Vestiging Eindhoven
Jaarverslag 2014-2015
1 Managementsamenvatting Het Erasmus College Nederland is een door de minister van OCW erkende particuliere school conform artikel 1.4a.1 van de WEB en heeft per vestiging een licentie. Het Erasmus Lyceum Nederland heeft een licentie conform artikel 56 van de WVO, ook per vestiging. De belangrijkste conclusies van het jaarverslag met betrekking tot de examens 2014-2015 zijn: - Het verschil SE-CE, de discrepantie, is voor alle afdelingen kleiner dan de vereiste grens van 0,50, behalve voor vwo vavo.
0,5 0,0 2012-2013
2013-2014
2014-2015
mavo havo
-0,5
vwo
-1,0 -1,5
Figuur 1: Discrepantie voor VAVO vmbo, havo en vwo voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015.
- Het gewogen driejaarsgemiddelde van de discrepantie is voor alle afdelingen kleiner dan 0,5. Deze zijn voor VAVO vmbo, havo en vwo respectievelijk -0,2; 0,1 en 0,5. - De CE-scores die de laatste jaren zijn behaald op het Erasmus laten een stijgende lijn zien. De doelstelling van het management is een verdere stijgende lijn van de CE-cijfers met als ambitie een CE gemiddelde boven het landelijk gemiddelde te halen, tenminste een 6,5. - Het afgelopen schooljaar is extra informatie aan de leerlingen gegeven in verband met de nieuwe slaag/zakregeling, waarbij een leerling voor de kernvakken maximaal één vijf op de eindlijst mag hebben, naast het gemiddelde voor de CE vakken van tenminste een 5,5. Komend schooljaar komt daar de Rekentoets nog bij. Er zijn twee leerlingen gezakt enkel op de CE-eis, geen op de kernvakkenregeling.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
ii
De ingevoerde deficiëntieprogramma’s wiskunde-natuurkunde, wiskundeeconomie en aanpassing studiewijzers zijn na de centraal examens geëvalueerd. Alle punten zijn positief beoordeeld. De deficiëntieprogramma’s hebben leerlingen geholpen om eventuele achterstanden weg te werken. De nadruk in de studiewijzer op eindexamenstof heeft ook positieve invloed gehad: iedereen had heel duidelijk het doel voor ogen: bezig zijn met examenstof. Vanaf het schooljaar 2012-2013 heeft in het PTA reflectie op de leerstof een nadrukkelijker rol gekregen omdat deze meegenomen zal worden als handelingsdeel en tenminste voldoende moeten worden uitgevoerd. In het examenjaar 2014-2015 is geen gebruik gemaakt van de bezwaar- en/of beroepsprocedure. Personeelsbeleid In het Erasmus geven de docenten zowel les aan VAVO- als aan WVO leerlingen. Wij stellen de hoogste eisen aangaande de bevoegd- en bekwaamheden aan het personeel (die van het WVO). Afgelopen schooljaar was het percentage bevoegd gegeven lessen 82%. Pedagogische-didactische aspecten Het instroomniveau blijft gelijk. Het gaat om leerlingen die met gemiddelde tot goede cijfers hun VMBO of HAVO diploma behaalden en waarvan de CITO score aangaf dat een volgend niveau haalbaar zou moeten zijn. Echter onvoldoende basale kennis van rekenen, taal en wiskunde veroorzaakt problemen bij verschillende vakken. Wij ondervangen dit probleem door het aanbieden van deficiëntiecursussen, waar toetsen helderheid geven over de aard van deficiëntie. Deze toetsen zijn structureel opgenomen in de introweek, na beoordeling van de toetsen vindt een indeling plaats in de Wiskunde A, Wiskunde B en/of natuurkunde hulpgroep en deze lessen zijn standaard opgenomen in het programma van de eerste periode. De leerlingen ervaren dit als zeer positief. Het aantal leerlingen dat naar het Erasmus College komt omdat ze vastlopen binnen het reguliere onderwijs blijft stabiel. Voor deze groep leerlingen biedt een kleinschalige onderwijsinstelling kansen die het reguliere onderwijs niet kan bieden. De kleine klassen, persoonlijke aandacht, intensieve begeleiding door eigen mentor werken zeer bevorderlijk voor het gevoel van welbehagen, het prettig naar school gaan en het komen tot goede prestaties. Er zijn leerlingen die binnen het reguliere onderwijs om allerlei redenen gedwongen worden om over te stappen naar een lager niveau, terwijl het ambitieniveau van de leerling duidelijk hoger ligt. Het Erasmus College kijkt naar wat een leerling wel kan en wil het optimaal haalbare uit een leerling halen. Er
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
iii
wordt niet ingezoomd op de onmogelijkheden, maar juist op de mogelijkheden. De praktijk wijst uit dat een leerling dit ook zo ervaart. Het nieuwe testprogramma Hacquebord waarmee we de algemene formuleringsvaardigheden testen in de introweek blijkt onvoldoende inzicht te geven in de specifieke leesvaardigheid nodig bij de beta- en zaakvakken. De docent moet alert blijven op de individuele probleemaanpak van de leerling en zal zo nodig extra’s bieden in de vorm van Structurele Probleem Aanpak (SPA), zoals de collega biologie die in aangepast vorm hanteert. Het loopbaanoriëntatie- en begeleidingstraject is vast onderdeel van de introductieweek. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar krijgt dit vervolg in individuele sessies met de eindexamenleerlingen. Daarna organiseren we voorlichtingsronde met de ouders. De decaanactiviteiten zijn aan het begin van het schooljaar geïntensiveerd met het oog op het vervroegen van de inschrijving aan vervolgopleidingen. Participatie van de ouders wordt in een ouderavond gestimuleerd.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
iv
2 Inhoudsopgave 1
Managementsamenvatting ..................................................................... ii
2
Inhoudsopgave ..................................................................................... v
3
Voorwoord ........................................................................................... 1
4
Erasmus College en Erasmus Lyceum ...................................................... 2
5
4.1
vavo-instelling en wvo instelling ........................................................ 2
4.2
opzet en organisatie van de examens ................................................ 2
4.3
Beroep en Bezwaar.......................................................................... 4
Verantwoording opbrengsten.................................................................. 5 5.1
Uitgangspunten en handelswijze ....................................................... 5
5.2
Slagingspercentage ......................................................................... 6
5.2.1
VAVO ....................................................................................... 6
5.2.2
WVO ........................................................................................ 7
5.3
CE gemiddelden .............................................................................. 7
5.3.1
VAVO ....................................................................................... 7
5.3.2
WVO ........................................................................................ 8
5.4
SE-CE verschillen .......................................................................... 10
5.4.1
VAVO ..................................................................................... 10
5.4.2
WVO ...................................................................................... 12
6
Leerlingkarakteristieken....................................................................... 14
7
Bevoegdheden/personeelsbeleid ........................................................... 15
8
Kwaliteit (sterkte-zwakte analyse) ........................................................ 17
9
8.1
Leeromgeving- en klimaat .............................................................. 17
8.2
Begeleiding .................................................................................. 19
8.3
Specifieke leerlingbegeleiding ......................................................... 21
8.4
Oudercontact en communicatie ....................................................... 22
8.5
Oriëntatie vervolgopleiding/beroepskeuze ........................................ 23
8.6
Nawoord 2014-2015 en visie 2015/2016 .......................................... 23
Beleidsvoornemens 2015-2016 en verder .............................................. 25 9.1
Evaluatie ...................................................................................... 25
9.2
Beleidsvoornemens 2015-2016 en verder ......................................... 26
10 Bibliografie......................................................................................... 28
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
v
3 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2014-2015 van het Erasmus College Nederland (VAVO-WEB) en het Erasmus Lyceum Nederland (WVO),vestiging Eindhoven. In dit verslag zal over het Erasmus worden gesproken waarbij beide scholen worden bedoeld. In dit jaarverslag legt de school verantwoording af over haar leerresultaten van het examenjaar 2014-2015, alsmede het personeelsbeleid en de kwaliteit van haar pedagogisch didactisch handelen. Ook zullen de resultaten van de tevredenheidsmetingen onder leerlingen, ouders en docenten aan bod komen. Dit jaarverslag is bedoeld voor leerlingen, ouders, personeel en andere geïnteresseerden. Het is opvraagbaar via de website van de school. Per vestiging zijn er hard copies beschikbaar. De hoofdmoot van dit jaarverslag betreft de eindexamenresultaten van 20142015. Deze zijn gewogen door de directie aan de hand van de evaluatie van de examencommissie. Dit levert beleidsvoornemens op die we in het schooljaar 2015-2016 gestalte gaan geven. Het Erasmus College heeft in de periode 2014-2015, net als andere scholen voor voortgezet onderwijs en net als andere particuliere scholen te maken met twee ontwikkelingen, te weten: -
de landelijke aandacht voor de verschillen tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers in het voortgezet onderwijs (bekostigd en nietbekostigd), bevestigd door inspectieonderzoek de invoering van de nieuwe slaag-zakregeling en de gevolgen daarvan
Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat het Erasmus het belang dat ze hecht aan kwaliteit van onderwijs nog meer gewicht geeft dan ze in het verleden al deed en haar inspanningen om de kwaliteit te verbeteren zal continueren. Het gedeelte van dit jaarverslag dat de examens betreft is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de examencommissie en namens deze de secretaris. Het jaarverslag, inclusief het personeelsbeleid en de pedagogischdidactische aspecten, is formeel vastgesteld in de MT-vergadering d.d. 30 september 2015 en is ter beschikking gesteld aan de vestigingen en vormt de basis voor gesprekken met individuele personeelsleden en vaksecties.
Dr. H.F.W.J. van Breukelen september 2015
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
1
4 Erasmus College en Erasmus Lyceum 4.1 vavo-instelling en wvo instelling Het Erasmus College Nederland, afgekort tot Erasmus College, is een door de minister van OCW erkende particuliere school conform artikel 1.4a.1 van de WEB en heeft per vestiging een licentie. Tevens beschikt de school in casu het Erasmus Lyceum over een licentie conform artikel 56 van de WVO, ook per vestiging. In 2014-2015 is gebruik gemaakt van beide licenties op de twee vestigingen. In dit verslag zal verder gesproken worden over het Erasmus, waarmee zowel het College als Lyceum wordt bedoeld. Het Erasmus is door de minister aangewezen als bevoegd om aan de leerlingen op grond van het met gunstig gevolg afleggen van een eindexamen aan de instelling het diploma uit te reiken met eenzelfde civiel effect als diploma’s uitgereikt aan de door de overheid bekostigde scholen voor voortgezet onderwijs. Het Erasmus hanteert de wettelijk vastgestelde eindtermen als basisdocument voor de inrichting van zijn vavo- en wvo-opleidingen. Er worden opleidingen gegeven voor vwo en havo en vmbo-t in één of twee jaar. Een leerling kan zich inschrijven voor een deelpakket of een volledig pakket (alle verplichte vakken inclusief profieldeel, vrije keuze vak(ken) en profielwerkstuk).
4.2 opzet en organisatie van de examens Het bevoegd gezag van Erasmus College en Lyceum Nederland heeft ter uitvoering van artikel 31 van het "Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-V.B.O." een examenreglement vastgesteld en een Programma van Toetsing en Afsluiting schoolexamen en centraal examen dat door de inspectie is goedgekeurd. In het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) staat vermeld welke schoolexamens op welk moment worden afgenomen. Een groot aantal van deze schoolexamens is afgenomen tijdens drie schoolexamenperiodes (SE-periode). Voor het schooljaar 2014-2015 waren de SE-periodes in week 44 (27-31 oktober), week 3+4 (12-21 januari) en week 14+15 (30 maart-10 april). Het inhalen van gemiste schoolexamens was ingeroosterd in week 15. Tijdens de SE-periodes zijn de schoolexamens in schriftelijke vorm afgenomen en hiervoor zijn werken aangeleverd. Onderstaand organigram geeft aan hoe de totstandkoming van de schoolexamens is geregeld.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
2
Toetsenbank
Domein BiNaS
Domein Economie
Domein Talen
Domein Wiskunde
Domein Zaakvakken
Domein Creactief
ANW
Economie
Duits
Wiskunde
Aardrijkskunde
BSM
Biologie
Management & Organisatie
Engels
Wiskunde A
Filosofie
Tekenen
Frans
Wiskunde B
Geschiedenis
Nederlands
Wiskunde C
Maatschappijleer/ -wetenschappen
Spaans
Wiskunde D
Natuurkunde, NaSk-1
Scheikunde, NaSk-2
Informatica
Organigram toetsenbank
In overleg met de vakdocenten uit Eindhoven en Maastricht wordt bepaald wie welk schoolexamen, inclusief normering en antwoordmodel, maakt. In principe zullen deze schoolexamens opgebouwd zijn uit oude centraal examenopgaven of indien dit niet mogelijk is uit opgaven, gekozen uit de toetsen van methoden. Deze schoolexamens worden door de vakdocenten onderling besproken, waarna eventuele verbeteringen kunnen worden aangebracht. Uiterlijk twee weken voor aanvang van de SE-periode moeten de schoolexamens in het bezit zijn van de toetsenbank. Hier worden de toetsen verzameld en een laatste controle wordt uitgevoerd, met name op uiterlijke kenmerken. Er is afgesproken om alle werken in lettertype Verdana, lettergrootte 12 te maken, zodat de werken voor alle leerlingen, inclusief dyslectici, goed te lezen zijn. Dit verslag staat in genoemd lettertype. Deze schoolexamens kunnen niet extern ingekocht worden. Dit kan wel voor de luistertoetsen bij de talen. De door CITO geleverde toetsen worden op de door CITO geadviseerde tijdstippen gebruikt. Ook CITO-toetsen om de voortgang van leerlingen in de onderbouw te volgen en entree-toetsen (voor examenkandidaten) om hun niveau vast te stellen aan het begin van het schooljaar, worden gebruikt. Voor de verplichte rekentoets is gebruik gemaakt van het door CITO geleverde programma (Facet) en zijn de door CITO voorgeschreven procedures gebruikt.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
3
De schoolexamens worden zo snel mogelijk nagekeken, uiterlijk binnen één week, waarna de cijfers in een docentenvergadering worden besproken. Resultaten van verschillende vestigingen worden binnen MT en examencommissie besproken.
4.3 Beroep en Bezwaar De procedures rondom bezwaar en beroep zijn vastgelegd in het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting schoolexamen en centraal examen. Er zijn in het examenjaar 2014-2015 geen meldingen geweest. Tijdens de centraal examens hebben zich geen problemen voorgedaan. De hoeveelheid aanvullingen op het correctievoorschrift, door het CvE, is kleiner dan vorig jaar, maar er zijn nog steeds veel aanvullingen. Dit schooljaar zijn de werken van VAVO en WVO eindexamenkandidaten voor het eerst naar één gecommitteerde gegaan. Dit kon na overleg met DUO. In voorgaande jaren werden VAVO werken naar een andere gecommitteerde gestuurd dan de WVO werken. Hierdoor konden verschillen ontstaan tussen de beoordelingen van examenkandidaten, terwijl deze bij elkaar in de klas zaten en enkel administratief verschillend ingedeeld zijn.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
4
5 Verantwoording opbrengsten Scholen worden qua opbrengsten beoordeeld op het behaalde CE-cijfer per afdeling en het verschil tussen schoolexamen en centraal examen (discrepantie). In dit hoofdstuk zal dit besproken worden. Aansluitend zal het slagingspercentage aan de orde komen. Qua resultaten worden alleen die resultaten meegenomen die dit jaar zijn behaald en ook dit jaar tellen. Op het WVO kunnen leerlingen voorexamen doen, de resultaten die zij dit jaar hebben behaald tellen dit jaar niet mee omdat ze volgend jaar pas examen doen en tellen volgend jaar niet mee omdat de examens, hoewel vergelijkbaar, niet exact hetzelfde zijn. Resultaten van voorexamenkandidaten van vorig schooljaar tellen dit jaar dus niet mee. De opsplitsing tussen vavo (WEB) en wvo zal worden gebruikt omdat de IhvO deze gebruikt. In de schoolpraktijk zitten de leerlingen in één klas en zal de docent in de klas niets merken van deze splitsing op papier.
5.1 Uitgangspunten en handelswijze
Vakken waarin alleen schoolexamens werden gedaan, zijn niet meegenomen bij het bepalen van de discrepantie. Voor de resultaten van het centraal examen zijn de hoogste cijfers van een leerling van het eerste tijdvak en/of tweede tijdvak en/of eventueel derde tijdvak genomen. Natuurlijk zitten hierin ook de cijfers van de kandidaten die in het 1e tijdvak een examen niet hebben kunnen maken. Voor het bepalen van gemiddelden, standaarddeviaties en aantallen is het BRON-bestand, dat naar DUO is gestuurd, als basis gebruikt. Dit is omgezet naar een bestand dat met Access gebruikt kon worden, waarna de rapporten zijn opgesteld om verschillende waarden te bepalen. De resultaten zijn weer in Excel gezet om deze grafisch uit te kunnen zetten. De resultaten worden per vestigingsplaats en per VAVO of WVO bekeken. Hiervoor heeft het Erasmus vier verschillende nummers waaronder zij bekend staat bij de inspectie: Tabel met BRIN-nummers
VAVO WVO
Eindhoven 30CR 30DV
Maastricht 30CT 30DW
Door deze opsplitsing ontstaan groepen van een klein aantal leerlingen (vaak niet meer dan 10 leerlingen). Alleen de cijfers die een leerling dit jaar gerealiseerd heeft worden in de weergegeven cijfers gebruikt. Resultaten uit een eerder jaar worden niet meegenomen. De resultaten die voorexamenkandidaten dit jaar hebben behaald, zullen niet meegenomen worden. De resultaten die leerlingen op een hoger niveau hebben behaald, zijn meegenomen op het niveau waarop het diploma behaald is.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
5
5.2 Slagingspercentage In onderstaande tabellen zijn de slagingspercentages van de afgelopen jaren weergegeven voor de vestiging Eindhoven. Hierbij worden die leerlingen meegeteld die een diploma konden realiseren. Leerlingen die slechts een aantal vakken volgden, waarna ze geen diploma zouden behalen, worden niet meegeteld. 5.2.1 VAVO In tabel 2 is het percentage voor de vavo gegeven, er zit een stijgende lijn in het percentage geslaagden. Dit jaar is de slaag/zakregeling verscherpt met de afname van een centrale rekentoets op niveau 2F of 3F. Deze moest dit jaar gedaan zijn. Daarnaast moet een leerling gemiddeld 5,50 of meer voor de centraal examens realiseren. Verder geldt voor havo en vwo de kernvakkenregeling, een leerling mag voor de kernvakken (wiskunde, Engels en Nederlands) maximaal één vijf als eindcijfer hebben. Tabel 2: % geslaagden voor het examen VAVO Eindhoven Mavo Havo Vwo
2012 100 86 93
2013 100 86 100
2014 100 92 67
De aanscherping van de slaag/zakregeling heeft amper invloed gehad op het percentage geslaagden. De rekentoets is door iedereen gemaakt. Op de kernvakkenregeling is niemand gezakt. Twee leerlingen zijn gezakt op basis van de CE-regel. Deze leerlingen (1 havo- en 1 vwo-kandidaat) kwamen net onder het gemiddelde van 5,50 uit (5,40 respectievelijk 5,45). De overige gezakte leerlingen zouden zonder CE-regel ook gezakt zijn.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
6
5.2.2 WVO In onderstaande tabel is het percentage geslaagden voor het WVO weergegeven. De aantallen leerlingen op het WVO zijn bijna nooit groter dan 10 kandidaten per niveau. Hierdoor is de invloed van een leerling behoorlijk groot. Alleen in 2014 bestond de havo groep uit meer dan 10 kandidaten, de andere jaren en niveaus niet. Tabel 3: % geslaagden voor het examen WVO Eindhoven Mavo Havo Vwo
2013 88 80 100
2014 100 77 100
2015 100 67 67
5.3 CE gemiddelden 5.3.1 VAVO In onderstaande tabel zijn de behaalde CE-resultaten (met aantallen examens tussen haakjes) van schooljaar 2014-2015 voor de vavo van Eindhoven weergegeven. Op basis van het aantal examens zou alleen over havo en vwo iets geconcludeerd kunnen worden. Tabel 4: gemiddelde CE-cijfers VAVO Eindhoven 2014-2015 Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits aardrijkskunde en geschiedenis Economie wis-, natuur-, scheikunde en biologie Overig
mavo 6,6 (23) 7,0 6,7 6,7 5,7 6,6
(5) (8) (3) (3) (4)
havo 5,8 (38)
vwo 5,7 (65)
6,8 (2) 6,3 (7) 6,1 (6) 5,7 (5) 5,4 (16)
5,5 (9) 5,3 (16) 5,4 (6) 5,4 (7) 6,0 (25)
6,4 (2)
6,8 (2)
Wanneer deze cijfers vergeleken worden met de cijfers zoals die zijn weergegeven in het verslag van de examencampagne 2015 VO (Alberts, 2015) van het cito, dan zou het CE-gemiddelde van het vmbo, havo en vwo 6,50; 6,30 en 6,58 moeten zijn. Hiervoor zijn de gemiddelde CE-cijfers van het cito voor de verschillende vakken gewogen gemiddeld om een totaalcijfer te verkrijgen. Het gemiddelde CE cijfer voor havo en vwo ligt onder het landelijk gemiddelde. Het vmbo cijfer ligt met een 6,6 boven het landelijk gemiddelde. Vanuit de overheid en het IvhO gaat de wens/eis uit dat het gemiddeld CE-cijfer dit jaar per afdeling 6,0 is. De afdelingen havo en vwo voldoen tegen de verwachting in niet aan deze eis. De clusters economie en beta-vakken scoren op havo slecht, terwijl op het vwo de talen, de zaakvakken en economie laag scoren. Op het vwo zaten een vijftal leerlingen waarvan de faalangst tijdens de schoolexamens onder controle was, maar tijdens de centraal examens toch weer de kop op stak, waardoor het
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
7
CE-cijfer voor deze groep leerlingen lager is uitgevallen dan van te voren ingeschat was. Er zat hier geen calculerende leerling bij. Wanneer een overzicht van de resultaten wordt gemaakt van alleen de geslaagde leerlingen en waar bovenstaande leerlingen ontbreken(zie hieronder), valt op dat het gemiddeld CE cijfer wel voldoet aan de eis van 6,0. Gezien het aantal leerlingen dat gezakt was op het VWO, lag dit in de lijn der verwachting. Tabel 4b: gemiddelde CE-cijfers VAVO Eindhoven 2014-2015 ALLEEN GESLAAGDEN Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits aardrijkskunde en geschiedenis Economie wis-, natuur-, scheikunde en biologie Overig
mavo 6,6 (23) 7,0 6,7 6,7 5,7 6,6
havo 6,0 (27)
vwo 6,0 (35)
6,8 (2) 6,4 (5) 5,9 (5) 5,6 (4) 5,8 (10)
5,7 (5) 5,5 (8) 6,0 (3) 5,4 (2) 6,4 (15)
6,0 (1)
6,8 (2)
(5) (8) (3) (3) (4)
5.3.2 WVO In onderstaande tabel zijn de behaalde CE-resultaten van schooljaar 2014-2015 voor het WVO voor de vestiging Eindhoven vermeld. Op basis van het aantal examens kan geen conclusie getrokken worden over de resultaten bij de mavo en vwo. Tabel 5: gemiddelde CE-cijfers WVO Eindhoven 2014-2015 Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits aardrijkskunde en geschiedenis Economie wis-, natuur-, scheikunde en biologie Overig
Mavo 7,1 (12)
Havo 6,0 (46)
7,1 (2) 7,1 (3) 7,1(4) 6,6 (2) 8,5 (1)
6,6 (7) 6,0 (12) 6,5 (6) 5,3 (3) 5,7(16) 5,0 (2)
Vwo 5,3 (16) 5,9 4,9 5,5 4,4 5,7 4,4
(2) (2) (2) (2) (6) (2)
Wanneer deze cijfers vergeleken worden met de landelijke cijfers zoals die zijn weergegeven in het verslag van de examencampagne 2015 VO van het cito, dan zou het CE-gemiddelde van vmbo, havo en vwo 6,49; 6,31 en 6,56 zijn. Hiervoor zijn de gemiddelde CE-cijfers van het cito voor de verschillende vakken gewogen gemiddeld om een totaalcijfer te verkrijgen. De behaalde gemiddelde CE cijfers liggen onder het landelijke gemiddelde voor het vwo, en voldoen bovendien niet aan de eis van 6,0. Het aantal examens ligt echter onder 30. Op de havo scoren de clusters economie, beta-vakken en overig slecht, ook bij vavo was dit voor de eerste twee clusters het geval.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
8
Met een kleine examengroep, twee leerlingen die in een aantal vakken vorig jaar voorexamen hebben gedaan en één leerling die gezakt is, komt het gemiddeld CE-cijfer niet boven de zes uit. Wanneer ook hier een overzicht wordt gemaakt van de CE cijfers van alleen de geslaagden wordt ook een verbetering waargenomen. Door de kleine aantallen leerlingen is het echter niet voldoende om ook hier tenminste een 6,0 bij het VWO te halen. Tabel 5b: gemiddelde CE-cijfers WVO Eindhoven 2014-2015 ALLEEN GESLAAGDEN Alle vakken Nederlands Engels, Frans, Duits aardrijkskunde en geschiedenis Economie wis-, natuur-, scheikunde en biologie Overig
Mavo 7,1 (12) 7,1 (2) 7,1 (3) 7,1(4) 6,6 (2) 8,5 (1)
Havo 6,3 (29) 7,1 6,2 6,7 5,3 6,1 5,0
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
(5) (7) (5) (3) (8) (1)
Vwo 5,7 (9) 6,5 (1) 6,3 (1) 4,7 (2) 5,6 (6) 6,1 (2)
9
5.4 SE-CE verschillen In een brief van de staatssecretaris van Onderwijs aan de Tweede Kamer van 25 juni 2015 wordt gesproken over het vervallen van het verschil SE-CE in het leerresultatenmodel (Dekker, 2015). Sinds de aanscherping van de exameneisen heeft dit minder waarde gekregen omdat leerlingen tenminste een 5,5 moeten halen. In het nieuwe model zal deze indicator komen te vervallen als onderdeel van de beoordeling van de leerresultaten. Een school kan dan niet meer als zwak worden beoordeeld vanwege een verschil van meer dan 0,5 punt SE-CE. Wel zal dit blijven meewegen bij het behoud van de examenlicentie. De licentie kan worden verloren als het verschil bij langdurig (zes jaar) te groot verschil. De SE-CE verschillen zullen in dit gedeelte van het rapport nog wel besproken worden. 5.4.1 VAVO In onderstaande tabel zijn de SE-CE verschillen van het schooljaar 2014-2015 weergegeven, eerst voor de vavo. VAVO
3-jaarsgemiddelde gewogen
Mavo
-0.07
23
-0.07
26
Havo
0.35
38
0.13
105
Vwo
0.75
65
0.48
227
Aantal
Aantal
SE-CE
SE-CE
Tabel: Discrepantie VAVO Eindhoven 2014-2015
Het verschil SE-CE, de discrepantie, is voor alle afdelingen, behalve vwo, kleiner dan de opgelegde grens van 0,50 maar is ten opzichte van vorig jaar wel gestegen (zie ook figuur 1 hierna).
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
10
0,5 0,0 2012-2013
2013-2014
mavo
2014-2015
havo
-0,5
vwo
-1,0 -1,5
Figuur 1: Discrepantie voor VAVO vmbo, havo en vwo voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015.
Het gewogen driejaarsgemiddelde van de discrepantie is voor alle afdelingen kleiner dan 0,5. Deze zijn voor VAVO vmbo, havo en vwo respectievelijk -0,2; 0,1 en 0,5. Deze verschillen zijn berekend met behulp van het gewogen gemiddelde van de discrepanties van de afgelopen jaren. De inspectie heeft een andere manier van berekenen gebruikt, beschreven in de bijlage bij de meerjaren opbrengsten vo 2013 van de Inspectie van het Onderwijs (Inspectie van het Onderwijs, 2013). Wanneer deze berekening toegepast wordt op de resultaten van het Erasmus lijkt er op het oog weinig verschil te zijn. Bij het vwo is er echter wel een verschil: het gewogen gemiddelde ligt met 0,48 onder de grens van 0,50, de methode van de inspectie net erboven (0,53). In onderstaande tabel zijn deze resultaten voor de vavo weergegeven. VAVO 3-jaarsgemiddelde Gewogen
VAVO 3-jaarsgemiddelde Methode inspectie
Aantal
SE-CE
Aantal
SE-CE
Tabel: Discrepantie VAVO Eindhoven 2014-2015
Mavo
-0,215
26
-0,076
26
Havo
0,129
105
0,210
105
Vwo
0,480
227
0,525
227
Wanneer per cluster naar de discrepantie wordt gekeken, dan veroorzaken op de havo de beta-vakken een discrepantie hoger dan 0,50, andere clusters (zoals
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
11
Nederlands en de zaakvakken) hebben een kleine of zelfs negatieve discrepantie. Alle vakken op het vmbo hebben een kleine negatieve discrepantie. Bij het vwo vallen Nederlands, de moderne vreemde talen en aardrijkskunde en geschiedenis in negatieve zin op, de beta-vakken hebben hier de kleinste discrepantie. 5.4.2 WVO In onderstaande tabel zijn de SE-CE verschillen van het schooljaar 2014-2015 weergegeven voor het wvo en het gewogen driejaarsgemiddelde van de discrepantie. WVO
3jaargemiddelde gewogen
SE-CE
Aantal
SE-CE
Aantal
Tabel: Discrepantie WVO Eindhoven 2014-2015
Mavo
-0,38
12
0,15
71
Havo
0,10
46
-0,09
131
Vwo
0,46
16
0,14
96
De driejaarsgemiddelden zijn allen lager dan 0,50. Ook voor het wvo zijn de driejaarsgemiddelde berekend volgens de gewogen methode en volgens de methode beschreven door de inspectie. In de tabel hieronder worden de resultaten getoond.
WVO 3-jaarsgemiddelde gewogen
WVO 3-jaarsgemiddelde Methode inspectie
Aantal
SE-CE
Aantal
SE-CE
Tabel: Discrepantie WVO Eindhoven 2014-2015
Mavo
0,149
71
0,143
71
Havo
-0,088
131
-0,080
131
Vwo
0,136
96
0,204
96
Net als bij de vavo zijn de verschillen hier ook klein.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
12
De discrepanties per cluster zijn voor vmbo allen negatief. Bij havo vertoont het cluster economie een discrepantie hoger dan 0,5, terwijl bij andere vakken de verschillen veel kleiner zijn. Het kleine aantal examens speelt hier een nadelige rol. Op het vwo laten de clusters moderne vreemde talen en geschiedenis en aardrijkskunde een zeer hoge discrepantie zien.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
13
6 Leerlingkarakteristieken Examenklassen VWO De VWO klas bestond uit 25 leerlingen, 17 leerlingen volgden VAVO onderwijs, terwijl de overige acht via het WVO (voor)examen hebben gedaan in een aantal vakken, drie van deze WVO leerlingen hebben een volledig examen gedaan, de overige vijf hebben in een aantal vakken voorexamen gedaan. Voor een aantal leerlingen zijn op grond van dyslexie en lichamelijke handicaps aanvullende examenfaciliteiten aangevraagd bij de IvhO (Eindexamenbesluit, art. 55, afwijking wijze examineren). De toekenning bestond uit 30 minuten tijdverlenging bij het Centraal Examen en voor sommige leerlingen was er bovendien audio-ondersteuning. HAVO De HAVO klas bestond uit 32 kandidaten, 17 VAVO- en 15 WVO-kandidaten. Ook hier heeft een aantal WVO-kandidaten in een aantal vakken voorexamen gedaan (4), terwijl de overige leerlingen een volledig examen hebben afgelegd. Ook hier zijn voor een aantal leerlingen op grond van dyslexie en andere handicaps aanvullende examenfaciliteiten aangevraagd bij de IvhO (Eindexamenbesluit, art. 55, afwijking wijze examineren). De toekenning bestond uit 30 minuten tijdverlenging bij het Centraal Examen en voor sommige leerlingen was er bovendien audio-ondersteuning. VMBO De vmbo klas bestond uit 8 kandidaten, 5 VAVO- en 3 WVO-kandidaten. Ook hier zijn voor een aantal leerlingen op grond van dyslexie en lichamelijke handicaps aanvullende examenfaciliteiten aangevraagd bij de IvhO (Eindexamenbesluit, art. 55, afwijking wijze examineren). De toekenning bestond uit 30 minuten tijdverlenging bij het Centraal Examen en voor sommige leerlingen was er bovendien audio-ondersteuning. Niet examenklassen (lyceum) In de niet examenklassen was er één leerling in klas 3 vmbo, drie leerlingen in klas 4 havo en vier in vwo 5. Deze hebben allemaal, met uitzondering van de vmbo kandidaat, in één of meerdere vakken voorexamen hebben gedaan. Een leerling uit 5 vwo heeft op het eind van het schooljaar aangegeven in schooljaar 2015-2016 naar een andere school over te stappen.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
14
7 Bevoegdheden/personeelsbeleid Op het Erasmus geven de docenten zowel les aan vavo- als aan WVO leerlingen. Wij stellen de hoogste eisen aangaande de bevoegd- en bekwaamheden aan het personeel (die van het WVO). Zo moet tenminste 80% van de gegeven lesuren door bevoegde docenten gegeven worden, terwijl het streven moet zijn dat 100% van de lesuren door bevoegde docenten wordt gegeven. Dit betekent dat aan vmbo en onderbouw havo en vwo tweede graadsdocenten bevoegd zijn en aan de bovenbouw havo en vwo moet men tenminste eerste graads bevoegd zijn. Afgelopen schooljaar was dit percentage 82%. Wanneer er door natuurlijk verloop een vacature is, zal een nieuwe docent de juiste bevoegdheid moeten hebben of moeten gaan halen. De docenten biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde hebben deelgenomen aan nascholingscursussen (o.a. DNA-labdag, NIBI conferentie (biologie), examenvergaderingen) ten behoeve van expertisebevordering. In het kader van het onderhouden bekwaamheden (Wet BIO) heeft het Erasmus College in mei van dit jaar een landelijke docentendag georganiseerd met als doel inspireren, trainen en verbeteren. Het ochtendprogramma bestond uit een workshop “Brein & Leren”(Linda Luchtman, Love@Learn), in het middagprogramma is er in groepsverband gewerkt met casussen. Interne expertise-uitwisseling is een constante gebleken. In de zoektocht naar verbetering van het studierendement is het team bezig met:
a. Klassenmanagementverbetering: bewustwording in de dagelijkse praktijk van lesgeven, voorbereiding, variatie van werkvormen en verwerking en toetsing. b. Doorvoeren van reflectie in handelingsdeel PTA; bewustwording van de leerling WAT, WAAROM en HOE leer ik. c. Onderzoek naar leerstijlen via methode Kolb, met de onderzoekslijst van Kolb komt heel snel een eerste screening tot stand. De uitkomsten zijn leidraad in klassenaanpak en individuele studiebegeleiding. In schooljaar 2013-2014 is initiatief genomen om werkgroep HATTIE te faciliteren. De docenten willen nog beter weten wat de effecten van docentinspanning opleveren. Hoe worden we excellente leraren? Welke factoren kunnen we veranderen? We hopen op verdieping van inzicht op de voortgang en de effecten van de manier van lesgeven. De werkgroep komt maandelijks bijeen en zal verslag doen aan de collegadocenten.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
15
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
16
8 Kwaliteit (sterkte-zwakte analyse) 8.1 Leeromgeving- en klimaat Bij de start van het schooljaar 2014-2015 telde het Erasmus College Eindhoven in totaal 65 leerlingen verdeeld over drie afdelingen, vmbo, havo en vwo eindexamenklassen en lyceum klas 1-2-3-4-5. Naast lesbezoeken en een periodiek voortgangs-/functioneringsgesprek, zijn er net als vorig schooljaar ook dit jaar wederom themagesprekken met docenten gevoerd over de discrepantie tussen SE en CE cijfers en de te nemen maatregelen en is dit onderwerp besproken tijdens de 4-wekelijkse bijeenkomsten van het Management Team. De meest in het oog springende maatregelen in dezen zijn geweest: het continue proces van optimaliseren van de studiewijzers, die de leerbaarheid van het programma bevorderen. Naast een informatief en oriënterend gesprek, gevolgd door een uitgebreid intakegesprek, zijn er met ouders en leerlingen na elke SE voortgangsgesprekken gevoerd. In vrijwel alle gevallen zijn er ook tussentijds gesprekken geweest en is er veel telefonisch contact en e-mail contact geweest. De communicatielijnen zijn kort en direct en hiervan wordt optimaal gebruikt gemaakt. De leerling en ouder staan centraal. Het wederzijds contact is intensief. Leerlingen en ouders beschikken over een Erasmusportaal waarop digitaal alle belangrijke schooldocumenten zijn terug te vinden. De actuele cijferlijsten vinden de ouders terug op Trajectplanner. De introductiedagen werden besteed aan het afnemen van CITO toetsen (VAS 3), het geven van informatie over de organisatie van het schooljaar, het doornemen van de schooldocumenten en instructie sector-/profielwerkstuk, kennismakingsspelen en een middag op Aquabest. Hierbij waren ook de leiding, docenten en mentoren aanwezig. In het kader van de vakken economie en management & organisatie is er in het voorjaar een bezoek gebracht aan de Beurs van Amsterdam en de Nederlandse Bank in Amsterdam. In het kader van het vak Bewegen, Sport en Maatschappij zijn de leerlingen op bergsportkamp in Oostenrijk geweest. Dit kamp is de leerlingen en de begeleiders goed bevallen. Naast sportactiviteiten hebben de leerlingen ook tijd besteed aan schoolactiviteiten. Leerlingen hebben aangegeven de sfeer als heel prettig te hebben ervaren en dat de betrokkenheid van de docenten, de kleinschaligheid en het persoonlijk contact de grote kracht vormen van het Erasmus. Leerling: “Ik word hier gezien”. Onderstaand verslag is gebaseerd op gesprekken met ouders, leerlingen en docenten en de lesbezoeken en vergaderingen gedurende het schooljaar 20142015. Het jaarlijkse verslag pedagogisch-didactisch handelen is een uitwerking
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
17
van wat in het Schoolplan 2011-2015 onder paragrafen 2.1, 2.2, en 2.4 onder Kwaliteitszorg staat beschreven. Leerlingen voelen zich op het Erasmus College en Lyceum thuis. De school biedt een veilige (leer)omgeving waarin leerlingen zich verzekerd weten van steun en begeleiding. Die begeleiding is gericht op het toewerken naar zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid (missie Erasmus College Nederland). Leerlingen weten zich veilig om zaken die ze als moeilijk ervaren aan te kunnen kaarten. Als het de leerstof betreft zijn de docenten, Persoonlijk Coach Docent (p.c.d.)/mentor de aangewezen personen om hulp te bieden en zijn studiewijzer en studieplanning de instrumenten die daarop sturen. Als het aangelegenheden betreft uit de privé-sfeer treedt de rector en PCD op als vertrouwenspersoon. Regels vormen uiteraard altijd de kaders om een veilig klimaat voor iedereen te creëren (deze staan beschreven in het Leerlingstatuut 2014-2015). Handhaving en naleving van de regels, rekening houdend met de individuele omstandigheden van de leerlingen, is juist bij een kleine school van essentieel belang. De regels van respect voor en tolerantie naar anderen gelden niet alleen binnen de groep van Erasmusleerlingen, maar ook voor de interactie met de omgeving waarin onze school zich bevindt. Het is van belang dat iedereen zich bewust is van de gedrags-, omgangs-, en huishoudelijke regels. Het pand wordt gedeeld met het HBO en MBO Notenboom, dus is er ook interactie mogelijk tussen studenten en leerlingen. Lestijden en pauzes zijn vanaf schooljaar 2015-2016 gelijk getrokken. Het creëren van een veilig en vertrouwd klimaat is ook terug te vinden in de invulling van de lessen en het klassenmanagement. Ook hier kunnen de leerlingen vertrouwen op vaste kaders, zoals studiewijzers per vak. De studiewijzers geven de docenten voldoende ruimte om een eigen invulling te geven aan de lessen en in te spelen op het niveau van de groep en/of de individuele leerling. PTA en studiewijzers borgen de inhoud en het niveau van de lessen en de docenten vinden zowel de vaste richtlijnen als de vrijheid functioneel voor de feitelijke invulling van de lessen. De waarborg voor deze functionaliteit ligt enerzijds in de resultaten uit de S.E.’s en anderzijds in de feedback van de leerlingen (enquêtes tijdens elke SE periode waarin wordt gevraagd naar schoolexamen, docent-, en lesbeleving). Daarnaast zorgen lesbezoeken en de nabespreking hiervan met de docent voor (bij)sturing. Teneinde een zo optimaal mogelijke leeromgeving te creëren, is de samenwerking tussen docenten, mentoren, PCD, studiezaalbegeleiding en directie van essentieel belang. Docenten hebben baat bij de feedback van de begeleiding en de begeleiding heeft belang bij duidelijke (leerling en les)informatie vanuit de docenten. De zorg en begeleiding module van het
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
18
leerlingvolgsysteem wordt door docenten, p.c.d.’s en decaan met relevante informatie gevuld. Conclusie Het toezien op de persoonlijke studieplanning blijkt van cruciaal belang voor onze leerlingen. Het fenomeen Persoonlijk Coach Docent (p.c.d.) heeft zijn waarde bewezen. We blijven de p.c.d./mentor inzetten bij de individuele leerling. Primaire taak van deze persoon is het toezien op de persoonlijke studieplanning van de leerling, controleren of het huiswerk is gemaakt en geleerd, vinger aan de pols houden en bijsturen daar waar nodig. Hiertoe worden tweewekelijks op vaste dagen en tijden contactmomenten met de leerlingen gepland en wordt de studieplanning met de leerling besproken. Over de voortgang worden docenten, studiezaalbegeleiding en ouders geïnformeerd. Ook voor het komende schooljaar zal de PCD/mentor met deze taak worden ingezet.
8.2 Begeleiding Onze werkwijze maakt een vrijwel dagelijkse bijsturing van de individuele ontwikkeling van een leerling mogelijk. De input komt voor een groot deel uit gestructureerde informatiestromen en voor een deel uit informele gesprekken tussen docenten en leerlingen, docenten en PCD en studiezaalbegeleiding, docenten en leiding en omgekeerd. De verplichte uren in de studiezaal vormen een belangrijk onderdeel van het Erasmus College en de begeleiding van de leerlingen. In de studiezaal maakt de leerling onder toezicht het huiswerk, studeert voor deeltoetsen en SE’s of werkt aan sector-/profielwerkstuk en wordt hierbij geholpen indien nodig. Samen met de PCD/mentor maken de leerlingen studieplanningen. Het te maken of te leren werk wordt aangestuurd door de studiezaalbegeleiding en gecontroleerd door de docent. De studieplanningen zorgen voor overzicht voor de leerlingen en de begeleiding. Relevante informatie over naleving van de studieplanning en het wel of niet gemaakte of geleerde huiswerk wordt door docent, mentor, PCD en studiezaalbegeleiding onderling besproken. Het is van belang dat vanaf de start van het schooljaar (en bij voorkeur nog in een vroeger stadium) duidelijk moet zijn welke begeleiding voor een leerling noodzakelijk is. Hiervoor hanteren wij een aantal meetinstrumenten: 1. een oriënterend en informatief gesprek voorafgaand aan een mogelijke inschrijving; 2. het daadwerkelijk inschrijven van een leerling, waarbij een uitgebreide vragenlijst wordt doorgenomen en leerling-kaart wordt ingevuld; 3. een 7-tal toetsen (VAS 3 toetsen ontwikkeld door CITO) tijdens de introductiedagen (studievaardigheden (1x), wiskunde (2x) , Nederlands- en
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
19
Engels leesvaardigheid (2x2). De resultaten worden door CITO bepaald en per leerling volgt er een scorekaart waaruit aanleg en vaardigheden blijken; 4. een officiële stelopdracht (het zgn. ik opstel) tijdens de introductiedagen waarbij de leerling in een brief aan de rector een aantal persoonlijke of schoolgerelateerde zaken beschrijft. Deze stelopdracht dient een tweeledig doel: allereerst geeft een leerling een schets van zichzelf, waardoor zaken naar voren kunnen komen die van belang zijn voor zijn/haar welbevinden op school en waardoor in een vroeg stadium mogelijke problemen gesignaleerd kunnen worden en geeft een leerling aan wat hij/zij van het Erasmus College verwacht en waarmee school zou kunnen helpen; ten tweede geeft de brief een indruk van de taalvaardigheid van de leerling. 5. De vakdocenten Nederlands, Engels, natuurkunde en wiskunde hanteren een entreetest in de eerste lesweek. De uitslag hiervan geeft de docent inzicht in het niveau en de vaardigheden waarover een leerling beschikt als hij/zij bij het Erasmus aan een opleiding begint. Op basis hiervan is er voor de leerling vakbegeleiding in de vorm van het verplicht volgen van een deficiëntieprogramma. De verbetering van taalvaardigheid is afgelopen schooljaar individueel opgepakt door de R.T.-er. De vakdocenten Nederlands hebben het schoolbrede probleem aangepakt. Op klasniveau is er aanpassing van het leerstofaanbod. Expliciete aandacht voor taalbeheersing en taalvaardigheid zal in meerdere vakken positief doorwerken. In enkele gevallen is er ook overleg tussen de rector en de begeleider van de school waar een leerling vandaan komt, in een incidenteel geval met behandelend arts, psycholoog of psychiater. De sociaal- emotionele hulpverlening verloopt in extreme gevallen voor Erasmus Eindhoven via Stichting Virenze. Docenten en mentor kunnen inspelen op de leerlinginformatie die aanwezig is in Trajectplanner “leerlingvolgsysteem” onder de kop “Ondersteuning” op de leerlingenkaart. Alle relevantie informatie voor docenten en mentoren staan per leerling beschreven: schoolverleden, motivatie voor Erasmus, verwachtingen t.a.v. school, vervolgopleiding, eventuele leerproblematiek (o.a. faalangst, Asperger, adhd, pdd-nos, concentratiestoornissen), eventueel in behandeling, gebruik van medicijnen, interpretatie scorekaart CITO toetsen. Conclusie Het afgelopen jaar is het volgende gebleken: Het instroomniveau blijft gelijk. Het gaat om leerlingen die met gemiddelde tot goede cijfers hun VMBO of HAVO diploma behaalden en waarvan de CITO score aangaf dat een volgend niveau haalbaar zou moeten zijn. Onvoldoende basale
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
20
kennis van rekenen, taal en wiskunde veroorzaakt problemen bij verschillende vakken; Deze handicaps zijn door de deficiëntiecursussen goed te tackelen. Het aantal leerlingen dat naar het Erasmus College komt omdat ze vastlopen binnen het reguliere onderwijs, wordt kleiner. Voor deze groep leerlingen biedt een kleinschalige onderwijsinstelling kansen die het reguliere onderwijs niet kan bieden. De kleine klassen, persoonlijke aandacht, intensieve begeleiding door eigen mentor kunnen zeer bevorderlijk werken voor het gevoel van welbehagen, het prettig naar school gaan en het komen tot goede prestaties. Daarnaast zijn er leerlingen die binnen het reguliere onderwijs om allerlei redenen gedwongen worden over te stappen naar een lager niveau, terwijl het ambitieniveau van de leerling duidelijk hoger ligt. Het reguliere onderwijs heeft niet voldoende tijd en middelen om de leerlingen wel naar een hoger niveau te tillen en moeten daarom met minder genoegen nemen. Het Erasmus College ziet het als haar voornaamste taak om te kijken naar wat een leerling wel kan en het optimaal haalbare uit een leerling te halen. Er wordt niet ingezoomd op de onmogelijkheden, maar juist op de mogelijkheden. De praktijk wijst uit dat een leerling dit ook zo ervaart. Voor het inkleuren van het deficiëntieprogramma van het Erasmus Eindhoven hebben de docenten natuurkunde en wiskunde – een deficiëntiecursus uitgevoerd. De inhoud richtte zich met name op basisvaardigheden natuurkunde en wiskunde. Het veelomvattende natuurkundeprogramma maakte het noodzakelijk ook op zaterdag workshops te organiseren. De leerlingen hebben dit als zeer positief ervaren. Deze aanpak is zo effectief gebleken dat we dit in het komend schooljaar continueren. De aanpak van de vakdocenten Nederlands om het taalvaardigheid en formuleringsprobleem weg te werken gaan we dit jaar nog meer op elkaar afstemmen. De collega docenten hebben erop toegezien dat de aanwijzingen m.b.t. het formuleren en interpretatie van de vraagstelling en het formuleren van een antwoord eenduidig wordt. De ervaringen en de aanwijzingen van de docenten Nederlands worden hierin gevolgd. Er is goed contact met de leerplichtambtenaar de heer H. Janssen in Eindhoven. Hij wijst zelfs leerlingen op het bestaan van het Erasmus
8.3 Specifieke leerlingbegeleiding De faalangst reductietraining bestaat uit 12 wekelijkse sessie van 60 minuten. De screening vindt plaats in september/oktober, daarna volgt de cursus met individuele nazorg tot aan de examens. Screening voor de faalangst reductietraining vindt plaats door middel van SSAT (Situatie Specifieke Angst Test). Deze test laat niet alleen faalangst zien, maar ook vermijdingsgedrag. Het afgelopen jaar hebben enkele leerlingen gebruikt gemaakt van deze training. In
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
21
individuele sessies zijn de sociaal emotionele problemen besproken en is de faalangst, uiting van de problemen, verminderd zodat de leerlingen met goed gevolg het examen hebben afgelegd. De dyslectici hebben standaard extra steunles Nederlands en Engels, ze leren optimaal gebruik maken van de aangeboden faciliteiten. De individuele problematiek krijgt aandacht in de dyslexie coaching. Het aantal leerlingen met leerproblemen veroorzaakt door stoornissen in het autistische spectrum is gelijk gebleven. We zien een toename in het aantal hoogbegaafde leerlingen dat zich aanmeldt. Voor deze leerlingen werkt de kleinschaligheid gecombineerd met de specifieke persoonlijke aandacht aanpassen en aanbieding van nieuwe leerstof. Tevens zien we een toename in de aanmelding van talentvolle sporters met intensieve trainingsverplichtingen. Conclusie Ook volgend schooljaar zal de vorm van specifieke individuele leerlingbegeleiding deel blijven uitmaken van het Erasmus begeleidingsprogramma.
8.4 Oudercontact en communicatie De lesvoortgang en de ontwikkeling van de individuele leerling is bijgehouden binnen ons administratiepakket TrajectPlanner. Absentie- en cijferadministratie werd door de docenten tevens verantwoord in TrajectPlanner. Dit wordt vanaf schooljaar 2014-2015 ook in Trajectplanner gedaan, bijkomend voordeel is dat ook aanwezigheid geregistreerd kan worden. Het LVS is voor de ouders ‘online’ toegankelijk- ouders hebben een persoonlijke toegangscode voor het LVS waar ze de presentie en cijferrapportage van hun kind kunnen volgen. Zo hebben zij altijd zicht op de actuele stand van zaken. Op het ouderportaal vinden ouders actuele informatie over jaarindeling, lesplanning, weekplanners, PTA’s, schoolreglement, examenreglement, ouderavonden en excursies. Met een directe link kunnen de ouders inloggen op het ouderportaal. De ouders stellen de korte communicatielijnen zeer op prijs. Ouders hebben behoefte aan duidelijke communicatie. De algemene en de individuele ouderavonden zijn druk bezocht. De “meet & greet bijeenkomst” van ouders en docenten in de eerste maand van het schooljaar is een geslaagde intro voor een goed contact tussen ouders en school. Na elke S.E. ronde worden oudergesprekken gepland waarin de resultaten en voortgang van zoon of dochter worden besproken. Al deze info vanuit L.V.S. en oudergesprekken geven feedback aan docenten en begeleiding.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
22
8.5 Oriëntatie vervolgopleiding/beroepskeuze Directie, PCD, docenten, ouders en leerlingen zijn zich ervan bewust dat het Erasmus een voorbereidende stap is naar een vervolgstudie. Vanwege de 2 in 1 formule was er soms onvoldoende gelegenheid om leerlingen in dit proces intensief te begeleiden. Door de LOB een prominente plaats te geven in de introductie wordt de urgentie benadrukt om samen met de decaan al vroeg in het schooljaar bezig te zijn met zoeken – kiezen – beslissen. Leerlingen worden actief gestimuleerd om Open Dagen te bezoeken, een beroepskeuzetest te doen, te informeren bij leerlingen die inmiddels hun diploma hebben gehaald en aan een vervolgstudie zijn begonnen. De wens van ouders met betrekking tot meer aandacht voor studie en vervolgopleiding is opgepakt, te zien in de begeleiding van de decaan. Conclusie: Aan de oriëntatie op een vervolgstudie is dit schooljaar al in de introductieperiode invulling gegeven in de vorm van klassikale informatiesessies en het invullen van een digitale beroepskeuze-/interessetest. De ouders zijn nauwer betrokken bij dit proces. In zijn leerlingvolgsysteem doet de decaan verslag over de stappen die genomen zijn in het individuele keuzeproces. Tijdens Meet & Greet en twee speciale leerling- en ouderavonden is de keuze- en beslisroute besproken en verhelderd.
8.6 Nawoord 2014-2015 en visie 2015/2016 Samenvattend kunnen we concluderen dat het schooljaar 2014-2015 goed is verlopen, wat betreft tevredenheid van leerlingen en ouders, slagingspercentage en administratieve organisatie. We zullen het komend jaar de ingezette verbeteracties van het schooljaar 20152016 voortzetten; bevoegdheden docenten, terugdringen discrepantie SE en CE, verhoging CE cijfer naar de normen van de slaag-zakregeling 2014, liefst naar de eigen gestelde norm van 6,5. In de regio Eindhoven blijven wij ons manifesteren als school die de leerlingen werkelijk perspectief biedt om alle kwaliteiten te benutten. Erasmus College is een school waar leerlingen in een examentraject of in de doorlopende leerlijn een veilige uitdagende leeromgeving aantreffen waarin zij hun persoonlijke doelen kunnen realiseren. Winst valt er te behalen uit het imago en de identiteit van het Erasmus College Eindhoven: een kleine, “knusse” school met oog en oor voor de individuele leerling waar leiding, docenten, p.c.d.’s en mentoren de talenten van hun leerlingen mobiliseren, zelfvertrouwen bevorderen, motivatie vasthouden en kennis met succes overdragen.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
23
Wat het toekomstige leerlingaantal betreft, moeten we ernaar streven het huidige aantal te behouden en ons Lyceum aandeel te vergroten. Dit jaar is de rector Corrie Janssen met pensioen gegaan. Bregje Linssen heeft haar taken overgenomen.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
24
9 Beleidsvoornemens 2015-2016 en verder 9.1 Evaluatie De resultaten van de examens zijn onderwerp van gesprek (geweest) in de MTvergaderingen, in docentenvergaderingen, in functioneringsgesprekken en in de examencommissie. De belangrijkste conclusies van het jaarverslag met betrekking tot de examens 2015-2016 zijn: - Het verschil SE-CE, de discrepantie, is voor alle afdelingen kleiner dan de vereiste grens van 0,50, met uitzondering voor vavo vwo.
0,5 0,0 2012-2013
2013-2014
2014-2015
mavo havo
-0,5
vwo
-1,0 -1,5
Figuur 1: Discrepantie voor VAVO vmbo, havo en vwo voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015.
- Het gewogen driejaarsgemiddelde van de discrepantie is voor alle afdelingen kleiner dan 0,50. Deze zijn voor VAVO vmbo, havo en vwo respectievelijk -0,2; 0,1 en 0,5. - De stijgende lijn in behaalde CE-scores die de laatste jaren zijn behaald, is doorbroken. De doelstelling van het management is een stijgende lijn van de CEcijfers met als ambitie een CE gemiddelde boven het landelijk gemiddelde te halen, tenminste een 6,5. - Het afgelopen schooljaar is extra informatie aan de leerlingen gegeven in verband met de nieuwe slaag/zakregeling, waarbij een leerling voor de kernvakken maximaal één vijf op de eindlijst mag hebben, naast het gemiddelde voor de CE vakken van tenminste een 5,5 en het feit dat de centrale rekentoets moest worden gedaan. Komend schooljaar komt daar nog bij dat de rekentoets
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
25
minimaal met een vijf moet worden afgesloten. Er zijn twee leerlingen gezakt enkel op de CE-eis, geen op de kernvakkenregeling. Vanaf het schooljaar 2012-2013 heeft in het PTA reflectie een nadrukkelijker rol gekregen omdat deze meegenomen zal worden als handelingsdeel en tenminste voldoende moeten worden uitgevoerd. In het examenjaar 2014-2015 is geen gebruik gemaakt van de bezwaar- en/of beroepsprocedure.
9.2 Beleidsvoornemens 2015-2016 en verder De directie is van mening dat de analyse van de examenresultaten 2014-2015 aangeeft dat de ingezette verbetermaatregelen met kracht gecontinueerd moeten worden. De reeds ingevoerde beleidsvoornemens (deficiëntieprogramma’s wiskundenatuurkunde en wiskunde-economie, deeltoets, bewustwording examenstof) zijn na de centraal examens geëvalueerd. Alle punten zijn positief beoordeeld. De deficiëntieprogramma’s hebben leerlingen geholpen om eventuele achterstanden weg te werken. De nadruk in de studiewijzer op eindexamenstof heeft ook positieve invloed gehad: iedereen had heel duidelijk het doel voor ogen: bezig zijn met examenstof. De vestigingen zullen dus doorgaan met die maatregelen die een positief effect hadden: 1.
2.
3. 4.
Cito-instaptoets bij alle leerlingen: om beter te kunnen begeleiden is vorig schooljaar besloten bij alle leerlingen een cito-instaptoets af te nemen. Deze wordt opgestuurd en nagekeken door het Cito, dat een rapportage stuurt. Het geeft een goed inzicht in de capaciteiten van de leerlingen. De gegevens worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem en, indien noodzakelijk doorgesproken met de docent(en). De eerste evaluatie levert het volgende op: de cito-toets is een instrument voor de extra aandacht gedurende het jaar, plaatsing is correct gebeurd. Deeltoetsen: Er zijn deeltoetsen ingesteld ter verbetering van de begeleiding, maar ook ter verbetering van het niveau. Er is gekeken hoe en/of de deeltoets meegewogen moet worden in het SE-cijfer, ook is er gekeken naar het aantal deeltoetsen per periode. Schoolexamens: de schoolexamens zijn volgens een uniforme indeling opgesteld en opgeslagen in de digitale toetsenbank. Examentrainingen: Om leerlingen kennis te laten maken met de centraal examens worden er examentrainingen georganiseerd met oefenexamens in examen-setting. Ook de lengte van de verschillende perioden is aangepast zodat er meer ruimte ontstond voor examentrainingen. Als laatste schoolexamen maken leerlingen een toets die over de eindtermen gaat.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
26
5. 6.
7.
Diagnostische toetsing van tekstvaardigheden bij de moderne vreemde talen tijdens de schoolexamenperiodes. Daarmee wordt het bewustzijn van de exameneisen verhoogd en de vaardigheden versterkt. PTA en studiewijzer: PTA en studiewijzer zijn aangepast om meer nadruk te leggen op de examenstof. Hiertoe zijn de domeinen die gevraagd worden tijdens het Centraal Examen specifiek benoemd in de studiewijzer. Vanaf 2011-2012 wordt extra aandacht gegeven aan het herhalen van reeds behandelde stof zodat deze niet vergeten wordt. Dit zal tot uitdrukking komen in de studiewijzer door middel van herhalingsopdrachten en op schoolexamens door stof te bevragen uit eerdere perioden. Reflectie op leerstof als onderdeel van het PTA. De reflectie wordt als handelingsdeel meegenomen en moet tenminste met een voldoende worden uitgevoerd.
Ook komend schooljaar zullen docenten nog meer rekening moeten houden met de persoonlijke leerstijlen van de leerlingen. Hier valt volgens ons nog een wereld te winnen. Op verschillende wijzen willen we dit verbeteren door
Sturing op de specifieke leerstijl in de individuele benadering van de leerling Docentenbewustwording te bevorderen door actief de leerstijlen in de gezamenlijke gremia aan de orde te stellen De persoonlijke stijl van de docent te bekijken. Werkgroep Hattie gaat ideeën vanuit “Leren zichtbaar maken” gebruiken om de dagelijkse praktijk van lesgeven te analyseren op effectiviteit.
In verband met de invoering van de rekentoets is er meer aandacht aan rekenvaardigheid gegeven. Met betrekking tot de invoering van de referentieniveaus voor Nederlands zal hier in de lessen aandacht aan worden gegeven, de centraal examens zullen aan het referentieniveau voldoen.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
27
10 Bibliografie Alberts, R. E. (2015). Verslag van de examencampagne 2015 Voortgezet Onderwijs. Arnhem: CITO. Opgehaald van http://www.cito.nl/~/media/cito_nl/files/voortgezet%20onderwijs/cito_ver slag_examencampagne_2014.ashx Dekker, S. (2015, juni 25). Nieuw model leerresultaten voortgezet onderwijs, brief aan de Tweede Kamer. Den Haag, Nederland, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/06/25/kam erbrief-over-nieuw-model-leerresultaten-voortgezet-onderwijs. Inspectie van het Onderwijs. (2013). Meerjaren opbrengsten vo 2013, toelichting. Utrecht: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Jaarverslag Eindhoven 2014-2015
28