verzorgers om te reageren

1

Een woord vooraf Wat is onze school? Onze school is niet alleen maar een gebouw. Onze school is ook een organisatie om onderwijs te geven. Maar bovenal is onze school een gemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders met elk hun eigen rol. In 1943 werd het oude schoolgebouw aan de Floralaan in gebruik genomen. Vanaf dat moment hebben leerkrachten, leerlingen en ouders samen vorm en inhoud gegeven aan “Nutsschool floralaan” en zij geven dat nu aan de huidige saltobasisschool floralaan. Op 17 januari 2005 hebben we ons nieuwe gebouw in gebruik genomen, waarin naast een 24-klassige school ook een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang onderdak vinden. Het geheel wordt omgeven door een natuurtuin.

Wat staat er in de schoolgids? In de schoolgids vindt u informatie over de inhoud van het onderwijs op onze school en allerlei praktische en organisatorische zaken. De schoolgids is in PDF-formaat opgenomen op de website van de school. De ouders krijgen ook een schoolkalender.

Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt? Deze schoolgids is samengesteld door leerkrachten en ouders van onze school en hij is vervolgens goedgekeurd door de directie en medezeggenschapsraad.

Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren Elk schooljaar wordt de schoolgids bijgewerkt en in een nieuwe versie uitgebracht. Als u opmerkingen hebt over de inhoud van deze schoolgids dan kunt u die het beste doorgeven aan de directie van onze school. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat alle opmerkingen in de volgende versie van onze schoolgids verwerkt worden. Voor de leesbaarheid vermelden we in deze gids “ouders”. We bedoelen hiermee ouders én verzorgers.

Datum van deze schoolgids Deze schoolgids is gedateerd: juli 2013.

SPIL-centrum Floralaan

Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

2

Inhoud Wat is onze school? .................................................................................1 Wat staat er in de schoolgids? ....................................................................1 Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt?......................................................1 Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren ...............................................1 Datum van deze schoolgids........................................................................1

1 De school .....................................................................6 1.1

SATOE en COBSO zijn samen salto ........................................................6 1.1.1 1.1.2

1.2 1.3 1.4

Bestuur ...............................................................................6 salto basissschool floralaan .......................................................6

Directie & Managementteam ..............................................................6 Schoolgrootte ................................................................................7 Plattegrond ...................................................................................7 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5

Begane grond ........................................................................7 Eerste verdieping ...................................................................8 Tweede verdieping .................................................................9 Derde verdieping ................................................................. 10 Personeel van onze school....................................................... 11

2 Waar de school voor staat ............................................... 12 2.1

Onze missie en visie ....................................................................... 12 2.1.1

2.2

Missie ........................................................................................ 12 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5

2.3

Wie zijn wij? Wat doen wij?..................................................... 12 Ons bestaansrecht ................................................................ 12 In welke behoeften van die klanten voorziet ons onderwijsaanbod? ..... 12 Normen en waarden en overtuigingen......................................... 12 Intenties en ambities ............................................................ 13

Visie.......................................................................................... 13 2.3.1 2.3.2 2.3.3

2.4

Een algemeen toegankelijke school............................................ 12

Omgevingsbeeld................................................................... 13 Droompositie ...................................................................... 13 Succesformule..................................................................... 13

Schoolplan en meerjarenplan ............................................................ 13


3

3 De organisatie van het onderwijs ...................................... 15 3.1 3.2 3.3

Organisatie van de school ................................................................ 15 Samenstelling personeel .................................................................. 15 Activiteiten voor de kinderen............................................................ 15 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4

3.4

Speciale voorzieningen.................................................................... 20 3.4.1 3.4.2

3.5 3.6 3.7 3.8

Basisvaardigheden ................................................................ 16 Wereldoriënterende vakken .................................................... 17 Expressieactiviteiten............................................................. 18 Gymnastiek ........................................................................ 19

Het open leercentrum ........................................................... 20 Computers ......................................................................... 20

Onderwijsbegeleiding ..................................................................... 22 3.6 Weer Samen Naar School............................................................. 23 Inspectie van het onderwijs .............................................................. 23 Sponsoring .................................................................................. 24

4 Zorg voor de leerlingen .................................................. 25 4.1 4.2 4.3

Aanmelding en plaatsing van leerlingen ............................................... 25 Het planmatig volgen van de leerling .................................................. 25 Speciale zorg voor kinderen.............................................................. 25 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.3.9 4.3.10 4.3.11

4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

Interne begeleiding............................................................... 25 Signalering en overzicht toetsen ............................................... 26 Zorgniveaus ........................................................................ 29 Het overdragen van leerlingen met speciale zorg ........................... 30 Externe Remedial Teaching (RT) tijdens schooluren ........................ 30 Dyslexieonderzoeken ............................................................. 30 Leertijdverlenging en -versnelling ............................................. 30 Overgangsbeleid groep 1-2 ...................................................... 31 Leerling-gebonden financiering (kinderen met een ‘rugzak’) ............. 32 LWOO/Praktijkonderwijs en individuele leerlijn ............................ 33 Het onderwijs aan zieke leerlingen ............................................ 33

Resultaten van ons onderwijs............................................................ 34 Waar gingen onze leerlingen naar toe?................................................. 34 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs ........................................... 35 Bijzondere activiteiten voor kinderen.................................................. 36 Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen................... 36 4.8.1 4.8.2 4.8.3

Contactmomenten ................................................................ 36 Zorgen bij zorgen ................................................................. 36 Inentingen ......................................................................... 37


4

4.8.4 4.8.5 4.8.6 4.9 4.10 4.11 4.12

Een gezonde school............................................................... 37 Vragen, informatie en contact ................................................. 37 Hoofdluis: ‘Luis in je haar? Kammen maar! .................................. 37

Antipestbeleid.............................................................................. 37 Schorsings- en verwijderingsprocedure................................................. 39 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ................................... 39 Klachtenregeling salto .................................................................... 39

4.12.1 4.12.2 4.12.3 4.12.4 4.12.5

De klachtenregeling (intern): ................................................... 39 De klachtenprocedure:........................................................... 39 Externe vertrouwenspersonen klachtenregeling salto: ..................... 40 Informeren van leerlingen hierover ........................................... 40 Stappenschema klachtenprocedure salto ..................................... 40

4.13 Inkomensondersteuning bij opvoeden van kinderen.................................. 42 4.13.1 4.13.2 4.13.3 4.13.4 4.13.5 4.13.6 4.13.7 4.13.8 4.13.9

Gemeente Eindhoven............................................................. 42 Peuterspeelzaal voorkomt soms ontwikkelingsachterstand ................ 42 Overheid betaalt mee aan kinderopvang ..................................... 42 Komt u in aanmerking?........................................................... 42 Hebt u nog vragen? ............................................................... 42 Als je je kind mee wilt laten doen, maar het niet kunt betalen .......... 43 Stichting Leergeld (www.leergeld.nl) ......................................... 43 Het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl) ............................ 43 Het Jeugdcultuurfonds (www.jeugdcultuurfonds.nl) ....................... 44

5 De leerkrachten ........................................................... 45 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

De nascholing van leerkrachten ......................................................... 45 Het inzetten van stagiaires .............................................................. 45 Deeltijdleerkrachten ...................................................................... 45 Wijze van vervanging...................................................................... 45 Spreekavond ................................................................................ 45

6 De ouders ................................................................... 47 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8

De betrokkenheid van ouders ............................................................ 47 Informatievoorziening aan ouders ...................................................... 47 Informatie aan gescheiden ouders ...................................................... 47 Overleg over vorderingen en bij problemen........................................... 47 Medezeggenschapsraad ................................................................... 48 Oudervereniging ........................................................................... 48 Ouderbijdrage .............................................................................. 49 Ouderactiviteiten.......................................................................... 49 6.8.1

6.9

Stichting Vrienden van de Floralaan........................................... 50

Overblijfmogelijkheden .................................................................. 50


5

6.10 6.11 6.12 6.13

Naschoolse opvang ......................................................................... 50 Oversteekbrigade/verkeersbrigadiers .................................................. 50 Schoolverzekering voor leerlingen ...................................................... 50 Vergoedingen van schade ................................................................. 51

7 Schooltijden en vakanties ............................................... 52 7.1 7.2 7.3 7.4

Schooltijden ................................................................................ 52 Vakanties en studiedagen ................................................................ 53 Verzuim van schooltijd ................................................................... 53 Verlof buiten reguliere schoolvakanties ............................................... 53 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5

7.5

Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen ..................... 53 Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden” ................ 54 Toptalenten sport en cultuur ................................................... 54 Vakantieverlof .................................................................... 56 Adressen ........................................................................... 57

Ziekmeldingen.............................................................................. 57

8 Praktische zaken .......................................................... 58 8.1

Schoolregels ................................................................................ 58 8.1.1 8.1.2 8.1.3

8.2 8.3 8.4 8.5 8.6

Hoe we met elkaar omgaan ..................................................... 58 Binnen het schoolgebouw........................................................ 59 Buiten op het schoolplein ....................................................... 59

Vulpennen................................................................................... 60 Merken van kleding/gevonden & verloren voorwerpen .............................. 60 Verjaardagen, trakteren, uitnodigingen ............................................... 60 Fietsenstalling.............................................................................. 60 Parkeren in de schoolomgeving.......................................................... 60

9 Korein Kinderplein........................................................ 62 9.1 9.2

Korein Kinderplein......................................................................... 62 De Lunch-Club .............................................................................. 63

10 Jeugd- en gezinswerker 12- ............................................ 64


6

1 De school 1.1 SATOE en COBSO zijn samen salto Er is per 1 januari 2001 één bestuur gekomen voor zowel de Nutsscholen (SATOE) als de openbare scholen (COBSO). Per 1 januari 2005 heeft er een fusie plaatsgevonden. Salto staat voor: stichting algemeen toegankelijk onderwijs, maar samen actief leren & talent ontwikkelen geeft meteen één van de doelstellingen weer. Wij denken dat het goed is dat we op deze wijze zijn gekomen tot schaalvergroting. Eén bestuur, één stafbureau, één voorzitter van het College van Bestuur. Voor publicaties is er een gezamenlijke huisstijl voor salto. Sinds januari 2005 maakt onze school deel uit van het Spilcentrum Floralaan. “SPIL” staat voor: SPelen Integreren en Leren.

1.1.1

Bestuur

salto Basisschool floralaan valt onder het bevoegd gezag van het Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (salto). Binnen deze stichting zijn er scholen met een verschillende signatuur. basisschool floralaan is een leerstofjaarklassenschool. salto is verantwoordelijk voor het onderwijs op 22 basisscholen en 2 sbo scholen in Eindhoven. De dagelijkse verantwoordelijkheid is in handen van het College van Bestuur. Voorzitter College van Bestuur is mevrouw drs. A.L. Bus. Het adres van salto is:

1.1.2

Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven : 040 - 2 606 710 E: [email protected] W: www.salto-eindhoven.nl

salto basissschool floralaan

Onze school is bereikbaar op:

Floralaan-West 264 5644 BN Eindhoven : 040 - 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

1.2 Directie & Managementteam Directeur van onze school is dhr. Hans van Dael. Adjunct-directeur is dhr. Fred Verspaget. Hij is bovendien ICT-coördinator (Informatie- en Communicatie Technologie). Samen vormen zij de directie van de school. De directie geeft geen les. Voor een gesprek met één van beiden verzoeken we u om vooraf een afspraak te maken. De directie en de bouwleiders mevr. Marion Post (onderbouw groep 1-2), mevr. Annelien Veerman (middenbouw groep 3-4) en dhr. Frans van Gennip (bovenbouw groep 5-8) vormen samen het managementteam van de schoolorganisatie.

Dhr. Hans van Dael

dhr. Fred Verspaget

mevr. Marion Post

mevr. Annelien Veerman

dhr. Frans van Gennip


7

1.3 Schoolgrootte De school telt 24 leslokalen en beschikt verder over een centrale hal, een gymzaal en twee speellokalen. Het aantal leerlingen bedraagt ca. 550. Er wordt les gegeven in 22 groepen. Aan de school zijn 41 medewerkers verbonden: 34 groepsleerkrachten, een vakleerkracht gymnastiek, 2 interne begeleiders, een administratief medewerkster, 2 conciërges/beheerders en 2 directieleden. Er zijn vijf kleutergroepen 12, drie groepen 3, drie groepen 4, drie groepen 5, drie groepen 6, twee groepen 7 en drie groepen 8.

1.4 Plattegrond 1.4.1

lokaal 0.1 lokaal 0.2 lokaal 0.3 lokaal 0.4 lokaal 0.5 lokaal 0.6 lokaal 0.7 lokaal 0.8 lokaal 0.9 lokaal 0.10 lokaal 0.11 lokaal 0.12

Begane grond

Niet in gebruik voor een groep; Kleutergroep 1-2e mevr. Liesbeth van Glabbeek; Kleutergroep 1-2d mevr. Sabine Buissink en mevr. Saskia Mooren; Kleutergroep 1-2a mevr. Gonda Louwers; Kleutergroep 1-2b mevr. Léontine van ‘t Hul en mevr. Marion Post; Kleutergroep 1-2c mevr. Ank van de Ven en mevr. Inge Bartholomeus; Overblijfouders & balie voor de hal Conciërges / gebouwbeheer dhr. Frank Verschueren; dhr. Jan van Weert Speellokaal; Speellokaal; Gymnastiekzaal; Peuterspeelzaal; overige ruimtes horen bij het kinderdagverblijf.


8

1.4.2

Eerste verdieping

1.10a

lokaal 1.1 lokaal 1.2 lokaal 1.3 lokaal 1.4 lokaal 1.5 lokaal 1.6 lokaal 1.7 lokaal 1.8 lokaal 1.9 lokaal 1.10 lokaal 1.10a Lokaal 1.11 lokaal 1.12 lokaal 1.13

Groep 3a mevr. Karin de Groot; Groep 3b mevr. Annelien Veerman en mevr. Stella Sneijders; Groep 4a mevr. Zita Leijendeckers; Groep 3c mevr. Linda Corstjens; Groep 4b mevr. Léontine van ‘t Hul; Groep 4c mevr. Chantal Smit; Adjunct-directeur dhr. Fred Verspaget; Directeur dhr. Hans van Dael; Administratie, mevr. Ingeborg de Bruijn; Personeelskamer voor het hele Spilcentrum; Interne begeleiding, mevr. Ellen Stekkinger en mevr. Anouk Tervooren; Handvaardigheidlokaal / B.S.O.; Werkruimte conciërge; Buitenschoolse opvang; overige ruimtes horen bij het kinderdagverblijf.


9

1.4.3

lokaal 2.1 lokaal 2.2 lokaal 2.3 lokaal 2.4 lokaal 2.5 lokaal 2.6

Tweede verdieping

Groep Groep Groep Groep Groep Groep

6a mevr. Marian Stein en mevr. Jolanda Boeren; 5b mevr. Agnes de Natris; 5c mevr. Krista Tournoij en mevr. Nina Manders; 6b dhr. Frans van Gennip; 6c mevr. Marlous Lenssen; 5a mevr. Jessica Pasteuning;

Team Basisschool Floralaan (mei 2013)


10

1.4.4

lokaal 3.1 lokaal 3.2 lokaal 3.3 lokaal 3.4 lokaal 3.5 lokaal 3.6

Derde verdieping

Niet in gebruik voor een groep; Groep 8c mevr. Anne-Marie Baakman en mevr. Nienke Janssen; Groep 8b mevr. Maartje Schatorie; Groep 7a mevr. Funda Tiryaki; Groep 7b mevr. Sutana van de Lest en dhr. Michael van Zoest; Groep 8a dhr. Thijs van Weert;

Onderhoud bij de paddenpoel


11

Personeel van onze school mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr. dhr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. dhr. mevr. dhr. dhr. mevr. dhr.

Anne-Marie Baakman Inge Bartholomeus Jolanda Boeren Ingeborg de Bruijn Sabine Buissink Linda Corstjens Hans van Dael Margo van Dijck Frans van Gennip Liesbeth van Glabbeek Karin de Groot Léontine van ‘t Hul Nienke Janssen-Poort Zita Leijendeckers Marlous Lenssen Sutana van de Lest Gonda Louwers Nina Manders Christel Molkenboer Saskia Mooren Agnes de Natris Sjoerd Otter Jessica Pasteuning Marion Post Maartje Schatorie Chantal Smit Stella Sneijders Marian Stein Ellen Stekkinger Anouk Tervooren Funda Tiryaki Krista Tournoy Annelien Veerman Ank van de Ven Frank Verschueren Fred Verspaget Yvonne Vogels Jan van Weert Thijs van Weert Nina de Wit Michael van Zoest

groep 8c groep 1-2c groep 6a administratie groep 1-2d groep 3c directeur groep 1-2d groep 6b, bouwleider bovenbouw groep 1-2e groep 3a groep 4b groep 8c groep 4a groep 6c groep 7b groep 1-2a groep 5c verv. zwangerschapsverlof groep 1-2b; begeleiding rugzakleerlingen groep 1-2d groep 5b vakleerkracht gymnastiek groep 5a groep 1-2b, bouwleider onderbouw groep 8b groep 4c groep 3b groep 6a interne begeleiding; begeleiding rugzakleerlingen interne begeleiding; begeleiding rugzakleerlingen groep 7a groep 5c groep 3b, bouwleider middenbouw groep 1-2c conciërge, gebouwbeheerder adjunct-directeur, ICT verv. zwangerschapsverlof groep 3c conciërge; gebouwbeheerder groep 8a verv. zwangerschaps- en ouderschapsverlof groepen 4a, 5c en 8c groep 7b, vervanging compensatieverlof en BAPO

*compensatieverlof: Verlof om te voorkomen dat leerkrachten meer uren les geven dan volgens de CAO is toegestaan. ** BAPO: (Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen.) Regeling om oudere medewerkers beter aan het arbeidsproces te laten deelnemen.


12

2 Waar de school voor staat 2.1 Onze missie en visie 2.1.1

Een algemeen toegankelijke school

Onze school is een algemeen toegankelijke school. Ieder kind is er van harte welkom, ongeacht maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Verschillen worden op onze school geaccepteerd en gerespecteerd. Bij ons op school zorgen we voor een veilig klimaat. Door samen te leren, leren we samen te leven; voor een leven lang leren is saltoschool floralaan dé breedste basis. Onze school vormt samen met Peuterplaza Floralaan en Korein kindercentrum het SPIL-centrum floralaan. Voor algemene informatie over het SPIL-centrum en de partners verwijzen we naar de bijgesloten folder.

2.2 Missie 2.2.1

Wie zijn wij? Wat doen wij?

saltoschool floralaan is een grote basisschool in het stadsdeel Stratum, in het zuiden van Eindhoven. Wij werken samen met verschillende pedagogische partners in SPIL- centrum Floralaan aan een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar. Naast het bevorderen van cognitieve, creatieve en sociaal emotionele vaardigheden is plezier in leren een belangrijk uitgangspunt van ons onderwijs. Deze componenten vormen de basis voor een goede start in het voortgezet onderwijs.

2.2.2

Ons bestaansrecht

Wij willen SPIL in ons voedingsgebied zijn. Onze primaire taak is het bieden van (basis)onderwijs. Daarnaast werken wij intensief samen op het gebied van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) met kinderopvang en peuterspeelzaal. Hiernaast vindt structureel overleg plaats met onze SPIL- partners. Doel hiervan is het realiseren van een doorgaande ontwikkelingslijn.

2.2.3

In welke behoeften van die klanten voorziet ons onderwijsaanbod?

Wij streven ernaar dat iedere leerling zich geborgen voelt bij ons op school. Daarnaast hebben wij plezier in leren hoog in het vaandel staan. Wij willen dat onze leerlingen hoge opbrengsten behalen, afgestemd op de talenten van iedere leerling. De sociaal- emotionele ontwikkeling stimuleren wij zoveel mogelijk, zodat leerlingen leren samenwerken, reflecteren en opkomen voor zichzelf en voor een ander.

2.2.4

Normen en waarden en overtuigingen

Wij handelen bij ons op school vanuit respect. Openheid, vertrouwen en veiligheid zijn de belangrijkste pijlers voor ons dagelijks handelen. Dit komt tot uiting in de positieve sfeer in het gebouw, in de groepen en op de speelplaats. Leerlingen, ouders en teamleden benaderen elkaar positief. We hebben aandacht voor elkaar, we luisteren naar elkaar, we zijn eerlijk en (onder)steunen elkaar.


13

2.2.5

Intenties en ambities

Wij willen onze stevige positie in de wijk, samen met onze partners, vanuit een gezamenlijke visie, verder uitbouwen. Onze primaire taak is het bieden van kwalitatief, goed onderwijs. Hierbij gebruiken wij moderne methodes en methodieken. Onze leerlingen kunnen hun talenten op verschillende gebieden maximaal ontplooien. Teamleden investeren structureel in hun vakmanschap en communiceren direct en open. We leren van en met elkaar.

2.3 Visie 2.3.1

Omgevingsbeeld

Wij zijn een van de zes basisscholen in het Eindhovense stadsdeel Stratum. Onze leerlingen wonen voornamelijk in de buurt van de school. Het leerlingenaantal is stabiel en bedraagt op de teldatum 1 oktober 2012 ongeveer 570 leerlingen. Wij blijven de komende jaren verder investeren in ons imago, de kwaliteit van ons onderwijs en de samenwerking met onze SPIL- partners.

2.3.2

Droompositie

Wij willen de beste school van Eindhoven zijn. Goed onderwijs begint met goed vakmanschap. Het team is gevarieerd van samenstelling, deskundig en werkt professioneel. Alle leerkrachten spelen in op specifieke onderwijsbehoeften en kwaliteiten van leerlingen en werken handelingsgericht. Er is een gedifferentieerd aanbod voor iedereen. Bij ons is iedere leerling uniek. Onze leerlingen gaan met plezier naar school en zijn intrinsiek gemotiveerd. Er hangt een goed pedagogisch klimaat waarin iedereen zich veilig voelt. Er is ruimte voor reflectie en ontwikkeling. De leerlijnen zijn op elkaar afgestemd en bekend bij alle teamleden. Wij werken intensief samen met de verschillende pedagogische partners en werken aan een gezamenlijk en gevarieerd pedagogisch aanbod. Ouders zijn tevreden en bevelen onze school aan.

2.3.3

Succesformule

Goed onderwijs is de beste reclame. Goed vakmanschap is de belangrijkste voorwaarde hiervoor. Alle teamleden van de floralaan investeren voortdurend in hun eigen ontwikkeling en hebben een ‘brede kijk’ op de wereld om de leerlingen heen. Ze weten wat de leerlingen nodig hebben en waar hun interesses liggen. Team en directie staan open voor nieuwe ontwikkelingen die hun succes hebben bewezen en scholen zich, waar nodig. Ons onderwijs is modern en eigentijds. Wij stellen voortdurend onze communicatie- en informatiebronnen af op de behoeftes van de leerlingen en onze omgeving. Snelheid, openheid, transparantie en laagdrempeligheid zijn hierbij onze uitgangspunten. Teamleden werken graag samen: met elkaar, met ouders en externen. Wij vergaderen op professionele wijze. Een heldere vergaderstructuur vormt hiervoor de basis. Wij stellen voortdurend doelen, zowel naar onze leerlingen als naar ons onderwijs, wij evalueren deze en durven de lat hoog te leggen. Team en directie kijken voortdurend vooruit en werken planmatig. Onze onderwerpen, doelen en activiteiten staan uitgeschreven in een meerjarenplan. Dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd, geactualiseerd en gecommuniceerd met de betrokken geledingen op onze school.

2.4 Schoolplan en meerjarenplan Wat betekent dat nou allemaal concreet? Hoe wordt dat allemaal in de praktijk ingevuld? Dat staat in detail beschreven in het schoolplan van onze school. De informatie in deze schoolgids is natuurlijk in overeenstemming met ons schoolplan.


14

Een schoolplan is wettelijk verplicht. Het moet voldoen aan de door de overheid gestelde eisen. Het plan dient enerzijds als meerjaren beleidsplan voor de school. Anderzijds dient het plan als verantwoording van het beleid van de school naar de overheid en naar de ouders. Het meerjarenplan is een praktische uitwerking van activiteiten en is het werkdocument van het schoolplan. Het schoolplan voor 2012-2015 en het meerjarenplan liggen op school ter inzage.

Groep 3 op stap in de natuur


15

3 De organisatie van het onderwijs 3.1 Organisatie van de school Op onze school wordt het systeem van leerstofjaarklassen gevolgd. Dat betekent dat kinderen van dezelfde leeftijdsgroep bij elkaar zitten. In principe gaan de kinderen van elke groep elk jaar na de zomervakantie naar het volgende leerjaar over. Het kind doorloopt in totaal acht volledige leerjaren op de basisschool. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder-, midden- en bovenbouw. De onderbouw wordt gevormd door de leerjaren 1-2, de middenbouw door de groepen 3 en 4 en de bovenbouw door de leerjaren 5 t/m 8. Van elk leerjaar zijn er op onze school meerdere groepen. We kiezen er op onze school voor om de groepen 1 en groepen 2 te combineren tot vijf groepen 1-2. In die kleutergroepen zitten dus de leerlingen van 4 tot zes jaar bij elkaar in een groep. Een kind kan op onze school geplaatst worden vanaf de dag dat het vier jaar is. Daardoor hebben de kleutergroepen het hele jaar door te maken met een instroom van nieuwe leerlingen. We streven naar een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen. De school heeft richtlijnen opgesteld voor wat betreft de inzet van formatie en de indeling van kinderen in de groepen. Deze liggen bij de directie en bij de medezeggenschapsraad ter inzage.

Digitaal schoolbord

3.2 Samenstelling personeel Er werken op onze school 41 personeelsleden. Niet voor de klas staan: de directieleden, de administratieve medewerkster en de technische medewerkers. De bouwleiders en de intern begeleiders worden voor één of meerdere dagdelen per week vrijgesteld van lesgevende taken. De directie en de bouwleiders vormen samen het managementteam van de schoolorganisatie.

3.3 Activiteiten voor de kinderen De aanpak in groep 1-2 verschilt van die in de andere groepen. De leerdoelen worden bereikt via het werken rond thema’s. Het werken in groep 1-2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de speelhoeken, in één van de speellokalen en op het schoolplein. Specifieke activiteiten worden aangeboden in de kleine kring. De leerkracht nodigt daarvoor enkele kinderen uit, afhankelijk van de onderwijsbehoefte van de kinderen. Hiervoor leren we de kinderen om te gaan met uitgestelde aandacht. Terwijl de leerkracht de activiteiten begeleidt in de kleine kring, werken de andere kinderen zelfstandig aan afgesproken activiteiten.


16

In de groepen 1-2 volgen we de landelijke ontwikkelingen nauwlettend. We werken in toenemende mate volgens programma gericht onderwijs(PGO) dat wil zeggen dat we werken vanuit een methode. Daarnaast wordt er gewerkt aan het zich veilig voelen, zelfvertrouwen en prikkelen we de nieuwsgierigheid en het nemen van eigen initiatieven zodat er ruimte komt voor ontwikkeling en groei. De laatste tijd hebben we onze aandacht extra gericht op het gebied van taal, vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) en woordenschat. De leerdoelen voor deze jonge leerlingen worden verpakt in speel- en leeractiviteiten rond een thema. Spelen is leren! Op deze manier werken, is geen eenvoudige klus. Je moet als leerkracht goed naar kinderen kunnen kijken, goed weten wat je wilt bereiken en vertrouwen hebben in de eigen ontwikkeling van kinderen. Door middel van goede observaties vanuit het leerlingvolgsysteem ‘KIJK!’ kun je dan het niveau van de activiteiten aanpassen aan de mogelijkheden van het individuele kind. Er is ook ruimte voor spontaan leren lezen en schrijven, zoveel mogelijk binnen voor de leerlingen betekenisvolle contexten. Op het rooster worden verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dat voor de kinderen echter nauwelijks merkbaar. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling, wie speelt met een lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een vel papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor heel veel ander leren.

3.3.1

Basisvaardigheden

De vakken lezen, taal, schrijven en rekenen zijn de basisvaardigheden. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.

Lezen Bij jonge kinderen is vaak al interesse aanwezig voor letters. Er is dan ook een leeshoek in ieder kleuterlokaal. Er wordt veel gebruik gemaakt van prentenboeken om de belangstelling voor het lezen te prikkelen. Twee jaar geleden zijn we gestart met de invoering van een aantal thema’s van de methode “Schatkist”. Dit jaar worden zes thema’s uitgewerkt, waarmee een dekkend aanbod van activiteiten wordt gerealiseerd. “Schatkist” is een geïntegreerde methode voor taal, lezen, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling bij de kleuters. Het aanvankelijk lezen met klassikale instructie begint in groep 3. In de hogere groepen wordt veel nadruk gelegd op technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen. Er worden samenvattingen gemaakt en er worden boekbesprekingen gehouden. In groep 3 gebruiken we de nieuwste versie van de methode “Veilig Leren Lezen”. Hierbij hoort veel extra materiaal voor leerlingen die onder, of juist boven het gemiddelde niveau van de klas zitten. De groepen 1-2, 3 en 4 hebben meegedaan aan de invoering van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Dit heeft geresulteerd in het samenstellen van een draaiboek waarin alle toetsmomenten, groepsbesprekingen en handelingsplannen zijn opgenomen, dat door de hele school wordt gebruikt. Vanaf april worden leerlingen uit groep 3 die nog moeite hebben met lezen, extra geholpen door tutorlezen. Leerlingen uit groep 7 of 8 worden ingezet om vier keer per week een kwartier lang met de kinderen uit groep 3 te lezen. De zwakke lezers uit groep 4 krijgen vanaf het begin van het schooljaar al tutorlezen. Daarna oefenen de leerlingen het voortgezet technisch met behulp van de methode “Estafette”. Er zijn ook momenten waarop leerlingen individueel lezen in zelf gekozen boeken. We vinden het belangrijk dat een kind plezier heeft in lezen. Voor het begrijpend lezen maken we gebruik van ”Nieuwsbegrip”. Aan de hand van actuele teksten werken de kinderen aan hun vaardigheid in het gebruik van leesstrategieën.


17

Op school is ook een collectie bibliotheekboeken voor kinderen van 4 tot 14 jaar aanwezig. Deze collectie wordt jaarlijks gecontroleerd en wordt op ons verzoek aangevuld of vernieuwd. Hierbij worden we geadviseerd door de Boekenberg en door de Centrale Bibliotheek Eindhoven. De boeken worden gebruikt in de klassenbibliotheek.

Taal In de beginfase vormen taal, spreken, lezen en schrijven nog een eenheid. Er is veel aandacht voor creatief taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk. In groep 3 zijn taal en lezen sterk met elkaar verweven binnen de leesmethode “Veilig Leren Lezen”. Vanaf groep 4 gebruiken we met ingang van vorig schooljaar de taalmethode “Taal in Beeld”, waarin ook speciale leerstof verwerkt is voor de kinderen die het Nederlands als tweede taal moeten leren. Spelling van woorden en de werkwoordsvormen worden expliciet behandeld met behulp van “Spelling in Beeld”, een speciaal spellingsprogramma. Kinderen oefenen ook met de digitale versie van dit programma.

Schrijven Na de oefeningen bij de kleuters aan de hand van de methode “Pennenstreken” ter voorbereiding op het schrijven, beginnen we in groep 3 met het schrijfonderwijs op blaadjes en in werkboekjes, ook volgens de methode “Pennenstreken”. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 1 t/m 6. Voor de kinderen in de kleutergroepen zijn er ook nog ondersteunende oefeningen uit de methode “Schrijfdans”. In de hogere groepen komen ook blokletters en creatieve lettervormen aan bod volgens de methode “Schrijftaal”. Deze wordt gefaseerd vervangen door de methode “Pennenstreken”. In de loop van groep 4 gaan de kinderen schrijven met een vulpen. Tot en met groep 8 blijven de kinderen met deze vulpen schrijven.

Rekenen In de groepen 1-2 vindt al voorbereidend rekenonderwijs plaats (teloefeningen en het bijbrengen van getalbegrip, begrippen als meer, minder, evenveel enz.). De groepen 3 t/m 7 werken met de methode “De Wereld in Getallen”. Deze wordt vanaf afgelopen schooljaar gefaseerd ingevoerd. Met deze methode wordt gedifferentieerd gewerkt aan de kerndoelen voor rekenen. Er is aandacht voor zowel het traditioneel als het realistisch rekenen. De groepen 8 werken nog met de methode “Pluspunt”. Bij deze methode wordt veel gewerkt met situaties uit het dagelijkse leven, met projecten over gewicht, maat, tijd, geld, omtrek, oppervlakte en inhoud.

3.3.2

Wereldoriënterende vakken

In de groepen 1-2 wordt gewerkt vanuit thema’s. Deze komen vooral uit de methode “Schatkist”. Daarnaast wordt onder meer uitgegaan van “Idee”. Dat is een boek vol ideeën op het gebied van wereldverkenning. De groepen 3 en 4 maken gebruik van het schooltelevisieprogramma “Huisje, Boompje, Beestje”. Daarvan maken de kinderen ook de bijbehorende verwerkingsopdrachten. Vanaf groep 5 werken we per kennisgebied met verschillende methodes. Uit het aanbod van de schooltelevisie kiezen we een reeks lessen. Ook computerprogramma’s en internet worden ondersteunend aan de wereldoriënterende vakken ingezet. Tijdens diverse lessen komen ook nadrukkelijk aan bod: maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, gezond gedrag, sociale redzaamheid en verkeer.

Geschiedenis “Wijzer door de tijd” is de methode die vanaf dit schooljaar bij de geschiedenislessen in de groepen 5 t/m 8 wordt gehanteerd. We beginnen in groep 5 aan de hand van een aantal thema’s met een globale verkenning van de geschiedenis. In de groepen 6, 7 en 8 worden de verschillende tijdvakken chronologisch behandeld.


18

Aardrijkskunde In de lessen van aardrijkskunde wordt de methode “Geobas-4” gebruikt. In groep 5 en groep 6 wordt eerst Nederland behandeld. De kinderen leren dan tevens te werken met een atlas. Vervolgens komen Europa en de andere werelddelen in de groepen 7 en 8 aan bod.

Natuurkunde en biologie “Leefwereld” is de methode die wordt gebruikt in de groepen 5 t/m 8. Verder wordt er gebruik gemaakt van het aanbod van de schooltelevisie, zoals bijvoorbeeld de serie “Nieuws uit de Natuur”. In de herfst en/of het voorjaar gaan we met de kinderen de natuur in om een boswandeling te maken. Ook een bezoek aan het Milieu Educatie Centrum (MEC) behoort tot de mogelijkheden. De groepen 7 hebben dicht bij de school een paddenpoel geadopteerd. Enkele malen per jaar gaan ze daar naartoe voor werkzaamheden en observaties. De groepen 8 helpen elk jaar met het onderhoud van een heidegebied in de omgeving van school.

Wetenschap en techniek Het onderwijs op dit vakgebied wordt vormgegeven in samenwerking met de stichting Jeugd en Beroep. Op onze school is een techniekkast geplaatst. In deze kast staat een wisselende collectie techniekkisten. Elke kist behandelt een thema op het gebied van techniek en bevat voldoende materialen om de kinderen van alle groepen door middel van onderzoeksopdrachten dit thema te laten verkennen. Alle thema’s komen op die manier aan bod. De medewerkers van Jeugd en Beroep zorgen voor het wisselen van de kisten en voor het onderhoud van de materialen.

3.3.3

Expressieactiviteiten

Muziek In elke groep zijn muziekinstrumenten aanwezig die vooral gebruikt worden bij oefeningen in maat en ritme. Er is ook een elektronische piano op school. We gebruiken de boeken en bijbehorende CD’s van “Idee in muziek”. Verder hebben we de beschikking over het Liedrepertoire voor de basisschool, van het Brabants Instituut Steunfunctie Kunstzinnige vorming (BISK). Ook werken we structureel met de methode “ Moet je doen”.

Tekenen We werken aan de hand van de methode “Moet je doen”. Verder geeft “Tekenvaardig” voor elke groep ideeën op het gebied van: kleur, vorm, licht, natuur, contrast, compositie en feest. De werkstukken van de leerlingen zijn op school in een doorlopende expositie in de gangen zichtbaar.

Handvaardigheid Ook hier gebruiken we de methode “Moet je doen”. Voor meer ideeën om te werken met verschillende materialen en verschillende technieken maken we gebruik van “Handvaardig”. We hebben een handenarbeidlokaal waarover elke groep wekelijks een bepaalde tijd de beschikking heeft. Hier staat ook een pottenbakkersoven.

Drama Twee keer per jaar neemt een groep deel aan een toneelmiddag. Leerlingen treden dan voor elkaar op. Beide middagen kunnen door ouders worden bijgewoond. Ook dansante vorming krijgt aandacht. Wekelijks is er in de groep tijd voor drama. Dit kan variëren van een spel tot een echt optreden. Hierbij kunnen we ook gebruik maken van ideeën uit “Moet je doen”. De school schrijft zich ook in voor de expressieactiviteiten uit het kunstmenu van het Centrum voor de Kunsten Eindhoven. Er worden op school gastlessen verzorgd of de groepen gaan naar een locatie voor deze activiteiten. Op elke verdieping worden enkele keren per jaar creamiddagen georganiseerd. In de vorm van workshops wordt er gewerkt aan de verschillende expressiegebieden.


19

3.3.4

Gymnastiek

In de groepen 3 tot en met 8 krijgen de kinderen twee gymnastieklessen per week. Minstens één les wordt verzorgd door onze vakleerkracht gymnastiek. De andere les wordt meestal gegeven door de eigen groepsleerkracht. Tijdens de gymnastiekles dragen de kinderen een sportbroek met sportshirt of een turnpakje. De kinderen kleden zich om in de kleedruimte van de gymzaal. De gymzaal mag uitsluitend met gymschoenen (geen zwarte zool) betreden worden. Elk kind brengt zijn gymspullen op de dagen dat het gymnastiek heeft mee naar school en neemt zijn spullen diezelfde dag ook weer mee naar huis, zodat de gymnastiekkleding gewassen kan worden. Na elke gymles spoelen de kinderen zich af onder de douche. Om zich daarna af te drogen nemen de kinderen zelf een handdoek mee. De kinderen van groep 3 starten na de kerstvakantie met douchen. Voor de kleuters van de groepen 1-2 geldt echter een iets afwijkende regeling. Elke kleuter bewaart namelijk zijn gymschoenen en -kleding aan de kapstok in een tasje dat door de school beschikbaar wordt gesteld. Deze tas blijft op school en voor elke vakantie worden de kleren meegegeven om te worden gewassen. De kinderen van groep 1-2 douchen niet. In principe krijgen zij hun lessen in één van de twee speellokalen volgens de leerlijn lichamelijke oefening. In groep 6 worden tien gymlessen in de periode oktober t/m december 2013 vervangen door schaatslessen op de kunstijsbaan aan de Antoon Coolenlaan. De kosten van deze lessen worden betaald uit de ouderbijdrage. De groepen 1-2 hebben één keer per week in onderlinge afstemming gymnastiek in een speellokaal. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymnastiekles volgens onderstaand rooster. groep 1/2a 1/2b 1/2c 1/2d

leerkracht

mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr.

Marion Post Margo van Dijck Ank van de Ven Inge Bartholomeus Sabine Buissink Saskia Mooren

Mevr. Liesbeth van Glabbeek

3a

3c

mevr. mevr. mevr. mevr.

groep 4a 4b 4c

mevr. Zita Leijendeckers mevr. Léontine van ‘t Hul mevr. Chantal Smit

5a 5b 5c 6a 6b 6c

dinsdag

mevr. Gonda Louwers

1/2e

3b

maandag

Karin de Groot Annelien Veerman Stella Sneijders Linda Corstjens

leerkracht

mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr.

Jessica Pasteuning Agnes de Natris Krista Tournoij Nina Manders Marian Stein Jolanda Boeren Frans van Gennip Marlous Lenssen

woensdag zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas

donderdag

vrijdag

vrijdag

08.45-09.30

10.30-11.10

09.30-10.15

11.10-11.50

10.15-11.00

11.50-12.30

maandag dinsdag 11.00-11.45 13.00-13.45 13.45-14.30

woensdag donderdag *08.30-09.10 09.10-09.50 09.50-10.30

14.30-15.20

13.45-14.30 08.45-09.30

14.30-15.20

09.30-10.15

14.30-15.20

10.15-11.00

13.45-14.30

11.00-11.45 13.00-13.45

13.00-13.45

13.00-13.45


20

groep leerkracht 7a mevr. Funda Tiryaki dhr. Michael van Zoest 7b mevr. Sutana van de Lest 8a dhr. Thijs van Weert 8b mevr. Maartje Schatorie mevr. Annemarie Baakman 8c mevr. Nienke Janssen

maandag

dinsdag

13.45-14.30

woensdag

donderdag vrijdag 08.45-09.30 10.15-11.00 09.30-10.15

11.00-11.45

10.15-11.00 11.00-11.45

08.45-09.30

14.30-15.20

09.30-10.15

* Groep 4a begint op woensdag om 08.30 uur met de gymles. Zij moeten dan omgekleed in de zaal staan! -

De lessen die komen te vervallen vanwege de vrije vrijdagen, worden in principe dezelfde week buiten ingehaald. Bij een continurooster gaan de gymlessen gewoon door volgens het (gym)continurooster: 08.30 09.10 09.50 10.30 11.10 11.50 12.30

-

09.10 09.50 10.30 11.10 11.50 12.30 13.10

groep groep groep groep groep groep groep

8a 8c 7a 7b 6b 5a 5c

3.4 Speciale voorzieningen 3.4.1

Het open leercentrum

Het open leercentrum (olc) heeft verschillende toepassingsmogelijkheden. Op de eerste plaats is het ingericht met voldoende computers om aan een volledige groep computeronderwijs te geven. De instructie kan worden gegeven met behulp van een SmartBoard© (zie ook: Computers). Op de tweede plaats bevindt zich hier het documentatiecentrum. In de komende jaren wordt het documentatiecentrum gemoderniseerd. Daartoe zijn 360 nieuwe informatieve boeken aangeschaft. Via de proxyserver van Unilogic zorgen we voor een veilige internettoegang. Tot slot is het ook mogelijk om in het olc presentaties te geven. Daarvoor is de benodigde audio-, video- en computerapparatuur aanwezig.

3.4.2

Computers

De integratie van moderne informatie- en communicatietechnieken (ICT) is een speerpunt van ons schoolbestuur. Ook onze school beschikt daardoor over een computernetwerk. Behalve enkele computers voor administratie heeft de school ongeveer één computer per tien kinderen. In het open leercentrum bevinden zich voldoende computers om aan een volledige groep computeronderwijs te verzorgen. Computers worden op de eerste plaats ingezet om het onderwijs te ondersteunen. Daarvoor gebruiken we verschillende softwareprogramma’s die ontwikkeld zijn als onderdeel van onze lesmethodes. Daarnaast willen we de leerlingen computervaardigheden bijbrengen. Daarvoor oriënteren we ons op dit moment op een nieuwe lesmethode. Belangrijk is ook dat de leerlingen leren hoe ze hun weg moeten vinden op het internet en maken we ze ‘mediawijs’, onder andere hoe om te gaan met de social media.


21

Voor het verzorgen van de benodigde instructie kan de leerkracht in het open leercentrum gebruik maken van een SmartBoard©. Hierop wordt het computerbeeld geprojecteerd. Als ‘bordkrijt’ beschikt de leerkracht over een aantal elektronische viltstiften. Alle groepen beschikken in hun eigen lokaal over een digitaal schoolbord. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld hun spreekbeurt met behulp van het digitale schoolbord verzorgen. De leerkrachten beschikken over “leerkrachtassistenten“ bij verschillende lesmethodes. Dit zijn softwareprogramma’s voor het digibord om de instructiemomenten interactiever en krachtiger te maken. In hun lokaal hebben de groepen 1-2 één computer; de andere groepen twee computers. De computers in de groep worden vooral gebruikt voor computerondersteund onderwijs. Verschillende van die programma’s sluiten aan bij onze methodes, maar we maken ook gebruik van methodeonafhankelijke programma’s en remediërende programma’s. Van sommige programma’s kunt u bij de leerkracht vragen om een thuisversie. Alle schoolcomputers hebben een aansluiting op het internet. Vanaf groep 5 hebben de kinderen een eigen e-mailadres op school. Zo kunnen ze de computer ook gebruiken als informatiebron en communicatiemiddel. Regelmatig controleren de groepsleerkrachten en de ICT-coördinator of deze mogelijkheden niet oneigenlijk worden gebruikt. Het personeel van school gebruikt de computers ook voor diverse administratieve doeleinden. Zo worden alle gegevens van onze leerlingvolgsystemen gedigitaliseerd. Het leerling-dossier is voor een deel ook digitaal. De trend is dat de toetsen van het leerlingvolgsysteem in toenemende mate digitaal zullen worden afgenomen.

Sinterklaas


22

3.5 Onderwijsbegeleiding In schooljaar 2011-2012 hebben adviseurs van “Onderwijs Maak Je Samen” directie en team begeleid bij het herijken en –formuleren van de missie en visie van de school. Deze adviseurs hebben ons begeleid bij het implementeren van het gedachtegoed van “Wat Werkt op School” en “Wat Werkt in de Klas”. Onder begeleiding van een trainer van ‘Het Nieuwe Leren’ is het team afgelopen schooljaar gestart met het traject ‘Handelingsgericht Werken’ (HGW). Het doel hiervan is om als leerkracht nóg beter om te gaan met de verschillen tussen de kinderen in de groep. Een belangrijk kenmerk van handelingsgericht werken is dat wordt uitgegaan van de mogelijkheden die een kind heeft in plaats van de beperkingen. Dit schooljaar zal dit traject onder leiding van onze intern begeleiders worden afgerond. De adviseur leerlingenzorg is de heer Frans van der Schans. Hij is als orthopedagoog verbonden aan salto en is gedurende het schooljaar op een aantal ochtenden op school voor overleg met de interne begeleiders en/of leerkrachten m.b.t. leerlingen die op één of andere manier extra zorg nodig hebben. Zo nodig kan door de school een uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden of problemen van een leerling worden aangevraagd. Dit gebeurt op verzoek van de school en na toestemming van de ouders. Het onderzoek kan worden uitgevoerd door o.a. een onderwijspsycholoog, orthopedagoog of een andere externe deskundige en vindt plaats op onze school. Het onderzoeksverslag wordt zowel mondeling als schriftelijk aan de ouders en aan de school toegelicht. De ouders worden dan door de groepsleerkracht uitgenodigd voor een adviesgesprek waarbij behalve de onderzoeker en de groepsleerkracht ook één van de interne begeleiders aanwezig is.

Kamp groep 8 Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

23

3.6 Weer Samen Naar School De school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband “ Weer Samen Naar School” Eindhoven e.o. (WSNS Eindhoven e.o.). Binnen het Samenwerkingsverband Eindhoven werken scholen voor gewoon en speciaal basisonderwijs, hun besturen en de Onderwijsbegeleidingsdienst samen om vorm te geven aan het landelijk beleid om meer kinderen met leer- en/of ontwikkelingsproblemen op te vangen in het gewone basisonderwijs. Daarvoor is het nodig dat we in de gewone basisschool steeds beter rekening leren houden met de verschillen tussen leerlingen. Het is de bedoeling dat steeds minder leerlingen gebruik hoeven te maken van onderwijs op scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO). De samenwerkende scholen hebben ook afgesproken goede voorzieningen voor speciaal basisonderwijs in stand te houden voor die kinderen die dat toch nodig hebben. Op de scholen voor speciaal basisonderwijs werkt men aan verdere specialisatie op het gebied van leer- en gedragsproblemen. Het bestuur van het Samenwerkingsverband heeft een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) ingesteld. De taken van de PCL zijn terug te vinden in het zorgplan. Eén van die taken is het afgeven van beschikkingen m.b.t. toelaatbaarheid tot het SBO. Het Samenwerkingsverband WSNS Eindhoven e.o. heeft een Vademecum samengesteld waarin het overkoepelende zorgplan is opgenomen. Het wordt jaarlijks geactualiseerd. De medezeggenschapsraden moeten steeds hun instemming geven. Het zorgplan WSNS Eindhoven e.o. is op school ter inzage aanwezig. Adresgegevens WSNS Eindhoven e.o. & Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL): Secretariaat & Coördinator: dhr. M. Berends, Odysseuslaan 2, 5631 JM Eindhoven, 040 – 2 968 787 E: [email protected] W: www.wsns-eindhoven.nl

3.7 Inspectie van het onderwijs Voor al uw vragen over het onderwijs in het algemeen en onderwijsinspectie in het bijzonder kunt u terecht bij Postbus 51, www.postbus51.nl Inspectie van het onderwijs: [email protected] en www.onderwijsinspectie.nl Het inspectierapport van onze school is te lezen via: http://www.onderwijsinspectie.nl/nl/home/Algemeen/zoeken/Zoek_op_scholen Onze school valt onder de onderwijsinspectie Eindhoven; Bezoekadres: Zernikestraat 6 5612 HZ Eindhoven Postadres: Postbus 530 5600 AM Eindhoven 040 – 2 197 000 Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 111 3 111 (lokaal tarief) Ouders kunnen ook contact opnemen met de informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs: 0800 – 5010 (gratis), op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Op de website www.50tien.nl staan al honderden antwoorden op veel voorkomende vragen.


24

3.8 Sponsoring Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als aan nevenactiviteiten. Met dat sponsorgeld kunnen extraatjes worden gedaan. Van sponsoring is sprake als we giften of extra bijdragen ontvangen. Enkele voorbeelden: • enkele ouders geven extra geld; • we krijgen een bijdrage van een maatschappelijke actie (b.v. Jantje Beton of Stichting Kinderpostzegels); • een bedrijf geeft extra geld. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan moet de sponsoring aan een van de volgende voorwaarden voldoen: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. • Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. • Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. -

we spreken af dat we – als dank voor de sponsorgelden – nooit een tegenprestatie hoeven leveren die de vrijheid van het onderwijs, de kinderen of de ouders kan beperken; we nemen alleen deel aan acties van instellingen die passen bij de doelen en uitgangspunten van onze school.

Bovengenoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal andere organisaties hebben ondertekend. Ouders die een klacht hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en/of niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen bij hun contactpersoon terecht (zie elders in deze gids onder het klachtenreglement).


25

4 Zorg voor de leerlingen 4.1 Aanmelding en plaatsing van leerlingen Wij adviseren ouders/verzorgers hun kind geruime tijd voordat het vier jaar wordt aan te melden, maar aanmelden voor de eerste verjaardag is niet mogelijk. Er kan een afspraak gemaakt worden met de directie, die zorgt voor informatie en een rondleiding door het gebouw en voor de inschrijvingsprocedure. Daarbij wordt ook gevraagd naar gegevens uit de baby- en peuterperiode, om vanaf het begin zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de mogelijkheden van een kind. Enkele weken voordat het kind vier jaar wordt, krijgt het ter verwelkoming een kaart met daarop de naam van de leerkracht(en), de groep waarin het kind is geplaatst en de dag waarop het kind op school wordt verwacht. De ouders/verzorgers kunnen dan een afspraak maken met de groepsleerkracht om vooraf alvast een keer met hun kind te komen kennismaken met de klas. Vervolgens kunnen er een aantal dagdelen worden afgesproken voor de gewenning. Er wordt ook contact gezocht met de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf die het kind bezocht heeft. Kleuters die tussen 1 juni en de zomervakantie vier jaar worden, worden pas in het volgende schooljaar in een kleutergroep geplaatst. Wij streven ernaar om de groepen zo evenwichtig mogelijk samen te stellen. Daarom is de plaatsing van een nieuwe leerling in een bepaalde groep altijd eerst een tijdelijke plaatsing. Als in de eerste twee maanden blijkt dat het kind speciale zorg nodig heeft en daardoor de betreffende groep onevenredig zwaar wordt belast met zorgleerlingen, kan de directie besluiten het kind in een andere groep te plaatsen. Het belang van het kind en het belang van de groep worden daarbij zo zorgvuldig mogelijk tegen elkaar afgewogen. Wanneer een leerling van een andere school komt, neemt de directie of de intern begeleider contact op met de vorige school. Bij verandering van school moet een onderwijskundig rapport worden verzonden door de “oude” school. Op die manier hebben wij snel zicht op de mogelijkheden van de nieuwe leerlingen. Per (geboorte)jaar kunnen wij maximaal 90 kinderen plaatsen.

4.2 Het planmatig volgen van de leerling Binnen het systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organiseren, dat er rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Wie moeite heeft met bepaalde onderdelen krijgt extra hulp of oefening. De meer begaafde leerlingen krijgen extra uitdagende opdrachten. Belangrijk binnen onze school is de planmatige aanpak. Deze aanpak omvat onder meer de regelmatige groepsbesprekingen door de groepsleerkracht met een lid van het zorgteam en de leerlingbesprekingen met de interne begeleider. Verder worden er toetsen afgenomen binnen het CITO-LVS (leerlingvolgsysteem), worden de Cito Entreetoets in groep 7 en de Cito Eindtoets in groep 8 afgenomen. Daarnaast is er een aantal keren per jaar overleg tussen interne begeleiding en de adviseur leerlingenzorg van de onderwijsbegeleidingsdienst Fontys Fydes .

4.3 Speciale zorg voor kinderen 4.3.1

Interne begeleiding

Op school zijn nu nog twee interne begeleiders parttime werkzaam. Zij coördineren in nauwe samenwerking met de groepsleerkrachten de zorg van alle kinderen die binnen de school meer dan de gebruikelijke aandacht nodig hebben. Echter, de groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor de totale aanpak. Indien nodig wordt er een plan opgesteld, waarbij het hele proces tussen probleemverkenning en -oplossing door de IBers wordt gestuurd.


26

De IB-ers houden tevens presentaties voor het team m.b.t. de aanpak van didactische of pedagogische onderwerpen op groeps- of schoolniveau.

4.3.2

Signalering en overzicht toetsen

Ongeveer zes weken na plaatsing in groep 1 wordt aan de ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen over de voorschoolse periode. Op vaste momenten in het schooljaar worden bij de jongste en oudste kleuters de toetsen ‘Taal voor Kleuters’ en ‘Ordenen’ afgenomen. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito). In het kader van de deelname van onze school aan het Protocol Leerproblemen en Dyslexie worden de kinderen van groep 1-2 gescreend op eventuele risico’s voor het ontwikkelen van leesproblemen. In de groepen 3 en 4 zijn er extra signaleringsmomenten om leerlingen goed te volgen bij hun leesontwikkeling, zodat tijdig extra hulp geboden kan worden. In de hogere groepen worden de leerlingen op vaste momenten in het schooljaar getoetst m.b.v. landelijk genormeerde toetsen van o.a. het Cito. Verder worden ook de vorderingen en de resultaten van toetsen die specifiek bij een bepaalde methode horen, geregistreerd in de groepsmap. Het afnemen van de genormeerde toetsen wordt per groep vastgelegd in een jaarlijkse toetskalender. Soort toets

Groep

Doel van de toets

Rekenen voor kleuters

1, 2

Rekenen is één van de basisvaardigheden die jonge kinderen goed onder de knie moeten krijgen. Met het toetspakket ‘Rekenen voor kleuters’ volgen we de vorderingen van kinderen op het gebied van voorbereidend rekenen in groep 1 en 2. We krijgen inzicht in wat de leerling beheerst op het gebied van getalbegrip, meten en meetkunde. .

Taal voor kleuters

1, 2

Om met succes deel te nemen aan het onderwijs moet het jonge kind over een aantal basisbegrippen van onze taal beschikken. De toets ‘Taal voor Kleuters’ is bedoeld om hiaten of stagnatie in de spontane taalontwikkeling op te sporen. Om een goede start te kunnen maken met het aanvankelijk leesonderwijs in groep 3 is de toets daarbij een goed signaleringsmiddel.

DMT

3, 4,

(Drie Minuten Toets)

5, 6,

Om de vorderingen van het technisch lezen te toetsen wordt de ‘Drie Minuten Toets’ gebruikt. De toets bestaat uit drie kaarten met woorden.

Met ingang van sept. 2009 wordt de vernieuwde normering gebruikt.

7, 8

KLEUTER ONTWIKKELING

TECHNISCH LEZEN

De kaarten lopen op in moeilijkheidsgraad. De bedoeling is dat het kind zoveel mogelijk woorden van één kaart leest binnen 1 minuut. Welke kaart en hoeveel kaarten er gelezen moeten worden, hangt af van het technisch leesniveau van het kind.

AVI

3, 4, 5, 6,

De AVI-kaarten meten hoe vlot en goed een tekst wordt gelezen. De kaarten klimmen op in moeilijk-


27

(Analyse Van Individualiseringsvormen).

7, 8

heidsgraad. In totaal zijn er 11 kaarten. Wanneer een kaart binnen de tijd gelezen wordt en de norm voor het aantal gelezen fouten binnen de norm blijft, wordt het AVI-niveau “beheerst”.

Met ingang van sept. 2009 wordt de vernieuwde AVI afgenomen.

BEGRIJPEND LEZEN LOVS Begrijpend lezen Begrijpend lezen, groep Begrijpend lezen, groep Begrijpend lezen, groep Begrijpend lezen, groep Begrijpend lezen 3 Begrijpend lezen 4

3 4 5 6 7 8

Met deze toets wordt de ontwikkeling gevolgd van de vaardigheden in het kunnen lezen en begrijpen van geschreven teksten op leeftijdsniveau.

TAALONTWIKKELING LOVS Woordenschat Leeswoordenschat

3, 4, 5, 6, 7, 8

Met deze toets wordt de woordenschat gemeten in vergelijking met andere leerlingen. Een goede woordenschat is belangrijk voor het kunnen volgen van mondelinge instructie, maar ook voor een goed begrip van teksten.

SPELLING LOVS Spelling Spelling, groep Spelling, groep SVS-3 REKENEN LOVS Rekenen en Wiskunde

3, 4 5, 6 7, 8

Met deze toets wordt vastgesteld hoe de vaardigheid is in het foutloos kunnen schrijven van woorden. Met behulp van deze toets wordt de voortgang bijgehouden en uitval kan tijdig worden gesignaleerd.

3, 4, 5, 6, 7, 8

Deze toets is bedoeld om de ontwikkeling van de rekenvaardigheid in kaart te brengen om zo een goed beeld te krijgen van de voortgang van de leerlingen.

Entreetoets CITO

7

Met de Entreetoets worden de individuele capaciteiten van elke leerling in beeld gebracht. De vorderingen worden op bijna twintig onderdelen van het onderwijsprogramma bekeken en de score geeft een goede indicatie voor de mogelijkheden van het kind met het oog op het voortgezet onderwijs.

Eindtoets CITO

8

Het advies van de basisschool is het belangrijkste gegeven bij de keuze naar het Voortgezet Onderwijs. De uitslag van het Cito geeft ook een indicatie. Dit is in de meeste gevallen een bevestiging van het beeld dat de school van het kind gekregen heeft gedurende de schoolperiode. Het Voortgezet Onderwijs verlangt een objectief instrument en de uitslag van het Cito wordt dan, na aanmelding, aan de school voor Voortgezet Onderwijs toegestuurd.

ADVISERING VOORTGEZET ONDERWIJS


28

Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO)

8

Schoolvragenlijst (SVL)

7, 8

Deze intelligentietest geeft aanvullende informatie die belangrijk is bij het kiezen van het juiste vervolgonderwijs voor de leerling. De (SVL) geeft inzicht in drie attitudes die leerlingen hebben ten aanzien van school en zichzelf: (studie)motivatie, tevredenheid en zelfvertrouwen.

PROTOCOL LEESPROBLEMEN EN DYSLEXIE 1, 2, 3

Naast de toetsen binnen het leerlingvolgsysteem is er voor de groep 3 een extra signalering in de vorm van drie meetmomenten per jaar op het gebied van het aanvankelijk lezen. Deze momenten maken onderdeel uit van de vernieuwde versie van Veilig Leren Lezen. Het leren lezen in groep 3 wordt hiermee nauwkeurig gevolgd om direct in te kunnen grijpen bij het ontstaan van mogelijke leesproblemen. In de groepen 1-2 wordt er als voorbereiding op het aanvankelijk lezen binnen het Protocol Leesproblemen en Dyslexie gewerkt aan de tussendoelen beginnende geletterdheid. Om de beginsituatie in groep 3 zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen, worden er in de loop van groep 2 regelmatig kleine toetsjes afgenomen om de beginnende leesontwikkeling te kunnen volgen. Dit is nodig om tijdig te kunnen ingrijpen voor een goede leesstart in groep 3.


29

4.3.3

Zorgniveaus

De begeleiding van de leerlingen vindt plaats in vijf zorgniveaus: Zorgniveau 1: Zorg op groepsniveau (gewoon goed lesgeven volgens de aanwijzingen van de methode). Zorgniveau 2: Extra zorg op groepsniveau (pre-teaching, re-teaching, differentiatie vanuit de methode, extra instructie aan de instructietafel). Zorgniveau 3: Extra zorg op schoolniveau door interne deskundigen. Zorgniveau 4: Extra zorg op schoolniveau door externe deskundigen. Zorgniveau 5: Plaatsing in het Speciaal (Basis) Onderwijs. * Toelichting zorgniveau 1 en 2 Twee keer per jaar worden onder leiding van een lid van het zorgteam groepsbesprekingen gehouden met de parallelleerkrachten van een bouw. Toetsgegevens worden geanalyseerd op groepsniveau. Daar waar nodig stelt de leerkracht zijn lesprogramma hier op af. Dit kan hij doen in de vorm van groepsplannen. Dit betreft de hele groep. Daarnaast kan dat ook in de vorm van subgroepsplannen die gelden voor een gedeelte van de groep. De kinderen die naast deze begeleiding nog extra ondersteuning of hulp nodig hebben, worden door de leerkracht ingebracht in de leerlingbespreking met de interne begeleider. In het kader van de leesontwikkeling zijn er vier keer per jaar groepsbesprekingen voor de groepen 3 en 4 en daaruit voortvloeiend ook vier leerlingbesprekingen. * Toelichting zorgniveau 3 Hulpvragen betreffende individuele leerlingen, worden drie keer per jaar besproken met de interne begeleider (zorgniveau 3) in een individuele leerlingbespreking. Deze bespreking kan aanleiding zijn voor een observatie in de vorm van een klassenbezoek door de interne begeleider of vervolgbesprekingen t.a.v. de leerling. Op zorgniveau 3 kan een individueel handelingsplan worden opgesteld. Hierin staat vermeld welke activiteiten in de groep en indien nodig ook thuis uitgevoerd worden. Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken. Een handelingsplan heeft een beperkte duur. Hierna wordt het handelingsplan geëvalueerd. Besproken wordt wat de volgende stap zal zijn. De ouders worden geïnformeerd. * Toelichting zorgniveau 4 Wanneer de hulpvraag van een leerling niet opgelost kan worden of wanneer het handelingsplan te weinig of geen effect heeft gehad, wordt deze leerling besproken met de adviseur leerlingenzorg van de Fontys Fydes de heer Jan-Willem Verhoeven op het zorgoverleg (zorgniveau 4). De adviseur leerlingenzorg is zes keer per jaar een ochtend op school voor deze besprekingen. In overleg met de adviseur leerlingenzorg, de interne begeleider en de ouders kan besloten worden om verder diagnostisch onderzoek te doen. Deze onderzoeken vinden plaats op school en worden uitgevoerd door een orthopedagoog of onderwijspsycholoog van Fontys Fydes. De bevindingen van een onderzoek worden uitgebreid besproken met de ouders, de groepsleerkracht en de interne begeleider. Ouders kunnen ook besluiten zelf een onderzoek te laten uitvoeren door externe deskundigen of instanties (bijvoorbeeld door de GGzE). Leerkrachten kunnen, via de intern begeleider, een beroep doen op collegiale consultatie door een medewerker van het speciaal basisonderwijs. Dit is een kortdurend traject.


30

* Toelichting zorgniveau 5: Als al onze inspanningen niet tot het gewenste resultaat leiden, kan het nodig zijn een kind te verwijzen naar een school voor speciaal basisonderwijs (zorgniveau 5). Dit gebeurt in overleg met de ouders en pas na onderzoek door een orthopedagoog of onderwijspsycholoog van Fontys Fydes of andere externe deskundigen. Er volgt dan een aanmelding door de school met toestemming van de ouders bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband Weer Samen naar School Eindhoven. Deze commissie geeft een verklaring van toelaatbaarheid tot het speciaal basisonderwijs af. De ouders kunnen het kind na ontvangst van deze verklaring aanmelden voor het bedoelde type speciaal basisonderwijs. Onze school heeft de laatste jaren een verwijzingspercentage van < 1% van onze leerlingen.

4.3.4

Het overdragen van leerlingen met speciale zorg

Om de doorgaande lijn van de zorgleerlingen zoveel mogelijk te waarborgen, worden er aparte besprekingen gehouden bij de overdracht naar de volgende groep. Hierbij worden alle onderzoeksgegevens en afspraken die van belang zijn besproken met de volgende groepsleerkracht.

4.3.5

Externe Remedial Teaching (RT) tijdens schooluren

Indien ouders extra ondersteuning willen voor de begeleiding van hun kind, dan dient dit buiten schooltijden te gebeuren. De school kan namelijk niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van deze begeleiding. We stellen echter wel een juiste afstemming op prijs en dit kan in een gesprek met de groepsleerkracht. Die zal intern overleg voeren met Interne Begeleiding en met de directie. Het bovenstaande is conform het beleid dat bovenschools door salto is vastgesteld.

4.3.6

Dyslexieonderzoeken

De school draagt zorg voor een adequate aanpak bij problemen in de ontwikkeling van het lezen. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs kunnen de gegevens samengevat worden overgedragen na toestemming van de ouders. Indien voor de begeleiding op het voortgezet onderwijs een dyslexieverklaring wenselijk is, draagt het voortgezet onderwijs zorg voor de procedure en de eventueel daarmee verbonden kosten in overleg met de ouders. Een dyslexieverklaring biedt voor de aanpak op onze basisschool geen meerwaarde. Daarom wordt een dyslexieonderzoek nooit bekostigd vanuit het schoolbudget.

4.3.7

Leertijdverlenging en -versnelling

Soms is het in het belang van het kind dat het verlenging van de leertijd in de kleutergroep krijgt of in één van de andere leerjaren. Daarbij zijn zowel sociaal/emotionele factoren als didactische ontwikkelingen van belang. Een eventuele leertijdverlenging wordt altijd met de interne begeleider besproken (omstreeks februari/maart). Bij de advisering wordt hierbij soms ook de adviseur leerlingenzorg van de Fontys Fydes betrokken. De school volgt een gedegen besluitvormingsprocedure, waarbij het belang van het kind op saltobasisschool floralaan voorop staat. De ouders worden tijdig op de hoogte gebracht en nadrukkelijk betrokken in de afweging of een kind de leertijdverlenging zal moeten volgen. De uiteindelijke beslissing wordt door de school genomen. Bij de overgang van groep 3 naar groep 4 hanteert de school voor het leesniveau het criterium AVI E-3 (eind 3) instructie. Goed kunnen lezen is een belangrijke voorwaarde voor schoolsucces. Het leren lezen vindt plaats in groep 3. Het grootste deel van de onderwijstijd gaat zitten in het leren lezen (10 uur per week). Wanneer een kind problemen heeft bij het leren lezen en deze minimumnorm niet haalt, kunnen we in het belang van kind besluiten om groep 3 te doubleren. Kinderen met leesproblemen en dyslexie hebben vooral behoefte aan meer instructie en uitbreiding van leestijd volgens de nieuwe methode “Veilig Leren Lezen”. Deze extra instructie en uitbreiding van leestijd is niet haalbaar in groep 4 waar voor het leesonderwijs nog maar 4 uur per week op het rooster staat. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

31

In groep 4 vindt de versnelling en automatisering van het lezen plaats. Tegelijkertijd neemt de instructietijd voor het lezen af. Andere vakgebieden dan het lezen krijgen meer tijd en nadruk ten opzichte van groep 3. Een kind met een onvoldoende leesniveau bij aanvang van groep 4 ondervindt grote problemen bij het volgen van de nieuwe vakgebieden. Hij/zij kan het tempo niet bijhouden en de teksten onvoldoende lezen. Leertijdverlenging voor een kind met leesproblemen heeft meer effect in groep 3 dan in groep 4. Kinderen met dyslexie blijven altijd problemen houden met lezen. Ook voor (mogelijk) dyslectische leerlingen is leertijdverlenging in groep 3 in de meeste gevallen zinvol om zo met een stevigere basis in groep 4 te starten. Voor deze kinderen blijft een speciale aanpak en extra faciliteiten (zoals extra tijd) gedurende de hele schoolloopbaan noodzakelijk. Leertijdverlenging in groep 3 houdt niet in dat een kind de hele leerstof weer moet overdoen. Er wordt zorgvuldig besproken waar deze leerling behoefte aan heeft en er wordt een handelingsplan opgesteld. Het kind krijgt vanaf het begin drie keer per week extra instructie individueel of in een klein groepje volgens de aanpak van “Connect Vloeiend Lezen”. Daarnaast krijgt het kind drie keer per week tutorlezen zodra AVI M-3 beheerst is. In totaal krijgt de leerling 1½ uur per week extra leesondersteuning. Bij het volgen van de leerlingen wordt ook gekeken naar leerlingen met een bijzonder voorspoedig verlopende ontwikkeling. In overleg met de ouders en met het kind kan verbreding van de taken en opdrachten worden voorgesteld. Indien er goede argumenten en concrete aanwijzingen zijn, die duiden op een eventuele leertijdversnelling (tussentijds instromen in hoger leerjaar), dan zal er een procedure worden gevolgd. Bij de betreffende leerling zullen versneld o.a. toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden afgenomen. Dit kan worden aangevuld met verder onderzoek na een adviesgesprek met (een) externe deskundige(n). De voordracht voor versnellen van de leertijd is het resultaat van een overleg tussen de groepsleerkracht(en), interne begeleider, directie en eventueel externe deskundige(n). Ook hier geldt dat zij op basis van hun kennis en vaardigheden een professionele besluitvormingsprocedure volgen, waarbij de belangen van het kind op saltobasisschool floralaan voorop staan. Ook in deze situatie is de mening van de ouders en het kind belangrijk. Ouders kunnen argumenten en andere aandachtspunten aandragen alvorens tot uitvoering van het besluit wordt overgegaan.

4.3.8

Overgangsbeleid groep 1-2

De meeste leerlingen komen op school als ze 4 jaar geworden zijn. Hoeveel jaren een kleuter in de kleutergroepen blijft, is afhankelijk van wanneer de leerling geboren is. Hieronder volgen de criteria op grond waarvan een leerling in een leerjaar geplaatst wordt. •

Kinderen die zijn geboren in de maanden januari t/m mei stromen in in een kleutergroep, maar zitten formeel nog niet in groep 1. Deze leerlingen maken het schooljaar af. Daarna volgen er nog twee volledige schooljaren in groep 1 en 2.

•

Kinderen die geboren zijn in de maanden juni, juli, augustus starten het schooljaar direct na de zomervakantie. Ze starten dan in groep 1. Zij volgen twee jaar kleuteronderwijs.

•

Kinderen die geboren zijn in de maanden september t/m december mogen direct na hun vierde verjaardag starten in groep 1. Zij volgen in principe iets minder dan twee jaar kleuteronderwijs

Om de ontwikkeling van de leerlingen in beeld te brengen gebruiken we de volgende instrumenten: •

Het ontwikkelingsvolgsysteem “KIJK!”

•

De toetsen taal en rekenen van het Cito leerlingvolgsysteem Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

32

In de maanden november en maart vullen we voor alle leerlingen het ontwikkelingsvolgsysteem “KIJK!” in. Voorwaarde is wel dat de leerlingen minimaal 6 weken op school moeten zitten. De Citotoetsen worden afgenomen in januari en juni. Het eerste toetsmoment is in het Midden van het schooljaar in groep 1 (toetsmoment M1) Leerlingen die voor 1 oktober gestart zijn in groep 1, toetsen we met het leerlingvolgsysteem van CITO op de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen. Leerlingen die na 1 oktober in groep 1 starten toetsen we niet op het M1 moment. Om de leerlingen toch in beeld te brengen, vullen we in plaats van de Citotoetsen M1 en “KIJK” (november) voor hen een screeningslijst in. Deze leerlingen worden voor het eerst getoetst in juni. Dan nemen we de Citotoetsen taal en rekenen af, toetsmoment E1 (= aan het Einde van groep 1). Op basis van de verkregen gegevens in groep 1 zal worden bekeken of de leerling voldoet aan de criteria om door te gaan naar groep 2. Als dat niet het geval is volgen er gesprekken tussen ouders, intern begeleider en leerkracht om te besluiten of het wenselijk en/of noodzakelijk is deze leerling langer in groep 1 te laten. In groep 2 vullen we voor alle leerlingen in november en maart “KIJK!” in. Ook toetsen we alle leerlingen in januari op de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen met behulp van de CITO-toetsen, toetsmoment M2 (= Midden van het schooljaar in groep 2). In juni maken zij deze toetsen nog een keer, toetsmoment E2 (= het Einde van het schooljaar in groep 2). Deze toetsen worden aangevuld met de toetsen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Van leerlingen, waarbij er op grond van deze gegevens en observaties in de groep twijfel is of zij voldoen aan de criteria om succesvol door te stromen naar groep 3 vullen we nog een extra screeningslijst in. Ook voeren we gesprekken met ouders, intern begeleider en leerkracht of het wenselijk en/of noodzakelijk is deze leerling langer in groep 2 te laten. Voor zowel groep 1 als groep 2 geldt, dat de leerkracht ook vanuit observaties gedurende het schooljaar een goed beeld van de leerling krijgt. Tijdens reguliere gesprekken met de ouders zal de leerkracht aangeven of de ontwikkeling voorspoedig verloopt of dat er op bepaalde ontwikkelingsgebieden extra inspanning nodig is. Als het nodig is dat een leerling langer dan gebruikelijk in groep 1 of 2 zal zitten, zullen de ouders hiervan in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte worden gebracht. Dit gebeurt in ieder geval na de eerste meetmomenten.

4.3.9

Leerling-gebonden financiering (kinderen met een ‘rugzak’)

Vanaf augustus 2003 kunnen leerlingen met een leerling-gebonden financiering worden aangemeld bij het reguliere basisonderwijs, dus ook bij onze school. Die leerling-gebonden financiering houdt in dat het leerlingen met een handicap mogelijk wordt gemaakt naar een gewone basisschool te gaan. Op saltobasisschool floralaan willen wij alle leerlingen een verantwoord onderwijsaanbod bieden. Vanuit die gedachte staan wij positief ten aanzien van het aannemen van leerlingen die met een leerling-gebonden financiering worden aangemeld. Als de ouders een kind met leerling-gebonden financiering aanmelden, zal de school samen met de ouders de hulpvraag van het kind bespreken en afwegen of met de extra middelen die beschikbaar komen, de school aan die hulpvraag tegemoet kan komen. Centraal hierbij staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Andere punten van afweging bij de toelating zijn ondermeer de draagkracht van de groep waarin het kind wordt geplaatst, de ervaring van de leerkracht die de leerling moet begeleiden, de situatie in het schoolgebouw en de inschatting die de school maakt om de leerling gedurende de rest van


33

zijn basisschoolloopbaan verantwoord te kunnen begeleiden. Het besluit om een leerling toe te laten, is een besluit van het team van de school. Als een kind wordt toegelaten, gebeurt dit op basis van een handelingsplan dat wordt opgesteld in samenwerking met de ouders van het kind, de trajectbegeleider van de school voor Speciaal Onderwijs, de groepsleerkracht en de interne begeleider. Na plaatsing: Als, na een gewenningsperiode van 6 weken en een periode van twee keer drie maanden waarin tenminste twee kortdurende handelingsplannen zijn uitgevoerd, blijkt dat er nauwelijks of geen betekenisvolle meerwaarde te zien is vanuit de problematiek bij binnenkomst van de leerling, dan wordt de ouders geadviseerd het kind alsnog aan te melden bij de school voor speciaal onderwijs die wel tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling. Dit geldt ook voor leerlingen die al op school zitten waarbij tijdens de schoolloopbaan een leerlinggebonden financiering wordt aangevraagd. Dit advies is gebaseerd op

4.3.10

de didactische vorderingen van het kind het onderwijskundig verslag de verslaggeving van de individuele begeleiding de gegevens van de leerlingbesprekingen.

LWOO/Praktijkonderwijs en individuele leerlijn

Kinderen die in groep 8 in aanmerking komen voor LWOO (Leerwegondersteunend) of Praktijkonderwijs worden tijdig gesignaleerd. In groep 5 of 6 wordt vaak al duidelijk dat het kind een ernstige achterstand heeft op diverse vakgebieden. Deze leerling zal voor bepaalde vakgebieden een individuele leerlijn gaan volgen. Belangrijk hierbij zijn de verwachtingen van het niveau dat de leerling op de diverse vakgebieden zal kunnen behalen, rekening houdend met zijn mogelijkheden. Deze leerlingen worden uitgebreid besproken met de intern begeleider en er zal advies gevraagd worden aan de adviseur leerlingenzorg van Fontys Fydes of andere externe deskundige(n). Uiteraard worden ook ouders tijdig en uitgebreid op de hoogte gesteld en betrokken bij het proces. Er wordt een plan opgesteld dat regelmatig geëvalueerd en bijgesteld wordt. De toetsen zullen aangepast worden aan het niveau van de leerling om de vorderingen bij te houden en om te kijken of de leerling zich naar verwachting ontwikkelt. Dit betekent dat bij de leerling toetsen van een lager leerjaar zullen worden afgenomen voor de vakgebieden begrijpend lezen, rekenen en evt. spelling.

4.3.11

Het onderwijs aan zieke leerlingen

Iedere school krijgt wel eens te maken met een leerling die ziek is. Een zieke leerling is binnen korte tijd weer terug op school. Het is echter ook mogelijk, dat een leerling langere tijd of vaker afwezig is; we spreken dan van chronisch ziek. Wettelijk gezien is de school waar de zieke leerling staat ingeschreven verantwoordelijk voor de voortgang van het onderwijsprogramma, ook gedurende de periode van ziekte. Ze kan daarbij ondersteuning aanvragen bij de consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen (OZL). In de regio Zuidoost-Brabant wordt de Ondersteuning Onderwijs aan Zieke Leerlingen in samenwerking verzorgd door de onderwijsbegeleidingsdiensten van Helmond, Eindhoven en Eersel. Bij een opname in het ziekenhuis kan de school samen met ouders vragen om ondersteuning bij het onderwijs. De school vult een aanvraagformulier in. Dit formulier dient door ouders en school ondertekend en opgestuurd te worden naar het centrale kantoor van OZL in Eindhoven, t.a.v. consulenten OZL. Zo spoedig mogelijk nadat een zieke leerling is aangemeld bij de OZL maakt de consulent afspraken met de school. Er wordt gekeken naar aanpassingen in organisatie en aanpak van het schoolwerk, prioriteiten in vakinhouden, leerstofspreiding op langere termijn, de wijze waarop contacten met klasgenoten onderhouden kunnen worden enz.


34

Indien ouders en/of de school daar behoefte aan hebben, kan de consulent voorlichting geven over: het ziektebeeld van de leerling; de mogelijke gevolgen van de ziekte en/of de behandeling op het leren en het gedrag; de opvang van de zieke leerling bij terugkeer naar school; de opvang van medeleerlingen, eventuele broer(s) en/of zus(sen), enz. De ondersteuning van het onderwijs aan zieke leerlingen brengt voor de school en voor ouders/verzorgers geen kosten met zich mee. Als uw kind opgenomen wordt in een academisch ziekenhuis elders in Nederland, dan kunt u zich aanmelden bij de Educatieve Voorziening in het ziekenhuis zelf. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de schoolleiding of met de coördinator Ondersteuning aan Zieke Leerlingen. De consulenten OZL zijn verbonden aan Fontys Fydesonderwijsadviseurs. Adres: coördinator OZL, Lismortel 25, 5612 AR Eindhoven, 0877 – 87 21 88, E: [email protected] W: www.ziezon.nl Uiteraard kan ook als een leerling ziek thuis is, een beroep worden gedaan op ondersteuning bij het onderwijs. Voor de aanvraag geldt dezelfde procedure als bij opname in een ziekenhuis.

4.4 Resultaten van ons onderwijs Naast de toetsen uit ons leerlingvolgsysteem maken alle leerlingen ten slotte in groep 8 de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. De score op deze landelijke toets ligt voor onze school al jarenlang boven het landelijke gemiddelde. Gemiddeld maakten onze leerlingen in het schooljaar 2012-2013 bij:

taal rekenen studievaardigheden wereldoriëntatie

74,4% 71,6% 73,3% 70,9%

van de opgaven goed van de opgaven goed van de opgaven goed van de opgaven goed

Het resultaat wordt uitgedrukt in een standaardscore die maximaal 550 kan zijn. Voor onze school was de gemiddelde standaardscore dit jaar 537,2. Landelijk was de score 534,7. (Beide zonder correctie.)

4.5 Waar gingen onze leerlingen naar toe? In juli 2013 hebben 85 kinderen van groep 8 de school verlaten.

25 naar het Pleincollege Van Maerlant 15 naar het Pleincollege Sint Joris 10 naar Aloysius/de Roosten 9 naar SG Augustinianum 7 naar het Montessoricollege 3 naar SintLucas 3 naar het Lorentz Casimir Lyceum 3 naar De Rooi Pannen 3 naar het Christiaan Huygens College 2 naar Scholengemeenschap Were Di 1 naar Vakcollege Eindhoven 1 naar Pleinschool Helder 1 naar de Praktijkschool 1 naar het Antoon Schellenscollege 1 leerling vertrok naar het buitenland

De schooladviezen waren als volgt verdeeld:

20 keer VWO 17 keer HAVO/VWO 14 keer HAVO 10 keer VMBO T/HAVO 8 keer VMBO T 2 keer VMBO T/gemengde leerweg 5 keer VMBO T/G /K 1 keer VMBO T / K 3 keer VMBO G / K 3 keer VMBO K 1 keer VMBO B / K 1 keer VMBO B


35

Musical 2013

4.6 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Het is voor kind en ouders vaak een grote overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het is vooral voor het kind erg belangrijk dat het daarbij de juiste keus maakt. Om een goede keuze te kunnen maken, wordt in het najaar een algemene informatieavond voor de ouders gehouden. Op die avond wordt ingegaan op de vormen van voortgezet onderwijs en de verdere gang van zaken. In november krijgen de ouders een voorlopig advies. Op basis daarvan kunnen de ouders bepalen van welke scholen zij de open dag gaan bezoeken. Voordat de kinderen de CITO eindtoets maken krijgen ouders en kind het definitieve schooladvies. In de adviesgesprekken met de ouders vertelt de leerkracht welke vorm van voortgezet onderwijs hem/haar het meest geschikt lijkt voor het kind. Hierbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met leerling-kenmerken als: werkhouding, motivatie, doorzettingsvermogen en sociaal/emotionele vaardigheden. De uitslag van de eindtoets is een extra aanwijzing bij het gegeven advies. De adviesgesprekken en de toets vinden plaats omstreeks januari/februari. Hiermee vervalt het 2e rapport voor groep 8. Tegen de tijd van aanmelding op de scholen voor voortgezet onderwijs houden de meeste scholen open dagen, waarop kind en ouders de school eens goed kunnen bekijken (overigens kunnen ook leerlingen uit groep 7 alvast een kijkje gaan nemen met hun ouders). In maart melden de ouders vervolgens hun kind aan bij een school voor voortgezet onderwijs. De leerkracht vult voor de gekozen school een onderwijskundig rapport in. In april neemt de toelatingscommissie van de gekozen school een beslissing over de toelating. Voor leerlingen met een VMBO-advies die (eventueel) in aanmerking komen voor LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) en leerlingen die voor Praktijkonderwijs geïndiceerd zijn, is het één en ander veranderd. De gezamenlijke besturen van het basis- en voortgezet onderwijs hanteren een aanmeldingsprocedure. Deze moet ervoor zorgen dat deze leerlingen tijdig worden aangemeld op een school voor voortgezet onderwijs die het beste bij hen past. De (voor)aanmelding vindt begin november plaats. Het voorkomt tevens dat deze leerling op het eind van groep 8 nergens geplaatst kan worden. Ouders van groep 8 zullen vroeg in het jaar uitgebreid geïnformeerd worden over deze procedure. In het schooljaar 2013-2014 wordt bij de leerlingen van groep 8 groepsgewijs een intelligentietest afgenomen. Dit is de NIO test (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau). De ouders dienen daarvoor toestemming te geven. De test wordt aan het begin van het schooljaar afgenomen door een psycholoog/orthopedagoog. Bij deze leerlingen worden ook enkele persoonlijkheidsvragen-


36

lijsten afgenomen. Ouders van leerlingen die dit betreft worden tijdig op de hoogte gebracht. Daarnaast wordt bij alle leerlingen van de groepen 7 en 8 voor de herfstvakantie de schoolvragenlijst (SVL) afgenomen.

4.7 Bijzondere activiteiten voor kinderen Ieder jaar vinden er een paar bijzondere activiteiten plaats. Voorbeelden hiervan zijn de sportdag, de toneelmiddagen, de schoolreisjes en de excursies. In groep 6 krijgen de kinderen 10 keer per jaar schaatsles en in groep 7 wordt tijd ingeruimd voor het behalen van het verkeersdiploma. Jaarlijks nemen er ook meerdere teams deel aan het schoolhandbal-, schoolvoetbal- en schoolkorfbaltoernooi. De begeleiding wordt verzorgd door ouders met medewerking van een leerkracht. Traditioneel gaan de groepen 8 aan het eind van het schooljaar op kamp. De kinderen uit groep 8 zijn van maandag tot vrijdag ergens in het land. De kinderen van groep 8 sluiten hun basisschooltijd af met een onvergetelijke afscheidsavond. Verder zijn er mogelijkheden voor de kinderen om kennis te maken met allerlei sporten via “Sportformule”. Dit is een initiatief van de gemeente Eindhoven om kinderen te stimuleren buiten school aan sport te gaan doen. Open podium

In samenwerking met de gemeente Eindhoven kan op maandag (voor de jongere kinderen) en donderdag (voor de oudere kinderen.)een aanbod voor naschoolse sportactiviteiten worden aangeboden. Aan de kinderen die zich hiervoor inschrijven wordt een bijdrage gevraagd van € 2,50 per keer. Inschrijven is mogelijk per blok van vier of zes weken. De kinderen krijgen alle informatie via de groepsleerkracht.

4.8 Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met de GGD Brabant-Zuidoost. Het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en preventiemedewerker. Wat kan dit team voor u en uw zoon of dochter betekenen in de periode dat hij of zij op de basisschool zit?

4.8.1

Contactmomenten

Tijdens de basisschoolperiode komen u en uw kind in groep 2 en in groep 7 in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Het team besteedt aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase ligt de nadruk steeds op andere gezondheidsaspecten, zoals groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. Bij een onderzoek worden de resultaten altijd na afloop met u en/of uw kind besproken en zo nodig aangevuld met advies. De ouders zijn bij een onderzoek aanwezig.

4.8.2

Zorgen bij zorgen

Iedere ouder, verzorger of begeleider heeft wel eens vragen over de gezondheid of ontwikkeling van zijn of haar kind. Denk bijvoorbeeld aan groei- of gehoorproblemen, slaap- en eetproblemen, moeilijk gedrag of vragen over de opvoeding. Alle ouders, leerlingen, maar ook de school kunnen met dit soort vragen altijd terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Als de leerkracht of intern begeleider een gesprek of onderzoek aanvraagt, is wel toestemming van de ouders nodig. Afhankelijk van de vraag of het probleem, bekijkt het team of verder advies of onderzoek nodig is en door wie. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

37

4.8.3

Inentingen

In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen en rodehond). U krijgt hiervoor een uitnodiging van de GGD. 12-Jarige meisjes krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV).

4.8.4

Een gezonde school

De GGD ondersteunt de school bij het realiseren van een veilig, gezond en hygiënisch schoolklimaat. Bijvoorbeeld bij het voorkomen en bestrijden van hoofdluis, het uitvoeren van projecten over een gezonde leefstijl of het meten van en adviseren over een gezond binnenmilieu.

4.8.5

Vragen, informatie en contact

Heeft u vragen voor de jeugdverpleegkundige of jeugdarts, neem dan gerust contact met ons op: GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoonnummer: 088 0031 422 E-mail: [email protected] Website: www.ggdbzo.nl

4.8.6

Hoofdluis: ‘Luis in je haar? Kammen maar!

Om het hoofdluizenprobleem onder de duim te houden, vinden er dit schooljaar weer regelmatig controles plaats. Na elke vakantieperiode worden alle kinderen gecontroleerd. Dit gebeurt door een groep speciaal geïnstrueerde ouders. Als er hoofdluizen of neten worden gevonden, zal de leerkracht van de betreffende kinderen contact opnemen met de ouders. De kinderen kunnen pas na behandeling weer terug naar school. Er wordt ook een informatiebrief en een informatiefolder van de GGD meegegeven. Wij vragen u uw kind regelmatig te controleren op hoofdluis. Wekelijks kammen met de stofkam is hierbij een goed hulpmiddel. Constateert u zelf hoofdluis, behandel dit dan meteen en laat het op school even weten. Na behandeling kan uw kind weer naar school. Controleer ook alle huisgenoten. Vergeet niet mutsen, petten, jassen, knuffels, kussens e.d. te wassen. De data waarop gecontroleerd wordt, staan op de schoolkalender vermeld. In het schooljaar 2007-2008 heeft de school een protocol voor preventie en behandeling van hoofdluis opgesteld in samenwerking met de GGDBZO en enkele ouders. Contactpersonen m.b.t. de uitvoering van het protocol zijn Fred Verspaget en Ingeborg de Bruijn. Beiden zijn op school te bereiken.

4.9 Antipestbeleid Scholen worden bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor vinden, kunnen in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman, http://www.dekinderombudsman.nl/22/kinderen/ Pesten is het gedrag dat min of meer bewust gericht is op één of meer kinderen en dat tot doel én tot gevolg heeft, dat degene die gepest wordt, zich gekwetst, geraakt, vernederd, afgewezen of buitengesloten voelt. Het is een vorm van psychische mishandeling van kinderen die niet (meer) in staat zijn zich daartegen te verdedigen. Pesten komt meer voor dan men denkt: gemiddeld één op de twintig kinderen heeft dagelijks last van pesterijen. Dag in, dag uit gaan zij met een enorme tegenzin naar school. Slechts een klein deel van de gepeste kinderen vertelt thuis of op school dat ze gepest worden. Pesten is dus een zeer belangrijk, sluimerend probleem.


38

Onze school heeft zich achter het Nationaal Onderwijs Protocol tegen Pesten geschaard. Er is een Protocol tegen Pesten opgesteld en aangenomen. In dit protocol staan de voorwaarden opgesomd, waaraan voldaan moet zijn om krachtig tegen het pestprobleem te kunnen optreden. De aanpak volgt het vijf sporenbeleid, waarin het probleem vanuit het oogpunt van elk van de vijf betrokken groepen wordt aangepakt. Deze vijf betrokken partijen zijn: 1. De pester 2. Het gepeste kind 3. De rest van de groep 4. De leerkrachten 5. De ouders


39

4.10 Schorsings- en verwijderingsprocedure Als zich in of om de school ernstig grensoverschrijdend gedrag voordoet, maken wij het betreffende gedrag direct bespreekbaar. De betrokkene(n) kunnen (kan) te maken krijgen met disciplinaire maatregelen, met als uiterste vorm schorsing of verwijdering. Daar waar schorsing (het ontzeggen van de toegang tot de school) tijdelijk zal zijn en vooral als ordemaatregel gebruikt kan worden, is verwijdering een definitieve maatregel, die als laatste maatregel ingezet kan worden. De scholen van salto hanteren een Schorsings- en verwijderingsprocedure en volgen deze zorgvuldig als er sprake is van (orde)maatregelen. Deze procedure is in te zien op uw school. Algemene informatie over schorsen en verwijderen kunt u vinden op de site van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl.

4.11 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Sinds 1 januari 2011 zijn organisaties en zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie verplicht om op basis van de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking (ook wel vrouwenbesnijdenis genoemd) en eergerelateerd geweld. Ook onze school zal melding maken van eerder genoemde delicten, zodra deze zich voordoen.

4.12 Klachtenregeling salto 4.12.1

De klachtenregeling (intern):

U kunt met vragen, kritische opmerkingen en klachten over uw kind en/of de klassensituatie op de eerste plaats altijd terecht bij de groepsleerkracht[en] van uw kind. Als het om algemene zaken gaat, kunt u bij de directie terecht.

4.12.2

De klachtenprocedure:

Mochten er problemen zijn dan is het natuurlijk prettig dat u die eerst probeert te bespreken en op te lossen met de direct betrokkene(n). We spreken in dat geval van een melding. Mocht het bespreken van deze melding geen oplossing bieden, en/of is het wenselijk dat er door een onafhankelijke commissie onderzoek wordt verricht, dan kunt u een formele klacht indienen via de klachtenprocedure. Iedere school is verplicht een klachtenregeling te hebben. Onze school heeft deze dus ook. Hierin staat de procedure vermeld, die gevolgd wordt als er een (ernstige) klacht is over bv. machtsmisbruik op school. Het gaat vooral over seksuele intimidatie, ernstige vormen van pesten, discriminatie, racisme en lichamelijk geweld. Het kunnen echter ook algemene klachten zijn, bv. over het klimaat in de school, de hygiëne en/of onderwijskundige zaken.Onze school neemt deze zaken serieus en heeft daarom twee schoolcontactpersonen binnen de school bij wie leerlingen en ouders terecht kunnen met een melding en/of een klacht. Deze zorgen voor de eerste opvang van de klager op school en eventuele begeleiding naar de externe vertrouwenspersoon. Zij hebben een taak voor de eigen school in voorlichting over de klachtenregeling.De schoolcontactpersonen zijn: Mevr. Ank van de Ven Dhr. Michael van Zoest

[email protected] [email protected] 040 - 2 112 112


40

Ook zijn er externe vertrouwenspersonen die ‘boven de partijen staan‘ (dus los van de school en bestuur). Deze zijn er voor klachten waar ouders en personeel terecht kunnen, maar ook degenen die liever niet naar een schoolcontactpersoon gaan.

4.12.3

Externe vertrouwenspersonen klachtenregeling salto:

De externe vertrouwenspersonen zijn ervaren mensen op dit terrein. De heer André Lubbers is zowel telefonisch als per e-mail te bereiken. Hij coördineert als centraal contactpersoon de werkzaamheden van de externe vertrouwenspersonen. André Lubbers Praktijkadres: Snoekstraat 6 5615 SZ Eindhoven Tel. 040-2573767 040-2573767 [email protected]

Ad van der Meijden De Kuil 36 5527 AA Hapert 0497-387534 / 06-54308753 [email protected]

Wanneer u van mening bent dat uw klacht op de school niet naar tevredenheid is opgelost, kunt u uw klacht schriftelijk voorleggen aan het bevoegd gezag. U kunt zich via [email protected] melden, of schriftelijk aan Voorzitter College van Bestuur, Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven, waarna uw klacht in behandeling wordt genomen Wanneer al deze stappen niet tot een bevredigende oplossing leiden, kunt u contact opnemen met de Landelijke Klachten Commissie (LKC), waarbij ons bestuur en onze school zijn aangesloten. De saltoklachtenregeling is op school aanwezig en op aanvraag in te zien. Landelijke klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl

4.12.4

Informeren van leerlingen hierover

De eigen leerkracht, evt. samen met de schoolcontactpersoon, informeert de kinderen over de taak en functie van de schoolcontactpersoon. Uiteraard gebeurt dit op een niveau dat de kinderen van de verschillende leeftijdscategorieën dit kunnen begrijpen.

4.12.5

Stappenschema klachtenprocedure salto

Hieronder staan de stappen die achtereenvolgens doorlopen kunnen worden bij klachten. De praktijk leert dat deze stappen bij seksuele intimidatie bijna altijd doorlopen worden, terwijl bij discriminatie en pesten / agressie / geweld de onafhankelijk extern vertrouwenspersoon vaak bemiddelend kan optreden. De Landelijke Klachtencommissie (L.K.C.) adviseert het bestuur (bevoegd gezag) over de te nemen maatregelen. De eindverantwoordelijkheid ligt dus bij het bevoegd gezag. De school heeft in het kader van de preventie, gedragsregels voor het team opgesteld. Bij problemen met leerkrachten wordt er van uitgegaan dat een melding in eerste instantie met de betrokken perso(o)n(en) wordt besproken. Stuit dit op problemen, dan kan men zich tot de directie wenden. Vindt men ook daar geen gehoor, dan kan de Voorzitter van het College van Bestuur namens het bevoegd gezag worden ingelicht. De Voorzitter van het College van Bestuur kan er dan


41

voor kiezen om de klacht zelf af te handelen of door te verwijzen, al dan niet in overleg met de extern vertrouwenspersoon of een extern deskundige. Stappenschema bij melding van klachten: Klachten over Machtsmisbruik/Seksuele intimidatie en 'overige' Klachten’ (klimaat, hygiëne, gedrag leerkracht, pesten e.d.) 1. Betrokken medewerker[s] van de school 2. Schooldirecteur of interne schoolcontactpersoon 3. Externe vertrouwenspersoon 4. Voorzitter van het College van Bestuur van salto 5. Landelijke Klachtencommissie L.K.C. Elke volgende stap wordt pas gezet als de klacht in de voorafgaande stap niet tot tevredenheid van de klager(s) is afgehandeld. Wanneer u meent dat uw klacht via de klachtenprocedure niet naar tevredenheid is opgelost kunt u als laatste stap contact opnemen met de Landelijke Klachten Commissie, de L.K.C., waarbij ons bestuur is aangesloten. De klachtenregeling is op school aanwezig en op aanvraag in te zien. Taken Interne Schoolcontactpersoon: • • • • • •

Eerste opvang bij klachten en informatie geven over de te volgen procedure Doorverwijzen naar directie, Voorzitter van het College van Bestuur of de externe vertrouwenspersoon Zelf signaleren van mogelijke intimidaties Voorlichting geven over preventie en seksuele intimidatie in de school aan personeel, leerlingen en ouders Mede vormgeven aan preventiebeleid Team op de hoogte houden van algemene ontwikkelingen op dit terrein en jaarlijkse terugkoppeling in het schoolteam van hoofdthema’s

Veel scholen stellen twee interne schoolcontactpersonen aan; een vrouw en een man

Taken Externe Vertrouwenspersoon: • • • •

• •

Consultatiefunctie voor interne schoolcontactpersonen, personeel en ouders Waar mogelijk/wenselijk bemiddelen Ondersteunen van de klaagster(s)/klager(s) Evt. doorverwijzen naar het bestuur (Voorzitter College van Bestuur) of de Landelijke Klachtencommissie, justitie en/of hulpverlening Mede vormgeven aan preventiebeleid op scholen Bekendheid geven aan de werkzaamheden bij de doelgroepen

Het bevoegd gezag/Voorzitter College van Bestuur zoekt een of meerdere extern(e) vertrouwens-personen. Zij zijn deskundig op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik, seksueel geweld en de gevolgen daarvan. Gedacht kan worden aan een jeugdarts, schoolbegeleider, een schoolmaatschappelijk werker, politie, een jeugdverpleegkundige, etc.


42

4.13 Inkomensondersteuning bij opvoeden van kinderen 4.13.1

Gemeente Eindhoven

Het opvoeden van kinderen brengt extra kosten met zich mee. Naast het Rijk heeft ook de gemeente Eindhoven diverse regelingen om u tegemoet te komen. Bij het Inkomensondersteuningsloket van de gemeente Eindhoven zijn informatiefolders en aanvraagformulieren verkrijgbaar. Via het loket kunt u bij Welzijn Eindhoven terecht voor hulp bij het invullen.

4.13.2

Peuterspeelzaal voorkomt soms ontwikkelingsachterstand

Voor een aantal kinderen is deelname aan een peuterspeelzaal van belang om een ontwikkelingsachterstand te voorkomen. Er kan extra ondersteuning worden gegeven, bijvoorbeeld voor de taalontwikkeling. Ook kan contact met andere kinderen nodig zijn voor sociaal emotionele ontwikkeling. De ouderbijdrage kan, onder bepaalde voorwaarden, vergoed worden uit de regeling Bijzondere Bijstand.

4.13.3

Overheid betaalt mee aan kinderopvang

Sinds 1 januari 2005 moet u uw kind zelf aanmelden bij een kinderopvangorganisatie. U kiest de organisatie die het beste bij uw kind past. Het moet wel een erkend kindercentrum of gastouderbureau zijn. Voor opvang door familie of vrienden en tieneropvang geeft de overheid geen bijdrage. Van het kindercentrum of gastouderbureau ontvangt u rechtstreeks de factuur voor de kosten van de opvang. Deze rekening betaalt u zelf. Van de overheid ontvangt u een deel van de kosten terug: een deel van de gemeente Eindhoven en een deel van de Belastingdienst. Als u geen betaald werk hebt en toch kinderopvang nodig hebt (bijvoorbeeld omdat u een re-integratietraject of een opleiding volgt) dan kunt u voor een deel van de kosten van de opvang een beroep doen op de gemeente Eindhoven. Bij de Belastingdienst kunt u daarnaast een vergoeding van de Wet Kinderopvang aanvragen. Een aanvraagformulier daarvoor kunt u ook vinden bij de kindercentra en gastouderbureaus. Vraag eerst de tegemoetkoming aan bij de gemeente, voordat u het formulier van de Belastingdienst invult: u moet daarop namelijk aangeven of u in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van de gemeente. Voor meer informatie over de Kinderopvangtoeslag kunt u terecht bij de Belastingdienst.

4.13.4

Komt u in aanmerking?

Per regeling gelden net iets andere voorwaarden. De details kunt u navragen bij het “Inkomensondersteuningsloket”. U kunt daar ook uitgebreidere folders van de regelingen aanvragen. In ieder geval wordt gekeken naar inkomen en vermogen. Hieronder ziet u daarvoor richtlijnen inclusief vakantiegeld. Alleenstaande ouder Gezin met kinderen Jonger dan 65 jaar € 1.165,56 € 1.295,07 Vanaf 65 jaar € 1.252,56 € 1.368,01

4.13.5

Hebt u nog vragen?

De medewerkers van het “Inkomensondersteuningsloket” staan u graag te woord bij vragen. U kunt langskomen of bellen.

Bezoekadres

Postadres

Inwonersplein Eindhoven Antwoordnummer 10123, 5600 VB Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Inkomensondersteuningsloket Stadhuisplein 10, Eindhoven geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 - 17.00 uur 040 – 2 386 000 (op werkdagen van 8.30 - 17.00 uur) W: www.eindhoven.nl


43

4.13.6

Als je je kind mee wilt laten doen, maar het niet kunt betalen

Steeds meer ouders kunnen hun kinderen niet mee laten doen met bijvoorbeeld sport, muziek- of dansles, hobbyclub, enz. omdat ze dat niet kunnen betalen. Zelfs de kosten voor school (bijvoorbeeld schoolbenodigdheden, schoolreis, kamp, excursies) zijn soms niet meer op te brengen. In veel gevallen kunnen gezinnen een aanvraag bij de gemeente doen voor bijzondere bijstand. U kunt ook gebruik maken van andere ondersteuningsregelingen. De gemeente Eindhoven heeft de volgende regelingen: • De Reductieregeling: de Reductieregeling zorgt dat uitgaven voor activiteiten op het gebied van recreatie, sport en cultuur (voor een deel) aan het gezin worden terugbetaald. Het bedrag dat men krijgt, kan ieder jaar anders zijn; de vergoeding voor 2013 is maximaal € 179,00 per kind per jaar. • Bijzondere Bijstand Schoolkosten: deze regeling vergoedt de kosten voor bijvoorbeeld schoolspullen, schoolreisjes, excursies, sportkleding en ouderbijdrage. De vergoeding voor 2013 is maximaal € 133,00 per kind per jaar. • Bijzondere Bijstand Technologievergoeding: deze regeling vergoedt de kosten voor bijvoorbeeld een computer, educatieve software of applicaties, internetaansluiting of printer. In 2013 wordt € 600,00 vergoedt (maximaal per gezin per 5 jaar). De regelingen zijn bedoeld voor alle inwoners van Eindhoven die een minimuminkomen (tot max. 120% van het sociaal minimum) hebben. De medewerkers van het Inwonersplein, sector Zorg & Inkomen, kunnen u meer vertellen: stadhuisplein 10, tel 14040 of 040-238 6000; zie ook www.eindhoven.nl onder ‘inwonerplein, werk en inkomen’). Niet iedereen komt voor deze regelingen in aanmerking en ook niet alle kosten worden vergoed. Dan zijn er nog meer mogelijkheden. In Eindhoven zijn drie stichtingen die kinderen tussen de 4 en 18 jaar kansen bieden om toch mee te kunnen doen:

4.13.7

Stichting Leergeld (www.leergeld.nl)

Odysseuslaan 2, 5631 JM Eindhoven; E: [email protected] ; 040-2 131 141 (bereikbaar op maandag- en donderdagochtend van 09.00 uur tot 11.30 uur). Stichting Leergeld is bedoeld om kinderen, waar van de ouders/verzorgers in een financieel moeilijke situatie zitten, in staat te stellen mee te doen aan activiteiten die de school organiseert, of aan sport, beweging, muziek, dans, enz., De Stichting kan ook bijdrage doen voor de aanschaf van een fiets, een computer, of allerlei schoolbenodigdheden. Leergeld werkt met vrijwilligers. Zij komen op huisbezoek om samen met de aanvrager alle mogelijkheden en wensen te bespreken. Ouders / verzorgers kunnen zelf contact opnemen met Leergeld, maar ook anderen kunnen dit voor hen doen. De huisbezoekers gaan ook na of er gebruik kan worden gemaakt van gemeentelijke voorzieningen (zie hierboven) en zijn daar eventueel behulpzaam bij. Als Leergeld aanvragen tegenkomt die te maken hebben met sport of cultuur, zorgen zij voor verdere afhandeling door de hierna genoemde stichtingen. Leergeld kan ook hulp bieden in de vorm van het verstrekken van een voorschot, of een renteloze lening. Leergeld behandelt alle aanvragen in alle vertrouwelijkheid.

4.13.8

Het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl)

Deze stichting is van mening dat elk kind de gelegenheid moet hebben om te sporten. Sporten is leuk om te doen, je groeit er lichamelijk en geestelijk van, je ontwikkelt zelfvertrouwen en je gevoel voor eigenwaarde en het brengt je in contact met anderen. Sporten in clubverband bevordert bovendien de individuele, sociale en maatschappelijke integratie. Ouders/verzorgers kunnen niet zelf een aanvraag indienen, maar moeten dit laten doen door een intermediair. (b.v. de school, een maatschappelijk werkster, Stichting Leergeld, of iemand anders die betrokken is bij de begeleiding van het gezin) Jeugdsportfonds betaalt de contributie en eventuele sportattributen tot een maximum van € 225,- per jaar per kind. Het Jeugdsportfonds keert géén geld uit aan kinderen of aan de ouder(s), maar rechtstreeks aan de sportinstelling of –winkel.


44

4.13.9

Het Jeugdcultuurfonds (www.jeugdcultuurfonds.nl)

Het Jeugdcultuurfonds wil dat alle kinderen in Nederland zich kunnen ontwikkelen in minstens één kunstdiscipline. Het zelf beoefenen en ervaren van cultuur is de basis van het culturele leven. Kunst beoefen je voor jezelf. Omdat het leuk is en ontspannend. Maar het draagt ook bij aan je persoonlijke ontwikkeling, aan het gevoel ergens bij te horen en ervaringen te kunnen delen. De effecten van het ontwikkelen van je eigen creativiteit en het laten horen of zien wie je bent en wat er in je leeft, zijn groot. Wie aan kunst doet, krijgt meer zelfvertrouwen, het concentratievermogen neemt toe en het vergroot de sociale vaardigheden. Daarom wil het Jeugdcultuurfonds dat ook kinderen uit gezinnen die het financieel moeilijk hebben de gelegenheid krijgen om actief aan kunst te doen. Ouders/verzorgers kunnen niet zelf een aanvraag indienen, maar moeten dit laten doen door een intermediair. Deze intermediair is een persoon die professioneel betrokken is bij de opvoeding, begeleiding of scholing van het kind. Intermediairs werken veelal in een van volgende branches: jeugdzorg, (jeugd)gezondheidszorg, onderwijs, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, armoedebestrijding, vluchtelingenwerk. De bijdrage van het Jeugdcultuurfonds bedraagt maximaal €500,per jaar. Het Jeugdcultuurfonds keert géén geld uit aan kinderen of aan de ouder(s), maar rechtstreeks aan de culturele instelling, vereniging of winkel.


45

5 De leerkrachten 5.1 De nascholing van leerkrachten De leerkrachten van onze school volgen regelmatig nascholingscursussen. In sommige gevallen doen ze dat individueel, soms ook met enkele collega's samen. Elk jaar wordt er een plan gemaakt welke nascholing gevolgd gaat worden door welke leerkrachten. Dit schooljaar zullen er onder andere cursussen gevolgd of vervolgd worden op het gebied van

Passend Onderwijs Handelingsgericht werken (HGW) De kwaliteit van het onderwijs door middel van WMK (Werken met kwaliteitskaarten) Meer- en hoogbegaafdheid

5.2 Het inzetten van stagiaires Elk jaar loopt een aantal studenten op onze school stage. Het zijn studenten van Hogeschool de Kempel in Helmond. De studenten worden begeleid door de leerkracht van de groep waarin zij stage lopen. Ook geven de stagiaires in opdracht van de leerkracht een aantal lessen aan de kinderen. Op deze wijze doen zij praktijkervaring op. Ook de vaste leerkracht komt hierdoor met nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten in aanraking. Dit jaar zullen er twee K3-stagiaires (studenten in de afstudeerfase) werkzaam zijn. Onder begeleiding van onze vakleerkracht gymnastiek zullen er ook studenten van de ROC-opleiding ‘Sport en Beweging’ hun stage op onze school doorbrengen. Verder komen er enkele stagiaires van de opleiding voor onderwijsassistent.

5.3 Deeltijdleerkrachten Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een deeltijdbetrekking. Ook op onze school werkt een aantal leerkrachten in deeltijd. We streven er naar niet meer dan twee deeltijdleerkrachten in een groep te laten werken. Natuurlijk vindt er een goede afstemming tussen beide leerkrachten plaats in persoonlijk contact en door middel van klassenboek, groepsmap en andere schriftelijke verslaglegging. Soms is het nodig voor enkele dagen per schooljaar een derde of vierde persoon in een klas te laten werken in verband met vervanging voor ADV*- en BAPO-verlof**. Voor de kinderen zijn het in ieder geval bekende en vertrouwde gezichten. * ADV (eigenlijk compensatieverlof): verlof om te voorkomen dat leerkrachten meer lesuren maken dan volgens de CAO is toegestaan ** BAPO(Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen): regeling om oudere medewerkers beter aan het arbeidsproces te laten deelnemen

5.4 Wijze van vervanging Als een leerkracht ziek wordt of om een andere reden onverwacht afwezig is, doen we zoveel mogelijk beroep op dezelfde invallers. We kunnen een beroep doen op de invalpool van salto. Op deze wijze wordt het leerproces ondanks het uitvallen van de leerkracht zo min mogelijk verstoord. Als we er niet in slagen een invaller te vinden, liggen er op school duidelijke afspraken hoe de leerlingen dan opgevangen zullen worden. Ook wij ervaren dat het steeds moeilijker wordt op tijd een invaller te vinden. Wij zullen onze uiterste best doen om de kinderen niet naar huis te sturen.

5.5 Spreekavond Tijdens de spreekavonden kunnen ouders naar de leerkracht toekomen om de vorderingen van hun kind te bespreken. Ook de leerkracht kan het initiatief nemen om ouders van een kind uit te nodigen, soms gewoon om nader kennis te maken, soms ook als er een probleem dreigt te ontstaan. De data van de spreekavonden vindt u in onderstaand schema en op de kalenderbladen.


46

In de groepen waar twee leerkrachten werkzaam zijn, verzorgen zij beurtelings de spreekavonden. Het kan voorkomen dat de deeltijdleerkrachten samen de spreekavond willen verzorgen. Dit wordt dan bekend gemaakt op de kennismakingsavond in het begin van het schooljaar. Spreekavonden schooljaar 2013-2014 1 spreekavond: 16 september 2013 2e spreekavond: 11 november 2013 3e spreekavond: 9 december 2013 4e spreekavond: 10 februari 2014 5e spreekavond: 24 maart 2014 6e spreekavond: 19 mei 2014 7e spreekavond: 23 juni 2014 e

Op de laatste bladen van de schoolkalender treft u invulbriefjes voor de spreekavonden voor twee kinderen aan. Extra bladen voor het derde en vierde kind zijn bij de conciërges af te halen. Als u van plan bent meer dan één leerkracht te bezoeken, wilt u dan voor elke leerkracht apart een briefje invullen zodat zij onderling de tijden kunnen afstemmen? Om de spreekavonden voor zowel ouders als leerkrachten soepel te laten verlopen, dienen de invulbriefjes minimaal een week vóór die spreekavond te worden ingeleverd. De inleverdatum vindt u op de kalenderbladen.

Schaatsles

Televisieopnames Z@ppsport Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

47

6 De ouders 6.1 De betrokkenheid van ouders Voor de opvoeding van het kind naar volwassenheid zijn ouders en leerkrachten samen verantwoordelijk. De onderwijskundige kant blijft de verantwoordelijkheid van de leerkrachten. De ouders zorgen waar nodig en gewenst voor ondersteuning en aanvulling. Voor een goede begeleiding van kinderen is een open communicatie tussen leerkrachten en ouders erg belangrijk. Door een soepele uitwisseling van informatie kunnen ouders en school elkaar op een zinvolle manier aanvullen bij onderwijs en opvoeding. Ouders helpen regelmatig bij het organiseren en begeleiden van activiteiten “rondom de school”. Bijvoorbeeld de natuurwandelingen, de computerlessen, de sportdag, de schoolreizen en de excursies.

6.2 Informatievoorziening aan ouders Elke twee weken, op donderdag, krijgen alle oudste kinderen van het gezin een Florakel mee naar huis. Het Florakel is het nieuwsblad van de school. Er staat in vermeld wanneer en hoe laat een klas naar een theatervoorstelling gaat. Maar ook nieuws uit de medezeggenschapsraad of de oudervereniging komt in het Florakel. Twee ouders helpen ons daarbij. In de regel staat het Florakel dezelfde dag van verschijnen op de website. In het begin van het schooljaar wordt in elke klas een kennismakingsavond georganiseerd. De groepsleerkrachten vertellen dan hoe het er in de klas aan toegaat en wat er de rest van het schooljaar in de klas aan de orde komt. Als u er bezwaar tegen hebt dat foto’s waarop uw kind staat worden geplaatst in het Florakel of op de website, moet u dit schriftelijk kenbaar maken aan de directie.

6.3 Informatie aan gescheiden ouders U heeft recht op bepaalde informatie over uw kind. Bijvoorbeeld informatie over hoe het gaat op school, het rapport of de informatie van de ouderavonden. De school moet u die informatie geven. Ook als u gescheiden bent en ook als u geen ouderlijk gezag meer heeft over uw kind. Als beide ouders na echtscheiding met het gezag blijven belast, dan zullen zij door de school gelijkelijk worden behandeld. U mag dan beiden dezelfde informatie verwachten. Als er één ouder belast is met het ouderlijk gezag, dan heeft deze ouder de verplichting om de andere ouder op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen. Als u geen wettelijk gezag over uw kind heeft en informatie over uw kind wilt, dan moet u zelf bij de schooldirecteur naar de informatie vragen. De directeur mag weigeren om u de informatie te geven. Dit mag hij echter alleen als hij dit in het belang vindt van uw kind. Ook hoeft de leerkracht of directeur u niet meer informatie te geven dan aan de met het gezag belaste ouder is gedaan. Als u vindt dat u recht heeft op informatie over uw kind, maar de leraar weigert dit, dan kunt u hierover praten met de directeur van de school. Als dit niet helpt kunt u, in het uiterste geval, een klacht indienen.

6.4 Overleg over vorderingen en bij problemen In een persoonlijk gesprek, op de maandelijkse spreekavond, kunt u met de leerkracht over de vorderingen van uw kind spreken. Natuurlijk kunnen ouders een leerkracht ook vóór of na schooltijd even aanspreken om een afspraak te maken. De groepen 1-2 en 8 krijgen twee maal een rapport mee naar huis. Voor de groepen 3 tot en met 7 is dat drie maal per jaar. Vanaf schooljaar 2011-2012 hebben onze rapporten een nieuwe vorm. In plaats van cijfers geven we de beoordelingen voortaan in een vijfpuntsschaal. Voor de groepen 1-2 is dat een driepuntsschaal. Naast een beoordeling van de relevante vakgebieden geven we ook een Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

48

algemene indruk van het kind. Op het rapport worden de niveaus vanuit het CITO leerlingvolgsysteem vermeld. We vullen het rapport aan met de grafieken vanuit het leerlingvolgsysteem, die de ontwikkeling van de kinderen op relevante vakgebieden weergeven. Het rapport wordt een losbladig systeem, dat elk schooljaar wordt aangevuld. Het rapport voor de kinderen in groep 1 heeft het karakter van een portfolio. Een verzameling werkbladen geeft een indruk van de ontwikkeling van het kind.

6.5 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) denkt en beslist mee over alles wat met de school te maken heeft. Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een MR. In het basisonderwijs bestaat de medezeggenschapsraad uit ouders en personeelsleden. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de MR. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het schoolbestuur. Alle rechten van de MR staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Over sommige onderwerpen adviseert de medezeggenschapsraad het bestuur, voor andere zaken heeft de MR een instemmingsrecht. Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel mogen adviseren en/of instemmen over zaken die voor hen van belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de ouderbijdrage (dit loopt bij ons via de Oudervereniging). Soms moeten het schoolbestuur en de directie instemming vragen aan de MR over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellingsbeleid en het ontslagbeleid van het personeel. Voor andere zaken moet de directie advies vragen, bijvoorbeeld over nieuwbouw of vakantieregelingen. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. Op onze school bestaat de MR uit tien leden: vijf ouders en vijf teamleden. Een ouder van onze school is ook lid van de GMR (gemeenschappelijke MR van Salto). In deze GMR wordt onze school vertegenwoordigd door Désirée Vervuurt. Met ingang van schooljaar 2013 / 2014 omvat de personeelsgeleding (PMR) de volgende leden: Gonda Louwers, Linda Corstjens, Chantal Smit, Anouk Tervooren en Thijs van Weert. De oudergeleding (OMR) bestaat uit Saskia van Erven, Martijn Zaal, Anne Riesewijk (voorzitter), Chrisla Willems en Remco Visser. Florine van der Mast notuleert voor de MR. Bij belangstelling voor deelname in de MR kunt u altijd vrijblijvend een vergadering bijwonen. Gelieve dit door te geven aan de voorzitter ([email protected]) of een van de andere MR-leden.

6.6 Oudervereniging Naast de medezeggenschapsraad is er ook een oudervereniging (OV). De oudervereniging bespreekt schoolzaken die de aandacht vragen. Ook kent de oudervereniging een groot aantal werkgroepen voor het organiseren van allerlei activiteiten en evenementen. In die werkgroepen nemen vaak ook leerkrachten en ouders die niet in de OV zitten deel. We streven er naar dat iedere groep door één ouder vertegenwoordigd is. Die is dan in de meeste gevallen ook de contactouder. Het dagelijks bestuur van de oudervereniging bestaat uit de volgende leden: dhr. Peter van der Heiden (voorzitter), mevr. Hedwig van Lierop, mevr. Wendy van den Braak, mevr. Sabine Arkeveld, mevr. Joyce Scheffers, mevr. Desirée van Soest, mevr. Suzanne van Veen-van Osch. De penningmeester van de ouderraad is mevr. Liesbeth Meester. Het team wordt vertegenwoordigd door mevr. Agnes de Natris en mevr. Gonda Louwers.


49

6.7 Ouderbijdrage Om de extra activiteiten op school te kunnen bekostigen wordt door het dagelijks bestuur van de Oudervereniging (OV) een vrijwillige ouderbijdrage aan de ouders van de leerlingen gevraagd. Die ouderbijdrage is ook wettelijk gezien een vrijwillige bijdrage. De ouders worden hiervan tijdens het aanmeldingsgesprek op de hoogte gesteld. Met die ouderbijdrage worden activiteiten mogelijk, die niet vallen onder het normale schoolbudget maar waaraan toch wel veel belang wordt gehecht, zoals sportdagen, schoolfoto’s, Sinterklaas, Carnaval, schoolreizen, bijdragen aan de schoolkampen, bezoeken aan de schouwburg en ook leermiddelen, zoals o.a. Stabilo-pennen. Als u besluit om de ouderbijdrage niet te betalen, zal uw kind van deze activiteiten worden uitgesloten. Wij bieden op die momenten dan een vervangend onderwijsprogramma aan. De Oudervereniging beslist op haar jaarvergadering, waarvoor alle ouders worden uitgenodigd, over de besteding van deze ouderbijdrage en ook over de hoogte van deze bijdrage. Het dagelijks bestuur van de OV presenteert tijdens de Algemene Jaarvergadering het jaarverslag, het financiële jaarverslag en een voorstel voor de activiteiten en de begroting daarvan. De administratie en het innen van deze vrijwillige ouderbijdrage zijn in handen van de penningmeester van de Oudervereniging. Voor het schooljaar 2012-2013 bedroeg de ouderbijdrage € 42,- per kind per volledig schooljaar van tien maanden. Voor kinderen die in de loop van het schooljaar op school komen wordt een evenredig deel berekend. Op de jaarvergadering die in de periode september/oktober wordt gehouden, wordt de bijdrage voor dit schooljaar aan de ouders voorgesteld en na stemming vastgesteld.

6.8 Ouderactiviteiten Op onze school worden veel activiteiten georganiseerd waarbij de ouders betrokken zijn. Vaak speelt de oudervereniging hierin een belangrijke rol. Iedere ouder kan meehelpen om de school steeds beter te laten draaien. Dit kan door praktische hulp te verlenen, maar ook door, indien er vacatures zijn, zitting te nemen in het dagelijks bestuur van de oudervereniging of medezeggenschapsraad. Als ouder raak je hierdoor ook goed op de hoogte van de dagelijkse gang van zaken op school. Dat maakt het praten met kinderen over school ook gemakkelijker. Voorbeelden van grote evenementen waar ouders een belangrijke rol in spelen zijn:

de kerstmarkt. Terwijl de kinderen Kerst vieren in hun eigen groep, is er op het plein voor de ouders een gezellige “markt” met hapjes en drankjes. het florafestival. Deze wordt gewoonlijk elk jaar aan het eind van het schooljaar georganiseerd met spelletjes voor de kinderen en versnaperingen voor groot en klein. Dit jaar staat het florafestival gepland op 4 juli 2014.

Daarnaast is er een nauwe samenwerking tussen de school en de ouders bij feestdagen zoals Carnaval en Sinterklaas en bij jaarlijkse evenementen zoals de sportdag en het open podium. Dan zijn er ook nog de activiteiten gericht op natuur en cultuur en de begeleiding bij computerlessen. Sommige praktische zaken krijgen de gezamenlijke aandacht van ouders en school, zoals de hygiëne op school en de verkeersveiligheid (o.a. de verkeersbrigadiers) rondom school. Florafestival


50

6.8.1

Stichting Vrienden van de Floralaan

De Stichting Vrienden van de Floralaan stelt zich als doel fondsen te werven voor de realisatie van diverse plannen t.b.v. de accommodatie en het onderwijs. Dankzij hun inspanningen kunnen wij op het dak van onze school duurzame energie opwekken. De Vrienden van de Floralaan zijn ook betrokken bij de plannen voor de herinrichting van het schoolplein. De stichting houdt nauw contact met de directie, team en de oudervereniging Donaties zijn altijd welkom op postgironummer 9471046 t.n.v. Stichting Vrienden van de Floralaan te Eindhoven.

Sponsorloop 2013

6.9 Overblijfmogelijkheden De tussenschoolse opvang is in handen van Korein Lunch-Club. Verdere informatie over Korein vindt u in hoofdstuk 9 van deze schoolgids.

6.10 Naschoolse opvang De naschoolse opvang is in handen van Korein Kinderplein. Verdere informatie over Korein vindt u in hoofdstuk 9 van deze schoolgids.

6.11 Oversteekbrigade/verkeersbrigadiers In de directe omgeving van de school ligt een drietal drukke verkeerswegen die veel kinderen op hun weg van en naar school moeten oversteken. Voor de veiligheid van de kinderen zijn er verkeersbrigadiers (ouders) nodig die de kinderen helpen bij het oversteken. Er wordt op noordzijde van de rotonde Leenderweg/Floraplein gebrigadierd. De coördinator van deze brigade is altijd op zoek naar ouders die daar één of twee keer in de week willen brigadieren. De coördinator zorgt voor de indeling van de vrijwilligers op de verschillende tijden.

6.12 Schoolverzekering voor leerlingen De school heeft een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Op grond van deze verzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. Deze ongevallenverzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. Materiële schade aan brillen, Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

51

kleding e.d. is alleen verzekerd indien deze het gevolg is van een ongeval en voor zover niet elders verzekerd. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school (c.q. het schoolbestuur) zelf als zij die voor de school actief zijn, dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot een misverstand: •

De school (c.q. het schoolbestuur) is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. De school is alleen aansprakelijk wanneer er sprake is van een verwijtbare handeling en dit leidt tot schade (een causaal verband tussen oorzaak en gevolg). De school (of zij die voor de school optreden) moet dus tekort zijn geschoten in haar rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is wanneer aan een bril schade ontstaat door deelname aan de gymnastiekles; deze schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering van de school en wordt derhalve niet vergoed.

•

De school (c.q. het schoolbestuur) is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (jonger dan 14 jaar lees de ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere schoolactiviteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

6.13 Vergoedingen van schade De verzekering dekt geen schade die leerlingen elkaar toebrengen; bv. brillen, tassen, jassen e.d. In deze gevallen moeten de ouders de schade onderling regelen via de eigen WA-verzekering. De school is ook niet verzekerd tegen materiële schade [gebouw, leermiddelen, Stabilo-pen, schoolof bibliotheekboeken, apparatuur, computers, gereedschappen, speel- en leermaterialen] en in deze gevallen worden na onderzoek de ouders van de kinderen aansprakelijk gesteld. Indien sprake is van (herhaaldelijk) opzettelijk schade toebrengen kan de school overwegen aangifte van vernieling bij de politie te doen.

Afscheid groep 8 2013


52

7 Schooltijden en vakanties 7.1 Schooltijden Groepen 1 t/m 4: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

8.30 8.30 8.30 8.30 8.30

– 11.45 – 11.45 – 12.30 – 11.45 – 11.45

uur uur uur(!) uur uur

en en

13.00 – 15.15 uur 13.00 – 15.15 uur

en en

13.00 – 15.15 uur 13.00 – 15.15 uur

Om 8.30 uur en 13.00 uur starten de activiteiten in de groepen. We dringen er bij de ouders op aan om de kinderen op tijd te brengen en bij onverhoopt te laat komen de les niet meer te storen.

De groepen 5 t/m 8 gaan elke middag 5 minuten langer door. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tot 15.20 uur en op woensdag tot 12.35 uur. ‘s Morgens is er voor de groepen 3 t/m 5 een speelkwartier van 10.00 uur tot 10.15 uur en voor de groepen 6 t/m 8 van 10.15 tot 10.30 uur. De dag vóór een vakantie is er een continurooster. Alle kinderen blijven dan tussen de middag over en zij hebben eten en drinken van huis meegenomen voor de korte middagpauze. Om 13.30 uur gaan de kinderen naar huis. Deze dagen worden aangegeven op de schoolkalender. Alle leerlingen zijn op 7 vrijdagen vrij. In schooljaar 2013-2014 is dat op de volgende data: 6 september 2013 27 september 2013 14 februari 2014 4 april 2014

15 november 2013

6 december 2013

24 januari 2014

Deze vrije dagen staan óók op de schoolkalender aangegeven. De groepen 1 tot en met 4 hebben nog drie extra vrije vrijdagmiddagen. Op 23 augustus 2013, 21 maart 2014 en 20 juni 2014 zijn de kinderen uit de groepen 1 tot en met 4 ’s middags vrij. De schoolpleinen zijn geopend van 15 minuten vóór tot 15 minuten na schooltijd. Een kwartier na aanvang van de lessen worden de poorten aan de achterzijde van het gebouw gesloten. Het schoolterrein is dan nog alleen toegankelijk via de poort bij de hoofdingang. Er is een pleinwacht vóór het begin van de schooltijd. De leerkrachten hebben bij toerbeurt pleinwacht. Tijdens het speelkwartier zijn alle leerkrachten op het speelplein. De kinderen mogen tien minuten voor de school begint naar hun klas gaan. De kinderen van de hogere klassen kunnen zelf hun weg heel goed vinden, maar voor de kinderen in de groepen 1-2 en 3 is het nog erg plezierig als ze door hun ouder tot in de klas worden gebracht. Het is echter wel de bedoeling dat de ouders na de schoolbel het gebouw vlot verlaten, zodat de lessen snel kunnen beginnen.

Carnaval groep 4 Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

53

7.2 Vakanties en studiedagen De vakanties in het schooljaar 2013-2014 zijn als volgt vastgesteld: Vakantie Studiemiddag groepen 1 t/m 4, groepen 1 t/m 4 ’s middags vrij Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Studiemiddag groepen 1 t/m 4, groepen 1 t/m 4 ’s middags vrij Tweede Paasdag Meivakantie Hemelvaart Pinkstermaandag Studiemiddag team (Alle leerlingen ’s middags vrij) Zomervakantie

Periode 26 september 2013 14 oktober 2013 t/m 25 oktober 2013 23 december 2013 t/m 3 januari 2014 3 maart 2014 t/m 7 maart 2014 8 april 2014 21 april 2014 28 april 2014 t/m 9 mei 2014 29 en 30 mei 2014 9 juni 2014 11 juli 2014 14 juli 2014 t/m 22 augustus 2014

7.3 Verzuim van schooltijd De leerplicht gaat in op de eerste dag van de maand nadat een kind vijf jaar is geworden. Als een kind vier jaar wordt, mag het naar de basisschool, maar dat is op die leeftijd dus nog niet verplicht. Ook voor een vijfjarige leerling kan het hele dagen naar school gaan in het begin nog een vermoeiende aangelegenheid zijn. Er kan dan gebruik worden gemaakt van de speciale regeling dat een vijfjarige ten hoogste vijf uur per week thuis mag blijven als de ouder dat maar tijdig doorgeeft aan de schoolleiding. Op verzoek van de ouders kan de schoolleiding toestaan dat een vijfjarige zelfs tien uur per week wordt thuis gehouden. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk dat een leerling (buiten de schoolvakanties) schooltijd verzuimt. Voor verlof tot en met tien schooldagen in een schooljaar moet toestemming worden gevraagd aan de schoolleiding. Bij langere periodes van verlof beslist de consulent Leerplichtzaken van de gemeente, mevrouw Lilian van de Meerendonk 040 – 2 382 726. Er wordt nooit verlof verleend om eerder op vakantie te gaan of daarvan later terug te keren. Alleen in gevallen waarin de specifieke aard van de werkzaamheden van de ouders het onmogelijk maakt om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmalig extra vakantieverlof worden verleend. Vakantieverlof in de eerste twee schoolweken na de zomervakantie is echter niet mogelijk. Aanvraagformulieren voor verlof zijn op school te verkrijgen, maar ook via de website te downloaden. De aanvraag voor verlof dient ruim van tevoren (ca. twee maanden) te worden ingediend. Wanneer een leerling zonder opgaaf van redenen verzuimt, krijgen de ouders daarvan bericht met het verzoek alsnog de reden van verzuim te geven. Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Frequent te laat komen zonder reden is ook ongeoorloofd verzuim. Ouders en kinderen worden hierop aangesproken.

7.4 Verlof buiten reguliere schoolvakanties 7.4.1

Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen

Wanneer een kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Melding twee dagen van te voren bij de directeur van de school. Ouders/verzorgers doen een verzoek tot verlof bij de directie, de directie bepaalt of er toestemming wordt gegeven, dan pas is er sprake van verlof.


54

7.4.2

Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden”

Vrijstelling van geregeld schoolbezoek, wegens “andere gewichtige omstandigheden” op grond van artikel 11 onder g Leerplichtwet 1969 (LPW) kent de mogelijkheid extra verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden. Dit onderdeel is nader uitgewerkt in artikel 14 LPW. De hier bedoelde "andere gewichtige omstandigheden" verwijzen naar uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden waarvoor de leerling extra verlof nodig heeft, zodat hiermee een kennelijk onredelijke situatie voorkomen kan worden. Onder "andere gewichtige omstandigheden" vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Daarbij is sprake van een medische of sociale indicatie. Bij een medische of sociale indicatie is een verklaring van een (jeugd)arts van de GGD of een sociale instantie noodzakelijk. Onder “andere gewichtige omstandigheden” vallen zeker niet de volgende situaties: • activiteiten van verenigingen, zoals scouting of voetbalkamp (zie ook bijzondere talenten); • vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties (ook in geval van speciale aanbiedingen in het laagseizoen); • eerder vertrekken of later arriveren vanwege verkeers(drukte); • familiebezoek in het buitenland; • het argument ‘’mijn kind is nog jong’’; • het argument ‘’vlak voor de vakantie wordt er toch (bijna) geen les meer gegeven’’; • meedoen aan tv-opnamen; • verlof voor een kind omdat andere kinderen van het gezin al of nog vrij zijn; • deelname aan sportieve of culturele evenementen. Hieronder wordt aangeven welke omstandigheden in aanmerking komen voor extra verlof bij tien dagen of minder: • huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: maximaal 1 dag (buiten de woonplaats maximaal 2 dagen); • 12½- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: maximaal één dag; • 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1dag; • 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1 dag • ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: periode in overleg met directeur; • overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad: maximaal 4 dagen; • overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen; • overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal 1 dag. • verhuizing: maximaal één dag; • naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof.

7.4.3

Toptalenten sport en cultuur

Sport en cultuur nemen een belangrijke plaats in binnen onze maatschappij. Op hoog niveau presteren als toptalent op het gebied van sport of cultuur valt soms moeilijk te combineren met school. Omdat wij geloven dat het belangrijk is dat kinderen zich ook op andere terreinen ontwikkelen, en wij talentontwikkeling willen bevorderen, wil onze school toptalenten de ruimte bieden hun activiteiten op hoog niveau te combineren met school. Hiervoor kan het nodig zijn dat een leerling een deel van de lestijd wordt vrijgesteld. Daar staat tegenover dat de school in overleg met ouders en/of leerling een inhaalprogramma opstelt dat de leerling moet verwezenlijken. Wij willen als school een actief toptalentenbeleid voeren en gebruiken hiervoor de beleidsruimte die de wet ons biedt. Wij stellen echter ook voorwaarden bij dit beleid: •

Aanvragen kunnen alleen worden gedaan voor uitzonderlijke talenten; kinderen die op het hoogste (inter)nationale niveau presteren en, ingeval van topsport, een status hebben gekregen Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

55

• • • • •

via hun sportbond of NOC*NSF of als toptalent benoemd zijn en bekend zijn bij het Olympisch Netwerk. Voor cultuurtalenten geldt dat een jongere op het hoogste niveau (concoursen bij muziek, filmopnames of toneelvoorstellingen bij acteren) moet presteren en dat het moet gaan om een niet commercieel optreden (denk aan commercials) Ouder(s)/verzorger(s) doen (voor zover mogelijk) aan het begin van het schooljaar een schriftelijke aanvraag voor vrijstelling bij de school. In de aanvraag worden de momenten en/of data van afwezigheid vermeld. In de aanvraag wordt de noodzaak van deelname aan trainingen en wedstrijden/concoursen aangetoond. Het dient te gaan om nationale of internationale kampioenschappen/concoursen of trainingen daarvoor. Bij de aanvraag worden, ingeval van topsport, kopieën van bewijsstukken van de toegekende status of aangemeld zijn bij het Olympisch Netwerk gevoegd. Bij cultuurtalenten, bijvoorbeeld bij deelname aan een professionele productie, zal in voorkomende gevallen contact worden opgenomen met de Arbeidsinspectie om tot een gezamenlijk standpunt te komen. In alle gevallen geldt dat de school een plan van aanpak opstelt waarin wordt beschreven hoe de leerling de lesstof van de gemiste lessen gaat inhalen zonder achterstanden op te lopen. Uitgangspunt dient te zijn dat de leerling noch op cognitief, noch op sociaal-emotioneel terrein achter gaat lopen.

De school behoudt zich het recht voor om een vrijstelling in te trekken wanneer de schoolprestaties achteruitgaan of wanneer blijkt dat de leerling op sociaal-emotioneel gebied problemen krijgt. Aanvragen voor vrijstelling i.v.m. topsport en cultuur worden dus bij de school ingediend en niet bij de medewerker leerplicht/RMC. Dit is echter alleen mogelijk indien scholen hiervoor vooraf beleid hebben ontwikkeld en die ook hebben gepubliceerd en gronden voor vrijstelling hebben vastgesteld. Bovendien moeten aanvragen (voor zover mogelijk) voor aanvang van het schooljaar schriftelijk bij de school worden ingediend. De school heeft ook een belangrijke taak bij het toezien op het feit dat de schoolloopbaan van de betreffende leerling geen gevaar loopt. Wanneer de leerling zich niet houdt aan het plan van aanpak doet school melding van ongeoorloofd verzuim en neemt de leerplichtconsulent de verzuimmelding in behandeling. Verlof dient te worden aangevraagd door de ouder(s) of verzorger(s). - De duur van het verlof bepaalt bij wie de aanvraag moet worden indienen: hiervoor telt het aantal schooldagen. - Indien het aantal schooldagen 10 of minder is, dienen ouder(s)/verzorger(s) het verzoek aan het hoofd van de school of onderwijsinstelling te richten. Indien het verlof de tien dagen overschrijdt, wordt het verzoek gericht aan bureau Leerplicht van de gemeente Eindhoven. Een aanvraagformulier hiervoor is op school verkrijgbaar. - Alleen de directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd verlof te verlenen, de overige leerkrachten/docenten van de school niet. Het is raadzaam dat ouder(s)/verzorger(s)het aanvraagformulier geruime tijd (twee maanden) van tevoren indienen. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroep. - In bepaalde gevallen is een bewijsstuk vereist. De directeur van de school of onderwijsinstelling geeft naar ouder(s/verzorger(s) aan of dit wel of niet noodzakelijk is. - Indien de directeur van de school of onderwijsinstelling het verzoek afwijst stelt de Algemene Wet Bestuursrecht ouder(s)/verzorger(s) in de gelegenheid tegen deze beslissing een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bij de directeur van de school of onderwijsinstelling worden ingediend. - In dit bezwaarschrift dient naast naam ouder(s) of verzorger(s), adres, datum en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht tevens de gronden van het bezwaar te worden aangegeven. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. - In spoedeisende gevallen kunnen ouder(s/verzorger(s) een voorlopige voorziening vragen bij de President van de Rechtbank. Dit is een kort geding procedure. - De directeur van de school of onderwijsinstelling beoordeelt (binnen 6 weken) of de argumenten die in het bezwaarschrift worden genoemd, reden zijn om zijn standpunt te wijzigen. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

56

-

-

-

Indien hij alsnog positief beslist, is de procedure ten einde en zal het verlof worden verleend. Indien hij echter bij het eerdere besluit blijft, kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich bij deze beslissing neerleggen en de afwijzing accepteren, waarna het verzoek is afgewezen en de procedure eveneens ten einde is. Indien ouder(s)/verzorger(s) zich echter niet bij de afwijzing neerleggen, kunnen zij binnen 6 weken in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (artikel 8:1, eerste lid AWB). Naast een gemotiveerd beroepschrift moet de bestreden beschikking worden toegezonden. Ook nu kunnen ouder(s/verzorger(s) in spoedeisende gevallen nog een voorlopige voorziening vragen (artikel 8:81, eerste lid AWB). De rechtbank zal vervolgens de zaak afhandelen.

7.4.4

Vakantieverlof

(als bedoeld in artikel 13a van de Leerplichtwet 1969:vakantieverlof voor maximaal 10 schooldagen) Als ouders vanwege hun werk alleen buiten de schoolvakanties op vakantie kunnen, is het mogelijk om voor hun kind vakantieverlof aan te vragen. Dat moet schriftelijk gebeuren, bij voorkeur via een speciaal formulier, dat de school de aanvrager op zijn verzoek moet verstrekken. Voorwaarden: - aard beroep van een van de ouders (horeca en aanverwante bedrijven); - onoverkomelijke bedrijfseconomische belangen (bewijslast bij ouders /verzorgers); - eenmaal per schooljaar maximaal 10 schooldagen; - niet gedurende eerste twee lesweken van schooljaar. Toestemming voor vakantieverlof kan alleen worden gegeven door de directeur (hoofd) van de school. Vakantieverlof is bedoeld voor de jaarlijkse gezinsvakantie, voor maximaal tien aaneengesloten schooldagen, en niet voor een vakantie tussendoor of voor snipperdagen. Deze toestemming wordt dan ook hooguit één keer per schooljaar verleend. Gaan ouders buiten de schoolvakanties, zonder toestemming van de directeur van de school of de consulent leerplichtzaken, op vakantie, dan is er sprake van luxe verzuim. -

-

-

-

-

Vakantieverlof dient te worden aangevraagd door de ouder(s) of verzorger(s). Het vakantieverlof geldt voor maximaal 10 schooldagen en mag niet worden opgenomen gedurende de eerste twee lesweken van het schooljaar. De directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd hiervoor toestemming te geven voor maximaal 10 schooldagen. Vakantieverlof voor meer dan 10 schooldagen is niet mogelijk, ook niet via de leerplichtambtenaar. Alleen de directeur van de school of onderwijsinstelling is bevoegd verlof te verlenen, de overige leerkrachten/docenten van de school niet. Het is raadzaam het aanvraagformulier geruime tijd (twee maanden) van tevoren in te dienen. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroep. Het is verstandig bij de aanvraag een verklaring te overleggen waaruit de noodzaak van het vakantieverlof blijkt. Indien de directeur van de school of onderwijsinstelling het verzoek afwijst stelt de Algemene Wet Bestuursrecht ouder(s)/verzorger(s) in de gelegenheid tegen deze beslissing een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bij de directeur van de school of onderwijsinstelling worden ingediend. In dit bezwaarschrift dient naast naam ouder(s) of verzorger(s), adres, datum en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht tevens de gronden van het bezwaar te worden aangegeven. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. In spoedeisende gevallen kunnen ouder(s/verzorger(s) een voorlopige voorziening vragen bij de President van de Rechtbank. Dit is een kort geding procedure. De directeur van de school of onderwijsinstelling beoordeelt (binnen 6 weken) of de argumenten die in het bezwaarschrift worden genoemd, reden zijn om zijn standpunt te wijzigen. Indien hij alsnog positief beslist, is de procedure ten einde en zal het verlof worden verleend. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

57

-

-

-

Indien hij echter bij het eerdere besluit blijft, kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich bij deze beslissing neerleggen en de afwijzing accepteren, waarna het verzoek is afgewezen en de procedure eveneens ten einde is. Indien ouder(s)/verzorger(s) zich echter niet bij de afwijzing neerleggen, kunnen zij binnen 6 weken in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (artikel 8:1, eerste lid AWB). Naast een gemotiveerd beroepschrift moet de bestreden beschikking worden toegezonden. Ook nu kunnen ouder(s/verzorger(s) in spoedeisende gevallen nog een voorlopige voorziening vragen (artikel 8:81, eerste lid AWB). De rechtbank zal vervolgens de zaak afhandelen.

7.4.5

Adressen

Bureau Leerplicht, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven Arrondissementsrechtbank, Sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch

7.5 Ziekmeldingen Als een kind niet op school kan komen door ziekte, bezoek aan dokter e.d., moeten de ouders dat schriftelijk, telefonisch, per fax of per email vóór schooltijd aan de school doorgeven. Telefonische ziek- en afmeldingen worden genoteerd, zodat de leerkrachten snel kunnen controleren wat er met een leerling aan de hand is. Indien er ziekteverschijnselen bij kinderen zijn, die we in overleg met de GGD aan alle ouders en kinderen van de betreffende groep of van de hele school kenbaar moeten maken, wordt dit in de groep bekend gemaakt. Indien nodig volgt er een schriftelijke informatie of een artikel in ons infobulletin ‘Florakel’. Sommige ziekteverschijnselen moeten we melden bij de GGD.

Techniekles duurzame energie


58

8 Praktische zaken 8.1 Schoolregels Om alles op school in goede banen te leiden, zijn er enkele huishoudelijke regels waar iedereen op school zich aan moet houden. Daarom bespreekt elke leerkracht onderstaande regels geregeld met zijn leerlingen.

8.1.1

Hoe we met elkaar omgaan

1.

Wij gaan op een eerlijke manier met elkaar om.

2.

Wij pesten elkaar niet.

3.

Wij blijven van elkaars spullen af.

4.

Wij sluiten andere kinderen niet buiten.

5.

Wij beoordelen elkaar niet op uiterlijkheden.

6.

Wij lachen elkaar niet uit.

7.

Wij luisteren naar elkaar.

8.

Wij vechten niet.

9.

Wij schelden niet.

10.

Wij lossen problemen met praten op.

11.

Als we er niet uit komen, gaan we naar de pleinwacht of een leerkracht.

12.

Als er iemand gepest wordt, gaan we onmiddellijk naar de pleinwacht of een leerkracht.

13.

Als we zelf met een probleem zitten, dan kunnen we altijd bij de vertrouwenspersoon terecht. Met hem/haar kunnen we alles bespreken wat ons dwars zit, want er is beloofd dat er niets wordt doorverteld. We kunnen op school naar hem/haar toegaan of hem/haar thuis opbellen.

gymnastiek groep 7


59

8.1.2

Binnen het schoolgebouw

1.

Met elkaar zorgen we ervoor dat onze school er netjes uitziet.

2.

Een gevallen jas of een handdoek rapen we op en hangen we weer terug waar hij hoort.

3.

Afval en rommel gooien we in de prullenbak.

4.

We bekladden of vernielen het materiaal van de school niet.

5.

In de gangen lopen we rustig zonder te dringen of te schreeuwen.

6.

In de pauze gaan we naar buiten om te spelen. Alleen met toestemming van de leerkracht mogen we binnen blijven.

7.

Binnen de school spelen we niet met ballen, rolschaatsen, skateboarden of ander speelmateriaal.

8.

Als we naar huis gaan, nemen we onze jassen, tassen en gymnastiekspullen mee naar huis. Er blijft niets aan de kapstokken hangen.

8.1.3

Buiten op het schoolplein

Er zijn twee schoolpleinen bij de school. Het achterplein is voor de kinderen uit de groepen 1-2. Het voorplein aan de Floralaan is voor de groepen 3 t/m 8. Op het achterplein, ingang Bovistenlaan, is een overdekte fietsenstalling voor de kinderen.

1.

Voor schooltijd en in de pauze blijven we op het schoolplein.

2.

Op het plein mag niet gefietst worden.

3.

Afval en rommel gooien we in één van de grijze prullenbakken die op het plein te vinden zijn.

4.

Alleen met toestemming van de leerkracht mogen we van het schoolplein af of het schoolgebouw in.

5.

We klimmen in geen geval over het hek en we wringen ons ook niet tussen de spijlen van het hek door, ook niet als de bal over het hek is gegaan.

6.

De tuin van de school is niet bedoeld om in te spelen.

7.

Als de deur open gaat, gaan we zonder dringen en duwen naar binnen.

8.

Een kwartier na schooltijd gaat de poort op het achterplein dicht. Als we na die tijd nog op school zijn, dan gaan we via de poort aan de Floralaan naar buiten.


60

8.2 Vulpennen In groep 3 en een deel van groep 4 schrijven de kinderen met een potlood. In de loop van groep 4 leren de kinderen schrijven met een vulpen. Tot en met groep 8 blijven de kinderen met die vulpen schrijven. De aanschaf van deze pennen wordt mede mogelijk gemaakt door de ouderbijdrage. Wanneer een pen moedwillig wordt vernield of beschadigd, dan wordt een nieuwe pen in rekening gebracht. Dit is ook het geval als een pen kwijtraakt. Nieuwe pennen zijn verkrijgbaar bij één van de conciërges/beheerders.

8.3 Merken van kleding/gevonden & verloren voorwerpen Kinderen doen op school uiteraard hun jas uit, maar daarnaast ook vaak hun laarzen en hun sportkleding. Omdat kledingstukken en schoeisel snel door elkaar kunnen raken, is het verstandig om kleding, schoeisel, sokken en tassen te merken door de naam van het kind erin te zetten. Gevonden of verloren voorwerpen worden op de laatste vrijdag van de maand en vóór een schoolvakantie opgeruimd. Ze krijgen dan een alternatieve bestemming.

8.4 Verjaardagen, trakteren, uitnodigingen De verjaardag van een kind is altijd iets waar lang naar uitgekeken wordt. Ook op school willen we dit feest graag vieren. Om dit zo fijn mogelijk te laten verlopen zetten we even wat afspraken op een rijtje: - Foto’s maken is prima. Leuk voor later! - Filmen is niet toegestaan. - Trakteren hoort erbij, maar…. We willen graag dat het iets kleins is. - Iets gezonds zou helemaal mooi zijn!Denk bijvoorbeeld eens aan een versierde mandarijn, gezonde prikker of een klein cakeje. Maar beperk het alstublieft tot één ding. Het gaat om het idee, niet om de hoeveelheid. - Alstublieft geen snoepzakken of cadeautjes. - Een aparte traktatie voor de leerkrachten is echt niet nodig. Het is aardig bedoeld, dat waarderen we ook. Maar we vinden het net zo gezellig om te delen in de traktatie die ook voor de kinderen bestemd is. Wij willen u vriendelijk, maar dringend verzoeken om u aan deze afspraken te houden.

8.5 Fietsenstalling Er is op school een overdekte fietsenstalling die bereikbaar is via de ingang aan de Bovistenlaan. Op het plein mag niet gefietst worden; dus naast je fiets lopen. Zet je fiets op de voor jouw groep aangegeven plaats. Zet de fiets op slot, eventueel met een kettingslot aan het fietsenrek. Zorg dat er aan het sleuteltje een adreskaartje zit met de naam van uw kind. De fietsen van kinderen staan geheel voor eigen risico in de stalling en ook voor schade aan alle vervoersmiddelen van ouders kan de school niet aansprakelijk gesteld worden. Als na schooltijd de poort van de fietsenstalling gesloten is, kan de fiets worden opgehaald via onze collega’s van de buitenschoolse opvang.

8.6 Parkeren in de schoolomgeving Ouders die woonachtig zijn in de directe omgeving van de school worden verzocht om te voet de kinderen naar school te brengen en af te halen. Wij doen een dringend beroep op alle ouders en kinderen om mee te werken aan een veilige schoolomgeving. Het spreekt vanzelf, dat iedereen de verkeersregels naleeft. Pas op! De Bovistenlaan is een eenrichtingsweg voor auto’s vanaf de Floralaan. De boete bedraagt €90,-


61

Ouders, die per auto hun kinderen naar/van school brengen/afhalen, vragen we dringend om de auto’s op de juiste wijze te parkeren zonder voetgangers en fietsers in gevaar te brengen. Parkeren moet op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen en dat mag niet op de stoep of op het fietspad voor de school. De boete hiervoor is €60,-.

Sportdag 2013


62

9 Korein Kinderplein 9.1 Korein Kinderplein Het leukste ontmoetingspunt voor groot & klein! Wilt u dat uw kind ook ná school een leuke tijd heeft? Op het Korein Kinderplein Floralaan West is van alles te doen! Er zijn ook gezellige hoekjes om te ontspannen. Uw kind kiest zelf wat het wil doen. Kinderen van 4 tot 9 jaar zijn welkom op de KidZ Club van Korein Kinderplein. En voor kinderen van 9 tot 13 jaar is er de Campus. De begeleiding en activiteiten zijn helemaal aangepast op de leeftijdsgroepen. De pedagogisch medewerkers zijn deskundig, betrokken en vooral enthousiast! Uw kind hoeft zich geen moment te vervelen. Leuk, gezellig en actief Na school kunnen de kinderen eerst even bijkomen van de schooldag, met een cracker of fruit en iets te drinken. Daarna mogen ze meedoen aan allerlei activiteiten. Sport, muziek, cultuur en techniek; noem maar op! En wil uw kind zich even ontspannen? Dat kan natuurlijk ook. Op het Korein Kinderplein zijn speciale plekken om te spelen, te computeren en huiswerk te maken. En in de vakantie? Dan organiseert het Korein Kinderplein leuke uitstapjes. Opvang vóór school Kiest u voor opvang vóór school? Dan is uw kind vanaf 7.30 uur al welkom. Daar kan hij of zij nog even lekker spelen voordat de school begint. Kinderen die oud genoeg zijn, gaan zelf naar school; de kleintjes brengen wij. Tussen de middag kan uw kind gezellig een boterham eten bij de Lunch-Club van Korein. Dat gebeurt in samenwerking met de school. Ook opvang overdag Voor kinderen die nog niet naar school gaan, biedt Korein Kinderplein dagopvang. Bij de Crèche kunnen kinderen van 0 tot 2,5 jaar terecht. Hier worden zij met alle warmte, geborgenheid en veiligheid omringd die er is. Bij de allerjongste kinderen besteden we in het kinderdagverblijf veel aandacht aan fysieke en emotionele veiligheid. Maar ook aan hygiëne en zorg. Peuters Bij PeuterPlaza helpt Korein Kinderplein kinderen van 2,5 tot 4 jaar om een goede start te maken op de basisschool. Met prikkelende activiteiten stimuleren we de ontwikkeling van uw peuter. Bijvoorbeeld de taalontwikkeling, rekenontwikkeling, sociale ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Speels en ongedwongen. In een gezellige, uitdagende omgeving. We werken in thema’s die aansluiten op de leefwereld van peuters, en gebruiken gecertificeerde methodes die we afstemmen op de methode van de samenwerkende basisschool. Zo is de overstap naar groep 1 makkelijk gemaakt. Loop gerust even binnen U bent altijd welkom om een kijkje te komen nemen. Loop gerust even binnen op het Korein Kinderplein. Bellen mag natuurlijk ook. We ontmoeten u graag! Korein Kinderplein Floralaan West 264 5644 LR Eindhoven 040-2137251 Kijk voor meer informatie op www.koreinkinderplein.nl


63

9.2 De Lunch-Club De Lunch-Club, Tussenschools Opvang Plezier voor groot en klein Als uw kind tussen de middag overblijft, dan moet dat goed geregeld zijn en leuk zijn voor de kinderen. Dat vindt de school ook. Dus heeft zij de Lunch-Club gevraagd om tijdens de middagpauze op school de tussenschoolse opvang te verzorgen. De kinderen eten onder professionele begeleiding rustig een boterham, spelen en ontspannen. Om zo weer energie te krijgen voor na de pauze! U kunt kiezen Of uw kind nu op vaste dagen in de week naar de Lunch-Club gaat, of alleen af en toe een keertje overblijft; u kunt zelf een planning maken. Via www.delunch-club.nl regelt u dat snel en gemakkelijk. Zo kunt u uw kind aanmelden Wilt u uw kind aanmelden bij de Lunch-Club? Vul dan het inschrijfformulier in op www.delunchclub.nl. U kunt uw kind aanmelden met een eigen gebruikersnaam en wachtwoord. Spelregels Met uw unieke inlogcode vraagt u zelf tussenschoolse opvang aan. Op dagen die u zelf kiest. Hoe eerder uw melding, hoe voordeliger de basistarieven. Tarieven per 1 augustus 2013 exclusief drank Tarief € 2,34 : bij aanmelden meer dan 7 dagen voor de tso-dag Tarief € 2,94 : bij aanmelden 7 dagen tot 1 dag voor de tso-dag Tarief € 3,53 : bij aanmelden 1 dag voor de tso-dag tot op de dag zelf *

Uw school heeft een keuze gemaakt of er wel of geen drinken geschonken wordt tijdens de tso. U als ouder hebt hier geen keuze in. ** Uw kind dient zelf brood en drank mee te nemen voor de tso.

De Lunch-Club staat graag voor u klaar Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie, dan staat de teamleider Lunch-Club u met alle plezier te woord. Of stuur een e-mail naar [email protected]. De teamleider Lunch-Club bij u op school is: Liesbeth Linssen [email protected] 06-22 48 16 42 ( ma,di,do,vr 11.00-14.00) Loop gerust even binnen op het kinderplein U bent altijd welkom om een kijkje te komen nemen. Ouders hebben ook de mogelijkheid om een of meerdere keren mee te werken. Loop gerust even binnen op het Korein Kinderplein. Bellen mag natuurlijk ook. We ontmoeten u graag! Korein Kinderplein Floralaan West 264 Kinderplein, telefoon: 040-2137251, e-mail: [email protected] Lunch-Club, telefoon: 040-2948920, e-mail: [email protected] Kijk voor meer informatie en aanmelden voor het kinderplein op www.koreinkinderplein.nl Uw telefoontje of e-mail is van harte welkom!


64

10 Jeugd- en gezinswerker 12Onze school/SPIL maakt gebruik van de diensten van een Jeugd- en Gezinswerker (JGW-er.) Zij helpt bij het verbeteren van de leef- en opvoedingssituatie van kinderen en jeugd, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De hulp van het Jeugd- en Gezinswerk komt vanuit Welzijn Eindhoven en is gratis. De JGW-er gaat in gesprek met de ouders en/of kind(eren) om samen te bespreken hoe het gaat en wat zij graag zouden willen veranderen of leren. Zij biedt daarin vervolgens hulp en ondersteuning waar nodig. Zo kan zij opvoedingsondersteuning bieden aan ouders/opvoeders. U moet dan denken aan alledaagse vragen zoals: • • • • • • • • • • •

Leren luisteren en grenzen stellen Slapen Zakgeld Computergebruik Consequent zijn Zindelijk worden Eigen wil Positief reageren Echtscheiding en kinderen Omgaan met ruzie tussen de kinderen Eten

Hierbij kan met de methodiek Triple P gewerkt worden. Ook kan zij themabijeenkomsten verzorgen, waarin onderwerpen rondom opvoeding en ontwikkeling centraal staan. De JGW-er kan ook begeleiding aan het kind bieden. De gesprekken kunnen thuis, op school of op een kantoor van Welzijn Eindhoven plaatsvinden. De JGW-er werkt samen met andere hulpverleners en organisaties die eventueel al betrokken zijn bij het kind/gezin.

Florafestival

Open podium

FloralaanFlorafestival West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

Open podium 2010

65

Carnaval groep 5

Techniek workshop


66

SPIL-centrum FLORALAAN Floralaan West 264 5644 BN Eindhoven De twee partners in het SPIL-centrum zijn: Korein Kinderplein Vestigingsmanager: Bianca Lamers-Meurkens Ingang Bovistenlaan Telefoon: [040] 213 72 51 Telefoon algemeen: 0800 235 56 734 [0800-BELKOREIN] www.koreinkinderplein.nl saltobasisschool floralaan Directie: Hans van Dael [dir.] & Fred Verspaget [adj.] Bouwleiders: Marion Post [onderbouw] Annelien Veerman [middenbouw] Frans van Gennip [bovenbouw] Floralaan West 264 5644 BN Eindhoven Telefoon: [040] 2 112 112 [email protected] www.bs-floralaan.nl www.salto-eindhoven.nl


verzorgers om te reageren

Recommend Documents