Almere, oktober 2012
Geachte ouders, beste leerling, In het onderstaande vindt u/vind je alle informatie die van toepassing is op rapportage en bevordering voor het lopende schooljaar. We nodigen u/ je van harte uit, de resultaten en informatie over onder andere absentie ook met regelmaat te volgen op het ouder-/leerlingportaal. Mochten er problemen ontstaan met inloggen, dan kunt u een mail sturen naar:
[email protected]
of
[email protected]
Overige informatie voor de bovenbouw is te vinden in het examenreglement en de PTA ‘s.
Namens de schoolleiding , Stefen Duzijn
I.
Het rapport
Rapportageboekje 2012-2013
1
Algemene informatie, die ook ouders/leerlingen ontvangen: 1. Leerlingen ontvangen driemaal per jaar een rapport. In havo 5 en atheneum 6 ontvangen de leerlingen tweemaal een rapport en een overzicht van de eindcijfers over het gehele schoolexamen vlak voor het eindexamen. 2. Indien nodig wordt er tussentijds een cijferoverzicht uitgereikt. 3. Uiterlijk binnen 3 weken na de uitreiking dienen de rapporten ondertekend te worden geretourneerd bij de mentor (periode 1 en 2). 4. De bevorderingsnormen worden uitgereikt bij het eerste rapport van elk schooljaar. 5. De bevorderingsnormen worden getoetst op het eindrapport. Hierbij wordt gekeken naar het voortgangsgemiddelde. 6. Berekening van het voortgangsgemiddelde: in de onderbouw: het gewogen gemiddelde van alle behaalde cijfers in de bovenbouw: het gemiddelde van alle schoolexamencijfers die voor een vak behaald zijn. In havo 4,5 en atheneum 4,5,6 wordt behalve met SE-toetsen gewerkt met voortgangstoetsen. De resultaten van deze toetsen worden gerapporteerd via SOM en worden via een per sectie afgesproken weging in het schoolexamencijfer meeberekend. (Zie ook het examenreglement en de PTA’s). 7. Alle rapportcijfers zijn afgerond op één decimaal. De bevorderingsnormen worden toegepast op hele getallen. Bij de afronding op hele getallen wordt een 5 of hoger achter de komma naar boven afgerond en wordt een 4 of lager achter de komma naar beneden afgerond. 8. Naast de beoordeling van de leerling d.m.v. cijfers vindt er bij elk rapport ook een kwalitatieve beoordeling plaats. Vakdocenten rapporteren middels het toekennen van een O, en V of een G op twee items: (zorg voor) Huiswerk en Spullen (HS) Inzet en Gedrag in de les (IG) In elke sectie worden afspraken gemaakt over de wijze waarop leerlingen op deze items beoordeeld worden.
Rapportageboekje 2012-2013
2
Gebruikte afkortingen bij de rapporten g v m o HS IG
goed voldoende matig onvoldoende (zorg voor) Huiswerk en Spullen Inzet en Gedrag in de les
VG SeT SeP SeH
Voortgangsgemiddelde Schoolexamen theoriedeel Schoolexamen praktijkdeel Schoolexamen handelingsdeel
Boven de cijferkolom gebruikte afkortingen: ET: E-toets H: Handelingsdeel LT: Luistertoets M: Mondeling PF: Portfolio PO: Praktische opdracht SB: Spreekbeurt – Presentatie
SV: T: Tek: TV: V: VT: WS:
Samenvatting Theorietoets Tekening Tekstverklaring Verslag Voortgangstoets Werkstuk
Algemene informatie voor docenten t.b.v. het invullen van de rapportage:
1. Aan cijfers die meetellen voor het rapport, moet een weging worden toegekend door de vakdocent. In de onderbouw (klas 1, 2 en 3) wordt de weging (per toetsonderdeel) gebruikt, die is vastgesteld in de sectie. De wegingen voor de bovenbouwklassen zijn vastgelegd in de PTA’s. Bedenk dat cijfers van onderdelen die in SOM worden ingevoerd maar niet mogen meetellen, de weging 0 moeten krijgen. 2. Het berekenen van het voortgangsgemiddelde van de cijfers gaat automatisch. 3. De bevorderingsnormen worden toegepast op het behaalde voortgangsgemiddelde.
Algemene informatie voor docenten per afdeling/opleiding:
1. De leerlingen uit de AH1 klassen krijgen de stof aangeboden op a/h-niveau en in de toetsen wordt onderscheid gemaakt tussen deze niveau’s. Deze leerlingen krijgen dan ook een rapport met havo-cijfers en een rapport met atheneum-cijfers. Voor deze klassen zijn twee overgangsnormen opgenomen. Eén voor AH1 naar H2 en één voor AH1 naar A2. 2. De leerlingen uit de A1 en A2 klassen krijgen de stof aangeboden op atheneum niveau. De leerlingen uit de H2 klassen krijgen de stof aangeboden op havo niveau.
3. Een tussentijdse overstap naar een andere afdeling is maatwerk. Een verzoek tot overstap kan bij de afdelingsleider van de betrokken afdeling worden ingediend. De afdelingsleider beslist, de betrokkenen gehoord hebbende. Rapportageboekje 2012-2013
3
II.
De bevorderingsnormen
Bevorderingsnormen bij de overgang van klas A1 naar klas A2
Onvoldoendes
5
4
5-5
4-5
5-5-5
4-4
4-5-5
Compensatie: minder dan 4 punten:
+
+
B
B
-
-
-
Compensatie: 4 punten:
+
+
+
B
B
-
-
Compensatie: meer dan 4 punten:
+
+
+
+
B
B
-
Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is maximaal één 5 toegestaan. + B -
bevorderd naar het tweede leerjaar binnen dezelfde stroom bespreekrapport; de afdelingsleider beslist, de docentenvergadering gehoord hebbende bevorderd naar het tweede leerjaar van een lagere stroom/lager niveau
Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) 1.
Voor de normen tellen alle vakken mee*, behalve het cijfer voor SBU.
2.
Berekening van compensatiepunten*: 7 = 1 punt compensatie 8 of hoger = 2 punten compensatie
3.
Indien het derde rapport van een leerling het eerste bespreekrapport is, wordt de leerling bevorderd. Indien het derde rapport het eerste onvoldoende rapport is (-) wordt het rapport beschouwd als bespreekrapport.
4.
Is een rapport slechter dan de rapporten die in de normentabel zijn opgenomen, dan bepaalt de afdelingsleider, de docentenvergadering gehoord hebbende, of bevordering naar het tweede leerjaar van een lagere afdeling of lager niveau mogelijk is.
*
Voor het vak l.o. geldt: Het vak telt mee bij de vaststelling van de overgang van klas 1 naar klas 2 (aantal behaalde onvoldoendes). Het behaalde cijfer telt niet mee bij de vaststelling van het aantal behaalde compensatiepunten.
Rapportageboekje 2012-2013
4
Bevorderingsnormen bij de overgang van klas AH1 naar klas A2
In de AH1-klassen krijgen alle leerlingen een A-cijfer en een H-cijfer. Bevorderbaar voor wat betreft het Havo-rapport én voor het A-cijfer geldt: Onvoldoendes
5
4
5-5
4-5
5-5-5
4-4
4-5-5
Compensatie: minder dan 4 punten:
+
+
B
B
-
-
-
Compensatie: 4 punten:
+
+
+
B
B
-
-
Compensatie: meer dan 4 punten:
+
+
+
+
B
B
-
Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is maximaal één 5 toegestaan. + B -
bevorderd naar het tweede leerjaar Atheneum bespreekrapport; de afdelingsleider beslist, de docentenvergadering gehoord hebbende bevorderd naar het tweede leerjaar van een lagere stroom/lager niveau
Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) 1.
Voor de normen tellen alle vakken mee*, behalve het cijfer voor SBU.
2.
Berekening van compensatiepunten*: 7 = 1 punt compensatie 8 of hoger = 2 punten compensatie
3.
Indien het derde rapport van een leerling het eerste bespreekrapport is, wordt de leerling bevorderd. Indien het derde rapport het eerste onvoldoende rapport is (-) wordt het rapport beschouwd als bespreekrapport.
4.
Is een rapport slechter dan de rapporten die in de normentabel zijn opgenomen, dan bepaalt de afdelingsleider, de docentenvergadering gehoord hebbende, of bevordering naar het tweede leerjaar van een lagere afdeling of lager niveau mogelijk is.
*
Voor het vak l.o. geldt: Het vak telt mee bij de vaststelling van de overgang van klas 1 naar klas 2 (aantal behaalde onvoldoendes). Het behaalde cijfer telt niet mee bij de vaststelling van het aantal behaalde compensatiepunten.
Rapportageboekje 2012-2013
5
Bevorderingsnormen bij de overgang van klas AH1 naar klas H2
In de AH1-klassen krijgen alle leerlingen een A-cijfer en een H-cijfer. Voor het H-cijfer geldt: Onvoldoendes
5
4
5-5
4-5
5-5-5
4-4
4-5-5
Compensatie: minder dan 4 punten:
+
+
B
B
-
-
-
Compensatie: 4 punten:
+
+
+
B
B
-
-
Compensatie: meer dan 4 punten:
+
+
+
+
B
B
-
Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is maximaal één 5 toegestaan. + B -
bevorderd naar het tweede leerjaar Havo bespreekrapport; de afdelingsleider beslist, de docentenvergadering gehoord hebbende bevorderd naar het tweede leerjaar van een lagere stroom/lager niveau
Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) 1.
Voor de normen tellen alle vakken mee*, behalve het cijfer voor SBU.
2.
Berekening van compensatiepunten*: 7 = 1 punt compensatie 8 of hoger = 2 punten compensatie
3.
Indien het derde rapport van een leerling het eerste bespreekrapport is, wordt de leerling bevorderd. Indien het derde rapport het eerste onvoldoende rapport is (-) wordt het rapport beschouwd als bespreekrapport.
4.
Is een rapport slechter dan de rapporten die in de normentabel zijn opgenomen, dan bepaalt de afdelingsleider, de docentenvergadering gehoord hebbende, of bevordering naar het tweede leerjaar van een lagere afdeling of lager niveau mogelijk is.
*
Voor het vak l.o. geldt: Het vak telt mee bij de vaststelling van de overgang van klas 1 naar klas 2 (aantal behaalde onvoldoendes). Het behaalde cijfer telt niet mee bij de vaststelling van het aantal behaalde compensatiepunten.
Rapportageboekje 2012-2013
6
Bevorderingsnormen bij de overgang van klas 2 naar klas 3
Onvoldoendes
5
4
5-5
4-5
5-5-5
4-4
4-5-5
Compensatie: minder dan 4 punten:
+
+
B
B
-
-
-
Compensatie: 4 punten:
+
+
+
B
B
-
-
Compensatie: meer dan 4 punten:
+
+
+
+
B
B
-
Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is maximaal één 5 toegestaan. + B -
bevorderd naar het derde leerjaar bespreekrapport; de afdelingsleider beslist, de docentenvergadering gehoord hebbende bevorderd naar het derde leerjaar van een lagere afdeling/lager niveau
Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) 1.
voor de normen tellen alle vakken mee*, behalve het cijfer voor SBU.
2.
Berekening van compensatiepunten: 7 = 1 punt compensatie 8 of hoger = 2 punten compensatie
3.
Indien het derde rapport van een leerling het eerste bespreekrapport is, wordt de leerling bevorderd. Indien het derde rapport het eerste onvoldoende rapport is (-) wordt het rapport beschouwd als bespreekrapport.
4.
Is een rapport slechter dan de rapporten die in de normentabel zijn opgenomen, dan bepaalt de afdelingsleider, de docentenvergadering gehoord hebbende, of bevordering naar het derde leerjaar van een lagere afdeling of lager niveau mogelijk is.
5.
Bij het berekenen van het voortgangsgemiddelde van een vak tellen alle behaalde cijfers naar weging mee.
*
Voor het vak l.o. geldt: Het vak telt mee bij de vaststelling van de overgang van klas 2 naar klas 3 (aantal behaalde onvoldoendes). Het behaalde cijfer telt niet mee bij de vaststelling van het aantal behaalde compensatiepunten.
Rapportageboekje 2012-2013
7
Bevorderingsnormen van havo 3 naar havo 4 Toelichting op gebruikte begrippen: 1. Tekorten: het cijfer 5 telt voor één tekort; het cijfer 4 telt voor twee tekorten. 2. Onvoldoenden: elk cijfer lager dan 6 telt als een onvoldoende. 3. Het totale vakkenpakket bestaat uit een algemeen deel met verplichte vakken (ne, en, ma, lo, ckv, literatuur) én de overige gekozen vakken. 4. Het profiel is het geheel van profielvakken, profielkeuzevakken en het keuze-examenvak. De bevorderingsnormen zijn gericht op het met succes doorlopen van de bovenbouw van het havo (de 2e fase) en op het voldoende afsluiten van leerjaar 3. Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) Voor de normen tellen alle vakken mee. Een leerling kan alleen worden bevorderd naar havo 4 als zijn eindrapport aan de algemene eisen voldoet èn aan de eisen van het gekozen profiel. Indien een leerling niet voldoet aan de profieleisen van het gekozen profiel, zal voor een ander profiel moeten worden gekozen. Als een gekozen vakkencombinatie leidt tot twee profielen - een zg. dubbelprofiel - dan dient aan de profieleisen van beide profielen voldaan te worden. Op het eindrapport havo 3 staan voor de vakken wiskunde, scheikunde en natuurkunde twee soorten cijfers (wi,sk,na naast win,skn,nan). Als de vakken wiskunde B, scheikunde of natuurkunde gekozen worden, dan wordt de bevorderingsnorm toegepast op basis van het n-cijfer voor het betreffende vak. Indien het bovenstaande niet het geval is, wordt de bevorderingsnorm toegepast op basis van het cijfer wi,sk,na. Indien een leerling niet bevorderd kan worden naar havo 4, dan bepaalt de teammanager, de docentenvergadering gehoord hebbende, in welke afdeling, in welk leerjaar en/of in welk profiel de leerling geplaatst wordt. Het overgangsbewijs naar havo 4 geeft toegang tot een MBO-opleiding (minimum leeftijd 16 jaar). Algemene eisen: De totale rapportlijst bevat niet meer dan vijf tekorten. De totale rapportlijst bevat niet meer dan 3 onvoldoenden. De totale rapportlijst bevat geen cijfer lager dan een 4. Voor de vakken levensbeschouwing, beeldende vormgeving, muziek en lichamelijke opvoeding is maximaal één 5 toegestaan. In het totale vakkenpakket voor leerjaar 4 mag maximaal tweemaal het cijfer 5 voorkomen of éénmaal het cijfer 4. Een leerling mag maximaal één tekort (een vijf) hebben binnen de vakken Nederlands, Engels en wiskunde en afhankelijk van het profiel maximaal één onvoldoende in de profielvakken. Profieleisen: De profieleisen geven de mogelijkheden en beperkingen aan van de keuze van een profiel. Bepalingen: Profiel N&T: geen onvoldoende voor wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie. Profiel N&G: geen onvoldoende voor de vakken wiskunde, scheikunde, biologie en (indien gekozen:) voor natuurkunde. Natuurkunde mag alleen gekozen worden in combinatie met wiskunde B. Rapportageboekje 2012-2013
8
-
-
*
Profiel E&M: maximaal één onvoldoende voor de vakken economie, wiskunde, geschiedenis en (indien gekozen:) voor aardrijkskunde, Frans, Duits. Voor wiskunde moet tenminste een 5 zijn behaald. Als M&O wordt gekozen dan moet voor het vak economie een voldoende zijn behaald. Profiel C&M: maximaal één onvoldoende voor de vakken geschiedenis, beeldende vormgeving en de 2e moderne vreemde taal (Frans of Duits) en (indien gekozen:) aardrijkskunde en economie. Kiest een leerling voor economie dan is wiskunde ook een verplicht vak. Kiest een leerling binnen het C&M-profiel voor Wiskunde A dan moet tenminste een 5 zijn behaald voor wiskunde. De uitslagen van de Cito toets 3 kunnen bij de bevordering, determinatie en profielkeuze mogelijk een rol gaan spelen bij leerlingen die aan het einde van het schooljaar in de bespreekzone zitten. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 zal er ook een Reken examen zijn. Hiervoor dient de leerling afgerond een 5 te halen. In het schooljaar 2015-2016 wordt dit vak toegevoegd aan de kernvakkenregeling en zal de leerling maar (afgerond) één 5 mogen hebben voor Nederlands, Wiskunde, Engels en Rekenen.
Rapportageboekje 2012-2013
9
Bevorderingsnormen van atheneum 3 naar atheneum 4 Toelichting op gebruikte begrippen: 1. Tekorten: het cijfer 5 telt voor één tekort; het cijfer 4 telt voor twee tekorten. 2. Onvoldoenden: elk cijfer lager dan 6 telt als een onvoldoende. 3. Het totale vakkenpakket bestaat uit een algemeen deel met verplichte vakken (ne, en, fa of du, ma, lo, ckv, anw, literatuur) én de overige gekozen vakken. 4. Het profiel is het geheel van profielvakken, profielkeuzevakken en het keuze-examenvak. De bevorderingsnormen zijn gericht op het met succes doorlopen van de bovenbouw van het atheneum (de 2e fase) en op het voldoende afsluiten van leerjaar 3. Bepalingen (zie ook: algemene opmerkingen bij het rapport) Voor de normen tellen alle vakken mee. Een leerling kan alleen worden bevorderd naar atheneum 4 als zijn eindrapport aan de algemene eisen voldoet én aan de eisen van het gekozen profiel. Indien een leerling niet voldoet aan de profieleisen van het gekozen profiel, zal voor een ander profiel moeten worden gekozen. Als een gekozen vakkencombinatie leidt tot twee profielen - een zg. dubbelprofiel - dan dient aan de profieleisen van beide profielen voldaan te worden. Op het eindrapport atheneum 3 staan voor de vakken wiskunde, scheikunde en natuurkunde twee soorten cijfers (wi, sk, na naast win, skn, nan). Als het vak wiskunde B, scheikunde of natuurkunde gekozen wordt, dan wordt de bevorderingsnorm toegepast op basis van het n-cijfer voor het betreffende vak. Indien het bovenstaande niet het geval is, wordt de bevorderingsnorm toegepast op basis van het cijfer wi, sk, na. Indien een leerling niet bevorderd kan worden naar atheneum 4, dan bepaalt de teammanager, de docentenvergadering gehoord hebbende, in welke afdeling, in welk leerjaar en/of in welk profiel de leerling geplaatst wordt. Het overgangsbewijs naar atheneum 4 geeft toegang tot een MBO-opleiding (minimum leeftijd 16 jaar). Algemene eisen: De totale rapportlijst bevat niet meer dan vijf tekorten. De totale rapportlijst bevat niet meer dan 3 onvoldoenden. De totale rapportlijst bevat geen cijfer lager dan een 4. Voor de vakken levensbeschouwing, beeldende vormgeving, muziek en lichamelijke opvoeding is maximaal één 5 toegestaan. In het totale vakkenpakket voor leerjaar 4 mag maximaal tweemaal het cijfer 5 voorkomen of éénmaal het cijfer 4. Een leerling mag maximaal één tekort (een vijf) hebben binnen de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde en afhankelijk van het profiel maximaal één onvoldoende in de profielvakken. Profieleisen: De profieleisen geven de mogelijkheden en beperkingen aan van de keuze van een profiel. Bepalingen: Profiel N&T: geen onvoldoende voor wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie. Profiel N&G: geen onvoldoende voor de vakken wiskunde, scheikunde, biologie en (indien gekozen:) voor natuurkunde. Natuurkunde mag alleen gekozen worden in combinatie met wiskunde B. Rapportageboekje 2012-2013
10
-
-
*
Profiel E&M: maximaal één onvoldoende voor de vakken economie, wiskunde, geschiedenis en (indien gekozen:) voor aardrijkskunde, Frans, Duits. Voor wiskunde moet tenminste een 5 zijn behaald. Als M&O wordt gekozen dan moet voor het vak economie een voldoende zijn behaald. Profiel C&M: maximaal één onvoldoende voor de vakken geschiedenis, wiskunde en (indien gekozen:) voor aardrijkskunde en economie èn (indien gekozen:) Duits of beeldende vormgeving. Kiest een leerling binnen het C&M-profiel voor Wiskunde A dan moet tenminste een 5 zijn behaald voor wiskunde. Kiest een leerling Economie dan moet de leerling verplicht Wiskunde A volgen. De uitslagen van de Cito toets 3 kunnen bij de bevordering, determinatie en profielkeuze mogelijk een rol gaan spelen bij leerlingen die aan het einde van het schooljaar in de bespreekzone zitten. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 zal er ook een Reken examen zijn waarvoor elke leerling minimaal (afgerond) een 5 moet halen. In het schooljaar 2015-2016 wordt dit vak toegevoegd aan de kernvakkenregeling en zal de leerling maar (afgerond) één 5 mogen hebben voor Nederlands, Wiskunde, Engels en Rekenen.
Rapportageboekje 2012-2013
11
Bevorderingsnormen van leerjaar 4 naar 5 en van leerjaar 5 naar 6
De bevorderingsnormen in havo 4, atheneum 4 en atheneum 5 zijn als volgt: Een leerling is bevorderbaar, indien aan de volgende 5 voorwaarden is voldaan. 1. 2. 3.
Voor alle vakken is het voorgeschreven programma afgerond. Alle handelingsdelen zijn afgerond en met minimaal een voldoende beoordeeld. 3.1 Voor alle vakken is als afgerond eindcijfer* 6 of meer behaald. Of 3.2 Voor één van de vakken is als afgerond eindcijfer 5 en voor de overige vakken als afgerond eindcijfer 6 of meer behaald. Of 3.3 Voor één van de vakken is als afgerond eindcijfer 4 en voor de overige vakken als afgerond eindcijfer 6 of meer behaald, en het gemiddelde van de op één decimaal nauwkeurig berekende eindcijfers bedraagt tenminste 6,0. Of 3.4 Voor twee van de vakken is als afgerond eindcijfer 5 behaald, en voor de overige vakken is als afgerond eindcijfer 6 of meer behaald, en het gemiddelde van de op één decimaal nauwkeurig berekende eindcijfers bedraagt tenminste 6,0. Of 3.5 Voor één van de vakken is als afgerond eindcijfer 4 en voor één van de vakken is als afgerond eindcijfer 5 behaald, en voor de overige vakken is als afgerond eindcijfer 6 of meer behaald, en het gemiddelde van de op één decimaal nauwkeurig berekende eindcijfers bedraagt tenminste 6,0. 3.6 Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde is maximaal één onvoldoende behaald en dit afgeronde eindcijfer is minimaal een 5. Bij punt 3.1 t/m 3.5 geldt dat het gemiddelde eindcijfer van de vakken behorende tot het combinatiecijfer als één eindcijfer binnen de bevorderingsnormen telt. Per schooljaar het combinatiecijfer opgebouwd door de in het betreffende schooljaar gevolgde en de reeds in een eerder schooljaar afgesloten vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer. Voor elk vak behorende tot het combinatiecijfer, moet als afgerond eindcijfer tenminste een 4 zijn behaald.
-
De vakken die het combinatiecijfer** vormen zijn: op het havo: literatuur***, levensbeschouwing, maatschappijleer, profielwerkstuk. op het atheneum: anw, literatuur***, levensbeschouwing, maatschappijleer, profielwerkstuk.
4. 5.
Geen afgerond eindcijfer lager is dan 4. De vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”.
*
Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van alle vanaf klas 4 behaalde SE-resultaten, op één decimaal nauwkeurig berekend. Op de rapporten staan de eindcijfers van de afzonderlijke vakken behorende bij het combinatiecijfer apart vermeld. Daarnaast wordt op de eindlijst ook het gemiddelde van de vakken in het combinatiecijfer op één decimaal vermeld. met ingang van cohort 2012 wordt literatuur niet meer als apart vak gegeven op Park Lyceum; het maakt voor de betreffende lichtingen dus geen deel meer uit van het combinatiecijfer.
**
***
Rapportageboekje 2012-2013
12
Nota bene. Indien een leerling bevorderbaar is, geeft dit de leerling het recht, over te gaan naar het volgende schooljaar. Een leerling kan er echter voor kiezen, in overleg met ouders, mentor en afdelingsleider, toch te doubleren. Bijvoorbeeld, wanneer twee vakken zijn afgesloten met een onvoldoende.
Examennormen Havo 5 en Atheneum 6 De kandidaat, die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd: a. Indien het rekenkundig gemiddelde van de cijfers behaald tijdens het centraal examen een 5,5 of hoger is, en b. Indien hij als eindcijfer voor de basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één onvoldoende heeft behaald en dat deze onvoldoende minimaal een 5 is. Voor kandidaten zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één eindcijfer 5 mag worden behaald voor Nederlands en Engels, en c. Indien hij voor alle examenvakken als eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of d. Voor één examenvak als eindcijfer 5 heeft behaald en de overige vakken een eindcijfer van 6 of meer, of; e. Voor één examenvak eindcijfer 4 heeft behaald of twee eindcijfers 5 of één eindcijfer 4 en één eindcijfer 5 is en de overige vakken een eindcijfer 6 of meer en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, en f. Indien geen van de eindcijfers, alsmede de onderdelen van het combinatiecijfer genoemd in het zesde lid, lager is dan 4, en; g. Indien de vakken lichamelijke opvoeding en indien van toepassing culturele en kunstzinnige vorming van het gemeenschappelijk deel van elk profiel zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor maatschappijleer, het profielwerkstuk, levensbeschouwing, literatuur en voor het vwo ook algemene natuurwetenschappen (Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, artikel 49, lid 6). Het combinatiecijfer wordt als eindcijfer betrokken bij de uitslagbepaling en niet de afzonderlijke cijfers van de vakken in het combinatiecijfer. Extra vak Heeft een kandidaat in meer dan het voorgeschreven minimum aantal vakken aan het examen deelgenomen, wordt nagegaan of door weglating van één of meer vakken een lijst kan worden samengesteld die aan de voorschriften ten aanzien van de samenstelling van het vakkenpakket voldoet en waarmee de kandidaat voldoet aan de eisen om te slagen. In dat geval wordt vastgesteld dat de kandidaat geslaagd is Zie ook het examenreglement op itslearning of op de website voor meer informatie.
Rapportageboekje 2012-2013
13
III.
Herkansingen
Onderbouw havo/atheneum In leerjaar 1 en 2 is er in elke periode de mogelijkheid om 1 toets te herkansen. Daarnaast is het mogelijk om in periode 1 of 2 een extra herkansing in te zetten. Daarmee komt het totaal per schooljaar op maximaal vier (4) herkansingen. In leerjaar 3 is er in periode 1 en 2 de mogelijkheid om maximaal 2 toetsen te herkansen. In periode 3 van leerjaar 3 zijn er géén herkansingen. Daarmee komt het totaal per schooljaar op maximaal vier (4) herkansingen. Exacte tijdstippen worden door het management voorafgaand aan het schooljaar vastgesteld en opgenomen in de jaaragenda. De toetsen hebben betrekking op de rapportperiode voorafgaande aan het herkansingsmoment. De leerling doet er goed aan met de mentor te overleggen of een herkansing zinvol is. Een leerling die op haar/zijn rapport voor taakgerichtheid en/of zelfwerkzaamheid een “o” (onvoldoende) heeft behaald, kan worden uitgesloten voor de eerstvolgende herkansing van dat vak Leerlingen vragen de herkansing aan door gebruik te maken van het officiële aanvraagformulier. Dit formulier dient volledig worden ingevuld en ingeleverd bij de vakdocent, uiterlijk op de datum die is aangegeven op dat formulier. Het hoogste resultaat telt. Het definitieve resultaat wordt verwerkt in het rapportcijfer van het eerstvolgende rapport. Voor de onderbouw (leerjaar 1, 2 en 3) geldt dat indien een leerling op het tijdstip van de herkansing ziek is, hij/zij dat zo spoedig mogelijk na afname van de herkansing meldt bij de vakdocent. Melding van afwezigheid bij de dienstkamer is eveneens (zoals onder andere omstandigheden) verplicht. Een nieuw herkansingsmoment kan dan worden afgesproken op een ander moment (bijvoorbeeld tijdens het centraal inhaalmoment). De herkansing die eventueel wordt gemist aan het eind van de 3e rapportperiode kan niet meer worden ingehaald. Indien een leerling zonder geldige reden niet deelneemt aan een herkansing waarvoor hij zich heeft opgegeven, wordt dit gezien als verzuim en daarmee vervalt de herkansing. Op de dag van de herkansingen wordt via de roosterborden aangegeven op welk tijdstip en in welk lokaal de herkansing wordt afgenomen. De herkansingen worden aan het eind van een lesdag (na de reguliere lessen) afgenomen. In gevallen waar deze herkansingsregeling niet in voorziet, beslist de directeur van de locatie. Bovenbouw havo/atheneum -
Er wordt één herkansing/reparatiemogelijkheid per periode aangeboden, conform hetgeen bij het CE gebruikelijk is. De herkansing/reparatiemogelijkheid is er primair om gemiste SE’s in te halen. Indien een leerling geen SE-onderdelen gemist heeft, kan hij de herkan-
Rapportageboekje 2012-2013
14
-
-
-
sing/reparatiemogelijkheid uiteraard inzetten voor het alsnog inleveren van een PO waarvan de uiterste inleverdatum inmiddels is verstreken, of voor het verbeteren van een behaald cijfer. Per schooljaar heeft elke leerling daarnaast één extra herkansing, vrij in te zetten in een periode naar keuze voor het alsnog inleveren van een PO uit de betreffende periode waarvan de uiterste inleverdatum inmiddels is verstreken, of voor het verbeteren van een in die periode behaald cijfer. Herexamen. Aan het eind van elk jaar heeft een leerling in de laatste periode recht op één herexamen, echter alleen voor een vak dat in het betreffende schooljaar met een SE-eindcijfer wordt afgesloten. Het herexamen mag worden gedaan naast een reguliere herkansing voor een ander vak indien een leerling een cijfer heeft dat lager ligt dan een 5,5. Indien een leerling hoger heeft gescoord dan een 5,5, kan hij/zij ervoor kiezen, toch een herexamen te doen, bijvoorbeeld omdat voor een vervolgstudie een hoog cijfergemiddelde van belang is. In dat geval dient de leerling hiervoor de herkansing in te zetten.
Aanvullende opmerkingen: Het herexamencijfer komt, indien dit voor de kandidaat gunstiger is, in de plaats van het eindcijfer, of voor alle cijfers behaald voor de toetsen (waarbij dan de cijfers behaald voor de praktische opdrachten blijven staan), waarmee het schoolexamen voor het betreffende vak werd afgesloten. De wijze waarop dit herexamen zal plaatsvinden: mondeling of schriftelijk, of het cijfer voor het praktische deel van het SE blijft staan en alleen het toetsdeel herkanst wordt, of dat ook het cijfer voor het praktische deel wordt vervangen, wordt door de sectie van het betreffende vak vastgesteld. De kandidaat dient contact op te nemen met de vakdocent, voordat het herexamen wordt aangevraagd. Het is niet toegestaan zowel het laatste SE-onderdeel te herkansen als een herexamen in het zelfde vak af te leggen. Regeling Handelingsdeel-vakken. 1. Indien een leerling handelingsdelen voor (een) vak(ken) niet in orde heeft geldt het volgende. 2. Na elke periode wordt op het rapport vermeld, voor welk(e) vak(ken) handelingsdelen niet in orde zijn. Tevens wordt uitdrukkelijk vermeld, dat alleen al om die reden de leerling niet bevorderbaar is op dat moment. 3. Na het rapport van de een na laatste periode maken leerling en docent voor elk ontbrekend/onvoldoende handelingsdeel een concrete en precieze afspraak over wat gedaan moet worden en binnen welke termijn. 4. De leerling en diens ouders krijgen dit middels een brief meegedeeld, waarbij ook uitdrukkelijk vermeld wordt, dat het niet tijdig in orde maken van het achterstallige werk uiteindelijk bevordering cq opgave voor het CE in de weg zullen staan. 5. In de laatste periode ligt de uiterste deadline voor in te leveren handelingsdelen 5 weken voor aanvang van de laatste SE-week. Leerlingen die dan nog zaken niet in orde hebben, krijgen binnen twee weken na de deadline een ook aan hun ouders gerichte brief thuisgestuurd. Daarin staat, dat de leerling tot maximaal 2 weken na dagtekening van de brief de tijd krijgt om de zaken in orde te maken. Indien hij dit niet tijdig en naar behoren doet, blijft hij zitten.
Rapportageboekje 2012-2013
15