Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 15
1
Vestiging
Huisje-boompje-beestje In Nederland wordt niets snel aan het toeval overgelaten. Zelfs wonen is een kwestie van goede en verstandige planning. In kleine stappen klim je steeds hoger op een ladder alsof je een mooie carrière plant. En zo is het ook: Nederlanders spreken zelfs van een wooncarrière. Een huis is niet voor de eeuwigheid, maar hoort bij de individuele fase van je leven. Je begint met een starterswoning, groeit door na je eigen etage om dan eindelijk bij je droomhuis te belanden: het vrijstaand huis aan het water. Of, als dat er niet in zit, ten minste een ideale plek voor huisjeboompje-beestje – dat is in het kort de Nederlandse droom van geluk. Tenminste voor diegenen die naar een burgerlijk bestaan streven. De wilde jaren zijn voorbij, nu willen ze zich nestelen en een gezin stichten. Een eigen huis, een eigen tuin en een beestje, iets om voor te zorgen, dus dat kan evengoed een kindje zijn. Er zijn rond de 7 miljoen woningen in Nederland. Dat zou genoeg moeten zijn voor de 16,4 miljoen inwoners, zou je denken. Toch is het niet gemakkelijk om ook het juiste plekje voor huisje, boompje en beestje te vinden. En zeker niet voor iedereen komt de gekoesterde droom uit van het eigen huis aan het water en dan ook nog dicht bij het werk. De ruimte in het meest dichtbevolkte land van Europa is be-
15
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 16
perkt. En zelfs in dit waterrijke land is woonruimte aan het water schaars en vaak duur. Het wordt gebruikt voor landbouw, verkeer of recreatie en vaak mag ook aan de rivieren, plassen, kanalen of in de duinen niet langer onbeperkt worden gebouwd. Men heeft in de afgelopen jaren zelfs grond die eeuwen geleden aan het water onttrokken werd, aan het water teruggegeven, een veiligheidsmaatregel tegen het stijgende grondwater en de stijgende zeespiegel als gevolg van de klimaatverandering. Ook de wens om dicht bij het werk te wonen is niet makkelijk te vervullen. Juist de ruimte in het economische hart, de Randstad, is beperkt. Al decennia is woonruimte een van de grote problemen in Nederland. Er worden niet genoeg nieuwe en vooral betaalbare huizen gebouwd en een groot deel van de huurhuizen is in het bezit van corporaties en woningbouwverenigingen en die mogen niet zomaar op de vrije markt worden aangeboden. Niet alleen rond de vier grote steden blijkt het lastig. Ook in geliefde vakantiebestemmingen op de Waddeneilanden of in Friese stadjes bijvoorbeeld is het voor jonge mensen haast onmogelijk een eerste huis te vinden. Doordat veel buitenlanders, maar ook Nederlanders, daar een tweede huis hebben gekocht, zijn de prijzen zodanig gestegen dat de plaatselijke bevolking het zich niet meer kan veroorloven.
Kopen De beslissing of je in Nederland een huis wilt kopen of toch liever wilt huren, hangt van veel factoren af: waar je wilt wonen, of het een paleisje of toch een nieuwbouwappartement wordt en natuurlijk hoeveel geld je te besteden hebt. In veel gevallen
16
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 17
wordt de beslissing mede door de woningmarkt bepaald. Meer dan de helft van de Nederlandse huizen, 55,8 procent, is koopwoning. De meeste huurwoningen zijn in handen van woningbouwcorporaties, die afhankelijk van het type woning en de regio lange wachtlijsten hanteren. Een huis kopen kan dus een serieus alternatief zijn, zelfs voor degenen zonder eigen vermogen. De reden is een vrij unieke regeling: de hypotheekrenteaftrek. Al sinds 1901 zijn de kosten voor het aanschaffen van een huis, onderhoud en reparatie onder bepaalde voorwaarden van de inkomstenbelasting aftrekbaar. Door deze regeling zou het ook voor mensen met een lager inkomen mogelijk worden hun droom van een eigen huis uit te laten komen. Door deze hypotheekrenteaftrek kunnen de maandlasten even hoog zijn of zelfs lager dan de huur voor een vergelijkbaar huis, tenminste op de vrije markt. Je hoeft ook je spaarcenten niet te gebruiken, een eigen huis kan zelfs volledig door een hypotheek gefinancierd worden. En omdat men door het afbetalen van de lening elke maand eigen vermogen opbouwt is kopen voor velen erg verleidelijk. Ongeveer 3,3 miljoen Nederlanders maken gebruik van deze regelingen. Maar wat voor de gemiddelde burger een voordeel blijkt te zijn, brengt de financiële experts en zeker de minister van Financiën hoofdpijn. De Nederlandse huizenbezitters hebben namelijk inmiddels een gezamenlijke hypotheekschuld van rond de 540 miljard euro opgebouwd. De onbeperkte renteaftrek stimuleert lenen, maar bevordert niet het aflossen van de schuld. Steeds vaker kiezen Nederlanders voor een aflossingsvrije hypotheek, zodat de schuldenlast niet minder wordt. Als de rente zou stijgen en de waarde van de huizen zou dalen, zouden er dus vele kwetsbaren ontstaan, zo wordt gevreesd.
17
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 18
De hypotheekrenteaftrek is voor veel Nederlanders de enige mogelijkheid om huiseigenaar te worden. Geen wonder dat elke discussie over het inperken of zelfs afschaffen van deze regeling tot grote onrust leidt. Het h-woord is een politiek taboe, een partij die het ter discussie durft te stellen, loopt grote risico’s. Kiezers denken dan snel dat die partij hun de weg naar hun eigen droomhuisje wil blokkeren. Politici branden zich de vingers liever niet en dus blijft de regeling voorlopig bestaan en kunnen ook diegenen profiteren die zich nieuw in Nederland willen vestigen. Als je langer in Nederland verblijft en hier ook belasting betaalt, dan kan het kopen van een huis een lonende investering zijn. Als de waarde van een huis gemiddeld 3 procent per jaar stijgt, dan zijn in principe na ongeveer drie jaar de extra kosten bij de koop terugverdiend en begint de opbouw van het eigen vermogen.
Hypotheek Hypotheken zijn een geliefd onderwerp van gesprek bij verjaardagen of naast de koffieautomaat op het werk. Ze zijn er in alle vormen en maten, en men kan er zelfs een op maat laten ontwerpen die precies bij de persoonlijke situatie aansluit. De drie meest voorkomende types zijn: de traditionele spaarhypotheek: waarbij elke maand een bedrag voor de aflossing gespaard wordt, meestal in de vorm van een levensverzekering, die dan aan het einde van de looptijd in één keer uitbetaald wordt.
18
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 19
de aflossingsvrije hypotheek: daarbij blijft de schuld hetzelfde. Door inkomensstijgingen worden de maandlasten wel relatief lager. Deze hypotheekvorm is erg geliefd bij veel Nederlanders. Tenslotte stijgt de waarde van hun huis in de loop der jaren, en dus ook het eigen vermogen. Vaak zijn er hybride vormen, waarbij alleen een deel aflossingsvrij is. beleggingshypotheek: hierbij wordt het deel dat voor de aflossing bestemd is niet in een rentevaste verzekering gestopt, maar op de beurs belegd. De kredietnemer zou dus van de winsten van de beurs profiteren, maar kan dus ook veel verliezen. Vanwege dit risico is deze hypotheekvorm de laatste tijd erg omstreden. Ook de hoogte van de hypotheekrente is in beperkte mate flexibel. Banken hanteren verschillende percentages, afhankelijk van de duur van de rentevaste periode. Wie geen of weinig risico’s wil nemen, legt de rente voor langere tijd, bijvoorbeeld tien jaar, vast. Welke hypotheek je kiest hangt dus sterk af van je persoonlijkheid. Ben je een avontuurlijk type, dat risico’s niet schuwt, of toch iemand die geen schulden wil en zo snel mogelijk het huis zijn eigen bezit wil noemen? Gelukkig hoeft men in de hypotheekjungle zijn weg niet alleen te vinden, er staat een leger van adviseurs, bureaus, makelaars en banken klaar om bij de zoektocht naar de juiste lening te helpen, en daaraan natuurlijk ook een centje te verdienen. Hypotheekshops zijn in de afgelopen jaren als paddenstoelen uit de grond geschoten. Je vindt ze juist in die wijken waar veel huizen verkocht worden op elke hoek. In advertenties op
19
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 20
radio en tv overschreeuwen de banken en adviseurs elkaar voor de goedkoopste lening met de laagste rente en het beste advies. Ze geven zo de indruk dat het eigenlijk helemaal niets kost. Toch is niet elke adviseur ook meteen een echte expert, en of ze heel altruïstisch het belang van de klant boven de eigen provisie stellen, is zeer de vraag. Zeker als je bedenkt dat de hypotheekbanken vaak de provisie betalen. In de afgelopen jaren waren er veel klachten en soms zelfs rechtszaken omdat klanten niet goed en volledig over de kleine lettertjes in contracten waren geïnformeerd.
Kosten koper Wie alleen de gevraagde koopprijs bij de financiering betrekt, maakt een grote vergissing. Door de gunstige fiscale regeling rekenen velen zich rijk, zonder aan de bijkomende kosten te denken, die soms zelfs hoger kunnen zijn dan de maandelijkse rente voor het krediet. Kosten koper: de koper moet rekening houden met ten minste 10 procent kosten boven op de koopprijs, meestal in advertenties met kk (kosten koper) aangeduid. Dat zijn de kosten van de eigen en de verkopende makelaar, voor bijvoorbeeld de notaris en belastingen bij de overdracht. De woz: begin van elk jaar valt bij alle bezitters van een koopwoning een gevreesde brief op de deurmat. De nieuwe taxatie van de woz-waarde, de Waardering Onroerende Zaken, van hun woning. De Nederlandse overheid laat elk jaar alle woningen en gebouwen taxeren, een mammoetoperatie die ruim 185 miljoen euro kost. Toch gebeurt het niet zonder reden. Op ba-
20
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 21
sis van de woz-waarde worden lokale belastingen als afvalstoffenheffing, onroerendezaakbelasting en het eigenwoningforfait bepaald. Dus als de woz-waarde stijgt, is dat geen reden om te juichen. Eigenwoningforfait: elk jaar stelt de betreffende gemeente vast wat het huis op de huurmarkt zou opbrengen, het zogenoemde eigenwoningforfait. Een wettelijk vastgelegd percentage van deze waarde wordt als inkomen bijgeteld. Het fiscale voordeel van de renteaftrek wordt dus iets geringer. Dit bedrag is weer mede bepalend voor hoeveel men uiteindelijk van de belasting kan aftrekken. Erfpacht: in veel gevallen – zeker in de steden – is de grond van het huis niet te koop, maar blijft het eigendom van de gemeente, die er erfpacht voor vraagt. Die kan, afhankelijk van contract en gemeente, ook verhoogd worden. Je hoeft overigens niet bang te zijn dat de gemeente na afloop van het contract de grond onder je voeten komt opeisen. In de meeste gevallen wordt de grond voor onbeperkte tijd verpacht. Sommige gemeenten bieden de mogelijkheid deze kosten voor een bepaalde periode af te kopen. In advertenties wordt dat graag als pluspunt aangegeven, tenslotte hoeft de nieuwe eigenaar zich voor minstens twintig of dertig jaar niet meer te bekommeren om deze bijkomende kosten. Servicekosten: verder moeten er servicekosten voor het nieuwe huis betaald worden. Daar horen kosten voor instandhouding of reparaties van dak of gevel bij, maar ook verzekeringen, een lift, het loon van een huismeester, als die er is, elektriciteit en water voor gemeenschappelijke ruimtes. In advertenties wor-
21
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 22
den deze ook vaak de vve-bijdrage genoemd, de bijdrage voor de Vereniging van Eigenaren. VVE
De vve is een raar verschijnsel. Eigenaren van appartementen of huizen hebben zich vaak gegroepeerd, om gezamenlijk het pand of zelfs een heel blok te beheren en de kosten voor onderhoud te delen. Eén keer per jaar zitten ze ergens in een buurthuis, de achterkamer van een café of vaak ook in de woonkamer van een van de mede-eigenaren bij elkaar om onder het genot van een kopje koffie de lopende zaken te bespreken. Omdat gewone burgers in de meeste gevallen niet over de expertise of het netwerk beschikken om hun onroerend goed zelf te beheren, worden professionele beheerders aangesteld. Er zijn tal van zulke vve-beheerders, grote en kleine bedrijven, en er zijn evenzoveel klachten over deze dienstverleners: hun gebrek aan communicatie, de slechte boekhouding, het niet doorgeven van verzoeken om reparaties, hun gebrek aan controle op de werkzaamheden. Soms gebeurt er helemaal niets, behalve dat de kosten regelmatig afgeboekt worden. Geen wonder dat namen van goede beheerders en vve-kantoren bijna net zoveel waard zijn als serieuze beleggingstips. De vergaderingen van de vve vergen veel geduld en diplomatie, maar zijn een goede les in Nederlandse onderhandelingstactiek. Natuurlijk botsen de belangen af en toe: de een wil het trappenhuis laten schilderen, de ander is voor geld sparen voor groot onderhoud van het dak. Toch is het niet gebruikelijk zomaar heel duidelijk voor het eigen belang uit te komen. Tenslotte gaat het om gemeenschapsgeld, en een zekere zuinigheid en bereidheid tot compromis worden wel verwacht. Bovendien
22
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 23
zit je te onderhandelen met je buren, met wie je het hele jaar door samen moet leven. Ook daarom worden grote confrontaties liever gemeden. Liever wil men, zoals gebruikelijk bij Nederlanders, consensus bereiken. In mijn geval raakte het geduld soms wel eens op wat betreft de compromissen. Terwijl bij ons pand al bijna de ramen uit de muur vielen, omdat er al tien jaar niet geschilderd was, bleven de andere eigenaren volhouden dat het best nog een jaartje meekon. Het was tenslotte veel geld. Het duurde drie jaar voordat er eindelijk consensus was. De kozijnen zouden worden geschilderd. Inmiddels had een van onze buren zijn appartement verkocht en de nieuwe eigenaar vond de grote schilderklus eigenlijk toch overbodig. Het zag er toch nog goed uit, of niet? Tot mijn grote verbazing was er snel een nieuwe consensus bereikt en werd het met zo veel moeite tot stand gekomen besluit uitgesteld.
De makelaar Vanwege kosten, mogelijke verborgen gebreken en alle administratieve rompslomp is het wel zo verstandig een makelaar in te schakelen. Volgens de Amsterdamse krant Het Parool zijn er twee soorten makelaars. De serieuze, ietwat oudere heer, die nog persoonlijk de kwaliteit van de houten kozijnen met zijn zakmes test en voor onvoorziene risico’s waarschuwt. En er is het type vlotte jongen, strak in het pak en met een snelle auto die eigenlijk zo snel mogelijk zijn geld wil verdienen. Standaardtarieven voor makelaars bestaan niet. Over het algemeen rekent de makelaar zowel voor de koop- als verkoopopdracht tussen de 1 en 2 procent van de koopprijs, de courtage. Tot 5 procent mogen ze in rekening brengen. Het is wel aanbe-
23
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 24
volen de kosten en de gevraagde diensten precies van tevoren vast te leggen, bijvoorbeeld door na te gaan of er nog advertentiekosten bij komen. Maar je kunt het ook helemaal zelf doen en veel geld besparen, het inschakelen van een makelaar is niet verplicht. Om het aanbod van beschikbare huizen te doorzoeken is een makelaar ook niet nodig. De internetsite www.funda.nl biedt inmiddels het grootste aanbod van koophuizen in Nederland en is voor veel Nederlanders het eerste adres om een overzicht te krijgen van wat de markt te bieden heeft. Het plaatsen van foto’s op deze digitale woningmarkt heeft in ieder geval het duidelijke voordeel dat men de vaak erg verheerlijkende taal van de makelaars enigszins aan de realiteit kan toetsen. Is de keuken inderdaad echt zo riant als beloofd of betekent het alleen dat er nog een kampeertafeltje in past? Een ‘charmante woonkeuken’ betekent vaak dat er een keukenblok in de voormalige eetkamer is geplaatst. Een ‘nette keuken’ is veelal erg simpel, goed genoeg om een eitje in te bakken. Als een jarendertighuis in originele staat wordt aangeprezen, dan moet je opletten. Dan weet je al dat er tachtig jaar niets aan gebeurd is. Een ‘perfect huis voor klussers’ is een ruïne. Staat je beoogde onderkomen in een ‘gezellige, levendige buurt’, dan kun je je erop verheugen tot diep in de nacht van dronken cafégangers te genieten.
Driehoog Bij de bepaling van de prijs van een huis geldt als eerste regel: locatie, locatie, locatie. In de grote steden heet dat: een goede buurt vlak bij de binnenstad, snelwegen en openbaar vervoer, die tegelijkertijd groen en rustig is. Maar ook voor gebieden
24
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 25
buiten de stad is de bereikbaarheid van groot belang. Hoe lang duurt het voordat men op de snelweg is, blijft een belangrijke vraag in dit land, waar veel mensen niet dicht bij hun werk wonen, en waar de wegen juist in de spitsuren vol zitten. Een vrijstaand huis willen Nederlanders het liefst, gevolgd door een twee-onder-een-kap. Als dat er niet is, dan moet het appartement ten minste een eigen opgang hebben. Nederlanders houden van privacy in eigen huis en zijn blij als die al bij de voordeur begint. Daarachter liggen dan de beruchte steile en smalle trappen met zo smalle treden dat zelfs kinderen hun voeten er schuin op moeten zetten. ‘Hoe moet er ooit een kinderwagen naar boven,’ vroeg een Amerikaanse zich af, ‘is het niet gevaarlijk voor de kleintjes?’ En toch koos zij voor het charmante oude huis met de hoge plafonds. Na een tijdje was ze al helemaal ingeburgerd: ‘Ach, zo’n trap went wel.’ Nederlanders zijn er meester in om elke centimeter van het zo smalle trappenhuis te benutten. Zo worden fietsen die te duur of te mooi zijn om op straat in de regen en in de buurt van rondstruinende fietsendieven neer te zetten, met een katrol aan het plafond getakeld. En natuurlijk zijn er handige lichte kinderwagens die compleet in elkaar te klappen zijn. Een benedenhuis zonder de vervelende klim blijft een luxe en deze woningen zijn meestal beduidend duurder. Hun voordeel ligt echter niet in het ontbreken van de trap, maar in het feit dat benedenhuizen meestal beschikken over een eigen tuin. Al is die nog zo klein en donker, het is in de steden een grote luxe. Een eigen plekje groen midden in de stad met een schuurtje – dan voelt een Nederlander zich snel koning ter stad. Een eigen tuintje of een balkon hoort er voor velen bij. Wie de pech heeft op driehoog zonder balkonnetje te zitten, neemt vaak zijn stoeltje en kopje koffie mee naar beneden om lekker in
25
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 26
het zonnetje op de stoep te zitten. In de afgelopen tien jaar werd de stoep steeds meer in gebruik genomen en tot ontmoetingsplek verbouwd, vaak met subsidies van de overheid. Zo kunnen bewoners van benedenhuizen geveltuintjes laten aanleggen op kosten van de gemeente. Op zonnige dagen ontstaat er zo soms een bijna mediterrane sfeer – buren zitten bij elkaar op een bankje of kampeerstoeltjes, koffie of wijntje erbij, een pierenbadje voor de kinderen en dan maar genieten van het zonnetje. Steeds meer bewoners van bovenhuizen leggen op het platte dak een terras aan. In de meeste gevallen blijft het bij een kleine zitplaats naast de schoorsteen, maar het is toch een ‘buiten’. Inmiddels hebben de gemeenten ook de strenge regels voor een bouwvergunning versoepeld. Zo is het nu makkelijker een dakkapel te bouwen, een serre of dakterras aan te leggen of de schuur tot woonruimte te verbouwen, als het tenminste aan de achterkant van het huis gebeurt. Maar zonder vergunning gaat niets; zo soepel als sommigen denken zijn de Nederlandse autoriteiten zeker niet. Wie gepakt wordt, moet dat duur betalen en alles in originele staat terugbrengen. Bij veranderingen aan de voorkant van huizen zijn de gemeentes zonder uitzondering onverbiddelijk. Met name het gezicht van de historische binnensteden is vaak als monument beschermd, en elke verandering moet door welstandscommissies worden goedgekeurd. Een Duitse journalist die de deuren van een oud grachtenpand in Amsterdam opnieuw had laten schilderen werd – toen net alles klaar was – door de welstandscommissie op de vingers getikt. De grachtengordel hoort bij de wettelijk beschermde monumenten en deuren en kozijnen mogen alleen in een bepaald soort groen geschilderd worden. De door hem gekozen verf week af van het enige geoorloofde grachten-
26
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 27
groen. Het was een dure les: hij moest alles laten overschilderen. Wie iets aan de buitenkant van zijn huis wil veranderen, loopt soms vast in een kafkaëske tocht langs allerlei instanties om de nodige vergunningen te verkrijgen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het hebben van zo’n bouwvergunning voor dakkapel of terras in advertenties als bijzonder pluspunt wordt genoemd. Ook voor nieuwbouw gelden vaste regels en is er weinig ruimte om eigen ideeën in werkelijkheid om te zetten. Je mag niet zomaar volgens eigen plan bouwen. Een nieuw huis bouwen is meer een soort keuze uit de catalogus van verschillende projectontwikkelaars. De persoonlijke smaak is ondergeschikt aan de iedereen opgelegde voorstelling van ambtenaren en ontwikkelaars. Nederland houdt van een geordend en eenvormig geheel, wijken en buurten moeten er liefst netjes uitzien. Burgers zijn het daar niet altijd mee eens en inmiddels is er dan ook af en toe ruimte om een huis naar eigen smaak te laten bouwen. In nieuwbouwwijken, zoals in Almere bijvoorbeeld, zijn stukjes van gebieden voor het ‘wilde wonen’ gereserveerd, waarbij mensen met een architect – wel volgens tal van regels en bebouwingsplannen – toch eigen wensen kunnen realiseren. Gek genoeg is het resultaat niet erg wild: de gemiddelde smaak blijkt vooral een gedegen, gemoedelijk huis in de stijl van de jaren dertig te zijn. Rode baksteen, grote, witgeschilderde ramen, twee verdiepingen.
Huren Door de gunstige fiscale regelingen is het kopen van een huis bijna een vanzelfsprekendheid. ‘Huren, dat kan natuurlijk ook,’
27
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 28
luidde in het begin van deze eeuw een reclameslogan van de woningcorporaties om juist het huren te stimuleren. Huren had een slecht imago: wie koopt is slim, wie huurt is dom. Voor velen met een te laag of te onregelmatig inkomen om een hypotheek te verkrijgen, zit er echter niets anders op. Maar ook voor diegene die de rompslomp en de extra kosten bij de koop schuwt, en voor diegene die flexibel wil blijven is huren een optie. De markt is echter klein. Veruit de meeste huurhuizen, rond 80 procent, zijn in bezit van corporaties en woningbouwverenigingen. Deze verenigingen, die zonder winstoogmerk betaalbare woningen bouwen, beheren en verhuren, zijn ontstaan in de negentiende eeuw om vooral voor arbeidersgezinnen goedkope woonruimte te creëren en speculatie tegen te werken. Burgers konden toen lid worden van zo’n corporatie, betaalden bijdragen waarmee dan weer huizen gebouwd werden. Dit model van de aan leden gekoppelde corporaties is allang opgeheven. Woningbouwverenigingen zijn inmiddels zelfstandige ondernemingen. Nog wel met een publieke taak, ze blijven verhuurders van sociale woningen, waarvoor de overheid de huren vastlegt en ook de condities bepaalt om de woningen te verkrijgen. Het blijft de taak van de overheid om deze woningen betaalbaar te houden. Hoeveel huur voor een huis betaald moet worden, wordt middels het zogenoemde puntenstelsel bepaald. Elk huis krijgt punten voor bijvoorbeeld de oppervlakte, de kwaliteit van de verwarming, de inrichting van de badkamer of de aanwezigheid van een tuin. Als het slecht onderhouden is of men heeft last van geluidsoverlast in de buurt, dan worden er punten afgetrokken. Vraagt een huisbaas meer huur dan hij volgens het puntenstelsel mag, dan heeft de huurder de mogelijkheid om de huur te
28
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 29
verlagen. Meestal gebeurt dat door naar de plaatselijke huurcommissie te stappen. Het puntenstelsel geldt alleen voor de goedkopere huurhuizen. De overheid legt elk jaar hiervoor de grens vast. Tegenwoordig ligt die bij 631,73 euro per maand. De overheid legt ook vast hoeveel elk jaar de huur verhoogd mag worden; meestal is deze verhoging gebaseerd op de inflatie. Een verhuurder in de vrije sector hoeft zich hiervan niets aan te trekken; toch is in de meeste contracten wel vastgelegd met welk maximumbedrag de huur verhoogd mag worden. De vraag is dus hoe mensen nu aan zo’n goedkoop huis komen. Dat is geen kwestie van geld of goede connecties, maar vergt geduld, veel geduld. Voor deze woningen bestaan vaak lange wachtlijsten. Hoe langer men op zo’n lijst staat, hoe groter de kans op een prachtig en goedkoop huis. Voorrang hebben wel ouderen, gehandicapten of grote gezinnen. Vaak schrijven jongeren zich al vanaf hun achttiende in. Toch is dat zeker geen garantie om ook snel aan een mooi huis in een ook nog eens prachtige buurt te komen. In de meest gewilde buurten en voor benedenhuizen met een tuin zijn vaak wachtlijsten van meer dan tien jaar. En dat geldt zeker niet alleen voor de Randstad. Een Nederlands gezin dat na een jarenlang verblijf in het buitenland terugkeerde, kon in Limburg geen voor hen betaalbaar huis vinden. Ze moesten eerst twee maanden op een camping wonen, daarna in verschillende tijdelijke onderkomens, voordat ze eindelijk na twee jaar boven aan de lijst stonden en een groot genoeg huis met tuin kregen aangeboden. Het grote probleem op de huurmarkt is de doorstroming. Begrijpelijk: wie eindelijk in een goedkoop huis zit, zal dat niet zo snel weer verlaten. Een mogelijkheid is dus meer van de cor-
29
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 30
poratiewoningen vrij te geven en de markt zijn werk te laten doen. Toch kunnen politici die dat proberen veelal op felle protesten rekenen. De stad Rotterdam kampt met een ander groot probleem, en wil juist mensen met een hoger inkomen in de volkswijken lokken. 80 procent van de woningen is hier te huur, dat is voor Nederland erg veel. In de havenmetropool wonen veel mensen met lage inkomens en elke tweede burger is een migrant. Deze wonen vaak in achterstandwijken. De gemeente Rotterdam streeft naar een betere spreiding in deze wijken, ook om verloedering tegen te gaan en de sociale cohesie te bevorderen. Hogere inkomens, zo is de gedachte, zorgen voor meer stabiliteit. Om de spreiding te bevorderen worden hele wijken gesloopt of opgeknapt, en dure, luxe koopwoningen in plaats van goedkope sociale huurwoningen neergezet. Sinds eind jaren negentig ondergaat de havenmetropool een voor Nederland bijna atypische metamorfose. In het gebied van de oude haven verrijst de ene na de andere spectaculaire wolkenkrabber, ontworpen door de beroemdste architecten ter wereld. ‘Manhattan aan de Maas’ noemen Rotterdammers hun stad trots en inderdaad, de huizen die hier ontstaan hebben met de anders zo typische bouwwijze van Nederland niet veel meer te maken.
Van boot tot paleis Voor veel buitenlanders is het schattige, ietwat scheve grachtenhuis het symbool voor een huis in Holland. Smal, met een karakteristieke trapgevel, in rood baksteen met witte, sobere versiering, een patroon van witte gevelstenen of een tegeltje met een symbool dat het beroep van de vroegere eigenaar aangeeft.
30
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 31
Deze huizen zorgen voor een eenheid in het straatbeeld, ze stralen ordentelijke burgerlijkheid uit, wat juist de oude steden zo’n enorme aantrekkingskracht op buitenlanders geeft. ‘What they can do with bricks, it’s amazing,’ verbaasde zich een Amerikaanse in Den Haag, die het zich tot sport maakte ’s avonds door de stille straten te wandelen om de façaden van de huizen te bekijken en om, geeft ze toe, soms ook stiekem door de ramen te kijken. Hoewel, zo stiekem hoeft dat niet. Voor de grote ramen hangen namelijk vaak geen gordijnen. Zo’n huis uit de zeventiende eeuw aan het water blijft toch een uitzondering. De meeste mensen in Nederland wonen daar niet. Hoewel Nederlandse huizen er in verschillende soorten en maten zijn, hebben ze toch wel iets gemeen: er is geen overbodige luxe, geen marmer, geen zuiltjes of torentjes. Het calvinistische principe van ingetogen welvaart is tot op de dag van vandaag ook bij de huizenbouw terug te vinden.
Vinex Woningnood is er altijd geweest in Nederland. De beperkte ruimte moest tenslotte slim ingedeeld worden. Om de steden werden ringen gebouwd met nieuwe wijken, eerst rond 1900, dan weer dertig jaar later. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden snel nieuwe wijken, maar de steden konden zich niet eeuwig uitbreiden. Toch werden verhoudingsgewijs weinig wijken met hoge flats aangelegd. Nederlanders willen namelijk liefst in een eigen huisje wonen en niet een hoog anoniem gebouw met honderden delen. Door toenemende welvaart en grotere mobiliteit vertrokken vanaf de jaren zestig steeds meer bewoners van het platteland naar de steden. Vanuit de steden was echter het omgekeerde te
31
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 32
zien: mensen die beter verdienden verhuisden naar de randen van de stad op zoek naar groen en meer ruimte. De regering wilde in de behoefte naar meer woonruimte nabij de steden voorzien en ontwikkelde sinds 1993 plannen om de bevolkingsgroei in de stedelijke gebieden te concentreren en de natuurlijke gebieden te beschermen. Na de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, afgekort Vinex, ontstonden aan de rand van de steden massaal nieuwbouwwijken, in de volksmond Vinex-wijken genoemd. De Vinex-wijken zouden de zogenoemde scheefgroei op de woningmarkt tegen moeten gaan. Het plan was het tekort aan goedkope woningen op te lossen door rijkere mensen uit de steden naar duurdere huizen in de Vinex-wijken te lokken. Maximaal 30 procent van de huizen in deze wijken mocht sociale woningen zijn. Het lukte niet altijd dit doel te bereiken. Vaak hadden – en hebben – juist deze Vinex-locaties het negatieve imago van een op de tekentafel ontworpen stad, die niet natuurlijk en langzaam is gegroeid. De huizen zijn vaak eenvormig en de gezelligheid van kleine winkels en cafés ontbreekt er. Zoetermeer bij Den Haag is zo’n gebied, met eindeloze rijen gelijkvormige huizen, tuintje voor en tuintje achter, zelfs de schuurtjes zijn exact hetzelfde. Het centrum lijkt meer op een kruispunt van snelwegen met links en rechts hoge kantoorgebouwen. Het enige wat je hier ’s avonds en in het weekeinde wilt doen, is zo snel mogelijk uit deze troosteloze betonwoestijn vertrekken. Nog steeds zie je Vinex-wijken verrijzen vlak bij de snelwegen, achter metershoge geluidsschermen. Rijen huizen in kale straten, in dezelfde strakke stijl gebouwd, gepland door een of andere projectontwikkelaar die hier de droom van het gemiddelde Nederlandse gezin van huisje-boompje-beestje tot realiteit denkt te maken. Naast deze wijken zijn er nog de bedrijven-
32
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 33
terreinen. Gezichtsloze kantoorgebouwen, gigantische opslaghallen en winkelcentra. Vanaf de snelwegen is dat het gezicht van Nederland: Vinex-wijken en bedrijventerreinen. Een andere mogelijkheid om woonruimte te creëren was eeuwenlang het polderen: land aan het water onttrekken. Eind jaren zeventig verrees Almere uit het water in de Flevopolder, de jongste polder van Nederland, ontstaan uit een deel van de voormalige Zuiderzee. Inmiddels is Almere de zevende gemeente van het land; rond de 200.000 mensen, die vooral in Utrecht of Amsterdam werken, wonen hier. De nieuwe stad werd het symbool van het Nederlandse geloof in de planbaarheid van een stad waarin de gemiddelde burger ook zou willen wonen. De beste en bekendste architecten werden aangetrokken om bijzondere huizen te bouwen, in verschillende vormen en maten. De stad werd zo gepland, dat ze vooral voor gezinnen met kinderen leefbaar zou zijn: het verkeer wordt in banen geleid, voorrang voor de fietser en het openbaar vervoer staat hoog in het vaandel. Er is een echt stadshart, ontworpen door niemand anders dan Nederlands beroemdste architect Rem Koolhaas, met winkels, cafés, theater, bioscoop en water. De stad van de toekomst moet in de komende tien jaar de vijfde grote stad van Nederland worden en is inmiddels een soort mekka voor architectuurliefhebbers en stedenbouwkundigen uit de hele wereld. Toch blijft Almere een kunstmatige stad, er is niets ouder dan dertig jaar. ‘Almere is het failliet van de goede bedoeling, Almere is het failliet van de maakbaarheid,’ schrijft de Belgische schrijver Geert van Istendael. Maar eerlijk is eerlijk, de burgers zelf, die voelen zich er thuis.
33
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 34
Doorzon Ook al is een huis aan de buitenkant in een modern jasje gestoken, vanbinnen lijken Nederlandse huizen nog erg op de voorbeelden uit de gouden eeuw. Smal en met grote ramen. De reden voor het bouwen van smalle huizen was trouwens meer een kwestie van geld- dan van ruimtegebrek. De hoogte van de belastingen werd vroeger aan het aantal ramen naar de straatkant gemeten. Een zuinige koopman bouwde dus smal en heel diep. Het klassieke Nederlands huis betreedt men door een smalle gang om vervolgens de aan elkaar liggende woon- en eetkamer te betreden, de zogenoemde en-suite- of doorzonkamer – de zon kan er van voor naar achteren door schijnen. Aan de voorkant bevindt zich nog een zijkamer en achterin, gescheiden door een bescheiden smal keukentje, de slaapkamer. Tal van de typische Vinex-huizen zijn naar dit doorzonprincipe gebouwd, dan wel zonder zij- en achterkamer, maar vanuit een halletje gaat achter de voordeur meteen de smalle trap naar boven. Boven zijn er nog twee of drie slaapkamers, een klein bad en dan de zolder. De zolder is eigenlijk om rommel in op te bergen, maar vaak wordt die ook als extra slaapkamer benut. In de oude gebouwen hoort vaak bij elke woning zo’n zolderkamer, die inmiddels graag aan studenten wordt verhuurd. Het is zo’n typisch Nederlands huis dat het woord doorzon inmiddels al het synoniem voor het gemiddelde Nederlandse gezin is. Sinds 1981 tekent Gerrit de Jager in het stripverhaal De Familie Doorzon een hoeksteen van de samenleving, en laat hij vader, moeder en de drie kinderen alle soorten typische avonturen in een Vinex-wijk beleven. Buitenlanders, nog maar net van de steile klim naar boven bekomen, krijgen vaak hun tweede schrik in de piepkleine wc’s
34
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 35
met in de hoek een minuscuul wasbakje, waarvan je niet wist dat ze überhaupt gemaakt werden. Omdraaien is in dit hokje vaak al een hele kunst. En dan de keuken, een pijpenla, die ten minste één ding laat zien: koken speelt niet echt een prominente rol in het Nederlandse gezinsleven. Langzaam komt er wel verandering in. Tenminste, als men de explosief stijgende verkoopcijfers voor dure keukens met granieten aanrechtblad en allerlei technische snufjes moet geloven. Veel Nederlanders hebben inmiddels ook de oude keuken in de vroegere eetkamer geplaatst; een open keuken vinden ze gezelliger. De verandering komt dus niet voort uit het feit dat men opeens massaal de liefde voor het koken heeft ontdekt. ‘Nederlanders hebben de duurste keukens,’ zegt culinair journaliste Alma Huiskens, ‘maar ze koken nooit.’ Ze zijn zelfs kampioenen in het eten van afhaalmaaltijden, wel vier keer per week komt de snelle hap op tafel.
Woonboot Niemand zou raar opkijken als je in spontane verliefdheid vervalt bij de aanblik van een woonboot op de Amsterdamse Amstel. Zacht schommelt zo’n oude ark op het water, op het dek zijn stoelen neergezet, een fiets en bloemen, uit het raam kijkt men op eendjes, plezierboten en verder over het water naar de toren van de stad. Vanaf de wal leidt een smal plankje naar de voordeur. Het zijn vaak oude binnenvaartschepen, of een ponton met een bungalow erop. Soms liggen ze in twee rijen in het water, een klein bootje daarnaast dat dienstdoet als tuin. ‘Ooit waren woonbootbewoners creatieve lui, onconventioneel en onaangepast,’ zegt de waterarchitect en stedenbouwkundige Jort den
35
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 36
Hollander. ‘Ze konden als ze wilden met hun boot varen, en dan ergens anders aanmeren. Het ultieme gevoel van vrijheid.’ Inmiddels is het chic om op zo’n boot te wonen. Sommige woonarken zijn zelfs bijna luxe villa’s, inclusief kabel-tv en een glimmende woonkeuken. In de oude stuurhut is een computerkamer ingericht, en varen kunnen velen ook niet meer op eigen kracht. Ze moeten gesleept worden. Woonbootbezitters hebben stukje voor stukje ook de oevers in beslag genomen, om hun fietsen neer te zetten of om als privétuin met een hekje eromheen te gebruiken. ‘Aan de Amsterdamse grachten heerst zoiets als war on water,’ zegt Den Hollander, die de gemeente adviseert bij het omgaan met water als woon- en leefruimte. De gemeente wil de oever juist op de gewildste locaties van de stad terug veroveren, het gezicht van de historische grachten van wildgroei en rommel bevrijden en geeft daarom steeds minder vergunningen voor ligplaatsen af. Hierdoor is wonen op het water een luxe geworden. Ligplaatsen worden net zo duur verkocht als de kapitale vaste bouwgrond, en er heersen strenge regels omtrent welke boten nog in de oude grachten of aan de Amstel mogen liggen. Als je een mooie boot hebt gevonden, heeft dat geen enkel nut, tenzij je er ook een ligplaats voor hebt. En dan is er nog een probleem: de financiering. Voor banken gelden woonboten namelijk als roerend goed, waarvoor niet zo gemakkelijk een hypotheek verkrijgbaar is. Het hangt er dus van af hoe vast zo’n schip in de grond is verankerd. Hoe vaster het ligt, hoe makkelijker en hoger een hypotheek verstrekt wordt. Voor de gemeentes maakt dat bij het vaststellen van liggeld of andere heffingen trouwens niet uit. Ze beschouwen water als vaste grond, die ze dus ook aan de woonbooteigenaar in erfpacht afgeven. Toch zijn er andere mogelijkheden om de droom van wonen
36
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 37
op het water uit te laten komen. Er zijn tal van architecten in Nederland die huizen op het water bouwen, bijvoorbeeld op een vast in de grond verankerde betonnen bak, die dan ook niet regelmatig – zoals een boot – voor onderhoud naar een werf gesleept hoeft te worden. Zulke huizen zijn erg gewild, omdat ze de luxe van een huis met de vrijheid van het leven op een boot lijken te combineren. En natuurlijk het uitzicht, de vrije blik vanuit het terras of de woonkamer en de eendjes die zomaar de kamer binnen kijken. Er zijn echter ook veel maren, vertelt de architecte Marlies Rohmer, die zulke woningen voor de nieuwe wijk IJburg bij Amsterdam ontwierp. ‘Veel mensen zijn zich niet bewust van het feit dat ze dan niet hun auto voor de voordeur kunnen parkeren, of dat oma met haar rolstoel heel moeilijk over het smalle pad kan. En dan de regels,’ zucht ze, ‘die zijn nog niet aangepast. Vluchtwegen bij brand bijvoorbeeld zijn lastig te plannen als zo’n huis aan drie kanten met water omgeven is.’ Toch wordt wonen op het water inmiddels wel als serieus alternatief voor de woningnood gezien. Nederland moet tenslotte zijn water creatiever gebruiken, zeker in tijden van de klimaatverandering. Zo’n waterwoning heeft het voordeel dat het met het water meebeweegt. Stijgt het water, dan stijgt het huis ook. Niemand hoeft trouwens bang te zijn bij zware storm op open zee te worden gedreven. De huizen schommelen weliswaar heen en weer, maar zitten toch bijna letterlijk muurvast in de grond. Bij de inrichting van zo’n drijvend huis moet men er wel rekening mee houden dat het om een woonboot gaat. ‘Dus niet alle boekenkasten aan één kant,’ adviseert de architecte, ‘dan hangt het huis scheef.’
37
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 38
Kraken en antikraak Wie zijn net gekochte huis niet meteen verbouwt doet er goed aan ook vanbuiten duidelijk te maken dat dat binnenkort wel gaat gebeuren. Een man die een dijkhuis boven Amsterdam kocht, en in zijn eigen tijd in de weekeinden wilde klussen, kwam opeens de voordeur niet meer in. Hij moest aanbellen, waarna de deur geopend werd door een groep hem volstrekt onbekende mensen: krakers. Ze hadden bezit van zijn huisje genomen, en hadden het recht ook nog aan hun kant. Meer dan een jaar lang stond dit huis namelijk leeg en er waren geen tekenen dat er verbouwd zou gaan worden. Nederland is een van de weinige landen die het kraken wettelijk gedogen. Het is wel verboden, maar overtredingen worden geaccepteerd als er door de krakers bepaalde regels in acht zijn genomen. Het lijkt bizar, maar dat is het principe van het beroemde Nederlands gedoogbeleid, waar het kraken als klassieker bij hoort. Weliswaar is het eigendom beschermd, maar als eigenaar heb je ook plichten. Als je die niet nakomt, het pand leeg laat staan, dan mag het gekraakt worden en moet je er zelf voor zorgen het eigendom via een gerechtelijke procedure terug te krijgen. De krakers lichten zelfs de politie in, om aan te tonen dat deze bezettingsactie inderdaad volgens de regels gebeurd is. De eerste kraakacties in de Nederlandse geschiedenis waren nog vrij ludiek en ongeorganiseerd. Het waren individuele acties ten tijde van de grote woningnood, toen de babyboomgeneratie naar de grote steden stroomde en er geen woningen beschikbaar waren, terwijl wel veel oude panden leeg stonden en ermee gespeculeerd werd. Eind jaren zeventig stonden 54.000 mensen officieel als woningzoekend geregistreerd en ontstond
38
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 39
als gevolg van de protestbeweging van de jaren zestig een georganiseerde kraakbeweging. Groepen van vaak links of zelfs anarchistisch georiënteerde jongeren namen hele panden in bezit en richtten daar alternatieve woongroepen, maar ook cafés, winkeltjes en zelfs een radiostation in. Uit angst voor rellen greep de gemeente niet in. In 1980 braken de gevreesde rellen wel uit toen een gekraakt huis aan de Amsterdamse Vondelstraat ontruimd werd. Voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog reden er weer pantservoertuigen door de hoofdstad. Als gevolg kondigden de actievoerders demonstraties voor de dag van de kroning van de nieuwe koningin Beatrix aan. Op 30 april 1980 ontstonden er hevige rellen in het centrum rond de Dam. Rookbommen vlogen door de stad en een grote politiemacht was ingezet om tienduizenden actievoerders achter de afzettingen te houden. Op de wereldwijd uitgezonden televisiebeelden van de huldigingsceremonie waren de rook en de politiemacht te zien en was de leus van de krakers te horen: ‘Geen woning, geen kroning’. In de jaren tachtig was de stad wel in staat de protesten in te dammen en ook het probleem van de nijpende woningnood voor een deel op te lossen door een ambitieus bouwprogramma op te stellen. Veel van de oude krakers kregen vaste en ordentelijke huurcontracten en oude panden werden grondig gerenoveerd. Door hun militante acties hadden de krakers echter ook veel sympathie verspeeld, en kunnen ze ook nu nog op weinig begrip rekenen. Gekraakte huizen worden nu sneller ontruimd, zodat er geen bolwerken meer kunnen ontstaan. In de afgelopen jaren zijn er steeds weer initiatieven gekomen om het gedogen van het kraken helemaal af te schaffen, maar niet alleen de krakers, ook de gemeentes zijn daar geen voorstander van. Het gedogen bleek immers lang een beproefd
39
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 40
middel tegen woningspeculatie te zijn. Maar ook hun tolerantie is niet onbegrensd. Voor veel buitenlandse jongeren blijkt het kraken alleen maar een manier te zijn om aan gratis woonruimte te komen. Er is zelfs een officieel spreekuur van de kraakbeweging over regels en voorwaarden omdat veel buitenlandse actievoerders zich er niet aan houden en bij een ontruiming voor rellen zorgen. Ook daarmee heeft de kraakbeweging veel goodwill verspeeld. Krakers zijn de grote schrik van huizenbezitters, want het is een moeizame weg om het eigendom terug te krijgen. Vaak zetten ze daarom antikraakwachten in. Ook dat heeft te maken met de regels omtrent het kraken: als een gebouw bewoond blijkt te zijn, mag het niet bezet worden. Antikraakwachten zijn vaak studenten, die flexibel zijn en goedkoop willen wonen. Voor een klein bedrag kunnen ze in een gebouw wonen, maar ze hebben wel veel minder rechten dan gewone huurders. Nadeel is ook dat ze bereid moeten zijn binnen een paar dagen hun spullen te pakken en te verhuizen. Ze hoeven dan echter niet op straat te wonen, er zijn inmiddels antikraakbureaus die voor de ervaren antikraakwachten meteen een nieuw adres hebben.
De werkster en de glazenwasser Huispersoneel is in Nederland een absolute uitzondering. Zelfs een werkster voor de wekelijkse schoonmaak wordt, vooral in de provincie, als overbodige luxe gezien, want dat kun je tenslotte zelf. In de steden en in gezinnen met twee werkende ouders is het inhuren van hulp voor de schoonmaak tegenwoordig wel gebruikelijk. Meestal zijn dat vrouwen uit Afrikaanse landen, Turkije en in toenemende mate ook uit Oost-Europa en Azië. Schoonmaakwerk is voor veel migranten en illegalen de
40
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 41
eerste en makkelijkst verkrijgbare baan. Want het is in de meeste gevallen zwart werk. Er is een ander soort hulp dat in Nederland onmisbaar is: de glazenwasser. In de meeste oude panden vind je nog ramen die je omhoog moet schuiven in plaats van dat ze vanbinnen naar buiten te openen zijn. Om aan de buitenkant van een raam te komen moeten eerst de kozijnen losgeschroefd en de binnenramen eruit gehaald worden. Een hels karwei. En daarom zijn er glazenwassers, te herkennen aan de lange smalle houten ladders, die ze tegen de gevels plaatsen en daar vlug als apen omhoogklimmen met spons, zeem en emmer en even vlug de ramen schoonmaken. Prachtig geregeld, maar alleen tot een bepaalde hoogte. In ons kantoor op de vierde verdieping van een oud grachtenpand kun je haast niet meer door de ramen kijken, omdat ze nooit schoon worden gemaakt. Niet omdat de werkster haar werk niet goed doet, of de medewerkers een vrij zicht op de Amsterdamse gracht niet prachtig zouden vinden, maar omdat het vrijwel onmogelijk is op deze hoogte het glas schoon te houden. Sinds het jaar 2000 geldt namelijk een nieuwe Europese richtlijn, die het werken op een ladder boven de 12 meter verbiedt. Nederland kreeg wel als enige lidstaat een uitzondering, mocht langer naar een alternatief zoeken. Dat is echter lastig. Juist in de nauwe straatjes en met die hoge panden blijkt de ladder de enige manier te zijn. Een elektrische hoogwerker die de glazenwasser met motorkracht naar boven brengt zou uitkomst bieden. Maar waar zou die moeten staan in de straten waar auto’s en voetgangers amper ruimte hebben? ‘Elke keer dat ik een hoogwerker wil inzetten,’ zo legde onze glazenwasser uit, ‘moet ik een vergunning aanvragen om de hele straat af te zetten. Onmogelijk.’ Nu poetst hij nog alleen tot de derde verdieping.
41
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 42
Maar ook al woon je op een lagere verdieping, dan nog moet je soms lang wachten. Bij een vriendin kwam de oude glazenwasser alleen nog als hij er zin in had, en dat werd blijkbaar steeds minder vaak, want de afstanden tussen de wasbeurten werden steeds groter. Bellen hielp niet, de huisbaas kon er ook niets aan doen. Maar zomaar een ander bedrijf de opdracht geven was onmogelijk. ‘We hebben een afspraak,’ legde een andere glazenwasser uit, ‘de stad is in zones ingedeeld, en je pikt niet zomaar een wijk van een collega in.’ Als die oude glazenwasser ermee wil stoppen, kan hij zijn wijk verkopen. Maar als je niet tevreden bent met het schoonmaakwerk kun je niet zomaar iemand anders inhuren. Met betrekking tot je huis erf je de glazenwasser. Hoe vaak de mannen met hun emmers en zeem langskomen hangt van de afspraak af. Als je helemaal geen prijs op hun diensten stelt of het minder vaak wilt, moet je dat wel duidelijk aan hen zeggen. Een contract hoeft niet getekend te worden, meestal komt hij na gedaan werk langs om zijn loon te halen.
Huisdieren Nederlanders hebben een bijzondere liefde voor huisdieren. Rond de vijfhonderd stichtingen houden zich met het welzijn van de beesten bezig, en dat aantal groeit. Kat, hond, cavia of paard, het leed van een dier kan zelfs internationale aandacht trekken. Toen in 2005 in het Friese Leeuwarden een mus werd doodgeschoten omdat die de wereldrecordpoging dominosteentjes omvergooien bedreigde, was de nationale verontwaardiging groot. De bevolking en zelfs politici protesteerden, condoleanceregisters werden geopend, het Openbaar Ministerie begon een onderzoek en op het lichaam van het op zo onfortuinlijke manier om het leven gekomen dier werd sectie ver-
42
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 43
richt. Ten slotte kreeg het opgezette vogeltje, dat inmiddels allang de erenaam dominomus had verkregen, een laatste rustplaats in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Zulke anekdotes zijn er in Nederland veel en het worden er steeds meer. Nederlanders zijn er dol op kleine wezens voor de alles verpletterende walsen van een grootmacht te redden. Zelfs hele bouwprojecten ter waarde van miljarden euro’s worden stilgelegd als het gevaar voor een klein beestje oplevert. Zo werd de bouw van de hsl-lijn op last van de rechter stilgelegd toen bekend werd dat juist daar waar de supersnelle treinen zouden rijden het leefgebied van de korenwolf was. Per jaar geven Nederlanders zo’n 43 miljoen euro uit aan dierenbescherming. Er zijn ook tientallen opvanghuizen voor huisdieren. Een crèche voor zeehonden, een asiel voor hamsters, een hotel voor katten en honden. Zodra een dier in problemen is, kan ook de dierenambulance gebeld worden. De groen-witte wagens rijden dan voor – nog net niet met zwaailicht en sirene – om het beest te verzorgen of onderdak te vinden. Geen wonder dus dat voor de huisdieren niet alleen in de privéwoningen maar ook in de publieke ruimte hetzelfde principe als voor mensen geldt: je moet iedereen in zijn waarde laten. Ze mogen hun als natuurlijk aangeziene behoeftes vol uitleven, zelfs al betekent dit een ergernis voor de tweevoeters. Al decennia lang is hondenpoep een van de grootste ergernissen van de burgers, blijkt uit onderzoeken. Toch zie je hopen stinkende uitwerpsels op stoepen, in parken en speeltuinen. Zelfs het slenteren in elegante winkelstraten wordt tot een slalomloop, en op wandelroutes door de meest lieflijke natuurgebieden moet men zijn ogen niet op het mooie landschap maar op de grond richten met een zakdoek dicht voor de neus. Hondenpoep blijkt een onoplosbaar probleem te zijn. Ge-
43
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 44
meentes proberen van alles: automaten die poepzakjes gratis afgeven, poepzuigers die als stofzuigers het vuil van de stoepen zuigen en er zijn hondenuitlaatstroken. Soms lijkt het alsof een heel leger aan ambtenaren zich hiermee bezighoudt. Hondenbezitters ertoe bewegen hun geliefde viervoeter alleen op aangewezen plekken hun behoefte te laten doen vraagt tijd en geduld, en vaak is zelfs dat tevergeefs. En is er dan eindelijk een gemeenteraad willens de hondenbelasting fors te verhogen, dan zijn er zulke grote protesten te verwachten dat de bestuurders toch maar weer de staart intrekken. Het is ook niet aan te raden over dit onderwerp in discussie te gaan met hondenbezitters. ‘Hij heeft dezelfde rechten als uw kind,’ zeggen ze als je er bijvoorbeeld op wijst dat hondenpoep in de zandbak wel erg ongezond is. Hoe kleiner het dier, hoe groter de belangstelling en empathie van de Nederlanders. Voor het leed van de varkens en koeien, de kippen in de legbatterijen en de veetransporten is er verhoudingsgewijs veel minder aandacht. En acties van radicale dierenbeschermers tegen dierproeven hoeven al helemaal niet op sympathie te rekenen. In het ene geval gaat het om het handel drijven, wetenschap of landbouw, en dus om veel geld voor de gemeenschap, en in het andere om het privéleven van de burgers, en daar wordt maar weinig inspraak getolereerd. Toch blijkt dit niet voor iedereen te kloppen. Als eerste land ter wereld verkoos Nederland een Dierenpartij in de Tweede Kamer, die zich het lot van de dieren aantrekt die niet zo makkelijk geïndividualiseerd kunnen worden. Sindsdien is dierenwelzijn een serieus onderwerp van de politiek en dat gaat ver: in welk ander land is het denkbaar dat de Tweede Kamer over een verbod op seks met dieren debatteert?
44
Waar zijn de bitterballen? 11-02-2009 13:51 Pagina 45
Energie In principe is de energiemarkt volgens de Europese regel- en wetgeving vrijgegeven, dat geldt tenminste voor de leveranciers. Die zijn rechtstreekse concurrenten van elkaar. Het net zelf, dus daar waar stroom of gas doorheen komt, blijft in handen van de overheid. De leveranciers prijzen via telefoon of brief de goedkoopste tarieven en beste service aan. Of dat ook klopt leert de ervaring. Informatie bij de Consumentenbond of op internet inwinnen is geen overbodige luxe. Is de ervaring goed, dan kun je met je energieleverancier ook verhuizen, want het contract is niet aan het adres gebonden. Eenzelfde soort principe geldt ook voor de telefoonaanbieders. Er is een ware vloed aan telecombedrijven die wel hetzelfde net gebruiken maar verschillende tarieven hanteren. Dit leidt niet altijd tot betere dienstverlening. Zo is het geen uitzondering dat iemand vier weken op een internetaansluiting moet wachten, en zelfs de koop van een mobiele telefoon kan tot een nachtmerrie worden en veel te lang duren. Zeker voor buitenlanders die in Nederland komen wonen en nog geen bankrekening hebben of alleen een buitenlandse identiteitskaart. ‘Let’s get connected first,’ zei een Amerikaan die met zijn gezin naar Den Haag verhuisde vol goede moed. Hij ging naar de plaatselijke telefoonwinkel, en kwam er met een hele lijst van benodigdheden weer uit. ‘In totaal waren wij er vier keer en duurde het drie weken voordat we een mobiele telefoon hadden.’
45