Visie Zorg Zes miljard mensen hier op aarde Hand in hand, niet te evenaren Elk van ons van onschatbare waarde Iedereen is anders De ene houdt van lief en naïef De andere is een hartendief Wie luistert graag naar jouw probleem? Het is één voor allen, en allen voor één! Doe je ogen open, kijk om je heen Met zo'n zes miljard, ben je nooit alleen
K3 – Iedereen is anders.
En wie de wereld ziet van A tot Z Houdt van elke letter in dat alfabet!
“Brede zorg voor elk kind” Het schoolloopbaanbegeleidingsplan stelt ons in staat om kinderen met leer-en ontwikkelingsproblemen zo goed mogelijk te begeleiden door o.a. het kindvolgsysteem en het handelingsplan. Wij creëren een onderwijs op maat van het kind. d.w.z. het kind kan zich volledig ontwikkelen (affectief – dynamisch, cognitief en motorisch) volgens eigen mogelijkheden en tempo. Dit in samenspraak met alle deelnemers (het kind, de ouders, de school, het CLB en de externe diensten). Elke leerkracht respecteert elk kind en waardeert het in zijn anders zijn. Alle
leerkrachten
coachen
kinderen
zodat
ze
zich
kunnen
ontwikkelen
tot
verantwoordelijke, sociale, ruimdenkende en weerbare volwassenen in een maatschappij klimaat te creëren, waarin alle partners zich gewaardeerd voelen. Het volledige team is bereid om zich voortdurend te bevragen en bij te scholen. Eigen opvoedingsproject
Versie juni 2010
waar ze zich thuis voelen. Het volledige team zet zich in om een warm en positief
1
Onze visie op zorg Het continuüm van zorg.
A L G E M E N E Z O R G
E X T R A Z O R G
S P E C I A L E
Z O R G
BIJZONDERE ZORG SCHOOLOVERSTIJGENDE ZORG
1. Algemene zorg : Een breed zorgklimaat in de school Krachtige leeromgeving met gepaste leerkrachtenstijl als basisaanpak. Zorg is een gebeuren van de hele school met de klasleerkracht als centrale figuur We creëren in onze school een sfeer waarin iedereen zich ten volle kan ontwikkelen en zijn talenten kan ontplooien. Dit kan pas wanneer de kinderen zich goed voelen in onze school. Zorgbreed werken is in de eerste plaats een krachtige leeromgeving opzetten met een gepaste leerkrachtenstijl. Met deze aanpak proberen we te bereiken dat kinderen zich zo goed mogelijk voelen binnen de school. In elke school zijn er kinderen die extra aandacht vragen om verschillende redenen. Dit stelt onze school voor de uitdaging om in eerste instantie preventief te werken en indien nodig zal de klasleerkracht extra zorg bieden via remediëren en differentiëren. De leerkrachten zijn aldus een belangrijke partner binnen de zorgwerking in onze wanneer er iets tegenslaat en kunnen kort op de bal spelen.
Versie juni 2010
school. De leerkrachten kennen hun kinderen uit de klas immers het beste. Ze zien
2
De positieve ingesteldheid We proberen binnen onze school kinderen steeds vanuit een positieve ingesteldheid te benaderen. We vinden het belangrijk dat de kinderen zich goed voelen op school, hierbij is de leerkracht de eerste vertrouwenspersoon vb) zorgendoosje. Als school willen we de kinderen van in het begin begeleiden in hun schoolloopbaan. Door hen van zo jong mogelijk te volgen kunnen we voor elk kind een weg uitstippelen waarin ze zich goed voelen en kunnen groeien in hun ontwikkeling. Anderstalige nieuwkomers worden bij ons op een gepaste manier opgevangen: Er wordt steeds afhankelijk van de anderstalige nieuwkomer gezocht naar een opvang op cognitief en op sociaal vlak. Binnen onze school gebruiken we ook mogelijkheden om de communicatie met anderstalige ouders te bevorderen. (voorbeeld : inschakelen van tolken , vertalers,…)
Je mag zijn wie je bent !
Door middel van “Toeka “ werken we aan een warm leefklimaat binnen de klas en binnen de school. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle kinderen zich thuis voelen op onze school.
Een positief
zelfbeeld heeft krachten die ontwikkeling van binnenuit mogelijk maakt.
Didactische en doeltreffende aanpak van de leerkracht In de klas brengt de leerkracht nieuwe leerstof aan via het BHV-model: Basisstof voor alle kinderen, Herhalingstof voor kinderen die nog wat moeilijkheden hadden met bepaalde opdrachten, Verrijkingsstof ( extra uitdaging) voor kinderen die sneller klaar zijn met hun opdrachten. De klastitularis maakt dagelijks een evaluatie van de gegeven organisatorisch vlak. De leerkracht maakt het verschil door met een doordachte leerkrachtenstijl de kinderen te benaderen. De manier waarop iets aan de kinderen overgebracht wordt, is heel erg belangrijk. De leerkracht zal op basis van zijn eigen observaties en toetsgegevens inspelen op de specifieke noden van de kinderen.
Versie juni 2010
activiteiten om zoveel mogelijk te kunnen bijsturen op zowel inhoudelijk als
3
Door het soepel hanteren van het uurrooster kan men inspelen op de actualiteit en de noden van de kinderen. De leerkrachten van onze school durven op een eigen creatieve en vindingrijke manier de opdrachten uit de methoden aan te passen of te vervangen, zodat de leerstof beter aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Het beleven en exploreren moet centraal staan, zowel in het kleuteronderwijs als in het lager onderwijs en dit moet in de verschillende leergebieden aan bod komen. Via hoeken- en contractwerk kan de leerkracht differentiëren naar tempo, niveau, interesse en instructie. De leerkrachten gaan meer proces- en minder productgericht werken. De leerkrachten nemen ook meer tijd om met hun kinderen te reflecteren en voorzien de nodige observaties. Enkele voorbeelden binnen onze school: In het lager onderwijs worden alle rapporten individueel besproken. Hierbij komt de zelfevaluatie van de leerling en de evaluatie van de leerkracht aan bod. De leerlingen kunnen elkaar begeleiden bij het inoefenen. Een sterke leerling kan een andere leerling helpen. Extra materiaal in zorglokaal om te remediëren. Binnen muzische vorming probeert de leerkracht de talenten van de kinderen aan te spreken om aldus te werken aan het positief zelfbeeld van de kinderen. De leerkracht probeert ook, in de mate van het mogelijke, de leerlingen zelf materiaal te laten kiezen. De meeste leerkrachten beschikken over een map waar ze verrijkingsstof kunnen uitputten. (
map met contractwerk). Er wordt ook verrijkingsleerstof
aangeboden bij de methodes: spelling (vlinder), taal (halve en volle bolletjes), wiskunde (scheurblok). In elke klas worden “Toeka”-activiteiten georganiseerd met als doel het welbevinden van de kinderen te stimuleren. Communicatie is de drijfveer om te komen tot een zorgbreed klimaat
het CLB en externe hulpverleners. De ouders kunnen op regelmatige basis in gesprek gaan met de leerkrachten tijdens het oudercontact (niet alleen geplande, maar ook ongeplande oudercontacten). Tevens
Versie juni 2010
In onze school is er inspraak van alle betrokkenen: leerkrachten, ouders, overleg met
4
verschaffen ook de ouders belangrijke informatie over hun kind. In de kleuterklassen wordt er gecommuniceerd via het heen-en weerschriftje. De ouders kunnen op die manier ondersteunend werken in de opvolging van de ontwikkeling van hun kind. Het is belangrijk dat de leerkracht reflecteert en zijn eigen handelen bijstuurt. Dit kan ondermeer door overleg met de betrokken partners. Dit
uit
zich
in
de
vorm
van
werkgroepen,
personeelsvergaderingen
en
teamvergaderingen, …… Nieuwe leerkrachten worden door de mentor op de hoogte gebracht van de werking in onze school. De mentor begeleidt de beginnende leerkrachten in hun groeiproces naar een competente leerkracht, die voldoende belang hecht aan communicatie vb) voorbereiden en begeleiden van oudercontacten. Het leerlingvolgsysteem Een leerlingvolgsysteem waarborgt de doorstroming van het kleuteronderwijs naar het lager onderwijs. Een leerlingvolgsysteem verschaft in de eerste plaats de leerkracht een nauwkeurig beeld van de leervorderingen van de afzonderlijke leerlingen en van de leerwinst over een langere periode. Op individueel niveau en op klasniveau (aan de hand van een klasoverzicht) is een dergelijk systeem vooral nuttig in het kader van zorgbreedte, omdat het toelaat leerlingen die op een bepaald ogenblik minder goed vorderen of van wie de ontwikkeling niet verloopt zoals verwacht, tijdig te detecteren. Aan de hand van die informatie kan de leerkracht zijn aanpak en didactische werkvormen
meer
toespitsen
op
individuele
behoeften.
Een
goed
ingevuld
leerlingvolgsysteem is heel belangrijk. In het lager onderwijs worden LVS – toetsen afgenomen (zie zorgplanning). Deze resultaten vormen samen met de klasresultaten, het AVI – niveau en de observaties van de leerkracht een basis voor overleg tussen de directie, CLB, klasleerkracht, zorgleerkracht en eventueel de ouders (= MDO). Door deze regelmatige overlegmomenten kunnen we de kinderen op de voet volgen en hen de beste zorgen bieden. In de derde kleuterklas nemen we in het midden van het schooljaar de Toeters af om samen met het kleutervolgsysteem een beeld te vormen van de schoolrijpheid van die
Voorbeeld binnen onze school : praktisch aan de slag met AVI-niveau Aan de hand van het AVI- niveau, krijgen de kinderen de kans om op een
aangepast leesniveau te oefenen. Om het lezen te bevorderen wordt er
Versie juni 2010
kinderen.
5
niveaulezen en peer-tutoring georganiseerd. In sommige vestigingen kunnen we ook beroep doen op leesmoeders. Mede dankzij al deze initiatieven krijgen onze kinderen meer oefenkansen. Begeleiding van het keuzeproces en de attitudevorming in het 6de leerjaar Half maart worden er oriënteringsgesprekken gehouden, waarbij er al een advies gegeven wordt. Op het einde van het schooljaar wordt er een adviesfiche opgesteld voor de kinderen die bij ons het 6de leerjaar verlaten. Voor kinderen met een leerstoornis wordt er een BASO-fiche opgesteld. De kinderen van het 6de leerjaar worden door de klasleerkracht en het CLB begeleid bij het kiezen van hun studierichting. Het keuzeproces wordt ondersteund door integratieactiviteiten van de leerlingen van het 6de leerjaar met het secundair onderwijs. De oriëntering naar het secundair onderwijs wordt voorbereid in de 3de graad door de talentenzoektocht, het bezoek aan het beroepenhuis, een WO-thema rond beroepen, het beroepenspel, enz. Om de kinderen te wapenen en te sensibiliseren tegen allerhande verslavingen zoals snoep, alcohol, drugs, enz., nemen de leerlingen van het 6de leerjaar deel aan het MEGA – project. MEGA staat voor Mijn Eigen Goed Antwoord. Het project biedt ondersteuning in het maken van ‘gezonde keuzes’ als alternatief voor risicogedrag. De MEGA-lessen worden afgesloten met een MEGA-fuif. Kortom : algemene zorg verschaft de klasleerkracht door : 1.positieve ingesteldheid 2.didactische en doeltreffende aanpak : a. met BHV-model b. vanuit eigen observaties en toetsgegevens c. kinderen laten beleven en exploreren d. differentiëren via hoeken- en contractwerk e. procesgericht werken f. reflecterende gesprekken 3.communicatie d.m.v. overleg met ouders,collega’s,directie,CLB,zorgteam,…. 4.toepassen van LVS
Versie juni 2010
5.keuzeproces en attitudevorming
6
2. Extra zorg: zorgverbreding Het geven van extra zorg in de klas, een klasaanpak (kinderen volgen, meer gerichte differentiatie, een helpende hand). We hebben zorg- en GOK- uren in onze school. Deze uren besteedt het zorgteam op school-, leerkracht- en kindniveau. We streven in onze school naar begeleiding van de zorgleerkracht in de klas tijdens het verwerven van de basisleerstof. De zorgleerkracht ondersteunt daar een groepje kinderen en kan zo extra gerichte differentiatie bieden voor kinderen waar blijkt dat de differentiatie die de leerkracht aanbood onvoldoende vruchten afwerpt. In de school is er verdiepingsmateriaal voor hoogbegaafden aanwezig. Somplex, Plustaak en denkverruimende spelletjes zijn enkele materialen die gebruikt worden. Wanneer de leerkracht observeert dat het welbevinden van de kinderen in gevaar komt, signaleert hij dit aan de zorgleerkracht en zal er extra aandacht naar het kind gaan. Er kan extra zorg ingeschakeld worden door de zorgleerkracht via een gesprek of door het CLB via gesprek of therapie.
3. Speciale zorg Van analyse naar handelen Wanneer extra zorg ontoereikend is,wordt overgegaan tot speciale zorg. Dit gebeurt steeds in onderling overleg tussen het zorgteam , de klasleerkracht , de leerling en de ouders. Voor kinderen met specifieke zorgen en leerproblemen, worden er enkele maatregelen getroffen binnen de klas. Er wordt een handelingsplan opgesteld voor deze kinderen. Bij het opstellen vertrekken we steeds van een evenwichtig ‘totaalbeeld’ van het kind. Onze eerste prioritaire doelstelling is het welbevinden van de kinderen bewaken.
Bij het uitschrijven van de STICORDI – maatregelen gebruiken we het door de kinderen gekende letterwoord TOEKA:
Versie juni 2010
Onze school beschikt over (werkt met) de STICORDI – maatregelen. Dit zijn maatregelen die ervoor zorgen dat het totale ontwikkelingsproces van het kind positiever en evenwichtiger verloopt en dit in functie van een leerstoornis of een ernstig leerprobleem.
7
T Extra tijd O Ondersteuning van leerkracht, klasgenoot, ouders, enz. E Extra hulpmiddel: tafelkaart, rekenmachine, onthoudkaarten, enz. K Klasmateriaal: blokjes, klokje, getallenassen, enz. A Aangepaste of andere toets of taak
Deze STICORDI-maatregelen worden op het rapport vermeld. Meer gedetailleerde informatie is te vinden in de visietekst ‘Evalueren en rapporteren’.
4. Bijzondere zorg Leren is een samenspel tussen de mogelijkheden van het kind en het aanbod vanuit de omgeving. Wanneer de oorzaak van het leerprobleem te wijten is aan omgevingsfactoren, verstandelijke aanleg of een lichamelijke handicap spreken we niet over een leerstoornis. Bij leerstoornissen vermoeden we een biolologische oorzaak. De hersenen functioneren op een andere manier. Voorbeelden zijn DCD, dyslexie en dyscalculie Voor deze kinderen gaat ons team steeds op zoek naar hulpmiddelen die het kind kunnen helpen bij het verwerven van de leerstof. Onze leerkrachten staan open om hun kennis in verband met een leerstoornis te vergroten. De verworven informatie kan de leerkrachten helpen in hun denkproces bij een doeltreffende aanpak voor dat kind. In onze school is er de mogelijkheid dat kinderen GON-begeleiding krijgen. Er is een goede communicatie tussen de school en de externe school van waaruit de GONbegeleiding voorzien wordt.
5. Schooloverstijgende zorg Wanneer een kind de druk niet meer aankan en we voelen dat het zich ongelukkig voelt, moeten we een andere weg bewandelen. Onze school gaat samen met het CLB, de ouders en de leerlingen stapsgewijs op weg naar het buitengewoon onderwijs of inclusief
Versie juni 2010
onderwijs door regelmatig te overleggen en na te gaan wat het beste is voor het kind.
8