voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina iii
Jozef Janssens
De middeleeuwen zijn anders Cultuur en literatuur van de 12de tot de 15de eeuw
3 a Amsterdam Academic Archive
voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina v
verantwoording bij de AAA-editie: twaalf jaar later De Middeleeuwen zijn anders (MZA) is in de loop van de jaren tachtig ontstaan als onderdeel van een initiatiecursus Middelnederlandse literatuur voor eerstejaars Taal- en Letterkunde in de K.U. Brussel. Om openheid met vroeger te creëren, vond ik dat studenten eerst een reeks vooroordelen tegenover de Middeleeuwen dienden af te leggen: zowel de apologetische toon als ook de algemeen culturele uitstapjes dienden dit doel. Bovendien werd MZA geschreven in een tijd dat het er voor de historische letterkunde in Vlaanderen slecht uitzag. Dat verklaart de missionaire dimensie van het boek, waar recensies trouwens herhaaldelijk op wezen. De toestand van ons vakgebied is in de negentiger jaren aan de Vlaamse universiteiten – mede onder invloed van de intense dynamiek aan Nederlandse universiteiten – en binnen de cultureel-toeristische sector opmerkelijk verbeterd. Maar nonchalante vanzelfsprekendheid is hier zeker niet op zijn plaats. We zullen altijd de zin van ons vakgebied moeten verantwoorden, en eigenlijk is dat maar goed ook… MZA is geschreven in de overtuiging dat literatuur in zijn cultuurhistorische context moet worden bestudeerd. Die overtuiging spoorde perfect met het pioniersproject van Frits van Oostrom, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen te Leiden. Dat project leidde binnen de Medioneerlandistiek tot een ongekende vaart die nauwelijks viel te volgen. Na veertien jaar intense onderzoeksactiviteit stopte het programma in 2003. Recentelijk botste het ook op fundamentele kritiek. Hoewel de grenzen van “literatuur in context” vooral in het onderzoek van de historische functioneringsmilieus en het concrete maecenaat zichtbaar werden, blijf ik ook vandaag nog geloven in de grensverleggende mogelijkheden van de aanpak. Sinds 1993 zijn we ons terdege bewust geworden van de complexiteit van “hoofsheid”, “verschriftelijking/oraliteit” en “beschavingsoffensief” in de middeleeuwse cultuur, om slechts deze verschijnselen te noemen. Het is evenwel nog steeds niet duidelijk welke rol literaire teksten bij deze verschijnselen precies hebben gespeeld; hier valt bijgevolg nog vruchtbaar onderzoek te leveren. We zijn verder tot het inzicht gekomen dat handschriften niet enkel min of meer betrouwbare tekstdragers zijn, maar eersterangsgetuigen van de middeleeuwse receptie van werken. Bovendien hebben we – wellicht voor het eerst – ernstig leren luisteren naar de handschriftenkunde (codicologie) en leren zien dat middeleeuwse boeken archeologisch kunnen worden benaderd en in het begrijpen van de vorm kostbare informatie prijsgeven. Tenslotte is er ook de toenemende belangstelling voor alle tekstsoorten. In een receptiegeschiedenis van Karel ende Elegast zou thans het 15de-eeuwse kruidenrecept om de taal der vogels en honden te begrijpen zeker niet onvermeld mogen blijven; daarbij wordt naar een meester-dief verwezen die – literair-historisch een bijzonder interessant gegeven – niet Elegast, maar Basin wordt genoemd. In MZA krijgt Eco’s De naam van de roos, tien jaar na de Nederlandse vertaling van de Italiaanse cultroman, grote aandacht. Het werk heeft de Middeleeuwengolf toentertijd zeker mede aangewakkerd. Vandaag de dag zou ik in het bewuste hoofdstuk zeker voor een ander werk hebben gekozen en bijvoorbeeld de hype rond Dan Browns De Da Vinci
v
voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina vi
Code kritisch in beeld brengen. De onvervalste “page turner” met “blockbuster-allures” – wereldwijd waren er begin dit jaar reeds 17 miljoen exemplaren verkocht – suggereert een alternatieve visie op het graalmysterie, de geschiedenis van de vroegste kerk, de tempeliers, het werk van Da Vinci, enzovoort… Eén van Browns bronnen is het volstrekt onbetrouwbare werk van drie zogenaamde onderzoeksjournalisten: The Holy Blood and the Holy Grail (zie ook MZA, 99-100). De graalspecialist in de roman, Leigh Teabing, verwijst overigens naar twee van deze Engelse journalisten: Richard Leigh en (via een anagram) Baigent. Het recept voor dit soort werken is maar al te bekend: je gooit alle mysteries uit de cultuurgeschiedenis in één pot, veralgemeent dat het een lust is, kruidt dit alles met pikante details, overgiet alles met de saus van een oncontroleerbaar, want geheim complot en spektakel is verzekerd. Sinds 1993 zijn een aantal stellingen in het boek achterhaald. Ik bespreek kort de belangrijkste veranderingen of aanvullingen. MZA 20: de situatie in Damme is grondig veranderd. Als reactie op de magistrale studie van Van Oostrom, Maerlants wereld (1996), bekroond met de Ako-literatuurprijs, werd het jaar daarop in Damme een succesvolle tentoonstelling georganiseerd met meer dan 40 handschriften: De middeleeuwse wereld op schrift. Jacob van Maerlant (ca. 1230 – ca. 1293). Intussen heeft men er voor Uilenspiegel gekozen, maar is er gewettigde hoop dat in het SintJanshospitaal mettertijd een Maerlantmuseum wordt ingericht. De situatie in Tervuren is helaas ongewijzigd. MZA 21: de situatie van het geschiedenisonderwijs is er enigszins op verbeterd. En de juiste draagwijdte van de Guldensporenslag zal na het publicatiegeweld in 2002 wel beter bekend zijn. MZA 23: de didactische bekommernis bij overzichtstentoonstellingen laat nog altijd te wensen over. Zelfs een werkelijk schitterende tentoonstelling als Meesterlijke Middeleeuwen in Leuven eind 2002 liet een heleboel kansen liggen om de prachtig geïllustreerde manuscripten te duiden binnen de toenmalige betekeniswereld. Maar helemaal schrijnend vond ik de pas geopende Archéoscope te Bouillon. Als je op grond van de promotiefolders verwacht een kritisch beeld van de kruistochten te krijgen, kom je bedrogen uit. Met dure technologie evoceert men weliswaar het leven van Godfried van Bouillon, maar wat daarop volgt is een vreselijke anticlimax. Deze en andere ontwerpers van historische tentoonstellingen moeten dringend eens een bezoek brengen aan de Engelse abdij van Battle, waar een permanente tentoonstelling de slag bij Hastings mooi en genuanceerd in beeld brengt. Hier kan men leren hoe het moet… MZA 33: ik heb gedurende enkele jaren een statistiek bijgehouden van de antwoorden op deze vraagjes (een kleine zevenhonderd personen, eerstejaars studenten zowel als 60-plussers van de Universiteit Vrije Tijd). Zonder enige wetenschappelijke pretentie geef ik hiervan het resultaat, d.i. het percentage mensen dat het bedoelde verschijnsel in de Middeleeuwen situeert: Vraag 1: 38% Vraag 2: 29% Vraag 3: 54% Vraag 4: 32% Vraag 5: 78% Vraag 6: 96% Vraag 7: 98% Vraag 8: 88%.
vi
voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina vii
Er waren geen mensen die op de vraagjes geen enkele keer of slechts één keer Middeleeuwen hadden ingevuld; gemiddeld 6% van de ondervraagden antwoordden 2 x Middeleeuwen, 16% 3 x, 38% 4x, 26% 5 x, 10% 6 x, 3% 7x en 1% 8x. We zitten inderdaad met zijn allen nog vol vooroordelen rond de Middeleeuwen. MZA 118, midden van de bladzijde. Dat boek is intussen geschreven, zie J. Janssens en C. Matheeussen, Renaissance in meervoud, (Davidsfonds), Leuven, 1995. MZA 183: het grote belang van De roman van Heinric en Margriete van Limborch (thans gesitueerd omstreeks 1320) wordt meer en meer algemeen aanvaard; zie bijv. het eerste deel van de nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis van de hand van Van Oostrom, die in het voorjaar van 2006 verschijnt. Ik ben tenslotte de vele mensen dankbaar, die mondeling of schriftelijk, hun enthousiasme voor dit boek hebben laten blijken. Jozef Janssens Eind augustus 2005
vii
voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina viii
verantwoording Over de evolutie van het onderzoek in Noord en Zuid, zie mijn bijdrage: Een kwarteeuw Middelneerlandistiek: weifelen tussen Algemene Literatuurwetenschap en cultuurgeschiedenis. Een subjectieve geschiedenis, in: M. de Clercq, D. de Vin, J. Janssens en C. Matheeussen (red.), Verzoenende veelzijdigheid. Huldealbum opgedragen aan Prof. Dr. H. van Gorp, Brussel, 2000, p. 109-126. Een verantwoording voor de studie van de middeleeuwse Europese letterkunde vindt men in mijn inleiding Waarom zouden we nog…? Een geloofsbelijdenis, in: J. Janssens en V. Uyttersprot, Superhelden op perkament. Middeleeuwse ridderromans in Europa, (Davidsfonds), Leuven, 2005, p. 7-20. Kritiek op NLCM vindt men bij V. Fraeters, Medioneerlandistiek in context. Literair-historici op zoek naar Hermes en Philologia, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 120 (2004), p. 298-308. Fundamenteel voor het begrip “hoofsheid” is een werk dat pas na 1993 in ons vakgebied bekend geraakte: C. Stephen Jaeger, The Origins of Courtliness: Civilizing Trends and the Formation of Courtly Ideals, 935-1210, (University of Pennsylvania Press), Philadelphia, 1985. Over boekarcheologie, zie de oratie van J. Biemans, Het begrijpen van de vorm, Amsterdam, 2005; een stimulerende toepassing hiervan is het proefschrift van E. Kwakkel, Die Dietsche boeke die ons toebehoren. De kartuizers van Herne en de productie van Middelnederlandse handschriften in de regio Brussel (1350-1400), (Miscellanea Neerlandica, 27), Leuven, 2002. De verwijzing naar Karel ende Elegast vindt men bij O. Lie, Literaire verwijzingen in Middelnederlandse magische teksten, in: De nieuwe taalgids 85/3 (1992), p. 234-246.
viii
voorwerk Janssens AAA 07-10-2005 15:42 Pagina ix
titels verschenen binnen de AAA-serie Andriessen, L. en Schönberger, E. The Apollonian Clockwork, 2005 (isbn 90 5356 856 5) Appel, R. en Muysken, P. Language Contact and Bilingualism, 2005 (isbn 90 5356 857 3) Bal, M. Reading Rembrandt, 2005 (isbn 90 5356 858 1) Bennis, H. Gaps and Dummies, 2005 (isbn 90 5356 859 x) Blom, H. De muiterij op De Zeven Provinciën, 2005 (isbn 90 5356 844 1) Dehue, T. De regels van het vak, 2005 (isbn 90 5356 845 x) Engbersen, G. Publieke bijstandsgeheimen, 2005 (isbn 90 5356 852 2) Engbersen, G.; Schuyt, K.; Timmer, J. en Waarden, F. van Cultures of Unemployment, 2005 (isbn 90 5356 846 8) Goedegebuure, J. De schrift herschreven, 2005 (isbn 90 5356 847 6) Goedegebuure, J. De veelvervige rok, 2005 (isbn 90 5356 848 4) Hugenholtz, B. Auteursrecht op informatie, 2005 (isbn 90 5356 849 2) Idema, H. en Haft, L. Chinese letterkunde, 2005 (isbn 90 5356 842 5) Janssens, J. De middeleeuwen zijn anders, 2005 (isbn 90 5356 850 6) Kohnstamm, D. Ik ben ik, 2005 (isbn 90 5356 853 0) Komter, A. Omstreden gelijkheid, 2005 (isbn 90 5356 854 9) Meijer, M. In tekst gevat, 2005 (isbn 90 5356 855 7) Oostindie, G. Ethnicity in the Caribbean, 2005 (isbn 90 5356 851 4) Pinkster, H. On Latin Adverbs, 2005 (isbn 90 5356 843 3) Tilburg, M. van en Vingerhoets, A. Psychological Aspects of Geographical Moves, 2005 (isbn 90 5356 860 3)