1
Mijn kantoor ligt op de tweede verdieping. Het is ruim en eenvoudig uitgerust. Naast dat van mij is er nog een groter bureel, ingenomen door mijn baas. Hier hangt het enige schilderij van het bedrijf. Het is een Emil Nolde en stelt een zomerzon voor. Ik denk dat het een kopie is. De rest van de verdieping is een open kantoorruimte met designmeubels die futuristisch ogen. Elk bureau is uitgerust met een of meer laptops. Halfhoge panelen en verzorgde planten geven wat privacy aan de secretaresses en bedienden van de verdieping. INOVATAR is een informaticabedrijf en specialiseert zich in zeer klantgerichte toepassingen. Soms wordt de hardware maar in enkele exemplaren aangemaakt. Ikzelf leid de softwareafdeling die speciaal voor deze producten wordt ontwikkeld.
Op de werkvloer heerst de ongedwongen sfeer van een jong bedrijf. We spreken elkaar aan met de voornaam. Jeans, korte mouwen. Zelden loopt iemand met een das rond. Behalve dan mijn baas, de heer Paul van Cleef, die er een punt van maakt om er steeds afgeborsteld uit te zien. Het lukt hem steeds minder goed. Hij is de vijftig gepasseerd en worstelt met buikvet. Het feit dat hij het kantoor naast mij betrekt, is geen toeval. Het kantoor is namelijk, met zijn drie vensters, het grootste van het hele gebouw. Daarvoor heeft Van Cleef wel van de derde verdieping moeten verhuizen. Hij is managing director, zoals op zijn peperdure naamkaartjes in reliëf staat gedrukt. Op het bedrijfsorganigram staat ‘directeur operaties’ maar dat was hem te min. Hij heeft kaartjes in vijf talen, waaronder het Japans. Paul van Cleef werkte vroeger in een Duits bedrijf en de cultuur ervan was aan hem blijven plakken. De firma boert uitstekend, wat altijd goed is om de dagelijkse stress draaglijk te maken. De gemiddelde leeftijd is er erg laag en het aantal vrouwen ligt ver boven het gemiddelde. De personeelschef heeft een bijzondere voorkeur voor langbenige secretaresses. Een flink deel van onze populatie dames op de verdieping zou niet misstaan in een of ander modetijdschrift. Alleen Paul heeft een persoonlijke assistente. Waag het niet haar bij de secretaressen in te delen. Ze is in haar kantoortje op de derde 1
verdieping gebleven omwille van de status. Margareta is zo lelijk als de nacht. Ze kan in een horrorfilm acteren zonder langs te gaan bij de schminkdame. ‘Diane, kun me je het Kaneda-dossier even brengen? Ik ben het kwijt,’ vroeg ik aan mijn secretaresse over de telefoon. ‘Nicolas, je hebt het gisteren meegenomen naar huis, weet je nog?’ Zonder Diane zou ik het niet redden. De vergadering was voor deze namiddag gepland en zonder dossier was ik gewoon verloren. Plots herinnerde ik me dat het dossier op het tafeltje in de hal was blijven liggen. Achteraf bekeken was deze vergetelheid de aanleiding tot een reeks gebeurtenissen die mijn leven overhoop hebben gehaald. Ik kon mijn vrouw vragen om het dossier naar kantoor te brengen. De rit van huis naar kantoor was slechts een kwartiertje en op dit uur waren er geen files. Dat was veruit de eenvoudigste oplossing. ‘Diane, kun je mijn vrouw bellen?’ Het duurde ongewoon lang voor Diane mij terugbelde. ‘Nicolas, ik krijg geen antwoord en ik heb al vier keer gebeld. Ook geen respons op haar mobieltje’. ‘Laat maar. Ik ga zelf wel even naar huis. Probeer over tien minuten nog eens en zeg tegen mijn vrouw dat ik langs kom.’ Mijn naam is Nicolas Verbist. Ik ben vijfendertig jaar en ingenieur van opleiding. Men fluistert dat ik wat op Jude Law lijk. Dat is die mooie man uit de film. Ik heb misschien een of twee films gezien waarin hij optreedt. Het flatteert maar ik kan het niet opbrengen om veel aandacht aan mijn uiterlijk te besteden. Het shoppen en de acrobatieën in nauwe pashokjes hangen me snel de keel uit. Tot eeuwig ongenoegen van mijn vrouw Laure die steeds blijft proberen om mij stijl en goede smaak bij te brengen. Dat laat ik maar me over me heengaan. Het stoort me niet en het maakt dat ik geen moeilijke beslissingen hoeft te nemen wat kleding en zo betreft. Als ik door de kantoorzaal loop, merk ik dat de vrouwen vaak opkijken en staren. Enkelen strekken hun rug om hun borsten naar voor te laten priemen. Voor mij uit loopt Verena. Ze is de natte droom van de hele mannelijke personeelsbezetting. Het is algemeen bekend dat ze geen bh draagt en op een heel warme zomerdag is ze door de personeelschef daarover aangesproken. Het heeft niet geholpen. Ik kijk naar haar benen en haar strakke splitrokje. Ze heeft een heel speciale tactiek om de mannen om haar vinger te winden. Het is doorzichtig, maar het werkt altijd. Ze geeft elke man de indruk dat ze ietsje meer aandacht aan hem besteedt dan aan de rest van de planeet. 2
Verena krijgt alles gedaan van haar mannelijke collega’s. Die zijn dan ook bijzonder creatief om in haar omgeving te kunnen komen. Hun jaloerse vrouwen willen waarschijnlijk haar groene katogen uitkrabben en de hoog ingeplante trilborstjes amputeren. Zoals alle hogere kaderleden beschik ik over een gereserveerde plaats. Van Cleef heeft er eentje naast die van de algemene directeur. Bij het wegrijden van de parkeerplaats, bekroop me een raar voorgevoel. Het gebeurt zelden dat mijn vrouw niet reageert op herhaalde telefoontjes. De uitleg zou vast heel eenvoudig zijn. Misschien was ze op bezoek bij een vriendin of gewoon boodschappen gaan doen. Haar mobieltje zou wel onder in een of andere tas liggen. Laure en ik hebben vijf jaar geleden een appartement gekocht in een residentiële wijk op de Antwerpse linkeroever. Zwaar gesponsord door haar ouders. De panden aan de Schelde zijn prijzig. Het appartement is een duplex, wat ons de nodige privacy geeft. Aan de achterzijde is er een private parking met plaats voor drie auto’s. Mijn schoonvader heeft een hoge functie in een van de grote banken. Mijn schoonmoeder is verantwoordelijk voor de public relations bij een autofabrikant. Ikzelf ben enig kind. Mijn vader is op jonge leeftijd gestorven. Met de rest van de familie heb ik geen contact meer na een banale erfenisruzie tussen mijn moeder en een oom. Mijn vader werkte als eenvoudige klerk bij de posterijen. Met een schamel overlevingspensioentje hadden wij het thuis niet al te breed. Op dit uur is er altijd weinig verkeer. De rit naar huis verliep dan ook vlotjes. De auto van Laure stond op de parking. Ik vond een plek aan de overkant van de straat en liep naar huis. Toen ik de hal binnenkwam, zag ik direct het dossier van Kaneda liggen. Ook hoorde ik luide muziek uit onze slaapkamer komen. Iets van haar geliefde Joao Gilberto. Getroffen door het ongewoon hoge volume van de muziek, sloop ik de trap op. De deur van de slaapkamer stond op een kier. Ik was getuige van een wel heel zonderling tafereel. Mijn vrouw stond met de rug naar mij toe. Ze was bezig zich op de tonen van de zwoele muziek uit te kleden. Op een stoel voor haar hing een mannenjas. Ze maakte de wulpse bewegingen van een stripper. Haar bovenlichaam was naakt. Ze stapte uit haar rok. Haar rode doorkijkslipje werd meegetrokken. De muziek stopte te vroeg. Ik meende haar snelle ademhaling te horen.
3
Verward ging ik terug naar beneden. Ik wilde niet dat ze wist dat ik haar had gezien. Ik was opgewonden, ja, dat wel. Ik sloot de voordeur met de grootste omzichtigheid. Terug in de wagen liet ik de onwezenlijke situatie op me inwerken. Had er iemand gezeten in de slaapkamer? Dit kon ik niet geloven. Ging het hier om een soort van geheime fantasie? Een verrassing die ze voor mij in petto hield? Ik zag niet meteen een aanleiding en het zou dan wel een grote primeur zijn in ons seksleven. Het beste dat ik kon doen was tien minuten wachten, aanbellen en wachten tot ze openmaakte. Haar uitleggen dat ik het dossier kwam ophalen. En vooral vragen waarom ze niet antwoordde op de telefoontjes. Het waren hele lange minuten waarin ik de beelden in de slaapkamer als een filmpje steeds opnieuw afspeelde. Ik kreeg een erectie. Allerlei fantasieën flitsten door mijn hoofd. Een buurman die langs liep, zag me in de auto zitten. Hij keek verbaasd. Ik stapte snel uit en stak de straat over voordat hij me kon aanspreken. Mijn hart sloeg in overdrive toen ik aanbelde. De deur ging merkwaardig vlug open. Had zij me gezien? Ik besloot niets te zeggen over de telefonische oproepen. Ze had een andere rok aangetrokken. Van enige opwinding bij haar viel niets te merken. ‘Schat, ik kom een dossier ophalen, vergeetachtig geweest deze morgen. Ik heb het dringend nodig. Het ligt hier nog, denk ik.’ De woorden kwamen er sneller uit dan de bedoeling was. Ik voelde mijn handen klam worden. Voordat ze iets kon zeggen, liep ik haar voorbij en griste de map met documenten van het tafeltje. Het viel me moeilijk om gewoon te doen. Ik heb nooit goed toneel kunnen spelen. ‘Oh, was jij het die daarstraks belde? Ik zat in bad.’ Haar reactie was ongewoon. Het was een simpele verklaring en toch... Normaal had ze de oproeper nagetrokken. Ze herkent mijn nummer toch? Waarom had ze de oproepen genegeerd? Waarom juist nu? En haar mobieltje? Hadden de telefoontjes haar in de voorbereiding gestoord? Het was een teken dat er iets aan de hand was. Ik zou gelijk krijgen. ‘Tot vanavond schat, ik ben op het gewone uur thuis.’ Nog een vluchtige kus op de wang en ik begon aan de rest van een verwarrende dag.
4
Op de terugweg naar kantoor begon het te regenen, afgewisseld met vlagen natte sneeuw. Het werd zo donker dat de koplampen aan moesten. De hits op de radio hielpen niet om depressieve gedachten te vermijden. Het was zo’n dag dat het aantal zelfmoorden het gemiddelde overstijgt. Vanavond zou ik wel gespannen zijn. Ik zou wat moeten verzinnen om Laures nabijheid te kunnen ontvluchten. Of zou ik erover beginnen? Het leek me beter van niet. Ik had geen goede reden kunnen verzinnen om de slaapkamer niet binnen te komen. Met moeite probeerde ik het voorval uit mijn hoofd te bannen. De vergadering met de Japanners was te belangrijk om ze te verneuken.
5