ICHTHUS UTRECHT 2003-2005
VIS-À-VIS MEMORY
Een speciale uitgave ter herinnering aan de artikelen welke ik met veel plezier schreef voor de vis-à-vis, het maandblad van studentenvereniging ichthus utrecht
Klankenkakofonie sticht verwarring DECEMBER 2003
door Ronald van Houwelingen
Afgelopen dinsdagavond moet menige Utrechter in de vredig gestemde binnenstad zijn opgeschrikt door aanhoudende vreemde klanken. De panische reactie welke deze klanken opriepen was verontrustend te noemen. Allen togen met versnelde pas ofwel richting eindbestemming, dan wel richting de dichtstbijzijnde schuilkelder. De simpele zielen onder hen probeerden hun getergde gehoorgangen te beschermen door ofwel de gracht in te springen, ofwel met elk beschikbaar materiaal beide oren dicht te stoppen. Dit laatste fenomeen is al sinds Handelingen 7: 57 bekend, waar staat: “Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem los.”
1
Sommigen onder deze geschrokken en uiterst getergde aardbewoners hebben over deze bijzondere waarnemingen een verklaring afgelegd aan onze (inmiddels stokdove) verslaggever ter plaatse. Deze verklaringen schenen eerst te wijzen in de richting van “klankuitingen geproduceerd door buitenaardse wezens” Later verklaarden anderen eindelijk het verborgen proefdieren centrum gelokaliseerd te hebben. De gedachten der overige personen varieerden van: ‘zinloos geweld der zintuigen’, tot ‘in de tijd verdwaalde oerbarbaren’. Niets was minder waar. De schokkende werkelijkheid durf ik haast niet te onthullen voor u, bescheiden ichthianen. Maar onder een driewerf betreurd
‘helaas’ mag ik u echter meedelen dat er een aantal lieden vergaderd waren. Zij hadden zich verzameld in een nederige, doch schone studentenkamer waar men een eenvoudige doch voedzame maaltijd verorberde. Deze goedwillende personen meenden met hun brave borsten van harte geestelijken liederen ten gehore te moeten brengen. Helaas moesten alle omwonende buurtbewoners en alle overige levende wezens binnen een straal van 1 km het ontgelden met forse gehoorschade. Onze oprechte excuses...
JANUARI 2004 VIS-À-VISMEMORY
De Heer is mijn herder en geen ding... JANUARI 2004
2003/2004!
door Ronald van Houwelingen
Ik wil alleen jou APRIL 2004 door Ronald van Houwelingen
Toen ik jou zag staan, was ik direct verkocht! Ongelooflijk, je uitstraling was oogverblindend. Je stond daar naar mij te lachen en ik lachte terug. Het is wonderlijk hoe snel de liefde kan toeslaan… Je wuifde naar me, ik stond sprakeloos
Toen ik jou zag staan, was ik direct verkocht!
!
!
!
Klankenkakofonie ! ! ! De Heer is mijn herder ! ! Ik wil alleen jou" " " Kronkels en bulten" " " Ode aan onz´ aller kringleider"
Tijdens het bezoekje dat mijn ouders, broertje en zusje brachten aan mijn nederige stulpje aan de mgr. Van de Weteringstraat bladerde mijn vader even nietsvermoedend de ichthus bundel door. Al bladerend en genietend van deze prachtige lofgezangen viel zijn verbaasde blik plotseling op een uitermate aparte aanhef boven één van deze prachtige liederen die onze ichthus zangbundel opluisteren. Deze verbazing sloeg om in een uitbundige schaterlach toen bleek dat deze lieftallige bundel al voor de negende keer gedrukt is. Desalniettemin is de welluidende titel boven lied 43 – waarover ik verder geen kwaad woord wil spreken – “De Heer is mijn herder en geen ding”. Wat een ontstellend aparte gedachte dat de Heer wel een herder is, maar geen ding! Ik hoop voor de (engelse) makers van deze verder overigens prachtig bewerkte psalm dat ze gedurende hun leven nooit geconfronteerd hoeven te worden met deze grandioze titelverkrachting.
2
Inhoudsopgave 1 2 2 3 4
2004/2005 Van genieten tot besmeuren" Alles over de stroopwafel" " Lief dagboek!! ! ! Zondag ochtend problemen ! Leve de colofon" " " Wat ruikt dat hier" " " Proef de stilte" " " Een ander leven! ! ! Sprinkhanen en wilde honing" Je eigen fiets jatten"" " Dankwoord aan ichthus! !
5 6 7 8 9 10 11 12 14 15 16
En als ze onverhoopt al overleden zijn, hoop ik dit eveneens. Want anders zou het wel eens kunnen zijn dat deze lieden zich als ventilatoren liggen te wentelen in hun graf, omdat ze zich dan waarschijnlijk groen - en geel ergeren. Het moge hopelijk duidelijk zijn dat onze levende Heer geen ding is, aangezien wij anders per direct beter de hele
ichthus vereniging konden opdoeken, aangezien onze herder en heiland het middelpunt van al onze activiteiten dient te zijn. Ik stel dan ook voor om een wijziging aan te brengen in deze titel, ongeacht welke deze ook mag wezen onder het motto: “alles beter dan dit”.
naar je te kijken. Je prachtige gekleurde lichaam, je sierlijke vormen, alles verwijst naar je innerlijke schoonheid. O schoonste der schonen, hoe lang nog zal ik naar je moeten smachten… Hoe lang nog zal ik dit lijden moeten verduren, zonder jouw aanwezigheid? Ik ging terug, verkocht als ik was, om jou te zien. Ik ging naar je toe, om je te bewonderen, om slechts een glimp van je te mogen opvangen.
paarse schitterende blaadjes, je sierlijke slanke steel. O bloem, o bloem der bloemen, mijn schitterende Gerbera, hoe zal je mij sieren op het gala vanavond…
Ik ging het gevecht voor jou aan… Ik moest haar overtuigen dat ik jou alleen wilde… Zij begreep mijn liefde niet, leek het. O liefste, zou ik jouw aanwezigheid dan moeten missen? Ik praatte als brugman, vertelde haar over mijn liefde voor jou… Urenlang praten en pleitten hebben geleid tot haar besef ik alleen jou wilde… Ze vertelde mij dat jouw kleuren niet goed bij mijn bordeauxrode strik pasten. Ze wilde je niet kwijt. Maar de volgende dag, o schone dag der dagen. Je lag gereed, ik wilde je dragen…. Die dag kon ik alleen maar aan jou denken… Aan je prachtige
In liefde verzonken,
En nu hang je Te hangen Aan mijn plafond, Uitgedroogd, Gestorven, Bladerloos. Zal de liefde Ook zo vergaan?
FEBRUARI 2004
Kronkels en bulten FEBRUARI 2004 door Ronald van Houwelingen
VIS-À-VISMEMORY
Rijdend in een ontzettend ouwe, krakkemikkige, geleende auto maakte ik voor het eerst kennis met het Utrechtse wegennet. Een ervaring die ik liever wil vergeten. Wanhopig speurend naar enige logica in alle éénrichtingsverkeer... Na dertig keer langs hetzelfde punt te zijn gereden vond ik eindelijk de weg. Blij dat ik was de enige mogelijke toegangsroute te hebben gevonden nam ik de tweehonderdste drempel... En werd ik weer keihard met mijn hoofd tegen het dak van deze gammele auto gelanceerd.
romeinen 11: 33
heid en daarmee het verkorten van de reistijd en het verbeteren van de bereikbaarheid van andere landen, steden en mensen. Jaren, waarin slaven stenen aandroegen, stratenmakers met bloed De verplaatsing van iedere automobilist en fietser worden zo veel mogelijk afgeremd. Dit gaat zweet en tranen hard werkten... Om nog maar te zwijgen over de technologisch hard voortschrijzelfs zo ver, dat schildpadden je links en rechts dende aanleg van ingewikkelde knooppunten... keihard inhalen. Afgezien van de honderden verDit gaat ons voorstellingsvermogen vér te bokeerslichten zijn er ook verschillende andere aanven…. En dan het idee van één of andere halve passingen te vinden in de aankleding van het zool… om in deze tijd van recessie - ja zelfs daarUtrechtse stratennet. Ongelooflijk onmogelijke kronkels en andere obstakels in het wegennet wor- voor al - deze steeds vlakker wordende wegen te verpesten. Om het ideaal van snelheidsverhoging, den met hoge snelheid aangelegd. Kunt u zich indenken, wat het heeft gekost om verkorting van reistijd en verbetering van de bereikbaarheid te verwerpen aan een veel verwerpegedurende duizenden jaren lang wegen aan te lijker idee. Namelijk het idee om deze mooie asleggen? Al voor de Romeinse beschaving was er faltwegen aan te leggen en deze vervolgens te versprake van wegen... Maar kan u zich enige voorzieken met hobbels, bobbels, drempels en andere stelling maken van de onmogelijke taak om deze obstakels. Zij zijn als pukkels op een menselijk gigantische modderbrij te veranderen in een keugezicht, afstotelijk en nergens toe dienend. rig aangelegd wegennet? Sinds de Romeinse beDeze onbegrijpelijke man moet een gruwelijk schaving is de ontwikkeling van de verharde en vlakke wegdekken altijd op de goede weg geblegevoel voor humor gehad hebben toen hij althans één vers uit de bijbel letterlijk wilde toepassen in ven… het leven: ‘O diepten van rijkdom, van wijsheid en Tweeduizend jaren, zo niet langer werden er van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn wegen aangelegd, onderhouden, verbeterd, verbeschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen’ nieuwd... Investeren in het verhogen van de snel-
Kronkels in het hoofd uiten zich in kronkels op de weg Ongelooflijk onmogelijke kronkels en andere obstakels in het wegennet worden met hoge snelheid aangelegd
3
‘O diepten van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen’
APRIL 2004 VIS-À-VISMEMORY
‘Met held´re tred gaat hij ons voor. Zijn volgelingen kent hij door en door. Zijn faam moog´ nimmer gaan teloor. Zijn roem is wijd en zijd verbreid. Zijn leiderschap wordt alom bemind, dat is een feit.’ Je nederige henk-zoon
Ode aan onz’ aller kringleider Arnoud Daar staat onz´ aller fiere held Temidden van al d´andre strijdmakkers in´t veld Zijn held´re blik is immer schier oprecht wat past bij zijnen schouderbreedte: da´s lang niet slecht!
Als hij zijn diepblauw´ ogen op mij richt Word ik verlicht als wast een bliksemschicht Zij snijden zelfs door merg en been Daarom durv´n wij niet klagen steen noch been
Met held´re tred gaat hij ons voor Zijn volgelingen kent hij door en door Zijn faam moog´ nimmer gaan teloor Zijn roem is wijd en zijd verbreid Zijn leiderschap wordt alom bemind, dat is een feit
Als hij een oprecht volg´ling wil doorgronden Zoon zelfde blik werd op d´aarde nooit gevonden En blijken zij gelijk de rest te licht bevonden Dan izzt alsof deezn nooit tevoren bestonden
Te midden van het strijdgewoel Hoor ik zijn stem hees en zwoel Een stevig baken in de storm Hij is een man en genen worm! Zowel in makk´lijk als in bittre tijden Weet hij de beste weg voor ons te bereiden Wij armzaalge kring van schapen Onz´ herder zal niet sluimren noch slapen Wij kijken dan ook altoos naar hem op Zijn wapp´rend haar omkranst zijn kop
4
Als ik omzie in dit tranendal Naar d´andre schaapkens hier Dan ben ´k dankbaar voor deezn leider fier Die mij in gedachten altijd leiden zal Tot tranens toe bewogen Dit jaar is dankens jou Toch zekerz omgevlogen Dat ik je danken wou Is ´n zekerheid nou nou Ik b´loof je dan ook eeuwge trouw
OKTOBER 2004 VIS-À-VISMEMORY
Van genieten tot besmeuren OKTOBER 2004
Uitlatingen van een fan... Een foodfight is het werpen ende besmeuren van personen met voedingsmiddelen.
door Ronald van Houwelingen
Stel, je staat voor het maken van een belangrijke keuze. Bijvoorbeeld op het slotweekend. Stel, er liggen eieren voor het oprapen, pindakaas en melk is in overvloed aanwezig, om maar te zwijgen van boter, hagelslag en chocolademelk… Wat kies je dan? Ik bedoel: je hebt een zestigtal mensen om je heen zitten die je kan raken, dus missen is bijna onmogelijk. Er zijn sinds korte tijd overal in het land verfente aanhangers van het alom bekende ´foodfight` te vinden. In eerste instantie kon ik zelf mijn ogen niet geloven toen ik kennis mocht nemen van dit bizarre fenomeen. Dit werd echter krachtig tegemoet gekomen, toen ik zelf het slachtoffer werd van deze vreemde sport. In een plotselinge vlaag van verstandsverbijstering, meende een foodfight freak mij gelukkig te maken met het begieten van mijn hoofd, schouders en armen met koffiemelkpoeder. Helaas had ik net daarvoor mijzelf ingesmeerd met heerlijke bodylotion om mijn tere huidje te beschermen. Het resultaat laat zich raden. Hoe triest is het dan om je te realiseren hoe zinloos koffiemelk in het algemeen en koffiemelkpoeder in het bijzonder is. Tenslotte is deze uitvinding alleen tot stand gekomen doordat enkele mietjes geen koffie lusten, maar dit toch per sé wilden drinken. Het vervuilen van dit heerlijke brouwsel door er een sloot melk in te deponeren brengt inderdaad een andere smaak met zich mee (genaamd smerig). Met verbazing heb ik tijdens het slotweekend kunnen constateren hoe
Foodfights kunt u schaaren in het rijtje van watergevechten en 1 april grappen. Het gaat gans in tegen het gebruikelijke, waardoor het juist grappig is. Daarnaast heeft het ook een sportief element, wat alles tezamen garant staat voor een boel jolijt en vertier. Het enige en grote nadeel dat aan foodfights (in de meest letterlijke zin des woords) kleeft, is de mogelijke bende die dit met zich meebrengt.
droge, nuchtere ichthianen veranderden in ware monsters. De fantastische ijver en inzet die dergelijke lieden toonden tijdens het uitoefenen van deze hobby is werkelijk bewonderenswaardig te noemen. Ook de vreugde van een rake worp zijn niet mis te verstaan. Het onmiskenbare enthousiasme om elkaar in te zepen met alle mogelijke vitaminen en andere voedselbestanddelen is echter slechts aanwezig bij een kleine groepering. Middels dit artikel wil ik trachten enige kanttekeningen te plaatsen bij het foodfight fenomeen. Reacties, zowel uitgedrukt in geld als in andere zaken zijn van harte welkom. Alleen hoop ik geen bom-, poeder-, en ontploffende voedselbrieven te ontvangen op mijn nederige studenten stulpje. Wel zou ik het erg waarderen als er voor iedere gerichte worp in ieder geval werd nagedacht over de waarde van deze brok handzaam voedsel…
‘De argumenten voor een foodfight zou ik voor het gemak even over één kam willen scheren en samenvatten met de term: leuk’ Zie ze elkaar lachend insmeren Stelletje smeerkezen...
5
Andere argumenten zullen waarschijnlijk zijn: ´er wordt toch te veel gekookt` en ´anders gooi je het eten wat overblijft toch weg`. Deze laatste
twee argumenten vind ik echter minder sterk, aangezien er op de ichthus maaltijden meestal niet te veel wordt gekookt (er zijn meestal meer mensen die nog een tweede keer willen dan er een tweede keer is). En over het weggooien van eten: dat is weer een geheel aparte discussie, waar ik ook geen voorstander van ben. Hoe het ook zij, het weggooien van eten in de prullenbak vind ik altijd nog schoner dan het weggooien in de richting van personen. Over het argument: ´leuk`, valt wat minder in te brengen, het schijnt namelijk dat er over smaak niet te twisten valt. Toch kan ik wel een aantal tegenargumenten voor u verzinnen. Ik zal het echter laten bij één en tegelijkertijd het beste argument: het is domweg smerig. Hoe dom kan het trouwens zijn als je bedenkt dat dezelfde personen zich wel druk maken over biologisch verantwoorde producten. Deze voorstanders van biologisch vlees en/of de echte vegetariërs verslijten sommige carnivoren zelfs voor inconsequent. Maar dat vervolgens het `foodfight fenomeen´ wel als heel `normaal´ wordt gezien en algemeen geaccepteerd is, lijkt mij een beetje bizar! Niet-biologische vleeswaren zouden volgens sommige ichthianen verwerpelijk zijn... Om vervolgens deze zelfde niet-biologische vleeswaren wel tegen elkaars hoofd te werpen...
NOVEMBER 2004 VIS-À-VISMEMORY
De geneugten van de stroopwafel NOVEMBER 2004 door Ronald van Houwelingen
U kent het fenomeen vast wel… de rituelen van de zaterdag- of zondagochtend (of natuurlijk beide ochtenden). Zo´n heerlijk bakje sterke koffie. Onvoorstelbaar lekkere geuren verspreiden zich door de bedompte kamer en langzaam trekken die oogleden een beetje op. Ze maken zich als het ware klaar voor een nieuwe dag, met als enige vreugde die heerlijke dampen. Maar wat is een kopje koffie zonder ´iets` erbij? Juist! Dat is dus net als een slagroomtaart zonder slagroom, net zo onmisbaar als je moeder nu je net op kamers bent gegaan… Dat ´iets` kent grote variaties, althans in huize Zeijpveld. Het kan variëren van een tros bananen, tot een complete cake (met jam en slagroom, volgens Ichthiaanse traditie), of natuurlijk een stevige Hollandse stamppot.
Extra vreugde De stroopwafel geniet ongekende populariteit onder studenten vanwege de prijs-lekkernij verhouding
Nu wel het geval dat men soms – in tijden van geldgebrek - genoegen neemt met een eenvoudige stroopwafel. Nou, nou, hoor ik u al denken… is dat niet wat erg schaEchter, een goemel? Wel, beste lieden, het dieptepunt ligt naar mijn bede voorbereiding scheiden mening toch wel bij het ´speculaasje`, of ´kaakalvorens de boel je`. Het kan dus erger! Niettemin wil ik deze droevige te nuttigen kan u uitvindingen laten voor wat ze zijn om mij te kunnen coneen hoop meer centreren op de eenvoudige, doch verheven stroopwafel. plezier opleveren Er zijn namelijk talloze wetenswaardigheden omtrent deze koek van welleer, die u voor geen geld ter wereld zou willen missen. Wist u bijvoorbeeld al dat u met een wachttijd van slechts 20 seconden deze eenvoudige deegplak kan verheffen tot een zeldzame lekkernij? Juist! Zie de welvaart die ons gebracht is in de vorm van de ons allen welbekende magnetron… Nou zeg ik wel ´welbekend`, maar eigenlijk weten wij weinig tot helemaal niets af van deze zogenaamde magnetron. Er zijn namelijk machtig veel dingen mogelijk met deze bizarre uitvinding. Om maar enkele mogelijkheden te noemen: je kan er honden mee opblazen, aardappels mee pureren, lepels mee elektrocuteren, je kan er baby´s mee laten bubbelen, enz., enz.… Kortom: de mogelijkheden zijn haast onbegrensd, vandaar dat onze kennis op dat punt schromelijk tekort schiet. Experimenteren dat is de enige hoop die ons rest. De basiskennis van de magnetron wil ik u echter wel onthullen, aangezien deze kennis vereist is om de juiste stroopwafel op het juiste moment te kunnen bereiden. Met één en dezelfde droge stroopwafel zijn namelijk verschillende resultaten mogelijk, afhankelijk van de bereidingsduur en de hoeveelheid stroopwafels die u in de magnetron opstapelt. Ik raad u aan om de verschillende processen die binnen in de stroopwafel plaatsvinden dan ook zoveel mogelijk te bestuderen van buiten de magnetron. De meest elementaire vorm van het bereiden is de ´verwarmde stroopwafel`. Hierbij dient u te beginnen met het nemen van één stroopwafel. Deze mag u vervolgens op eerbiedige wijze deponeren op een rooster of schoteltje. Hierna zet u de magnetron aan voor maximaal 20 seconden. Heel eenvoudig, zal u misschien denken? Welnu, het is slechts een kwestie van seconden voor het uit de hand loopt. U dient zich er dan ook danig van te verzekeren dat er geen stroop uit de wafels lekt. Indien dit wel het geval is spreekt men van de `lekke stroopwafel´. Deze kan u bereiden door het proces met slechts 10-15 seconden te verlengen. Het resultaat is een stuk minder stropig, maar veel sappiger en vooral: heel erg heet! Voorzichtig met uw eerste hap i.v.m. eerstegraads tong verbrandingen. Een specialiteit voor de liefhebber dus. Wilt u echt een speciale stroopwafel bereiden dan kan ik u met name de ´geflambeerde stroopwafel` van harte aanbevelen. Deze stroopwafel is niet echt bekend in Nederland, maar heeft toch ook zijn charmes. Let u er wel op dat het flamberen slechts kort dient te geschieden, i.v.m. voedselvergiftiging. Hoe zwarter, hoe ongezonder, zo zou ik het willen samenvatten. Tot slot de `verzopen stroopwafel´. Deze is het meest eenvoudig te bereiden. Hiervoor gooit u een willekeurig aantal stroopwafels in de magnetron (wel uit de plastic verpakking halen) en vervolgens zet u de tijd op 10 minuten. Tijdens dit proces kan u gerust naar de wc gaan, de was ophangen, stofzuigen, of iets anders gaan doen. Gegarandeerd een groot succes!!! Al verdient het wel voorkeur de magnetron nadien goed schoon te maken, i.v.m. vreemdsoortige schimmelinfecties bij een volgende stroopwafel bereiding.
6
DECEMBER 2004
Lief dagboek... DECEMBER 2004 door Ronald van Houwelingen
VIS-À-VISMEMORY
...vandaag heb ik weer iets nieuws ontdekt op ichthus utrecht. Het schijnt dat er een zogenaamde ichthus dresscode bestaat. Apart hé? Als er weinig aandacht aan uiterlijk en imago wordt besteedt, past dit perfect bij de ichthiaanse cultuur, dacht ik... Hoezo dresscode? Tja, lief dagboek, niet dat ik overal het naadje van de kous van weet… Maar, zo af en toe vang je wat op, hé? Bijvoorbeeld een opmerking als ‘zoiets kan ik niet aan op ichthus, dan denken ze dat ik veel aandacht aan mijn kleren besteed’. Ongelooflijk, laat het niet waar zijn... Daar zakt je broek toch van af ? Het gaat er dus om zo min mogelijk opvallende kleding dragen. Als je dit niet doet dan denken mensen dat je daar teveel aandacht aan besteed. En dan wordt je mogelijkerwijs veracht door je mede ichthianen. Of iets in die trant?! Is dit werkelijk waar? Ik kan het ook bijna niet geloven moet ik je eerlijk zeggen, tot ik vandaag ongeveer hetzelfde verhaal hoorde van iemand anders. Het kwam er op neer dat deze persoon op ichthus een soort van ‘ichthus kleding’ droeg. Deze kleding diende nonchalant, onopvallend en vormloos te zijn. Kennelijk is andere kleding te veel aanstootgevend? Of mag ik deze conclusie niet trekken? In ieder geval wordt een onopvallende kledingstijl het meest gewaardeerd binnen ichthus kringen. Zelf zou ik niet eens op het idee komen om kleren te dragen die ik zelf niet leuk vind, omdat ik daarmee reacties voorkom. Snap jij deze gedachte? Juist merkwaardige, opvallende en coole kleding ontlokken vaak (positieve) reacties (oké, zulke speciale kleren draag ik nu ook weer niet). Persoonlijk houdt ik
Jezus heeft ook wat tips over kleding ‘Maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen.’ [Mat 6:28-30]
7
‘Dan kunnen we net zo goed met zijn allen in aardappelzakken gaan rondlopen. Of is dat misschien nog te opvallend?’ ook meer van opvallende kleding, iets waarvan je denkt: hé, Gaaf ! Maar tja, dat ben ik... Nou lief dagboek, ik ben het met je eens als je beweert dat er belangrijker dingen zijn dan kleding en uiterlijk. Toch vind ik het jammer dat mensen niet de kleren aandoen die ze aan willen doen. Ik ben het ook met je eens dat het niet goed is aanstootgevende kleding te dragen. Dat kan verkeerde signalen afgeven en wil ik ook zeker niet bevorderen… Maar dienen je kleren dan maar zo onopvallend, vormloos en kleurloos mogelijk te zijn? Dan kunnen we net zo goed met zijn allen in aardappelzakken gaan rondlopen. Of is dat misschien ook nog te opvallend? Lief dagboek, je begrijpt toch wel dat kleding pas opvalt als dit afwijkend van de rest? Daarom hoop ik dat alle ichthianen afwijkende kleding gaan dragen, zodat niemand daarmee zal opvallen. Bovendien, als je kijkt naar wat er doorsnee gedragen wordt (door niet christenen), dan denk ik dat we juist opvallen met deze onopvallende kleding. Wat mij betreft is het tijd voor een wedergeboorte, het is tijd voor een renaissance! Het is tijd voor die nieuwe coole kleding die speciaal voor alle ichthus momenten in de kast blijft hangen…
FEBRUARI 2005 VIS-À-VISMEMORY
Zondag ochtend problemen FEBRUARI 2005 door Ronald van Houwelingen
Wat een vreemde titel, zal u misschien denken. Zondag ochtend, dan hebben wij helemaal geen problemen. Dan zitten wij fijn met zijn allen in de kerk. En dan heb je geen problemen, slechts oplossingen resten er dan! Welnu, het geval wil namelijk dat ik naar kerk ga die pas om half drie begint… Wat? Ja, om half drie! Wat een tijd hé, wat een prachtige mooie tijd hé, mensen? Nu heb ik dus het probleem van de zondag ochtend verklaard, alleen het probleem nog... Kortgeleden heb ik een nieuwe SIM kaart geregeld. Deze wilde ik uit mijn oude telefoon halen en in mijn nieuwe doen. Nu zal je misschien denken, wat is daar nu moeilijk aan? Nou, eerlijk gezegd zou ik dat ook absoluut niet weten. Dus nietsvermoedend pruts ik mijn telefoon open, ik verwijder de batterij en schuif m´n SIM kaart eruit. Nu wil het geval dat die SIM kaarten zo klein zijn, dat je ze nauwelijks normaal vast kan houden. Dit probleem bemerkte ik echter te laat en tja, het resultaat was daar: een vrije val richting de vloer. Maar laat ik eerst iets vertellen over mijn prachtige vloer. Het is zo’n ouderwetse houten planken vloer, met enorme gaten tussen de planken. Elke nacht komen daar de meest vreemde gedrochten, monsters en kaboutertjes uit… Tussen die planken reiken dus immense gaten. Maar laten we de decoratieve behuizing van mijn kamer even voor wat zij is om ons te concentreren op de vliegende SIM kaart op weg naar mijn vloer.
Een telefoon zonder SIM kaart? Het is als een fiets zonder wielen...
8
‘Lucht en leegte, lucht en leegte, alles is leegte. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven, al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon?’ Prediker 1: 2
Tja, wat denk je dan op zo´n moment? Misschien heel veel, misschien zelfs helemaal niets. Om eerlijk te zijn had ik wel wat belangrijkere dingen aan mijn hoofd dan om na te gaan denken. Want ondertussen vermenigvuldigde de valsnelheid zich met de seconde (voor uitleg hierover kan u terecht bij de natuurkundigen onder ons). Enfin, eenmaal op de grond beland (met helling: n, snelheid: o en kracht: p), stuiterde deze SIM kaart een paar keer vrolijk op m´n houten planken. Maar ja, dat kan natuurlijk niet eeuwig door blijven stuiteren. (daar hebben ze ook weer een natuurkundige wet voor uit gevonden). Dus met een laatste mooie sprong dook mijn nieuwe eigendom in zo´n immens zwart gat. Lucht en leegte, lucht en leegte, alles is leegte. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven, al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon? Echter… wonder o wonder! Mijn kostbare net verworven SIM kaart bleef balanceren met de helft van zijn helft (dus met bijna niks) op een dieper liggende plank. Tussen twee planken doorgevallen en balancerend op een derde plank daaronder… Mmm… lastig… echt een zondag-ochtend-en-ikben-net-wakker probleem zeg maar… Daar zat ik dan, ik durfde mij nauwelijks te bewegen. Elke trilling of mogelijke vibratie in de vloer kon teveel zijn en mijn SIM kaart doen wankelen.
Angstvallig probeerde ik dit fatale moment te vermijden. Sluipend bewoog ik mij naar beneden, naar een huisgenoot om haar epileerpincet te lenen (dit ding gebruik je toch hopelijk alleen in noodsituaties als deze, dames?). Kortom, ik probeerde mijn lichaam naast m´n nieuwe balancerende SIM kaart te leggen zonder de planken te bewegen. En na een tijdje pulliken (dat lijkt dan een paar uur te duren) had ik hem toch in een mooie houdgreep!!! Ik stond er versteld van en dacht: dit moet het begin van een mooie zondag worden… Maar ach en wee, plotsklaps verloor de pincet zijn greep… Het huilen stond mij nader dan het lachen, want daar was de balancerende positie zo mogelijk nog hachelijker geworden! Net toen ik dacht dat het vast niet erger kon, kwam mijn huisgenoot binnen om even te vragen of het allemaal wilde lukken. Grombels de grombels… Ze zeggen wel eens: van geiten leer je vloeken, maar met SIM kaarten en huisgenoten kom je ook een heel eind, kan ik u vertellen! Ik probeerde zo goed en zo kwaad als het ging mijn goedwillende huisgenoot de deur uit te werken, zonder de vloer te laten trillen. Een nieuwe poging, nu met twee afbreek mesjes, aangezien de SIM kaart niet meer te bereiken was met de pincet. Ik prikte in 1x toe… de SIM kaart verschoof… wankelde…
FEBRUARI 2005 VIS-À-VISMEMORY
Ik porde, ik sjorde, ik pullikte, ik wiebelde, kortom ik deed alles wat er maar in m´n hoofd opkwam. De SIM kaart bewoog niet. Er kwam niets meer in m’n hoofd op. Stilte. Daar lagen we dan, samen stil liggend op de grond op een prachtige zondagochtend. Ik met twee mesjes in mijn handen, en daarmee in zijn kleine plastic lichaampje prikkend. Het noodlot van deze gloednieuwe SIM kaart waarmee ik mij intens verbonden voelde lag in mijn met stanleymessen gevulde handen. Van deze actie hing alles af (en daarmee
mijn bereikbaarheid beste mensen, denk aan mijn bereikbaarheid!!!).
Leve de colofon! FEBRUARI 2005
Januari ´05. Een nieuw jaar, een nieuw begin met nieuwe kansen. Ook voor het officiële maandblad van ichthus Utrecht. Dachten wij… Echter, niets is minder waar. De eerste pagina van het januari nummer, waar voorheen de colofon te vinden was is nu iets anders te vinden. Iets verschrikkelijks… Overtuig u zelf. Is dit een grap??! Wat moet dit voorstellen? Deze nepcolofon is enkel surrogaat oplossing. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de vis-à-vis. Inmiddels zijn reeds twee maanden van afwezigheid van de gewaardeerde aloude colofon verstreken… Betekend dit het begin van een roemloos einde van de ons zo dierbare vis-à-vis? Neen, mijn broeders en zusters! Bij deze roepen wij u op om het struikelen van de redactie teniet te doen door ze de helpende hand te bieden. Wij willen de colofon terug! Dat is tevens de hartenwens van de onlangs in het leven geroepen actiegroep "leve de colofon". Daar ons aantal nog aan de kleine kant is willen wij u uitnodigen deel te worden van deze vergadering van nobele lieden. Met uw hulp wordt het wellicht mogelijk om de glorieuze terugkeer van de colofon te realiseren. Wilt u deel uitmaken van deze actiegroep, of wilt u ons werk steunen mail dan snel naar:
[email protected]. Om ons werk te steunen hebben we tevens veel geld nodig. Ook uw hulp is nodig. Doneer nu via giro: xxxxxx.
door Ronald van Houwelingen
Geliefde mede-ichthianen… Middels deze simpele titel willen wij een prangende kwestie met u delen. Een kwestie die ons zwaar op het hart ligt. Een kwestie die de aandacht verdient. Luistert u naar de roep van een aantal lieden die zich met vereende krachten in willen zetten voor de goede zaak. De goede zaak dreigt namelijk in het gedrang te komen. Welnu, wat is de goede zaak? Deze is vrij eenvoudig. Wij verbazen ons namelijk over de verdwijning van de enige echte colofon. Hij lijkt spoorloos verdwenen. Van de aardbodem verzwolgen. Volgens insiders werd hij voor het laatst gesignaleerd in de visà-vis van november 2004 en is sindsdien nimmer weergekeerd. ´Met de noorderzon vertrokken?`, zult u wellicht denken? Laten wij hopen van niet beste broeders en zusters, laten wij hopen van niet… Het einde van het jaar 2004 werd afgesloten met een schitterende in 256 kleuren gedrukte vis-à-vis editie. Het ´restylen` van het officiële orgaan door specialisten verhoogde de professionaliteit in grote mate. Niets dan lof daarover. Maar waar alle geld gespendeerd bleek aan 256 kleuren en een nieuw jasje verdween de colofon met stille trom. Het lijkt er op dat de colofon de dupe is geworden van deze vooruitgang. Opzienbarend was zijn verdwijning niet. Hij verdween simpelweg. Genegeerd. Alsof hij nooit had bestaan. ´Stank voor dank´, zouden we kunnen concluderen. Getuigd dit van de dankbaarheid voor zijn vele jaren van trouwe dienst?
9
Om een lang verhaal kort te maken… Met uiterst voorzichtige bewegingen, ja millimeter voor millimeter bewoog ik mijn handen. Met grote wilskracht lukte het om de SIM kaart van boven de afgrond terug te brengen naar mijn veilige -met planken bedekte vloer-. Tjonge, wat een problemen voor een heerlijke zondag ochtend… Gelukkig eindigde deze zondagochtend in ieder geval goed!
Wij rekenen op u! Namens actiegroep "leve de colofon" wil ik u alvast hartelijk bedanken voor uw steun en financiële bijdragen.
Elk fatsoenlijk blad heeft er één... Je kan ze tellen op de vingers van één hand, de bladen zonder colofon. Actiegroep ‘leve de colofon’ wil een halt toeroepen aan de teloorgang van het eens zo professionele maandblad, de ‘vis-à-vis’, van studenten vereniging ichthus utrecht. Ook uw steun is nodig...
MAART 2005 VIS-À-VISMEMORY
Wat ruikt dat hier... MAART 2005 door Ronald van Houwelingen
Mijn studentenkamer, mijn grote trots. Ze is niet meer wat ze geweest is. Wat is dat toch? Hoe is dat zo gekomen? Een ondefinieerbare vreemde lucht is hard bezig de gebruikelijke gezelligheid te bederven. De sfeer veranderd, verliest zijn glans. En dat alles door een vreemde, niet te achterhalen geur.… Ik weet niet wat het is. In eerste instantie probeer ik de aanhoudende stank te negeren. Maar na een week begint dat te vervelen. Bovendien wordt de lucht steeds doordringender. Totdat… de lucht zelfs mijn zondagsrust verstoort. Een dag waarop men normaliter geen kalf uit een put trekt. Maar deze lucht is ondertussen meer dan verschrikkelijk. Ik besluit om mijn vloer te boenen en te schrobben, op hoop van zegen. Helaas, een half uurtje later breekt de stank reeds door mijn frisse schoonmaakmiddel lucht heen. Wat is dat toch? Alleen maar frisse onderbroeken in de kast en ook mijn sokken zijn het niet. Vreemd, het komt zelfs niet van mijn waszak. Dat kan het echt niet zijn. Ik ruik aan al mijn schoenen, maar nee. Ik heb wel een paar schoenen wat sneller stinkt dan de andere paren (ja ja), maar dat is toch een andere geur…
Laat ze toch lekker... Allemaal prima, maar niet in mijn huis. Zolang ze de bloemetjes water geven en spelen in de wei hoor je mij niet klagen. Alleen zij gaan een stukje verder. Als jij in mijn huis rond gaat lopen zonder te hebben aangebeld zou ik het ook niet leuk vinden...
Het is maandag, tweede paasdag. Onverwachts heb ik een helder moment en denk, `Hé, misschien moet ik wel schoonmaken onder de bank. Wie weet wat daar ligt.` Dus ik til nietsvermoedend de bank op zijn zijkant… en weet niet hoe snel ik hem weer moet laten zakken. AAAarghh… Niet gedacht en toch aanwezig. Een klein grijs hoopje ligt daar op de vloer. Het klamme zweet breekt me uit. Een levend muisje vond hier zijn einde. Of is het nog niet dood? Angst omklemt mij. Een levend muisje is niet erg. Dan weet je waar je aan toe bent, maar dit… Ik ren naar beneden en klop aan de deur van een (vrouwelijke) huisgenoot. Snel vertel ik haar over mijn vondst… Ze klinkt opgelucht, zou dit dan die vreemde stank verklaren? Immers, ook een verdieping lager was er ietwat reukbaar. Samen tillen we de bank opnieuw op en zetten deze op zijn kant. Ja, er ligt echt een dode muis. Mijn huisgenoot blijkt dapperder dan mij en met een plastic zakje is het arme beestje al snel richting vuilniszak verhuisd. Ik haal weer opgelucht adem, ga aan de slag met de stofzuiger, kaarsjes en heel veel deodorant… Mijn kamer is weer de oude. Nu alleen hopen dat dit schattige muisje niet getrouwd is geweest en zijn of haar echtgenoot achter heeft gelaten met een nestje kinderen. Op dit moment heeft zijn (drinke)broertje tevens een roemloos einde gevonden. Hij heeft, wellicht door het overlijden van zijn naaste familielid te diep in het glaasje gekeken. Dit is hem fataal geworden, want wij vonden hem overleden en wel in datzelfde (wijn)glaasje terug. Het is onbekend of hij is gestorven aan een overdosis alcohol, dat hij zichzelf heeft verdronken, of simpelweg niet meer uit het glas kon klimmen. Kom nog eens langs, dan klinken we een wijnglas op de goede afloop. Inderdaad, hetzelfde glas uiteraard…
10
APRIL 2005
Proef de stilte APRIL 2005
VIS-À-VISMEMORY
door Ronald van Houwelingen
Tja, de bloemetjes en de bijtjes zijn weer druk in de weer. De vogels spinnen en weven niet, maar zijn desondanks gekleed in de prachtigste kleding. Op een mooie zondagmiddag trok ook ik mijn feestkleren aan en ging op zoek naar de stilte. Op zoek naar de eenzaamheid en het simpelweg genieten van niets.
Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden [...] de hele nacht bleef hij tot God bidden
Het genot van de lente. Wat is er mooier dan dat? Daarom placht ik geregeld gewapend met papier en fiets de stilte te zoeken. Hobbelend, bobbelend op m’n dooie akkertje tussen weilanden door karrend. Een zondagsrijder, maar dan anders. Een toerist in de natuur, ofwel een naturist, maar dan geheel(!) anders.
Uiteindelijk vind ik het. Het ideale plekje. Ver van autogeronk, relatief dichtbij huis. Het ideale plekje, aan het eind van een hobbelweggetje. Een afsluitend hek en daarachter… daar zit ik. Genietend, murmelend, zingend, mijmerend, luisterend, pratend met God. Mijn spijkerboek relaxt uitgestrekt op gras en zand… Ik geniet. Mobiel uit, verstand op nul. Ontspanning, richt je blik op de natuur, richt je blik op God.
Op de een of andere mysterieuze wijze sla ik regelmatig de juiste wegen in. Doodlopende landweggetjes, met aan het einde een weiland. Geweldig! Dat is wat ik zoek. Grandioze stilte plekken. Een plek onder de zon, in het gras, tussen de vlaaien. Relatief stille stukjes grond, waar het zo mooi is dat je niets anders kan dan genieten. Ik fiets en fiets. Op zoek naar dát ene, dát ideale plekje. Mijn privé stilte plek. Een plek waar ik ongestoord kan zitten mijmeren, zonnen, luisteren naar getjilp van krekels, gegak van ganzen, gefluit van vogels, knisperende blaadjes kan horen ritselen. Waar je de verwantschap met grassprietjes weer voelt opborrelen.
Het leven is zo gek nog niet... Een plek onder de zon, in het gras, tussen de vlaaien. Relatief stille stukjes grond, waar het zo mooi is dat je niets anders kan dan genieten.
11
Lucas 5: 16 en Lucas 5: 12
Wat wil een mens nog meer? Genietend na zijn geploeter onder de zon… Wat een leven! Bijen gonzen, vogels fluiten, piepen, tjilpen, zingen. In de verte het geblaat van een schaap. De zon boven een uitgestrekt weiland. Heerlijk, zo´n stilte plek. Heerlijk, dit genieten. De mensen zie ik wel – horen kan ik ze gelukkig niet. Mocht jij toevallig op die weg verzeild raken, een blik werpen in dat prachtige weiland. Een schim zien zitten van een zielsgelukkig persoon… Blijf dan niet staan, ga niet kijken, loop door en zoek je eigen stilte plek. Probeer het naastgelegen weiland, en begin te genieten. Proef de stilte…
MEI 2005 VIS-À-VISMEMORY
‘Ik heb het gevoel dat ik met Patrick communiceer, want terug praten kan hij niet.’ ‘Vooral `1,2,3,4, Pietje Puk die heeft plezier´ is een topper van de bovenste plank’
Een ander leven door Ronald van Houwelingen
Als student heb je het zo slecht nog niet. Je hebt dan misschien weinig geld, maar daar staan weer vele andere voordelen tegenover. Relatief veel vrije tijd (althans, je kan het zelf indelen) en mogelijkheden te over om deze tijd in te vullen. Gezelligheid, feestjes, en dergelijke zaken zorgen voor een zorgeloos studentenleventje. Het op kamers wonen alleen al geeft enorme mogelijkheden. Vrijheid om te studeren wat je wilt, op de manier waarop jij dat wilt en natuurlijk op de tijd die jij bepaalt. Voor sommige mensen ligt dat echter net niet zo eenvoudig. Ik mocht twee dagen activiteiten begeleider zijn van een jongen van 13 jaar met autisme. Het is maandagmiddag. Ik stap over de drempel van het huis waarin Patrick* woont. Ik stap in een nieuwe wereld. Een onbekende, vreemde wereld. Gelukkig komt Patrick al vrij snel op mij af huppelen. Hij ziet er uit zoals iedere jongen er uit zou kunnen zien. Leuk, vlot, spontaan. Zijn mooie lange bruine haren liggen een beetje warrig op zijn hoofd. Een duim in zijn mond. Hij schommelt met zijn romp richting zijn knieën en terug. Soms versneld hij het tempo. Nu en dan stopt het bewegen, om daarna weer op volle toeren te
12
starten. Het betekend dat hij aandacht voor me heeft en het (dat ben ik in dit geval) interessant of leuk vindt. Plotseling schatert hij het uit. Het schalt door de kamer. Een beetje heen en weer draaien. Naar me toe lopen en weer weglopen. Dan een kinderhand die je aan wil raken. Plotseling wordt ik omarmt. Patrick giert het uit. En schaterend vlucht hij weer een paar meter bij me vandaan. Dan komt hij naast me op de bank zitten en het ritueel herhaalt zich. Lachen, stil zitten, aanraken, een schaterende lach, m´n hoofd draaien, aan m´n haren trekken, me likken met z´n tong… Uitproberen. Ervaren. Voelen. Alles behalve praten. Communiceren is moeilijk… Bewogenheid stroomt door mij heen. Wat een leven, maar dan anders. Zo´n jongen van 13 jaar. Een heel leven voor zich - met zo´n ziekte. Kan hij zichzelf zijn? Kan hij zijn wie hij wil zijn? Ik weet het niet. Veel tijd om hierover na te denken is er ook niet. Ik krijg instructies en les in het op de wc zetten van Patrick. Hij heeft nog een luier om en door hem vaak op de wc te zetten wordt hem zijn incontinentie afgeleerd. Het verschonen wil echter niet erg vlotten doordat het voor Patrick
MEI 2005 VIS-À-VISMEMORY
vandaag een lachdag is. Werkelijk alles is reuze grappig. Gierend van de lach hopt hij rond. Natuurlijk is het voor hem best spannend met een nieuwe begeleider. Hij heeft mij nooit eerder gezien en heeft bovendien meestal vrouwelijke begeleidsters.
Eenmaal thuisgekomen probeer ik hem op de wc te helpen. Zijn broek en luier uitdoen, op de wc zetten en rustig laten plassen gaat nog wel. Maar dan probeer ik om hem een nieuwe luier aan te doen. Wat is dat een gepruts zeg! De truc is om achter Patrick te staan met zijn gezicht van je af, zodat hij zijn aandacht niet op jou richt. Maar wat te doen als hij We gaan naar buiten. Ik probeer Patrick zijn jas aan te voortdurend in de lach schiet, zich omdraait, zich bukt of doen en zijn schoenen. Dat valt alleen niet echt mee als hij aan je gaat zit plukken en dergelijke? Ik ben de wanhoop niet mee werkt (probeer dit maar eens met een onwillig nabij. Uiteindelijk lukt het me met heel veel praten en veel broertje of zusje). Bovendien probeert Patrick elke keer weg gedoe. Maar dan nog het handen wassen, iets wat zo eente duiken. Dan heb ik hem net zijn jas en schoenen aangevoudig lijkt te zijn als je het zelf doet. Ik draai de kraan open daan en duikt hij ineens met een snoekduik op bed. Dan ligt en Patrick doet na wat aandringen zijn handen onder de hij daar met zijn bemodderde schoenen die ik hem net heb straal. Alleen het zeep pakken wil totaal niet vlotten. Nadat aangedaan. Elke handeling moet voortvloeien in de volgende, hij zo mogelijk alles heeft aangeraakt met zijn kletsnatte hanzonder tussenpozen. Uiteindelijk staan we samen buiten, met den besluit ik om de zeep maar te laten zitten (later bleek dat jassen en schoenen aan. We wandelen richting het bos. Nou ik zelf zijn handen in had moeten zepen). "Tjonge, wat is dat ja, wandelen… we bewegen ons vooruit. Soms loopt hij een een getob en gepruts", denk ik bij mezelf, "En dan ben je paar passen, dan weer staat hij stil. Soms `hipt´, of `hupt´ hij alleen nog maar even naar de wc geweest." Naar de wc gaan, met een paar sprongetjes van mij weg. Ik moet goed oppassen iets waar ik zelf nauwelijks bij nadenk, kost nu minimaal een dat ik Patrick zijn hand niet loslaat. Voordat je het weet hopt kwartier en heel veel moeite. hij onder een auto. Alleen soms knijpt hij heel hard in mijn hand met zijn nagels. Als het vel echt weg is geknepen, trek ik Nadat ik thee heb gezet loop ik met het dienblad de kamijn handschoenen maar aan. mer in. Het dienblad met rijstewafels, crackers en krentenbrood zet ik op tafel en haal Patrick van zijn kamer. Als hij Het huis is uit zicht, we lopen op de stoep. Patrick schaaan tafel zit blijkt het blad binnen zijn handbereik te staan. tert het uit, vliegt op een bosje coniferen af en plukt enkele Hij graait zoveel mogelijk van de schaal af en propte dat met takjes. Deze stopte hij bliksemsnel in zijn mond en begint te twee handen tegelijk in zijn mond. Ik zit wat bedremmeld toe kauwen. Hij kijkt me stralend van blijdschap, half lachend te kijken. Nadat hij het aandachtig en kraaiend van plezier aan. Daar sta ik dan. Wat kan ik doen? "Spuug eens uit, Paheeft vermaalt en verkruimelt in zijn mond besluit hij dat het trick, spuug maar uit!", roep ik hem toe. Gelukkig, hij doet toch wat veel van het goede is. Dus spuugt hij deze vermalen wat ik vraag, maar ik ben behoorlijk geschrokken en wissel brei in kleine stukjes weer uit op tafel. Verbijsterd kijk ik toe. van zijde, zodat ik nu tussen hem en de struikjes loop. Het Is dit gebruikelijk? In ieder geval heeft Patrick de grootste lol blijkt veel lastiger dan van tevoren gedacht. Bij Patrick werkt van de wereld. Hij lijkt alles grappig te vinden. Maar ik zit het autisme soms heel dwangmatig. Ik mag dus ook niet iets werkelijk met de handen in mijn haar (wat ik over het algedirect verbieden. Door het autisme kan dat dan dwangmatig meen toch niet snel doe). in zijn gedachten raken, zodat hij het juist gaat doen. Ik blijf dus op vriendelijke wijze Patrick vragen om geen dingen in Na deze dag besef ik wel wat een vrijheid ik heb. En wat zijn mond te stoppen. Het lijkt alleen niet veel effect te hebhet is om een gezond lichaam te hebben en te kunnen leven ben. Soms staat hij ineens stil en wil niet verder. Het volgende zoals ik wil. Toch is het heel bijzonder om zo´n jongen te moment stormt hij weer op de struiken af om takjes met bos- hebben mogen begeleiden gedurende twee dagen! sen tegelijk in zijn mond te stoppen. Of gras. Of bladeren van de grond. Zelfs kiezelsteentjes met zand. Het is elke keer de vraag of hij het niet doorslikt of zich verslikt. Ik hoor de steentjes rammelen tegen zijn tanden, en zijn kiezen malen langs het zand. Ik vraag hem wanhopig om die dingen uit te spugen, bang dat hij er eentje doorslikt… Wat is dit moeilijk! Ik probeer hem bij takjes, gras en kiezelsteentjes vandaan te houden. Maar dat is vrij lastig in een bos. Ik begin met zingen: ´In een groen groen groen groen knollen knollen land´. Ik zing ook liedjes van Elly & Rickert als ik de tekst ken (dankjewel Iwan!). Het helpt in ieder geval wel. Hij loopt regelmatiger en beter op de maat van de muziek. En ik heb het gevoel dat ik met Patrick communiceer, want terug praten kan hij niet. Vooral `1,2,3,4, Pietje Puk die heeft plezier´ is een topper van de bovenste plank. De laatste tien minuten op de terugweg blijken moeilijk te zijn. Patrick wordt moe en loopt steeds langzamer. We slenteren richting huis. Hij gaat steeds meer als een hoepeltje lopen, zo krom. Ik ben blij als we allebei thuis zijn, zonder ernstige verslik acties.
13
MEI 2005 VIS-À-VISMEMORY
Sprinkhanen en wilde honing door Ronald van Houwelingen
Op een woensdagochtend in het voorjaar toog ik richting de Utrechtse binnenstad. Ik was op zoek naar ingrediënten om een waar feestmaal te kunnen bereiden. Met mijn kringgenoten zouden we onze mede ichthianen een heuglijke maaltijd aanbieden. Onze kring had namelijk besloten een oud Egyptische maaltijd te bereiden. Deze maaltijd is wellicht het toppunt van geestelijke kookkunst. In dit bijbelgedeelte wordt gesproken over een maaltijd die de Israëlieten deed terugverlangen naar hun gevangenschap onder Egyptische heerschappij (num 5). In de woestijn was er elke morgen weliswaar manna te vinden, maar het vlees groeide er niet spontaan op de rotsen. De incidenteel vindbare lekkernijen betroffen dan ook sprinkhanen en wilde honing. In Egypte daarentegen wisten ze alles over vleespotten en hun inhoud. `We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook.´ (Numeri 11: 5) Nu wil het geval dat er in tijden van farao´s en piramiden wellicht volop sprinkhanen in het midden oosten voorradig waren. Doch, het zoeken naar sprinkhanen in een geasfalteerd Utrecht is een zaak van een geheel andere orde. Nu was ik echter vastbesloten om mijn mede kringgenoten niet teleur te stellen. Ik stapte dus koelbloedig iedere mogelijke dierenwinkel binnen om aldaar te informeren. Gelukkig kwam ik er vrij vlot achter dat er achter de bijenkorf een reptielen winkeltje scheen te zitten.
Nomaden beladen met zakken sprinkhanen
14
`We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook.´ Numeri 11: 5
‘Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing’ Marcus 1:6 en Mattheus 3:4
Nietsvermoedend stapte ik naar binnen, om vervolgens geconfronteerd te worden met tientallen tarantula´s, slangen en andere afgrijselijke gedrochten. Desalniettemin waren er eveneens de felbegeerde sprinkhanen. Deze werden alleen levend verkocht, maar dat zou lastig worden. De verkoper gaf mij daarom het volgende advies: je hoeft ze alleen maar twee minuten in de vriezer te stoppen en ze vriezen dood, gezien hun koudbloedigheid. Opgetogen sprong ik op mijn vehikel en fietste terug... Rond 11 uur verzamelde zich de complete kring op mijn kamer en we verwonderden ons over de schepselen der natuur. Deze lieftallige sprinkhanen zagen er namelijk wonderbaarlijk angstwekkend uit. De koude oogjes, het doodstil zitten en plotseling springen, magere griezelige lijfjes met harige pootjes… Brr… We aten eerst wat boterhammetjes, want de eetlust was er niet minder om geworden. Besloten werd de sprinkhanen snel in de vriezer te deponeren, zodat we ze er op tijd uit konden halen en zo zeker konden zijn van een koude dood. Nadat de lieve diertjes een tien minuten hadden doorgebracht in onze vriezer waren ze om zo te zeggen ‘stijf bevroren’. Met name Arnoud was verrukt door deze beestjes en plukte ze uit het doosje om er vervolgens mee te gaan zwaaien e.d. Dianne kon hem slechts met krachtige argumenten weerhouden van het verstoppen van een drietal sprinkhanen
her en der in mijn bed toen ik naar de wc ging. Restten ons de overige ingrediënten. De wilde honing had Hanneke geregeld, omdat papa van den Bos voor imker speelt in zijn vrije tijd. We hadden enkel en alleen nog de ingrediënten uit Numeri 11:5 nodig. Enthousiast trokken we er in groepjes op uit. Beladen met lekkernijen arriveerden we weer op mijn kamer. Snel togen we aan de slag om dit wonderbaarlijke gerecht te bereiden. Onze kringleider achtte het namelijk noodzakelijk om onze kringmaaltijd met gepaste trots te presenteren in Cunera. Daar zouden alle andere kringen ook hun creaties ten toon spreiden. We wilden dus onze maaltijd presenteren middels een kort toneelstukje. Gewikkeld in hoeslakens speelden we hele bijbelstukken na ter voorbereiding. met Arnoud als fiere Mozes voorop stampten we door mijn studentenkamertje. Het volk van Israël werd uitgebeeld door Dianne, Hanneke en ik. Het aloude Egypte werd vertegenwoordigd door een man in lendendoekje (Klaas), en Tabitha met sieraden. Gedurende het stukje zouden we als Israëlieten door een denkbeeldige woestijn sjokken, achter onze leider Mozes aan. Vervolgens zou er een zandstorm opsteken (m.b.v. een ventilator). Als klap op de vuurpijl kwamen dan de Egyptenaren voorbij snellen als een soort van fata morgana met hun wonderbaarlijke superieure Egyptische gerecht.
DECEMBER 2005 VIS-À-VISMEMORY
Vol goede moed togen we naar Cunera waar we ons wikkelden in de hoeslakens en handdoeken. Dramatisch stampte Arnoud naar voren, de zaal in, en wij Israëlieten volgden slaafs ons grote voorbeeld. De zandstorm stak op en we klaagden en riepen. Het fata morgana met het wonderbaarlijke Egyptische gerecht kwam levend door de zaal dansen. De mannelijke Egyptische danser trok alle aandacht naar zich toe in zijn schamel lendendoekje… Het moment suprème brak aan, wij Israëlieten trachten de eenvoudige tekst uit Numeri 11: 5 in koor te roepen. Maar ach en wee, daar ging één der Israëlieten in de fout en de tekst liep volledig in de soep. Eén der Israëlieten trachtte de
situatie nog te redden door de tekst eenvoudig te vertolken. Volkomen ontredderd stapte Mozes naar voren en proclameerde dramatisch schreeuwend de bewuste bijbeltekst. Enigszins bedremmeld doch met warm applaus onthaald togen de Israëlieten terug naar de catacomben om zich aldaar te verkleden.
Je eigen fiets jatten valt niet mee
van de twee vastgeklonken fietsen. Nu versterkt met hulp van Cora´s zijde. Cora heeft namelijk ervaring met het openen van vastgeklonken fietsen aan palen (oh ja?). GIRL POWER… De twee dames fietsen eerst heel Utrecht door om een ijzerzaagje te halen op het werk van Hielke en gaan vervolgens aan het zagen. Twee gerafelde ijzerzaagjes later zijn ze slechts anderhalve millimeter opgeschoten en drie uur verder. Als de zaagjes beide volkomen glad zijn gezaagd zit er niets anders op dan weer richting Hielke te fietsen. Het einde (van het slot en van het jaar) is nog lang niet in zicht en de moed zinkt ze nu reeds in de schoenen!
door Ronald van Houwelingen
Het is oudejaarsavond. In een gezellige huiskamer aan de vleutenseweg zijn verschillende ichthianen te gast tijdens het eten. Het gezellige geklets zwelt slechts af en toe aan in volume wanneer er meningsverschillen worden uitgewisseld. Belangrijke theorieën aangaande het methodisch ontkurken van wijn en dies meer passeren de revue. Om kwart over zeven spoeden twee plichtsgetrouwe christenen zich richting stamkerk om aldaar het oude jaar op eerbiedwaardige wijze af te sluiten. De drie andere onverlaten besluiten hun tijd te vullen met musiceren, weliswaar ook tot eer van God, maar toch… Echter, de plichtsgetrouwe kerkgang lijkt in termen van aardse begrippen althans - niet te worden beloond. Want als een van de kerkgangers een paar uur later weer arriveert is dit zonder fiets. Het fietsslot waarmee de fietsen van Marjolein en Hielke vastgeklonken zijn op het kerkplein blijkt niet meer open te krijgen... Olie, spuug, krachtig optreden van Hielke, trappen en schoppen, ja zelfs mond op slot beademing en vriendelijk toespreken brengt ze geen oplossing. De twee fietsen blijven verlaten op het kerkplein achter. Dat wordt dus bicyclepoulen... met drie man (en twee vrouw) op vier fietsen richting Harmen. Daar wordt de jaarwisseling op geestelijke en feestelijke wijze gevierd volgens ichthiaanse tradities. De volgende middag reeds buigt Marjolein zich weer over het probleem
15
als een levend getuigenis voor velen. Hoe vreselijk! Was wellicht Johannes gewend aan een maal van levende sprinkhanen, wij westerlingen koken, bakken en braden alle vlees langdurig voor iedere consumptie. Gewapend met mes en vork togen we al prikkend naar de schaal om de tot leven komende sprinkhanen alsnog van kant te maken. Toch had ons toneelstukje indruk Uiteindelijk mochten we toch dankbaar gemaakt en niet alleen het Egyptische en blij de gouden garde in ontvangst gerecht trok de aandacht van vele honnemen. Gelukkig hadden we de sprinkgerige lieden, ook de sprinkhanen krehanen tien minuten in de vriezer gegen volop belangstelling. Doch wat daan in plaats van de geadviseerde twee bleek? De sprinkhanen, slechts gedeelte- minuten… En bovenal was ik blij met lijk verlamd door de tien koude minuten het feit dat er geen zogenaamd dode waren wellicht bevroren geweest, zij sprinkhanen in mijn warme bedje wagetuigden nu met steeds meer beweging ren verstopt…
Op grond van bovenstaande gegevens zou je bijna kunnen concluderen dat het een rotbaan is om fietsen te jatten. Toch worden er ieder jaar 900.000 fietsen in ons land ontvreemd. Dat lijkt me behoorlijk problematisch, maar bij BNN denken ze daar anders over en schijnen ze het nodig te vinden een cursus fiets jatten te geven op de tv. In BNN´s University vertelde een professioneel fietsjatter dat hij 20 jaar ervaring heeft en bijna elk slot binnen 20 seconden kan kraken. De enige methode die niet werkt is... juist... een ijzerzaagje. Dat bleek, want na uren en uren zwoegen en zagen bleek het mooie slot nog steeds intact. Eenmaal bij Hielke gearriveerd bedenkt deze jongeman spontaan dat er ergens in de straat nog een man woont die in het bezit is van een slijptol. Tjonge, dat biedt perspectieven.
Na anderhalf uur heen en weer fietsen ijlen ze richting de dichtstbijzijnde deurbel. Daar leggen ze omstandig hun probleem met de twee vastgeklonken fietsen uit. Gelukkig worden ze gastvrij ontvangen door deze buren van de kerk. Nadat de juiste buren zijn opgetrommeld is het slot binnen enkele seconden open. De buurmannen van de kerk worden allen vriendelijk bedankt. Na een hele middag zwoegen en ploeteren kan Marjolein eindelijk met twee fietsen en wat oud roest naar huis. Het is de eerste welbestede middag van het nieuwe jaar...
JUNI 2005 VIS-À-VISMEMORY
Dankwoord aan ichthus utrecht JUNI 2005 door Ronald van Houwelingen
Met hartverwarmend tumult worden nieuwe ichthianen op feestelijke wijze onthaald tijdens de installatie ceremoniëlen. Het ichthus zo kenmerkende feestgedruis vult gedurende deze gelegenheden de ruimte die nu nog de uwe is te noemen. En terecht! Dit opluisterende roerige rumoer benadrukt de innerlijke verbondenheid tussen oude en nieuwe leden. Dit aloude fenomeen is vorig jaar op passende wijze gecultiveerd door mijn beminde (geestelijke) vader A. den Boer. Het nemen van afscheid echter, is een moment van een geheel andere orde. De innige ichthiaanse verbondenheid die ik zo diep van binnen mocht smaken is nu reeds op ruwe wijze verscheurd. Deze twee korte jaren van trouwe dienst staan dan ook in mijn herinneringen gegrift. De dag van afscheid echter, is stil vergleden. Sterker nog, ik kan mij eenvoudigweg de laatste dag niet herinneren. Wanneer is mijn ichthiaanse karakter van mij weggenomen? Dit timide heengaan –en wie weet waar naartoe?– brengt mij enigszins in dubio. Wellicht kan een deïnstalleren van afscheidnemende lieden een en ander ophelderen in de toekomst. Dit zou tevens het eerste treurige ritueel in de ichthiaanse geschiedenis worden –het exorbitante afscheid van Joost II buiten beschouwing gelaten–. Een andere optie is om afscheidnemende lieden te installeren als alumni lid, dan valt er alsnog iets te vieren.
De spreuk ‘wie schrijft, die blijft’ is met recht dubieus te noemen... Ofwel de spreuk klopt niet, aangezien ik schrijf en vertrek. Anderzijds zou u kunnen concluderen dat ik niet kan schrijven.
Waar ik in het bijzonder van heb genoten, het schrijven van artikelen in de vis-à-vis, ligt mij schier aan het hart. Dankbaarheid vliedt door mijn geest als ik terugdenk aan een onverwacht groot lezerspubliek waar ik op kon rekenen in goede en kwade dagen. U was –wellicht ongewild– degene die ik kon overladen met onzinnige gedichten, onsamenhangende woorden, zinloze verhalen en nog veel meer. De gebruikelijke distributiekanalen voorzagen in een behoefte mijnerzijds. Het mooie was dat ik voor uw tijd vrijwel nooit een pen hanteerde, behalve dan voor het schrijven van knullige gedichten en het vullen van mijn lieve roze gekoesterde dagboekje. Doch, niemand van u die daarnaar vroeg, noch daarover klaagde. U heeft mijn hersenspinsels mogen lezen, wellicht met afschuw, wellicht niet alle, doch u gaf mij de zekerheid om door te gaan. U gaf mij de rotsvaste overtuiging om op experimentele wijze uw gedachten voor korte tijd te belasten met licht, zinloos, leeg, gevuld, luchtig of zwaar leesmateriaal. Dankbaarheid overheerst als ik mijmerend uw vertrouwen in het door mij gepresenteerde aardse en geestelijke voedsel beschouw. Met weemoedige blik bestudeer ik nu de gouden pen, welke ik voorjaar 2004 mocht ontvangen. Het is een voorrecht dat ik dit genoegen mocht smaken, een bekroning op mijn werk te uwer dienstbetoon. De spreuk “wie schrijft die blijft” is dus enigszins dubieus geworden met mijn vertrek, hoewel dit voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Laat ik mij nader verklaren. Enerzijds zou er logischerwijs geconcludeerd kunnen worden dat de spreuk met mijn vertrek nietig verklaart kan worden. Of dat er althans geen blijvende waarde gehecht kan worden aan de spreuk. Immers, de spreuk liegt aangezien ik niet blijf, hoewel ik heb geschreven en nog steeds schrijf. Anderzijds zou mijn vertrek kunnen slaan op de beperkte schrijverscapaciteiten die ik als schrijver bezit. Uitgaande van een volledig waarheidsgetrouwe spreuk is mijn vertrek dan een soort oordeel over mijzelf. Echter, dan zou enkel de schrijver die zichzelf een leven lang bindt aan zijn geboorteplaats de enige ware schrijver zijn. Iets wat wellicht zou kunnen, doch niet in mijn geval. Dit heikele punt zou kunnen worden opgelost door een derde mogelijkheid, namelijk dat elke schrijver in zekere zin aanwezig blijft. Neem bijvoorbeeld het heengaan van Marten Toonder. Hoewel hij lichamelijk gezien niet meer in ons midden vertoeft, zal zijn geest ons eeuwig vergezellen. Zijn gespleten persoonlijkheid die wij thans mogen kennen in de figuur T. Poes en de heer O.B. Bommel koesteren wij. Deze bijzondere man zal ons altoos vergezellen, zijn sublieme schrijverskwaliteiten zullen wij op handen dragen. Ik zie uit naar het hartverwarmende tafereel dat mijne situatie mocht gelijken op de genoemde van M. Toonder. Immers, hoewel de directe lichamelijke verbondenheid tussen mij en ichthus utrecht nu lijkt verbroken meen ik in geestelijke zin blijvend verbonden te zijn met u allen. O, mochten de povere schrijfselen mijnerzijds menigeen doen herinneren aan deze goede doch helaas vervlogen dagen. Ik dank u allen.
16