Vertaling: Tobya Jong 3
Inhoud
Waarom dit boek?
Inleiding: Waarom dit boek?
Telkens wanneer vandaag de dag het woord evangelicals gebruikt wordt, hebben mensen een bepaald beeld in hun hoofd. Of dat idee al dan niet juist is valt te betwisten, maar vrijwel iedereen is het erover eens dat het woord evangelicals geassocieerd wordt met christenen die anti-homo en anti-feministisch zijn, die niets hebben met milieuactivisme, maar die vóór oorlog en vóór de doodstraf zijn, en in politiek opzicht conservatief rechts. Tegelijkertijd zijn er veel van ons, evangelische christenen, die niet met dit stereotype uit de voeten kunnen. In een poging om iets aan die definitie te veranderen zijn we met een groepje bij elkaar gekomen en hebben we een nieuwe naam aangenomen: rode-letter-christenen. Vanaf 1899 zijn in sommige Engelstalige bijbels de woorden van Jezus in het rood gedrukt. We hebben de naam rode-letter-christenen niet alleen gekozen om ons te onderscheiden van de sociale waarden die over het algemeen aan evangelische christenen worden toegeschreven, maar ook om te benadrukken dat wij christenen zijn die het radicale onderwijs van Jezus serieus nemen. We willen niets liever dan zijn voorbeeld navolgen in ons dagelijks leven. We weten nog niet welke ontwikkeling deze nieuwe beweging zal doormaken, wat onze reikwijdte zal zijn of hoeveel evangelische christenen deze nieuwe naam zullen overnemen. En zelfs als ze dat doen, weten we nog niet hoe serieus ze het naleven van Jezus’ onderwijs zullen nemen. Veel van wat Hij deed gaat immers dwars tegen onze huidige cultuur in. We verwachten er echter veel van. Gedurende meer dan veertig jaar hebben Ron Sider, de schrijver van Rich Christians in an Age of Hunger1; Jim Wallis, de oprichter van Sojourners; en ikzelf geprobeerd duidelijk te maken dat het van essentieel
Deel 1: Theologie in rode letters 1. Over de geschiedenis 2. Over gemeenschap 3. Over de kerk 4. Over liturgie 5. Over heiligen 6. Over de hel 7. Over de islam 8. Over economie Deel 2: Leven in rode letters 9. Over het gezin 10. Over pro-life 11. Over het milieu 12. Over vrouwen 13. Over racisme 14. Over homoseksualiteit 15. Over immigratie 16. Over burgerlijke ongehoorzaamheid 17. Over geven
Deel 3: De wereld in rode letters 18. Over het koninkrijk 19. Over politiek 20. Over oorlog en geweld 21. Over staatsschulden 22. Over het Midden-Oosten 23. Over de wereldwijde kerk 24. Over verzoening 25. Over zending 26. Over opstanding Conclusie: De toekomst in rode letters Dankwoord Over de schrijvers Noten
7
belang is dat volgelingen van Jezus zich inzetten voor mensen die lijden onder armoede of onderdrukking. De laatste tijd merken we dat de fakkel wordt overgenomen door een nieuwe generatie jonge leiders, die zich net als wij inzetten voor sociale gerechtigheid – op een heel nieuwe, relevante wijze. Een van de kopstukken van deze beweging is de co-auteur van dit boek, Shane Claiborne. Zijn boek, The Irresistible Revolution, zijn bediening waarmee hij door het hele land trekt, en vooral de manier waarop hij samenleeft met de armen maken hem tot een geweldig voorbeeld voor jonge christenen die verlangen naar meer dan een ‘geloofssysteem’. Ze zijn op zoek naar een authentieke manier van leven, waarin het onderwijs van Jezus werkelijkheid wordt. Shane, ooit een van mijn studenten aan Eastern University, is het gezicht geworden van The Simple Way, een leefgemeenschap die zich heeft toegewijd aan het verbeteren van hun omgeving en, vooral, het in praktijk brengen van wat Jezus leerde over de manier waarop wij moeten omgaan met het geld dat we hebben. Shane en ik hebben uitgebreid gesproken over de manier waarop die rode letters uit de Bijbel in praktijk gebracht kunnen worden en hebben dat, gescheiden door een leeftijdsverschil van vier decennia, allebei op onze eigen manier gedaan. We beseffen dat, hoewel we het over het algemeen eens zijn over theologische kwesties en sociale ethiek, er verschillen zijn in de manier waarop we ons geloof toepassen in ons leven. Terwijl Shane en ik onze overeenkomsten en verschillen bespraken gingen we beseffen dat het misschien nuttig zou zijn voor andere gelovigen om mee te kunnen luisteren, om te horen wat wij tegen elkaar te zeggen hebben. We willen met je delen hoe het volgen van Jezus er in ons leven uitziet, welke verschillen er zijn en welke ontwikkelingen we in de loop der jaren hebben doorgemaakt. Een voorbeeld is het wonen in een leefgemeenschap: de meesten van ons die in de vijftiger en zestiger jaren zijn opgegroeid piekerden daar niet over. Een van de bekendste tegenculturen uit deze roerige jaren wa8
ren de ‘hippies’, die vaak in communes woonden. De positieve aspecten van zo’n commune werden over het algemeen tenietgedaan door overmatig drugsgebruik: van marihuana tot psychedelische drugs. Bovendien kenmerkte de hippiebeweging zich door vrije seks en andere vormen van losbandigheid, wat door de samenleving als schandalig beschouwd werd en waar evangelische christenen al helemaal geen goed woord voor over hadden. Die negatieve reacties maakten dat we niet eens overwogen om ons aan te sluiten bij een leefgemeenschap. De communes waarin veel jonge rode-letter-christenen vandaag de dag leven zijn totaal anders. Als je Shane kent en iets weet over de mensen die zich onderscheiden door een soortgelijke levensstijl, dan weet je dat veel jongvolwassenen zich aansluiten bij een leefgemeenschap omdat ze verlangen naar diepe vriendschap: het soort liefdevolle gemeenschap dat omschreven wordt in het tweede hoofdstuk van het boek Handelingen. Er zijn nog veel situaties waarin Shane en ik verschillen en waarin we de rode letters op heel andere manieren omzetten in praktijk. We zetten ons bijvoorbeeld allebei in voor het beëindigen van oorlogen en voor het omverwerpen van onrechtvaardige politieke structuren die arme mensen onderdrukken. Allebei doen we wat we kunnen om de maatschappij te hervormen, zodat de wereld meer wordt zoals God haar oorspronkelijk bedoeld heeft. Maar waar mijn generatie politiek zag als een van de belangrijkste middelen om die gerechtigheid te realiseren, denkt Shanes generatie daar anders over. Jim Wallis’ tijdschrift, Sojourner, is overduidelijk politiek geladen en veel van zijn lezers zouden zeggen dat Jim zelf links georiënteerd is. Ron Sider is de oprichter van Evangelicals for Social Action, een organisatie die zich inzet voor gerechtigheid en christenen bijeenbrengt om te lobbyen voor de rechten van de armen. Ikzelf heb me in 1976 in Pennsylvania verkiesbaar gesteld als congreslid, omdat ik me op politiek vlak wilde inzetten voor sociale hervormingen die in overeenstemming zijn met het christendom. 9
Zoals je in dit boek zult lezen hebben Shane en veel van de radicale rode-letter-christenen van zijn generatie bewust afstand genomen van het politieke proces. Zij geven de voorkeur aan een meer rechtstreekse manier van het bevorderen van gerechtigheid in overeenstemming met Jezus’ onderwijs. Toen de Tweede Golfoorlog uitbrak, bijvoorbeeld, namen Shane en een aantal andere jonge christenen het vliegtuig naar Jordanië, waar ze busjes huurden en door de woestijn naar Irak reden. Ze wilden naar Bagdad om daar in de ziekenhuizen te werken en zorg te verlenen aan de mensen die slachtoffer zouden worden van de Amerikaanse bombardementen die op de planning stonden. Wij, oudere rode-letter-christenen, probeerden juist om de mensen hier thuis bewust te maken van de onrechtvaardigheid van de oorlog, in de hoop dat de machthebbers in Washington de oorlog zouden beëindigen wanneer ze de druk van het volk voelden. Beide generaties rode-letter-christenen handelden vanuit dezelfde overtuiging, maar de manier waarop we dat handen en voeten gaven was totaal anders. Wat de kerk betreft beseft zowel Shanes generatie als de mijne dat er de afgelopen veertig jaar een aantal bijzonder positieve veranderingen heeft plaatsgevonden. Opgegroeid in de periode vóór het tweede Vaticaans Concilie – waarin de Rooms-katholieke kerk zich openstelde voor een meer oecumenische, meer evangelische invalshoek – hadden wij, oudere evangelische christenen, een negatieve en verwrongen voorstelling van rooms-katholieken. We waren er zeker van dat zij de doctrine van ‘rechtvaardiging door geloof ’ over het hoofd gezien hadden en in plaats daarvan uitgingen van ‘rechtvaardiging door werken’. In religieus opzicht wilden wij niets van de rooms-katholieken weten, en zij niet van ons. Het idee dat wij iets zouden kunnen leren van de spirituele inslag van katholieken was ondenkbaar, en ieder voorstel om misschien iets samen te doen was uitzonderlijk verdacht. De jongere generatie rode-letter-christenen kan zich niets voorstellen bij de vijandigheid die destijds bestond tussen katholieken en protestanten, omdat de situatie vandaag de dag heel anders is. Shanes 10
generatie heeft er geen enkele moeite mee om samen te komen met katholieken: sterker nog, veel rode-letter-christenen zijn lid van de katholieke kerk. Ze hebben waardering voor de katholieke liturgie en vinden het geen probleem om het heilig avondmaal de eucharistie te noemen. Veel van hen maken dankbaar gebruik van de geestelijke disciplines van roomse heiligen uit de geschiedenis. Al deze dingen zijn nieuw voor sommigen van ons. Jongere rode-letter-christenen leren de oudere generatie, waar ik bij hoor, geweldige dingen: hele nieuwe dimensies van het christelijke geloof die soms teruggaan tot eeuwen voor de reformatie. En het lijkt erop dat Shane deel uitmaakt van een groeiende groep jonge christenen die zich ervan bewust is dat, hoewel God iets nieuws doet, we nog steeds kunnen volgen in de voetsporen van mensen die revolutionaire wegen gebaand hebben en zo deze nieuwe beweging hebben voorbereid. Dat is de reden waarom dit gesprek tussen onze generaties zo belangrijk is. Het is nooit ons doel geweest om onze dromen op elkaar af te stemmen of tot één geheel te maken, maar veel meer om ze met elkaar in harmonie te brengen. Zoals de Schrift zegt: ‘Jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten’ (Hand. 2:17). Dat is de reden waarom Shane en ik dit boek hebben geschreven als een dialoog. We willen aan jou laten zien hoe wij van elkaar leren, hoe we elkaar bevragen en het soms oneens zijn, terwijl we ons ondertussen blijven inspannen voor onze redding (Filip. 2:12) en in praktijk brengen wat we in de rode letters van de Bijbel lezen. We hopen van harte dat ons gesprek jou nieuwe inzichten oplevert en je zal inspireren om te leven in overeenstemming met het onderwijs van Jezus. We nodigen je uit om aan het gesprek deel te nemen op www. redletterchristians.org. Maar, belangrijker dan dat, we nodigen je vooral uit om deel te nemen aan de rode-letter-revolutie! Tony Campolo
11
Deel 1:
Theologie in rode letters
1 Dialoog over de geschiedenis ‘Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.’ Johannes 14:11-12
Shane: Tony, waarom denk jij dat er behoefte is aan een nieuwe
term als rode-letter-christendom? Wat is er gebeurd met de termen fundamentalist en evangelisch?
Tony: Christenen met orthodoxe overtuigingen hebben gedurende
de afgelopen eeuw meerdere namen gebruikt om zichzelf te onderscheiden van degenen die naar hun mening waren afgedwaald van de historische leer van de kerk. Aan het einde van de negentiende eeuw formuleerden Duitse bijbelgeleerden een bijbelcommentaar dat werkelijk geen spaan heel liet van de traditionele overtuigingen ten aanzien van de Bijbel. Ze stelden vragen bij de personen die genoemd werden als schrijvers van bijbelboeken en suggereerden dat de Bijbel grotendeels bestond uit hervertellingen van oude Babylonische mythen en morele codes. Daarnaast kwamen er vanuit Duitsland theologieën op van mensen zoals Friedrich Schleiermacher, Albrecht Ritschl, Ernst Troeltsch en anderen die cruciale doctrines als de goddelijkheid van Christus en zijn opstanding uit de dood ter discussie stelden. 13
Er kwam reactie op dit ‘modernisme’; de naam die gegeven werd aan deze herziene versie van christelijke leerstellingen (die in feite pogingen waren om aan te sluiten bij een rationeel en wetenschappelijk tijdperk). Een groep bijbelgeleerden uit de Verenigde Staten en Engeland kwam bij elkaar en publiceerde een serie van twaalf boeken met als titel ‘De fundamenten van het christelijk geloof ’. Deze boeken waren een rationele verdediging van de traditionele doctrines, zoals terug te vinden in de Apostolische Geloofsbelijdenis. In reactie op deze boeken hield Harry Emerson Fosdick, een vrijzinnige predikant uit New York City, een preek met de titel ‘Zullen de fundamentalisten winnen?’ die gedrukt werd en door het hele land verspreid. Daarmee was de term fundamentalisme geboren. Het etiket fundamentalisme bewees ons goede diensten tot 1928, 1929. Vanaf dat moment, en vooral na de beroemde Scopes-zaak (ook wel bekend als het apenproces), waarin William Jennings Bryan zich uitsprak tegen de evolutietheorie, begonnen meer en meer mensen het fundamentalisme te beschouwen als naïef en anti-intellectueel. Behalve de indruk dat ze anti-intellectueel zouden zijn, bleek ook de neiging tot veroordeling langzaam maar zeker terrein te winnen bij de fundamentalisten, waarbij ze niet alleen degenen die afweken van de orthodoxe christelijke doctrine veroordeelden, maar in feite iedereen die zich niet conformeerde aan hun wettische levensstijl, die gekenmerkt werd door een absoluut verbod op dingen als dansen, roken en alcoholgebruik. Rond 1950 riep het woord fundamentalisme een vrachtwagenlading aan negatieve associaties op, en veel christenen vroegen zich af of we het nog wel op een positieve manier konden gebruiken. Rond die tijd begonnen Billy Graham en Carl Henry, die op dat moment hoofdredacteur was van Christianity Today, een nieuwe term te gebruiken: evangelische christenen. Opnieuw hadden wij, orthodoxe christenen, een woord dat goed bij ons paste, en dat bleef zo tot halverwege de jaren negentig. Tegen die tijd had het woord evangelisch zijn positieve lading onder het grote publiek min of meer verloren. Evangelisch was inmiddels ongeveer synoniem geworden voor politiek rechts – tot extreem rechts toe. 14
Als predikanten zoals jij en ik uitgenodigd worden om op Harvard of een van de andere vooraanstaande universiteiten te komen spreken en we worden aangekondigd als ‘evangelisch’, dan kun je er zeker van zijn dat de alarmbellen beginnen te rinkelen en mensen zeggen: ‘O, maar jullie zijn christenen uit die behoudende hoek! Jullie zijn antivrouw, anti-homo; anti-milieu; jullie zijn pro-oorlog, anti-buitenlander, en jullie willen iedere idioot die toevallig Amerikaans staatsburger is het recht geven om een wapen te dragen.’ In de hoek gedreven antwoorden we dan: ‘Wacht eens even! Zo zijn we helemaal niet!’ Ik denk dat het evangelicalisme daarnaast ook behoorlijk zwartgemaakt is door de seculiere media, die grotendeels verantwoordelijk is voor het creëren van dit beeld. Juist de media lijken evangelisch christendom en religieus rechts altijd te verbinden aan conservatieve, rechtse politiek. Dit was de reden waarom wij met een groepje ‘progressieve evangelicalen’ bij elkaar kwamen en probeerden een nieuwe naam te verzinnen die zou weergeven wie en wat we precies zijn. We lieten er een aantal de revue passeren en kwamen uiteindelijk uit op de naam rode-letterchristenen. We wilden dat de mensen zouden weten dat we christenen zijn die zich toeleggen op het, voor zover mogelijk, in praktijk brengen van wat die roodgedrukte woorden in de Bijbel – Jezus’ eigen woorden – ons opdragen. We wilden in ons zijn en in ons doen op Hem lijken. We houden ons niet bezig met partijpolitiek, hoewel we het belangrijk vinden dat er een rechtvaardig politiek beleid gevoerd wordt, met aandacht voor de rechten van wie arm is of onderdrukt wordt. Het maakt ons niet uit welke partij hierin het voortouw neemt. Christianity Today publiceerde uit onvrede wegens onze nieuwe naam een paginagroot artikel, waarin onder meer werd opgemerkt: ‘Jullie doen net alsof de rode letters in de Bijbel belangrijker zijn dan de zwarte.’ Waarop wij antwoordden: ‘Precies! En niet alleen wij zeggen dat de rode letters in de Bijbel superieur zijn aan de zwarte: Jezus zei dat zelf!’ In de Bergrede zei Jezus meer dan eens dat sommige van de dingen die Mozes leerde over kwesties als echtscheiding, overspel, moord, 15
wraak nemen, en de manier waarop we met geld omgaan in werkelijkheid verwezen naar iets hogers, naar een overstijgende moraal. Toen Jezus zei dat Hij ons nieuwe geboden gaf, bedoelde Hij dat ze ook écht nieuw waren. Daar ben ik van overtuigd. Ze gingen in elk geval veel verder dan de morele regels die in de Pentateuch beschreven staan. Bovendien denk ik niet dat je de zwarte letters in de Bijbel werkelijk kunt begrijpen als je niet eerst kennismaakt met de Jezus die geopenbaard wordt in de rode letters. Dat maakt de zwarte letters in geen geval onbelangrijk: we geloven dat de heilige Geest de pen van de schrijvers van de Schrift geleid heeft, waardoor de hele Schrift door God geïnspireerd is. Shane, ik weet hoe jij denkt over die roodgedrukte woorden in de Bijbel. Tijdens onze gesprekken de afgelopen jaren heb ik gemerkt dat je het heel belangrijk vindt dat christenen het onderwijs van Jezus serieus gaan nemen: dat je gelooft dat de tijd daarvoor is aangebroken. We moeten de Bergrede serieus gaan nemen.
Shane: We rommelen maar wat aan met de woorden van Jezus.
We proberen ze weg te redeneren, in een ander jasje te steken of we doen water bij de wijn, alsof zijn woorden niet voor zichzelf spreken. Ik hoorde iemand eens zeggen: ‘Ik ging theologie studeren om te ontdekken wat Jezus bedoelde met de dingen die Hij zei. En vervolgens leerde ik daar dat Jezus de dingen die Hij gezegd had niet echt meende.’ Dat is diep triest! Soms moeten we het koninkrijk gewoon binnengaan als de kinderen, precies zoals Jezus zei. Onschuldig en eenvoudig. Zoals theoloog Søren Kierkegaard in de negentiende eeuw zei: ‘De zaak is vrij eenvoudig. De Bijbel is heel gemakkelijk te begrijpen, maar wij christenen … doen alsof we de Bijbel niet begrijpen omdat we zeer goed beseffen dat we, als zou blijken dat we de Bijbel begrijpen, er ook naar zouden moeten handelen.’2 Er komt een moment waarop we terugkeren naar die onschuld. Een moment waarop we de Bijbel opnieuw lezen, zonder alle commentaren, en ons afvragen: Stel dat Hij al die dingen écht meende? Ik maak me niet
16
zo druk over het begrijpen van ieder klein theologisch vraagje. Ik vind het veel belangrijker om de eenvoudige woorden van Jezus te lezen en dan te proberen te leven alsof Hij ze meende. Als ik vandaag net iets trouwer kan zijn dan gisteren, als het me net iets beter lukt om mijn buurman lief te hebben, voor mijn vijanden te bidden en te leven als de leliën en de vogels, dan doe ik het goed. Het is belangrijk voor me om op te merken dat rode-letter-christenen niet, zoals iemand onlangs zei, ‘christocentrisch’ zijn – tenminste, niet in die zin dat we zo veel nadruk op Christus leggen dat we voorbijgaan aan de Drie-eenheid. Ik ben wel uitgemaakt voor ergere dingen dan ‘christocentrisch’, maar ik wil duidelijk stellen dat dat ons doel niet is. We geloven dat de God die zich in Jezus geopenbaard heeft de God van de Hebreeuwse Schrift is. In overeenstemming met alle eeuwenoude geloofsbelijdenissen zijn ook wij ervan overtuigd dat de drieenige God één is: Vader, Zoon en Geest. Dat gezegd hebbende zijn er sommige passages in de Hebreeuwse Schrift die erg moeilijk te begrijpen zijn. Neem bijvoorbeeld Rechters 19, waarin een naamloze bijvrouw in stukken gesneden wordt en die stukken vervolgens naar de twaalf stammen van Israël gestuurd worden. Dat soort gedeeltes kunnen verwarrend zijn. En daarom is Jezus ook zo geweldig. Jezus kwam om ons God op een heel nieuwe manier te laten zien: als iemand die we kunnen aanraken en kunnen volgen. Jezus is de lens waardoor we naar de Bijbel en de wereld kunnen kijken: in Christus is alles vervuld. Er zijn heel veel dingen waar ik nog steeds niets van snap, zoals dat verhaal over die bijvrouw uit Rechters 19, maar als ik dan naar Jezus kijk ervaar ik toch een diepe zekerheid dat God goed is, genadig en niet ver bij ons vandaan.
Tony:
Wanneer je van de zwartgedrukte woorden uit het Oude Testament doorbladert naar de roodgedrukte woorden in het Nieuwe Testament krijg je een heel andere indruk van God. Hoewel rode-letter17
christenen geloven dat het Oude Testament ook door God geïnspireerd is, kun je moeilijk ontkennen dat er een groot contrast is tussen het beeld van God dat in het Oude Testament geschetst wordt en het onderwijs van Jezus. Sommige vroege christenen dachten zelfs dat er sprake was van twee verschillende goden. Dat is natuurlijk niet zo, maar ik kan wel begrijpen waarom sommige christenen in die tijd dat dachten.
Shane: Dat vind ik nou juist zo mooi aan de menswording. Jezus
laat ons zien wie God is door letterlijk in onze huid te kruipen. In Jezus werd God iemand die wij kunnen zien, aanraken, voelen en volgen. Mijn Spaanssprekende vrienden hebben me uitgelegd dat het officiële woord hiervoor, incarnatie, dezelfde afkomst heeft als carne of con carne, wat ‘met vlees’ betekent. We kunnen God ook op andere momenten in de geschiedenis aan het werk zien, maar de climax van alles is Jezus, die zich openbaart in die rode letters.
Tony: Ik benadruk nog maar een keer dat dat niet betekent dat de
zwartgedrukte letters van de Schrift niet door God geïnspireerd zijn: dat zijn ze wel! Theoloog G. Ernest Wright zei eens dat alles wat wij van God weten voortvloeit uit zijn machtige daden in de geschiedenis en wat wij daarvan hebben gezien. In zijn boekje The God Who Acts (1952) zegt hij dat, in tegenstelling tot wat beweerd wordt over de Koran en het boek van Mormon, onze God niet is neergedaald om dat wat in de Bijbel moest komen woord voor woord te dicteren. In plaats daarvan openbaart onze God zich door wat Hij doet, en de Bijbel is het onfeilbare verslag van deze machtige daden. De zwarte letters waaruit het Oude Testament bestaat zijn het verslag van de machtige daden waarin God zich openbaart. De oude Grieken gebruikten woorden als almachtig, alwetend en alomtegenwoordig om God te omschrijven, maar deze woorden zijn niet terug te vinden in het Oude Testament. De oude Joden zouden nooit
18
op zo’n abstracte manier over God gesproken hebben. Als je hen had gevraagd om God te omschrijven, zouden ze iets gezegd hebben als: ‘Onze God is de God die de wereld geschapen heeft, die ons hulpgeroep hoorde toen we in slavernij leefden. Hij heeft ons uit het land Egypte geleid en ons naar het beloofde land gebracht. Onze God is de God die de legers van Sanherib verslagen heeft. De God die wij dienen stelde ons in staat om uit te stijgen boven wereldmachten die eropuit waren ons te vernietigen. Wij dienen de God die actief ingreep in de levens van Abraham, Mozes en Jakob.’ Wat de Joden uit de oudheid wisten over God, wisten ze door de dingen die Hij deed. Het waren Gods machtige daden in de geschiedenis die hen iets van zijn wezen lieten zien en hen in staat stelden tot op zekere hoogte te begrijpen wie Hij was. In het Nieuwe Testament lezen we dat God, die in het verleden op verschillende manieren en op verschillende plaatsen zichtbaar geweest was, zich in de laatste dagen ten volle openbaarde in de persoon Jezus Christus (Hebr. 1:1-2). De Bijbel is het verslag van gebeurtenissen uit de geschiedenis die ons voorzien van voortschrijdend inzicht in het wezen van God; maar uiteindelijk werd Hij ten volle zichtbaar in Jezus Christus. De evangeliën vertellen ons hoe wij, als kinderen van de Koning, mogen leven en hoe we in deze wereld aan Gods koninkrijk kunnen bouwen. In de rode letters van de evangeliën geeft Jezus ons specifieke instructies over de manier waarop zijn volgelingen met anderen behoren om te gaan en welke offers van ons gevraagd worden als we werkelijk burgers van zijn koninkrijk willen zijn.
Shane: In de afgelopen decennia zijn christenen zo geobsedeerd ge-
raakt door wat ze zouden moeten geloven dat er nauwelijks aandacht besteed werd aan hoe een christen zou moeten leven. We praten eindeloos over doctrines, maar bijna niet over de praktische toepassing daarvan. Als je naar Jezus kijkt zie je echter niet alleen de presentatie van een serie doctrines. Jezus nodigt ons uit om ons aan te sluiten bij een beweging die maar één doel heeft: Gods goedheid aan de wereld laten zien. 19
Dit dogmatische denken beïnvloedt zelfs ons taalgebruik. Zo vragen we mensen gemakkelijk of ze ‘gelovigen’ zijn, terwijl Jezus ons niet de wereld instuurde om gelovigen te maken, maar discipelen. Je kunt Jezus aanbidden zonder te doen wat Hij zegt. We kunnen in Hem geloven, maar Hem evengoed niet volgen. In Korintiërs staat zelfs: ‘Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten’ (1 Kor. 13:1-3). Als evangelische christenen zijn we soms zo gebrand op kennis dat we onze geestelijke vorming verwaarlozen. Daardoor kan het gebeuren dat de kerk vol zit met gelovigen, terwijl maar weinig mensen Jezus werkelijk volgen.
Tony: De evangeliën zijn een duidelijke beschrijving van een ko-
ninklijke levensstijl, en de andere boeken van het Nieuwe Testament voorzien ons van een solide theologische basis. Rode-letter-christenen hebben allebei deze dingen nodig. We willen de theologie van rechtvaardiging door geloof zeker niet bagatelliseren. We getuigen dat we door genade gered zijn, uit geloof en niet door onze daden, zodat niemand zich erop kan laten voorstaan (Ef. 2:8-9). We geven ons leven over aan Christus en vertrouwen niet op onze eigen gerechtigheid of goede werken om daardoor gered te worden. We stellen ons vertrouwen op wat Jezus aan het kruis voor ons gedaan heeft, dat is de basis van onze verlossing. Tegelijkertijd weten we echter ook dat Christus ons geroepen heeft tot een specifieke manier van leven, omschreven in de Bergrede en andere roodgedrukte passages in de Bijbel. En net zoals we de doctrines van het geloof onder woorden moeten
20
brengen, wat de apostel Paulus in zijn brieven zo duidelijk voorschrijft, moeten we ook leven in overeenstemming met het voorbeeld dat Jezus ons in de evangeliën gegeven heeft.
Shane: Een paar jaar geleden is er een fascinerend onderzoek uit-
gevoerd door Willow Creek Community Church in Chicago, een van de meest invloedrijke megakerken ter wereld. Met dat onderzoek, dat ze in hun eigen gemeente deden, wilden ze vaststellen hoe het ervoor stond met hun missie om mensen tot ‘volledig toegewijde volgelingen van Christus’ te maken. Niemand twijfelt eraan dat ze er geweldig goed in geslaagd zijn om mensen van buiten de kerk te bereiken en hen tot geloof in Jezus Christus te brengen. De vraag was echter of het leven van die bekeerlingen ook werkelijk veranderd was. Verandert het sociale netwerk en het consumptiepatroon van mensen nadat ze tot geloof gekomen zijn? Hun ontdekkingen waren hartverscheurend. Willow Creek was moedig en nederig genoeg om de resultaten van het onderzoek, dat ze Reveal genoemd hadden, naar buiten te brengen. Het rapport was haast een openbare schuldbelijdenis: we zijn als kerk misschien best goed in het maken van gelovigen, maar als het gaat om het maken van discipelen hebben we nog een lange weg te gaan.3 Dit soort studies laat duidelijk zien dat onze vorm van christendom misschien wel wijdverbreid is, maar nauwelijks diepgang heeft. Voor de goede orde, ik heb veel respect voor Willow Creek. Ik geloof echt dat ze hebben begrepen wat het betekent om deel uit te maken van iets groters, en dat ze realistische eisen aan hun leden stellen. Ik heb ongeveer een jaar voor Willow gewerkt, en we zeiden altijd voor de grap dat als je klaagde over iets wat je niet beviel, je daarmee automatisch aanbood om mee te werken aan een oplossing. De uitdrukking ‘90 procent toewijding is nog steeds 10 procent te weinig’ hoorde ik voor het eerst bij Willow.4 Door zo moedig te zijn om eerlijk uit te komen voor de resultaten van het onderzoek onthult Willow dat er in de meeste gemeentes nog heel wat 21
moet gebeuren om mensen om te vormen tot volledig toegewijde volgelingen van Jezus in plaats van slechts gelovigen van hen te maken. Als ons evangelie alleen draait om onze persoonlijke verlossing, is het incompleet. Als ons evangelie alleen draait om sociale hervormingen en niet om de God die ons persoonlijk kent en de haren op ons hoofd geteld heeft, is het ook incompleet.
Tony: Omdat ik nog niet voldoe aan wat Jezus in die roodgedrukte
bijbelgedeeltes van mij verwacht, omschrijf ik mezelf altijd als iemand die door Gods genade gered is, en die zich langzaam maar zeker ontwikkelt tot christen. Zoals in Filippenzen 3:13-14 staat, ‘vergeet ik wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.’ Als je je vertrouwen stelt op wat Christus voor ons heeft gedaan ben je verlost, maar of je een christen bent hangt af van de manier waarop jij op dat offer reageert.
Shane: Zoals je wel vaker hoort: ‘Ik ben niet verlost omdat ik zo’n
goed mens ben, ik probeer een goed mens te zijn omdat ik verlost ben.’ Je kunt je redding niet verdienen door goede werken te doen. Goede werken zijn het bewijs en de zichtbare uitwerking van die redding. Als we echt hebben ervaren wat genade is, worden we zelf ook genadiger. Genade maakt ons genadig. Als we werkelijk een nieuwe schepping in Christus geworden zijn, zou dat ons leven moeten transformeren: van de manier waarop we handelen tot de mensen met wie we omgaan tot onze visie op geld, oorlog, politiek en de reden van ons aardse bestaan. Inderdaad, alles wordt nieuw. Maar op een plek waar alles christelijk is, is uiteindelijk niets meer christelijk. Dat is een wezenlijke uitdaging. Ik bedoel hiermee dat we in een ‘christelijk’ land leven en deel uitmaken van een christelijke beschaving. Je hoort overal mensen over God praten, zonder dat ze werkelijk 22
stilstaan bij wat ze zeggen of beseffen wat dat betekent. Op ons geld staat ‘In God we trust’ (Wij vertrouwen op God), dus in feite maken we misbruik van Gods naam wanneer we dat geld gebruiken om er heroïne mee te kopen, of wapens, of porno of wat dan ook. Het zou beter zijn als we nog iets aan dat zinnetje zouden toevoegen: ‘Wij vertrouwen af en toe op God’ of ‘We hopen ooit op God te vertrouwen’. Bovendien raken we afgestompt wanneer we Gods naam op een onnadenkende, onverschillige manier gebruiken. Het is alsof je een kleine dosis van iets ontzagwekkend groots krijgt toegediend, zonder de werkelijke kracht ervan te voelen … en als gevolg daarvan raak je immuun voor het echte. Een slap aftreksel van het christendom maakt niet dat mensen gaan verlangen naar meer. Het gaat ze juist tegenstaan.
Tony: Ik herinner me dat ik eens een prachtig verhaal las van Søren
Kierkegaard, de Deense filosoof, over de dag waarop hij leerde zwemmen. Hij herinnert zich dat hij in het zwembad was met zijn vader, die aan de rand van het bad stond en hem aanmoedigde zich over te geven, erop te vertrouwen dat het water hem zou dragen. Hij herinnert zich dat hij het water liet opspetteren met zijn handen en woest met zijn ene been trappelde en naar zijn vader riep: ‘Kijk! Ik kan zwemmen! Ik kan zwemmen!’ Maar ondertussen, zo vertelde hij, ‘bleef ik angstvallig met mijn grote teen op de zwembadvloer steunen.’ Zo zit ik ook in elkaar. Ik zou naar de Heer willen roepen: ‘Kijk eens hoe gehoorzaam ik ben! Kijk eens hoe ik uw wil doe! Ik heb de dingen van deze wereld losgelaten!’ Maar eigenlijk, als ik eerlijk ben, heb ik dat niet. Ik steun nog steeds op mijn grote teen, om het zo maar te zeggen. Allemaal hebben we de onbedwingbare neiging om vast te houden aan de dingen van deze wereld. We hopen dat we ze kunnen loslaten en ons werkelijk kunnen overgeven aan Jezus’ wil voor ons, maar de meesten van ons zijn daar niet zo goed in als eigenlijk zou moeten.
23
Shane: Dus de lakmoesproef om vast te stellen of iets al dan niet
christelijk is, is de vraag of het meer en meer op Jezus gaat lijken. Sommige mensen zeggen van zichzelf dat ze christen zijn, maar gaan steeds minder op Jezus lijken. En er zijn mensen die nooit zouden zeggen dat ze christen zijn, terwijl hun hart en dat waar ze passie voor hebben langzaam steeds meer gaat lijken op het hart en de passie van Jezus. Het is aan God om vast te stellen hoe dat precies zit. In elk geval zijn wij als rode-letter-christenen eropuit om meer op Jezus te gaan lijken; Hij is degene uit wie we voortkomen en degene naar wie we onderweg zijn.
2 Dialoog over gemeenschap ‘Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’ Matteüs 18:20
Tony: Shane, jij bent het grote voorbeeld voor veel jonge mensen
over de hele wereld die hun buik vol hebben van wat zij beschouwen als niet-authentiek christendom. Ze vinden jouw manier van christen-zijn verfrissend. Jij leeft echt volgens dat rode-letter-christendom, veel meer dan de meesten van ons. Ik zie dat je Jezus heel serieus neemt. Daarom noemen veel mensen je een ambassadeur van postmodern christendom: postmodern in die zin dat je vasthoudt aan de traditionele doctrines van het christendom, maar tegelijk een andere visie hebt op Gods liefde en genade dan de meeste evangelische christenen. Veel evangelicalen hebben duidelijke ideeën over wie er ‘wel’ en wie er ‘niet’ bij Gods gezin mogen horen, jouw definitie is veel ruimer. Een van de belangrijkste redenen dat je als schrijver en spreker zo populair bent, is dat je laat zien hoe Gods Geest werkt en beweegt in deze tijd. Uit wat je zegt maak ik op dat God een nieuw bewustzijn aanwakkert onder jonge mensen die hunkeren naar een vorm van christendom die anders is dan de vorm waarmee ik ben opgegroeid.
Shane: Mensen in deze tijd verlangen naar een vorm van chris-
tendom die weer op Jezus lijkt. Het goede nieuws is dat Jezus sterker 24
25