 06-49848347. Activiteit
Paardrijden Bij Manege Madurodam
Doelgroep
Iedereen die zitbalans heeft kan met hulp op een paard zitten. Voor mensen zonder zitbalans of met extra beperkingen is er de mogelijkheid om gebruik te maken van een huifkar waarin men wel het wiegen van het paard voelt.
Data Kosten
Wekelijks. Er is wel een lange wachtrij om een plekje te krijgen op het weekschema. De contributie is € 300 per seizoen voor lessen van 45 minuten, voor de lessen van 30 minuten is de contributie € 260 per seizoen. Daal- en Bergselaan 25, 2565 AB te Den Haag. Telefoonnummer: 070-3686138. Advies
Locatie
29
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Discussie en evaluatie In de loop van dit project is gebleken dat het achterhalen van de wens van de cliënt een moeilijke opgave is. De betrouwbaarheid van het cliëntonderzoek is laag, dit komt door het volgende: • Niet alle cliënten wisten wat Yoga en Tai Chi was.
• Een aantal cliënten heeft door geheugenverlies geen overzicht over hun dagindeling en activiteiten. Een aantal cliënten heeft een beperkt (ziekte-)inzicht, hierdoor kunnen zij niet
inschatten hoeveel activiteiten zij aankunnen per dag. Ook kunnen sommigen zich geen voorstelling maken van de verschillende aangepaste sporten of tijdsindicaties.
• Door het verminderde concentratievermogen van de cliënt zijn de sporten vaak één voor één opgenoemd en gaf de cliënt hierbij aan de sport wel of niet leuk te vinden. Sommige cliënten gaven aan alles wel leuk te vinden en konden geen sport aangeven die zij het liefst zouden doen.
• Andere cliënten denken dat ze niets meer kunnen. ‘Ik zit in een rolstoel’ is hun reactie. De cliënten hebben geen inzicht in de mogelijkheden die er nog wel zijn met hun rolstoel.
• De cliënt werd soms beïnvloed door hoe een vraag gesteld werd, met veel of weinig enthousiasme.
• Bij cliënten met afasie is het niet bekend of ze de vragen altijd begrepen hebben en of het antwoord dat zij gegeven hebben werkelijk hetgeen was wat zij bedoelden.
Gezien de beperkingen van de doelgroep is de betrouwbaarheid van de resultaten laag. Gezien de
overeenkomsten (yoga, fitness, balsporten en de vraag naar meer activiteiten) tussen de resultaten uit de vragenlijst en de sporten die bij andere dagactiviteitencentra aangeboden worden, is het aannemelijk dat de wens van de doelgroep voldoende in beeld is gebracht.
Met de activiteitenbegeleiders is geëvalueerd wat het effect is geweest van het splitsen van de beweeggroep in een groep met meer mogelijkheden en een groep met minder mogelijkheden, vergelijkbaar met Balsport Groen en Geel. Het differentiëren van de groepen heeft voor- en nadelen:
• Bij de groep met minder mogelijkheden lag het spel snel stil doordat het niveau van de groep in zijn geheel te laag werd. Dit zorgde voor frustratie en boosheid bij sommige cliënten.
• Bij de groep met meer mogelijkheden werd de activiteit dynamischer, het spel ging sneller en mensen kwamen vaker aan de beurt.
• Bij beide groepen werd het als intensiever ervaren om de activiteit te begeleiden.
Bovendien hebben de activiteitenbegeleiders aangegeven de Sportwijzer een goed handvat te
vinden waardoor zij zich beter op de individuele client kunnen richten. Een optie om onderscheid te maken tussen een snel, een vertraagd of het ontbreken van een ractievermogen werd nog gemist. Met een terugblik op de eisen die gesteld zijn aan het adviesprotocol is het volgende te benoemen. In het nieuwe sport- en beweegplan is het voor elke client mogelijk een
oefenprogramma te volgen waarbij hij/zij zich lichamelijk, cognitief en gedragsmatig kan ontwikkelen. Er worden sporten van verschillende niveaus aangeboden onder professionele
begeleiding, waardoor de mogelijkheden van de cliënt tot uiting komen, terwijl er rekening met de beperkingen wordt gehouden. Door goede rapportage en logboeken kan de verhouding tussen de belasting en de belastbaarheid bijgehouden worden. In het weekschema worden er elk dagdeel
kunnen bewegen, maar het is ook waarschijnlijk dat niet álle clienten dat willen. Een gemiddelde van twee keer bewegen per week is al een goede vooruitgang.
In dit adviesprotocol is de grootte van de ruimtes voor de activiteiten aangegeven. Het is aan het
management van Nieuw Berkendael om te besluiten hoe hier invulling aan gegeven gaat worden. Dit is een vraagstuk op facilitair niveau en valt buiten het onderwerp van deze scriptie.
Discussie en evaluatie
minimaal twee beweegactiviteiten aangeboden. Het is nog niet mogelijk dat alle clienten elke dag
30
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Conclusie Het doel van deze scriptie is het formuleren van een adviesprotocol voor de sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel binnen het activiteitencentrum van
woonzorgcentrum
Nieuw
Berkendael.
Het
protocol
moet
bestaan
uit
minimaal
vijf
aanbevelingen voor beweegactiviteiten op locatie Nieuw Berkendael en minimaal één aanbeveling buiten de locatie.
Ondanks dat de resultaten van de vragenlijst voor de cliënten een lage betrouwbaarheid hebben, is toch te zeggen dat de wens van de cliënt in kaart is gebracht. Er is tijdens het afnemen van de
vragenlijst geluisterd naar de ideeën die vanuit de cliëntengroep naar voren gekomen, deze hebben invloed gehad in het ontwerpen van het advies. De mening van de cliënten was duidelijk: ik wil bewegen.
Voor de activiteiten binnen Nieuw Berkendael is geadviseerd de volgende activiteiten te behouden of uit te breiden: de Wii sportclub, sjoelen en fietsen. De nieuwe activiteiten die voor de locatie aanbevolen worden, zijn: Yoga/ Tai Chi, zwemmen, balsporten, bewegen op muziek en fitness. Als
externe activiteiten worden sporten bij Vereniging Haag 88 of De Kameleon en paardrijden bij Manege Madurodam aangeraden.
Met de invulling van het advies door middel van de Sportwijzer, de activiteitenkaart en het implementatieplan van de activiteiten is voldaan aan de gestelde eisen. In plaats van 115 zijn er met het nieuwe weekschema 201 ‘beweegplekken’. Hierdoor kunnen alle cliënten, die momenteel aan beweegactiviteiten mee kunnen doen, in ieder geval twee keer per week bewegen. Door het aanbod
van verschillende sporten en het differentiëren van cliëntengroepen op verschillende niveaus sluit het activiteitenaanbod beter aan bij de wensen van de individuele cliënt.
Aanbevelingen Voor verdere uitbreiding of verbetering van het adviesprotocol volgen hier aanbevelingen:
• Het is aan te bevelen meerdere malen het effect van het splitsen van groepen uit te proberen en daarbij de reacties en bevinden van de cliënt te onderzoeken. Nu is vooral de ervaring van de
activiteitenbegeleider bekend geworden. Daarbij is het de moeite waard uit te zoeken hoe ervoor gezorgd kan worden dat het spel bij de groep met het minder hoge niveau niet stil gaat liggen.
• In de Sportwijzer zou er onderscheid gemaakt kunnen worden tussen ‘geen reactievermogen’, een ‘vertraagd reactievermogen’ en een ‘goed reactievermogen’.
• Cliënten met grote lichamelijke beperkingen zien in het dagelijks leven niet vaak wat ze nog kunnen met een kleine beweging die ze nog kunnen maken. Door de toepassing van computergames zoals de Wii wordt dit ineens wel zichtbaar. De cliënt krijgt feedback van zijn
beweging doordat het poppetje op het scherm beweegt en sport. Dit geeft aan de cliënt een
stimulans om toch de functie die hij heeft te gebruiken. Daarbij zorgt het zien van dat bewegende poppetje ervoor dat de cliënt zelf ook een beleving van sporten krijgt. De toepassing van
computergames in het activiteitencentrum zou verder uitgebreid kunnen worden. Hierbij is ook te denken aan een uitbreiding van de Sportwijzer met daarin de verschillende spellen van de Nintendo Wii en de mogelijkheden van de cliënt. Bovendien zou er in de toekomst gekeken kunnen worden naar de toepassing van myofeedback.
• Het sport- en beweegprogramma zou uitgebreid kunnen worden waardoor de cliënten gemiddeld
Conclusie
drie keer per week kunnen bewegen.
31
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bronnen Artikelen
Aarden, W., Bloem, B., van Laar, T., Keus, S., de Beer, H., Poot, E., et al. (2010). Multidisciplinaire
richtlijn ziekte van Parkinson. Alphen a/d Rijn: Van Zuiden Communications.
Bize, R., Johnson, J., & Plotnikoff, R. (Volume 45, Issue 6, December 2007). Physical activity level and health-related quality of life in the general adult population: A systematic review. Preventive
Medicine , Pages 401-415.
De Bartolo, P., Leggio, M., Mandolesi, L., Foti, F., Gelfo, F., Ferlazzo, F., et al. (Volume 154, Issue 2, 23 June 2008). Environmental enrichment mitigates the effects of basal forebrain lesions on cognitive flexibility. Neuroscience , 444-453.
Devine, J., & Zafonte, R. (2009 June). Physical Exercise and Cognitive Recovery in Acquired Brain Injury: A Review of the Literature. PM & R: The journal of injury, function and rehabilitation ,
560-75.
Eggermonta, L., Swaabb, D., Luitenc, P., & Scherder, E. (Volume 30, Issue 4, 2006). Exercise,
cognition and Alzheimer's disease: More is not necessarily better. Neuroscience & Biobehavioral
Reviews , Pages 562-575.
Gallien, P., Nicolas, B., Robineau, S., Pétrilli, S., Houedakor, J., & Durufle, A. (2007). Physical training and multiple sclerosis, a literature review. Annales de readaption et de medecine physique , 373 - 376.
Gobbi, L., Oliveira-Ferreira, M., Caetano, M., Lirani-Silva, E., Barbieri, F., Stella, F., et al. (2009
Dec;15 Suppl 3). Exercise programs improve mobility and balance in people with Parkinson's disease. Parkinsonism and related disorders , S49-52.
Goldshtrom, Y., Knorr, G., & Goldshtrom, I. (2009). Rhythmic exercises in rehabilitation of TBI patients: A case report. Journal of Bodywork & Movement Therapies .
Griesbach, G., Hovda, D., Molteni, R., Wu, A., & Gomez-Pinilla, F. (2004). Voluntary exercise following traumatic brain injury: brain derived neurotrophic factor opregulation and recovery of function. Neuroscience , 129–139.
Hackney, M., & Earhart, G. (2009 Nov). Health-related quality of life and alternative forms of exercise in Parkinson disease. Parkinsonism and related disorders , 644-648.
Hoehn, M., & Yahr, M. (1967). Parkinsonism: onset, progression and mortality. Neurology (5), 427442.
Keus, S., Hendriks, H., Bloem, B., Bredero-Cohen, A., de Goede, C., van Haarsen, M., et al. (2006). KNGF Richtlijn Parkinson. Nederlands tijdschrift voor Fysiotherapie .
Peppen, R. v., Kwakkel, G., Harmeling-van der Wel, B., Kollen, B., Hobbelen, J., Buurke, J., et al. (2004). KNFG Richtlijn beroerte. Nederlands tijdschrift voor fysiotherapie .
Reipert, B. (2004). Multiple sclerosis: a short review of the disease and its differences between men and women. The Journal of Men's Health & Gender , 1 (4), 334–340.
Steman, L. (2001, mei). MS in beweging. Is functioneel trainen bij MS-patienten zinvol?
Afstudeerscriptie . Fysiotherapie HvU.
Stuifbergen, A., Blozis, S., Harrison, T., & Becker, H. (2006 Jul). Exercise, functional limitations, and quality of life: A longitudinal study of persons with multiple sclerosis. Archives of physical
medicine and rehabilitation , 935-943.
Boeken
Baarda, D., & de Goede, M. (2001). Basisboek Methoden en technieken, Handleiding voor het
Wolters, E., & van Laar, T. (2002). Bewegingsstoornissen. Amsterdam: VU Uitgeverij.
Bronnen
opzetten van uitvoeren van onderzoek. Groningen: Stenferd Kroesse.
Cranenburg, B. v. (2002). Neurowetenschappen een overzicht. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
32
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Websites
Erasmus MC. (sd). Opgeroepen op februari 28, 2010, van
http://www.erasmusmc.nl/47445/674532/2253326/protocol_hersenletsel
Headway. (2010, maart 1). Opgehaald van http://www.headway.org.uk/About-Brain-Injury.aspx Hersenstichting. (sd). Opgeroepen op februari 26, 2010, van http://www.hersenstichting.nl/actueel/mediacampagnes/factsheet-traumatischhersenletsel.html
MS Vereniging Nederland. (2010, maart 2). Opgehaald van http://ms.nextstepsites.nl/ MSweb. (2010, maart 2). Opgehaald van http://www.msweb.nl/ Parkinson Web. (2010, maart 4). Opgehaald van http://www.parkinsonweb.nl Parkinson.nl. (sd). Opgehaald van http://www.parkinson.nl Stichting Cerebraal. (2010 , februari 26). Opgehaald van http://www.cerebraal.nl/?menu=1&url=/main.php%3Fid%3D84
www.roc.nl. (sd). Opgeroepen op april 2010, van Centraal toegangsloket voor het onderwijs in Nederland: http://www.roc.nl/default.php?fr=details&id=3826®ioid=12
Andere bronnen
Krabbenborg, J. (2010). Afstudeeropdracht. Woonzorgcentrum Haaglanden, Nieuw Berkendael, Den Haag. Steinmetz | de Compaan. (2009). Zwemmen instructie. TNO Kwaliteit van leven. (2008). Resultaten monitor Bewegen en Gezondheid, bewegen in Nederland 2000-2008. Woonzorgcentrum Haaglanden. (2010). Handleiding WZH zorgleefplan.
Figuren
Figuur 4 en 6. Cranenburg, B. v. (2002). Neurowetenschappen een overzicht. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
Figuur 5. Reipert, B. (2004). Multiple sclerosis: a short review of the disease and its differences between men and women. The Journal of Men's Health & Gender , 1 (4), 334–340.
Figuur 10. http://www.revasrolstoeldansen.com/pageID_7505573.html
Figuur 11. http://zenzmoment.blogspot.com/2009/11/aromatisch-oogkussen.html
Figuur 12. http://www.thera-trainer.de/deutsch/thera_trainer/produkte/thera_vital/index.html Figuur 13. http://www.occasionfitness.nl/popup_image/pid-505.html
Figuur 14. http://www.notempire.com/images/uploads/TheAccess.jpg Figuur 15. http://www.stick-flyers.nl/pics/news/depeperbus2.jpg
Figuur 16. http://newsimg.bbc.co.uk/media/images/45001000/jpg/_45001088_boccia_afp.jpg Figuur 17. http://cache.boston.com/universal/site_graphics/blogs/bigpicture/para_09_12/ para27.jpg
Figuur 18. http://www.zwembadmaterialen.nl/
Figuur 19. http://journals.prous.com/journals/dnp/19991203/html/dn120137/images/table2.gif Figuur 20. http://www.mult-sclerosis.org/expandeddisabilitystatusscale.html
Bronnen
Alle andere figuren zijn door de auteur van dit rapport gemaakt.
33
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage I. Fases bij Parkinson en Multiple Sclerose
Figuur 18. Hoehn en Yahr Scale
Kurtzke Expanded Disability Status Scale 0.0
Normal neurological examination
1.0
No disability, minimal signs in one FS
1.5
No disability, minimal signs in more than one FS
2.0
Minimal disability in one FS
2.5
Mild disability in one FS or minimal disability in two FS
3.0
Moderate disability in one FS, or mild disability in three or four FS. Fully ambulatory
3.5
Fully ambulatory but with moderate disability in one FS and more than minimal disability in
4.0
Fully ambulatory without aid, self-sufficient, up and about some 12 hours a day despite
4.5
Fully ambulatory without aid, up and about much of the day, able to work a full day, may
several others relatively severe disability; able to walk without aid or rest some 500 meters
otherwise have some limitation of full activity or require minimal assistance; characterized by relatively severe disability; able to walk without aid or rest some 300 meters. 5.0
Ambulatory without aid or rest for about 200 meters; disability severe enough to impair full
5.5
Ambulatory without aid or rest for about 100 meters; disability severe enough to preclude
daily activities (work a full day without special provisions) full daily activities
6.0
Intermittent or unilateral constant assistance (cane, crutch, brace) required to walk about
6.5
Constant bilateral assistance (canes, crutches, braces) required to walk about 20 meters
7.0
Unable to walk beyond approximately five meters even with aid, essentially restricted to
100 meters with or without resting
without resting
wheelchair some 12 hours a day 7.5
Unable to take more than a few steps; restricted to wheelchair; may need aid in transfer; wheels self but cannot carry on in standard wheelchair a full day; May require motorized wheelchair
8.0
Essentially restricted to bed or chair or perambulated in wheelchair, but may be out of bed
8.5
Essentially restricted to bed much of day; has some effective use of arms retains some self
9.0
Confined to bed; can still communicate and eat.
9.5
Totally helpless bed patient; unable to communicate effectively or eat/swallow
10.0
Death due to MS
itself much of the day; retains many self-care functions; generally has effective use of arms
care functions
Figuur 19. Expanded Disability Status Scale
Fases bij Parkinson en Multiple Sclerose
wheelchair; wheels self in standard wheelchair and transfers alone; up and about in
34
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage II. Vragenlijst beweegactiviteiten
Mijn naam is Gertruud Schalen, studente Bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool.
Momenteel werk ik aan een afstudeeropdracht op Nieuw Berkendael. Graag wil ik onderzoeken op welke wijze het aanbod van beweegactiviteiten op deze locatie uit te breiden is. Hiervoor wil ik
graag de mening van de cliënt weten. Hieronder volgen een paar vragen. Deze zullen bestaan uit open en meerkeuze vragen. Zou u de meerkeuze vragen willen beantwoorden met een van de antwoorden die in de lijst weergeven staat? Graag willen we weten wie u bent Naam:
Leeftijd: Aandoening/ beperking:
Dagbehandeling / inwonend op NB verdieping nr …: Beweegactiviteiten Bij de beweegactiviteiten gaat het om activiteiten die u binnen het activiteitencentrum kunt doen, samen met de activiteitenbegeleider of in een groep met een vrijwilliger. Het kan ook gaan om
activiteiten die u buiten Nieuw Berkendael zou willen ondernemen. Onder beweegactiviteiten worden activiteiten bedoeld waarin het doel van de activiteit bewegen is. Dit kan een activiteit zijn
waarbij u het gevoel heeft lekker te sporten, waarbij u ontspannende oefeningen doet of bijvoorbeeld een inspannend spel. De antwoorden van u en andere cliëntcliënten/familieleden
zullen verwerkt worden in aanbevelingen aan het managementteam van WZH Nieuw Berkendael. Wij kunnen u niet garanderen dat wat u wenst dus ook gerealiseerd kan/zal worden.
Bij de onderstaande vragen word een beeld geschetst van uw mening over de huidige situatie. 1.
Welke beweegactiviteiten zijn er volgens u op Nieuw Berkendael? ……………………………………………………….
2.
Aan welke beweegactiviteiten neemt u deel? ……………………………………………………….
3.
Wat vindt u van de aangeboden beweegactiviteiten? □ helemaal niet leuk
4.
□ niet leuk
□ neutraal
□ leuk
□ heel leuk
Wat vindt u van de frequentie van de beweegactiviteiten, van hoe vaak er beweegactiviteiten worden aangeboden? □ te veel activiteiten
Wat vindt u van de variatie in de beweegactiviteiten? □ te veel variatie
6.
□ te weinig activiteiten
□ oké
□ te weinig variatie
Beweegt u naast de aangeboden beweegactiviteiten nog ergens anders? Zo ja, waar? ………………………………………………………………
Nu willen we graag een indruk krijgen van de mate waarin u beweegt en zou willen bewegen. 7.
Hoe veel dagen zou u willen bewegen per week? □1
8.
□2
□3
□4
□5
□6
□7
Hoelang zou u per dag willen bewegen? Graag aangeven in minuten □ 15
□ 30
□ 45
□ 60
□ 90
□ 120
Vragenlijst beweegactiviteiten
5.
□ oké
35
Gertruud Schalen
9.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Komt de beweegwens overeen met de huidige situatie? Zo nee, wat is het verschil? ………………………………………………………………………..
De volgende vragen hebben betrekking op de situatie waarin u zou willen bewegen.
10. Kruis van de volgende hokjes aan hoe u zou willen bewegen. (meerdere antwoorden mogelijk)
□ Alleen
□ Team tegen team
□ In een groep (ieder voor zich)
□ Aan competitie deelnemen
□ In een team (samen spelen) □ 1 tegen 1
11. Hoe groot zou u willen dat de groep is waarin u beweegt, hoeveel personen? ……………………………………………………………………..
12. Kruis van de volgende hokjes aan waar u zou willen bewegen. (meerdere antwoorden mogelijk) □ Bij Nieuw Berkendael
□ In de buitenlucht
□ Bij een andere locatie of vereniging
□ Binnen
13. Kruis van de volgende hokjes aan met wie u zou willen bewegen. (meerdere antwoorden mogelijk)
□ Met mensen met beperking
□ Met een activiteiten begeleider
□ Met mensen zonder beperking
□ Met een vrijwilliger
□ Met een fysiotherapeut
computer; tae bo of yoga video)
□ Met een computer of video (bv. wii
□ Met vrienden of familie □ Met een ergotherapeut
14. Wanneer wilt u bewegen?
□ Wanneer ik wil, op het moment dat
□ Op een vast tijdstip
het mij uitkomt
15. Wilt u doorgaans het liefst in de ochtend, middag of avond bewegen? □ ‘s ochtends
16. Ik wil graag sporten met muziek erbij
□ ‘s middags
17. Ik wil bewegen in mijn rolstoel
□ Ja
□ Nee
□ Ja
□ Nee
□ ‘s avonds
18. Zou u van de volgende sporten kunnen aangeven welke u aanspreken? Van alle onderstaande sporten is een rolstoelvariant. Bijvoorbeeld: rolstoelbasketbal of rolstoeldansen.
Balspellen: □
Basketbal
(Semi) Individueel: □
Aerobics
Actieve spellen: □
Biljart
□
Badminton
□
Dansen
□
Bowlen / kegelen
□
Hockey
□
Fietsen Fitness
□
□
Tafeltennis
□
Verdedigingsport
□
Darten
□
Voetbal
□
Tai Chi
□
Sjoelen
□ □ □
Golfen
Jue de boules Tennis
Volleybal
□ □
Yoga
(judo, boksen, karate)
19. Heeft u zelf nog opmerkingen of suggesties? ……………………………………………………….
Hartelijk dank voor uw medewerking!
□
□
Computergames met beweging (Wii) Dammen
□
Paardrijden
□
Wandelen
□ □
Roeien
Zwemsporten
Schaken
Vragenlijst beweegactiviteiten
□
Buiten Nieuw Berkendael:
36
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
6.
Beweegactiviteiten
De huidige situatie: 1.
Tafeltennis Sjoelen
Geen idee Fietsen, fysio 2.
Sjoelen Wandelen Fysio
Tekenen □ niet leuk □ neutraal □ leuk 4.
c, r
c, n
d, p f, g
8 1 2 2 2
Aan welke beweegactiviteiten neemt u deel?
Gym
3.
b, c, g, j, k, m, n, r
B, c, j, k, m, n, q, r C, f, r f
g l C, f, k, q I, o, p
N, b, c, g, j, l, m, r
8 3 1 1 1 4 3 8
Wat vindt u van de aangeboden beweegactiviteiten?
Wat vindt u van de frequentie van de beweegactiviteiten, van hoe vaak er beweegactiviteiten worden aangeboden?
□ te veel activiteiten
b
1
□ oké
c, g, j, k, m, n, o,
7
□ te weinig activiteiten 5.
d, f, i, l, p, r
6
Wat vindt u van de variatie in de beweegactiviteiten?
□ te veel variatie □ oké
□ te weinig variatie
F, l
b, g, j, k, n, o, r i, m, p, q
Zo ja, waar?
Zelf oefenen
K, d
2
wandelen met familie
n
1
fysio
Welke beweegactiviteiten zijn er volgens u op Nieuw Berkendael?
Gym
Beweegt u naast de aangeboden beweegactiviteiten nog ergens anders?
2 7 4
sport elders
G, m p
2 1
De mate waarin u zou willen bewegen. 7.
Hoeveel dagen zou u willen bewegen per week?
□1
n
1
□3
f, g, m
3
□2 □4 □7 8.
d, j, k, b
c, i, o, p, q, r
3 1 6
Hoelang zou u per dag willen bewegen? Graag aangeven in minuten
□ 30
J, m, q
3
□ 60
O, p, b, f, i, k, l, r
8
□ 120
g
1
□ 90 □ Anders namelijk: 9.
N,
C: afhankelijk van moeheid
1 1
Komt de beweegwens overeen met de huidige situatie?
Ja
J, k, n
3
Wil meer fysio
g
1
Nee te weinig
B, d, f, i, m, o, p, r
7
De situatie waarin u zou willen bewegen.
10. Kruis van de volgende hokjes aan hoe u zou willen bewegen. □ Alleen
P, o, I, q
4
□ In een team (samen spelen)
P, n, m, j, g, b, r
7
□ Team tegen team
J, g, b, r
4
□ Geen voorkeur
d
1
□ In een groep (ieder voor zich) □ 1 tegen 1
□ Aan competitie deelnemen
L, k, g, f, c, b, r P, f, c, r
P, o, m, k, r
7 4 5
Resultaten vragenlijst
Bijlage III. Resultaten vragenlijst
37
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
11. Hoe groot zou u willen dat de groep is waarin u beweegt, hoeveel
□ Geen voorkeur
personen?
Kleine groep
o
1
±5
b, k, q
3
1 tegen 1
p
1
Geen voorkeur
d
1
grote groep ± 10 alleen
j, l c, f, g, m, n, r i
2 6 1
12. Kruis van de volgende hokjes aan waar u zou willen bewegen. □ Bij Nieuw Berkendael
B, c, d, f, g, i, j, k, l, n, p, q,
13
□ Bij een andere locatie of vereniging
B, g, I, m, o, r
5
□ Binnen
B, c, d, g, j, k, o, r
8
□ In de buitenlucht
C, f, g, l, m, n, o, p, q, r
1
15. Wilt u doorgaans het liefst in de ochtend, middag of avond bewegen? □ ‘s ochtends
B, i, l, m, o, q
6
□ geen voorkeur
D, n, p
3
B, c, f, g, h, j, k, l, m, o, p,
13
□ ’s middags
L, k, j, g, c, r
6
16. Ik wil graag sporten met muziek erbij □ Ja □ Nee
q, r
D, i, n,
3
□ Ja
B, c, d, g, i, j, k, l, m, n, o,
14
□ Nvt
f
1
17. Ik wil bewegen in mijn rolstoel
(meerdere antwoorden mogelijk)
r
d
p, q, r
10
13. Kruis van de volgende hokjes aan met wie u zou willen bewegen. (meerdere antwoorden mogelijk) □ Met mensen met beperking
B, g, j, k, l, n, p, r
8
□ Met mensen zonder beperking
f, g, o, p, r
5
□ Met een fysiotherapeut
f, g, I, r
4
□ Met een activiteiten begeleider
b, f, g, i, j, k, p, q
8
□ Met een computer of video (bv. wii
b, d, g, j, k, l, p, r
8
□ Iedereen is welkom
c, d
2
G, j, o, r
4
b, c, f, i, k, l,m, n, o, p, q
11
□ Met een ergotherapeut □ Met een vrijwilliger
computer; taebo of yogavideo)
g, i, m i, p
b, f, g, i, p, r
3 2 6
14. Wanneer wilt u bewegen? □ Wanneer ik wil, op het moment dat het mij uitkomt
□ Op een vast tijdstip
Resultaten vragenlijst
□ Met vrienden of familie
38
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
18. Zou u van de volgende sporten kunnen aangeven welke u aanspreken?
g, j, k, m, p, r
6
□ Sjoelen
b, c, d, f, g, j, k, l, m, r
10
□ Paardrijden
g, k, p, r
4
□ Roeien
p, r
2
□ Zwemsporten
b, c, d, g, h, i, l, n, p, r
10
□ Schaken
c, f, g, i, k, r
6
□ Basketbal
c, g, j, k, o, p, r
7
□ Golfen
g, k, m, r
4
□ Jue de boules
c, d, g, j, m
5
□ Tennis
c, f, g, h, j, l, r
7
□ Volleybal
c, f, g, h, j, k, l, m, p, r
10
□ Aerobics
b, d, g, i, j, k, l, m, p
9
□ Dansen
a, b, c, d, g, h, k, p, m, r
10
□ Fietsen
b, c, f, h, i, k, p, m, r
9
• Cliënt a zou graag willen rolstoeldansen met zijn eigen partner, zijn
□ Verdedigingsport (judo, boksen,
a, k, r
3
• Veel cliënten hebben tijdens het afnemen van de vragenlijst
□ Tai Chi
b, f, g, l, r
5
□ Biljart
f, h, k, p, r
5
□ Badminton □ Hockey □ Tafeltennis □ Voetbal
(Semi) Individueel:
□ Yoga
□ Fitness karate)
Actieve spellen: □ Bowlen / kegelen
c, g, j, k, l, m a, g, k, r
p, m, l, h, f, c, r h, c,
f, g, l, p, m, r
a, g, h, I, k, l, p, m, r
c, d, j, k, m, p, r
□ Computergames & beweging(Wii) a, d, g, i, j, k, p, r □ Dammen
c, d, f, g, h, i, k, l, m, r
6 4 7 2
6 9
7
Buiten Nieuw Berkendael:
□ Wandelen
p, d, f, i, j, m, n
7
19. Heeft u zelf nog opmerkingen of suggesties? • Cliënt p wil alleen met de ergotherapeut sporten als deze ook sportief is.
• Cliënt d zegt ‘s ochtends in bed ochtendgymnastiek te doen. Zodat ze een beetje in beweging blijft. Ze denkt echter dat dit volgens doktersadvies niet mag. vrouw.
aangegeven te denken dat ze niets meer kunnen omdat ze verlamd
zijn geraakt en in een rolstoel zitten. ‘Nee dat kan ik niet’ is een veel gehoorde reactie wanneer gevraagd wordt of ze een sport leuk zouden vinden om te doen.
8
10 Resultaten vragenlijst
Balspellen:
□ Darten
39
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage IV. Dagactiviteitencentra Werkplaats De Kade, Steinmetz | de Compaan, Rotterdam
Bij Werkplaats De Kade aan de Crooswijksekade in Rotterdam kunnen mensen vanaf achttien jaar met NAH overdag werken, bewegen, zich ontspannen en zich creatief ontwikkelen. +20 tot 30 cliënten per dag. Bijna alle cliënten lopen zelfstandig, een enkeling is rolstoelgebonden. Activiteit
Inhoud activiteit
Frequentie
Deelnemers
Begeleiding
Locatie
Fitness
Vast oefenschema per cliënt, daarop bijhouden hoe het ging. Met name
7x/week
5-10
Fysiotherapeut
De Kade,
cardio: fietsen, lopen, crosstraining. Rouleren per fitnessapparaat. Tot
1x/cliënt
In een groepje wandeling maken in de buurt van de Kade.
1x/week
slot in groepje oefeningen, pilates, met bal. Wandelen
Lichaamsbeweging en sociale contacten opdoen. Zwemmen Yoga
Baantjes trekken, spelactiviteiten, fysiotherapie in water, ontspanning.
3x/week
Afhankelijk van de zorgvraag van de cliënt.
1x/cliënt
Lenigheid, concentratie en ontspanning
1x/week
sportruimte 5-10 alleen
Activiteitenbegeleider
lopers
of flexmedewerker
11
Fysiotherapeut en
Zwembad
activiteitenbegeleider
Rotterdam
Vrijwilliger,
De Kade,
10
fysiotherapeut
Buiten
sportruimte
Werkplaats en Atelier Waldeck, Steinmetz | de Compaan, Den Haag
Naar dit dagactiviteitencentrum komen ongeveer 45 cliënten per dag, met verschillende aandoeningen. Het centrum is ‘werkgericht’, dat wil zeggen dat elke cliënt zijn eigen dagprogramma heeft en daarin werkgerelateerde activiteiten doet afhankelijk per afdeling, atelier of werkplaats. Op de locatie zijn er fysio- en
ergotherapeuten en logopedisten aanwezig. De fysiotherapeuten begeleiden de fysieke activiteiten en sporten. Er wordt onderscheidt gemaakt in mobiliteit om de groepen in te delen. Activiteit
Inhoud activiteit
Frequentie
Deelnemers
Begeleiding
Locatie
Loopgroep
In een groepje wandeling maken in de buurt van Waldeck.
1x/week
Wisselend
Activiteitenbegeleider
Buiten
Conditiegroep
Warming up 10 min. Spel doen 40min. Afbouwen.
1x/week
6 lopers
Fysiotherapeut
Buiten/
BOMmen
Bewegen op muziek in een rolstoel. Je goed voelen in je lijf en lekker
1x/week
6-10
Fysiotherapeut
Sportruimte,
Baantjes trekken, rugzwemmen oefenen, afhankelijk van de zorgvraag
1x/week
2 fysiotherapeuten en
Zwembad de
1 of 2 vrijwilligers
Houtzagerij
binnen
Zwemmen
bewegen. Soms wordt rolstoel door begeleider bewogen.
van de cliënt. De activiteit wordt momenteel niet gedaan wegens tijdelijke afwezigheid van een fysiotherapeut.
8
Waldeck
Dagactiviteitencentra
Lichaamsbeweging en sociale contacten opdoen.
40
Gertruud Schalen
Fitness
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Fitnessen op verschillende apparatuur in een groep.
1x/week
6
Fysiotherapeut (1
begeleider is weinig)
Sportruimte, Waldeck
Dagactiviteitencentrum Sparring, Gemiva SVG, Den Haag. Dit dagactiviteitencentrum is gericht op een brede doelgroep in de meervoudige gehandicapten zorg. Er worden activiteiten gedaan die aansluiten bij de wens van de cliënten. Er zijn geen fysiotherapeuten aanwezig. Alle beweegactiviteiten zijn onder begeleiding van sportbegeleiders. Activiteit Fitness
Inhoud activiteit
Frequentie
Deelnemers
Begeleiding
Locatie
Vast oefenschema per cliënt, opgesteld door fitnessinstructeur en
4x/week
6
2 sportbegeleiders
Fitnesscent.
sportbegeleiding. Bijhouden wat gedaan per keer, progressie/
1x/cliënt
achteruitgang in beeld. Voornamelijk met pulley. Gewichten en cardio
Rijswijk, De Schilp
indien mogelijk. Bewegen
Sportaanbod in spelvorm. Laagdrempelig gym voor zowel lopers als
2x/week
11
2 sportbegeleiders
Sparring
Bowlen
Activiteit van valt onder spel. Niet bekend in hoeverre aangepast is.
1x/2weken
11
1 sportbegeleider
Bowlingcent.
Zwemmen
Baantjes trekken, ontspannen, bubbelbad, afhankelijk van cliënt.
4x/week
9
2 of 3
Zwembad
Stimuleren tot bewegen in het water.
1x/cliënt
sportbegeleiders en 1
Zuiderpark,
rolstoel. Balspel, pittenzakjes, hoepels etc.
1x/cliënt
vrijwilliger
Zuiderpark
Overbosch of
Yoga
Ademhaling, ontspanning, bewustwording van het lichaam
1x/week
8
1 Yoga docente
Regenvalk
Zaalsport
Verschillende zaalsporten, voetbal, volleybal, hockey etc. Afhankelijk
1x/week
10
1 sportbegeleider en
Sporthal
1 stagiair
Zuydhaege
van de vraag van de cliënten wat er gedaan wordt.
Dagactiviteitencentra
Escamphof.
41
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
X
X
O
één handfunctie
X
X
één arm bewegen
X
X
O
X
X
O X X
X
X
Twee handfunctie
X
X
Twee armfunctie
X
X
Zelf rolstoel bewegen én één handfunctie
X
X X
X
Zelf rolstoel bewegen en één arm bewegen
X
één been bewegen
X
X
X
Twee benen bewegen
X
Staan
X
Lopen
X
Rompstabiliteit
X
Zicht / visus
X
Spelbegrip
X
Reactievermogen indien gefocust
X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Reactievermogen in een groep
X
X
X
X
Dubbeltaak communicatie en bewegen
X
X
X
X
Dubbeltaak bewegen en bewegen
X
X
X
X
Opdracht uitvoeren indien gefocust
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
Opdracht uitvoeren in een groep
X
X
X
X
X
X
O
X
X
X
X
X
Zelfstandig / alleen bewegen Met 2 personen bewegen
X
X
X
O
In een kleine groep bewegen ± 5
O
O
O
O
In een middelgrote groep bewegen ± 10
O
O
O
O
In een grote groep bewegen ± 20
R- wandelen
Wandelen
Zwemmen
Paardrijden
X
Darten
Fitness
X
Wii
Tai Chi
X
Fietsen
Yoga
X
Boksen
Dansen
Volleybal
Voetbal
Tennis
Tafeltennis
O
Zelf elektrische rolstoel bewegen
X
X
X
Schema Sportwijzer
Zelf handbewogen rolstoel bewegen
X
Aerobics
Iets bewegen
Jue de Boules
Hockey
Golfen
Badminton
Basketbal
Bijlage V. Schema Sportwijzer
42
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage VI. Activiteitenkaart Zwemmen Activiteit: Zwemmen Doelgroep:
Alle cliënten die iets van hun lichaam kunnen bewegen en graag willen sporten. Doel: Sommige cliënten die rolstoelafhankelijk zijn blijken zich in een zwembad als een vis in het water te voelen. In het water kunnen bewegingen gedaan worden die op het land moeilijk zijn. Een cliënt
met bijvoorbeeld balansproblemen kan in het water niet vallen. Met zwemmen kan soms de
fysiologische belasting worden bereikt om de conditie te verbeteren bij mensen waarbij dat met lopen of fietsen niet meer lukt. Voor cliënten die niet zelf kunnen bewegen is het doel van deze
activiteit therapeutisch: ontspannen. Materiaal:
• Drijfmateriaal: zwembanden, zwemschijven, zwemkragen • ADL-materiaal: Tillift, douchebrancard, badrolstoel • Spelmateriaal: ballen, schuimrollen • Water Groepsgrootte: De groepsgrootte is afhankelijk van het aantal begeleiders, de vervoersmogelijkheden, de grootte van het beschikbare zwembad. Maximaal 8 cliënten per keer is waarschijnlijk een goede richtlijn. Uitleg oefening/activiteit: De inhoud van de activiteit is afhankelijk van de cliënt. Voorbeelden zijn: baantjes te trekken,
aguajoggen, balspel, recreatie of ontspanning. Frequentie per week:
1 keer per week een uur. Indien een uur te lang is voor de cliënt kan deze ook korter aan de activiteit meedoen. Er dient dan wel met deze cliënt een rustig afbouw gedaan te worden. Eisen gesteld aan de ruimte:
Een zwembad dat afgehuurd/ gereserveerd kan worden. De activiteit wordt begeleid door minimaal 2 activiteitenbegeleiders of fysiotherapeuten. Deze
wordt bijgestaan door vrijwilligers met ervaring in de begeleiding en verzorging van de cliënten. Indien er medische handelingen verricht moeten worden dient dit gedaan te worden door iemand overzicht houdt aan de rand van het bad of in het water bij A- en B-cliënten: cliënten die op afstand of beperkt toezicht nodig hebben.1 op 1 begeleiding bij C-cliënten: cliënten die
permanent toezicht nodig hebben, bij spastische cliënten is dit lijfelijk contact, en cliënten met
epilepsie die geen 2 jaar aanvalsvrij zijn. Daarnaast is er altijd een ‘badmeester’ aanwezig. Dit kan een badmeester van het betreffende zwembad zijn, of een ext ra begeleider die overzicht houdt over het geheel en kan ingrijpen of hulp inroepen bij calamiteiten. Voorbeeld: er gaan 3 C cliënten en 2 A/B cliënten zwemmen. Dan dienen er 3+1+1 begeleiders te zijn.
Activiteitenkaart Zwemmen
die daarvoor geschoold is. Het aantal begeleiders wordt als volgt bepaald: 1 begeleider die
43
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage VII.Activiteitenkaart Yoga / Tai Chi Activiteit: Yoga / Tai Chi Doelgroep:
Alle cliënten die iets van hun lichaam kunnen bewegen, of zich voor kunnen stellen dit te bewegen. Cliënten die een mondelinge opdracht kunnen volgen of een voorbeeld na kunnen doen.
Doel:
Het verbinden van het lichaam, het denken en de ziel door middel van ademhaling, lichamelijke houdingen en bewegingen. Elke cliënt oefent op zijn eigen niveau. Yoga verhoogt de concentratie en kan spanningen in het lichaam wegnemen. Bij yoga leert men zichzelf te accepteren. Materiaal:
• Een stoel voor cliënten die niet in een rolstoel zitten • Yogamatjes voor iedereen die zonder tillift een transfer kan maken • Muziekspeler/ cd-speler voor begeleidende muziek
• Eventueel gebruik van dekens/ kussens/ oogkussentjes Opstelling: De stoel en het matje zijn om en om geplaatst zodat elke cliënt naast zijn
matje in de stoel zit. Cliënten kunnen de docent of de begeleiding zien en/of horen.
Groepsgrootte: Maximaal 10 deelnemers. Uitleg oefening/activiteit:
De opbouw van de les hangt af van de betreffende docent. De cliënt zit eerst op een stoel en kan halverwege een transfer maken naar de yogamat. Indien de cliënt dit niet kan blijft hij/ zij in zijn rolstoel zitten of wordt de stoel in een andere stand gezet. Aan het eind wordt afgesloten met 10
minuten ontspanning waarbij de cliënt tot rust kan komen. Sommige mensen vallen hierbij in slaap, dat is niet erg, deze mensen worden na de 10 minuten ontspanning gewoon weer wakker gemaakt. Frequentie per week:
Eisen gesteld aan de ruimte:
Elke deelnemer heeft een ruimte van ongeveer 2 bij 2 nodig om vrij te kunnen bewegen in zijn stoel en op zijn matje. Afhankelijk van het aantal deelnemers is dus de grootte van de ruimte te bepalen. Bij 5 deelnemers is dit 7* 8m, bij 8 is dit 9 * 10m en bij 10 is dit 9 * 14m.
De activiteit wordt begeleid door een activiteitenbegeleider met een scholing voor Tai Chi of Yoga
met een beperking. De activiteit kan ook door een yogadocent met kennis van de mogelijkheden van de doelgroep gegeven worden.
Activiteitenkaart Yoga / Tai Chi
1 keer per week een uur.
44
Gertruud Schalen
Bijlage VIII.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Activiteitenkaart Bewegen op muziek
Activiteit: Bewegen op muziek Doelgroep: Alle cliënten die iets van hun lichaam kunnen bewegen en graag willen sporten. En voor de
vrijwilligers, familie en vrienden van de cliënten!
Doel:
Het doel van bewegen op muziek is het creëren van een gezellige, leuke activiteit waar iedereen aan mee kan doen. Het stimuleert participatie van mensen met en zonder handicap. Het vergroot
de eigen waarde van de cliënten door hen te laten ervaren wat ze nog wel kunnen. Door de activiteit met familie, vrienden of vrijwilligers te doen kan de cliënt met zijn nabije omgeving samen iets leuks doen. Materiaal: • Muziek
• Eventueel stokken aan de voorzijde van een duwrolstoel zodat een partner de stoel kan bewegen. Opstelling:
Deze is afhankelijk van het soort dans: individuele dans, groepsdans of partnerdansen. Groepsgrootte: Maximaal 10 deelnemers exclusief partners. Uitleg oefening/activiteit:
De activiteit wordt gegeven door een externe docent. Er zal eerst opgewarmd worden, daarna worden er pasjes en bewegingen aangeleerd die in een dans geoefend worden. Tot slot wordt de les afgebouwd.
Frequentie per week:
1 keer per week een uur. Indien een uur te lang is voor de cliënt kan deze ook korter aan de activiteit meedoen. Er dient dan wel met deze cliënt een rustig afbouw gedaan te worden. Eventueel kan er een leuke vrijdagmiddagactiviteit van gemaakt worden. Eisen gesteld aan de ruimte: is de minimale afmeting van de dansvloer 12*12 meter. Dit is een indicatie voor de ruimte. BRON De activiteit wordt begeleid door docenten rolstoeldansen.
Activiteitenkaart Bewegen op muziek
Groot en gezellig met genoeg ruimte om de rolstoelen in de bewegen. Bij wedstrijdrolstoeldansen
45
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage IX. Activiteitenkaart Fitness Activiteit: Fitness Doelgroep:
Alle cliënten die iets van hun lichaam kunnen bewegen en graag willen sporten. Doel:
Sporten en bewegen op je eigen niveau. Het gevoel van eigenwaarde vergroten. Zelf regie hebben over je lichaam en je spierkracht vergroten of behouden. Materiaal: Fitnessapparatuur: Pulley, gewichten, hometrainer, theratrainer, crosstrainer Opstelling:
Ruime opstelling van de verschillende fitnessapparaten. Bij voorkeur een opstelling waarbij de cliënten zich kunnen concentreren op hun beweging. Bijvoorbeeld met het gezicht naar de muur.
Suggestie voor opstelling van fitnessapparaten in een ruimte.
Groepsgrootte:
Maximaal 5 deelnemers. Uitleg oefening/activiteit:
De cliënten hebben elk een eigen oefenschema dat vooraf is samengesteld door de fysiotherapeut/ sportbegeleider. Elke cliënt werkt het schema zo goed mogelijk af. Cliënten rouleren per fitnessapparaat. Tussen de verschillende onderdelen neemt de cliënt rustpauzes. De begeleider
ziet op deze pauzes toe en helpt de cliënt met de instellingen van de apparaten. Ook stimuleert de
begeleider de cliënt om te sporten of leidt deze het (over)enthousiasme van de cliënt in goede banen. De begeleider schrijft tijdens en aan het eind van de activiteit op het oefenschema hoe de oefeningen gegaan zijn en welke series gedaan zijn. Frequentie per week: Als een doelstelling van een cliënt het vergroten van spierkracht of conditie is, is een keer in de
week sporten niet genoeg. 3 keer per week een uur. Als een uur te lang is voor de cliënt kan het
Eisen gesteld aan de ruimte: Goed geventileerd, toegankelijk voor rolstoelers. Afmetingen: ongeveer 5*5. De activiteit wordt begeleid door iemand met een sportachtergrond en kennis van de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep. Deze begeleider staat onder supervisie van de
fysiotherapeut voor het verantwoord uitvoeren en aanbieden van sporten aan de cliënten. Het oefenschema wordt samen met de fysiotherapeut opgesteld.
Activiteitenkaart Fitness
ook korter, met een goede afbouw.
46
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage X. Activiteitenkaart Boksen Activiteit: Boksen Doelgroep:
Alle cliënten die een goede armfunctie hebben en het leuk vinden om te boksen. Doel: Sporten en bewegen individueel of in een groep. Het gevoel van eigenwaarde vergroten. Het in goede banen leiden van emoties en agressie. Materiaal:
• Bokshandschoenen, boksballen, stootpads Opstelling:
De opstelling kan 1 op 1 zijn. Of cliënten boksen ieder voor zich met een boksbal of stootpad.
Boksopstellingen. Links: cliënten oefenen op een stootpad. Midden: cliënten oefenen om de beurt op een boksbal. Rechts: cliënten oefenen met een individuele begeleider.
Groepsgrootte: Maximaal 5 deelnemers. Bij 1 op 1 altijd evenveel begeleiders als cliënten. Met 2 begeleiders is het mogelijk om 4 cliënten voor zich te laten trainen en met 1 cliënt individueel te trainen. Dit dan afwisselen met alle cliënten. Zo is er altijd goed toezicht. Uitleg oefening/activiteit:
De cliënten hebben elk een eigen doel voor de activiteit. Bijvoorbeeld het vergroten van spierkracht of omgaan met agressie. De les begint met 10 minuten opwarming van de armen, handen, polsen,
de rug en nek los en warm gemaakt worden. Dit is ook een mentale voorbereiding op het boksen. Daarna wordt geoefend op boksballen of in tweetallen met de begeleiding. De les eindigt met een afsluiting, waarbij de lichamelijke en mentale spanning van de activiteit los gelaten kan worden. Frequentie per week: 1 keer per week 1 uur. Indien een uur te lang is voor de cliënt kan deze ook korter boksen. Er dient dan wel met deze cliënt voor een rustig afbouw gedaan te worden. Eisen gesteld aan de ruimte:
• Ruime opstelling van de verschillende boksballen, bij voorkeur een opstelling waarbij de cliënten zich kunnen concentreren op hun beweging. Bijvoorbeeld met het gezicht naar de muur.
De activiteit wordt begeleid door iemand met een sportachtergrond en kennis van de
mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep. Deze begeleider heeft overleg met de fysiotherapeut en eventueel met de psycholoog. De begeleider heeft kennis en ervaring in het omgaan met agressie.
Activiteitenkaart Boksen
• Goed geventileerd. Afmeting ongeveer 6*6m.
47
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage XI. Activiteitenkaart Balsport Groen Activiteit: Balsport Groen Doelgroep: Cliënten die een rustige balsport willen doen. Doel: Sporten op eigen niveau. Kennismaking en afwisseling met verschillende balsporten. Eigenwaarde voor de individuele cliënt. Ontwikkeling en behoud van functies. Materiaal:
• Verschillende ballen: voetbal, volleybal, tennisballen, grote opblaasballen, schuimballen. • Rackets: tennisrackets, badmintonrackets, • Hockeysticks
• Jeu de boules gootje • Shuttles • Pionnen • Net
• Doelen: basketbalring, voetbaldoeltje • Tafeltennistafel Opstelling:
Cliënten kunnen opgesteld staan in koppels van 2 of in groepjes om over te spelen. Groepsgrootte: Maximaal 10 deelnemers. Uitleg oefening/activiteit:
Er wordt elke week een andere sport gedaan om de cliënten kennis te laten maken met verschillende sporten. De begeleider stimuleert de cliënt om zelf te spelen en biedt verschillende
overspeeltechnieken aan. Bovenhands, onderhands, verdedigen, aanvallen etc., afhankelijk van de balsport. Eventueel wordt er gebruik gemaakt van een net of van pionnen. Frequentie per week:
1 keer per week een uur. Indien een uur te lang is voor de cliënt kan deze ook korter aan de activiteit meedoen. Er dient dan wel met deze cliënt een rustig afbouw gedaan te worden. Eisen gesteld aan de ruimte: • 8 rolstoelen met een draaicirkel van 1,5m vormen een grote cirkel met een diameter van 5,5 meter. Om ervoor de zorgen dat de activiteitenbegeleider hier ook nog omheen kan lopen is een ruimte nodig van 6,5*6,5m.
• Met mooi weer kan de activiteiten in de buitenlucht gedaan worden. De
activiteit
wordt
begeleid
door
een
activiteitenbegeleider
achtergrond. Dit mag zowel een professional intern als extern zijn.
met
een
sportgerelateerde
Activiteitenkaart Balsport Groen
De ruimte moet goed geventileerd kunnen worden.
48
Gertruud Schalen
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Bijlage XII. Activiteitenkaart Balsport Geel Activiteit: Balsport Geel Doelgroep: Cliënten die zelf met hun rolstoel kunnen bewegen. En daarbij met een bal kunnen manoeuvreren. Cliënten met spelbegrip en goed reactievermogen.
Doel: Interactie tussen de cliënten, samenwerking en teamspirit. Sporten in een afwisselende spelvorm. Individuele ontwikkeling, groei en gevoel van eigen waarde. Materiaal: • Verschillende ballen: voetbal, volleybal, tennisballen, grote opblaasballen, schuimballen. • Tennisrackets, badmintonrackets, hockeysticks • Shuttles
• Pionnen, net, doelen: basketbalring, voetbaldoeltje • Tafeltennistafel Opstelling: Afhankelijk van het balspel Groepsgrootte: max. 10 deelnemers Indien groep van 5 spelen in trainingsvorm met 1 doel. Uitleg oefening/activiteit:
Er wordt elke week een andere sport gedaan om de cliënten kennis te laten maken met verschillende sporten. In het begin wordt vooral de sport aangeleerd. Daarbij zal door de begeleider gekeken worden naar de haalbaarheid van het spelen van een spel met de groep.
De begeleider bouwt de activiteit op met een warming-up van 10 minuten. Hierna wordt er met de
bal overgespeeld op verschillende manieren. Er kan geoefend worden in het ontvangen van de bal, weggooien van de bal, verdedigen van het doel, schieten op het doel. Dit is afhankelijk van de
sport. Na het oefenen kan er eventueel een partijtje gespeeld worden. De begeleider schat dit in. Tot slot is er een afbouw waarin de cliënten lichamelijk afbouwen, maar ook de spanning die
eventueel in de groep is ontstaan kan dan weer losgelaten worden. Frequentie per week:
1 keer per week een uur. Indien een uur te lang is voor de cliënt kan deze ook korter aan de activiteit meedoen. Er dient dan wel met deze cliënt een rustig afbouw gedaan te worden. Eisen gesteld aan de ruimte:
met 4 deelnemers is de helft van een spelveld voldoende. Dus 11 bij 12.
• De ruimte moet goed geventileerd kunnen worden.
• De vloer moet geschikt zijn voor elektrische rolstoelen.
• Met mooi weer kan de activiteiten in de buitenlucht gedaan worden. Begeleiding: door een activiteitenbegeleider met een sportgerelateerde opleiding of achtergrond.
Activiteitenkaart Balsport Geel
• Voor een spel met 8 deelnemers dient de ruimte minimaal 22m bij 12 m te zijn. Voor het trainen
49
Gertruud Schalen
Bijlage XIII.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Rapportage formulier Sport en bewegen
Naam activiteitenbegeleider: Dag en datum:
Tijdstip activiteit:
Welke activiteit heeft de cliënt gedaan? Hoe verliep de activiteit lichamelijk?
Denk hierbij aan vermoeidheid, energie, pijn, conditie.
Hoe verliep de activiteit sociaal emotioneel?
Denk hierbij aan de interactie tussen de cliënt en begeleiders, interactie met andere deelnemers, de stemming van de cliënt.
Hoe verliep de activiteit op cognitief niveau?
Denk hierbij aan spelbegrip, concentratie, geheugen.
Naam Zorgmedewerker: Datum en tijd: Heeft de cliënt vandaag nog andere belastende activiteiten gehad?
Denk hierbij aan het meehelpen bij de ADL, bezoek van familie, een slechte nachtrust.
Hoe is de cliënt lichamelijk, voor en/of na de activiteiten?
Merk je iets aan de cliënt, of geeft hij zelf iets aan? Bijvoorbeeld: verandering in moeheid en energie,
Hoe is de cliënt sociaal emotioneel, voor en/of na de activiteiten?
Merk je iets aan de cliënt, of geeft hij zelf iets aan? Denk hierbij aan de interactie met anderen; verandering in stemming bijvoorbeeld vrolijker, emotioneler of agressiever.
Hoe is de cliënt op cognitief gebied, voor en/of na de activiteiten? Denk hierbij oriëntatie, concentratie, geheugen.
Rapportage formulier Sport en bewegen
spierpijn, stabiliteit en balans, verandering in spierspanning of flexibiliteit.
50
Gertruud Schalen
Bijlage XIV.
Sport- en beweegactiviteiten voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel
Logboek Fitness
Naam sporter: Voorbeeld cliënt Fysiotherapeut:
Fitnessbegeleider:
Datum opstellen fitnessschema: 15 juni 2010
Biceps Curl Dumbells
½ kilo
2 x10
…
3x5
…
1 kilo
☺ ☺
…
Triceps push down
☺ ☺
…
2 x 10 min.
…
-
29 juni 2010
Herhaling
Crosstraining
22 juni 2010
Gewicht
Datum evaluatie fitnessschema: 28 september 2010
4x 5 Kramp in
linker arm
1x 10 1x 5
…. ….
Logboek Fitness
….
51