VERTELCYCLUS WEEK 8: BAKKER
VERSIE 1 (5-‐12-‐2014)
1
BOEKEN:
! WERELDWOORDEN:
Titel: Een taart voor kleine Beer
Auteur: Max Velthuijs
Jaartal: 2011 Uitgeverij: De Vier Windstreken
Bloem: een wit poeder dat we gebruiken om brood te bakken (Woord op blz. 5). Deeg:
deeg
bestaat
uit
bloem,
en
uit
bijvoorbeeld water, boter en suiker. Deeg moet je kneden. Daarna kan je er brood, koekjes enzovoort van bakken (Woord en prent op blz. 7). Gulzig: je bent gulzig als je snel veel eet of drinkt (Woord en prent op blz. 16).
Woorden aangepast op blz. 5, 8, 15 en 25. Zinnen geschrapt op blz. 20 en 24.
Titel: De bakker Auteur: Liesbet Slegers Jaartal: 2009 Uitgeverij: Clavis
! WERELDWOORDEN: Gebak: Gebak is iets lekkers gebakken van deeg. Taartjes en cake zijn gebak (blz. 2). Vers: Iets dat vers is, is net gebakken of net gemaakt. Het is niet oud (blz. 8 en 10, afbeelding blz. 10). Winkelrek: Winkelrekken zijn planken in de
winkel waarop de dingen liggen die te koop zijn. Bij de bakker ligt er brood op de winkelrekken.
(blz. 20)
Zinnen geschrapt op blz. 6, 10, 12, 16. ‘Vers’ toegevoegd op blz. 10.
2
DAG 1: HET VERHALEND PRENTENBOEK EEN EERSTE MAAL VERTELLEN
DOELSTELLINGEN: " "
Woorden en bijhorende concepten verwerven Verhaalbegrip
MATERIAAL: " " "
Het boek van het verhaal ‘Een taart voor kleine Beer’. Doosje met magische woorden Prenten van de magische woorden (42. bloem, 43. deeg, 44. gulzig)
GROEPERING: Volledige klas
3
VERLOOP:
15 min
MOTIVATIE FASE 1: INTRODUCTIE MAGISCHE WOORDEN
3 min
Introductie magische doos met prenten van de drie magische woorden van de dag. Je geeft zelf de definitie van elk woord, en stelt één vraag over de prent: zie vragen achterop prent. Hang de prenten op.
FASE 2: BOEKSNUFFELEN Verhaal: kaft, titel en auteur
FASE 3: INTRODUCTIE LUISTEROPDRACHT Uitleg + klassikaal oefenen.
VERHAAL MET LUISTEROPDRACHT
7 min
Gebruik de vertelplaten van het verhaal. Luisteropdracht Voorspelvragen
VERWERKING FASE 1: TWEE EENVOUDIGE VRAGEN OVER HET VERHAAL
5 min
Hoe maakte Varkentje een taart? In de keuken. Met meel, boter, melk, suiker en zout. Hij laat de taart bakken in de oven. Hij legt er aardbeien op en slagroom. 2. Voor wie maakte Varkentje deze taart en waarom? Voor kleine Beer omdat het zijn verjaardag is. 1.
! De kaft van het boek met de personages (en kleine Beer als jarige in het midden) kan helpen bij deze vragen.
FASE 2: UITGEBREIDE HERHALING VAN DE MAGISCHE WOORDEN Voor elk magisch woord doe je het volgende: - de definitie herhalen - een link leggen met het verhaal - eenvoudige vragen stellen - één vraag stellen over de eigen ervaring Achterop de prenten vind je de vragen.
4
DAG 2: HET VERHALEND PRENTENBOEK EEN TWEEDE MAAL VERTELLEN DOELSTELLINGEN: " " " "
Woorden en bijhorende concepten diepgaander verankeren Nadenken en redeneren Verhaalbegrip: diepgaander inzicht Spreken
MATERIAAL: " " "
Het boek van het verhaal ‘Een taart voor kleine Beer’. Prenten van de magische woorden (42, 43, 44) Sorteerkaarten 8.1 tem 8.10 voor het sorteerspelletje
GROEPERING: Deze activiteit gebeurt in een kleine homogene groep van 6 tot 12 kleuters. Het sorteerspelletje op het einde kan nadien nogmaals gespeeld worden met de volledige groep. Dat is aan te raden om de woorden ook met de grote groep beter in te oefenen!
VERLOOP:
19 min
MOTIVATIE FASE 1: BEKNOPTE HERHALING VAN DE MAGISCHE WOORDEN
5 min
De ko toont de prenten van de drie magisch woorden. Ze herhaalt de definities en de eenvoudige vragen. Zie vragen op prenten.
FASE 2: ZOEK DE MAGISCHE WOORDEN IN HET VERHAAL De kleuters zoeken de magische woorden op de prenten van het verhaal. Kleef een post –itnote en bespreek wat er gebeurt.
VERHAAL MET SPREEKOPDRACHT
8 min
Gebruik de vertelplaten van het verhaal. Spreekopdracht: kleuters vertellen op pagina met magisch woord –antwoord van de kleuter samenvatten en verder lezen.
! Vraag tijdens het voorlezen van het verhaal of het goed is dat iedereen al op voorhand van de taart proeft. Zo bereid je de kleuters al wat voor op de inzichtsvraag die volgt!
5
VERWERKING FASE 1: INZICHTSVRAAG OVER HET VERHAAL
6 min
De ko stelt volgende inzichtsvraag: 1. Vond kleine Beer het erg dat iedereen al zo gulzig van de taart had geproefd? Neen. Hij vond de taart zeer lekker en was blij met het laatste stuk. Als hij ’s avonds is zijn bed ligt is hij ook heel blij. Zou kleine Beer nog steeds blij geweest zijn als ze de hele taart hadden opgegeten? Neen, want dan hadden ze niets over voor hem en het is zijn verjaardag.
FASE 2: SORTEERSPELLETJE Gebruik sorteerkaarten 8.1 tem 8.10 voor dit sorteerspelletje. Neem sorteerkaarten 8.1 tem 8.4: is dit bloem om mee te bakken? Ja of neen? Neem sorteerkaarten 8.5 tem 8.8: is dit deeg? Ja of neen? Neem sorteerkaarten 8.9 en 8.10: wie is hier gulzig? Dit spelletje kan nadien nog eens gespeeld worden met de volledige klas. Laat de kleine groep het echter eerst alleen spelen om hen genoeg spreekkansen te geven. Herhaal de definities nog zeker eens voor de volledige groep.
6
DAG 3: HET INFORMATIEF PRENTENBOEK EEN EERSTE MAAL VERTELLEN DOELSTELLINGEN: " "
Woorden en bijhorende concepten verwerven Verhaalbegrip
MATERIAAL: " "
Het informatieve prentenboek: ‘Bakker’ Prenten van de magisch woorden (45. Gebak, 46. Vers en 47. Winkelrek) + prenten van de vorige magisch woorden (42,43,44)
GROEPERING: Volledige klas
VERLOOP:
16 min
MOTIVATIE FASE 1: INTRODUCTIE MAGISCHE WOORDEN
3 min
Introductie magische doos met prenten van de drie magische woorden van de dag. Je geeft zelf de definitie van elk woord, en stelt één vraag over de prent: zie vragen achterop prent. Hang de prenten op
FASE 2: BOEKSNUFFELEN Informatief boek: genre, kaft, titel en auteur
! Aanvullende vragen: wat weten jullie al allemaal over bakkers? Gaan jullie ook brood halen bij de bakker? Hoe ziet deze bakker er dan uit? Bakkers zijn harde werkers! In dit boek gaan we leren wat bakkers allemaal doen om het brood tot bij jullie te krijgen!
FASE 3: INTRODUCTIE LUISTEROPDRACHT Uitleg + klassikaal inoefenen
7
VERHAAL MET LUISTEROPDRACHT
6 min
Gebruik de aangepaste tekst van het verhaal (zie informatieve prentenboek!) Vertel het informatieve verhaal in eigen woorden. Luisteropdracht Voorspelvragen
Als de kleuters reageren op de rood gedrukte woorden (bloem, deeg) dan mag je hier ook positief op reageren! Dan hebben ze de woorden van de vorige dag al goed onthouden! Herhaal kort voor iedereen maar blijf niet te lang werken rond deze woorden, het zijn de woorden van de nieuwe dag die van belang zijn.
VERWERKING FASE 1: TWEE EENVOUDIGE VRAGEN OVER HET VERHAAL
7 min
Ko: ‘Nu hebben we veel bijgeleerd over de bakker en wat een bakker allemaal doet.’ 1. Wat maakt de bakker allemaal? Brood. Taart. Gebak. Koekjes. Chocoladefiguurtjes. 2. Wat doet de vrouw van de bakker (de bakkersvrouw) hier allemaal? Ze mag langer slapen. Ze legt het verse brood in de winkelrekken. Ze verkoopt de broden: ze snijdt ze in boterhammen en steekt ze in een zak.
! Vraag door op wat de kleuters vertellen!
FASE 2: UITGEBREIDE HERHALING VAN DE MAGISCHE WOORDEN Voor elk magisch woord doe je het volgende: - de definitie herhalen - een link leggen met het verhaal - eenvoudige vragen stellen - één vraag stellen over de eigen ervaring
Achterop de foto's vind je de vragen.
FASE 3: FLAPJESSPEL Kies voor het flapjesspel uit prenten 42-47. Voeg magisch woord 5 (volwassen) toe. Vraag de kleuters of de bakker en de bakkersvrouw volwassen zijn. Voeg magisch woord 36 (uniform) toe. Vraag de kleuters of de bakker een uniform draagt. Hoe ziet dit uniform eruit? Voeg enkele woorden toe uit de vorige weken die de kleuters nog niet goed beheersen.
8
DAG 4: HET INFORMATIEF PRENTENBOEK EEN TWEEDE MAAL VERTELLEN
DOELSTELLINGEN: " " " "
Woorden en bijhorende concepten diepgaander verankeren Nadenken en redeneren Verhaalbegrip: diepgaander inzicht Spreken
MATERIAAL: " " "
Het informatieve prentenboek: ‘Bakker’ Prenten van de magisch woorden (45. Gebak, 46. Vers en 47. Winkelrek) + prenten van de vorige magisch woorden (42,43,44) Sorteerkaarten 8.11 tem 8.25 voor het sorteerspelletje
GROEPERING: Deze activiteit gebeurt in een kleine homogene groep van 6 tot 12 kleuters. Het sorteerspelletje op het einde kan nadien nogmaals gespeeld worden met de volledige groep.
VERLOOP:
18 min
MOTIVATIE FASE 1: BEKNOPTE HERHALING VAN DE MAGISCHE WOORDEN
5 min
De ko toont de prenten van de drie magisch woorden. Ze herhaalt de definities en de eenvoudige vragen. Zie vragen op prenten.
FASE 2: ZOEK DE MAGISCHE WOORDEN IN HET BOEK De ko neemt het boek erbij. Kleuters: afbeeldingen magische woorden opzoeken (in het boek). Kleef een post –itnote en bespreek.
9
VERHAAL MET SPREEKOPDRACHT
7 min
Gebruik de aangepaste tekst van het verhaal (zie informatieve prentenboek!) Vertel het informatieve verhaal in eigen woorden. Spreekopdracht
VERWERKING FASE 1: INZICHTSVRAGEN OVER HET VERHAAL
6 min
De ko stelt volgende inzichtsvragen: 1. Moet de bakker iedere dag vers brood en verse taarten maken? Ja. Waarom wel? Omdat de mensen iedere dag al het brood kopen (voor hun ontbijt). En omdat het brood anders niet meer vers is, de bakker moet vers brood verkopen. 2. Hoe komt het dat het brood bij je ontbijt soms nog warm is wanneer je het uit de zak haalt? Omdat de bakker het nog maar net gebakken heeft. Het is nog vers. De laaatste vraag is is een doordenker voor de kleuters. Niet alle kleuters hebben dit zelf al ervaren. Vertel hoe je zelf al eens 's ochtends vroeg naar de bakker moest, en warm brood uit de broodzak haalde.
FASE 2: SORTEERSPELLETJE Gebruik kaarten 8.11 tem 8.25 voor dit sorteerspelletje.
! Sorteerkaarten 8.15 tem 8.20 toon (vers of niet vers?) toon je beter per drie of per twee. Spreek over 'oud', '(een beetje) vers' of 'heel vers' wanneer het gaat om drie foto's. !Je herkent het magische woord ‘baksteen’ tussen de opties bij ‘gebak’ en ‘stelling’ tussen de opties bij ‘winkelrek’. Herinneren de kleuters dit woord nog? Zijn er kleuters die nog kunnen zeggen wat dit is? Ook dit is een goed moment voor herhaling! Dit spelletje kan nadien nog eens gespeeld worden met de volledige klas. Laat de kleine groep het echter eerst alleen spelen om hen genoeg spreekkansen te geven. Herhaal de definities nog zeker eens voor de volledige groep.
10
DAG 5: DE BOEKEN VERGELIJKEN DOELSTELLINGEN: " "
Transfer van de magisch woorden en de bijhorende concepten naar een andere context (Het andere boek - een Drama-verhaal) De magisch woorden consolideren (verder inoefenen)
MATERIAAL: " " "
Het verhaal ‘Een taart voor kleine Beer’. Het informatief prentenboek ‘Bakker’ Prenten van alle magische woorden (42, 43, 44, 45, 46, 47)
GROEPERING: Fases 1 en 2 gebeuren met de volledige klas. Fase 3 gebeurt in een hoek.
VERLOOP:
12 min
FASE 1: DE BOEKEN VERGELIJKEN
4 min
Vergelijk de volgende prenten: - de vertelplaat uit 'Een taart voor kleine beer' waarop Varkentje de taart versiert - blz. 11 uit het informatieve prentenboek 'De Bakker' waarop de bakker (extra vertelplaat) Wat is hetzelfde? - Aardbeien en slagroom om de taart te versieren - De slagroomspuit Wat is anders? - De bakker versiert veel gebak. Varkentje versiert maar één ding. - Varkentje proeft later ook van zijn gebak. (Mag de bakker dat wel doen?) - De bakker heeft een mutsje op. (Waarom?) Varkentje heeft een schort. (Waarom?) Bespreek vervolgens met de kleuters hoe Varkentje en bakker hun deeg gemaakt hebben. Zou dat helemaal hetzelfde zijn? Neem het informatieve prentenboek 'Bakker' en bekijk blz. 15 tot en met 22: - Gebruikt Varkentje ook een kneedmachine? Neen. Hij doet het met zijn pootjes. - Heeft hij ook zo'n grote oven? Stel volgende slotvragen: - Zou Varkentje een goede bakker zijn? Waarom wel/niet? - Wie mag jouw verjaardagstaart maken: Varkentje of de bakker? Of allebei?
11
FASE 2: RAADSELS
8 min
De ko hangt de prenten van de magische woorden (42, 43, 44, 45, 46, 47) zichtbaar op, herhaalt de definities en vraagt de kleuters om te luisteren naar de raadsels. Over welk magisch woord gaat het? -
Je gebruikt het om dingen in de leggen zodat mensen die het willen kopen het goed kunnen zien. Het is een…Winkelrek. Het is een wit poeder dat je nodig hebt om deeg mee te maken. Het is…Bloem. Als je heel veel honger hebt, dan kan je soms snel en veel eten. We noemen dit…eten. Gulzig. Als ik naar de bakker ga, dan zie ik niet alleen brood, maar ook cake en taartjes. Dit heeft een naam. We noemen dit…Gebak. Ik besta uit bloem en soms uit water, suiker en melk. Je kan me goed kneden, maar ik ben pas echt lekker als ik gebakken ben in de oven. Ik ben…deeg. Als ik thuis zelf brood maak en het uit de oven haal, dan is het brood net gemaakt, en zeker niet oud, maar…Vers.
Indien er tijd over is, kan je de kleuters zelf raadsels laten verzinnen.
Het is belangrijk dat de kleuters niet alleen de juiste magisch woord benoemen.
prent aanwijzen, maar ook het
FASE 3: HOEKSPEL Bingospel of memory of vliegenmepperspel
12
EXTRA TIPS BINNEN HET THEMA -
Taarten versieren (vanaf dag 1): laat de kleuters zelf een taart maken voor kleine Beer zijn verjaardag. Zoek een prent van een lege taart. De kleuters mogen deze inkleuren en versieren naar wens. Van deze taart zullen ze wel niet kunnen proeven.
-
De boeken vergelijken (vanaf dag 5): -‐
Extra denkvragen: je kan extra denkvragen voorzien uit volgende lijst. Haal indien nodig de boeken/vertelplaten en de prenten van de magisch woorden er nog eens bij. Dit kan de kleuters helpen bij het formuleren van een antwoord. •
Hoe ziet brood eruit als het niet meer vers is? Is het dan nog lekker?
•
Mag je aan tafel van een restaurant gulzig eten? Waarom wel/niet?
•
Kan je een brood bakken zonder deeg en zonder bloem?
•
Mag je deeg opeten zonder dat het gebakken is?
•
Wat kan er nog allemaal in winkelrekken liggen?
-
Fantasiespel: het is leuk om de hoeken in te kleden voor fantasiespel. Maak een hoek met een winkelrek en een verkoopbank en laat de kleuters bakker en bakkersvrouw spelen. Zoek bakkersmutsen en een bakkersschort opdat ze zich kunnen verkleden. Voorzie manden met verschillende soorten (oud) brood, koeken en gebak.
-
Wat zit er in mijn boterhamdoos? Kijk samen met de kleuters in hun boterhamdoos. Hebben ze verse boterhammen mee van de bakker? Wat hebben ze erop gesmeerd? Mogen ze soms een gebak meenemen van thuis? Zullen ze deze gulzig opeten op de middag? Gebruik de magische woorden terwijl je praat over de inhoud van de brooddozen.
-
Een bezoek aan de bakker: omdat dit thema volledig draait rond bakken en bakkers, kan het zeer leerrijk zijn om met de kleuters, waar mogelijk, een bakkerij te bezoeken. Daar kunnen ze zien hoe de bakker het brood maakt. Dit kan zowel ter voorbereiding van het informatieve prentenboek (dan kan je al beter inspelen op hun voorkennis) of na dag 4 (dan kunnen ze zien wat ze geleerd hebben).
13