Visie recreatief routenetwerk Kromme Rijnstreek
Visie recreatief routenetwerk Kromme Rijnstreek
eindrapport
Colofon Opdrachtgever Provincie Utrecht en Streekhuis Kromme Rijnstreek Postbus 80300 3508 TH UTRECHT Opdrachtnemer De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 47 00 F +31 30 637 94 15 www.grontmij.nl Auteurs M. Coenen R. Jansen P. Bergmans S. Top
Gecontroleerd door: M. Coenen
Goedgekeurd door: S. Foeken Houten, 22 februari 2011 Projectnummer: 299993 Referentienummer: 99057735 Revisie: 6
Inhoudsopgave Samenvatting 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Het plangebied Doelstelling Onze werkwijze Leeswijzer
2 2.1 2.2
Verkenning recreatieve routestructuur Kenmerken van een recreatief routenetwerk Het recreatieve aanbod van het Kromme Rijngebied Routestructuren Bereikbaarheid van het routenetwerk Toegankelijkheid van het routenetwerk Recreatieve vraag
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3
1 1 3 3 4
5 6 6 8 10 11
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.4 3.5
Ontwikkelingsvisie routenetwerk Vertrekpunten bestaand beleid Ambitie Ruimtelijke visie Zonering Stad-landverbindingen Poorten en groene entrees Fietsroutenetwerk Wandelroutenetwerk Kanovaren en vaararrangementen Paardensport Informatievoorziening Beleving
13 13 14 14 16 17 20 21 22 22 23 24
4 4.1 4.2
Uitvoeringsstrategie Inleiding Toelichting op het overzicht
27 27
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4:
Literatuurlijst Interviews en genodigden werkbijeenkomst Uitwerking werkbijeenkomst De kracht en pracht van het Kromme Rijngebied; thema recreatie en toerisme
Samenvatting De Kromme Rijnstreek ligt ten zuidoosten van de stad Utrecht, globaal tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Neder-Rijn en Lek. Het gebied beslaat de gemeenten Wijk bij Duurstede, Houten en Bunnik en (delen van) de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Zeist, De Bilt en Nieuwegein. Het ligt deels binnen de Nationale Landschappen Rivierengebied en Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het Kromme Rijngebied is één van de gebieden waarvoor binnen de Agenda Vitaal Platteland van de Provincie Utrecht bestuursafspraken zijn gemaakt, ondermeer ten aanzien van de ontwikkeling van landschap en cultuurhistorie. De Kracht en Pracht van het Kromme Rijngebied (mei 2007) is de integrale gebiedsvisie voor het Kromme Rijngebied, die richting geeft aan deze ontwikkeling.
voert de bezoeker langs de vele bezienswaardigheden in de Kromme Rijnstreek, zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, landgoederen en kastelen en de agrotoeristische voorzieningen. Het verbindt als het ware de verschillende belevingsmogelijkheden van de Kromme Rijnstreek. De Kromme Rijnstreek zal zich actief gaan inzetten om dit doel te bereiken. Ten aanzien van kanoën en ruitersport is de ambitie minder hoog; de streek zal initiatieven op dit gebied faciliteren, maar hierin geen actieve rol nemen. Gemotoriseerd recreatief verkeer zal niet worden gefaciliteerd.
In de integrale gebiedsvisie wordt gekozen het Kromme Rijngebied toeristisch-recreatief verder te ontwikkelen, waarbij het vergroten van de belevingswaarde en het uitbreiden en versterken van de routegebonden recreatiemogelijkheden centraal staan. Dit rapport bevat een visie op de recreatieve routestructuren in het Kromme Rijngebied die kan rekenen op draagvlak vanuit het gebied, met een heldere richting om te komen tot een hoogwaardig recreatief routenetwerk.
De Kromme Rijnstreek is een gebied waar de kernkwaliteiten zijn te vinden in kleinschaligheid en openheid en leent zich daarom niet voor massatoerisme. De Kromme Rijnstreek kiest ervoor zich te richten op de doelgroepen dichtbij: de eigen inwoners van de Kromme Rijnstreek, de inwoners van de omliggende regio (Utrecht, Nieuwegein, Zeist, De Bilt) en de verblijfstoeristen op de Utrechtse Heuvelrug. Hiermee speelt de Kromme Rijnstreek in op de behoefte aan recreatiemogelijkheden dicht bij huis en op het afleiden van de recreatiedruk van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
In 2030 wil de Kromme Rijnstreek een optimaal routenetwerk hebben ontwikkeld voor wandelen en fietsen. Dit routenetwerk
De Kromme Rijnstreek kiest ervoor recreatie en toerisme verder te ontwikkelen door te investeren in een kwalitatief
hoogwaardig recreatief routenetwerk. Het routenetwerk is het samenhangend geheel van:
• Goede zonering Nabij het stedelijk gebied van Utrecht, Nieuwegein en Houten en op recreatieterreinen verspreid door het gebied, zet de visie in op recreanten gericht op even lekker weg met elkaar, gezelligheid en sportiviteit, lekker vrij zijn, rust en ontspanning. Amelisweerd/Rhijnauwen, het Bos Nieuw Wulven en Laagraven zijn bestemmingen waar deze doelgroep naar toe gaat. De recreatieterreinen ’t Waal, Gravenbol en Doornse Gat en het centrum van Wijk bij Duurstede zijn eveneens populair bij deze doelgroep. De groep heeft behoefte aan voorzieningen (goede horeca is een must en dagrecreatiemogelijkheden) en goede bereikbaarheid van hun bestemming per auto en fiets. Het overige deel van het Kromme Rijngebied is de zone voor de doelgroepen die gericht zijn op extensieve, voornamelijk routegebonden recreatie. Recreatieve paden, vaarwegen en routes leiden hier de recreant door het agrarische en het cultuurlandschap en langs cultuurhistorische bezienswaardigheden.
• Goed bewegwijzerde routes en kwalitatief hoogwaardige paden Het Kromme Rijngebied is bij uitstek een fietsgebied en het gebied legt dan ook prioriteit bij een kwalitatief hoogwaardige fietsstructuur. Het fietsknooppuntennetwerk vormt de basis voor een fietstocht door het Kromme Rijngebied. Dit netwerk is grofmazig, doet het hele gebied aan en vormt hiermee de basis voor een recreatieve dagtocht. Optimalisatie van het fietsknooppuntensysteem verdient aandacht in
het Langbroekerweteringgebied (fijnmaziger en aantrekkelijker en koppeling leggen met de groene entrees en poorten) en op het Eiland van Schalkwijk (beter ontsloten, veiliger en aantrekkelijker). Het bereikbaar maken van de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en ‘grotere’ poorten (Fort Vechten, ’t Waal en Bos Nieuw Wulven) is een andere belangrijke opgave. Bij de verdere ontwikkeling van het wandelroutenetwerk in de Kromme Rijnstreek wordt gekozen voor een wisselende fijnmazigheid. Niet in alle delen van het gebied is het wenselijk en aantrekkelijk een fijnmazig netwerk te realiseren. Niet alle delen lenen zich namelijk evengoed voor wandelen. Belangrijk is dat de verschillende landschapstypes en bezienswaardigheden te beleven zijn en dat bewoners van gebied en regio dichtbij huis op pad kunnen. Zo dient bij de poorten in de nabijheid van Utrecht en op het Eiland van Schalkwijk, een fijnmazige wandelstructuur te worden aangelegd. Daarnaast moeten er vanuit elk dorp en elke stad in het gebied ommetjes worden gerealiseerd en moet water beter beleefbaar worden gemaakt voor de wandelende recreant. Net als bij fietsen moet het realiseren van wandelverbindingen tussen het Kromme Rijngebied en de poorten aan de N225 aandacht krijgen. Verder is wandelen over het boerenland en opengestelde landgoederen een wens.
• Optimale verbindingen vanuit steden en dorpen Bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn belangrijke opgaven voor het Kromme Rijngebied. Er zijn verschillende infrastructurele knelpunten, die barrières opwerpen in het recreatieve routenetwerk. Om de recreatieve druk beter te sprei-
den is het van belang om recreanten een attractief alternatief te bieden binnen de regio om daarmee ook de druk op Amelisweerd/Rhijnauwen en de Utrechtse Heuvelrug te verminderen. De ontwikkeling van Fort bij Vechten en Bos Nieuw Wulven als bestemming kan hierin een belangrijke rol spelen. De ontwikkeling van horecafaciliteiten op deze plekken is noodzakelijk om daadwerkelijk een alternatief te zijn voor Amelisweerd/Rhijnauwen. De bereikbaarheid van beide locaties vanuit de stad Utrecht zal dan ook verbeterd moeten worden. Een andere belangrijke opgave is het verbeteren van de bereikbaarheid van het Eiland van Schalkwijk en Laagraven vanuit Nieuwegein en in mindere mate vanuit Houten. Met de toekomstige bouw van Rijnenburg wordt Nieuwegein nog meer ingesloten door stedelijke bebouwing en infrastructuur. Om de inwoners van Nieuwegein toch een aantrekkelijk groen buitengebied dichtbij huis te kunnen bieden, is het van belang het Eiland van Schalkwijk en Laagraven in te richten als stedelijk uitloopgebied.
• Goed toegankelijke en herkenbare startpunten (poorten en entrees) Ondersteunend aan de zonering worden poorten en groene entrees gerealiseerd. Poorten en groene entrees zijn plaatsen waar de bezoeker welkom wordt geheten in het gebied. Poorten zijn plekken met een regionale aantrekkingkracht, waar bezoekers langer worden vastgehouden en groene entrees zijn overstappunten voor routegebonden recreatie. Hiermee sluit het Kromme Rijn gebied aan bij de systematiek van de Utrechtse Heuvelrug. Voordeel hiervan is de eenduidigheid en herkenbaarheid voor de bezoeker. Goede communicatie is essentieel voor het functioneren van poor-
ten en groene entrees. Er worden twee recreatie-assen onderscheiden, te weten de N225 en N229. In het agrarisch buitengebied komen Rustwatpunten voor een rustpauze onderweg.
• Goede informatievoorziening Een routenetwerk functioneert alleen als dit door de recreant herkend wordt en eenvoudig te vinden is. Informatievoorziening is dan ook essentieel onderdeel van het routenetwerk. Dit betekent dat zowel de informatievoorziening in het veld als de informatie thuis voorhanden moet zijn. Een herkenbaar logo en goede informatiepanelen bij poorten en groene entrees zijn van belang. Het is belangrijk dat de informatiepanelen op de entrees een goed overzicht bieden van het routenetwerk Kromme Rijngebied, ook vanaf de groene entrees van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug langs de N225. De visie gaat uit van het aansluiten bij bestaande informatiecentra, in plaats van het opnieuw creëren van zo’n centrum. Goede informatievoorziening via foldermateriaal en Internet zorgt ervoor dat de recreant ook thuis zijn weg vindt. De informatievoorziening is gericht op de bewoners, omwonenden van het Kromme Rijngebied (agglomeratie Utrecht) en verblijfstoeristen op de Heuvelrug.
• Beleving De Kromme Rijnstreek wil zich profileren met “Onthaasten in een gastvrije, kleinschalige omgeving waar aandacht is voor de oorspronkelijke, pure en ambachtelijke manier van leven”. Deze positionering moet terug komen in de belevenis van het routenetwerk. Dit kan door het koppelen van verhalen aan het netwerk. Op de betrekkelijk kleine schaal van het Kromme Rijngebied zijn veel interessante verhalen
beleefbaar te maken. Denk daarbij aan verhalen over de Limes, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het boerenleven, cultuurhistorie en natuur. Het steeds opnieuw creëren van belevenissen voor de recreant is daarbij noodzakelijk. In het landschap van de Kromme Rijnstreek worden daarnaast, op locaties waar typische elementen en landschappelijke overgangen goed zijn te beleven, panorama’s gerealiseerd. Panorama’s zijn ook een vorm van belevingspunten. De kunstobjecten attenderen de recreant op een vernieuwende wijze op de omliggende omgeving. De uitvoering van deze visie is een proces waarbij de gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, gemeenten, provincie maar vooral ook ondernemers en andere gebiedspartijen de krachten moeten bundelen. Zonder samenwerking tussen de verschillende (publieke en private) aanbieders van het toeristisch-recreatief product zal recreatie in de Kromme Rijn zich niet optimaal ontwikkelen. Zeker in een tijd van bezuinigingen wordt extra kritisch gekeken naar investeringen en komen alleen die projecten in aanmerking die draagvlak hebben en voldoende opleveren voor de streek.
Inleiding 1.1
Aanleiding
kunnen blijven genieten van de rust en ruimte is het daarnaast nodig om de recreatieve druk op het gebied te spreiden en te doseren.
Het Kromme Rijngebied is één van de gebieden waarvoor binnen de Agenda Vitaal Platteland van de Provincie Utrecht bestuursafspraken zijn gemaakt, ondermeer ten aanzien van de ontwikkeling van landschap en cultuurhistorie. De Kracht en Pracht van het Kromme Rijngebied (mei 2007) is de integrale gebiedsvisie voor het Kromme Rijngebied, die richting geeft aan deze ontwikkeling. De kern van deze gebiedsvisie is dat er wordt gestreefd naar behoud van het landschap door ontwikkeling hiervan en het vergroten van de belevingsmogelijkheden. Hierin spelen landbouw, cultuurhistorie, water, natuur, bodem en recreatie een grote rol.
Er is dan ook behoefte aan een visie op de recreatieve routestructuren voor het Kromme Rijngebied, uitgewerkt in een concreet uitvoeringsplan. De visie zal als leidraad fungeren bij het gezamenlijk prioriteren van projecten door de partners binnen de Kromme Rijnstreek. Daarnaast wordt een ontwikkelingsrichting gegeven voor routegebonden recreatie in de Kromme Rijnstreek tot 2030.
1.2 In de integrale gebiedsvisie wordt gekozen het Kromme Rijngebied toeristisch-recreatief verder te ontwikkelen, waarbij het vergroten van de belevingswaarde en het uitbreiden en versterken van de routegebonden recreatiemogelijkheden centraal staan. Er is echter niet aangegeven waar deze ontwikkeling het meest gewenst en passend is. Een nadere meer gedetailleerde uitwerking voor recreatieve routestructuren is gewenst.
Het plangebied
Situering De Kromme Rijnstreek ligt ten zuidoosten van de stad Utrecht, globaal tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Neder-Rijn en Lek. Het beslaat de gemeenten Wijk bij Duurstede, Houten en Bunnik en (delen van) de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Zeist, De Bilt en Nieuwegein. Het gebied ligt deels binnen de Nationale Landschappen Rivierengebied en Nieuwe Hollandse Waterlinie (zie figuur 1).
In 2010 is een nulmeting uitgevoerd naar de bestaande routestructuren in het Kromme Rijngebied. Uit deze nulmeting komt naar voren dat het routenetwerk nog niet compleet is en dat goede routestructuren in delen van het gebied ontbreken. Om ervoor te zorgen dat recreanten ook in de toekomst
Een rijk landschap Vanuit het tussengebied tussen Utrecht en Zeist waaiert het plangebied uiteen in verschillende landschapspanorama’s: Het cultuurhistorisch landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie
1
Figuur 1: Ligging plangebied (bron: Grontmij, 2010)
2
aan de westzijde van het plangebied, bosgebied aan de oostzijde, het open agrarisch landschap, doorsneden door de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering in het middengebied en het Hollandse rivierenlandschap die de begrenzing vormt van het plangebied aan de zuidrand. In het agrarische middengebied is ook een groot aantal agrotoeristische bedrijven te vinden. Als parels binnen dit al rijke landschap liggen de historische kernen.
de Nieuwe Hollandse Waterlinie vormen een belangrijke kans voor de Kromme Rijnstreek.
1.3
Doelstelling
Doelstelling is het opstellen van een visie op de recreatieve routestructuren in het Kromme Rijngebied die kan rekenen op draagvlak vanuit het gebied, met een heldere richting om te komen tot een hoogwaardig recreatief routenetwerk.
Binnen een relatief klein plangebied, biedt de Kromme Rijnstreek een grote gevarieerdheid aan landschapsbelevingen met uiteenlopende mogelijkheden voor de routegebonden recreatievormen wandelen, fietsen, kanoën en paardrijden. De landschapsdiversiteit, maar ook de kleinschaligheid zijn belangrijke kwaliteitskenmerken van het Kromme Rijngebied. Zowel in de zonering als bij het bepalen van de doelgroepkeuze en de te ontwikkelen of te verbeteren recreatieve infrastructuur, is kleinschaligheid het uitgangspunt.
Deze visie moet leiden tot een versterking van de kwalitatieve en kwantitatieve routestructuur van het gebied. De visie mondt uit in een uitvoeringsprogramma aan de hand waarvan prioriteiten gesteld kunnen worden, projecten in planning gefaseerd kunnen worden en – buiten het kader van deze opdracht – financiering gezocht kan worden. Het biedt tevens een kader voor de beoordeling van projectaanvragen van gebiedspartijen in het kader van de Agenda Vitaal Platteland.
Nieuwe Hollandse Waterlinie Een groot deel van de Kromme Rijnstreek is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In het gebied zijn twee projectenenveloppen te vinden: Rhijnauwen-Vechten en Linieland. Beide enveloppen hebben plannen uitgewerkt voor het verbeteren van de recreatieve structuur om de beleefbaarheid en toegankelijkheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te vergroten. In het deelgebied Rhijnauwen-Vechten hebben deze plannen met name betrekking op het verbeteren van de routestructuren in de directe omgeving van de verschillende forten, met als vlaggenschip Fort bij Vechten. In Linieland zijn plannen voor aanzienlijke uitbreiding van de recreatieve structuur voor wandelen, fietsen en kanoën. In Linieland moet ook een streektransferium komen langs de A27, dat de toegangspoort naar Linieland gaat vormen. De plannen vanuit
1.4
Onze werkwijze
Voor het verkrijgen van een breed draagvlak voor deze visie is een interactief proces met diverse belanghebbenden gevolgd. De totstandkoming van dit rapport is begeleid door de Werkgroep Recreatie van het Kromme Rijngebied. Ook zijn er vijf groepsgesprekken gehouden met diverse belanghebbenden, zoals gemeenten, gebiedsorganisaties en ondernemers. Doel van deze gesprekken was het inventariseren van kansen en knelpunten. In bijlage 2 is een lijst met de geïnterviewde instanties opgenomen. In een werkbijeenkomst met een brede delegatie van de toeristisch-recreatieve sector is de visie
3
getoetst. De organisaties die hiervoor zijn uitgenodigd zijn tevens te vinden in bijlage 2, de notulen in bijlage 3. De in dit rapport beschreven visie op het recreatieve routenetwerk in de Kromme Rijnstreek vormt – samen met de input vanuit de Werkgroep, interviews en de werkbijeenkomst – de basis voor het op te stellen uitvoeringsprogramma. De visie is voor een belangrijk deel gebaseerd op literatuuronderzoek, aangevuld met de gebiedskennis en expertise van Grontmij en de betrokkenen. Naast de in dit hoofdstuk genoemde documenten zijn er diverse andere (beleids)documenten die de ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve infrastructuur in het plangebied in meer of mindere mate raken en daarvoor relevant zijn. Deze documenten zijn tevens gebruikt als input voor dit plan en terug te vinden in de literatuurlijst in de bijlage.
1.5
Leeswijzer
In dit rapport gaan we eerst in op de huidige situatie ten aanzien van recreatieve routestructuren en toeristischrecreatieve voorzieningen in de Kromme Rijnstreek. Dat doen we in Hoofdstuk 2. Hierbij gaan we ook in op bestaande barrières en de herkomst van bezoekers. Hoofdstuk 3 bespreekt de ontwikkelingsvisie voor het recreatief routenetwerk Kromme Rijnstreek. Op basis van een zonering stippelen we een toekomstplan uit voor het gebied. Herkenbaarheid, promotie en marketing en beleving worden daarbij niet overgeslagen. Hoofdstuk 4 vervolgens, behandelt de uitvoeringsstrategie waarbij aan de hand van geprioriteerde projecten, trekkers en kosten wordt aangegeven welke zaken het best kunnen worden opgepakt om de visie uit te voeren.
4
Verkenning recreatieve routestructuur 2.1
Kenmerken van een recreatief routenetwerk
aantrekkelijke passage door (de soms minder aantrekkelijke) stadsranden is daarbij van belang. Grote infrastructuur kan een belemmering vormen voor de bereikbaarheid van het gebied.
Waarom een routenetwerk? Een routenetwerk is dé manier om van het landschap te genieten. Het belang hiervan is groot: welzijn, gezondheid, kwaliteit van leven, het brengt bevolkingsgroepen met elkaar in contact en vormt een belangrijke drager van ruimtelijke kwaliteit voor aantrekkelijke steden en een vitaal platteland1.
Voor recreanten van buiten, geldt dat het netwerk moet aansluiten op openbaarvervoersverbindingen. Het merendeel van deze bezoekers komt echter met de auto. Logische, goed bereikbare overstappunten dragen bij aan het beperken van de overlast voor natuur en bevolking. Voor het goed functioneren van deze overstappunten is het wenselijk dat deze beschikken over gratis parkeervoorzieningen (en fietsenstallingen), voldoende aanbod van routes en eventueel een extra aantrekkingskracht hebben in de vorm van horeca of als informatie-/belevingspunt. Een derde onderdeel van bereikbaarheid is een goede aansluiting met routenetwerken in omliggende gebieden.
Het netwerk legt verbindingen en brengt samenhang in het aanbod voor de bezoeker aan het gebied. Het is het middel om bestemmingen en bezoekers met elkaar te verbinden. Het vormt de basis om de Kromme Rijnstreek te beleven. Een goed functionerend netwerk is de grondlegger voor de economische vitaliteit van de toeristisch-recreatieve sector. Voor een goede waardering van een netwerk zijn twee hoofdaspecten van belang, te weten de gebruikswaarde en de belevingswaarde van het netwerk.
Een recreatief routenetwerk moet ook bestaan uit sociaal veilige en verkeersveilige verbindingen. Drukke plattelandswegen moeten zoveel als mogelijk worden vermeden en bij voorkeur zijn recreanten die wandelen en fietsen gescheiden van elkaar.
Gebruikswaarde van een routenetwerk De gebruikswaarde heeft betrekking op de bereikbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid van een routenetwerk.
Belevingswaarde van een routenetwerk De belevingswaarde hangt samen met de landschappelijke aantrekkelijkheid, belevingsmogelijkheden en herkenbaarheid van het netwerk. Een hoge belevingswaarde is van groot belang om (herhaal)gebruik van het fysieke netwerk te bevorderen. Sterker dan bij gebruikswaarde is bij belevingwaarde de doelgroep sterk bepalend. In z’n algemeenheid geldt dat afwisseling
Het routenetwerk moet goed bereikbaar zijn. De eigen inwoners en omwonenden kunnen bij voorkeur via aantrekkelijke en veilige verbindingen al recreërend het gebied intrekken. Een goede aansluiting van routes op woon- en verblijfsgebieden en een
1
Genieten van Buiten, Ministerie van LNV, 2009
5
op de route, niet te veel mederecreanten, voldoende rustpunten en rust de belevingwaarde vergroten. Daarnaast hecht het merendeel van de recreanten aan herkenbare en duidelijk gemarkeerde routes. Uniformiteit tussen routes is hierbij minder van belang.
wandelrondjes op enkele landgoederen. Dit vormt echter nog geen netwerk. Fietsen Het fietsknooppuntensysteem vormt de basis voor een recreatieve fietstocht door het gebied. Het hele gebied is via het fietsknooppuntensysteem te verkennen. Het aantal vrij liggende fietspaden is echter beperkt. Met name de verbinding tussen Houten/Eiland van Schalkwijk en de Utrechtse Heuvelrug voor fietsers ontbreekt. Hierdoor worden het reguliere verkeer en het recreatieve verkeer gemengd waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Op diverse manieren kan de routestructuur extra beleving krijgen. Veelal is dit gebaseerd op het op een passende manier geven van informatie over het gebied en locaties waar de route doorheen of langs loopt. Dit wordt ook wel een “dubbele openstelling” genoemd. Hierbij is het van groot belang aansluiting te zoeken bij de doelgroep. Informatievoorziening kan variëren van internet voor oriëntatie vooraf, routeboekjes en informatiepanelen in het veld tot en met de inrichting van ‘belevingspunten’ en het aanbieden van een interactieve “Kromme Rijnexperience” waarbij de bezoeker met smartphone een route uitstippelt en informatie en experience op maat krijgt aangeboden. Het regelmatig aanbieden van verschillende belevingen bevordert het herhaalbezoek.
2.2
Kanoën Er is een kanoroute over de Kromme Rijn, die populair is en veel wordt gebruikt. Het is echter geen rondgaande route. Ruiters Voor ruiters zijn er weinig voorzieningen. Ondanks het feit dat er enkele maneges zijn en veel privéstallingen, ontbreken in het gebied ruiterpaden en -routes.
Het recreatieve aanbod van het Kromme Rijngebied Voorzieningen en verblijfsrecreatie Het Kromme Rijngebied beschikt over relatief weinig overnachtingsmogelijkheden (hotel, B&B, camping) en zelfstandige horecavestigingen. In het buitengebied zijn er horecavoorzieningen bij agrarische bedrijven aanwezig, in combinatie met een boerderijwinkel. Deze voorzieningen zijn echter doorgaans beperkt geopend. Daarnaast zijn veel horecavoorzieningen in het gebied op zondag gesloten. In de Kromme Rijnstreek is er mogelijkheid om te golfen (twee terreinen), tuinen te bezoeken en ook zijn er dagrecreatieterreinen en boerderijwinkels.
2.2.1 Routestructuren De kaart op de volgende pagina laat de bestaande routes voor wandelen, fietsen en kanoën en de toeristisch-recreatieve voorzieningen in het gebied zien. Hier wordt kort ingegaan op enkele opvallende aandachtspunten. Wandelen De afgelopen jaren is gewerkt aan het realiseren van nieuwe wandelroutes. Verschillende wandelroutes lopen door het gebied, zoals Lange Afstandswandelroutes (onder andere langs de Kromme Rijn), klompenpaden, ommetjes vanuit de kernen en
6
Figuur 2: Bestaande recreatieve routestructuur (bron: Grontmij, 2010)
7
2.2.2
Bereikbaarheid van het routenetwerk
Verbindingen van het netwerk met de steden en kernen in het gebied Spoor-, water- en snelwegen vormen barrières voor recreanten tijdens hun recreatieve tocht, met name vanuit de de steden naar het buitengebied. De kaart op de volgende pagina laat zien welke barrières er zijn in de Kromme Rijnstreek.
Bereikbaarheid van het routenetwerk omvat twee onderdelen: • Startpunten/entrees: wat zijn logische en aantrekkelijke opstartplaatsen voor recreanten die met de auto of openbaar vervoer het gebied bezoeken? • Aansluiting op de steden en kernen: hoe sluiten de recreatieve routes aan op de bewoonde gebieden?
Zowel voor wandelaars als voor fietsers zijn er een aantal goede verbindingen tussen het landelijk gebied van de Kromme Rijnregio en de steden. Voor de bereikbaarheid vanuit Utrecht geldt dat het realiseren van meer oversteekpunten van barrières een aanvulling zou zijn voor het routenetwerk. Dit zorgt ook voor een betere spreiding van de bezoekersstromen. Het gaat dan in ieder geval om de passeerbaarheid van de A12, A27 en de spoorwegen.
Startpunten/entrees Logische, goed bereikbare startpunten geleiden de recreant door het gebied, zodat de overlast voor natuur en bevolking tot een minimum wordt beperkt. Voor het goed functioneren van deze startpunten is het wenselijk dat deze beschikken over gratis parkeervoorzieningen (en fietsenstallingen), openbaar vervoeraansluiting, voldoende aanbod van routes en eventueel een extra aantrekkingskracht hebben in de vorm van horeca, informatie- of belevingspunt. De N225 functioneert voor het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, en in mindere mate het noordelijk gedeelte van de Kromme Rijnstreek, als recreatie-as waarvandaan bezoekers het gebied intrekken. Vanuit groene entrees zijn er diverse routes richting Utrechtse Heuvelrug en Langbroekerwetering.
Vanuit Nieuwegein is de verbinding met de Kromme Rijnstreek niet optimaal. Aandacht verdient de passeerbaarheid van Lek, de A27 en de oversteekbaarheid ter hoogte van de Plofsluis richting Laagraven. Het Amsterdam-Rijnkanaal vormt voor recreanten ook een barrière tijdens een tocht door het gebied, met name voor de inwoners van Houten. Verder is belangrijk om de verbindingen tussen de verschillende onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie beter mogelijk te maken. Ook de provinciale weg N229 vormt een barrière voor recreanten en is niet overal veilig passeerbaar.
In het overige deel van het Kromme Rijngebied zijn nog geen startpunten die als zodanig zijn benoemd. Verschillende locaties in het gebied functioneren op dat moment wel als een startpunt, zoals het Bos Nieuw Wulven, Amelisweerd/Rhijnauwen en de stadshaven van Wijk bij Duurstede. Vanuit de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn er plannen voor een streektransferium langs de A27 die de toegangspoort moet gaan vormen voor het Eiland van Schalkwijk.
Wandelroutes moeten zoveel mogelijk starten dichtbij huis vanuit de steden en dorpen in het gebied. Het spreekt voor zich dat daarbij voor grotere plaatsen, zoals Houten, Driebergen, Zeist en Wijk bij Duurstede meer aansluitingen wenselijk zijn dan bij kleinere kernen.
8
Figuur 3: Barrières in het routenetwerk (bron: Grontmij, 2010)
9
In Houten is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het maken van wandelommetjes. Met uitzondering van het zuidoosten gaan deze routes echter maar beperkt door het buitengebied. De verbindingen vanuit Nieuwegein naar de Kromme Rijnstreek voor wandelaars zijn nauwelijks aanwezig. Wijk bij Duurstede is aangesloten op diverse wandelroutes, de aansluitingen zijn met name via het oosten van de kern. Een verbinding aan de westkant, door een meer aantrekkelijk gebied, is gewenst. Het ontbreekt aan een wandelverbinding langs de Neder-Rijn.
Een meer fijnmazig knooppuntennetwerk is gewenst in de hele Kromme Rijnstreek. Er zijn relatief grote afstanden tussen de verschillende verbindingen en de recreant moet soms kilometers lang dezelfde rechte weg fietsen. Met name in het Langbroekerweteringgebied speelt dit. Ook zijn de verbindingen niet altijd even aantrekkelijk, bijvoorbeeld bij Bunnik en tussen Driebergen en Zeist. Ten opzichte van de Utrechtse Heuvelrug leent de Kromme Rijnstreek zich niet bijzonder goed voor mountainbiken. Gelet op de ligging van het gebied tussen de stad Utrecht en de Utrechtse Heuvelrug is het wenselijk een aantal aanrijdroutes uit te zetten vanuit de stad richting mountainbikeroutes op de Utrechtse Heuvelrug.
De verbinding van Zeist met het Kromme Rijngebied is nauwelijks aanwezig. Driebergen, Amerongen, Leersum en Doorn zijn voor wandelaars goed verbonden met de Kromme Rijnstreek. De kleinere kernen zoals Werkhoven, Langbroek en Cothen zijn beperkt opgenomen in de wandelroutestructuur.
Wandelen Het aanbod van wandelroutes is in het oosten van het plangebied en rondom de N225 goed te noemen. In het agrarisch buitengebied in het zuiden en westen van de Kromme Rijnstreek ontbreken wandelroutes grotendeels. In het zuidwesten (Eiland van Schalkwijk en Laagraven) is het wenselijk de routestructuur verder uit te breiden om de Nieuwe Hollandse Waterlinie beter beleefbaar te maken.
2.2.3 Toegankelijkheid van het routenetwerk Bij de toegankelijkheid van de Kromme Rijnregio wordt het recreatieve netwerk bezien vanuit de aspecten kwaliteit, fijnmazigheid en veiligheid. Hiertoe is ook gebruik gemaakt van de eerder uitgevoerde Inventarisatie routestructuur Kromme Rijnstreek. Fietsen Het Kromme Rijngebied is met het fietsknooppuntennetwerk goed ontsloten voor de fietser. Het fietsknooppuntensysteem loopt veelal over agrarische wegen met veel sluipverkeer. Dit is geen optimale situatie en de verkeersveiligheid is op een aantal plaatsen in het geding. Dit betreft met name de Amerongerwetering, Langbroekerdijk en Lekdijk. Het aanleggen van vrij liggende fietspaden is echter niet eenvoudig vanwege de smalle wegen met vaak aan een of twee zijden slootjes of bomen. Ook is de Lekdijk op zondag een populaire route voor motoren wat botst met de andere recreantengroepen.
De aansluiting van de wandelroutestructuur op de Utrechtse Heuvelrug is op orde, maar de verbindingen naar het zuiden richting de Kromme Rijnstreek vanaf de groene entrees kunnen worden verbeterd. Via de pontjes is het Kromme Rijngebied voldoende aangesloten op het netwerk in Gelderland. Het nieuwe pontje bij Fort Honswijk is een welkome aanvulling. In een aantal gebieden is de kwaliteit van de wandelverbindingen onvoldoende. Reden hiervoor is de onveiligheid, onaantrekkelijkheid omgeving of medegebruik door andere weggebruikers. In
10
het oogspringende plekken zijn de Lekdijk, Langbroekerdijk, omgeving Langbroek en Kromme Rijnpad bij Bunnik.
2.3
Recreatieve vraag
Op de kaart op de volgende pagina zijn de recreatiestromen in de Kromme Rijnstreek aangegeven. De kaart is gebaseerd op bevolkingsstatistieken van het CBS. De autostromen (automobiliteit) zijn hier apart in aangeduid. Dit zijn recreanten die met de auto op weg gaan naar het startpunt voor de route. Dit betreft vooral wandelingen en in mindere mate fietstochten. Kanovaren en paardrijden blijven bij deze activiteiten ver achter.
De aangelegde Klompenpaden bewijzen dat het mogelijk is aantrekkelijke, exclusieve en onverharde wandelroutes aan te leggen. Dit vraagt afstemming en overleg met boeren en landgoedeigenaren. Het bieden van een passende compensatie is een wens van diverse eigenaren. Bij nieuwe wandelverbindingen moet worden ingezet op deze hoge kwaliteit van routes.
Ten aanzien van het huidige gebruik van routegebonden recreatie vallen de volgende zaken op: • een grote herkomst vanuit de stad Utrecht, met name richting Amelisweerd/Rhijnauwen; • Nieuwegein vormt een belangrijke nabijgelegen bevolkingsconcentratie; • van de kernen in het plangebied is Houten het belangrijkste herkomstgebied; • recreatiedruk concentreert zich in stadsrandzone Utrecht en Langbroekerwetering; • bezoekers van verder weg gebruiken de N225 (afslagen A12) als belangrijkste ontsluitingsweg naar met name Utrechtse Heuvelrug en in mindere mate het Langbroekerweteringgebied; • op de Utrechtse Heuvelrug zijn veel verblijfstoeristen te vinden. Dit zorgt voor een extra stroom recreanten naar de Kromme Rijnstreek.
11
Figuur 4: Recreatiestromen (bron: Grontmij, 2010)
12
Ontwikkelingsvisie routenetwerk 3.1
Vertrekpunten bestaand beleid
3.2
Ambitie
De recreatievisie ‘De Tuin van Utrecht’ van het Kromme Rijngebied geeft voor recreatie drie hoofdlijnen mee: • de Kromme Rijnstreek heeft vooral een recreatiefunctie voor de eigen regio; • recreatie kan zorgen voor meer economie om daarmee de vitaliteit van het platteland en de gebiedkenmerken te versterken; • er is behoefte aan het vergroten van de recreatieve capaciteit, zowel uitbreiding van de capaciteit als beter spreiden en doseren.
De Kromme Rijnstreek kiest ervoor recreatie en toerisme verder te ontwikkelen door te investeren in een recreatief routenetwerk. Het routenetwerk is het samenhangend geheel van: • kwalitatief hoogwaardige recreatieve paden; • goed bewegwijzerde routes; • optimale verbindingen vanuit steden en dorpen; • goed toegankelijke en herkenbare startpunten (poorten en entrees); • goede informatievoorziening.
Als speerpunten voor de Kromme Rijnsteek zijn benoemd: • vergroten beleefbaarheid van het Kromme Rijngebied; • verruimen van mogelijkheden toerisme- en recreatiesector en horeca; • stimuleren van recreatiestromen naar het zuidelijk deel van de regio; • versterken water als recreatieve drager; • professionaliseren, samenwerken en profileren.
In 2030 wil de Kromme Rijnstreek een optimaal routenetwerk hebben ontwikkeld voor wandelen en fietsen. Dit routenetwerk voert de bezoeker langs de vele bezienswaardigheden in de Kromme Rijnstreek, zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, landgoederen en kastelen en de agrotoeristische voorzieningen. Het verbindt als het ware de verschillende belevingsmogelijkheden van de Kromme Rijnstreek. De Kromme Rijnstreek zal zich actief gaan inzetten om dit doel te bereiken. Ten aanzien van kanoën en ruitersport is de ambitie minder hoog; de streek zal initiatieven op dit gebied faciliteren, maar hierin geen actieve rol nemen. Gemotoriseerd recreatief verkeer zal niet worden gefaciliteerd.
Deze speerpunten zijn gebruikt als vertrekpunt voor de visie op het recreatief routenetwerk.
De Kromme Rijnstreek is een gebied waar de kernkwaliteiten zijn te vinden in kleinschaligheid en openheid en leent zich
13
3.3
daarom niet voor massatoerisme. De Kromme Rijnstreek kiest ervoor zich te richten op de doelgroepen dichtbij: de eigen inwoners van de Kromme Rijnstreek, de inwoners van de omliggende regio (Utrecht, Nieuwegein, Zeist, De Bilt) en de verblijfstoeristen op de Utrechtse Heuvelrug. Hiermee speelt de Kromme Rijnstreek in op de behoefte aan recreatiemogelijkheden dicht bij huis en op het afleiden van de recreatiedruk van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
Ruimtelijke visie
3.3.1 Zonering Op basis van de kwaliteiten van het gebied en de herkomst van recreanten is een recreatiezonering opgesteld. In de zonering is aangesloten bij de leefstijlsegmentatie volgens het Gastvrij Nederlandmodel dat onder andere door NBTC en RECRON wordt gebruikt (zie ook kader). De zonering is terug te vinden op de kaart op de volgende pagina.
Een optimaal routenetwerk betekent niet dat in het gehele gebied een fijnmazige routestructuur zal worden ontwikkeld. De gewenste fijnmazigheid is afhankelijk van de recreatiezonering. De recreatiezonering zorgt ervoor dat verschillende typen recreanten terecht kunnen in de Kromme Rijnstreek, zowel recreanten die stilte en natuurbeleving zoeken, als recreanten die actie en gezelligheid zoeken. De zonering maakt het daarnaast mogelijk om de aanwezigheid van de stroom bezoekers zodanig te sturen dat ecologisch en landschappelijk waardevolle delen kunnen worden beschermd tegen een te hoge recreatiedruk. Dit wordt vertaald in delen met een grofmazige en fijnmazige routestructuur.
Passende doelgroepen zijn Gezellig (Lime), Rustig (Groen) en Ingetogen (Aqua). • Gezellig (Lime): vrije tijd is lekker vrij zijn, genieten van rust en ontspanning, even weg van de dagelijkse verplichtingen en dan gezellig met het gezin iets leuks doen. Men moet wel een beetje op de kosten letten. • Rustig (Groen): vrije tijd is even rust nemen in eigen en vertrouwde omgeving. Voorbeelden zijn wandelingen en fietstochten vanuit huis of in de directe omgeving. Een goed netwerk aan verbindingen is hiervoor de basis. Unieke beleving en ervaring is ondergeschikt. • Ingetogen (Aqua): vrije tijd is inspiratie, rust, cultuur en sportieve mogelijkheden. Voorbeelden zijn het combineren van routes (ook kano- en ruiterroutes) met verrassende ontdekmomenten. Naast verbindingen moet dus iets extra’s worden aangeboden. Unieke belevingen kunnen hier een invulling aangeven.
Voorwaarde voor een goed functionerend routenetwerk is het veiligstellen van beheer en toezicht rondom de routes. Bij de ontwikkeling van nieuwe routes, maar ook bij bestaande routes, dient aandacht te worden besteed aan de aspecten beheer, onderhoud en toezicht en handhaving. Het veiligstellen van beheer en onderhoud waarborgt de kwaliteit van de routes op lange termijn. Toezicht is nodig om oneigenlijk gebruik van recreatieve paden te voorkomen.
14
Figuur 5 : Doelgroepenzoneringskaart (bron: Grontmij, 2010)
15
De doelgroep Lime vinden we nabij het stedelijk gebied van Utrecht, Nieuwegein en Houten en op recreatieterreinen verspreid door het gebied. Amelisweerd/Rhijnauwen, het Bos Nieuw Wulven en Laagraven zijn bestemmingen waar deze groep naar toe gaat. De recreatieterreinen ’t Waal, Gravenbol en Doornse Gat en het centrum van Wijk bij Duurstede zijn eveneens populair. Deze groep heeft behoefte aan voorzieningen (goede horeca is een must en dagrecreatiemogelijkheden) en goede bereikbaarheid van hun bestemming per auto en fiets.
Doelgroepsegmentatie op basis van leefstijlen Gebaseerd op het BSR-model van de Smart Agent Company Uitbundig Geel Recreatie is genieten, uitgaan en lekker eten. Actief, sportief, gezellig en verrassend. Contact met anderen – familie, vrienden, kennissen. Veel gezinnen met kinderen. Goede voorzieningen, genoeg te doen voor iedereen. Gezellig Lime Even lekker weg met elkaar, gezelligheid en sportiviteit, lekker vrij zijn, rust en ontspanning. Even weg van de dagelijkse verplichtingen. Het gezin is belangrijk. Wel een beetje op de kosten letten.
Het overige deel van het Kromme Rijngebied is de zone voor de doelgroepen ingetogen Aqua en rustig Groen. Deze zone is gericht op extensieve, voornamelijk routegebonden recreatie. Recreatieve paden, vaarwegen en routes leiden hier de recreant door het agrarische en cultuurlandschap en langs cultuurhistorische bezienswaardigheden. Door de spreiding van de recreanten over een relatief groot gebied beleven bezoekers hier het open karakter, rust en ruimte en bijzondere landschappelijke kwaliteiten. Op verschillende plekken wordt het verleden tot leven gebracht. In deze zone zijn de voorzieningen bijzonder en kleinschalig.
Rustig Groen Even rust nemen in eigen omgeving, lekker doen waar je zin in hebt. Even niets aan je hoofd hebben. In eigen omgeving is genoeg moois te zien en te ontdekken, je hoeft er niet ver voor te reizen. Vaker één en tweepersoons in oudere leeftijdsklassen. Ingetogen Aqua Rustig en ruimdenkende recreanten, gericht op inspiratie. Empty nesters, die weer tijd hebben voor eigen hobby’s en interesses. Inspirerende maar ook rustige activiteiten horen hier ook bij. Cultuur en andere sportieve mogelijkheden (wandelen, fietsen, nordic walking).
3.3.2 Stad-landverbindingen Bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn belangrijke opgaven voor het Kromme Rijngebied. Er zijn verschillende infrastructurele knelpunten, die barrières opwerpen in het recreatieve routenetwerk, zoals in het vorige hoofdstuk gesignaleerd. Het oplossen van deze knelpunten is niet eenvoudig en kost veel geld. Voor een optimaal functionerend netwerk zijn ze echter onontbeerlijk. Op de visiekaart zijn deze gewenste stad-landverbindingen terug te vinden.
Avontuurlijk Paars Nieuwe dingen zien, ontdekken en beleven. Gewoon is niet goed genoeg. Avontuurlijk ingesteld. Op zoek naar een bijzondere ervaring. Relatief veel jonge één en tweepersoons huishoudens.
16
Om de recreatieve druk beter te spreiden is het van belang om recreanten een attractief alternatief te bieden binnen de regio om daarmee ook de druk op Amelisweerd/Rhijnauwen en de Utrechtse Heuvelrug te verminderen. De ontwikkeling van Fort bij Vechten en Bos Nieuwe Wulven kan hierin een belangrijke rol spelen als bestemming. De ontwikkeling van horecafaciliteiten op deze plekken is noodzakelijk om daadwerkelijk een alternatief te zijn voor Amelisweerd/Rhijnauwen. De bereikbaarheid van beide locaties vanuit de stad Utrecht zal dan ook verbeterd moeten worden. Ook is het verbeteren van de bereikbaarheid van het Kromme Rijngebied vanuit Utrecht via de Uithof een opgave voor de komende jaren.
Poorten, groene entrees en rustwatpunten
Een andere belangrijke opgave is het verbeteren van de bereikbaarheid van het Eiland van Schalkwijk en Laagraven vanuit Nieuwegein en in mindere mate vanuit Houten. Met de toekomstige bouw van Rijnenburg wordt Nieuwegein nog meer ingesloten door stedelijke bebouwing en infrastructuur. Om de inwoners van Nieuwegein toch een aantrekkelijk groen buitengebied dichtbij huis te kunnen bieden, is het van belang het Eiland van Schalkwijk en Laagraven in te richten als stedelijk uitloopgebied. Ook voor Houten geldt dat het Eiland van Schalkwijk en Laagraven kunnen voorzien in de behoefte aan recreatiemogelijkheden dicht bij huis. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de verbetering van de bereikbaarheid.
Groene entree Een groene entree is een overstappunt, gericht op routegebonden recreatie. De plek beschikt over een basisniveau aan voorzieningen: parkeergelegenheid, informatievoorziening en routes. Bereikbaarheid is belangrijk, ze zijn vaak te vinden nabij provinciale wegen. Soms zijn er ook voorzieningen als horeca, maar een entree is primair bedoeld om mensen het gebied in te geleiden. Groene entrees richten zich op de doelgroepen rustig groen en ingetogen aqua. Deze doelgroepen willen vanaf de entree het gebied in trekken en rust en ruimte beleven en verrast worden door cultuur en landschap. Doorgaande routestructuren langs bezienswaardigheden en kleinschalige voorzieningen op het platteland onderweg zijn favoriet bij deze doelgroepen. Vanaf de groene entrees zijn deze dichtbij.
Poort Een poort is een levendige plek met een aantrekkingskracht op zich. Een poort heeft veel voorzieningen. Naast ruime parkeergelegenheid, informatievoorziening en routes beschikt een poort ook over minimaal een horecagelegenheid en een bezienswaardigheid of andere voorziening. Een poort is een goede locatie voor kano- of fietsverhuur en de vestiging van een winkel voor streekproducten. Poorten richten zich op de doelgroep gezellig lime. Deze doelgroep heeft behoefte aan voorzieningen en wil graag in de directe omgeving van de poort recreëren. Een routeaanbod rondom de poort is hiervoor nodig. De poort voorziet in deze behoefte.
3.3.3 Poorten en groene entrees Ondersteunend aan de zonering worden poorten en groene entrees gerealiseerd. Poorten en groene entrees zijn plaatsen waar de bezoeker welkom wordt geheten in het gebied. Poorten zijn plekken met een regionale aantrekkingkracht, waar bezoekers langer worden vastgehouden en groene entrees zijn overstappunten voor routegebonden recreatie. In het agrarisch
Rustwatpunten Aan of nabij de routes in het gebied, treffen passerende recreanten vaak onverwachte en mooi gelegen plekken aan waar gepauzeerd kan worden en men een kop koffie, thee of limonade kan nuttigen met iets lekkers er bij; dit tegen een vrijwillige bijdrage. Ook kan van het toilet gebruik gemaakt worden. Dit initiatief wordt uitgewerkt door Terecht Anders. De plekken liggen meestal in het buitengebied.
17
Figuur 6: Ontwikkelingsvisie (bron: Grontmij, 2010)
18
buitengebied komen Rustwatpunten voor een rustpauze onderweg.
De N225 functioneert voor het noordelijk gedeelte van de Kromme Rijnstreek als recreatie-as waarvandaan bezoekers het gebied in kunnen trekken. Hier liggen de bestaande groene entrees naar het Nationaal Park, die ook het Kromme Rijngebied prima ontsluiten. Belangrijk aandachtspunt hierbij is om de verbindingen vanuit de groene entrees naar het Kromme Rijngebied, zowel fysiek als in de informatievoorziening, te verbeteren. Vanwege de functie voor Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug zijn zij veelal georiënteerd op het bosgebied (entrees aan de noordzijde van de N225 en zijn op informatieborden vaak geen routes naar het Kromme Rijngebied aangegeven).
Hiermee sluit het Kromme Rijngebied aan bij de systematiek van de Utrechtse Heuvelrug. Voordeel hiervan is de eenduidigheid en herkenbaarheid voor de bezoeker. Goede communicatie is essentieel voor het functioneren van poorten en groene entrees. Vanaf poorten en groene entrees kan de bezoeker gemakkelijk zijn weg vervolgen door het Kromme Rijngebied. De poorten naar het Kromme Rijngebied zijn: • Amelisweerd/Rhijnauwen; • Bos Nieuw Wulven; • Fort bij Vechten; • Stadshaven Wijk bij Duurstede; • Recreatiegebied ’t Waal; • De Uithof; • Station Driebergen-Zeist.
Om de Kromme Rijnstreek optimaal te ontsluiten, is het wenselijk een tweede recreatie-as te ontwikkelen langs de Kromme Rijn/N229 met groene entrees naar de Kromme Rijnstreek. Groene entrees naar het Kromme Rijngebied zijn: • Wensput; • Doorn; • Kaapse Bossen; • Doornse Gat; • Hoogstraat; • Amerongen; • Nabij Werkhoven; • Nabij Cothen. Het Streektransferium Linieland kan ook gaan fungeren als groene entree naar de Kromme Rijnstreek. Groene entrees zijn de start voor een recreatieve wandel-, fiets- of kanoroute door de verschillende landschapstypen van het gebied. Rustwatpunten kunnen verder een bijdrage leveren. Bij voorkeur zijn zij gevestigd bij een agrotoeristische voorziening die hier ook inkomsten uit ontleent.
19
De voorgestelde zonering is met name gericht op de opvang van de regionale en lokale recreant. Vanuit de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt gemikt op bezoekers vanuit heel Nederland. Het plan om een transferium aan te leggen is dan ook gericht op deze doelgroep; voor de regiobezoeker is de locatie van dit Streektransferium niet relevant. Het Streektransferium zou echter ook een bijdrage moeten leveren aan een betere verbinding tussen het Eiland van Schalkwijk en Nieuwegein en vice versa.
Ook voor bezoekers die met het openbaar vervoer reizen, dient gezorgd te worden voor een goede toegankelijkheid. Met de komst van goede fietsverhuur op de stations (OV-fiets) is deze groep groeiend. De stations Driebergen-Zeist, Houten en Bunnik kunnen als startpunt voor een recreatieve tocht in de Kromme Rijnstreek fungeren. Goede informatievoorziening over de recreatieve mogelijkheden vanaf de stations is hierbij essentieel. 3.3.4 Fietsroutenetwerk Het Kromme Rijngebied is bij uitstek een fietsgebied en het gebied legt dan ook prioriteit bij een kwalitatief hoogwaardige fietsstructuur. Het fietsknooppuntennetwerk vormt de basis voor een fietstocht door het Kromme Rijngebied. Dit netwerk is grofmazig, doet het hele gebied aan en vormt hiermee de basis voor een recreatieve dagtocht. Voor het fietsroutenetwerk kiest
Met transferia langs de snelweg wordt een moeilijk ontsloten gebied beter toegankelijk en wordt het autoverkeer zoveel mogelijk uit het gebied geweerd. Het is om deze reden een aantrekkelijk idee. Hierbij willen we meegeven dat het realiseren van een transferium langs de snelweg direct gekoppeld moet worden aan het ontwikkelen van een aantrekkelijk recreatief aanbod. Het aanbod moet daadwerkelijk bezoekers vanuit heel Nederland gaan trekken. De deelgebieden binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de Kromme Rijnstreek bieden goede mogelijkheden om een landelijk aantrekkelijk aanbod neer te leggen. Met het Nationaal Liniecentrum bij Fort Vechten krijgt de regio een landelijke trekker erbij. Linieland is bij uitstek de plek om het gevoel van een echte waterlinie beleefbaar te maken vanwege de openheid (mogelijk zelfs delen onder water te zetten als recreatieve attractie). Het is wenselijk deze twee delen goed met elkaar te verbinden via routestructuren. Voorkomen moet worden dat ze met elkaar gaan concurreren. Alleen dan is een dergelijke grote investering gelegitimeerd en kan een voorziening langs de snelweg daadwerkelijk gaan functioneren. Mogelijk kan ook de afslag De Forten aan de A12 een functie gaan vervullen in de toekomst. Verder is het noodzakelijk om de transfer van transferium naar de bezienswaardigheden op aantrekkelijke wijze te laten plaatsvinden zodat men de beleving direct start.
20
de Kromme Rijnstreek voor een verdere optimalisering van het knooppuntennetwerk. De volgende uitgangspunten staan hierbij centraal: • het verbeteren van de fijnmazigheid en aantrekkelijkheid van het knooppuntensysteem in het Langbroekerweteringgebied en het gebied tussen Utrecht en Bunnik (waaronder verbindingen via de Uithof); • het inzetten op een veilige fietsverbinding tussen Leersum en Wijk bij Duurstede2; • het realiseren van meer en betere fietspaden op het eiland van Schalkwijk; • het realiseren van verkeersveilige verbindingen van Houten en Eiland van Schalkwijk naar het Langbroekerweteringgebied en Utrechtse Heuvelrug voor de (recreatieve) fietser (met aandacht voor de oversteekbaarheid van de N229); • het realiseren van fietsverbindingen tussen Kromme Rijngebied en de groene entrees langs de N225 in het Langbroekerweteringgebied; • het realiseren van een aantrekkelijke fietsverbinding tussen Fort bij Vechten en de fortengordel op het Eiland van Schalkwijk; • het verbeteren van de bereikbaarheid per fiets van de poorten Fort Vechten, Bos Nieuw Wulven en ’t Waal.
nieuwe fietsverbindingen te realiseren. Het autoluw maken van wegen en het weren van motoren op de Lekdijk kan helpen het gebied aantrekkelijker te maken voor fietsers. 3.3.5 Wandelroutenetwerk Bij de verdere ontwikkeling van het wandelroutenetwerk in de Kromme Rijnstreek wordt gekozen voor een wisselende fijnmazigheid. Niet in alle delen van het gebied is het wenselijk en aantrekkelijk een fijnmazig netwerk te realiseren. Niet alle delen lenen zich evengoed voor wandelen. Belangrijk is dat de verschillende landschapstypes en bezienswaardigheden te beleven zijn en dat bewoners van gebied en regio dichtbij huis op pad kunnen. De volgende uitgangspunten staan centraal bij de verdere ontwikkeling van het wandelroutenetwerk: • het realiseren van een fijnmazige wandelstructuur in de zone Gezellig lime vanuit de poorten Fort Vechten, Bos Nieuw Wulven, Amelisweerd/Rhijnauwen en Recreatieterrein ’t Waal (koppeling met waterbeleving); • het realiseren van een fijnmazige wandelstructuur op het Eiland van Schalkwijk; • het realiseren van wandelverbindingen tussen Kromme Rijngebied en de groene entrees langs de N225 in het Langbroekerweteringgebied (aansluiten op en verbinden van opengestelde landgoederen); • het realiseren van ommetjes naar het Kromme Rijngebied vanuit alle dorpen; • het verbeteren van de mogelijkheden voor het maken van ommetjes ten oosten van Houten; • het uitbreiden waar mogelijk van de mogelijkheden voor wandelen over boerenland vanuit de entrees; • het verbeteren van de belevingsmogelijkheden van het water door het realiseren van wandelmogelijkheden langs Lek en Nederrijn (struinroutes).
Algemeen aandachtspunt blijft de verkeersveiligheid voor fietsers van plattelandswegen in het buitengebied. Deze worden veel gebruikt door (sluip)verkeer. Kansen voor het realiseren van vrij liggende fietspaden moeten zoveel mogelijk worden benut. Vanwege de fysieke kenmerken van deze wegen (smal met aan één of twee zijden water en bomen) is het niet eenvoudig om 2
Deze verbinding blijft relevant, ondanks dat in het verleden is gebleken dat dit op ernstige bezwaren stuit vanuit natuurwetgeving.
21
Bij voorkeur sluiten routestructuren aan op karakteristieke landschapsstructuren, cultuurhistorische lijnelementen en (agro)toeristische voorzieningen. Zeker vanuit de wandelaar is het gewenst dat hierbij sprake is van een hoge mate van exclusiviteit van de paden. Dit betekent geen fietsers over het pad en niet in de nabijheid van wegen. Onverharde paden, zonder al te veel overstapjes, worden gewaardeerd.
opstappen en afstappen. Een dergelijke vaarverbinding kan de recreatieve verbinding tussen het Gelderse en Utrechtse deel van het rivierenlandschap versterken. Interessante opstap- en afstapplekken zijn: • Amerongen (met daarbij de beleving van de Amerongse bovenpolders, Natura 2000 gebied) • de nieuwe stadshaven bij Wijk bij Duurstede (die ontwikkelt is als groene poort voor de Kromme Rijnstreek), • de voormalige steenfabriek in de Bosscherwaarden, • het centrum van Culemborg, • de forten Everdingen en Honswijk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en • het centrum van Vianen. Ook kunnen arrangementen op de Lek/ Nederrijn ontwikkeld worden zoals de bestaande “Pont van het Landschap” van het Utrechts Landschap. Recreanten kunnen zo vanaf het water de bijzondere natuur in het rivierenlandschap beleven.
3.3.6 Kanovaren en vaararrangementen De huidige kanoroute over de Kromme Rijn vormt een goede basis voor de beleving van het Kromme Rijngebied en is populair. Een tweede aantrekkelijke kanoroute in Linieland kan zorgen voor spreiden van kanorecreanten. Voldoende steigers om uit te stappen zorgen ervoor dat kanoërs niet aan land gaan op plaatsen waar dit vanuit natuur niet gewenst is. Kanovaren wordt door een relatief kleine groep gedaan en vindt veelal plaats in groepsverband tijdens groepsuitjes. Belangrijk daarom is de koppeling met het lokale bedrijfsleven. Succes is alleen verzekerd als ondernemers zorgen voor verhuur van kano’s en arrangementen. Kanovaren op grotere vaarverbindingen als Lek en Amsterdam-Rijnkanaal wordt niet gefaciliteerd vanwege de onveiligheid van de wateren voor kanoërs.
3.3.7 Paardensport Rondom Wijk bij Duurstede is een concentratie van paardenstallingen. Paardrijden is passend bij de cultuur van het Kromme Rijngebied: relatief veel mensen hebben of rijden een paard. Ten opzichte van wandelen en fietsen blijft deze groep echter relatief klein. Mede gelet op de hoge kosten voor aanleg en onderhoud vanwege het waterrijke karakter van het gebied is een fijnmazig ruiterpadennetwerk niet realistisch.
Naast kanoën kunnen ook vaararrangementen worden ontwikkeld. Op deze manier wordt het recreatieve aanbod verbreed en zijn er meer mogelijkheden om water te beleven in de Kromme Rijnstreek.
Het gebied zet in op uitrijmogelijkheden voor paarden nabij Wijk bij Duurstede, bij Laagraven en nabij de maneges in het gebied. Nadrukkelijk wordt hierbij gekeken naar de mogelijkheden die aanbieders van paardenstallingen kunnen bieden op eigen terrein. Soms zijn voorzieningen al aanwezig en betreft dit alleen
Vaararrangementen kunnen met name invulling geven aan de beleving van het rivierenlandschap van de Lek/ Nederrijn. Deze arrangementen kunnen door ondernemers ontwikkeld worden. Er liggen met name kansen voor lijnverbindingen waarop recreanten op verschillende interessante plekken langs de rivier kunnen
22
het zorgen voor toestemming van gebruik van paden door ruiters. 3.4
In het veld zijn goede informatiepanelen bij de poorten en groene entrees van belang. Er wordt geen informatiecentrum ontwikkeld voor het Kromme Rijngebied. We sluiten we aan op bestaande of geplande informatiecentra van het Nationaal Park (DriebergenZeist), de Nieuwe Hollandse Waterlinie (Fort bij Vechten, Fort ’t Hemeltje) en de bestaande VVV-kantoren in het plangebied. Deze informatiecentra bieden (naast hun thematische informatie) informatie over de routestructuur in de Kromme Rijnstreek en de diverse belevingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de informatiepanelen bij de entrees een goed overzicht bieden van het routenetwerk Kromme Rijngebied, ook vanaf de groene entrees van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug langs de N225.
Informatievoorziening
Een routenetwerk functioneert alleen als dit door de recreant herkend wordt en eenvoudig te vinden is. Informatievoorziening is dan ook essentieel onderdeel van het routenetwerk. Dit betekent dat zowel de informatievoorziening in het veld als de informatie thuis voorhanden moeten zijn.
Goede informatievoorziening via foldermateriaal en Internet zorgt ervoor dat de recreant ook thuis zijn weg vindt. De informatievoorziening is gericht op de bewoners, omwonenden van het Kromme Rijngebied (agglomeratie Utrecht) en verblijfstoeristen op de Heuvelrug. Informatievoorziening kan prima op schaal van het Kromme Rijngebied worden vormgegeven. Voorafgaand aan (en na afloop van) het bezoek van de Kromme Rijnstreek informeert de streek de recreant. De informatievoorziening is gericht op beleving, (thematische) routes, fietsverhuur vanaf de treinstations, aansluitingen van wandelroutes op openbaar vervoer, tijdelijke activiteiten en aantrekkelijke verbindingen met de stad. Belangrijkste medium hiervoor is een eigen website Kromme Rijnstreek. Om de binding tussen de recreant en het toeristisch-recreatief product en de beleving daarvan te versterken, wordt hierbij ingezet op sociale media, bijvoorbeeld via een foto van de maand concept. De website heeft een hoog interactief gehalte.
Om samenhang in het netwerk te creëren, is herkenbaarheid belangrijk. Bovenstaand logo van de Kromme Rijnstreek vormt ook de basis van de herkenbaarheid van het routenetwerk. In alle uitingen rondom het routenetwerk in het Kromme Rijngebied zal het schild terug te vinden zijn. Voorstel is dit schild in bordvorm te plaatsen bij alle poorten en groene entrees naar het gebied. Ook in de bewegwijzering naar de poorten en groene entrees en op informatiemiddelen is het schild terug te vinden. Agrarische ondernemers waar rustwatpunten zijn gelokaliseerd kunnen via een vlag met het schild laten weten onderdeel te zijn van het routenetwerk.
Om te vindbaarheid te vergroten vindt daarnaast promotie plaats. Promotie richt zich op het regionaal bekend maken van het
23
aanbod in de Kromme Rijnstreek en vindt plaats in de directe omgeving van het gebied. Aangewezen partij hiervoor zijn de lokale VVV-organisaties. De Kromme Rijnstreek is op zichzelf geen toeristische destinatie. Ook in het beleid van de provincie is de Kromme Rijnstreek niet als zodanig aangewezen. Wij stellen dan ook voor in de landelijke marketing en promotie van de Kromme Rijnstreek aan te haken bij de Utrechtse Heuvelrug. Dit gebied heeft de omvang, samenhang en potentie om als één toeristische bestemming te functioneren.
Panorama’s In het landschap van de Kromme Rijnstreek worden, op locaties waar typische elementen en landschappelijke overgangen goed zijn te beleven, panorama’s gerealiseerd. Panorama’s zijn ook een vorm van belevingspunten. De kunstobjecten attenderen de recreant op een vernieuwende wijze op de omliggende omgeving. Landschappelijke belevingspunten dienen in het gebied geïdentificeerd te worden en per punt dient bezien te worden welke maatregelen hier concreet getroffen moeten worden.
3.5
De Kromme Rijn experience Hoe maak je een nieuwe belevenis van een fietstocht of wandeling in de Kromme Rijnstreek? Door plekken en voorzieningen te verrijken met verhalen die met behulp van digitale technieken op elk gewenst moment en op elke plek oproepbaar zijn. Het aanbod aan verhalen is divers. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan eigentijdse visuele presentaties, animaties en serious gaming
Beleving
De Kromme Rijnstreek wil zich profileren met “Onthaasten in een gastvrije, kleinschalige omgeving waar aandacht is voor de oorspronkelijke, pure en ambachtelijke manier van leven”. Deze positionering moet terug komen in de belevenis van het routenetwerk. Dit kan door het koppelen van verhalen aan het netwerk. Op de betrekkelijk kleine schaal van het Kromme Rijngebied zijn veel interessante verhalen beleefbaar te maken. Vijf thema’s zijn te onderscheiden: • Nieuwe Hollandse Waterlinie (verdedigingswerken en inundatiegebieden); • de Limes (Castellum Fectio en routes langs Romeinse grens); • Landbouw (melkveehouderij en fruitteelt); • Cultuurhistorie: Langbroekerwetering (coulisselandschap, ridderhofsteden), Dorestad en Stichtse Lustwarande (buitenplaatsen en kastelen); • Natuur (landgoederen, Nationaal Park) en de rivier (vogels).
24
Het routenetwerk, de daaraan gelegen historische locaties en de toeristische bedrijven vormen een goed vertrekpunt voor de ontwikkeling van meerdaagse evenementen. Een aansprekend voorbeeld is de jaarlijkse Jazzfietstoertocht in Groningen. Een kleinschalig evenement waarbij fietsers van voorstelling naar voorstelling fietsen op markante locaties. Ook voor de Kromme Rijnstreek kan dit worden georganiseerd.
voor je mobiel. Met behulp van applicaties voor een bepaald thema kan in het landschap zichtbaar worden gemaakt wat is verdwenen (Limes of Nieuwe Hollandse Waterlinie) of wat er zou kunnen zijn. Voorbeeld is een virtuele weergave van een verdedigingswerk uit Romeinse tijd of inundatievelden. Sleutelbegrippen hierbij zijn: doen, beleven, actie en spel. Op allerlei niveaus: van informatief, weetjes tot diepgaand kennis verwerven en educatie. Aan de hand van (gehuurde of eigen) mobieltjes stippelen recreanten zelf hun weg uit door de Kromme Rijnstreek. Zij bepalen welke verhalen zij willen horen, waar zij stoppen of waar ze aan voorbij willen gaan. Bij voorkeur is dit project ook gekoppeld aan de website van de regio. Evenementen Gelet op de doelgroep, in- en omwonenden die relatief vaak het Kromme Rijngebied bezoeken, is het steeds opnieuw creëren van belevenissen (bezoekmotieven) noodzakelijk. Dit kan heel goed door, samenvallend met de seizoenen, verschillende verhalen in evenementen centraal te stellen. Voorbeelden hiervan zijn: • koeiendans (maart); • bloesemtocht (april); • kersentocht (juni); • week van het landschap (september); • Nieuwe Hollandse Waterlinie (september); • najaar in het bos (oktober); • kunstroute (1e zondag van de maand).
25
26
Uitvoeringsstrategie 4.1
Inleiding
Daarnaast zijn plannen uit relevante documenten en al ingediende projecten opgenomen. Waar mogelijk en wenselijk, zijn hierop aanvullingen geformuleerd.
De toeristisch-recreatieve visie uit hoofdstuk 3 is in dit laatste hoofdstuk vertaald naar een concrete uitvoeringsstrategie. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van projecten die uitvoering geven aan de visie. De provincie Utrecht en het Streekhuis Kromme Rijn hebben het initiatief genomen om samen met ondernemers, gemeenten en andere organisaties de visie op te stellen. De visie biedt een kader waarbinnen gebiedspartijen projecten kunnen oppakken en uitvoeren. Gebiedsgerichte samenwerking en ruimte voor ondernemerschap zijn hierbij belangrijke pijlers.
Het overzicht van projecten in de uitvoeringsstrategie is een dynamisch document. Het moet worden beschouwd als een meerjarenplan dat kan worden aangepast en aangevuld op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe kansen die zich voordoen vanuit de markt of andere ontwikkelingen.
4.2
De uitvoering van deze visie is een proces waarbij gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, gemeenten, provincie, maar vooral ook ondernemers en andere gebiedspartijen de krachten moeten bundelen. Zonder samenwerking tussen de verschillende (publieke en private) aanbieders van het toeristisch-recreatief product zal recreatie in de Kromme Rijn zich niet optimaal ontwikkelen. Zeker in een tijd van bezuinigingen wordt extra kritisch gekeken naar investeringen en komen alleen die projecten in aanmerking die draagvlak hebben en voldoende opleveren voor de streek.
Toelichting op het overzicht
In overeenstemming met de visie zijn de projecten per thema opgedeeld, ook is een kaart opgenomen waarop de projecten zijn aangegeven. Prioritering vindt plaats op basis van relevantie vanuit de visie en kansen voor uitvoering. Op deze manier wordt duidelijk waar de komende jaren de prioriteiten liggen. Voor elk van de projecten is aangegeven welke partij de beoogde trekker is, voor zover bekend. De lijst met projecten is opgemaakt uit een groslijst met alle genoemde relevante projecten. Deze lijst is in de bijlage opgenomen. We willen hier met klem aangeven dat het hier een uitvoeringsstrategie betreft en geen uitvoeringsplan. De lijst met projecten geeft dus aan welke projecten uitgevoerd zouden moeten worden om invulling te geven aan de visie. De uitvoeringsstrategie moet worden gezien als een werkdocument. Toekomstige nieuwe
Bij het opstellen van de uitvoeringsstrategie is gebruik gemaakt van de projectideeën die zijn aangedragen door het toeristisch-recreatieve werkveld tijdens de verschillende interviews en de werkbijeenkomst van 24 november 2010.
27
projecten kunnen op dezelfde manier aan de visie worden getoetst.
De projecten zijn gerangschikt naar prioriteit: hoog, middel en laag. De prioriteit is gebaseerd op de mate waarin het project een invulling geeft aan de geformuleerde visie. Er is tevens onderscheid gemaakt tussen paden (fysieke verbindingen), routes (themagericht) en ommetjes (lokale mogelijkheden direct aansluitend op een kern). Opname in dit rapport biedt geen garantie voor financiering van de projecten. Voor alle projecten moeten subsidieaanvragen worden ingediend, waarbij de projecten zullen worden gewogen binnen de subsidiekaders.
Verder zijn de projecten voorzien van een kostenindicatie. Hierbij is de volgende indeling gehanteerd: L: € 0 - € 25.000 M: € 25.000 - € 100.000 H: € 100.000 – uitgaven meer dan € 100.000
28
Figuur 7: projecten uitvoeringsstrategie (bron: Grontmij, 2010)
29
Projecten wandelen Nummer Project
Trekker
Kosten
Prioriteit
16 Recreatieve ontsluiting wandelpaden Linieland (Inundatiepad zichtbaar maken)*
NHW Linieland
H
H
20 Recreatieve route Fortenlijn
NHW Rhijnauwen-Vechten
H
H
14 Opwaarderen trap over A12 Bunnik bij Groeneweg
Onder ILG, provincie Utrecht
L
H
29 Verbeteren recreatieve verbindingen tussen opengestelde landgoederen*
UPG
L
H
12 Klompenpad Polder Blokhoven inclusief wandelpad langs Blokhovenschewetering
(Leader)
M
H
17 Recreatieve ontsluiting wandelpaden Linieland (Kerkenpad)
NHW Linieland
M
H
18 Recreatieve ontsluiting wandelpaden (Molenpad)
NHW Linieland
M
H
21 Recreatief wandelpad Uithof en Tuinen van Utrecht
NHW Rhijnauwen-Vechten
M
H
22 Wandelpaden bij landgoederenzone Langbroek
(Leader)
M
H
23 Wandelpad Driebergen-Doorn-Leersum
M
H
27 Wandelpad langs tankgracht en tankversperring
NHW Rhijnauwen-Vechten
M
H
30 Klompenpad Nederlangbroekse Kastelenroute
LEU (Leader)
M
H
75 Wandelpaden in het Waalse Bos
SBB (Leader)
M
H
15 Klompenpad 'Samaya en de Limes'
Samaya en LEU (leader)
M
M
19 Themaroute 2000 jaar militaire historie rond Fort Vechten en Fectio
NHW Rhijnauwen-Vechten
M
M
M
M
M
M
28 ‘Package deals’ met agrariërs en landgoedeigenaren voor recreatieve ontsluiting wandelen en natuurontwikkeling* 78 Kwaliteitsimpuls Aderwinkelpad
LEU
24 Oplossen A12 als knelpunt voor uitbreiding wandelstructuur tussen Bunnik en Odijk
H
L
7 Wandelommetjes bij Wijk bij Duurstede
M
L
9 Wandelroute langs de Neder-Rijn
M
L
10 Wandelpaden zuidzijde kasteel Broekhuizen
M
L
11 Wandelpaden tussen landgoederen Broekhuizen en Zuylestein
M
L
M
L
25 Thematische routes in de gemeente Houten*
Gemeente Houten
* Niet opgenomen op de projectenkaart
30
Projecten fietsen Nummer Project
Trekker
Kosten
Prioriteit
42 Fietsbrug over Amsterdam-Rijnkanaal tussen Houten en Eiland van Schalkwijk (Houtensebrug langs A27) 43 Fietsbrug over Amsterdam-Rijnkanaal tussen Houten en Eiland van Schalkwijk (Elpad) 59 Ontsluiting nieuw park Laagraven via Brug bij Plofsluis
Provincie Utrecht, NHW Linieland
H
H
Provincie Utrecht, NHW Linieland
H
H
NHW Linieland
H
H
35 Verbeteren fietsknooppuntensysteem door Bos Nieuw Wulven
Fietsersbond
L
H
32 Optimalisatie van bebording van bestaande fietsknooppuntensysteem*
Provincie Utrecht
M
H
33 Binnendijkse fietsverbinding op Eiland van Schalkwijk
RMN
M
H
M
H
37 Verbeteren fietsverbinding Utrecht - Fort Vechten met aandacht voor tunnel A12 eventueel aanvullen met verbinding over Castellumterrein 48 Fietspaden Lunetpad
NHW Linieland
M
H
49 Fietspaden Lekdijk en Spoorpad
NHW Linieland
M
H
50 Fietspaden Achterdijk
NHW Linieland
M
H
51 Fietspaden Markensburgpad
NHW Linieland
M
H
52 Fietspaden Waalse Wetering
NHW Linieland
M
H
53 Fietspaden Fietsstraat Lekdijk
NHW Linieland
M
H
54 Fietspad Uithof en Tuinen van Utrecht
NHW Rhijnauwen-Vechten
M
H
M
H
Gemeente Utrecht
M
H
60 Ontsluiting nieuw park Rijnkanaal Laagraven via verbinding Kasteel Heemstede/ A27 Gemeente Houten
M
H
61 Ontsluiting nieuw park Laagraven via tunnel bij inundatiekanaal/ A12
Gemeente Houten
M
H
80 Fietsknooppuntensysteem breed opwaarderen*
Provincie Utrecht
M
H
39 Fietstunnels onder Utrechtseweg te De Bilt
Provincie Utrecht
H
M
64 Overgang A27 bij Nieuwegein opwaarderen (wegrestaurant De Kroon)
Gemeente Nieuwegein
H
M
36 Verbeteren fietsknooppuntensysteem Schalkwijkse Brug-Lek
Fietsersbond
L
M
57 Recreatieve fietspaden Lunetten richting Fort Vechten 58 Oversteek van Utrecht naar Kromme Rijngebied onder A27 verbeteren
* Niet opgenomen op de projectenkaart
31
Projecten fietsen (vervolg) Nummer Project
Trekker
38 Aansluiten Fectiopad met Nieuw Wulven 46 Aardkundige fietsroute Bunnik
Gemeente Bunnik
31 Fietsverbinding Leersum-Wijk bij Duurstede
Kosten
Prioriteit
L
M
L
M
M
M
34 Kloosterlaantje omvormen tot fietspad
(Leader)
M
M
45 Versterken bestaande fietsroute Limes (Projectidee Limes TRAP route)
LEU
M
M
M
M
M
M
62 Fietspontverbinding over Amsterdam-Rijnkanaal
M
M
63 Fietspontverbinding over Lek thv Fort Everdingen
M
M
41 Fietspad A27 Houten (van Langeweg naar Waijensedijk)
M
L
47 Fietspad Noordersluis-Laagraven-Houten 55 Verbeteren fietsveiligheid Lekdijk
NHW Linieland
* Niet opgenomen op de projectenkaart
Projecten voorzieningen Nummer Project
Trekker
Kosten
Prioriteit
77 Aanleg recreatief transferium A27 om bereikbaarheid Eiland van Schalkwijk en Nieuwegein te verbeteren 74 Nieuwe entrees langs N229
NHW Linieland
H
H
RMN
H
H
70 Realiseren van Rust wat! -punten bij agrariërs*
Terecht Anders
M
H
M
H
71 (Horeca)voorzieningen rond Nieuw Wulven 72 Ontwikkeling recreatieterrein 't Waal
RMN
H
M
73 Doorontwikkelen recreatieterrein Laagraven
RMN
H
M
75 Poort de Uithof
Utrechts Landschap en NHW Rhijnauwen- Vechten NHW Rhijnauwen/Vechten
M
M
M
L
56 Verbeteren toegankelijkheid en beleefbaarheid Fort Rhijnauwen
* Niet opgenomen op de projectenkaart
32
Projecten paardensport Nummer Project
Trekker
Kosten
Prioriteit
1 Paardenrondes rond Nieuw Wulven
KHNS
M
L
2 Paardenronde tussen Wayensedijk en bos Nieuw Wulven
KNHS
M
L
3 Paardenrondes rond Wijk bij Duurstede
KNHS
M
L
4 Paardenronde Bosscherwaard - Middelweg
KNHS
M
L
5 Paardenrondes bij Wijk bij Duurstede in Amerongerwetering
KNHS
M
L
6 Ruiteroversteekplaatsen provinciale weg N411
Provincie Utrecht
M
L
Trekker
Kosten
Prioriteit
NHW Linieland, gemeente Houten
H
L
M
L
Trekker
Kosten
Prioriteit
VVV Wijk bij Duurstede en Terecht Anders
M
H
M
H
Projecten kanoën Nummer Project 67 Aanleg van kanoroutes (kanoroute van 11km door Linieland) 66 Steigers Kromme Rijn-Odijk-Langbroekerwetering
Projecten promotie Nummer Project 68 Opzetten regionale VVV met Terecht Anders* 76 Bestaande entrees langs N225 richten op Kromme Rijnstreek middels informatieverschaffing* Fort bij Vechten inrichten als infocentrum met horeca*
NHW Rhijnauwen/Vechten
M
M
79 Vaararrangementen ontwikkelen om waterbeleving te verbeteren*
VVV
M
L
* Niet opgenomen op de projectenkaart
33
Bijlage 1 Literatuurlijst • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Brons Partners Landschapsarchitecten BV (2009). Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijn gebied+ Uitvoeringsprogramma. Buiten, bureau voor economie en vormgeving (2007). Visie recreatie en toerisme Kromme Rijngebied, ‘De tuin van Utrecht’. De kracht en pracht van het Kromme Rijngebied (2007). Integrale visie en gebiedsprogramma: BMC. Dienst Landelijk Gebied (2010). Analyse fase 1: Nota Ruimte Nieuwe Hollandse Waterlinie Recreatieve verbindingen Linieland (concept). DSO Afdeling Milieu en Duurzaamheid (2007). Meerjaren Groenprogramma 2007-2011 Utrecht. Enveloppecommissie Rhijnauwen-Vechten (2010). Projecten Rhijnauwen-Vechten, projectatlas voor de projectenveloppe. Gastvrij Nederland (2010). Leefstijlsegmentatie. Gemeente Nieuwegein (2010), Landschapsvisie Laagraven Oost, presentatie 1e contouren gebiedsvisie Gemeente Nieuwegein (2009), Nieuwegein verbindt, structuurvisie 2030 Gemeente Utrecht (2007). Groenstructuurplan Utrecht, stad en land verbonden. Inventarisatie routestructuur Kromme Rijnstreek (2010). Routewerk. Inventarisatie: kaartmateriaal van de provincie Utrecht en Kromme Rijnstreek (2010). Kromme Rijnstreek (2010). Het buiten van Utrecht. Leest, F.M.A. van & Zwaan, G. van der (2009) Plan van aanpak Nota ruimte Linieland. Ministerie van LNV (2009). Genieten van buiten. Movares (2007). Programma Kaart Kromme Rijn Gebied 2007-2013. Provincie Utrecht (2009). Beleidsprogramma Vrije Tijd 2009-2012 Streekhuis Kromme Rijn (2010). Doelgroepen en Kernboodschap Kromme Rijnstreek. www.ruimtevoordelek.nl (2010). Gekozen voorkeursvariant.
Bijlage 2 Interviews en genodigden werkbijeenkomst De volgende organisaties zijn geïnterviewd: Organisatie
Naam
Gemeente Houten Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Bunnik Gemeente Wijk bij Duurstede Gemeente Nieuwegein Gemeente Utrecht Provincie Utrecht Streekhuis Kromme Rijn VVV Wijk bij Duurstede Landschap Erfgoed Utrecht Recreatie Midden-Nederland Nieuwe Hollandse Waterlinie, enveloppe RhijnauwenVechten Nieuwe Hollandse Waterlinie, enveloppe Linieland Provinciaal Wandelcoördinator Utrecht Terecht Anders! Utrechts Particulier Grondbezit
H. Boerma J. Hemmen-Schuil M. Barendregt M. Heemskerk T. van Meurs M. Span, M. van Rijn I. Wesselingh M. Groeneveld P. Schoofs H. Hine R. Campman C. Bugter G. van der Zwaan M. Creemer H. Vernooij D. Diepenhorst
Bijlage 3 Uitwerking werkbijeenkomst Besprekingsverslag Plaats Houten, 3 januari 2011
Kenmerk 299993
Plaats bespreking Conferentiecentrum Samaya in Werkhoven Kopie aan Betreft verslag Werkbijeenkomst visie routenetwerk Kromme Rijngebied 24 november 2010, 19.30 – 22.00 uur Opening Mark Groeneveld van Streekhuis Kromme Rijn opent de bijeenkomst om 19.30 uur heet iedereen van harte welkom. Hij legt kort het doel uit van de avond. Kort gezegd komt dit neer op: • Draagvlak voor de visie bepalen • Knelpunten en kansen te verzamelen en prioriteiten aanbrengen • Mogelijkheden bijdragen toeristisch veld verkennen Presentatie visie Mieke Coenen van Grontmij verzorgt vervolgens een presentatie over de opgestelde visie. Na de presentatie is er gelegenheid om vragen te stellen en wordt gediscussieerd over de visie
en de hieraan ten grondslag liggende uitgangspunten. De presentatie is als bijlage toegevoegd. De opzet van de avond wordt vervolgens uitgelegd waarna in groepjes uiteen gegaan wordt. Brainstorm in groepjes De aanwezigen worden in 5 groepen onderverdeeld, aan de hand van de volgende onderwerpen: • Wandelen • Fietsen • Paardensport en kanoën • Voorzieningen • Promotie van het netwerk
Na een korte voorstelronde wordt door iedereen het belangrijkste actiepunt beschreven en ingetekend op een grote kaart van het gebied. Aanvullend wordt in de groepjes gediscussieerd over andere actiepunten (knelpunten en kansen) die belangrijk zijn en aandacht verdienen. Ook komt aan de orde welke bijdrage de groep kan leveren aan de totstandkoming van een beter netwerk. Terugkoppeling top 3 en bijdrage groep Per groepje wordt vervolgens een korte presentatie gegeven van de bevindingen en worden de top 3 met belangrijkste actiepunten en de bijdrage van de groep gepresenteerd. Wandelen: 1. Oost-westverbindingen verbeteren (vooral in Langbroekerweteringgebied) 2. Zonering in plaats (wel/niet, meer/minder) en tijd (bijv. seizoensgebonden) 3. Witte vlekken waar geen wandelmogelijkheden zijn aandacht geven Bijdrage groep • Instellen van een Kromme Rijn weekend, waarin de streek maximaal wordt opengesteld (landgoederen, agrarisch gebied, boerderijen etc.)
Fietsen: 1. Vrijliggende fietspaden in bij voorkeur agrarisch gebied 2. Creëer een ‘Poort Kromme Rijnstreek’ aan de N229 Werkhoven/Odijk 3. a. verbinding Leersum – Wijk bij Duurstede b. verbinding Eiland van Schalkwijk – Driebergen Bijdrage groep • Lobbyen • Synergie linieproject/NHW • Input voor optimalisering fietsknooppuntensysteem Paardensport en kanoën: Kano 1. Verbeteren overdraagplaatsen en in- en uitstapplaatsen 2. Verbinding Kromme Rijn met de Lek 3. Nieuw rondje Werkhoven over de Achterrijn. Paarden 1. Rondjes vanuit kernen en stallen/pensions mogelijk maken; gaat vooral over openstelling van bestaande paden/ wegen. 2. (Bestaande) rondjes verbinden 3. Veiligheid verbeteren Bijdrage groep • Helpen bij aanleg en onderhoud van ruiter- en kanovoorzieningen en -paden
Voorzieningen: 1. Witte vlekken aandacht schenken 2. Ondernemers willen wel, maar drempel: - vergunningen - procedures - overzicht ontwikkelingen - waar bij aansluiten? Bijdrage groep • Organisatie van en voor ondernemers die helpt bij realiseren en ontwikkelen van voorzieningen. We hebben elkaar nodig! Promotie van het netwerk: 1. Logo 2. Streek-VVV 3. Samenwerking Bijdrage groep • De streek op de kaart zetten! Middels een website, een goed logo en het bieden van goede arrangementen.
Vervolg Op 16 december wordt de visie op het routenetwerk in de gebiedscommissie gepresenteerd (is intussen gebeurd; de commissie is positief over de visie en heeft nog wat aanvullende suggesties gedaan. De commissie is benieuwd naar het uitvoeringsplan). Intussen wordt er doorgewerkt aan het uitvoeringsplan waarin voor de korte en lange termijn de uitvoeringsprojecten worden benoemd inclusief een kostenraming en een trekker (een organisatie die de uitvoering van het desbetreffende project op zich neemt). Het uitvoeringsplan is in januari af. Verwacht wordt dat half januari de visie en uitvoeringsplan op de website van het streekhuis te downloaden zijn (www.streekhuiskrommerijn.nl) Afsluiting Mark Groeneveld, Mieke Coenen en Inès Wesselingh bedanken iedereen voor de enthousiaste inbreng. De Kromme Rijn meedenkaward wordt uitgereikt aan de groep wandelen voor het idee van een jaarlijks terugkerend ‘Kromme Rijn-weekend’. Daarna volgt de afsluitende borrel.
Bijlage 4 De kracht en pracht van het Kromme Rijngebied Thema recreatie en toerisme Recreatie en toerisme in het Kromme Rijngebied Bron: De Kracht en pracht van het Kromme Rijngebied, integrale visie en gebiedsprogramma (mei 2007)
Huidige situatie Het Kromme Rijngebied vervult de functie van recreatiegebied voor inwoners uit het gebied en uit de regio. Daarmee is recreatie één van de pijlers van de sociaal economische vitaliteit van het gebied. Het gebied heeft kwaliteiten die in recreatief opzicht zeer aantrekkelijk zijn: verschillende landschapstypen, een rijke cultuurhistorie en natuurwaarden binnen een relatief kleine regio. Het is van groot belang om zowel de recreatiefunctie als de gebiedskwaliteiten te behouden. Dat betekent dat bij het ontwikkelen van nieuwe of uitbouwen van bestaande recreatiemogelijkheden rekening moet worden gehouden met de kwaliteiten van het gebied. Een voorbeeld waarbij dat is gelukt, zijn de hoogstam kersen fruitboomgaarden. In deze authentieke boomgaarden worden nu in de maanden juni en juli op grote schaal kersen verkocht aan passanten.
In het gebied wordt voornamelijk gewandeld, gefietst, gevaren en in mindere mate paard gereden. Het gebied wordt doorkruist door een groot aantal fiets- en wandelroutes. Het aantal vrijliggende fiets- en wandelpaden is echter beperkt. Met name de oost-westverbinding voor fietsers ontbreekt. Hierdoor worden het reguliere verkeer en het recreatieve verkeer gemengd waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Ook voor ruiters zijn er weinig voorzieningen. Ondanks het feit dat er acht maneges zijn en veel privé paardenbakken, ontbreken in het gebied ruiterpaden en -routes. Het Kromme Rijngebied beschikt over relatief weinig overnachtingsmogelijkheden (hotel, B&B, camping) en zelfstandige horecavestigingen. In het buitengebied zijn horecavoorzieningen bij agrarische bedrijven vaak als terras aanwezig, in combinatie met een boerderijwinkel. Deze voorzieningen zijn echter doorgaans beperkt geopend. Daarnaast zijn veel horecavoorzieningen in het gebied op zondag gesloten.
Naast fietsen, wandelen en paardrijden biedt het gebied de mogelijkheid om te golfen (twee terreinen), te kanoën, tuinen te bezoeken en zijn er dagrecreatieterreinen, boerderijwinkels en vergaderfaciliteiten. Het gebied is relatief onbekend en onontgonnen voor recreanten, maar krijgt een steeds belangrijker functie als stedelijk uitloopgebied voor met name de stad Utrecht, Houten en Wijk bij Duurstede, en ook voor de plaatsen op de Zuidflank van de Heuvelrug. Visie op recreatie Een algemene trend die waarneembaar is en ook voor het Kromme Rijngebied geldt, is de toenemende belangstelling voor dagrecreatie en toerisme op het platteland. 70% van de inwoners van Utrecht komt in zijn vrije tijd op het Utrechtse platteland. De voornaamste activiteiten daarbij zijn wandelen en fietsen. Er bestaat een groeiende vraag naar complete ervaringen: eten, slapen en vermaak. Ook de zakelijke branche laat een stijgende behoefte zien aan vergaderfaciliteiten in combinatie met een aantrekkelijk toeristisch-recreatief aanbod. Deze ontwikkelingen bieden kansen. Kansen om de ‘pracht’ van het gebied vanuit haar ‘kracht’ voor het voetlicht te brengen bij al die mensen die hier willen recreëren in welke vorm dan ook. Kansen om de identiteit van de streek te promoten door o.a. de gebiedseigen producten te promoten, het organiseren van evenementen rondom de producten en de diensten. Kortom, kansen ‘te over’. De recreatieschappen Utrechtse Heuvelrug, Vallei en Kromme Rijngebied en Stichtse Groenlanden spelen een belangrijke rol in de uitvoering en het beheer. Kansen dus voor de economische vitaliteit én de ruimtelijke kwaliteit van het Kromme Rijngebied. De focus ligt dan ook op het vergroten van de belevings- én de bestedingsmogelijkheden voor recreanten uit het gebied en uit de omgeving. Om de
belevingswaarde te vergroten, is uitbreiding en versterking van de routegebonden recreatie (wandelen, fietsen, ruitersport) noodzakelijk. Reconstructie, beheer en aanpak van knelpunten in Landelijke Routenetwerken in het gebied geschiedt op voordracht van de landelijke routestichting (LAW, LF en SRN), op basis van landelijke programmering 2007-2013 die is vastgesteld door de IPO adviescommissie landelijke gebied en economie. De routestichtingen zijn zelf verantwoordelijk voor opname van geplande projecten in dit gebiedsprogramma. Hetzelfde geldt voor wandelen over boerenland. Dat wordt gefinancierd uit de landelijke regeling Boerenlandpaden. Rijk en provincie betalen samen deze regeling (50%-50%). De uitvoering is in handen van de Stichting Wandelplatform. Ook voor water is uitbreiding en versterking van routes noodzakelijk. Water heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van het Kromme Rijngebied en biedt mogelijkheden om als recreatieve drager te worden versterkt. Het vergroten van de belevingswaarde biedt kansen om daarbij ook de cultuurhistorische elementen in het gebied zichtbaar te maken en met elkaar te verbinden. Recreatie kan dan als motor voor cultuurhistorische ontwikkelingen fungeren. Een voorbeeld is het kersenfestival in Fort Vechten dat jaarlijks wordt georganiseerd. De landbouw is als drager van het landschap mede bepalend voor de recreatieve aantrekkingskracht van het gebied. Door de landbouw bij de ontwikkeling van recreatieve mogelijkheden te betrekken ontstaan nieuwe mogelijkheden zoals kamperen/logeren bij de boer, wandelpaden door de weilanden, bezichtigen van boerderijen, etc. Hierdoor ontstaan zowel voor de recreatie als voor de landbouw nieuwe mogelijkheden zoals appelplukdagen, ‘met de scholen de boer op’, etc. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met de landbouwsector.
Organisaties als Terecht Anders spelen hierbij een belangrijke rol. Ook natuurontwikkeling biedt aanknopingspunten voor recreatie. Mogelijk kunnen ontwikkelingen gecombineerd worden zoals het ontwikkelen van ecologische verbindingszones met recreatieve verbindingszones. De natuurorganisaties in het gebied, zoals NMU, de Agrarische Natuurvereniging Kromme Rijnstreek, spelen hierbij een belangrijke rol. Bij het vergroten van bestedingsmogelijkheden moet in eerste instantie gedacht worden aan ‘kwaliteitstoerisme’ passend bij het karakter van het gebied zoals verblijfsrecreatie. Voor specifieke doelgroepen, met een hoge toegevoegde waarde, ter versterking van het economische draagvlak van de toerismeen recreatiesector in het gebied. Voorwaarde is dat het ruimtelijk goed inpasbaar is. Naast het creëren van extra voorzieningen is het ook noodzakelijk om te streven naar brede rendabele openingstijden. Op veel locaties zullen de verblijfsrecreatieve voorzieningen relatief kleinschalig moeten zijn om het karakter van het gebied te behouden. Om een economisch rendabele bedrijfsvoering te kunnen waarborgen kan gezocht worden naar een gezamenlijke exploitatie. Professionalisering en samenwerking in brede zin zijn in ieder geval noodzakelijk om de concurrentie met andere gebieden op de middellange termijn aan te kunnen.
De ontwikkeling van recreatieve (neven)activiteiten in het landelijk gebied mag echter niet ten koste gaan van de landschappelijke kwaliteiten. Beheer en versterking van de landschapskwaliteiten moeten integraal onderdeel uitmaken van projectontwikkeling. Gemeenten spelen daarin vanuit hun bevoegdheid in het stellen van planologische kaders, een essentiële rol. Om ervoor te zorgen dat de recreanten ook in de toekomst rust en ruimte kunnen blijven ervaren is het van belang om naast vergroting van de recreatieve capaciteit vooral ook mogelijkheden te benutten om de recreatieve druk te spreiden en te doseren (bijv. aanbieden van tijdelijke routegebonden evenementen, zone intensieve recreatie uitbreiden naar het zuiden, richting ’t Waal, Eiland van Schalkwijk). Bij het ontwikkelen van nieuwe recreatieve voorzieningen zoals wandelpaden door het weiland, voorzieningen op landgoederen, etc. is de inzet van grondeigenaren uit het Kromme Rijngebied onmisbaar. Om ontwikkelingen te stimuleren kan het instrument ‘maatschappelijke ruil’ worden ingezet. Dit betekent dat grondeigenaren in ruil voor het verlenen van medewerking aan het creëren van gewenste nieuwe recreatieve voorzieningen, planologische medewerking van overheden krijgen bij het ontwikkelen van voorzieningen op het eigen terrein. Een voorbeeld hiervan is het project Parelsnoer wat door het Recreatieschap in samenwerking met het UPG wordt uitgevoerd.
De ambities Het Kromme Rijngebied wil voor de regio een aantrekkelijk recreatiegebied zijn waarin mensen de natuur, het landschap en de cultuurhistorische attracties kunnen beleven op een veilige en rustige wijze zonder dat het ten koste gaat van de landschappelijke kwaliteiten door:
• verbeteren van de ontsluiting, bereikbaarheid en de
•
•
beleefbaarheid van het gebied door: ° aanleg van fiets-, wandel-, en ruiterpaden en vaarroutes; ° ontwikkelen van belevings- en informatieve natuur- en omgevingsgerichte middelen ter verkenning van het gebied; verruimen van het aanbod aan recreatieve voorzieningen (vergroten bestedingsmogelijkheden) waarbij rekening wordt gehouden met spreiding over het gebied en waarbij praktischer oplossingen worden bedacht als planologische kaders belemmerend werken; professionaliseren van de sector door betere samenwerking en gezamenlijke profilering van het gebied;
• versterken van de identiteit van de streek en vergroten mogelijkheden om deze te beleven en te ervaren;
• combineren van ontwikkelingen op het gebied van recreatie • • • •
met cultuurhistorie, natuur en landbouw en daarbij samenwerking tussen de sectoren stimuleren; bundelen van financiële middelen vanuit de sectoren recreatie, cultuurhistorie, landbouw en natuur, als blijkt dat activiteiten elkaar versterken; gezamenlijk te sturen op de recreatieve ontwikkelingen ten behoeve van behoud van de landschappelijke waarden van het gebied; (groene) entrees zoals voor het Nationaal Park te gebruiken voor entree Kromme Rijngebied met routing en informatie; Verkennen van de mogelijkheden om te komen tot een instrument ‘maatschappelijke ruil’.
Provincie Utrecht, maart 2011 Postbus 80300 3508 TH Utrecht T: 030 258 9111 www.provincie-utrecht.nl Foto’s omslag: willemmesphotography.nl, terechtanders.nl,
[email protected] © Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. [MMC13453]