VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2007
Verzuimpercentage GHZ 2007
Meldingsfrequentie GHZ 2007
Gemiddelde duur GHZ 2007
Aantal werknemers GHZ 2007
De indeling voor de vijf regio’s in de zorgsector NN : Noord Nederland MN : Midden Nederland ZWN : Zuid-West Nederland ZON : Zuid-Oost Nederland GS : Grote Steden
Inhoud Hoofdstuk
pagina
Eerste ziektejaar Toelichting eerste ziektejaar
2
Landelijke verzuimcijfers
3
Instellingen naar verzuimklasse
4
Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie
5
Verzuim naar geslacht
6
Verzuim naar leeftijdklasse
8
Verzuim naar deeltijdklasse
12
Verzuim naar duurklasse
16
Werknemers per meldingsklasse
17
Verzuim naar grootteklasse
18
Verzuim naar salarisklasse
19
Verzuim en verzuimkosten
24
Verzuim naar regio
26
Tijdreeks verzuimcijfers
28
Eerste en Tweede ziektejaar Toelichting eerste én tweede ziektejaar
30
Jaaroverzicht
31
Verzuim naar geslacht
32
Verzuim naar leeftijdklasse
33
Verzuim naar deeltijdklasse
34
Verzuim naar duurklasse
35
Verzuim naar grootteklasse
36
Verzuim naar regio
37
Tijdreeks verzuimcijfers
39
Rekenregels voor de verzuimgrootheden
40
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-1-
GHZ-VerzuimMonitor
Toelichting (eerste ziektejaar) Opdrachtgever: De VerzuimMonitor voor de branche Gehandicaptenzorg (GHZ) wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. (Vernet) in opdracht van de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg. Branche: De branche omvat volgens opgave van de GHZ ca. 120.000 werknemers. De gegevens voor deze Monitor, die zijn aangeleverd door 144 organisaties, zijn gebaseerd op bijna 100.000 werknemers. Dit komt neer op circa 83% van de totale werknemerspopulatie. Bij alle kengetallen zijn de oproepkrachten niet meegeteld. Eerste en tweede ziektejaar: Werkgevers hebben sinds 2004 de plicht om het loon van een zieke werknemer twee jaar lang door te betalen. Het effect van het tweede ziektejaar kon voor het eerst in 2006 correct berekend worden. Het eerste deel van deze VerzuimMonitor bevat uitsluitend de verzuimcijfers die op het eerste ziektejaar betrekking hebben. Deze verzuimcijfers kunnen met die van de jaren 2004 en eerder vergeleken worden. Vergelijking met het voorgaande jaar: In deze VerzuimMonitor zijn de verzuimcijfers van het jaar 2007 weergegeven. In bijna alle tabellen staan ook de cijfers van 2006 vermeld, zodat de ontwikkeling van het ziekteverzuim te zien is. Alle verzuimpercentages zijn m.i.v. 2007 met 2 decimalen weergegeven. Die van 2006 zijn herberekend. De verzuimcijfers zijn onderverdeeld naar verschillende kenmerken. Bij een aantal tabellen staat de personeelsopbouw vermeld, zodat het gewicht bekend is en de cijfers beter geïnterpreteerd kunnen worden. In alle tabellen worden de verzuimcijfers exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weergegeven, tenzij anders vermeld. Absolute of relatieve verschillen: Verschillen tussen verzuimcijfers worden uitgedrukt in absolute of relatieve zin. Een verzuimpercentage dat bijvoorbeeld verandert van 4,56 naar 4,28 is met 0,28 procentpunt gedaald. Dit is een absoluut verschil. In relatieve zin is het verzuim met 6,1% gedaald (0,28 / 4,56 x 100%). Standaard voor de berekening: Voor de meeste verzuimgrootheden hanteert Vernet de standaard zoals die in 1996 is vastgelegd door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden. Voor een korte samenvatting van de berekeningen verwijzen we naar de laatste pagina in deze Monitor. De integrale teksten van ‘De Standaard’ en de 'Vernetmethode' staan op www.vernet.nl / documenten. In deze VerzuimMonitor worden voor de verzuimgrootheden de volgende afkortingen gebruikt: VP VKP MF BF GD
= = = = =
Verzuimpercentage Verzuimkostenpercentage Meldingsfrequentie Beëindigingsfrequentie Gemiddelde duur
PS FTE
= =
Personeelssterkte ofwel aantal werknemers Fulltime-equivalenten ofwel volledige arbeidsplaatsen.
Colofon De VerzuimMonitor verschijnt eenmaal per jaar en wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. te Amsterdam. Reproductie en overname is toegestaan onder bronvermelding. Dit verzuimrapport is gemaakt in opdracht van de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg. Productiedatum: 14 maart 2008 Redactie: Gerard Dobbenberg Eindredactie: Anna Tessel
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-2-
GHZ-VerzuimMonitor
Landelijke verzuimcijfers (eerste ziektejaar) In de onderstaande grafiek staan naast de verzuimcijfers van de branche Gehandicaptenzorg die van de totale Zorgsector. Te zien is dat de branche in alle kwartalen een hoger verzuim heeft dan de Zorgsector totaal. Tevens zijn in dezelfde grafiek de verzuimcijfers van het gehele Nederlandse bedrijfsleven weergegeven, zoals die zijn berekend door het CBS. Op de productiedatum van deze Monitor waren de verzuimcijfers van het CBS van 2006 en 2007 nog niet bekend.
Verzuimpercentage per kwartaal in de Gehandicaptenzorg in vergelijking met Nederland totaal (CBS) en Zorgsector totaal
8,0 7,0 6,0 5,0 VP 4,0 3,0 2,0 1,0
Gehandicaptenzorg
Zorgsector totaal
20 07 -4
20 07 -3
20 07 -2
20 07 -1
20 06 -4
20 06 -3
20 06 -2
20 06 -1
20 05 -4
20 05 -3
20 05 -2
20 05 -1
20 04 -4
20 04 -3
20 04 -2
20 04 -1
0,0
CBS Nederland totaal
In de tabel zijn van 2007 en 2006 de verzuimcijfers van de Gehandicaptenzorg weergegeven naast de verzuimcijfers van de totale Zorgsector. De verzuimpercentages en de gemiddelde duur van de Gehandicaptenzorg zijn in beide jaren hoger dan die van de totale Zorgsector, de meldingsfrequentie is steeds lager. Ten opzichte van het vorige jaar zijn in de branche en bij de totale Zorgsector alle verzuimpercentages licht gestegen. De meldingsfrequentie bleef gelijk en de gemiddelde duur daalde enigszins. Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Gehandicaptenzorg
Zorgsector totaal
Gehandicaptenzorg
Zorgsector totaal
Verzuimpercentage (excl. zw.) Verzuimpercentage (incl. zw.)
5,41 6,92
5,05 6,33
5,30 6,83
5,01 6,30
Meldingsfrequentie
1,37
1,43
1,37
1,44
Gemiddelde duur
12,8
11,9
13,0
12,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-3-
GHZ-VerzuimMonitor
Instellingen naar verzuimklasse (eerste ziektejaar) De onderstaande grafiek heeft betrekking op alle organisaties die verzuimgegevens voor deze VerzuimMonitor hebben aangeleverd. Op de horizontale as zijn de diverse verzuimklassen aangegeven. Van elke instelling is het verzuim in 2007 berekend en vervolgens is deze instelling in de passende verzuimklasse geplaatst. De hoogte van de kolom geeft het aantal instellingen aan dat in een bepaalde verzuimklasse valt. De rode stippellijn geeft het gemiddelde verzuim van de branche aan. In de Zorgsector als geheel zijn er bij de instellingen grote verschillen in verzuimniveau waar te nemen. Dit kan verklaard worden door branche-specifieke factoren, zoals de personeelsopbouw of de aard van het werk. Iedere branche afzonderlijk laat echter ook grote verschillen zien, terwijl er binnen deze branches sprake is van vergelijkbaar werk en van een vergelijkbare populatie. Bij de Gehandicaptenzorg varieert het verzuim van bijna 3 tot ruim 8 procent.
Verdeling van de instellingen naar verzuimklasse
50
(2007)
45 aantal instellingen
40 35 30 25 20 15 10 5 0 3-4 4-5 5-6 ----------------------------------------------------
<3
6-7
7-8
>8
Verzuimklassen
In de volgende grafiek geeft de hoogte van de kolom de gezamenlijke personeelssterkte weer van de instellingen die in deze verzuimklasse zijn ingedeeld. In combinatie met de vorige grafiek valt af te leiden dat bij 'kleinere' instellingen het verzuim het meest van het gemiddelde afwijkt.
Verdeling van de personeelssterkte naar verzuimklasse
60.000
(2007)
aantal personen
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 <3
3-4
4-5
5-6
6-7
7-8
>8
Verzuimklassen
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-4-
GHZ-VerzuimMonitor
Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie (eerste ziektejaar) In het onderstaande diagram staat op de horizontale as het verzuimpercentage en op de verticale as de meldingsfrequentie. De stippellijnen geven van beide verzuimgrootheden het gemiddelde van de branche Gehandicaptenzorg weer. Zo ontstaan er vier kwadranten. Kwadrant I Kwadrant II Kwadrant III Kwadrant IV
een laag verzuim en een lage meldingsfrequentie een laag verzuim en een hoge meldingsfrequentie een hoog verzuim en een hoge meldingsfrequentie een hoog verzuim en een lage meldingsfrequentie
Van alle instellingen die hun gegevens hebben aangeleverd zijn zowel het verzuimpercentage als de meldingsfrequentie van het jaar 2007 berekend. De combinatie van deze twee kengetallen maakt het mogelijk de instellingen binnen dit diagram te positioneren.
(2007)
Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 3,0 2,5
II
III
I
IV
2,0 MF 1,5 1,0 0,5 0,0 0
2
4
6
8
10
12
VP
De schuine lijn in het diagram is de lineaire regressielijn. In het algemeen kan gezegd worden dat een hoger verzuim gepaard gaat met een hogere meldingsfrequentie. Kwadrant I Het 'beste' kwadrant. Maar men zegt wel eens: "het verzuim omlaag krijgen is niet zo moeilijk als het laag te houden". Verzuim blijft een punt van aandacht. Kwadrant II Het verzuim van de instelling in dit kwadrant is weliswaar laag, maar de meldingsfrequentie mag niet vergeten worden. Veel ziekmeldingen zijn storend voor het personeel en verhogen de werkdruk. Kwadrant III Bij de instellingen die zich in dit kwadrant bevinden is naast reïntegratie van langdurig zieken ook het meldgedrag van werknemers een belangrijk aandachtspunt in het verzuimbeleid. Hierbij moet voor ogen worden gehouden dat men zich realistische doelen stelt, bijvoorbeeld jaarlijks een verzuimreductie van 10% en tevens een vermindering van het aantal ziekmeldingen met 10%. Kwadrant IV Een hoog verzuim met een lage meldingsfrequentie duidt op een naar verhouding hoog aantal langdurig zieken. Een snelle (gedeeltelijke) reïntegratie in eigen of ander werk voorkomt dat werknemers uit beeld raken: naast het kostenaspect van het verzuim is dit belangrijk voor het sociaal beleid.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-5-
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar geslacht (eerste ziektejaar) De onderstaande tabellen geven de verzuimcijfers ex- en inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weer, uitgesplitst naar geslacht. Verzuim wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof is een stabiele en een niet beïnvloedbare factor. Om deze reden worden in alle overige tabellen de verzuimcijfers alleen exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof gepresenteerd. Het bevallingsverlof duurt 16 weken. Als de werkneemster voorafgaand of aansluitend aan het bevallingsverlof ziek wordt als gevolg van de zwangerschap en/of de bevalling, dan wordt dit verzuim meegenomen bij het verzuimpercentage inclusief zwangerschap.
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar geslacht exclusief zwangerschap
Geslacht
VP
MF
GD
VP
MF
GD
Mannen Vrouwen
4,91 5,56
1,30 1,38
12,3 12,9
4,77 5,47
1,32 1,38
12,1 13,2
Totaal
5,41
1,37
12,8
5,30
1,37
13,0
Verzuimpercentage naar geslacht (exclusief-zw) 6
4
2006 2007
VP 2
0
Mannen
Verslagperioden
Vrouwen
Totaal
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 1.2 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar geslacht inclusief zwangerschap
Geslacht
VP
MF
GD
VP
MF
GD
Mannen Vrouwen
4,91 7,52
1,30 1,45
12,3 17,0
4,77 7,46
1,32 1,45
12,1 17,3
Totaal
6,92
1,42
16,2
6,83
1,42
16,4
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-6-
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperiode
Jaar 2007
Tabel 1.3 Personeelsopbouw naar geslacht
Geslacht
PS
PS in %
FTE
FTE in %
Mannen Vrouwen
18.506 81.342
18,5 81,5
15.146 50.588
23,0 77,0
Totaal
99.849
100,0
65.734
100,0
De cijfers van het jaar 2007 In de bovenstaande tabel 'Personeelsopbouw naar geslacht' staat dat ruim 80% van het personeelsbestand uit vrouwen bestaat. De hoogte van de verzuimcijfers wordt dan ook sterk bepaald door de vrouwen die werkzaam zijn binnen deze branche. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. De verhouding tussen de FTE van mannen (23,0%) en vrouwen (77,0%) is niet gelijk aan de verhouding tussen de personeelssterkte van mannen en vrouwen, omdat vrouwen gemiddeld ‘kleinere’ banen hebben. Hierdoor is het gewicht van vrouwen op die verzuimcijfers kleiner dan op grond van het aantal vrouwen verwacht wordt. Het verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de vrouwen is 5,56 en van de mannen 4,91 (zie tabel 1.1). Vrouwen hebben niet alleen een hoger verzuim dan mannen, ook de meldingsfrequentie (vrouwen 1,38 en mannen 1,30) en de gemiddelde duur (vrouwen 12,9 en mannen 12,3) zijn hoger. Het verzuimpercentage inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof is bij de vrouwen 7,52 (zie tabel 1.2). Als gevolg van zwangerschap wordt het verzuim bij vrouwen derhalve met 1,96 procentpunt verhoogd, ofwel met 35,3%. Het totale verzuim exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof in de branche is 5,41%, inclusief is dat 6,92%. Het aantal ziektedagen wordt in de gehele branche door het zwangerschaps- en bevallingsverlof en door ziekten als gevolg van zwangerschap en/of bevalling met 27,9% verhoogd.
De cijfers van het jaar 2007 vergeleken met die van 2006 Het totale verzuim (exclusief zwangerschap) is gestegen van 5,30% in 2006 naar 5,41% in 2007. Deze absolute stijging van 0,11 procentpunt betekent een relatieve stijging van het aantal ziektedagen ten opzichte van 2006 van 2,1%. De stijging bij de mannen is 0,14 procentpunt ofwel een stijging van het aantal ziektedagen van 2,9%. Bij vrouwen steeg het verzuim met 0,09 procentpunt wat neerkomt op een stijging van 1,6%. Het verzuimpercentage inclusief zwangerschap is gestegen van 6,83 in 2006 naar 6,92 in 2007: een stijging van 0,09 procentpunt ofwel een stijging van het totale aantal ziektedagen van 1,3%. De totale meldingsfrequentie was in 2007 gelijk aan die van 2006. Bij de mannen daalde het met 0,02 naar 1,30 en bij de vrouwen bleef het met 1,38 gelijk. De totale gemiddelde duur is in 2007 licht gedaald, van 13,0 naar 12,8. Bij de mannen steeg het van 12,1 naar 12,3, bij de vrouwen daalde het van 13,2 naar 12,9.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-7-
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar leeftijdklasse (eerste ziektejaar) In tabel 2.1 zijn de verzuimcijfers verdeeld naar leeftijdklasse. Uit tabel 2.2 blijkt dat ruim 76% van de werknemers tussen de 25 en 55 jaar oud is. De 55-plussers vormen de kleinste groep. Een deel hiervan is met vervroegd pensioen gegaan of is in de WAO of WIA terechtgekomen. In de tabellen 2.3 t/m 2.5 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar leeftijdklasse en geslacht. Om verzuimcijfers goed te kunnen interpreteren is inzicht in de samenstelling van de steekproef van groot belang. Het is bekend dat in de Zorgsector veel vrouwen werkzaam zijn en dat de meeste van hen een leeftijd hebben die tussen de 25 en 55 valt. In tabel 2.6 is in één oogopslag te zien binnen welke categorie de meeste werknemers voorkomen. Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 2.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar leeftijdklasse
Leeftijdklasse
VP
MF
GD
VP
MF
GD
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
3,39 5,23 5,84 6,14 6,39
1,30 1,59 1,39 1,25 1,10
8,2 11,0 13,7 15,6 18,0
3,47 5,29 5,59 6,02 6,09
1,30 1,61 1,38 1,26 1,07
8,5 11,1 14,1 15,8 18,2
Totaal
5,41
1,37
12,8
5,30
1,37
13,0
Verzuimpercentage naar leeftijdklasse t/m 25 2006
26 t/m 35
2007 36 t/m 45 46 t/m 55 55 + Totaal 0
2
4
6
8
VP
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
-8-
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperiode
Jaar 2007
Tabel 2.2 Personeelsopbouw naar leeftijdklasse
Leeftijdklasse
PS
PS in %
FTE
FTE in %
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
16.266 23.823 26.341 26.036 7.384
16,3 23,9 26,4 26,1 7,4
10.732 16.478 16.545 17.267 4.710
16,3 25,1 25,2 26,3 7,2
Totaal
99.849
100,0
65.734
100,0
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 2.3 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht
Leeftijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
2,55 4,66 4,93 5,35 5,81
3,51 5,37 6,14 6,46 6,72
3,39 5,23 5,84 6,14 6,39
2,54 4,54 5,04 5,10 5,25
3,59 5,47 5,77 6,41 6,59
3,47 5,29 5,59 6,02 6,09
Totaal
4,91
5,56
5,41
4,77
5,47
5,30
Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht
(2007)
8 6
Mannen VP
4
Vrouwen Totaal
2
+ 55
55 46
36
t/m
t/m
35 26
t/m
25 t/m
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
45
0
-9-
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 2.4 Meldingsfrequentie naar leeftijdklasse en geslacht
Leeftijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
1,10 1,55 1,42 1,19 1,02
1,33 1,60 1,38 1,27 1,14
1,30 1,59 1,39 1,25 1,10
1,16 1,60 1,43 1,19 0,97
1,32 1,61 1,37 1,28 1,12
1,30 1,61 1,38 1,26 1,07
Totaal
1,30
1,38
1,37
1,32
1,38
1,37
Tabel 2.5 Gemiddelde duur naar leeftijdklasse en geslacht
Leeftijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
7,2 10,0 11,9 14,8 16,5
8,3 11,1 14,2 15,8 18,6
8,2 11,0 13,7 15,6 18,0
7,4 9,5 12,6 14,2 17,0
8,6 11,4 14,4 16,2 18,7
8,5 11,1 14,1 15,8 18,2
Totaal
12,3
12,9
12,8
12,1
13,2
13,0
Tabel 2.6 Personeelsopbouw in procenten naar leeftijdklasse en geslacht
Leeftijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
1,9 3,9 4,8 5,8 2,1
14,4 20,0 21,6 20,3 5,2
16,3 23,9 26,4 26,1 7,4
Totaal
18,5
81,5
100,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 10 -
GHZ-VerzuimMonitor
De cijfers van het jaar 2007 In tabel 2.6 is te zien dat de drie klassen 'vrouwen tussen de 25 en 55 jaar' bijna 62% van de werknemers bevatten. Hun verzuim is resp. 5,37%, 6,14% en 6,46% (zie tabel 2.3). Het totale verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van 5,41 wordt dan ook sterk bepaald door deze groep. Zowel voor mannen als voor vrouwen geldt dat met het ouder worden het verzuimpercentage en de gemiddelde duur stijgt en de meldingsfrequentie daalt. M.a.w.: werknemers die in een hogere leeftijdklasse zitten, melden zich gemiddeld minder vaak ziek in vergelijking met jongere mensen, maar als ze ziek worden duurt het langer voor ze weer aan de slag kunnen. Uitzondering hierop is de meldingsfrequentie van de jonge werknemers tot 25 jaar die lager is dan die van de leeftijdsgroep boven hen. De cijfers van het jaar 2007 vergeleken met die van 2006 In tabel 2.3 is te zien dat op totaal niveau en bij de vrouwen het verzuimpercentage in 2007 ten opzichte van 2006 boven de 35 jaar is gestegen, daaronder is het gedaald. Bij de mannen steeg het verzuim in alle leeftijdklassen, uitgezonderd de klasse '36 t/m 45 jaar'. Omdat de meldingsfrequentie (tabel 2.4) in 2007 bij de mannen in vergelijking met 2006 praktisch gelijk was gebleven en bij de vrouwen onveranderd was, laat de verdeling van de frequentie naar leeftijdklassen evenveel dalingen als stijgingen zien. Bij de onderverdeling naar geslacht en leeftijdklassen zien we dat de gemiddelde duur overal daalde, behalve bij de mannen in de klassen '26 t/m 35' en '46 t/m 55'. Het verzuimpercentage is in alle leeftijdklassen bij de vrouwen hoger dan bij de mannen. Het absolute verschil tussen mannen en vrouwen daalde. In 2006 was het op totaal niveau 0,70, in 2007 was dat 0,65. Alleen in de leeftijdklasse '36 t/m 45' is dat verschil toegenomen, van 0,73 in 2006 naar 1,21 in 2007.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 11 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar deeltijdklasse (eerste ziektejaar) Bij de berekening van verzuimcijfers wordt elke ziektedag en elke dienstverbanddag van de werknemer vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor. Het aantal 'dagen' ofwel het 'gewicht' wordt derhalve groter naarmate werknemers meer uren per week werken. Uit tabel 3.2 blijkt dat het percentage fulltime-equivalenten (FTE) bij de groep die 80% of meer werkt verreweg het hoogst is. De invloed van het verzuim van die groep op het totale verzuim is door het 'gewicht' dan ook veel groter in vergelijking met de overige groepen. In tabel 3.1 worden de verzuimcijfers verdeeld naar deeltijdklasse. In de tabellen 3.3 t/m 3.5 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar deeltijdklasse en geslacht. Vervolgens is in tabel 3.7 van het verzuimpercentage de verdeling naar deeltijdklasse en leeftijdklasse weergegeven. Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 3.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar deeltijdklasse
Deeltijdklasse
VP
MF
GD
VP
MF
GD
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
4,74 5,54 5,37
1,04 1,39 1,47
13,7 13,0 12,3
4,36 5,46 5,28
1,02 1,39 1,49
13,1 13,4 12,5
Totaal
5,41
1,37
12,8
5,30
1,37
13,0
Verzuimpercentage naar deeltijdklasse 6
4
2006 2007
VP 2
0
< 40%
40% - 80%
≥ 80%
Verslagperiode
Totaal
Jaar 2007
Tabel 3.2 Personeelsopbouw naar deeltijdklasse
Deeltijdklasse
PS
PS in %
FTE
FTE in %
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
15.596 47.041 37.213
15,6 47,1 37,3
3.624 27.918 34.192
5,5 42,5 52,0
Totaal
99.849
100,0
65.734
100,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 12 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 3.3 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht
Deeltijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
3,11 4,75 4,98
4,89 5,62 5,59
4,74 5,54 5,37
3,09 4,62 4,84
4,47 5,55 5,54
4,36 5,46 5,28
Totaal
4,91
5,56
5,41
4,77
5,47
5,30
Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht
(2007)
6 4
Mannen Vrouwen
2
Totaal
0 < 40%
40% - 80%
Verslagperioden
≥ 80%
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 3.4 Meldingsfrequentie naar deeltijdklasse en geslacht
Deeltijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
0,86 1,27 1,35
1,06 1,40 1,54
1,04 1,39 1,47
0,89 1,29 1,37
1,03 1,40 1,56
1,02 1,39 1,49
Totaal
1,30
1,38
1,37
1,32
1,38
1,37
Tabel 3.5 Gemiddelde duur naar deeltijdklasse en geslacht
Deeltijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
12,0 11,3 12,6
13,8 13,1 12,2
13,7 13,0 12,3
10,5 11,7 12,4
13,3 13,5 12,5
13,1 13,4 12,5
Totaal
12,3
12,9
12,8
12,1
13,2
13,0
Tabel 3.6 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en geslacht
Deeltijdklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
1,5 4,1 12,9
14,2 43,0 24,3
15,6 47,1 37,3
Totaal
18,5
81,5
100,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 13 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
Jaar 2007
Tabel 3.7 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse
Deeltijdklasse
t/m 25
26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55
55+
Totaal
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
2,10 3,00 3,79
4,54 5,38 5,18
5,13 5,94 5,85
5,55 6,45 5,95
5,66 7,20 6,39
4,74 5,54 5,37
Totaal
3,39
5,23
5,84
6,14
6,39
5,41
Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse
(2007)
8
----------------------------------------------------
t/m 25 26 t/m 35
6
36 t/m 45 46 t/m 55
VP 4
55+ 2
0
< 40%
40% - 80%
Verslagperiode
≥ 80%
Jaar 2007
Tabel 3.8 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en leeftijdklasse
Deeltijdklasse < 40% 40% - 80% ≥ 80% Totaal
t/m 25
26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55
55+
Totaal
2,9 6,7 6,6
2,7 10,9 10,3
4,4 13,8 8,1
3,9 12,5 9,6
1,6 3,2 2,7
15,6 47,1 37,3
16,3
23,9
26,4
26,1
7,4
100,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 14 -
GHZ-VerzuimMonitor
De cijfers van het jaar 2007 Tabel 3.2 laat zien dat ruim 37% van het aantal werknemers een arbeidsovereenkomst heeft van 80% of meer. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. Omdat bij de berekening van het verzuim het gewicht van de groep een grote rol speelt, is het met name in dit hoofdstuk van belang dat de percentages FTE in ogenschouw worden genomen. Het percentage FTE van de groep die de meeste uren werkt (≥ 80%) bedraagt 52,0%. Het hoogste verzuimpercentage (5,54) op totaal niveau is in de klassen '40% - 80%' (zie tabel 3.1). Het lagere verzuim van 4,74 van de werknemers met de kleinste deeltijdbanen is nauwelijks van invloed op het totale verzuim vanwege de geringe omvang (5,5% FTE's). Kijken we naar de verdeling naar geslacht in de twee hoogste deeltijdklassen (tabel 3.3) dan zien we dat het verzuim bij vrouwen in de klasse '40% - 80%' het hoogst is en bij mannen in de klasse '≥ 80%'. Uit tabel 3.4 blijkt dat de meldingsfrequentie toeneemt bij mannen en vrouwen naarmate de baan 'groter' wordt. In tabel 3.5 is te zien dat mannen de hoogste gemiddelde duur hebben in de deeltijdklasse '≥ 80%' en de vrouwen in de klasse '< 40%'. Binnen alle deeltijdklassen is te zien dat vrouwen een hoger verzuimpercentage, een hogere meldingsfrequentie en een langere gemiddelde duur hebben in vergelijking met mannen. De uitzondering betreft hier de deeltijdklasse '≥ 80%', waar bij vrouwen de gemiddelde duur korter is. Uit tabel 3.7 is op te maken dat ook voor de opsplitsing naar deeltijd geldt dat het verzuim toeneemt naarmate men ouder wordt.
De cijfers van het jaar 2007 vergeleken met die van 2006 Uit tabel 3.3 blijkt dat het verzuimpercentage van de mannen en de vrouwen in alle deeltijdklassen is gestegen in 2007. De meldingsfrequentie (tabel 3.4) van mannen daalde in alle deeltijdklassen in 2007. Bij de de vrouwen daalde het alleen in de deeltijdklasse '≥ 80%'. In de klasse '40%-80%' bleef het gelijk en in de deeltijdklasse '< 40%' steeg het. De gemiddelde duur op totaal niveau (tabel 3.5) steeg in de klasse '< 40%' met 0,6 dag en daalde in de overige klassen met resp. 0,4 en 0,2. De onderverdeling naar geslacht laat een wisselend beeld zien.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 15 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar duurklasse (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabel zijn de verzuimcijfers verdeeld naar vier duurklassen. Uit de verdeling van het verzuimpercentage blijkt dat verreweg het grootste deel van het verzuim veroorzaakt wordt door werknemers die langer dan zes weken ziek zijn. De hoogste meldingsfrequentie valt in de klasse '1 t/m 7 dagen'.
Verslagperioden
jaar 2007
jaar 2006
Tabel 4 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar duurklasse
Duurklasse
VP
MF
GD
VP
MF
GD
1 t/m 7 dagen 8 t/m 14 dagen 15 t/m 42 dagen > 42 dagen
0,97 0,42 0,60 3,43
1,04 0,14 0,10 0,09
3,3 10,5 24,4 122,1
0,98 0,44 0,58 3,31
1,04 0,15 0,09 0,09
3,3 10,5 24,7 124,5
Totaal
5,41
1,37
12,8
5,30
1,37
13,0
Verzuim naar duurklasse
(2007)
Meldingsfrequentie naar duurklasse
(2007)
6,6%
17,9%
7,3%
10,2% 7,7%
63,3%
11,1% 75,9% 1 t/m 7 dagen 8 t/m 14 dagen 15 t/m 42 dagen > 42 dagen
1 t/m 7 dagen 8 t/m 14 dagen 15 t/m 42 dagen > 42 dagen
De berekeningen voor het 'Totaal' en 'per duurklasse' worden afzonderlijk uitgevoerd. Hierdoor kan het 'Totaal' afwijken van de som der delen. In beide jaren is dit bij het verzuimpercentage het geval. In tabel 4 is te zien dat de stijging van het verzuimpercentage van 5,30 in 2006 naar 5,41 in 2007 voornamelijk door de stijging van het verzuim in de klasse '43 t/m 365 dagen' veroorzaakt is. Het langdurig verzuim steeg van 3,31 naar 3,43. De stijging van 0,12 procentpunt komt neer op een stijging van het aantal ziektedagen in die klasse van 3,6%. De meldingsfrequentie laat in de duurklassen van 2007 in vergelijking met 2006 minieme verschillen zien. De gemiddelde duur daalde bij de ziektegevallen die langer dan 2 weken duurden. In het linker diagram is te zien dat verreweg het grootste deel van het verzuim in het jaar 2007, namelijk 63,3% toe te schrijven is aan het langdurig verzuim. Uit de gegevens in de tabel kan worden afgeleid dat in 2006 het aandeel langdurig verzuim 62,5% was. Door werknemers die langdurig ziek zijn vaker en sneller (gedeeltelijk) te reïntegreren, kan in deze klasse het verzuim worden teruggedrongen. Uit beide cirkeldiagrammen blijkt de relatie tussen ziektedagen en ziekmeldingen: in de hoogste duurklasse is het percentage ziektedagen 63,3% en het percentage ziekmeldingen 6,6%.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 16 -
GHZ-VerzuimMonitor
Werknemers per meldingsklasse (eerste ziektejaar) Van elke werknemer wordt jaarlijks vastgesteld hoe vaak hij of zij zich heeft ziekgemeld. Vervolgens worden zij in een 'meldingsklasse' ingedeeld. Een hoog percentage in de klasse '4' of '5 of meer' biedt een aangrijpingspunt voor het verzuimbeleid, met name waar het de cultuur rond het meldgedrag betreft. De kans dat werknemers die gedurende het verslagjaar in dienst komen, of de dienst verlaten, zich ziek melden is kleiner in vergelijking met werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest. Vernet houdt hier rekening mee. Afhankelijk van de lengte van het dienstverband krijgt iedere werknemer een gewicht: werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest hebben een gewicht van '1'. Wettelijk gezien worden de ziektedagen van iemand, die zich binnen 4 weken na herstel opnieuw ziek meldt, opgeteld bij de vorige ziekteperiode(n). De samengestelde perioden bepalen wanneer een werknemer een aanvraag kan doen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Vernet gaat er bij het begrip 'meldingsfrequentie', 'werknemers per meldingsklasse' en 'beëindigingsfrequentie' van uit dat elke melding geteld moet worden. Juist met deze kengetallen moet het storende effect van ziekmeldingen (zoals frequent kortdurend verzuim) in de instelling respectievelijk de branche tot uiting komen. Tabel 6 Percentage werknemers per meldingsklasse
Aantal Meldingen
Jaar 2007
Jaar 2006
0 1 2 3 4 5 of meer
38,5 27,2 17,3 9,2 4,5 3,4
38,3 27,2 17,1 9,2 4,7 3,6
Totaal
100,0
100,0
Percentage werknemers per meldingsklasse (2007) 4,5% 9,2%
3,4% 0 38,5%
1 2 3
17,3%
4 5 of meer
27,2%
Tabel 6 laat zien dat het percentage werknemers dat zich geen enkele keer heeft ziek gemeld is gestegen van 38,3% in 2006 naar 38,5% in 2007. Ook in de klasse met 2 meldingen steeg het percentage (van 17,1 naar 17,3). In de klassen met 1 en 3 meldingen is het percentage gelijk gebleven, in de hoogste klassen is het gedaald. De frequente verzuimers in de klasse '4' en '5 of meer' verzuimen per melding vaak niet lang. Vanwege het storend effect behoeft deze groep extra aandacht bij de bestrijding van het verzuim. Het percentage van deze twee klassen samen daalde van 8,3% naar 7,9%.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 17 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar grootteklasse (eerste ziektejaar) Voor de Gehandicaptenzorg is t.b.v. deze VerzuimMonitor een indeling in vier grootteklassen gemaakt. In tabel 7.1 zijn de verzuimcijfers per grootteklasse weergegeven. De personeelsopbouw staat in tabel 7.2.
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 7.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar grootteklasse
Grootteklasse
VP
MF
GD
VP
MF
GD
< 500 500 - 1.000 1.000 - 1.500 > 1.500
5,61 5,25 5,20 5,49
1,47 1,40 1,35 1,33
12,3 12,2 13,0 13,2
5,31 5,23 5,16 5,40
1,49 1,39 1,39 1,30
12,4 12,6 12,8 13,5
Totaal
5,41
1,37
12,8
5,30
1,37
13,0
8
Verzuimpercentage naar grootteklasse ----------------------------------------------------
6
VP
2006
4
2007 2
0
< 500
500 - 1.000
1.000 - 1.500
> 1.500
Verslagperiode
Totaal
Jaar 2007
Tabel 7.2 Personeelsopbouw naar grootteklasse
Grootteklasse
PS
PS in %
FTE
FTE in %
< 500 500 - 1.000 1.000 - 1.500 > 1.500
13.940 23.423 15.780 46.706
14,0 23,5 15,8 46,8
9.694 14.862 10.716 30.461
14,7 22,6 16,3 46,3
Totaal
99.849
100,0
65.734
100,0
In tabel 7.1 is te zien dat in 2007 het verzuimpercentage bij de kleinste instellingen ('< 500') het hoogst was. In 2006 was dat nog bij de grootste instellingen ' (> 1.500') het geval. De hoogste meldingsfrequentie was in beide jaren in de klasse '< 500' en de langste gemiddelde duur in de klasse '> 1.500'. Het verzuimpercentage is in 2007 t.o.v. 2006 in alle grootteklassen gestegen. Bij de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur zien we in die grootteklassen in 2007 zowel dalingen als stijgingen.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 18 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar salarisklasse (eerste ziektejaar) Wegens het ontbreken van een standaard functie-coderingssysteem is het niet mogelijk om verzuimcijfers naar functie weer te geven. Een alternatieve methode om inzicht te krijgen in het verzuim naar functiegroepen is door middel van een verdeling naar salarisklasse. Alle werknemers met min of meer hetzelfde salarisniveau worden in dezelfde salarisklasse ingedeeld. Zo is het mogelijk om het verzuim te analyseren naar functiezwaarte, uitgaande van de stelling dat het salaris parallel loopt aan het niveau van de functie. In de tabellen 8.1 t/m 8.3 zijn het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar salarisklasse en geslacht. In tabel 8.5 wordt het verzuimpercentage weergegeven naar salarisklasse en leeftijdklasse. In tabel 8.7 staat het verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse. In de tabellen 8.4, 8.6 en 8.8 is de bijbehorende personeelsopbouw weergegeven.
Verslagperioden
jaar 2007
jaar 2006
Tabel 8.1 Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht
Salarisklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000
2,50 5,54 5,73 5,02 2,92
2,55 6,23 6,04 4,91 3,61
2,54 6,12 5,98 4,95 3,29
2,93 5,39 5,64 4,49 3,01
3,02 6,20 5,83 4,93 3,54
3,00 6,07 5,79 4,78 3,28
4,91
5,56
5,41
4,77
5,47
5,30
Totaal
Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht
(2007)
8 6
Mannen 4
Vrouwen
VP
Totaal 2
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
3. 00 0 >
€
2. 50 0
-€
€
3. 00 0
2. 50 0 -€ 2. 00 0 €
€
1. 50 0
<
-€
€
2. 00 0
1. 50 0
0
- 19 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
jaar 2007
jaar 2006
Tabel 8.2 Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht
Salarisklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000
0,91 1,46 1,46 1,28 0,83
1,02 1,54 1,41 1,26 1,09
1,00 1,53 1,41 1,27 0,98
0,96 1,48 1,48 1,29 0,88
1,01 1,54 1,40 1,27 1,09
1,01 1,53 1,41 1,28 1,00
Totaal
1,30
1,38
1,37
1,32
1,38
1,37
Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht dienstverbanddagen (kalenderdagen) 2,0 ----------------------------------------------------
(2007)
1,5
MF
1,0
Mannen Vrouwen Totaal
0,5
3. 00 0
2. 50 0
>
-€
€
3. 00 0
2. 50 0 -€ 2. 00 0
€
€
€
1. 50 0
<
-€
€
2. 00 0
1. 50 0
0,0
jaar 2007
Verslagperioden
jaar 2006
Tabel 8.3 Gemiddelde duur naar salarisklasse en geslacht
Salarisklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000
8,3 11,2 12,7 13,3 13,1
8,3 12,3 13,8 13,6 12,5
8,3 12,1 13,6 13,5 12,7
9,0 11,5 12,9 12,1 11,9
9,1 13,0 13,9 13,7 12,2
9,1 12,8 13,7 13,2 12,1
Totaal
12,3
12,9
12,8
12,1
13,2
13,0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 20 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperiode
Jaar 2007
Tabel 8.4 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht
Salarisklasse
Mannen
Vrouwen
Totaal
1,2 3,7 7,7 3,0 2,9
6,6 23,5 40,1 7,4 3,9
7,8 27,2 47,8 10,4 6,8
18,5
81,5
100,0
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000 Totaal
(2007) Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht(2007) 50 40 30
Mannen
PS %
Vrouwen
20 10
3. 00 0
2. 50 0
>
-€
€
3. 00 0
2. 50 0 -€ 2. 00 0
€
€
€
1. 50 0
<
-€
€
2. 00 0
1. 50 0
0
Uit tabel 8.1 blijkt dat op totaal niveau in zowel 2007 als in 2006 het verzuimpercentage het hoogste is in de klasse '€ 1.500 - € 2.000'. Het verzuim daalt vervolgens naarmate het salaris stijgt. Tabel 8.2 laat hetzelfde beeld zien voor de meldingsfrequentie en uit tabel 8.3 blijkt dat de gemiddelde duur stijgt tot en met salarisklasse '€ 2.000 - € 2.500', waarna zij weer daalt. De meeste werknemers (75%) verdienen tussen de € 1.500 en € 2.500 (zie tabel 8.6). In beide jaren is het verzuimpercentage (tabel 8.1) en de gemiddelde duur (tabel 8.3) in deze categorie bij vrouwen hoger dan bij mannen. De meldingsfrequentie (tabel 8.2) is bij de vrouwen in de klasse '€ 1.500 - € 2.000' ook hoger in vergelijking met die van de mannen, maar in de klasse '€ 2.000 - € 2.500' is zij lager. In tabel 8.5 is te zien dat voor bijna alle salarisklassen gezegd kan worden dat het verzuimpercentage stijgt naarmate de leeftijd toeneemt. Bij de 55-plussers neemt het verzuim in 3 salarisklassen echter weer af. Uit de combinatie van de tabellen 8.5 en 8.6 (de bijbehorende personeelsopbouw) is op te maken dat er een categorie is (salarisklassen '€ 1.500 - € 2.500' / leeftijdklassen '36 - 55') die èn een meer dan gemiddeld verzuim heeft èn veel werknemers bevat, namelijk 39% van de werknemerspopulatie. Tabel 8.7 geeft het verzuim naar salarisklasse en deeltijdklasse weer. Ook hier kan gekeken worden naar de combinatie met tabel 8.8 (de bijbehorende personeelsopbouw). Te zien is dat er vier cellen zijn, te weten salarisklasse '€ 1.500 - € 2.500' / deeltijdklassen '≥ 40%' die èn een meer dan gemiddeld verzuim hebben èn veel werknemers bevatten (62,1%).
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 21 -
GHZ-VerzuimMonitor
Tabel 8.5 Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse (2007)
Salarisklasse
t/m 25
26 t/m 35
36 t/m 45
46 t/m 55
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000
1,80 4,23 4,43 2,61 3,52
5,00 5,96 5,36 3,71 2,93
5,76 7,66 6,06 4,93 3,06
5,99 7,99 6,57 5,26 3,53
3,00 7,57 6,90 6,82 3,33
2,54 6,12 5,98 4,95 3,29
Totaal
3,39
5,23
5,84
6,14
6,39
5,41
Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse
55 +
Totaal
(2007)
10 8
t/m 25
6 dienstverbanddagen (kalenderdagen) VP
26 t/m 35
4
36 t/m 45
----------------------------------------------------
2
46 t/m 55 55 + 3. 00 0
2. 50 0
>
-€
€
3. 00 0
2. 50 0 -€
€
€
€
2. 00 0
1. 50 0
<
-€
€
2. 00 0
1. 50 0
0
Tabel 8.6 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en leeftijdklasse (2007)
Salarisklasse
t/m 25
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000 Totaal
26 t/m 35
36 t/m 45
46 t/m 55
Totaal
6,0 8,6 1,6 0,1 0,0
0,7 6,0 14,4 1,9 1,0
0,6 5,3 14,6 3,9 2,0
0,4 5,4 13,7 3,7 2,9
0,1 2,0 3,6 0,8 0,9
7,8 27,2 47,8 10,4 6,8
16,3
23,9
26,4
26,1
7,4
100,0
Personeelsopbouw naar salarisklasse en leeftijdklasse 16 14 12 10 8 6 4 2 0
(2007)
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55
€ >
€
2. 50 0
-€
-€ 2. 00 0 €
1. 50 0 €
3. 00 0
2. 50 0
2. 00 0 -€
€ <
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
3. 00 0
55 + 1. 50 0
PS%
55 +
- 22 -
GHZ-VerzuimMonitor
Tabel 8.7 Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse (2007)
Salarisklasse
< 40%
40% - 80%
≥ 80%
Totaal
< € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000
2,81 5,27 4,94 3,19 2,68
2,39 6,37 5,88 4,92 3,60
2,68 6,03 6,18 5,02 3,22
2,54 6,12 5,98 4,95 3,29
Totaal
4,74
5,54
5,37
5,41
Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse (2007) 8 6
dienstverbanddagen (kalenderdagen) VP
4
< 40%
---------------------------------------------------40% - 80% ≥ 80%
2
3. 00 0 €
2. 50 0
>
-€
-€ 2. 00 0
€
€
€
3. 00 0
2. 50 0
2. 00 0
1. 50 0
<
-€
€
1. 50 0
0
Tabel 8.8 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en deeltijdklasse (2007)
Salarisklasse < € 1.500 € 1.500 - € 2.000 € 2.000 - € 2.500 € 2.500 - € 3.000 > € 3.000 Totaal
< 40%
40% - 80%
≥ 80%
Totaal
1,6 6,3 6,6 0,8 0,3
4,0 12,6 24,7 4,1 1,8
2,2 8,2 16,6 5,6 4,7
7,8 27,2 47,8 10,4 6,8
15,6
47,1
37,3
100,0
Personeelsopbouw naar salarisklasse en deeltijdklasse (2007) 26 24 22 20 18 16 PS% 14 12 10 8 6 4 2 0
< 40% 40% - 80%
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
3. 00 0 >
€
3. 00 0 -€
2. 50 0 €
2. 00 0
-€
2. 50 0
2. 00 0 €
€
1. 50 0
<
-€
€
1. 50 0
≥ 80%
- 23 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim en verzuimkosten (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabellen staan verzuimpercentages en verzuimkostenpercentages weergegeven: - het verzuimpercentage is een sociale indicatie: het zegt iets over het welzijn van werknemers. - het verzuimkostenpercentage is een financieel-economisch begrip: met dit gegeven heeft men een indicatie van het uitgekeerde ziekengeld. Het verzuimkostenpercentage wordt berekend door in het verzuimpercentage loongegevens te koppelen aan de ziektedagen en de dienstverbanddagen van werknemers. Zo ontstaat er een relatie tussen het verzuim en de kosten die dat verzuim met zich meebrengt. De kosten van het verzuim kunnen verdeeld worden in directe kosten en indirecte kosten: - directe kosten van het verzuim kan men berekenen door het verzuimkostenpercentage te vermenigvuldigen met de bruto loonsom van de gehele werknemerspopulatie en dit bedrag te verhogen met 28%, zijnde het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten (20%). Bij deze berekening is uitgegaan van 100% doorbetaling van het loon bij ziekte en van nul wachtdagen. - indirecte verzuimkosten zijn kosten als gevolg van overwerk collega’s, inhuren uitzendkrachten, arbodienst of bedrijfsarts, personeelsverloop, kosten preventie, begeleiding en reïntegratie, administratieve verplichtingen (o.a. door de Wet Poortwachter), slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega’s, verhoogde premie etc. etc. In het algemeen wordt gesteld dat de indirecte kosten min of meer gelijk zijn aan de directe kosten. Het verzuim- en verzuimkostenpercentage is in de tabellen 9.1 t/m 9.3 onderverdeeld naar geslacht, leeftijdklasse en deeltijdklasse. Voor de interpretatie is het percentage werknemers toegevoegd. Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 9.1 Verzuim en verzuimkosten naar geslacht
Geslacht
VP
VKP
PS in %
VP
VKP
PS in %
Mannen Vrouwen
4,91 5,56
4,63 5,62
18,5 81,5
4,77 5,47
4,49 5,53
18,7 81,3
Totaal
5,41
5,36
100,0
5,30
5,25
100,0
Verzuim en verzuimkosten naar geslacht ----------------------------------------------------
(2007)
6
4
VP VKP
2
0
Mannen
Vrouwen
Totaal
In tabel 9.1 is te zien dat in 2007 en in 2006 het verzuimkostenpercentage op totaal niveau en bij de mannen lager is dan het verzuimpercentage. Bij vrouwen is het verzuimkostenpercentage hoger. Voor de onderverdeling naar leeftijdklasse (tabel 9.2) geldt dat het verzuimkostenpercentage altijd lager is dan het verzuimpercentage. Een uitzondering hierop vormt de leeftijdklasse 't/m 25' waar het verzuimkostenpercentage in beide jaren hoger is. Bij de verdeling naar deeltijdklasse (tabel 9.3) is alleen in de klasse '≥ 80%' het verzuimkostenpercentage lager is dan het verzuimpercentage.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 24 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 9.2 Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse
Leeftijdsklasse
VP
VKP
PS in %
VP
VKP
PS in %
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
3,39 5,23 5,84 6,14 6,39
4,04 5,13 5,56 5,72 5,78
16,3 23,9 26,4 26,1 7,4
3,47 5,29 5,59 6,02 6,09
4,17 5,19 5,33 5,56 5,48
16,3 24,4 27,3 25,3 6,7
Totaal
5,41
5,36
100,0
5,30
5,25
100,0
(2007)
Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse 8
dienstverbanddagen (kalenderdagen) 6
VP
----------------------------------------------------
VKP
4 2 0
t/m 25
26 t/m 35
36 t/m 45
Verslagperioden
46 t/m 55
55 +
Totaal
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 9.3 Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse
Deeltijdklasse
VP
VKP
PS in %
VP
VKP
PS in %
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
4,74 5,54 5,37
4,78 5,66 5,20
15,6 47,1 37,3
4,36 5,46 5,28
4,41 5,58 5,10
15,9 46,2 37,9
Totaal
5,41
5,36
100,0
5,30
5,25
100,0
Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse
(2007)
6
VP
4
VKP 2
0
< 40%
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
40% - 80%
≥ 80%
- 25 -
Totaal
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar regio (eerste ziektejaar) In tabel 10.1 staan de verzuimcijfers naar regio. De indeling voor de vijf regio's, zoals die door Vernet wordt gehanteerd, staat hieronder weergegeven. De verzuimcijfers voor de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en hun naaste omgeving zijn afzonderlijk gepresenteerd in tabel 10.2. Noord Nederland:
Groningen, Friesland, Drenthe, Gooi- en Vechtstreek, Noord-Holland-Noord, Kennemerland, Amstel- en Meerlanden.
Midden Nederland:
IJssel/Vecht, Twente, Midden-IJssel, Veluwe, Arnhem, Oost-Gelderland, Nijmegen, Rivierenland, Flevoland, Oost-Utrecht.
Zuid-Oost Nederland:
Midden-Brabant, Noord-Oost-Brabant, Zuid-Oost Brabant, Noord-, Midden- en Zuid-Limburg.
Zuid-West Nederland:
Rijnstreek, Drechtsteden, Zeeland, Westelijk Noord-Brabant, Breda.
Grote Steden:
Amsterdam (met Zaanstreek en Waterland), Rotterdam (met Rijnmond), Den Haag (met Delft en Westland) en Utrecht-West.
Verslagperioden
jaar 2007
jaar 2006
Tabel 10.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar regio
Regio
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
Noord Nederland Midden Nederland Zuid-Oost Nederland Zuid-West Nederland Grote Steden
5,41 5,44 4,60 5,38 5,64
1,34 1,35 1,34 1,34 1,49
13,2 13,1 11,9 12,1 12,5
20,9 42,5 6,5 13,4 16,8
5,27 5,48 4,39 5,45 5,42
1,35 1,35 1,35 1,37 1,49
13,2 13,5 11,1 13,3 12,2
22,3 41,1 10,9 11,2 14,5
Totaal
5,41
1,37
12,8
100,0
5,30
1,37
13,0
100,0
Verzuim naar regio Noord Nederland Midden Nederland 2006 Zuid-Oost Nederland
2007
Zuid-West Nederland Grote Steden Totaal 0
2
4
6
8
VP
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 26 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 10.2 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar Grote Steden
Grote Steden
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
5,69 5,62 5,49 5,77
1,45 1,46 1,51 1,51
12,6 13,0 12,0 12,5
27,5 18,6 29,3 24,5
5,37 6,07 4,98 5,43
1,48 1,50 1,52 1,47
12,8 13,2 10,5 12,8
27,9 21,8 27,9 22,4
Totaal
5,64
1,49
12,5
100,0
5,42
1,49
12,2
100,0
Verzuim naar Grote Steden Amsterdam
----------------------------------------------------
2006
Rotterdam
2007 Den Haag
Utrecht
Totaal 0
1
2
3
4
5
6
7
8
VP
In tabel 10.1 is te zien dat in 2007 bij de 'Grote Steden' het hoogste verzuimpercentage is gemeten. In 2006 was dat in Midden Nederland. De hoogste meldingsfrequentie was in beide jaren in de 'Grote Steden' te zien. De langste gemiddelde duur was in 2007 in Noord Nederland, in 2006 in Midden Nederland. Zuid-Oost Nederland behaalde bij alle verzuimcijfers, zowel in 2007 als 2006, de laagste waarden. Ook in enkele andere regio's werd de laagste meldingsfrequentie gemeten. De grootste relatieve stijging van het verzuimpercentage is te zien in Zuid-Oost Nederland. Echter, door de grotere omvang in Noord Nederland en bij de Grote Steden is de stijging in 2007 aldaar van grotere invloed op het totale verzuimpercentage van de branche. De meldingsfrequenties zijn in de regio's in 2007 gelijk gebleven of gedaald. De gemiddelde duur steeg alleen in Zuid Oost Nederland en bij de Grote Steden. In tabel 10.2 zien we dat Utrecht in 2007 het hoogste verzuim heeft. In 2006 was dat in Rotterdam. In Den Haag is in beide jaren het laagste verzuimpercentage gemeten. De hoogste meldingsfrequentie was in 2007 in Den Haag en Utrecht, in 2006 in Den Haag. De langste gemiddelde duur was in beide jaren in Rotterdam te zien. Het verzuimpercentage steeg in 2007 t.o.v. 2006 in Amsterdam (met 0,32) en in Utrecht (met 0,34). De grootste relatieve stijging vond plaats in Utrecht met 6,3%. De meldingsfrequentie steeg alleen in Utrecht (met 0,04) in 2007 en de gemiddelde duur steeg in vergelijking met 2006 alleen in Den Haag (met 1,5 dag).
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 27 -
GHZ-VerzuimMonitor
Tijdreeks verzuimcijfers (eerste ziektejaar) In de onderstaande tabel staan de verzuimcijfers per kwartaal en per voortschrijdend jaar. Bij het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie op kwartaalbasis zien we een afspiegeling van het 'seizoenspatroon': het ziekteverzuim is doorgaans iets hoger in het eerste kwartaal, de winter, en wat lager in het derde kwartaal, de zomer. Het tweede en vierde kwartaal zijn min of meer gelijk aan elkaar, mits er geen sprake is van een structurele groei of daling van het verzuim. De gemiddelde duur daarentegen is in het derde kwartaal steeds hoger. De verklaring hiervoor ligt in het aantal gevallen van verkoudheid en griep in de overige kwartalen: deze ziekten duren naar verhouding kort en beïnvloeden de gemiddelde duur. De jaarcijfers geven om die reden betere informatie. Een voortschrijdend jaar bestaat uit vier aaneengesloten kwartalen. Verzuimcijfers van voortschrijdende jaren vertonen geen fluctuaties als gevolg van seizoensinvloeden. Hierdoor geven de 'voortschrijdende jaarcijfers' de structurele ontwikkeling beter weer dan 'kwartaalcijfers'. In de grafiek, waarin tevens de cijfers vanaf 2004 zijn opgenomen, is het verschil tussen beide cijfers goed te zien. GD*) Als gevolg van de invoering van het tweede ziektejaar is de gemiddelde duur in 2005 sterk verlaagd in vergelijking met de jaren daarvoor. Vanaf 2006 is de gemiddelde duur gebaseerd op twee ziektejaren. Tabel 11.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar
Kwartaal 2005-1 2005-2 2005-3 2005-4 2006-1 2006-2 2006-3 2006-4 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4
VP
MF
GD*
Voortschrijdend jaar
VP
7,14 5,39 4,66 5,82 6,48 5,18 4,52 5,44 6,04 5,21 4,82 5,74
2,08 1,20 1,04 1,52 1,93 1,14 1,01 1,42 1,71 1,13 1,03 1,58
11,7 14,8 15,2 11,5 11,7 15,1 15,1 11,4 11,6 14,9 15,5 11,0
2004-2 t/m 2005-1 2004-3 t/m 2005-2 2004-4 t/m 2005-3 2005-1 t/m 2005-4 2005-2 t/m 2006-1 2005-3 t/m 2006-2 2005-4 t/m 2006-3 2006-1 t/m 2006-4 2006-2 t/m 2007-1 2006-3 t/m 2007-2 2006-4 t/m 2007-3 2007-1 t/m 2007-4
6,14 5,93 5,75 5,65 5,62 5,55 5,42 5,30 5,25 5,28 5,32 5,41
MF
GD*
1,53 1,51 1,49 1,45 1,43 1,41 1,40 1,37 1,32 1,32 1,32 1,37
14,8 14,2 13,5 12,9 13,0 13,1 13,0 13,0 13,1 13,0 13,1 12,8
Verzuimpercentage en meldingsfrequentie per kwartaal en voortschrijdend jaar 8
6 VP kwartaal VP jaar 4
MF kwartaal MF jaar
2
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 28 -
20 07 -4
20 07 -3
20 07 -2
20 07 -1
20 06 -4
20 06 -3
20 06 -2
20 06 -1
20 05 -4
20 05 -3
20 05 -2
20 05 -1
20 04 -4
20 04 -3
20 04 -2
20 04 -1
0
GHZ-VerzuimMonitor
Tabel 11.2 Verzuimpercentage per voortschrijdend jaar naar duurklasse
Voortschrijdend jaar
2005-1 t/m 2005-4 2005-2 t/m 2006-1 2005-3 t/m 2006-2 2005-4 t/m 2006-3 2006-1 t/m 2006-4 2006-2 t/m 2007-1 2006-3 t/m 2007-2 2006-4 t/m 2007-3 2007-1 t/m 2007-4
1-7 dagen VP
8-14 dagen VP
15-42 dagen VP
> 42 dagen VP
Totaal VP
1,06 1,03 1,02 1,01 0,98 0,93 0,93 0,93 0,97
0,51 0,47 0,46 0,46 0,44 0,41 0,41 0,41 0,42
0,62 0,62 0,61 0,62 0,58 0,59 0,58 0,59 0,60
3,46 3,50 3,46 3,34 3,31 3,32 3,35 3,39 3,43
5,65 5,62 5,55 5,42 5,30 5,25 5,28 5,32 5,41
Tabel 11.3 Meldingsfrequentie per voortschrijdend jaar naar duurklasse
Voortschrijdend jaar
2005-1 t/m 2005-4 2005-2 t/m 2006-1 2005-3 t/m 2006-2 2005-4 t/m 2006-3 2006-1 t/m 2006-4 2006-2 t/m 2007-1 2006-3 t/m 2007-2 2006-4 t/m 2007-3 2007-1 t/m 2007-4
1-7 dagen MF
8-14 dagen MF
15-42 dagen MF
> 42 dagen MF
Totaal MF
1,08 1,08 1,07 1,06 1,04 0,99 0,99 0,99 1,04
0,17 0,16 0,16 0,16 0,15 0,14 0,14 0,14 0,14
0,10 0,10 0,10 0,10 0,09 0,09 0,09 0,10 0,10
0,09 0,09 0,09 0,09 0,09 0,09 0,09 0,09 0,09
1,45 1,43 1,41 1,40 1,37 1,32 1,32 1,32 1,37
Verzuim en langdurig verzuim per voortschrijdend jaar 8 6 4 2
20 03 -1
t/m 20 20 03 03 -2 -4 t/m 20 20 03 04 -3 -1 t/m 20 2 00 03 4-2 -4 t/m 20 2 0 04 04 -1 -3 t/m 20 20 04 04 -2 -4 t/m 20 2 00 04 5-1 -3 t/m 20 2 0 04 05 -4 -2 t/m 20 20 05 05 -1 -3 t/m 20 2 00 05 5-4 -2 t/m 20 2 00 05 6-1 -3 t/m 20 2 0 05 06 -4 -2 t/m 20 20 06 06 -1 -3 t/m 20 2 00 06 6-4 -2 t/m 20 2 0 06 07 -3 -1 t/m 20 20 06 07 -4 -2 t/m 20 2 00 07 7-3 -1 t/m 20 07 -4
0
VP totaal VP langdurig verzuim
In tabel 11.1 kunnen de verzuimcijfers van de overeenkomstige kwartalen met elkaar vergeleken worden. In het 2-de, 3-de en 4-de kwartaal van 2007 is het verzuim voor het eerst sinds jaren weer gestegen. Ook is het verzuim van de bij die kwartalen behorende voortschrijdende jaren gestegen. Uit tabel 11.2 blijkt dat de stijging van het totale verzuim in die laatste drie voortschrijdende jaren voornamelijk veroorzaakt is door de stijging van het langdurige verzuim. In tabel 11.3 is te zien dat de meldingsfrequentie in de voortschrijdende jaren tussen 2006-1 t/m 2006-4 en 2007-1 t/m 2007-4 de laagste waarde bereikt heeft van 1,32. De stijging van het totale niveau in 2007 naar 1,37 werd voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de frequentie in de duurklasse '1-7 dagen'. De grafiek, waarin de verzuimcijfers vanaf het jaar 2003-1 t/m 2003-4 te zien zijn, maakt de ontwikkeling van het langdurig verzuim ten opzichte van het totale verzuim zichtbaar.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 29 -
GHZ-VerzuimMonitor
Toelichting (eerste èn tweede ziektejaar) Eerste en Tweede ziektejaar: In 2004 is de wet 'Verlenging Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte' (VLZ) van kracht geworden. In plaats van één jaar hebben werkgevers de plicht om het loon van een zieke werknemer twee jaar lang door te betalen. In dit deel van de Monitor staan de verzuimcijfers van het eerste en tweede ziektejaar tezamen. Het jaar 2005 was, zoals uit het onderstaande schema blijkt, een opbouwjaar voor de ziektedagen ofwel de verzuimpercentages die op het tweede ziektejaar betrekking hebben. In 2006 waren de verzuimcijfers volledig. Verzuimcijfers van 2005, die eerder gepubliceerd zijn, kunnen derhalve niet met die van 2006 vergeleken worden. Meer informatie hierover staat op www.vernet.nl / documenten / verzuim tweede ziektejaar.
2003 2004 2005 2006 2007 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 kw1 kw2 kw3 kw4 oude ziektewet
-
-
-
-
-
-
-
oude ziektewet
-
-
-
-
-
-
-
-
nieuwe ziektewet
-
-
-
-
-
-
-
-
nieuwe ziektewet
-
-
-
-
-
-
-
-
nieuwe ziektewet
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ziektedagen die betrekking hebben op het eerste ziektejaar ziektedagen die betrekking hebben op het tweede ziektejaar
Verzuimpercentage naar duurklasse en eerste en tweede ziektejaar (fase): De verzuimcijfers in tabel 16 (pagina 35) zijn weergegeven in 12 duurklassen. De duurklassen 1 t/m 8 (tezamen 365 dagen) kunnen als ze worden opgeteld niet worden vergeleken met de verzuimcijfers van het eerste ziektejaar (deel I van deze Monitor en tabel 12.1 op pagina 31). - Duurklassen: Bij de verdeling naar duurklasse worden alle ziektedagen in één duurklasse geplaatst. Als het verzuim van een werknemer langer dan een jaar heeft geduurd gaan al zijn of haar ziektedagen naar een duurklasse uit het tweede ziektejaar, dus ook de ziektedagen die op het eerste ziektejaar betrekking hebben. - Fasen: Bij de verdeling naar fase kunnen ziektedagen in meer dan één fase worden geplaatst. In deze Monitor is fase 1 gelijk aan het eerste ziektejaar en fase 2 aan het tweede: van alle ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd worden de eerste 365 ziektedagen in het eerste ziektejaar geplaatst en de resterende dagen in het tweede. Deze verdeling naar fase maakt het mogelijk om de verzuimcijfers van het eerste ziektejaar te blijven vergelijken met die van 2004 en eerder. Meer informatie staat op www.vernet.nl / documenten / verzuim naar duurklassen en fasen. Beëindigingsfrequentie verdeeld naar duurklasse: In tabel 16 is een nieuw begrip geïntroduceerd: de beëindigingsfrequentie. de beëindigingsfrequentie = het aantal beëindigingen gedeeld door het aantal werknemers (onder beëindigingen wordt verstaan: het herstel of het einde van de ziekteperiode van twee jaar) Omdat alle aangevangen ziektegevallen ook weer beëindigen is de beëindigingsfrequentie min of meer gelijk aan de meldingsfrequentie. Indien in dit deel van de Monitor bij de verdeling naar duurklasse zou worden vastgehouden aan de meldingsfrequentie, zouden de duurklassen die betrekking hebben op het tweede ziektejaar nooit gevuld worden, omdat de verslagperiode één kalenderjaar is. Het aantal beëindigingen is aan het einde van het eerste ziektejaar en in het tweede ziektejaar heel laag. Om deze reden is ervoor gekozen om de beëindigingsfrequentie in 3 decimalen weer te geven. Voor de beëindigingsfrequentie geldt eveneens dat 2005 een opbouwjaar was: in 2006 was de informatie volledig.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 30 -
GHZ-VerzuimMonitor
Jaaroverzicht (eerste èn tweede ziektejaar) Verslagperioden
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 12.1 Verzuimpercentage en verzuimkostenpercentage
VP
VKP
VP
VKP
Eerste ziektejaar Tweede ziektejaar
5,41 0,46
5,36 0,32
5,30 0,44
5,25 0,30
Totaal
5,87
5,68
5,75
5,55
Tabel 12.2 Meldingsfrequentie en gemiddelde duur
Totaal
MF
GD
MF
GD
1,37
16,5
1,37
16,8
Verzuimpercentage (exclusief-zw) 7,0
6,0
5,0
tweede ziektejaar 4,0
eerste ziektejaar
VP 3,0
2,0
1,0
0,0
2006
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
2007
- 31 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar geslacht (eerste èn tweede ziektejaar)
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 13.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar geslacht
Geslacht
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
Mannen Vrouwen
5,30 6,04
1,30 1,38
15,6 16,7
18,5 81,5
5,17 5,92
1,32 1,38
15,7 17,0
18,7 81,3
Totaal
5,87
1,37
16,5
100,0
5,75
1,37
16,8
100,0
Tabel 13.2 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie naar geslacht, inclusief zwangerschap
Geslacht
VP-inzw MF-inzw
VP-inzw MF-inzw
Mannen Vrouwen
5,30 8,05
1,30 1,45
5,17 7,96
1,32 1,45
Totaal
7,42
1,42
7,31
1,42
Verzuim naar geslacht (exclusief-zw) 8
6
2006 2007
4
2
0
Mannen
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
Vrouwen
- 32 -
Totaal
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar leeftijdklasse (eerste èn tweede ziektejaar)
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 14 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar leeftijdklasse
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
t/m 25 26 t/m 35 36 t/m 45 46 t/m 55 55 +
3,55 5,69 6,31 6,74 7,02
1,30 1,59 1,39 1,25 1,10
9,3 14,2 17,5 20,6 24,5
16,3 23,9 26,4 26,1 7,4
3,67 5,73 6,06 6,55 6,66
1,30 1,61 1,38 1,26 1,07
10,2 13,9 18,0 21,4 25,0
16,3 24,4 27,3 25,3 6,7
Totaal
5,87
1,37
16,5
100,0
5,75
1,37
16,8
100,0
Leeftijdklasse
Verzuim naar leeftijdklasse t/m 25
26 t/m 35 2006
36 t/m 45
2007 46 t/m 55
55 +
Totaal
0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
2
4
6
- 33 -
8
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar deeltijdklasse (eerste èn tweede ziektejaar)
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 15 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar deeltijdklasse
Deeltijdklasse
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
< 40% 40% - 80% ≥ 80%
5,17 6,00 5,83
1,05 1,39 1,47
17,6 16,6 16,0
15,6 47,1 37,3
4,79 5,93 5,71
1,02 1,39 1,49
18,1 17,4 15,8
15,9 46,2 37,9
Totaal
5,87
1,37
16,5
100,0
5,75
1,37
16,8
100,0
Verzuimpercentage naar deeltijdklasse 8
6
2006 4
2007
2
0
< 40%
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
40% - 80%
≥ 80%
- 34 -
Totaal
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar duurklasse (eerste èn tweede ziektejaar)
jaar 2007
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2006
Tabel 16 Verzuimpercentage, verzuimkostenpercentage en beëindigingsfrequentie naar duurklasse
Duurklasse 1 4 8 15 43 92 183 276 366 456 546 636
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
3 7 14 42 91 182 275 365 455 545 635 730
dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen
Totaal
VP
VKP
BF
VP
VKP
BF
0,34 0,63 0,42 0,60 0,73 0,96 0,70 0,57 0,30 0,21 0,14 0,27
0,33 0,62 0,41 0,58 0,72 0,96 0,71 0,59 0,29 0,19 0,11 0,19
0,615 0,420 0,142 0,088 0,040 0,027 0,011 0,006 0,003 0,002 0,001 0,004
0,34 0,64 0,44 0,58 0,72 0,97 0,65 0,52 0,30 0,20 0,13 0,25
0,34 0,63 0,43 0,57 0,71 0,97 0,66 0,52 0,28 0,17 0,10 0,18
0,618 0,422 0,150 0,088 0,040 0,027 0,011 0,007 0,002 0,002 0,001 0,004
5,87
5,68
1,358
5,75
5,55
1,371
Verzuim naar duurklasse (2007) 546 t/m 635 dagen 2,4%
636 t/m 730 dagen 4,6%
4 t/m 7 dagen 10,7%
456 t/m 545 dagen 3,6%
8 t/m 14 dagen 7,2%
366 t/m 455 dagen 5,1%
15 t/m 42 dagen 10,2%
276 t/m 365 dagen 9,7%
183 t/m 275 dagen 11,9%
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
1 t/m 3 dagen 5,8%
43 t/m 91 dagen 12,4%
92 t/m 182 dagen 16,4%
- 35 -
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar grootteklasse (eerste èn tweede ziektejaar)
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 17 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar grootteklasse
Grootteklasse < 500 500 - 1.000 1.000 - 1.500 > 1.500 Totaal
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
6,04 5,64 5,62 6,02
1,48 1,40 1,35 1,33
15,4 15,3 17,0 17,3
14,0 23,5 15,8 46,8
5,67 5,56 5,63 5,92
1,49 1,39 1,39 1,30
15,6 15,4 16,9 18,0
17,9 20,7 18,0 43,3
5,87
1,37
16,5
100,0
5,75
1,37
16,8
100,0
Verzuimpercentage naar grootteklasse 8
6
2006 4
2007
2
0
< 500
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
500 - 1.000
1.000 - 1.500
- 36 -
> 1.500
Totaal
GHZ-VerzuimMonitor
Verzuim naar regio (eerste èn tweede ziektejaar)
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 18.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar regio
Regio
VP
MF
GD
Noord Nederland Midden Nederland Zuid-Oost Nederland Zuid-West Nederland Grote Steden
5,90 5,89 4,87 5,91 6,12
1,34 1,35 1,34 1,34 1,49
17,4 16,7 14,0 15,8 16,2
Totaal
5,87
1,37
16,5
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
20,9 42,5 6,5 13,4 16,8
5,72 5,96 4,62 5,86 5,94
1,35 1,35 1,35 1,37 1,49
17,2 17,8 13,0 17,4 15,6
22,3 41,1 10,9 11,2 14,5
100,0
5,75
1,37
16,8
100,0
Verzuim naar regio
No Mid
ord
den
ost d-O Zui
lan der Ne
d
d l an der e N de Ne
2006
d rlan
2007
d rlan ede N est d-W Zui den Ste e t Gro aal Tot 0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
2
4
- 37 -
6
8
GHZ-VerzuimMonitor
VERSLAGPERIODEN
Jaar 2007
Jaar 2006
Tabel 18.2 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie, gemiddelde duur en personeelsopbouw naar Grote Steden
Grote Steden
VP
MF
GD
PS in %
VP
MF
GD
PS in %
Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
6,04 6,06 6,12 6,23
1,45 1,46 1,51 1,51
15,3 17,7 16,9 15,4
27,5 18,6 29,3 24,5
5,84 6,66 5,59 5,80
1,48 1,50 1,52 1,47
16,4 17,2 14,0 15,1
27,9 21,8 27,9 22,4
Totaal
6,12
1,49
16,2
100,0
5,94
1,49
15,6
100,0
Verzuim naar Grote Steden Amsterdam
Rotterdam 2006 Den Haag
2007
Utrecht
Totaal
0
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
2
4
6
- 38 -
8
GHZ-VerzuimMonitor
Tijdreeks verzuimcijfers (eerste èn tweede ziektejaar) Tabel 19.1 Verzuimpercentage per voortschrijdend jaar naar duurklasse
1 4 8 15 43 92 183 276 366 456 546 636
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
3 7 14 42 91 182 275 365 455 545 635 730
dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen
Totaal
2006-1 t/m 2006-4
2006-2 t/m 2007-1
2006-3 t/m 2007-2
2006-4 t/m 2007-3
2007-1 t/m 2007-4
0,34 0,64 0,44 0,58 0,72 0,97 0,65 0,52 0,30 0,20 0,13 0,25
0,32 0,61 0,41 0,59 0,72 0,97 0,68 0,48 0,30 0,21 0,15 0,25
0,32 0,61 0,41 0,58 0,69 1,02 0,70 0,50 0,30 0,19 0,15 0,26
0,32 0,61 0,41 0,59 0,69 0,98 0,74 0,53 0,30 0,20 0,13 0,26
0,34 0,63 0,42 0,60 0,73 0,96 0,70 0,57 0,30 0,21 0,14 0,27
5,75
5,70
5,74
5,78
5,87
Tabel 19.2 Beëindigingsfrequentie per voortschrijdend jaar naar duurklasse
1 4 8 15 43 92 183 276 366 456 546 636
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
3 7 14 42 91 182 275 365 455 545 635 730
dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen
Totaal
2006-1 t/m 2006-4
2006-2 t/m 2007-1
2006-3 t/m 2007-2
2006-4 t/m 2007-3
2007-1 t/m 2007-4
0,618 0,422 0,150 0,088 0,040 0,027 0,011 0,007 0,002 0,002 0,001 0,004
0,589 0,404 0,142 0,087 0,039 0,026 0,011 0,006 0,003 0,002 0,001 0,004
0,589 0,404 0,142 0,087 0,040 0,026 0,010 0,006 0,003 0,002 0,001 0,004
0,589 0,402 0,140 0,087 0,040 0,027 0,010 0,006 0,003 0,002 0,001 0,004
0,615 0,420 0,142 0,088 0,040 0,027 0,011 0,006 0,003 0,002 0,001 0,004
1,371
1,371
1,314
1,311
1,358
2006-1 t/m 2006-4
2006-2 t/m 2007-1
2006-3 t/m 2007-2
2006-4 t/m 2007-3
2007-1 t/m 2007-4
16,8
17,1
17,1
16,9
16,5
Tabel 19.3 Gemiddelde duur per voortschrijdend jaar
Gemiddelde duur
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 39 -
GHZ-VerzuimMonitor
Rekenregels voor de verzuimgrootheden VP =
elke ziektedag in de periode x pt x ao ————————————————————— x 100 % elke dienstverbanddag in de periode x pt
Verzuimkostenpercentage:
VKP =
uitgekeerd ziekengeld in de periode ————————————————————— x 100 % totale loonsom van de instelling in de periode
Meldingsfrequentie:
MF =
aantal ziekmeldingen in de periode ——————————————————— aantal werknemers in de periode
Beëindigingsfrequentie:
BF =
aantal beëindigingen in de periode ——————————————————— aantal werknemers in de periode
Gemiddelde duur:
GD =
alle ziektedagen van de in de periode beëindigde gevallen ———————————————————————————— alle in de periode beëindigde gevallen
Personeelssterkte / aantal werknemers:
PS =
alle dienstverbanddagen ——————————————— aantal dagen in de periode
Verzuimpercentage:
Verklaring van de begrippen in de bovenstaande definities. Verzuimpercentage: Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt) en de arbeidsongeschiktheidsfactor (ao), waarna de ziektedagen worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt), waarna de dienstverbanddagen worden opgeteld. Verzuimkostenpercentage: Het verzuimkostenpercentage is afgeleid van het verzuimpercentage. Aan alle ziektedagen en dienstverbanddagen is het bruto dagloon gekoppeld. M.a.w. het verzuimkostenpercentage is het uitgekeerde bruto loon bij ziekte van de werknemer(s) gedeeld door de bruto loonsom van alle werknemers. Meldingsfrequentie: Totaal aantal ziekmeldingen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. De meldingsfrequentie in een kwartaal is ongeveer een kwart van de meldingsfrequentie van het jaar. Om vergelijking met het (voortschrijdend) jaar mogelijk te maken is de meldingsfrequentie van een kwartaal vermenigvuldigd met 4. Beëindigingsfrequentie: Totaal aantal beëindigde ziektegevallen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. De beëindigingsfrequentie in een kwartaal is ongeveer een kwart van de beëindigingsfrequentie van het jaar. Om vergelijking met het (voortschrijdend) jaar mogelijk te maken is de beëindigingsfrequentie van een kwartaal vermenigvuldigd met 4. Gemiddelde duur: Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de periode valt. Ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de periode vallen worden dus ook meegerekend. Personeelssterkte / aantal werknemers: Het totaal aantal dienstverbanddagen in de periode gedeeld door 90, 91 of 92 dagen voor een kwartaal of door 365 dagen (schrikkeljaar 366) voor een jaar. Meer info op www.vernet.nl bij documenten.
© 2008 VERNET verzuimnetwerk
- 40 -
GHZ-VerzuimMonitor